No. 15320. IiEIDSCJE DAGSLA3. Eaterdajr Januari. Derde Blad.
Ajiüo 2&10j
Officieels Kennisgeving.
Brieven yan een Leidenaar.
Aoademienieuws.
FEUILLETON.
Het Huwelijk van den Prins.
Aangifte tot plaatsing op
de Kiezerslijst.
De BURQEMEESTKR der gemeente Lei
den;
Gelet op de wet van den 7den September
1896 Staatsblad No 154 laatstelijk ge
wijzigd bij de wet van 8 Deo. 1900 (Staats
blad No. 208), tot regeling van bet kiesrecht
èn de benoeming van afgevaardigden ter Eer
ste en Tweede Kamer der Staten Generaal;
Noodigt de manlijke inwoners der ge
meente, die den leeftijd van 25 jaren vóór
of op den 16den Mei a a rullen hebben
bereikt, uit, om:
lo. zoo rij in een andere gemeente over
het laatfct verloopeo dienstjaar 10 een der
rijks directe belastrngen rijn aangeslagen,
wat de grondbelasting betreft in een andere
gemeente, of in meer gemeenten te zamen
tot een bedrag van ten minste één gulden,
daa rvan door overleving «Ier voor voldaan
geteekende aanslagbiljetten of door den
Rijksontvanger gewaarmerkte duplicaten
vóói den l&den Februari a.s. te dooi KLij-
ken.
2o. too rij in de grondbelasting wegens
onroerende goederen eener onverdeelde nala
tenschap zijn aangeslagen doch hun naam
niet is vermeld bij den aanslag in 't kohier,
mits hun aandeel in dien aanslag ten mm
Bte één gulden bedraagt, daarvan vóór den
15den Februari a. a aangifte te doen onder
overlegging van het aanslagbiljet of door
den ontvanger gewaarmerkt kosteloos af te
geven duplicaat daarvan, een opgaaf van
het aandeel in den aanslag en de noodige
bescheiden ten bewijze van bet gemeenschap
pelijk bezit.
De bij sub 1 en 2 bedoelde aanslagen moe
ten loopen over het laatstverloopen dienst
jaar en betreffen de grondbelasting, de ver
mogensbelasting, de belasting op bed rij fs-
en andere inkomsten of eeD of meer der
vijf eerste grondslagen van de personeel©
belasting, rooale die is geregeld bij de wet
van 10 April IftOfi (Staatsblad No 72).
Hierbij wordt opgemerkt, dat de aanslag der
vrouw in de rijks directe belastingen voor
haar man geldt, die van minderjarige kin
deren wegens goederen, waarvan hun vader
het vruchtgenot heeft, voor hun vader, ter
wijl aanslagen in de rijks directe belastin
gen, waarvoor eerst nk 31 Deoember van het
laatetverloopen jaar een aanslagbiljet is uit
gereikt buiten aanmerking blijven.
3o. zoo zij niet overeenkomstig het bepaal
de sub 1 of 2 zijn aangeslagen, doch voldoen
aan een der hieronder volgende voorwaar
den, worden rij uitóenoodigd daarvan aan
gifte te doen ter Secretarie dezer gemeente
vóór den '5den Februari a. a als*
a. dat rij als hoofden van gezinnon of
aU alleen wonende erscncn op den 31sten
Januari sedert den lsten Augustus van het
Vorig jaar hebben bewoond, krachtens huur,
©co huia of een gedeelte van een I uis, waar
voor met of zouder bybehunrenden of in
huur gebruikten grond of lokalen en bijge
bouwen, niet ter bewoning bestemd, da wer
kelijke huurprijs, per week berekend, ten
minste heeft bedragen do som van /I 75 of
wel achtereenvolgens in dezelfde gemeente, 2
zoodanige buizen of gedeelte van buizeu,
of, krachtens eigendom, vruchtgebruik of
huur eenzelfde vaartuig van ten min6le 24
kubieken meter 'nhood of 24000 K O laad
vermogen. Hieibij wordt opgemerkt, dat
huur ook verschuldigd kan zijn in d<
van oontribitie aan een coöperatieve bouw-
vereeniging, en dat geen aftrek van huur
plaats heeft wegens het verschuldigde voor
gas- of waterleiding, ingeval dit in den
huurprijs is begrepen.
