Eerste Kamer.
Gemengd Nieuws.
In de gisbernaanicldag voortgezette zit
ting achtte de heer Vermeulen het
door den heer Van der Feltz, ongetwijfeld
met de boete bedoelingen, aanbevolen denk
beeld, om den ouders een zoodanigen in
vloed op de openbare school te geven, dat
zij gemengd zouden worden in benoeming,
ontslag, enz. van de onderwijzers, boogss
gevaarlijk. Het zou de zaak eer slechter
dan beter maken, en dezelfde verhoudingen
van socialisten en niefc-socialistisch gezin-
den welke thans onder het onderwijzers
korps worden aangetroffen, zouden ook in
de oudere-vergaderingen kunnen gevonden
worden en zich ook daar kunnen laten gel
den. Overigens oordeelde spreker zijner
zijds, dat het overgroote deel der openbare
onderwijzers niet socialistisch en niet anti-
monarchaal is.
Voorts bepleitte spreker beperking van
de vivisectie tot de allernoodzakelijkste ge
vallen. Geheel gemist kan rij niet worden.
Ten slotte hield spreker een uitvoerig
pleidooi voor Hegeeringssteim voor het be
houd van monumenten en gebouwen, die
historische waarde hebben.
Ook de heer Staal drong er bij de
Regeering op aan maatregelen te nemen
om de openbare school door de ziekte-
crisis te helpen, waaraan zij op het oogen-
blik lijdende is. Daarvoor zijn noodig krach
tige maatregelen en uitwerping van hetgeen
'de openbare school bederft, om zoodoende
onze neutrale school als nationale school
te kunnen handhaven.
Heden te elf uren voortzetting.
In het Eerste-Kamer-Overzicht van de
„Nieuwe Rotterdam sche Courant*' over
deze zitting lezen wij o. m.
Leidei;, beroemd om zijn beleg on hooge-
Bchool, de oude Sleutelstad, wier geschie
denis zoo menig onderwijzer stof in over
vloed, en den schoolkinderen een interes
sant lesuur verzekerde, heeft geen, reden
tot juichen over de rol, haar door het
tegenwoordige onderwijzerB-gealacht in de
geschiedenis van den jóngsten tijd toebe
dacht. Het Leklsohe congres, waar de leden,
van den Bond van Nederlandsche Onder
wijzers in spijt van alle vermanende en,
waarschuwende woorden, welke pas in de
Vergaderzaal der Tweede Kamer hadden
weerklonken volhardden bdj hun onduld
bare en met den tekst der wet onvereenig-
bare interpretatie van het begrip neu
traliteit"; waar de bondsvoorzitter Ossen-
dorp woorden Bprak, die in de vergadering
even luide werden toegejuicht als zij daar
buiten werden afgekeurd en veroordeeld
waar sociaal-democratische onderwijzers
van de hoogte hun,ner paedagogische hel
derziendheid Kamerleden en Ministers de
les lazen en uit louter liefde voor de open
bare school haar tussoben hun armen dreigt
den dood te drukken dat Leidsche con
gres doet slechte in één opzicht aan het
glorie jaar 1674 denken: ook ditmaal waren
de Leidenaars trouwens niet zij alleen
ontzet. De woordspeling rij ons veroor
loofd, waar de ganscho argumentatie der
anti-monarchale onderwijzers op niets
anders dan woordenspel en hoe sophis-
tdach woordenspel I berust.
