Eerste Kamer. Gemengd Nieuws. In de gisbernaanicldag voortgezette zit ting achtte de heer Vermeulen het door den heer Van der Feltz, ongetwijfeld met de boete bedoelingen, aanbevolen denk beeld, om den ouders een zoodanigen in vloed op de openbare school te geven, dat zij gemengd zouden worden in benoeming, ontslag, enz. van de onderwijzers, boogss gevaarlijk. Het zou de zaak eer slechter dan beter maken, en dezelfde verhoudingen van socialisten en niefc-socialistisch gezin- den welke thans onder het onderwijzers korps worden aangetroffen, zouden ook in de oudere-vergaderingen kunnen gevonden worden en zich ook daar kunnen laten gel den. Overigens oordeelde spreker zijner zijds, dat het overgroote deel der openbare onderwijzers niet socialistisch en niet anti- monarchaal is. Voorts bepleitte spreker beperking van de vivisectie tot de allernoodzakelijkste ge vallen. Geheel gemist kan rij niet worden. Ten slotte hield spreker een uitvoerig pleidooi voor Hegeeringssteim voor het be houd van monumenten en gebouwen, die historische waarde hebben. Ook de heer Staal drong er bij de Regeering op aan maatregelen te nemen om de openbare school door de ziekte- crisis te helpen, waaraan zij op het oogen- blik lijdende is. Daarvoor zijn noodig krach tige maatregelen en uitwerping van hetgeen 'de openbare school bederft, om zoodoende onze neutrale school als nationale school te kunnen handhaven. Heden te elf uren voortzetting. In het Eerste-Kamer-Overzicht van de „Nieuwe Rotterdam sche Courant*' over deze zitting lezen wij o. m. Leidei;, beroemd om zijn beleg on hooge- Bchool, de oude Sleutelstad, wier geschie denis zoo menig onderwijzer stof in over vloed, en den schoolkinderen een interes sant lesuur verzekerde, heeft geen, reden tot juichen over de rol, haar door het tegenwoordige onderwijzerB-gealacht in de geschiedenis van den jóngsten tijd toebe dacht. Het Leklsohe congres, waar de leden, van den Bond van Nederlandsche Onder wijzers in spijt van alle vermanende en, waarschuwende woorden, welke pas in de Vergaderzaal der Tweede Kamer hadden weerklonken volhardden bdj hun onduld bare en met den tekst der wet onvereenig- bare interpretatie van het begrip neu traliteit"; waar de bondsvoorzitter Ossen- dorp woorden Bprak, die in de vergadering even luide werden toegejuicht als zij daar buiten werden afgekeurd en veroordeeld waar sociaal-democratische onderwijzers van de hoogte hun,ner paedagogische hel derziendheid Kamerleden en Ministers de les lazen en uit louter liefde voor de open bare school haar tussoben hun armen dreigt den dood te drukken dat Leidsche con gres doet slechte in één opzicht aan het glorie jaar 1674 denken: ook ditmaal waren de Leidenaars trouwens niet zij alleen ontzet. De woordspeling rij ons veroor loofd, waar de ganscho argumentatie der anti-monarchale onderwijzers op niets anders dan woordenspel en hoe sophis- tdach woordenspel I berust. De verontwaardiging, door de Leidsche vergadering alom in den lande gewekt, uitte zich ook in de vergadering van de Eerste Kamer. Twee leden en wat meer zegt twee leden van onverdacht liberale beginselen hebben zich met klem tegen het anti-nationale drijven van de neutraliteits- dwepers onder de openbare onderwijzers verzet. Zoo min de hoer Van der Feltz als de heer Staal was daarover goed te spre ken. Beiden achtten zelfs den tijd geko men, om op middelen ter voorkoming der voortwoekering van het bestaande kwaad en, zoo mogelijk, tot wegneming daarvan te zinnen. De afgevaardigde voor Drente toocht het in wetswijziging