Bij deze aaDgifbe, wat buur betreft,-moet
worden overgelegd een opgaaf zoo mogelijk
met aanduiding van straat en nummer, van
bet huis of gedeelte van het buis, of wel,
ingeval van een verhuizing, van de huizen
of gedeelten van huizen met of zonder bij-
behoorendeo grond en lokaleo en bijgebou
wen, niet ter bewoning bestemd, door den
belanghebbende van den lsten Augustus van
bet laatstvcrloopen tot en met 31 Januari
▼aa het loopende jaar bewoond, en van den
gedu rende betzelfde tijdperk ii huur go
bruikten grond alsmede van het bedrag der
huurprijzen en van de namen en woonplaat
een der verhuurders, en wat het vaartuig be
treft, een opgave van den naam van bet
vaartuig, van den inhoud of bet laadvermo
gen, van den rechtstitel, krachtens welken
het is bewoond en, is deze huur, van naam
en woonplaats van den verhuurder.
Deze aangifte behoeft olet te ge
schieden door beu, die krachtens
ten vorigen jare gedane aangifte
op de loopende kiezerslijst voor
komen en op 31 Januari 1010 nog
hetzelfde huis of een gedeelte van
hetzelfde huis of heizelfde vaartuig
bewonen, maar wel door hen, die
na 31 Januari des vorigen Jaars
een ander hnis of gedeelte van een
hui of een vaartuig ziju guau be
wonen.
6. dat zij op den 31sten Januari sedert
den lsten Januari van het laatstverloopcn
jaar achtereenvolgens bij niet meer dan 2
personen, ondernemingen, openbare of bij
zondere instellingen in dienstbetrekking of
als inwonend zoon in het bedrijf of beroep
der oudera werkzaam zijn geweest en als
zoodanig over dat jaar een inkomen hebben
genoten van 450 of 362 60 met vrije wo
ning of inwoning of van f 160 met vrijen
kost en inwoning, of van f 237.50 met vrijen
kost, of dat zij op den lsten Februari in het
genot zijn van een door een onderneming,
openbare of bijzondere instelling verleend
pensioen of verleende lijfrente van gelijk be
drag;
met dien verstande: dat voor ben, die in
beide gevaJlen verkeeren, zoo noodig, ter be
reiking van het vereischbe bedrag, het inko
men, het pensioen en de lijfrente worden
samengeteld.
dat ten aanzien van vrijen kost, geen re
kening wordt gehouden met den Zondag cf
algemeen erkende christelijke feestdagen of
voor zooveel Israëlieten betreft, met den
Sabbat;
dat indien de aard der werkzaamheden in
een bedrijf medebrengt, dat zij in den regel
een gedeelte van het jaar niet worden uit
geoefend, ter berekening van den tijd ge
durende welken iemand in dienstbetrekking
is geweest, de tijd wordt medegetcld, gedu
rende welken de werkzaamheden, waarvoor
hij in dienst is, hebben stil gestaan, ook
indien gedurende dien tijd de dienstbetrek
king tijdelijk was opgeheven;
dat indien in de pla-'s van het inkomen
een tijdelijke ongevallen rente wordt genoten,
deze zoolang zij wordt genoten, in rekening
wordt gebracht tot -een bedrag gelijk aan
het normale loon
en dat het inkomen, het pensioen of de
lijfrente der vrouw geldt voor den man en
dat van de inwonende minderjarige kinde
ren voor de helft voor den vader.
Hierbij moet worden overgelegd een op
gaaf van den aard der dienstbetrekkingen
van den belanghebbende, van naam en woon
plaats van de personen bij wie, van naam
en plaats van vestiging der ondernemingen
of der bijzondere Optellingen, of van den
naam der openbare instelling, waarbij hij
va 1 Januari van bet laatstverloopen jaar
tot en met den 3lsten Januari van het loo
pende jaar in dienstbetrekking was, en van
de omstandigheid dat het door hem over
hot laatstverloopen iaar in dienstbetrekking
genotej inkomen bet gevorderd oedrag van
450 is bereikt, vrijen kost en vrije wo
ning, voor zoover genoten, inbegrepen.
Door den in wonendei» zoon, cio plaatsing
op do kiezerslijst vraagt op grond van het
werkzaam zijn in het beroep of bedrijf der
ouders, moet worden overgelegd een opgaaf
van den naam zijner ouders, vader of moe
der, van het door hen uitgeoefend bedrijf,
van de werkzaamheden, die hij daarin ver
richtte, van het daarvoor over het Laatst
verloopen jaar in geld genoten inkomen,
beneven» van vrijen kost en vrije woning,
voor zoover genoten.