De verontwaardiging, door de Leidsche
vergadering alom in den lande gewekt,
uitte zich ook in de vergadering van de
Eerste Kamer. Twee leden en wat meer
zegt twee leden van onverdacht liberale
beginselen hebben zich met klem tegen het
anti-nationale drijven van de neutraliteits-
dwepers onder de openbare onderwijzers
verzet. Zoo min de hoer Van der Feltz als
de heer Staal was daarover goed te spre
ken. Beiden achtten zelfs den tijd geko
men, om op middelen ter voorkoming der
voortwoekering van het bestaande kwaad
en, zoo mogelijk, tot wegneming daarvan
te zinnen. De afgevaardigde voor Drente
toocht het in wetswijziging e>n, ontwikkelde
in den breede zijn denkbeelden dienaan
gaande; de heer Staal daarentegen be
paalde zich tot de ooristateering, dat bij de
openbare school een „selectie" der leer-
krachten behoort, plaats te vinden en dat
voor „operatief ingrijpen" de tijd daar is
Het betreft hier een zeer netelig vraag
stuk waarvan dc oplossing verre van go-
makkelijk ia Er moge bijv. iets aanlokke
lijks gelegen zijn in de denkbeelden van
den heer Van der Feltz, die den oudera
invloed op aanstelling, schorsing en ontslag
der openbare onderwijzers wenscht toe te
kennen en aan de benoeming gelijk in
Zwitserland het geval schijnt te zijn
slechte een tijdelijk karakter wil geven;
die van sol j ooi commissi es, uit de ouders
gevormd, een behoorlijk toezicht verwacht,
hetwelk waarborg geeft, dat de onderwij
zers geen „eigengemaakte" school in de
plaats stellen van de door een groot deel
van ons volk gewenschte en door de wet
voorgeschreven overheids-sohool tegen de
verwezenlijking dier denkbeelden rijzen on
getwijfeld ook bezwaren. Op de vergade
ringen der ouders zullen vx*eesde de heer
Yermeulen niet geheel zonder grond de
roerigste elementen opkomen; de minder
strijdlustige ouders (d. w. z. het meeren-
dcel) zullen al spoedig thuis blijven, of al
thans het stilzwijgen bewaren, gelijk op
vergaderingen van den onderwijzersbond
de meer bezadigde leden aan de fanatieke
schreeuwers, met wier denkbeelden zij vol
strekt. niet sympathiseeren, dc leiding la
ten. Nu moge het waar zijn, dat dit ge
vaar in de verste verte niet ten aanzien van
alle openbare scholen zal dreigen, hieruit,
vloeit aan den anderen kant weer voort-,
dat de uniformiteit, welke het openbaar
onderwijs bij alle elasticiteit en bijzondere
verschillen heeft te kenmerken, in het ge
drang zal komen, en de eerste stap in de
richting der openbare sekte-Bchool dreigt
gedaan te worden. Hoe, trouwens, de com
missie uit de ouders in staat zou zijn, bij
vacaturen de geschiktste candidaten aan
het gemeentebestuur ter benoeming voor te
dragen, is ons een raadsel. Eenigszins an
ders staat de zaak wellicht bij schorsing,
ontslag en herbenoeming (in het stelsel der
aanstelling voor een bepaalden termijn).
Dit kan intussohen den heer Van der
Felto toegegeven worden, dat de eerste
alinea van artikel 192 der Grondwet, vol
gens welke het openbaar onderwijs „een
voorwerp van de aanhoudende zorg der Re
geering" is, allerminst als een doode letter
beschouwd mag worden en bijgevolg aan
minister Heemskerk de verplichting oplegt
zijnerzijds mede te werken tot het nemen
van die maatregelen, welke in het belang
van het openbaar onderwijs behooren ge
troffen te worden. Mocht er, waar ooodig,
van overheidswege met kracht, beslistheid
en beleid opgetreden worden, dan zal
wij hopen en vertrouwen het met den heer
Staal weldra blijken, dat er van een
fiasco van het openbaar onderwijs nog geen
sprake is, en dat de openbare school is en
blijft nationale school bij uitnemendheid.
Indien de anti-monarchale Bondsonderwij-
zers, die, met hun van politiek doordrenk
te bestrijding der „politiek" op de lagere
school, het openbaar onderwijs veel meer
kwaad doen, dan de bitterste vijanden van
dat onderwijs (de heer Van der Felti zei
dienaangaande geen woord te veel), niet
metterdaad willen medewerken tot de in
standhouding en popularieeering van dat
anti-monarchale kinder-demon stratie hadj
den meegedaan.
