No. 15326.
LEIBSCH BAG3LAD, Zaterdag* 5 Februari. Eerste Blad.
Anno 1910,
PERSOVERZICHT,
NIETS-D&EN.
volgens art. 16-1 van de Grondwet voor den
Hoogen Raad moeten verschijnen.
Eindelijk noemen wij de keuze van den
oud-minister Yan Karnebeek een zeer
gelukkige èn óm het prestige, dat deze be
zit ón om zijn ervaring, in de diplomatie
opgedaan, die hem steeds een aandachtig
gehoor geeft, daar hij de fijne puntjes der
kwestie in het debat weet aan te wijzen.
In het algemeen achten wij de keuze van
i don eereraad een zeer gelukkige, omdat
geen der leden tot de partijgenooten van
dr. Kuyper behoort. Den heer Van Swinde-
ren hoorden wij steeds als gematigd rechts
(christ.-historisch) kenschetsen. Do heeren
Kist en Yan Karnebeek behooren tot de
linkerzijde.
Waarlijk, de samenstelling van den eere
raad is een zoodanige, dat zij naar onze op
vatting niet beter had kuDjnen geschieden.''
,,H et Huisgezin" zegt o.m.
Met de benoeming van deze commissie is
het enquête-voorstel van den heer Troel
stra niet alleen van de vlakte, maar is het
begraven.
Misschien voelt de voorsteller dit zelf
en neemt hij zijn voorstel terug.
Maar mocht hij de gelegenheid om een
verstandige daad te doen ongebruikt laten
voorbijgaan, dan is er geen twijfel aan, of
de overgroote meerderheid der Kamer, van
links zoowel als van rechts, verwerpt het.
Allo tijd aan het enquête-voorstel te be
steden, is verloren tijd.
De zaak-Kuyper zal door zijn pairs wor
den behandeld. Zij zullen daarbij wel min
der kleinzielig te werk gaan dan een Tido-
man en een Troelstra; maar men kan er
staat op maken, dat zij onbevooroordeeld,
rechtschapen en streng zullen vonnissen,
zooals het rechtere en vroed en mannen be
taamt.
In alle kalmte kan men thans de uit
spraak en daarmee het slot der geruchtma
kende zaak te gcraoet zien.
,,H et Vaderland" schrijft o.m.
Bij onze beschouwingen over deze zaak,
toen zij nog in een vroeger stadium ver-
keerdo, hebben wij het betreurd, dat i :et
van dc rechterzijde een voorstel tot het in
stellen eener parlementaire enquête is uit
gegaan. Zulk een voorstel en het daarop
volgend onderzoek toch zouden aan alle ver
dere vermoedens of l>eweringen voorgoed en
voor altijd een eind hebben gemaakt.
Intussckcn, men had nog niet eens zoo ver
behoeven te gaan. Zelfs indien een eere
raad ware aangeboden vóór er met een
enquête gedreigd was, zou daardoor het
lecLtsgevoel nog bevrediging hebben gevon
den. Zoodra echter het meerdere (een
enquête n.l.) aan do orde was gesteld, kon
het contra-aanbod van het mindeT ver en
minder diep gaand onderzoek door oen
eereraad het vermoeden niet wegnemen,
dat dit gedaan werd, om voor de keuzo tus
schen tweo kwaden staande, er met zoo wei
nig mogelijk af te komen. Do opvatting van
een R.-K. blad (,,H et Huisgozi n",)
dat de eereraad een reddingsplank noemde,
en het aangrijpen daarvan qualificeerdo
als faire bonne mine h mauvais jou," zal,
vreezen wij, niet tot dat blad bepaald blij
ven, maar de meening van velen zijn, ook en
vooral van links.
„H et Y olk" schrijft:
Nu de ceroroad er is, blijkt eerst klaar,
welk een onding hij is. Dr. Kuyper zelf
noemt hem een oommissie van onderzoek.
Wat moet hij onderzoeken? Het antwoord
is te vinden in Troolstra's enquête-voorstel.