Voor het geval dat plaatsing op de kie
zerslijst wordt gevraagd o^ grond van het
genieten van pensioen of lijfrente moet wor
den overgelegd een opgave van naam en
plaats van vestiging der onderneming of der
bijzondere instelling of van den naam der
openbare instelling en van bet pensioen of
van de lijfrente.
Indien het vereischte bedrag van 450
niet zoude zijn bereikt zonder rekening te
houden met een of meer der bepalingen
omtrent ziekte of verwonding, omtrent on
gevallenrente, óf omtrent inkomen, pensioen
en lijfrente van vrouw of kinderen, uioet
van deze omstandigheden in de opgaven
melding worden goma&kt, waarbij, iodien
het geldt inkomen van vrouw of kinderen,
tevens moeten worden opgegeven de bijzon
derheden hierboven genoemd.
Ten opzichte van hen, die krach
tens ten vorigen jarc gedane aan
gifte op de loopende kleserslijst
voorkomen, op grond van boven
staande bepaling fsnb b) Is een
nieuwe aangifte noodig, waartoe
huu evenwel een aangifte-biljet ter
Invulling zal worden toegezonden
vóór 8 Febrnarl a. s. met uitzonde
ring Tan hen, die alleen uil krachte
▼an pensioen tot een bedrag van
450.— daarop zyn gebracht, door
wie alzoo geen hernieuwde aangllle
moet geschieden.
e. dat zij op don eersten Februari eedert
een jaar den eigendom met recht van vrije
beschikking hebben van ten minste f 100
(nominaal), ingeschreven in de Grootboeken
der Nationale Schuld of van ben minste
160 ingelegd in de Rijkspostspaarbank, in
een gemeentelijke Spaarbank of in een
Spaarbank, beheerd door het bestunr van
een rechtspersoonlijkheid bezittende Verecm-
ging, van een Naamlooze Vennootschap, van
een Coöperatieve Vereeniging of van een
Stichting.
Onder do bijzondere Spaarbanken, bedoeld
in de vorige alinea, zijn de Banken, opgo-
richt na 1 Mei 1900, alleen begrepen voor
zoover en voor zoolang ais zij blijkens op
gave aan het bestuur der gemeente, waar
zij gevestigd zijn, een waarborgfonds van
125.000 bij de Nederlandsche Bank hebben
gedeponeerd.
Bij deze aangifte moet worden overgelegd
een door of vanwege do directie van do
Grootboeken der Nationale Schuld of den
directeur der Rijkspostspaarbank of het be
stuur der gemeentelijke of bijzondere Spaar
bank, afgegeven verklaring.
De verklaring van den Directeur of van
het bestuur wordt den belanghebbcude toe
gezonden op schriftelijke aanvrage met op
gaaf van 't nummer, waaronder en 't kan
toor, alwaa. het spaarbankboekje is uitge
geven.
d. dat zij met goed gevolg hebben afge
legd een examen ingesteld door of krachtens
de wet of aangewezen bij algemeenen maat
regel van bestuur tn in verband staande met
do benoembaarheid tot eenig ambt, do ver-
vulling van ecnige betrekking of de uit
oefening van eenig bedrijf -f beroep.
In dit geval moet worden overgelegd een
opgaaf van het door den belanghebbende
met goed gevolg afgelegd examen en van
het jaar en de plaats der aflegging.
De laatstbedoelde aangiften (sub
c en «1) behoeven niet te geschieden
«loor hen, die krachten* teu vorigen
pare gedane aangifte uit dien hootde
"P de loopende kiezerslijst voor-
uien.
Alle bij sub a tot en met d bedoelde aan
giften moeten gedaan worden volgens de mo
dellen voorgc chreven bij Kon. Besluit van
den 28sten November 1896 (Staatsblad No.
176) gewijzigd bij bet Kon Besluit van 9
Januari 1901 (Staatsblad No. 24) waarvan
do formulieren ter Secretarie dezer gemeen
te kosteloos verkrijgbaar zijn gesteld.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN HAMEL,
Weth. Loco-Burgemeester.
Leiden, 29 Januari 1910.
ÖC1C.