De rede, die minister Heemskerk in 'de
Tweede Kamer heeft gehouden, zal mis*
schien aj voldoende effect hebben*
„De Nieuwe Courant"
Belangrijker was hetgeen de heer Van
der Feltz over de neutraliteitemotie der roo-
de schoolmeesters te zeggen had. Steeds was
hij een warm voorstander van het openbaar
onderwijs geweest, maar nu gevoelde hij zich
toch gedrongen te verklaren, dat hij in ver
scheidene plaatsen zou aarzelen, of hij zijn
kinderen naar een openbare dan wel een o.j-
zondere school zou zenden, zóó stond hem d©
onnationale, republikeinsche geest van een
deel der onderwijzers tegen. De openbare on
derwijzers aldus sprak hij zijn op het
oogenblik bezig de openbare school meer
kwaad te doen dan haar bitterste vijanden
haar ooit gedaan hebben. Zij zagen den tak
af, waarop zij zitten. En inderdaad: wie ver
wondert zich in deze zaak niet 't meest over
de domheid der onderwijzere, die, weer
loos» prooi van het socialisme, door he>t ten
toonspreiden hunner onvaderLandsche ge-
De nieuwe Beurs te Duisburg.
onderwijs, welnu, dan zal zonder, dee-
I noods ondanks die heeren de strijd voor
I dat onderwijs gestreden worden.
Over het onderwijs (in den meest uit-
gebreiden zin des woords) sprak ook de
heer Woltjer, maar van diens aan de
oppervlakte blijvende redevoering valt wei
nig te zeggen. Vermeld zij, dat de anti
revolutionaire afgevaardigde de adviezen
der Ineenschakelingscommissie als een
organisch, ineensluitend geheel verlangd
beschouwd te hebben, en aandrong op
rechtsgelijkheid tussclien „Christelijke" en
openbare scholen. ,,Op de kurk van het
Christelijke onderwijs" zoo besloot hjj
met klassieke beeldspraak „drijft ons
gehieele maatschappelijke leven."
Over de politieke neutraliteit, zegt de
Overzicht-schrijver van het „Handelsblad"
o. a., hield de heer Van der Feltz een
ernstige en met veel aandacht aangehoor
de rede. Hijzelf was in efen openbare sschool
onderwezen en had dat onderwijs ook aan
zijn kinderen doen geven. Thans echter
zou hij dat niet met zooveel gerustheid
meer durven doen. Al wist hij ook, dat
de onderwijzers, die instemmen met de
jongste rede van den Bondsvoorzitter over
dc .neutraliteit" tegenover ons Vorsten
huis, slechts een minderheid vormden
ook de heer Vermeulen erkende trouwens,
dat de „groote meerderheid" der open*
bare onderwijzers niet socialistisch en niet
anti-monarchaal is toch achtte hij die
rede en de daarmee betuigde instemming
(al waren 'er ook protesten) een beden
kelijk verschijnsel. Hij vond het hoog
noodig, dat (de Regeering, indachtig aan
het voorschrift van de Grondwet, dat haar
de aanhoudende zorg over het openbaar
onderwijs opdraagt, "een wetswijziging voor-,
stelde, waarbij (de invloed van de ouders
op het karakter van het onderwijs zou
worden vergroot. Er zouden schoolcom-i
missies van ouders moeten worden inge
steld, die het recht' van aanbeveling (aan
het gem.-bcstuur) van te benoemen onder-i
wijzers zouden moeten hebben en ook het
recht van initiatief tot schorsing en ont
slag. In hoogste instantie zou er beroep
zijn op de Kroon. Onderwijzers zouden
bovendien, evenals in Zwitserland het ge
val is (ook met predikanten) slechts tij
delijk, bijv. voor 5 of 6 jaar moeten wor
den aangesteld zoodat periodiek over hun
geschiktheid zou zijn te oordeelen.
Dus zoo iets als bij ons met dc bur
gemeesters geschiedt.
Al is er wel veel aantrekkelijks in het
denkbeeld van den heer Van der Feltz
(de openbare school is inderdaad te veel
van 4e ouders, die toch de primaire opj
voeders zijn, geëmancipeerd), toch vree--
zen wij, met den heer Vermeulen, dat in
die ouders-commissies nu juist niet de
meeste ernstige en bezadigde elementen
den meesten invloed zouden hebben en
dat dus het middel wel eens erger zou
kunnen blijken dan de kwaal. Meer uit*
werking verwachten wij van den raad van
den heer Staal: Zet het mes er in. Houd
schoonmaak.