e>n, ontwikkelde in den breede zijn denkbeelden dienaan gaande; de heer Staal daarentegen be paalde zich tot de ooristateering, dat bij de openbare school een „selectie" der leer- krachten behoort, plaats te vinden en dat voor „operatief ingrijpen" de tijd daar is Het betreft hier een zeer netelig vraag stuk waarvan dc oplossing verre van go- makkelijk ia Er moge bijv. iets aanlokke lijks gelegen zijn in de denkbeelden van den heer Van der Feltz, die den oudera invloed op aanstelling, schorsing en ontslag der openbare onderwijzers wenscht toe te kennen en aan de benoeming gelijk in Zwitserland het geval schijnt te zijn slechte een tijdelijk karakter wil geven; die van sol j ooi commissi es, uit de ouders gevormd, een behoorlijk toezicht verwacht, hetwelk waarborg geeft, dat de onderwij zers geen „eigengemaakte" school in de plaats stellen van de door een groot deel van ons volk gewenschte en door de wet voorgeschreven overheids-sohool tegen de verwezenlijking dier denkbeelden rijzen on getwijfeld ook bezwaren. Op de vergade ringen der ouders zullen vx*eesde de heer Yermeulen niet geheel zonder grond de roerigste elementen opkomen; de minder strijdlustige ouders (d. w. z. het meeren- dcel) zullen al spoedig thuis blijven, of al thans het stilzwijgen bewaren, gelijk op vergaderingen van den onderwijzersbond de meer bezadigde leden aan de fanatieke schreeuwers, met wier denkbeelden zij vol strekt. niet sympathiseeren, dc leiding la ten. Nu moge het waar zijn, dat dit ge vaar in de verste verte niet ten aanzien van alle openbare scholen zal dreigen, hieruit, vloeit aan den anderen kant weer voort-, dat de uniformiteit, welke het openbaar onderwijs bij alle elasticiteit en bijzondere verschillen heeft te kenmerken, in het ge drang zal komen, en de eerste stap in de richting der openbare sekte-Bchool dreigt gedaan te worden. Hoe, trouwens, de com missie uit de ouders in staat zou zijn, bij vacaturen de geschiktste candidaten aan het gemeentebestuur ter benoeming voor te dragen, is ons een raadsel. Eenigszins an ders staat de zaak wellicht bij schorsing, ontslag en herbenoeming (in het stelsel der aanstelling voor een bepaalden termijn). Dit kan intussohen den heer Van der Felto toegegeven worden, dat de eerste alinea van artikel 192 der Grondwet, vol gens welke het openbaar onderwijs „een voorwerp van de aanhoudende zorg der Re geering" is, allerminst als een doode letter beschouwd mag worden en bijgevolg aan minister Heemskerk de verplichting oplegt zijnerzijds mede te werken tot het nemen van die maatregelen, welke in het belang van het openbaar onderwijs behooren ge troffen te worden. Mocht er, waar ooodig, van overheidswege met kracht, beslistheid en beleid opgetreden worden, dan zal wij hopen en vertrouwen het met den heer Staal weldra blijken, dat er van een fiasco van het openbaar onderwijs nog geen sprake is, en dat de openbare school is en blijft nationale school bij uitnemendheid. Indien de anti-monarchale Bondsonderwij- zers, die, met hun van politiek doordrenk te bestrijding der „politiek" op de lagere school, het openbaar onderwijs veel meer kwaad doen, dan de bitterste vijanden van dat onderwijs (de heer Van der Felti zei dienaangaande geen woord te veel), niet metterdaad willen medewerken tot de in standhouding en popularieeering van dat anti-monarchale kinder-demon stratie hadj den meegedaan. De rede, die minister Heemskerk in 'de Tweede Kamer heeft gehouden, zal mis* schien aj voldoende effect hebben* „De Nieuwe Courant" Belangrijker was hetgeen de