De redactie van het ,,Lcidsch Dagblad"
zendt mij een kattebelletje, waarop de vol
gende vraag:
„Hoe staat het toch met de annexatie
plannen t Den een en dag boort men dat
binnen zeer korten tijd een groot deel van
Oegstgeest, Zoeterwoude en Leiderdorp bij
Leiden zal worden getrokken en den ande
ren dag vertelt een ander dat in de eerste
jaren niets van annèxeeren komt.
Zou de geachte schrijver van „Brieven
van con Leidenaar" daarover niet eens een
brief kunnen schrijven t
Als grensbewoners interesseert ons dit bij
zonder en bewijst de brievenschrijver velen
een dienst. Eenigo abonné's.
Deze abonné's doen mo wel veel eer aan
en ik wil met de redactie graag mijn best
doen den abonné's ter wille te zijn.
En nu zou ik o zoo graag mededeelen wat
ik van de annexatie-plannen weet, doch in
derdaad is dit niet veel.
Ik heb mij afgevraagd, waarom dit de
grensbewoners zoo bijzonder interesseert.
Toen het Leidsche plan in de gemeentera
den van Leiderdorp, Oegstgeest en Zoet-er-
woude ter tafel kwam, hebben deze bestu
ren zich er eenparig tegen verzet. Leiden
had geen behoefte aan uitzetten der gren
zen, do omliggende gemeenten zouden er
door worden geschaad en stelden het vol
strekt niet op prijs ingelijfd te worden bij
een grootore gemeente, aldus redeneerden
de gemeentebesturen. Het is echter nog de
vraag of de gemeentenaren zelf gevraagd
er ook zoo over zouden denken. Zekor, wel
diegenen, welke om aan hun deel der
algomeene lasten van Leiden te ontkomen
onder Oegstgeest of Zoeterwoude gaan
wonen om daar slechts weinig belasting te
betalen. Doch waar deze menschen hun za
ken in de stad zelvs hebben, kan dit aller
minst billijk geacht worden. Al de verbete
ringen, die de gemeente Leiden met opof
feringen van groote kosten aanbrengt, tot
verhoogmg van den bloei en de welvaart
zijn ook aan hun zaken bevorderlijk, maar ze
laten daar anderen voor bloeden en steken
zonder gewetensbezwaar de voordcelen op
Als dezulken de omligggende gemeente
besturen stijven in hun verzet om een deel
van hun gebied aan Leiden af te staan,
dan zal dit wel geen groofcen indruk maken
op de hoogcre besturen, die er over to be
slissen hebben. Integendeel zulke wantoe
standen zullen er eer too leiden dat de
annexatieplannen door Ged. Staten en Re
geering rechtvaardig worden geacht. En. als
velen onzer grensbew ,ners er blijkbaar ook
naar verlangen, zooals uit. de vraag blijkt,
dan heeft dat een verklaarbare reden.
Er ontstaan bij uitbreiding der stad :n
de richting van de andere gemeenten al
lerlei eigenaardige toestanden. Zoo bijv.
in de nieuwe straten achter de Gasfabriek,
die uitloopen op het grondgebied van Lei
derdorp. Het spreekt vanzelf dat van uit
de gemeente op deze Leidsche uitwassen,
die natuurlijk niet. kunnen uitblijven,
van uit het centrum weinig toozicht
kan worden uitgeoefend. Onze gemeente
heeft ©r echter niets te oommandeeren. Een
politieman kan surveilleeren op eigen ge
bied. Daarbuiten heeft hij niets te zoggen.
Zijn er belhamels bezig, dan kan hij zk
verdrijven of zoo noodig verbalise.3 ren,
maar zetten ze over de grens
hun bedrijf voort, dan doet hij er
niets aan.
Komt er brand bij iemand oven over
de scheiding, dan blijft de Leidsche brand
weer er af, en die uit eigen gemeente kan
er niet komen. Wil iemand over de grens
gasaanleg, hij zal twee cent boven
het Leidsche tarief moeten betalen. Zoo zijn
er nog tal van bezwaren meer voor de per
sonen, die even over de grenzen der ge
meente in de buitengemeenten wonen.
En het aantal van hen zal steeds groo-
ter worden, waar we bijna geen eigen
bouwterreinen meer hebben. Bij den op
nieuw ontwakenden bouwlust zal Leiden
zich moeten uitzetten over de grenzen en
nelf medewerken tot uitbreiding van na
burige gemeenten.