Vijf vragen zijn daar gesteld, die alle uit-
loopen naar de vermenging van functies als
partijleider en als minister door dr. kuy
per. Vragen, die een verhoor noodig ma
ken, niet alleen van den man, te wiens
behoeve de eereraad is samengesteld, maar
ook van moj. Westmoijer en de heeren
Lehman, en verder van al degenen, wier
getuigenis noodig is voor het controleeren
van de waarheid der verklaringen van dit
viertal. Het viertal, want nadab èn in het
srtuk aan ,,D e Standaard" van 29
Juni, èn in den monoloog van dr. Kuyper
in de Kamer van 18 November onjuisthe
den bloken voor te komen, is het noodig, de
betrouwbaarheid ook van zijn mededeolin-
gen aan die van derden te toetsen.
Dit is de taak, die de commissie van on
derzoek, de particuliere enquête-commissie,
zichzelf moet stellen, indien zij
zichzelf niet beschouwt als een commissie
tot vrijspraak van dr. Kuyper, wat men
niet mag verwachten. Maar men behoeft er
niet lang over na te denken, om in te zien
met welke groote bezwaren deze commissie
zal hebben te kampen. Wij vragen maar
niet wie de kosten van het getuigenverhoor
zal betalen. De antirevolutionnairo partij
kas heeft cr noo groot belang bij, dat er
eindelijk volledige klaarheid komt in deze
affaire, dat zij ongetwijfeld de noodig*
middelen daartoe beschikbaar zal steil, n
Een vraag echter, waarop een bevredigend
antwoord niet denkbaar is, is deze, hoe de
oommissie er in zal slagen, onwillige getui
gen voor zich te doen verschijnen en beu
zal nopen, niet alleen de waarheid, maar
ook de voilé waarheid te spreken.
Er is dus niet de geringste waarborg,
dat de particuliere enquête-commissie zal
kunnen oordcelen in het volle licht der
feiten.
Nog een tweede waarborg ontbreekt, nl.
deze, dat de commissie het licht, dat zij
zichzelf heeft ontstoken, ook voor het pu
bliek zal ontsteken; dat zij niet alleen 'Al
pogen zichzelf een oordeel te vormen over
do kwestie, maar iedereen tot heb vormen
van een eigen oordeel in staat zal rtellen.
„H et Centru m" merkt op
De kans bestaat dus, dat we eindelijk de
afdoende oplossing zullen zien van cod
kwestie, die van meet af aan den indruk
heeft gemaakt, met persoonlijke en
niet minder met politieke bijbe
doelingen te zijn c-pgcblazon tot wanstalti
ge proporties.
En juist omdat hior het persoonlijko en
speciaal liet politieko element in debat
kwam, lijkt ons de samenstelling van een
eere-raad, als do thans geconstitueerde,
verre te verkiezen boven een parlementair
onderzoek.
De politieke passie zou in dit laatste
geval haar woord zijn b 1 ij v e n meespre
ken, persoonlijke antipathieën, die ree 's
zeer heftig tot uitdrukking kwamen, had
den haar onzuiveren invloed doen b 1 ij v e n
gelden.
Bij do samensteling van doze commis
sie, gevormd uit mannen, die. geheel objoo-
tief tegenover dr. Kuyper staan, van wie
evenmin te veronderstellen is dat het hun
om zijn verheerlijking, dan om zijn ver
plettering is to doen, heeft men zulke in
vloeden op het eindoordeel niet te duchten^
En dat de Raad zich voldoende gegeven»,
zal kunnen verschaffen, raag met vertrou
wen worden aangenomen.
De namen en positie dor leden staal
daarvoor borg
In een commissie, die slechts een schijn
van oplossing kon geven en wier taak op
allerlei wijzen hinderlijk beperkt was, zou
den mannen als Van Swinderen, Kist en
Van Karnebeek zeker geen zitting hebben
genomen.
Voor oen ijdolo vertooning staat dit drie
tal te hoog en leent het zich niet. r
,,D e Nederlander", meent, da<
het thans de tijd ia om rustig den uitelai
van het onderzoek der commissie af Ui
waohfcen en constateert, dat uit de opmer
kingen van „H et Volk" wel afgoleid
kan worden, dat mr. TrocJstra zijn voorstel
tot hot houden van een parlementaire ea-
quête zal handhaven.