heer Van der Feltz over de neutraliteitemotie der roo- de schoolmeesters te zeggen had. Steeds was hij een warm voorstander van het openbaar onderwijs geweest, maar nu gevoelde hij zich toch gedrongen te verklaren, dat hij in ver scheidene plaatsen zou aarzelen, of hij zijn kinderen naar een openbare dan wel een o.j- zondere school zou zenden, zóó stond hem d© onnationale, republikeinsche geest van een deel der onderwijzers tegen. De openbare on derwijzers aldus sprak hij zijn op het oogenblik bezig de openbare school meer kwaad te doen dan haar bitterste vijanden haar ooit gedaan hebben. Zij zagen den tak af, waarop zij zitten. En inderdaad: wie ver wondert zich in deze zaak niet 't meest over de domheid der onderwijzere, die, weer loos» prooi van het socialisme, door he>t ten toonspreiden hunner onvaderLandsche ge- De nieuwe Beurs te Duisburg. onderwijs, welnu, dan zal zonder, dee- I noods ondanks die heeren de strijd voor I dat onderwijs gestreden worden. Over het onderwijs (in den meest uit- gebreiden zin des woords) sprak ook de heer Woltjer, maar van diens aan de oppervlakte blijvende redevoering valt wei nig te zeggen. Vermeld zij, dat de anti revolutionaire afgevaardigde de adviezen der Ineenschakelingscommissie als een organisch, ineensluitend geheel verlangd beschouwd te hebben, en aandrong op rechtsgelijkheid tussclien „Christelijke" en openbare scholen. ,,Op de kurk van het Christelijke onderwijs" zoo besloot hjj met klassieke beeldspraak „drijft ons gehieele maatschappelijke leven." Over de politieke neutraliteit, zegt de Overzicht-schrijver van het „Handelsblad" o. a., hield de heer Van der Feltz een ernstige en met veel aandacht aangehoor de rede. Hijzelf was in efen openbare sschool onderwezen en had dat onderwijs ook aan zijn kinderen doen geven. Thans echter zou hij dat niet met zooveel gerustheid meer durven doen. Al wist hij ook, dat de onderwijzers, die instemmen met de jongste rede van den Bondsvoorzitter over dc .neutraliteit" tegenover ons Vorsten huis, slechts een minderheid vormden ook de heer Vermeulen erkende trouwens, dat de „groote meerderheid" der open* bare onderwijzers niet socialistisch en niet anti-monarchaal is toch achtte hij die rede en de daarmee betuigde instemming (al waren 'er ook protesten) een beden kelijk verschijnsel. Hij vond het hoog noodig, dat (de Regeering, indachtig aan het voorschrift van de Grondwet, dat haar de aanhoudende zorg over het openbaar onderwijs opdraagt, "een wetswijziging voor-, stelde, waarbij (de invloed van de ouders op het karakter van het onderwijs zou worden vergroot. Er zouden schoolcom-i missies van ouders moeten worden inge steld, die het recht' van aanbeveling (aan het gem.-bcstuur) van te benoemen onder-i wijzers zouden moeten hebben en ook het recht van initiatief tot schorsing en ont slag. In hoogste instantie zou er beroep zijn op de Kroon. Onderwijzers zouden bovendien, evenals in Zwitserland het ge val is (ook met predikanten) slechts tij delijk, bijv. voor 5 of 6 jaar moeten wor den aangesteld zoodat periodiek over hun geschiktheid zou zijn te oordeelen. Dus zoo iets als bij ons met dc bur gemeesters geschiedt. Al is er wel veel aantrekkelijks in het denkbeeld van den heer Van der Feltz (de openbare school is inderdaad te veel van 4e ouders, die toch de primaire opj voeders zijn, geëmancipeerd), toch vree-- zen wij, met den heer Vermeulen, dat in die ouders-commissies nu juist niet de meeste ernstige en bezadigde elementen den meesten invloed zouden hebben en dat dus het middel