Dit bezwaar zal zich over eonigen tijd op
groote 9ohaal Laten gelden bij den bouw van
het oomplex van Academische gebouwen,
die in de naaste toekomst aan den west
kant van het Station zullen verrijzen en
waarvoor de gemeente in de Laatste raads
vergadering nog eenige terreinen heeft
aangekocht, gedeeltelijk in de gemeente
Leiden, gedeeltelijk onder de gem. Oegst
geest gelegen. Het geval zal zich daarbij
waarschijnlijk wel eens voordoen, dat een
deel van een gebouw op Leidsch, een andee
deel op _Oegstgeester gebied wordt ge
bouwd. Hief wi dan volgens de regelen der
Leidsche bouwverordening moeten worded
gebouwd, daar sal men vergunning moe
ten hebben van de zustergemeente. Het zal
later misschien afhangen van de zaal,
waarin een patiënt wordt opgenomen, ofl
iemand in Oegstgeest of in Leiden wordt
geboren of sterft. En gesteld, er ontstaat
een brand in eon der gebouwen op het go
bied van Oegstgeest, zal Leidens brand
weer het in vlammen moeten laten opgaan 9
Ik geef maar enkele voorbeelden om
aan te toonen tot welke moeilijkheden men
zal komen, wanneer het Rijk straks over
gaat tot de uitvoering van Ziekenhuis
plannen voor de Leidsohe Universiteit,
welke moeilijkheden zich nu reeds, hoewel
in mindere mate daar aan den zelfben kant
der gemeente voordoen en w&arvon boven
staande vraag wellicht een gevolg ia.
Daarom blijf ik behalve op vroeger aange
voerde gronden, nog altijd een vorstan
der ran een flinke, ruimo uitbreiding vao
onze gemeente ten koste der omliggende
gemeenten.
En nu kom ik eindelijk tot de vraag ho©
het mot do annexatie-plannen staat.
Zooals ik reeds r.eide, de gemeentebe
sturen van Leiderdorp, Oegstgeest en Zoe-
tcrwoud© rijn over de voorloopige plannen
gehoord en hun oordeel er over was nioé
gunstig
Nu is het woord aan Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland. Dc«c overwogen bei
voor van de gemeente Leidon en het t ©-
gen van do andere gemeenten en ik twijfel
niet of zij zullen de billijkheid van de Leid
sche annexatie-plannen inzien. Gedeputeer
de Staten ontwerpen dan een plan, dat wel
licht iets minder uitgebreid zal zijn t> i
Leiden zich hot zelf dacht, en dat moot 1 tï
weer aan de betrokken gemeenten worden
voorgelegd. Er moet dan dcor do kiezers
een commissie uit de ingezetenen worden ge
kozen, een aantal ongeveer gelijk met het
getal leden van den Raad en deze verga
dert met den Raad en beraadslaagt over hot
plm. Hun gevoelens worden schriftelijk
aan Gedeputeerde Staten medegedeeld eff
door dit College met hun eigen advies aaa.
het Departement van Binnenlandsche Za
ken gezonden, waarop dan ten slotte de Re
geering een beslissing neemt.
Do zaak is dus in staat van wijzen; het zal
echter nog wel eenigo jaren duren voor de
plannen zijn verwezenlijkt. Maar dot zo een
maal, vermoedelijk binnen een tijdsverloop
van 0io jaren, zullen verwezenlijkt wor
den, staat bij mij vast. De omstandigheden
dwingen er toe en zullen dat steeds In stc:
kere mate doen.
Ingezonden.
Wij zijn nog in 't hartjo van den winteal
en kunnen nog wel weer eens flinke sneeuw
buien verwachten. Daarom neem ik de vrij
heid, aan de Leidsche Tram-Maatschappij
in overweging to geven, iets breeder van
opvatting te zijn inzake het sneeuw-ruimetu,
Bij de halte aan den Hoogen Rijndijk b.v.,
wa« gisteren juist, zooveel sneeuw geruimd*
dat het spoor vrij was, doch de geruimdQ
sneeuw lag met hoopjes langs het spoor, zoo-
dat de instappende passagiers, en dat wa-
ren er gisternvond velen door een dikko laag
natte en vuile sneeuw moesten waden, om
dc wagentreeplank to bereiken. Geen won
der dat vele dames, met fijn en liet*
schoeisel huiverig waren, dit waagstuk te
ondernemen.
Met een weinig meer moeite en iets meen
overleg van de zijde der Tram-Maatschappij,,
kan aan het instappend en uitstappend pu-
bliek, bij een volgenden sneeuwval, bovm*
genoemd ongerief worden bespaard.