Het nationaal-historisoh weekblad ,,N o-
derlandsohe Stemmen" be
toogt, dat de zaak zich niot leent voor een
parlementair© enquête, en evenmin tot hot
bekomen van eenig pra/ctisch resultaat
door den arbeid van eon commissie van
bcoordeoling. Hot orgaan is van oordeel:
„dat hier zonder voldoend doorzicht, cn,
door een zoo bekwaam en ondervindingrijk
staatsman, zeer onvoorzichtig ia gehandeld-
Maar tusschen gemis aan voldoend door
zicht en het onvoorzichtig handelen en heb
met opzet plegen van een afkeurenswaar
dige daad, bestaat een groot versohil. Eo
"Wij lazen in de r.-k. „N i e u w e H a ar-
Seznsohe Courant":
De oouranten meldden de vorige week,
Öat er plannen bestaan om het Bureau
der Kath. Vakorganisatie
in Nederland over te brengen naar het
Bureau der Kath. Sooiale
Actie te Leiden,
De heer Aalberse is, naar wordt mede
gedeeld, reeds tot rechtskundig adviseur
benoemd en zoo kan veilig worden aange
nomen, dat de strijdorganisatie der Katho
lieke vakbonden eerlang gevestigd zal zijn
naast „Futura", naast „De Voorhoede" en
naast de „Kath. Sociale Actie".
Of deze plaats van vestiging gelukkig
is gekozen
Het komt ons voor van niet.
Van de Katholieke Vakorganisaties is
het begrijpelijk, dat rij zich naar Leiden
gewend hebben. Zij verwachten van daar
daadwerkelijken steun en voorlichting.
Maar dit juist maakt de vestiging nevens
en in de bureaux van de Kath. Sociale
Actie nog veel bedenkelijker.
Immers: de meening van. de Katholieke
vakorganisaties, dat er veel voordeel voor
haar actie in gelegen is, juist te Leiden
het hoofdbureau te vestigen, is juist of on
juist. Is ze onjuist wat men niet wel
denken kan, dan zal er noch van uit
Ledden, ncch vanwege de vakorgairs'aties
bezwaar gemaakt kunnen worden, om be
ter vrille èn ten behoeve van de zelfstandig
heid der K. S. A liever een andere plaats
van vestiging te kiezen.
Is die meening evenwel juist, dan. vree
zen wij voor de Kath. Sociale Actie van
deze vestiging weinig goeds.
Integendeel I
Het valt niet wel te ontkennen, dat hei
met de Kath. Sociale Actie niet gaat zoo
als het gaan moet.
Dc verhouding van de K. S. A tot de
vereenigingen is een zeer précaire, geeft
op tal van plaatsen aanleiding ófwel tot
moeilijkheden ófwel tot verslapping. Wij
hebben noe onlangs over die verhouding
een discussie geopend, die in de Katho
lieke bladen tot allerlei geschrijf heeft aan
leiding gegeven, doch die niet tot praotisch
nut mocht leiden.
Een feit ij óók, dat de uitgave van een
politiek weekblad door de met de EL S. A
verwante uitgeverszaak hetzij dan te
recht of ten onrechte, wij onthouden ons
van iedere appreciatie bij vel:-n ont
stemming heeft teweeg gebracht, die zich
uit door onttrokking of vermindering van
steun aan do Kath. Sociale -Actie.
Men meent in verschillende kringen, die
ceker niet de minst invloedrijke of de
minst krachtige zijn, dat op de?e wijze in
de praotijk de zorgvuldige onthoudinc dor
K. S. A van alle politiek en het blijven
buiten, ja boven de fracties en partij-on-
eenigheden, eenvoudig onmogelijk 19 ge
worden.
Wij willen, zooals gezegd, de?e meening
noch verdedigen noch bestrijden. Maar we
oonstateeren alleen, dat ze bestaat, en dit
ook in den volksmond zelfs al „Futura"
„D o Voorhoede" en de „Kath. So
ciale Actie'' als één worden beschouwd.
En al weten wij wel, dat de beide eerste
met de laatste niet® uitstaande heeft in
theorie, onwillekeurig komt ons, en ande
ren, toch daarbij in herinnering de grap
pige mop van dien plattelandsburgeme s-
ter, die in zijn gemeenteraad verzekerde,
dat er volmaakte overeenstemming bestond
tusschen den burgemeester en den secreta
ris der gemeente... hij zelf had beide
functies te vervullen.