En wij merken op dat de eerste waari
schuwing in die richting reeds is gege*
ven, onlangs, ban 'de onderwijzers (te Ambb
Almeloo, naar wjj meenen) die aan een
zindheid, talrijke vrienden van het openbaar
onderwijs van zich vervreemden, en zoodoen
de hun eigen belang met voeten treden, on
der het medelijdend gemeesmuil van de
voorstanders van het bijzonder onderwijs.
Het ergste is natuurlijk, dat een genees
middel zoo moeilijk te vinden is en dat, zoo
lang de gee s t van een deel der onderwij
zers niet verandert, de ouders huiverig zul
len blijven hun kinderen toe te vertrouwen
aan opvoeders, die zóó weinig neutraal zijn,
dat ze een afwijzende houding
tegenover datgene, wat, gelukkig nog, a-"-"
het overgroots deel der Nederlanders dier
baar is.
De afgevaardigde van Drente sloeg zelf
ook een remedie voor.
Het middel komt ons, we zijn het hierin
met den heer Vermeulen eens, erger da-n de
kwaal -voor. Het zou toch politieke en gods
dienstige strijd tusschen do ouders uitlokken
en de onderwijzers het slachtoffer maken
van het toevallig omslaan van meerderhe
den in minderhoden. Ook het middel, door
den heer Staal aanbevolen: een betere se
lectie bij de benoeming lijkt ons niet- onbo-
denkclijk en licht leidend tot hatelijke ket-
terjagerij.
Uit „De Maasbode":
Het andere deel der rede van den
heer Woltjer was gewijd aan den geest van
het onderwijs. Hij vond hiertoe aanleiding
in een uiting van den heer Bos in de
Tweede Kamer, die verklaard had, dat de
openbare school dient te zijn „het. model".
Dit- nu gaf de heer Woltjer toe in ma-te-
rieelen zin; n.l. voor wat betreft bouwen
en inrichten der openbare scholen. Hier
immers beschikt het openbaar onderwijs
over de geldmiddelen van de gemeenschap
em kan dus al zeer gemakkelijk beter ge
outilleerd rijn clan het bijzonder onderwijs
dat in finantieel opricht voor het grootste
deel is aangewezen op particuliere bijdra
gen.
Maar voor wat betreft den geest van 't on
derwijs weigerde de heer Woltjer met klem,
de openbare school te aanvaarden als „het
model". Hij wees er op, dat de overheid
geen selectie kon houden onder het perso
neel, dat zich aanbiedt.
Naar welken vorm zou dit moeten ge
schieden
En wat is bet principe?
En met wolk recht zou de overheid zulk
een selectie houden?
Zullen daarbij ook de diepste motieven
van godsdienstigen en zedelijken aard be
hooren
Dat zijn vragen, waar de voorstanders
der openbare school al zeer moeilijk 'n ant
woord op zullen kunnen geven. En dat de
heer Woltjer in dit deel van zijn verdien
stelijke rede de zaak in het hart trof bleek
o.a. uit de protesten, die van linksche le
den gehoord werden. Het is nu eenmaal
niet aangenaam, als men op zoo evidente
wijze o> ertuigd wordt van de ondeugdelijk
heid eener zaak. die men met hand en
tand tracht te verdedigen.
Dat men trouwens ook in linksche krin
gen steeds meer overtuigd wordt van het
gevaar, dat het openbaar onderwijs van
de zijde der onderwijzere dreigt (en dit ge
vaar had de heer Woltjer op het oog)
bleek een keer te meer uit wat later ge
zegd werd door den liberalen heer Van der
Feltz.
Deze viel het deel der openbare onderwij-
nera, die de neutraliteit misbruiken als
een propagandamiddel voor hun socialis
tische gevoelens, al zeer hard aan. Hij
noemde hun optreden „een kanker" en
verklaarde dat, „als zij hun houding niet
wijzigen de uren der openbare school ge
teld" rijn.
Ook deze uitspraak is nu weer niet van
overdrijving vrij te pleiten. Maar ze is toch
zeer teekenend ter kenschetsing van de be
zorgdheid, die het optreden van een deel
der openbare onderwijzers ook in linksche
kringen wekt.