wel eens erger zou kunnen blijken dan de kwaal. Meer uit* werking verwachten wij van den raad van den heer Staal: Zet het mes er in. Houd schoonmaak. En wij merken op dat de eerste waari schuwing in die richting reeds is gege* ven, onlangs, ban 'de onderwijzers (te Ambb Almeloo, naar wjj meenen) die aan een zindheid, talrijke vrienden van het openbaar onderwijs van zich vervreemden, en zoodoen de hun eigen belang met voeten treden, on der het medelijdend gemeesmuil van de voorstanders van het bijzonder onderwijs. Het ergste is natuurlijk, dat een genees middel zoo moeilijk te vinden is en dat, zoo lang de gee s t van een deel der onderwij zers niet verandert, de ouders huiverig zul len blijven hun kinderen toe te vertrouwen aan opvoeders, die zóó weinig neutraal zijn, dat ze een afwijzende houding tegenover datgene, wat, gelukkig nog, a-"-" het overgroots deel der Nederlanders dier baar is. De afgevaardigde van Drente sloeg zelf ook een remedie voor. Het middel komt ons, we zijn het hierin met den heer Vermeulen eens, erger da-n de kwaal -voor. Het zou toch politieke en gods dienstige strijd tusschen do ouders uitlokken en de onderwijzers het slachtoffer maken van het toevallig omslaan van meerderhe den in minderhoden. Ook het middel, door den heer Staal aanbevolen: een betere se lectie bij de benoeming lijkt ons niet- onbo- denkclijk en licht leidend tot hatelijke ket- terjagerij. Uit „De Maasbode": Het andere deel der rede van den heer Woltjer was gewijd aan den geest van het onderwijs. Hij vond hiertoe aanleiding in een uiting van den heer Bos in de Tweede Kamer, die verklaard had, dat de openbare school dient te zijn „het. model". Dit- nu gaf de heer Woltjer toe in ma-te- rieelen zin; n.l. voor wat betreft bouwen en inrichten der openbare scholen. Hier immers beschikt het openbaar onderwijs over de geldmiddelen van de gemeenschap em kan dus al zeer gemakkelijk beter ge outilleerd rijn clan het bijzonder onderwijs dat in finantieel opricht voor het grootste deel is aangewezen op particuliere bijdra gen. Maar voor wat betreft den geest van 't on derwijs weigerde de heer Woltjer met klem, de openbare school te aanvaarden als „het model". Hij wees er op, dat de overheid geen selectie kon houden onder het perso neel, dat zich aanbiedt. Naar welken vorm zou dit moeten ge schieden En wat is bet principe? En met wolk recht zou de overheid zulk een selectie houden? Zullen daarbij ook de diepste motieven van godsdienstigen en zedelijken aard be hooren Dat zijn vragen, waar de voorstanders der openbare school al zeer moeilijk 'n ant woord op zullen kunnen geven. En dat de heer Woltjer in dit deel van zijn verdien stelijke rede de zaak in het hart trof bleek o.a. uit de protesten, die van linksche le den gehoord werden. Het is nu eenmaal niet aangenaam, als men op zoo evidente wijze o> ertuigd wordt van de ondeugdelijk heid eener zaak. die men met hand en tand tracht te verdedigen. Dat men trouwens ook in linksche krin gen steeds meer overtuigd wordt van het gevaar, dat het openbaar onderwijs van de zijde der onderwijzere dreigt (en dit ge vaar had de heer Woltjer op het oog) bleek een keer te meer uit wat later ge zegd werd door den liberalen heer Van der Feltz. Deze viel het deel der openbare onderwij- nera, die de neutraliteit misbruiken als een propagandamiddel voor hun socialis tische gevoelens, al zeer hard aan. Hij noemde hun optreden „een kanker" en verklaarde dat, „als zij hun houding niet wijzigen de uren der openbare school ge teld" rijn. Ook deze uitspraak is