Het Jtaat nu te vreezen, dat een derge
lijke ontstemming als hierboven geken
schetst, aan de K. S. A. opnieuw sohade
zal toebrengen en dat de kring van vrien
den die juist zoo groot, en zoo ruim r >-
gelijk moet wezen, die allen moest om
vatten wederom zal verkleinen, wanneer
het bureau der Kath. Vakorganisatie i at
huizen in de woning der K. S. A.
Natuurlijk zal ook ditmaal dadelijk en
zeker heel terecht! worden gezegd, dat
de Kath. Sociale Actie geheel en al afge
scheiden is van het bureau der R.-K. Vak-
WN^Ny^C<XXX>0<XXX>O<>wwW
Er was bepaald iets niet in orde in het
organisme van den ouden Pieau.
Sedert een erfenisje hem in staat ge
steld had, zich terug te trekken in het huis
je te Ivry, ging het met zijn vroeger zoo on
verstoorbare gezondheid gestadig bergaf.
Hij at weinig en kon sohier niet meer sla
pen. En wat was hij knorrig geworden 1 En
uren lang kon hij ook volharden in een vol
maakt zwijgen, alsof hij geheel mat en
krachteloos was.
,,Ga toch wat wandelen. Ga wat visschen,
of in den tuin scharrelen. Jo moet aflei
ding hebben," hield zijn vrouw hem elk
oogenblik voor.
Som9 deed hij haar zin, doch enkel uit
achting voor liaar; want de wandeling
stemde hem nog treuriger en het visschen
maakte hem nog futloozer. Wat het tuin
werk aangaat, hoe kon hem, Pieau, die der
tig jaren lang het monteeren van machines
geleid had, hoe kon bem een groentebed in-
teresseeren 1
„Begrijp nu het leven maar eens,"
klaagde juffrouw Pieau aan de buurvrouw
tje s. „Zoolang mijn man werken moest, heb
ik nooit een zweempje humeurigheid bij hem
gemerkt, en nu wij de paar dagen, die wij
nog te leven hebben, eindelijk in rust kun
nen doorbrengen, zonder kinderen en zoa-
organisaties en dat beide niets met elkaar
te maken hebben. Dat de vestiging te Lei
den alleen een kwestie is van plaats, niet
van verwantschap.
Wij gelooven dit gaarne.
Doch wij vreezen, dat de indruk van die
vestiging in het gebouw der K. S. A., vrij
algemeen ongunstig zal rijn. Zoowel d3
Kath. Soc. Actie als het Bureau der Kath
vakorganisatie zijn beide zeer voortreffe
lijke instellingen, doch wij moeten erken
nen, dat ze niet altijd en overal naast cn
bij elkaar hooren. De K. S. A. 1 eeft m
haar zelf en haar doel den plicht, zoo alge
meen mogelijk te zijn, niemand af te stoe
ten, geen aanleiding te geven aan eenig
katholiek tot voorwendselen om onzijdig "o
blijven of zelfs afkeerig zich te toonen.
En waarlijk, dit laatste zal vreezen
wij door velen worden gedaan, wanneer
door de identiteit van personen en de r' ra
riteit van plaats bij velen wederom de in
druk wordt gevestigd, dat de K. S A en
het Bureau der Kath. Vakorganisaties
eigenlijk toch één rijn, zooals men nu reeds
oordeelt, dat K. S. A. en „Futura" en
„Voorhoede" in den grond der zaak
óók een zijn.
Het zij hier nog eens gezegd: wij voor
ons weten, dat er scheiding is, maar toe
de tegenovergestelde meening is helaas
toch wel aanleiding gegeven engeeft
ook, jammer genoeg, de hier besproken
kwestie aanleiding.
Daarbij moet óók worden opgemerkt, dat
de verhouding der Kath. Soc. Actie tot do
Katholieke vereenigingen in het algemeen
ernstige schade kan lijden, wanneer men
één bepaald deel dezer vereenigingen (de
Katholieke werklieden-vakorganisaties) als
in bijzondere betrekking staand© tot de K.
S. A. en haar bureau en haar voornaamste
ambtenaren moet onderstellen-
Terwïjl in het belang van de zelfstandig
heid der vereenigingen, de Comité's der
K. S. A. met zooveel nauwgezette zorg hun
verhouding tot die vereenigingen moeten
bepalen, kan het hoogst ongeraden voorko
men, dat het Centraal-Bureau nu dat even
wicht gaat verbreken, althans voor het pu
bliek den schijn op zich laadt, dat te doso.