Nu waarschuwde de heer Van der Feltz
tegen generaliseering: er is nog een breede
rij van openbare onderwijzers, die een
sieraad zijn van hun stand.
We zouden willen vragen, wie dat ooit
heeft tegengesproken. Het fatale is maar,
dat die „sieraden van hun, stand'' zoo
erbarmelijk zwijgen, zelfs bij het heftigste
getier van de weinige rood getinten, die in
hun organisatie het hooge woord voeren.
Maar rui 't grappige is, dat de heer Van
der Feite een soort selectie wilde invoeren
en dus met den heer Woltjer erkende, dat
die selectie er thans nog njet is.
Zijn denkbeeld sluit nu toch in de erken
ning, dat de overheid niet bij machte is.
den meest-geechikten onderwijzer aan te
wijzen. Het is bovendièn het begin der
erkentenis, óók door den heer Van der
Feltz, dat de vrije school, waarbij de
ouders geheel vrij zijn in de keuze der
onderwijzers, is het ideaal. Hij behoeft
daartoe slechte 'n héél klein stapje verder
te gaan.
Doch tevens zouden deze ouder-oommis-
sies een zóó hatelijk-ïnquisitori aal karakter
krijgen, dat het de vraag is, of er op den
duur personen zonden gevonden worden,
bereid zich een benoeming daarin te laten
welgevallen. Ook heeft de heer Vermeulen
er terecht op geweezen, dat het gevaar niet
denkbeeldig is, dat ook in deze commissies
de partijgenooten der roode onderwijzers
door hun geschreeuw de andere leden zou
den overbluffen. En dan zou het middel
misschien erger zijn dan de kwaal.
Verwezenlijkt zal het denkbeeld-Van der
Feltz dan ook wel niet worden. Maar als
uiting van, schrik, ook ter linkerzijde, ont
staan door het optreden der onderwijzers,
heeft zijn rede zeker haar waarde.
Wat de heer Staal zei over het onder
wijs was 'n beetje bombaak Hij protes
teerde tegen de door den Minister gebe
zigde uitdrukking dat het neutraal onder
wijs fiasco zou hebben gemaakt; doch hij
erkende tevens, dat men met dat onder
wijs zit „in groote ellende"; dat het „een
crisis" doormaakt „een ziekteprooes". En
hij acht „operatief ingrijpen" noodig.
Dat is 'n verdediging, waar de openbare
school 't mee doen kan.
Eu 't. wae de èènige verdediging die ge
hoord isl
5
Men schrijft ons over ©ei^
politiehond het volgende,
Een inwoner der goede stad Leiden, dien
we maar H. zullen noemen, bevond zich
onlangs te Zandvoort, en maakte daar een
praatje met een paar agenten, die een
politiehond bij zich hadden. H., die in het
algemeen veel met honden opheeft, laat
zich omtrent het dier inlichten, en vraagt
vervolgens, of de agenten het mogelijk
achten, dat de hond, indien H. zich naar
een bepaald adres begeeft, heng daar zal
kunnen vinden. „O, gewis," zegt de die
naar van de heilige Hermandad, en daarop
wordt de volgende afspraak gemaakt: H.
zal zich door straat die en die, langs
paadje zus en zoo, in elk geval met een
omweg begeven naar een café, om daar zijn
twaalfuurtje te gebruiken. Een, zakdoek,
waaraan de hond straks zal ruiken, komt in
banden der agenten.
Daarop gaat H. zijn tournie door Zand
voort beginnen, gaat langs straten en door
stegen, zooeven nauwkeurig aangegeven,
om ten slotte aan te landen op de afge
sproken plaats. In die lokaliteit loopt hij
nog wat rond, opent een deur, en zet zich
■dan, om te zien, wat er gebeuren zal.
En ja, waarlijk, het duurt niet lang, of
daar verschijnt de politiehond in de gelag
kamer, loopt deze rond, daarbij H. pas-
seerende, gaat even door de deur van zoo
pas, om ten slotte bij H. te blijven staan.
Blijkbaar heeft hij zijn doel bereikt.