nu weer niet van overdrijving vrij te pleiten. Maar ze is toch zeer teekenend ter kenschetsing van de be zorgdheid, die het optreden van een deel der openbare onderwijzers ook in linksche kringen wekt. Nu waarschuwde de heer Van der Feltz tegen generaliseering: er is nog een breede rij van openbare onderwijzers, die een sieraad zijn van hun stand. We zouden willen vragen, wie dat ooit heeft tegengesproken. Het fatale is maar, dat die „sieraden van hun, stand'' zoo erbarmelijk zwijgen, zelfs bij het heftigste getier van de weinige rood getinten, die in hun organisatie het hooge woord voeren. Maar rui 't grappige is, dat de heer Van der Feite een soort selectie wilde invoeren en dus met den heer Woltjer erkende, dat die selectie er thans nog njet is. Zijn denkbeeld sluit nu toch in de erken ning, dat de overheid niet bij machte is. den meest-geechikten onderwijzer aan te wijzen. Het is bovendièn het begin der erkentenis, óók door den heer Van der Feltz, dat de vrije school, waarbij de ouders geheel vrij zijn in de keuze der onderwijzers, is het ideaal. Hij behoeft daartoe slechte 'n héél klein stapje verder te gaan. Doch tevens zouden deze ouder-oommis- sies een zóó hatelijk-ïnquisitori aal karakter krijgen, dat het de vraag is, of er op den duur personen zonden gevonden worden, bereid zich een benoeming daarin te laten welgevallen. Ook heeft de heer Vermeulen er terecht op geweezen, dat het gevaar niet denkbeeldig is, dat ook in deze commissies de partijgenooten der roode onderwijzers door hun geschreeuw de andere leden zou den overbluffen. En dan zou het middel misschien erger zijn dan de kwaal. Verwezenlijkt zal het denkbeeld-Van der Feltz dan ook wel niet worden. Maar als uiting van, schrik, ook ter linkerzijde, ont staan door het optreden der onderwijzers, heeft zijn rede zeker haar waarde. Wat de heer Staal zei over het onder wijs was 'n beetje bombaak Hij protes teerde tegen de door den Minister gebe zigde uitdrukking dat het neutraal onder wijs fiasco zou hebben gemaakt; doch hij erkende tevens, dat men met dat onder wijs zit „in groote ellende"; dat het „een crisis" doormaakt „een ziekteprooes". En hij acht „operatief ingrijpen" noodig. Dat is 'n verdediging, waar de openbare school 't mee doen kan. Eu 't. wae de èènige verdediging die ge hoord isl 5 Men schrijft ons over ©ei^ politiehond het volgende, Een inwoner der goede stad Leiden, dien we maar H. zullen noemen, bevond zich onlangs te Zandvoort, en maakte daar een praatje met een paar agenten, die een politiehond bij zich hadden. H., die in het algemeen veel met honden opheeft, laat zich omtrent het dier inlichten, en vraagt vervolgens, of de agenten het mogelijk achten, dat de hond, indien H. zich naar een bepaald adres begeeft, heng daar zal kunnen vinden. „O, gewis," zegt de die naar van de heilige Hermandad, en daarop wordt de volgende afspraak gemaakt: H. zal zich door straat die en die, langs paadje zus en zoo, in elk geval met een omweg begeven naar een café, om daar zijn twaalfuurtje te gebruiken. Een, zakdoek, waaraan de hond straks zal ruiken, komt in banden der agenten. Daarop gaat H. zijn tournie door Zand voort beginnen, gaat langs straten en door stegen, zooeven nauwkeurig aangegeven, om ten slotte aan te landen op de afge sproken plaats. In die lokaliteit loopt hij nog wat rond, opent een deur, en zet zich ■dan, om te zien, wat er gebeuren zal. En ja, waarlijk, het duurt niet lang, of daar verschijnt de politiehond in de gelag kamer, loopt deze rond, daarbij H. pas- seerende, gaat even