0B8ERVER.
Leiden. Aan de universiteit alhier
geslaagd voor het doctoraoJ-exameu in
reohton do heer F. L. Deo
Amsterdam. Vrije Universiteit
Gepromoveerd- tot doctor in de rechtsw©
tenschap de heer G. van B/ -en, geb. to
Papckop, op proefschrift „Do plannen tot
grondwetsherziening in het jaar 1801.
6)
„En waarom niet! Daar is ten minste
een kans. De Prins zou niet onwillig zijn;
een knappe Prinses van het Pruisische Ko
ninklijke Huis nou hem wel aantrekken. En
de Russische intrige zou wat minder wor
den als er een erfgenaam van de Hohen-
zollerns op den troon van Renaria was.
Wat denk jij er van!"
„Ik vind het een pijnlijke kwestie, Na-
noff."
„We hebben al een heelen boel pijnlijke
kwesties opgelost in Renaria."
„Zijne Hoogheid Ral er misschien tegen
xijn."
„Het belang van het land vtl zijn bezwa
ren wol uit den weg ruimen."
Herr Grambuloff zweeg.
„Hij moet. toch vroeg of later trouwen,"
zei majoor Nanoff.
„Dat is waar."
„En ik durf zeggen, hoe gauwer hoe
boter."
„Als ze nit een goed Huis stamt," zei
Herr Grambuloff
Majoor Nanoff lachte.
„Een goed Huis! Het is het beste van
alle. Zijn poeitie is te onzeker voor stre
ken. Rusland zou om zekere redenen het
beste zijn; maar jij en ik houden niet erg
van dat soort en een Russische priDses kon
den Prins wel eens vTeeselijk tot last zijn
eo als een gevolg ook het land. Een Oos-
tenrijksche zou uitstekend kunnen dienen,
maar er zijn er bijna geen meer over.
Engeland is te ver af en bemoeit zich nu
niet met Rusland in. den Balkan; maar
Bismarck heeft er een oogje op. Zij wen
schen macht te krijgen, de Pruisen, en als
de Prins een Pruisische vrouw kon krijgen,
-zou Duitechland genoodzaakt zijn hem te
steunen en alle Russische roebels zouden
slechts de welvaart van Renaria verhoo-
gen."
„Je bent welsprekend, Nanoff", zei Her7*
Grambuloff, die zijn gedachten wensc-hte
te verbergen. „Wil jij dit idee aan den
Prips opperen!"
„Misschien zal ik het doen, maar zeg geen
woord hierover tegen iemand, ook niet te
gen den Prins. Ik zal, ik zal in ieder geval
iets doen."
Majoor Nanoff lachte.
„Dat is nu echt iets voor jou. Jij zal iets
doen. Wij praten hollen en draven, jij zal
iets doen. Als Renaria eens wist wat het
jou schuldig was! Maar eens zal de we
reld het weten. Ik zal niets meer over het
plan zeggen totdat jij er over begint."
Toen de majoor weg was, ging Herr
Grambuloff aan het nadenken. Het huwe
lijk van den Prins bleek niet zoo onbelang
rijk to zijn als hij gedacht had. Toen de
troon van Renaria prins Alexander aange
boden werd, hield men hem voor onge
trouwd. Wie kan rekening houden met een
geheim huwelijk? Als de regeering van Re
naria geweten had, dat prins Alexander
getrouwd was met Vera Dinolin, toen zij
hem de kroon aanbood, 2ou ze misschien
naar een anderen vorst gezocht hebben. De
beleediging lag in het geheim van het hu
welijk, Herr Grambuloff zelf had gehoopt,
dat op een zeker tijdstip prins Alexander
met zijn vrouw aan rijn rijde zou mogen
regeeren. Maar de Russische intrige was
sterker geweest dan hij had kunnen voor
zien. Zij, die vochten om het land van
vreemde heerschappij vrij te houden, moes
ten voortdurend op hun hoede zij11- De
vijand mocht geen voordeel op hen hebben.
Niemand wist dit beter in Renaria dan
Herr Grambuloff, want hij stond pal te
genover de vijanden van zijn Land, en hij
had net zooveel vijanden als er Russische
roefeels waren.