Het kwam ons, in het belang der Katb
Sociale Actie, gegrond voor deze d-Dgen
in het openbaar te bespreken. De besl' «siug
over de plaats van vestiging voor het bu
reau der Kath. Vakorganisatie zal op 15
Februari a.s. in een vergadering van .Ie be
sturen der Nederl. R.-K. Vakbonden moe
ten vallen.
Wij hopen zeer, dat die beslissing niet
vandien aard wezen zal, dat zij aan de
Kath. Soo. Actie in Nederland enorme en
misschien onherstelbare schade zal toebren
gen I
In een driestar Hooger Onderwijs
zegt de „De Standaard:"
Met ingenomenheid bemerkten we in het
antwoord van de Regeering aan de Eerste
Kamer, dat ook zij doordrongen is van twee
beginselen. Ten eerste hiervan, dat ons Hoo
ger Onderwijs althans aan ééne der Univer
siteiten het onderwijs in elk vak u p t o
date moot doen zijn. En ten anderen, dat
onze geldelijke middelen niet toelaten die
volkomenheid voor elk vak aan alle drie
onze Rijks-Universiteiten te bereiken. Iets,
wat niet ligt aan het aantal hoogleeraren.
want do salarissen loopen zoo hoog niet,
maar wel aan de zeer duro hulpmiddelen,
die vooral in de medische en natuurkundige
faculteit gevorderd worden.
Het uitgaan van deze twee beginselen ie
de eenige weg, die ons is opengelaten, om
niet bij andere landen achter to staan, en
toch de perken van ons geldelijk vermo
gen niet te overschrijden.
Doch dan zal hieruit ook vanzelf voort
vloeien, dat men rekeniDg houde met de
saamhoorigheid van de vakken, die onder
wezen worden in eenzelfde faculteit.
Die vakken toch staan niet los naast elk
ander, maar grijpen onderling op elkander
in. Het gaat dus niet aan, het eeno u p t o
date gebrachte vak in eenzelfde faculteit
te Groningen, en een ander dito vak u p
to date te Utrecht of te Leiden te vol
maken. Do vakken van eenzelfde faculteit
hooren bijeen. En hieruit volgt vanzelf en
der zorg, nu zit hij te suffen en kwijnt
weg."
Inderdaad nam Pieau's ziekte, zonder
dat een uitwendige oorzaak te bemerken
was, een zeer verontrustend karakter aan.
Het gebrek aan eetlust nam toe en de sla-
pel ooze nachten ook. De dokter schudde
ernstig het hoofd.
„Ik kan met den besten wil van de wereld
niet vinden, van waar die toenemende zwak
te komt; is 't neurasthenie, hypochondrie,
verval van krachten? Ik had hem van den
beginne af moeten behandelen, om dat te
kunnen weten, In elk geval komt de ziekte
mij voor, meer van psyohischen dan van
physisohen aard te zijn. Probeer maar vóór
alles hem wat te verstrooien en uit de dof
heid wakker te schudden."
Daar kwam op een goeden dag 's avonds
een brief met het poststempel Montpellier.
Juffrouw Pieau zette haar bril op en las:
„Waarde Neefl
Ik heb niet de eer u te kennefi, maar mijn
man, dien ik voor acht dagen naar bet
kerkhof moest brengen, heeft nog op zij a
sterfbed mij op het hart gedrukt, uw goed
heid en hulp in te roepen.
Eugène heeft mij geheel zonder middelen
achtergelaten met mijn drie kinderen: de
oudste is acht, de jongste drie jaar. Zie
eens, of u niet iets voor mij kunt doen m
mijn ongeluk. Kunt u dat niet, dan schiet
mij niets anders over dan mijn kinderen
oonsequent, dat dan ook aan de ééne Uni
versiteit de ééne faculte.it, en aan een an
dere de ander© faculteit volledig zal moeten
voorzien, en dat men het zoo zal moeten
aanleggen, dat de velledig voorrieno en ge-
instrueerde vakken van eenzelfde faculteit
vanlieverledc aan dezelfde Universiteit
zullen vereenigd worden.