Als de agenten enkele oogenjjlikken daar
na ook binnentreden, verzekeren zij, dat
het dier zeer nauwkeurig den weg heeft
afgelegd, door den bewoner der Sleutel
stad straks afgetippeld. Geen wonder, dat
de heer H. verrast was door het verkregen
resultaat, en sedert dat oogenblik zweert
hij bij den scherpzinmgen viervoeter in
dienst der justitie.
Boosdoeners van heden en van de toe
komst-, weest gewaarschuwd en wacht u
voor den politiehond
Commissie Watersnood !Pa-
rijs. De Amsterdamsche oommissie tot
inzameling van gelden ter leniging van den
nood, veroorzaakt door de overstroomingen
in Frankrijk, heeft zich geconstitueerd.
In een door de commissie verspreide cir
culaire wordt aller krachtige hulp inge
roepen om het leed dat is aangericht door
den watersnood om en bij Parijs eeniger-
mate te lenigen.
Het „Hbld." verneemt, dat de Ned. Han
del-Maatechappij is voorgegaan met een
gift van f 6000.
Op de lijsten, welke het comité op de
Beurs en elders heeft neergelegd, is reeds
voor een bedrag van ruim f 13,000 getee-
kend.
Te 's-Gravenhage wordt een weldadig
heidsavond voorbereid ten bate van hetzelf
de doel. Men denkt aan een gecombineerde
opera- en tooneol voorstel ling.
Prins Hendrik te Berlijn.
Tijdens zijn verblijf in Berlijn, werd Z. K.
H. Prins Hendrik op den Kon. Pruisischen
militair-spoorweg, het veiligheidstoes-ei
voor spoortreinen, van J. van Braam ver-
toond. De Nederlandsche gezant en eerige
leden van Herren- en Abgeordnetenhaus
waren mede bij deze demonstratie tegen
woordig. De werking van dit veiligheidsap
paraat, dat treinen bij onveiligen signaal-
stand automatisch tot stilstand brengt*
werd den Prins door de militaire autori
teiten uitgelegd. Op alle aanwezigen maakte
de vertooning een zeer gunstigen indruk
en de mede aanwezige uitvinder, werd driüc
gooomplimenteerd. Naar men verneemt*
zal ook de Maatschappij tot Exploitatie
der Staatsspoorwegen deze apparaten bij
wijze van proefneming, op de lijn Leiden-
Woerden, in gebruik nemen.
Een deserteur. Men meldt
uit Arnhem: In het jaar 1900 deserteerde
de sergeapt K. van het Sste regiment
infanterie. Tien jaren lang had men niete
van hem vernomen, tot hij zich gisteren
aan, de Ooehoornkazerne aldaar aan
meldde. K. is Woensdag naar zijn. garni
zoen te Deventer overgebracht, waar hij
ter beschikking wordt gesteld van de mili
taire autoriteit.
Zondagsrust.Naar het
orgaan der Ned. Vereeniging van Spoor-
en Tramwegpersoneel meedeelt had ecu
arbeider-remmer der S.S. te Leeuwarden
om godsdienstige overwegingen vrijstelling
van allen Zondagsdienst aan de maatschap
pij en den chef gevraagd, hij wepschte geen
loon voor zijn werk meer op Zondag te
ontvangen.
Hem werd te kennen gegeven. Asx> ati-»age
maatregelen bij volharding in «ijn voorne
men niet achterwege zoudefi btjv&n,
In den nacht van Zaterdag 4 <«1 i>ndag
6 December ging hij er klokslag 12 vanjdocJ
en liet den dief weten, dat 6 Deo. nie* op
hem moest worden gerekend. Op lli Dec.:
herhaalde hij, niettegenstaande een
schuwing dat ontslag zou volgen, zijn diens.x
weigering om gemoedsbezwar a.
Na een onderzoek, waarbij de boji ver
klaarde, liever te gaan dan de sabbaths
rust te schenden, werd hij overgeplaatst
naar de Nieuweschans, waar de remmers
geen Zondagsdienst behoeven te verrichten»
Hulpvaardige muss ch en,
Een le>zer deelt ons het volgende medeS
Hij heeft een schuurtje gedekt met asphaü
en pannen, waar een geheele troon mus-
schon geregeld iederen avond schuilplaats
voor den nacht coekt. Nu waa dezer dagenS
de voorgelegen goot volgesneeuwd en de
vogels waren opgesloten en niet in staat
zich uit deze gevangenis te bevrijden. Of
schoon de man nu volstrekt geen vriend
der musschen is kreeg hij medelijden, veeg
de de sneeuw weg en de vogels hadden htte
vrijheid terug.