De jeugd van een land is honderd keer
zwakker dan die van een man. Slechte ge
dachten en drinken jagen soms menschen
den we>g naar bet verkeerde op, maar een
mensch kan teruggetrokken worden en
soms weer op het goede pad gebracht wor
den. Doch een natie, die achteruit gaat,
neemt slechts zelden later haar oude plaats
weer ip. Waar zijn al die maohtige volken
gebleven, wier mannen slechte de treurige
naklank zijn van verloren grootheid? Baby-
lonië, Macedonië, Grieken-land, Rome,
Spanje.Het is gemakkelijk om achteruit
te gaan; om vooruit te komen moet men
hard werken; door spelen gaat men ach
teruit. Herr Grambuloff was verstandig.
Hij werkte met de oogen alleen gericht op
de welvaart van zijn land. Daarom had hij
prins Alexander gevraagd te regeeren in
Renaria; en daarom hield hij Vera Dinolin—
voor het gemak noemen wij haar zóó in
Weenen.
Nu kwam de vraag van majoor Nanoff
hem in de gedachte. Een voordeelig huwi-
lijk zou den Prins van een vaste plaats op
den troon verzekeren en ook Renaria
meer macht geven.
Herr Grambuloff dacht na.
Toen majoor Nanoff Herr Grambuloff
een paar dagen later op straat tegen
kwam, fluisterde hij
„Prinses Marie gaat vandaag naar
Carlsbad".
Herr Grambuloff wachtte en toonde geen
ontroering. Hij schudde zijn vriend de
hand.
„Ik hoop, dat zij veel voordeel van haar
verblijf daar zal hebben," zei hij. En de
vrienden scheidden.
De Prins was bezig met zijn correspon
dentie en rapporten. Hij vond het een
prettig werk. Van gewoon officier was hij
opeens aAn het hoofd van een land geko
men. Hij las de rapporten, veranderde hier
wat, keurde daar wat goed en verwierp
weer andere. Door zijn kraehtigen wil was
hij in staat vele besluiten uit te vaardigen.
De liefde voor macht, welke in de meeste
menschen, die wat waard zijn, sluimert,
was bij hem zéér sterk ontwikkeld en zijn
goede hoedanigheden kwamen nu pas tot
haar recht. Hij hield van rijn werk; het
dezen van een rapport was een genoegen
voor hem en hij vond het uitvaardigen van
een bevel een genot. Hij werkte vlijtig en
goed, en stelde het vertrouwen, dat men in
hem had, niet te leur.
Met deze liefde voor zijn werk ging ge
paard de vrees om het op een of ander
ogenblik te moeten verliezen. Er waren
oogenblikken, waarin hij zich afvroeg, of hij
het zou kunnen uithouden en of hij geen
afstand zou moeten doen. want de belee
diging en lastercampagne, die tegen hem
gevoerd werd, was moeilijk te bestrijden.
Hij had een massa vijanden, en zij deden
hun macht voelen.
De Prins wist, dat Rusland de aanvoer
der van oJ deze beleedigingcn ^as. Maar
hij kon geen gehoor geven aan den weusch
van Rusland om Rcaria te verraden. Hier
door zou hij zichzelf verraden, en geheel
doelloos, want Ronaria zou wel een ander
hoofd vinden. Behalve dat hij Renaria een
provincie van Rusland maakte, deed prinÉ
Alexander alles ora de woede van den
Tsaar t® stillen.
Herr Grambuloff werd aangediend, en dó
Prins liet hem een bericht van Mijnheer
Ra4kin den Russischen ngent(waar we meer
van zullen hooren) zien. Het hield in, da#
de Tsaar bevolen had, dat alle Russisch©
officieren uit het Renaarschc leger moee
ten gaan. Dit was een groote alag. D
Prins was er bijzonder door getroffen, maar..
Herr Grambuloff was iemand, die tegen*
spoeden heel kalm opnam
„Zal het leger nu zijn zelfvertrouwen ver*
liezen?" vroeg de Prins.
Wij hebben Uwe Hoogheid nog aan 't hoofd
en dan zijn er Nanoff en Pikolaicff, Neroff*
Granitza en een paar anderen, die oox
leger wel zullen aanvoeren, als de nood
jjfi den man is; en ondertusscben moeten
we nieuwe officieren aankweeken.
„Uit korporaals?"
„Uit tamboers, als het noodig is. Zij moe
ten achttien uren per dag werken, toidail
zij goed gedrild zijn. Zelfs de Tsaar zal ona
niet verslaan."
De Prins kreeg altijd meer hoop doos
Herr Grambuloff.
(Wordt vervolgd).