Dit wil niet zeggen, dat men aan de an
dere gelijksoortige faculteiten der beide an
dere Universiteiten het noodige zou moeten
onthouden. Ook deze faculteiten toch- moe
ten faculteiten met eere zijn. Het onder
scheid ligt alleen hierin, dat- men aan een
Universiteit, waarin zulk een faculteit niet
tot volle ontplooiing komt, alleen datgene
geeft, wat voor hot gewone onder-
w ij s noodig is, en daarentegen aan do
Universiteit, waarin men zulk een faculteit
tot volkomen ontwikkeling wil brengen, niet
alleen op het gewone onderwijs, maar ook
op het speciale onderwijs en op het
belang der wetenschap in het alge
meen lette.
Wil een student in de medicijnen niet an
ders worden dan gewoon arts, zoo zal hij
alsdan aan alle drie de Universiteiten gelij
kelijk terecht kunnen komen Beoogt hij
daarentegen iets meer en hoogers, wil hij
specialiteit worden, en bedoelt hij straks
als man van wetenschap op to treden, dan
is het voor hem aangewezen, dat hij die Uni
versiteit kieze waar zijn vak tot volledige
ontplooiing is gekomen.
Dusver ging het te hooi en te gras, naar
de Universiteiten het meerdere aanvroegen.
Er zat geen stelsel, geen systeem in, en
dit juist maakte, dat we duur huishielden,
en toch bij het Buitenland achter staan.
Wil men daarentegen het Buitenland in
halen, en althans aan ééne der Universitei
ten voor elk vak volledig voorzien zijn van
hoogleeraren en hulpmiddelen, dan zal men
vanzelf bot een keuze moeten komen, en die
keuze is niet denkbaar zonder een vooraf
wèloverdacht plan.
Dit geldt voor wat de hoogleeraren be
treft, niet-, gelijk we reeds opmerkten, ter
wille van hun salarissen, want dio loopen
zoo hoog niet, maar wel, omdat het feite
lijk niet wel mogelijk is, mannen van den
eersten rang voor alle drie de Universi
teiten in elk speciaal vak te vinden. Dan
gaat men vanzelf over tot het binnenroepen
van vreemdelingen, die straks ons toch
weer verlaten, of wel men bezet de kathe
ders niet nu ja, bruikbaro docenten, rnaar
die toch niet zijn, wat ze wezen moesten.
„D e Rotterdammer" is met de
samenstelling van den eereraad zeer
ingenomen.
„De mannen, die in dezen eereraad zit
ting hebben, zijn, voor zoover wij weten,
mannen van karakter". Laat men zich dus
„in den lande nu maar rustig houden".
„D e Residentiebode" is oven
eens zeer met de samenstelling van de com
missie ingenomen.
„Dat de vice-president van den Raad
van State njet met de samenstelling belast
is, noemen wij hierom gelukkig, wijl wij
dezen nog veel liever in den eereraad zei
ven zien zitting nemen. Het feit, dat hij
daarbij het eerst genoemd is, wettigt het
vermoeden, dat hij liet voorzitterschap van
den eereraad zal innemen. Hiervoor nu ia
niemand beter ter wereld denkbaar dan de
man, die krachtens art. 13 van de wet op
den Raad van State, permanent voorzitter
is der Afdeeling voor geschillen van Be
stuur, en als zoodanig ervaring, oefening
en gave des onderscheids bezitten moet, om
de neteligste kwesties op te lossen en het
zwaartepunt te vinden.
Daarnevens wordt onze senaat en in hem
ook de rechterlijke macht vertegenwoordigd
door den oud-procureur-generaal bij het I
gerechtshof te Amsterdam, mr. Kist Betere
keuze èn uit de Eerste Kamer èn uit de 1
rechterlijke macht ware Diet te doen, daar
de benoeming van dignitarissen, hij den 1
Hoogen Raad verbonden, uitgesloten
schijnt. Immers, in het onwaarschijnlijke
geval, dat het cnquête-voorstel-Troels-tra
tot een vervolging leiden ging, zou als
we ons niet zeer vergissen dr. Kuyper
aan het armbestuur over te geven en zelf
een dienst te zoeken.
In afwachting van uw antwoord, met
hartelijken groet-,
Hélène Gillard."