door de deur van zoo pas, om ten slotte bij H. te blijven staan. Blijkbaar heeft hij zijn doel bereikt. Als de agenten enkele oogenjjlikken daar na ook binnentreden, verzekeren zij, dat het dier zeer nauwkeurig den weg heeft afgelegd, door den bewoner der Sleutel stad straks afgetippeld. Geen wonder, dat de heer H. verrast was door het verkregen resultaat, en sedert dat oogenblik zweert hij bij den scherpzinmgen viervoeter in dienst der justitie. Boosdoeners van heden en van de toe komst-, weest gewaarschuwd en wacht u voor den politiehond Commissie Watersnood !Pa- rijs. De Amsterdamsche oommissie tot inzameling van gelden ter leniging van den nood, veroorzaakt door de overstroomingen in Frankrijk, heeft zich geconstitueerd. In een door de commissie verspreide cir culaire wordt aller krachtige hulp inge roepen om het leed dat is aangericht door den watersnood om en bij Parijs eeniger- mate te lenigen. Het „Hbld." verneemt, dat de Ned. Han del-Maatechappij is voorgegaan met een gift van f 6000. Op de lijsten, welke het comité op de Beurs en elders heeft neergelegd, is reeds voor een bedrag van ruim f 13,000 getee- kend. Te 's-Gravenhage wordt een weldadig heidsavond voorbereid ten bate van hetzelf de doel. Men denkt aan een gecombineerde opera- en tooneol voorstel ling. Prins Hendrik te Berlijn. Tijdens zijn verblijf in Berlijn, werd Z. K. H. Prins Hendrik op den Kon. Pruisischen militair-spoorweg, het veiligheidstoes-ei voor spoortreinen, van J. van Braam ver- toond. De Nederlandsche gezant en eerige leden van Herren- en Abgeordnetenhaus waren mede bij deze demonstratie tegen woordig. De werking van dit veiligheidsap paraat, dat treinen bij onveiligen signaal- stand automatisch tot stilstand brengt* werd den Prins door de militaire autori teiten uitgelegd. Op alle aanwezigen maakte de vertooning een zeer gunstigen indruk en de mede aanwezige uitvinder, werd driüc gooomplimenteerd. Naar men verneemt* zal ook de Maatschappij tot Exploitatie der Staatsspoorwegen deze apparaten bij wijze van proefneming, op de lijn Leiden- Woerden, in gebruik nemen. Een deserteur. Men meldt uit Arnhem: In het jaar 1900 deserteerde de sergeapt K. van het Sste regiment infanterie. Tien jaren lang had men niete van hem vernomen, tot hij zich gisteren aan, de Ooehoornkazerne aldaar aan meldde. K. is Woensdag naar zijn. garni zoen te Deventer overgebracht, waar hij ter beschikking wordt gesteld van de mili taire autoriteit. Zondagsrust.Naar het orgaan der Ned. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel meedeelt had ecu arbeider-remmer der S.S. te Leeuwarden om godsdienstige overwegingen vrijstelling van allen Zondagsdienst aan de maatschap pij en den chef gevraagd, hij wepschte geen loon voor zijn werk meer op Zondag te ontvangen. Hem werd te kennen gegeven. Asx> ati-»age maatregelen bij volharding in «ijn voorne men niet achterwege zoudefi btjv&n, In den nacht van Zaterdag 4 <«1 i>ndag 6 December ging hij er klokslag 12 vanjdocJ en liet den dief weten, dat 6 Deo. nie* op hem moest worden gerekend. Op lli Dec.: herhaalde hij, niettegenstaande een schuwing dat ontslag zou volgen, zijn diens.x weigering om gemoedsbezwar a. Na een onderzoek, waarbij de boji ver klaarde, liever te gaan dan de sabbaths rust te schenden, werd hij overgeplaatst naar de Nieuweschans, waar de remmers geen Zondagsdienst behoeven te verrichten» Hulpvaardige muss ch en, Een le>zer deelt ons het volgende medeS Hij heeft een schuurtje gedekt met asphaü en pannen, waar een geheele troon mus- schon geregeld