Den volgenden nacht echter werden de
dieren opnieuw door de sneeuw ingesloteti
en een geweldig geschreeuw kondigde den
volgenden morgen aan, dat de vogels gaar
ne hun vrijheid terug hadden. De man kos-
de beestjes niet dadelijk helpen wegens
drukke bezigheden. En wat gebeurde nu?
Op het voortdurend geschreeuw der opge
sloten musschen kwamen andere musscheS
af en in een zeer korten* tijd gingen devö
met pootjes, vleugeltjes en bekjes haar ns-
tuurgenooten bevrijden door gfaten in dé
snoeuw te maken, waardoor de opgesloten
nen konden ontsnappen. (N. R. CT.)
Valsche kaartspelers.
Tn den trein AmsterdamRotterdam
maakte Dinsdagmiddag te 4 uren de heef,
A. Zwaniken, wonende Van-Speijkstraat to
Rotterdam, kennis met een viertal mede
reizigers, van wie er enkele zaten te kaar
ten, De heer Z. liet zich overhalen om deel
te nemen aan het spel en het duurde niet
lang of het bankpapier vloog hem uit den
zak. Vijfhonderd gulden verloor hij in kor
ten tijd en toen volgde zijn gouden hor
loge. Nu vielen hem de schellen van de
oogen en aan het station D P. riep hij de
hulp in van een agent vari politie, die er
in mocht slagen een der kaartspelers aan'
te houden. Deze bleek te zijn Jacobus B.,
wonende te Amsterdam Het gouden hor
loge met ketting was in dieps bezt en werd
hem door de politie weer ontnomen. Maar,
weg zijn de duiten.
Vanjevrienden moet je 'thob-
Katt, Een week geleden arriveerden té
Brussel twee Nederlanders, Louis D. eti
Victor ML, om er werk te zoeken. Zij huur
den samen in een logement in de Degen-
straat. een zuinig gemeubileerd kamertje.
Maar daar ze geen geld hadden, schreven,
ze naar een philantropisch advocaat te
Urtocht, die zich haastte hun een som van
20 te zenden- Toen Louis D. gistermorgen
ontwaakte, ontdekte Hij, dat zijn vriend er
van door was. Behalve het geld, had hij ook
meegenomen... d© kleeren en de schoenen
van D., zoodat deze zich en négligé en op
bloote voeten naar het commissariaat in
Regentschapstraat begaf om er een klacht
tegen rijn vriend in te dieneD. Ct.
Anarchist tegen s o o i a a
democraat. Mem schrijft aan de „N. F..
Ct.": Te Stadskanaal (Gr.) is een afdeeling
der S.-D. A.-P. opgericht na een rede van
don heer E. Rugge, lid der Prov. Staten
van Groningen. Met dezen spreker debat
teerde de anarchist H. Bos, van Stadska
naal, die door Rugge werd beantwoord.
Met dat antwoord was Bos blijkbaar verre
van ingenomen, want opeens stoof hij op on
greep den spreker bij do haren en bij het
hoofd, zoodat deze bevrijd moeet worden..
Tegen Bos is proces-verbaal opgemaakt.
Te Ambt Almeloo is de 9-jari-
ge J. G. verdronken, 't Was een jongen, cao
niet loopen kon; hij reed met een honden
kar in een sloot op het Sluitersveld.
Bij een aanvaring gister-
nacht voor de pieren van IJmuiden tuesch?n
den stoomtrawler „Gerberdine Johanna"
IJM. 134 en den Urker botter 309 zijn van
op drie opvarenden van den botter slechte
2 gered. De 18-jarige Mijndert Bakker ia
verdronken. De botter, die zwaar bescha
digd werd, dreef later aan 't Noorderstnynd
aan.
In Kerkrade hebben twa a
werklieden den mijnwerker Rocks ver
moord. Rocks was een vader van negen kin
deren. De daders zijn in hechtenis.