Den overleden neef hadden rij nauwe
lijks gekend; eens, tijdens een tentoonstel
ling, hadden rij hem twee dagen gastvrij
heid bewezen. Niettemin veroorzaakte de
brief hun oprecht leedwezen. Hun neerge
slagen oogen getuigden van innig mede
lijden. Toen richtte juffrouw Pieau den blik
weer op en zuchtte:
„Ach, man, wij kunnen die ongelukkige
vrouw tooh niet aan haar lot overlaten."
„Natuurlijk niet. Maar wat moeten wij
voor haar doen?"
Die vraag scheen hun, na lang nadenken,
onoplosbaar. Hun kleine rente was juist
voldoende voor hen beiden; een 200 talrijk
gezin konden ze niet onderhouden. Buiten
dien maakte Pieau's zwakke gezondheid
hen ongerust; mogelijk zou de dokter hem
in den loop van den zomer een badkuur
voorschrijven.
Neen, de dingen kalm en in het ware
licht beschouwend, konden se tot geen an
dere conclusie komen, dan de kreet om
hulp stilzwijgend te laten wegsterven.
„Ik zal haar onze positie ronduit be
schrijven", zei eindelijk juffrouw Pieau,
„en er een biljet van vijf franken bij doen."
„Wacht nog tot morgen," mompelde hij;
„ik wil er nog eens over nadenken. De
nacht brengt raad."
In den vroegen morgen werd juffrouw
Pieau door een kus gewekt. Verrast
opende zij de oogen.
„Oudje, zeg mij goeden dag en tot ziens.
Voor het bed stond de oude monteur,
stram in den, blauwen linnen werkkiel, de
zijden pet op de zilveren haren. Hij leek
tien jaar jonger en lachte haar toe. Het
was of hij de geheimzinnigo ziekt© had
overwonnen, zijn kracht teruggekregen
had.
„Waar ga je heen?" rroeg rij verbaa&d.
„Vraag je dat nog? Ik ga weer naar de
fabriek, aan mijn werkbank. Ik reken nog
op tien jaar stevigon arbeid. Je kunt van
daag aan nioht Hélène schrijven, dat zo
hier met haar wurmen van kinderen komt;
er zal een boterham zijn voor allen. Ver
geet ook niet, haar het noodige reisgeld te
sturen."
„Maar, man,'je bent toch ziekt Je
krachten zouden je in het eerst© uur bege
ven."
„Wees niet ongerust hoor. Ik heb een ge-
heelen nacht nagedacht; ik weet nu wat
mij scheelt. Van hot oogenblik af, toen ik
het besluit nam naar de fabriek te gaan.
wist ik het. Weet je wat mijn kwaal was?
Het niets-doen, de gedwongen rust. Het
hinderde mij, dat ik mijn kameraden niet
meer om mij heen had; dat ik 's morgens
©Ti 's avonds niet meer de sirenen hoorde
fluitei\, niet meer de voldoening genoot
van een goed gestaagd stuk werk af to
leveren; je weet tooh wel, oudje, als jongen
van elf jaar werd ik al leerjongen, je kunt
niet zoo gemakkelijk breken met de oudo
gewoonte van vijftig jaren. Met een oud
strijder van de fabriek gaat het precies
als mot een ouden boer. De een ploegt
graag zijn akker, de ander hanteert graag
zijn vijl. Dat is een kwestie van 9maak. Je
weet niet, hoe frisch ik mij nu g voel. En
wat zullen dc jongeDS op de fabriek in
hun schik zijn 1 Kom, geef mij nu gauw een
zoen."
ZwijgeDd sloeg zij haar armen om zijn
hals. Tranen kwamen in beider oogen.
Doch toen de eerste beklemdheid voorbij
was gaf dc vrouw lucht aan het gevoel
van angst, dat haar hart vervulde.
„Je hebt mij zoo bang gemaakt dc laat
ste maanden, dat al wat je mij nu zegt,
mij voorkomt als een droom."
Hij hield zich ferm, overmeesterde zijn
aandoening, cn om haar volkomen gerust
te stellen, sprak hij, goedig schertsend:
„Denk cr niet meer aan; ik ben genezen,
je kunt het gerust gelooven. Als je oud
wordt, is werken nog het eenjge, waai bij
men zich jong kan blijven gevoelen. Tot
vanavond."
En flink schreed de veteraan van den
arbeid met atralenden blik in de richting
van den Seineoever door den dunnen mor
gendamp, dien de eerste zonnestralen aan
een spleten