iederen avond schuilplaats voor den nacht coekt. Nu waa dezer dagenS de voorgelegen goot volgesneeuwd en de vogels waren opgesloten en niet in staat zich uit deze gevangenis te bevrijden. Of schoon de man nu volstrekt geen vriend der musschen is kreeg hij medelijden, veeg de de sneeuw weg en de vogels hadden htte vrijheid terug. Den volgenden nacht echter werden de dieren opnieuw door de sneeuw ingesloteti en een geweldig geschreeuw kondigde den volgenden morgen aan, dat de vogels gaar ne hun vrijheid terug hadden. De man kos- de beestjes niet dadelijk helpen wegens drukke bezigheden. En wat gebeurde nu? Op het voortdurend geschreeuw der opge sloten musschen kwamen andere musscheS af en in een zeer korten* tijd gingen devö met pootjes, vleugeltjes en bekjes haar ns- tuurgenooten bevrijden door gfaten in dé snoeuw te maken, waardoor de opgesloten nen konden ontsnappen. (N. R. CT.) Valsche kaartspelers. Tn den trein AmsterdamRotterdam maakte Dinsdagmiddag te 4 uren de heef, A. Zwaniken, wonende Van-Speijkstraat to Rotterdam, kennis met een viertal mede reizigers, van wie er enkele zaten te kaar ten, De heer Z. liet zich overhalen om deel te nemen aan het spel en het duurde niet lang of het bankpapier vloog hem uit den zak. Vijfhonderd gulden verloor hij in kor ten tijd en toen volgde zijn gouden hor loge. Nu vielen hem de schellen van de oogen en aan het station D P. riep hij de hulp in van een agent vari politie, die er in mocht slagen een der kaartspelers aan' te houden. Deze bleek te zijn Jacobus B., wonende te Amsterdam Het gouden hor loge met ketting was in dieps bezt en werd hem door de politie weer ontnomen. Maar, weg zijn de duiten. Vanjevrienden moet je 'thob- Katt, Een week geleden arriveerden té Brussel twee Nederlanders, Louis D. eti Victor ML, om er werk te zoeken. Zij huur den samen in een logement in de Degen- straat. een zuinig gemeubileerd kamertje. Maar daar ze geen geld hadden, schreven, ze naar een philantropisch advocaat te Urtocht, die zich haastte hun een som van 20 te zenden- Toen Louis D. gistermorgen ontwaakte, ontdekte Hij, dat zijn vriend er van door was. Behalve het geld, had hij ook meegenomen... d© kleeren en de schoenen van D., zoodat deze zich en négligé en op bloote voeten naar het commissariaat in Regentschapstraat begaf om er een klacht tegen rijn vriend in te dieneD. Ct. Anarchist tegen s o o i a a democraat. Mem schrijft aan de „N. F.. Ct.": Te Stadskanaal (Gr.) is een afdeeling der S.-D. A.-P. opgericht na een rede van don heer E. Rugge, lid der Prov. Staten van Groningen. Met dezen spreker debat teerde de anarchist H. Bos, van Stadska naal, die door Rugge werd beantwoord. Met dat antwoord was Bos blijkbaar verre van ingenomen, want opeens stoof hij op on greep den spreker bij do haren en bij het hoofd, zoodat deze bevrijd moeet worden.. Tegen Bos is proces-verbaal opgemaakt. Te Ambt Almeloo is de 9-jari- ge J. G. verdronken, 't Was een jongen, cao niet loopen kon; hij reed met een honden kar in een sloot op het Sluitersveld. Bij een aanvaring gister- nacht voor de pieren van IJmuiden tuesch?n den stoomtrawler „Gerberdine Johanna" IJM. 134 en den Urker botter 309 zijn van op drie opvarenden van den botter slechte 2 gered. De 18-jarige Mijndert Bakker ia verdronken. De botter, die zwaar bescha digd werd, dreef later aan 't Noorderstnynd aan. In Kerkrade hebben twa a werklieden den mijnwerker Rocks ver moord. Rocks was een vader van negen kin deren. De daders zijn in hechtenis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 6