N°. 153TZ
Donderdag 20 Januari.
A0. 1910.
i§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Jhr. ISr. Or. HIC0LAHS CHARLES GE EllSELAAR,
FEUILLETON.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER AD YERTENTIEX
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer fO.VIL Grootere letters naar
plaatsruimte, Kleine edvertentiën ran 30 woorden 40 Gents contantelk
'tiental woorden meer 10 Gents.Voor het inoasseeren wordt/"0.05 berekend.
PIUJS DEZER COURANT:
Voor Leide* per week 9 Gents per 3 maanden j f MO.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd s\jn 1.30.
Franco per post 1.65.
Leiden's nieuwe Burgemeester.
Yo'or eenige dagen en nadat reeds ver
schillende namen in de pers de ronde had
den gedaan, waren wij in de gelegenheid
onzen lezers mede te deelen dat de benoe
ming van jlir. mr. dr. N. O. de Gijselaar,
uit Gorkum, tot burgemeester van Leiden,
vrij zeker te verwachten was. Deze mede-
deeling is door de feiten bevestigd. Jhr. De
Gijselaar is benoemd, en wel met ingang
van 1 Maart a. s.
Er hangt voor de welvaart en den goeden
gang der zaken van een gemeente, vooral
Iran een groote gemeente, heel wat af van
den man, die er aan het hoofd staat, de ge-
tneentenaren persoonlijk hebben daar ook
groot belang bij, en zoo was het verklaar
baar dat een benoeming alhier met belang
stelling, ja toen deze wat lang uitbleef,
zelfs met eenige spanning werd verbeid.
Begrijpelijk ook dat men nu gaarne wil
weten wie de nieuwbenoemde burgemeester
is cn wat de gemeente redelijkerwijs van
hem heeft te wachten. En het doet ons
groot genoegen do gemeentenaren in dit
opzicht te kunnen bevredigen.
Jhr. Nicolaas Charles de Gijselaar stamt
af van een oude en zeer achtenswaardige
familie in Gorkum, welke daar lange jaren
een groote bankierszaak drijft. Hij werd er
geboren 21 October 1865 en is dus thans
ruim 44 jaar derhalve nog in de volie
kracht van het leven. Hij bezocht, na de
lagere school te hebben doorloopen, de
Hoogcrc- Burgerschool te Gorkum en kwam
later in een der hoogere klassen van het
gymnasium te Haarlem, waar hij het eind
examen deed. In het najaar van 1834 werd
hij als student in de rechten ingeschreven
aan de Leïdschè Universiteit, te gelijk met
onzen gemeente-secretaris mr. M. C. de
Vries van Heyst, en den Ambtenaar van
het O. M. bij het kantongerecht, tevens lid
van den gemeenteraad alhier, mr. A. van
der Eist.
Onder zijn clubgenooten was de jonge
man wegens zijn hartelijke jovialiteit zeer
bemind en sommige burgers kennen hem
uit zijn studententijd ook nog wel, en we
ten zelfs de kamers aan te wijzen, waar
hij verblijf hield. Leiden trok hem toen
reeds bijzonder aan en hij voelde weinig
lust om zooals vele andere studenten, zijn
genoegens elders, bijv. in Den Haag, te
zoeken.
Bij zijn leermeesters, waaronder hij gaar
ne nog noemt het raadslid prof. Fockcma
Andreae, werd hij wegens zijn ijverig stu-
deeren zeer gewaardeerd. In 1891 zette hij
de kroon op zijn studiën aan onze hooge-
school door tegelijk te promoveeren in 4e
rechts- en staatswetenschappen. Hr>t onder
werp van het proefschrift waarop hij in de
Staatswetenschappen promoveerde, was
toen zeer actueel Het is getiteld,,Het
Panama-kanaal.'' Eigenaardig dat het
thans, na een kleine twintig iaren weder
nieuwe actualiteit heeft verkregen.
De jonge advocaat vestigde zich voor
de rechtspraktijk in Amsterdam. In 1892
werd hij echter in Gorkum teruggeroepen.
Zijn oom, die met zijn vader de reeds
genoemde bankiers-firma C. de Gijselaar
dreef, kwam te overlijden en in diens
plaats werd hij als firmant in dc zaak op
genomen.
Hij kwam daardoor met verschillende
menschen en zaken in betrekking en leerde
Gorkum door en door kennen. Het was
niet te verwonderen dat de jonge man, die
bovendien zich als zeer joviaal cn welwil
lend deed kennen, in allerlei zaken werd ge
trokken. Sinds 1893 is hij reeds lid van het
Burgerlijk Armbestuur, waarvan hij thans
nog ondervoorzitter is, en tevens regent
van het Zieken- en Gasthuis te Gorkum.
Bijna even zooveel jaren is hij directeur
der Gorkumsche Spaarbank.
Ook aan het kerkelijk leven zijner stad
nam hij deel, ten gevolge waarvan hij als
lid van het College van Kerkvoogden der
Ned. Hervormde Gemeente werd benoemd,
van welk College hij thans voorzitter is.
In 1903 werd hij benoemd tot Heemraad
van het waterschap de Tielerwaard en later
van de Linge-Uitwatering. Door deze en
nog verschillende andere function; waar
door hij weldra in Gorkum een groote popu
lariteit genoot, werden zijn tijd en krach
ten zoodanig in beslag genomen dat hij
zich als werkzaam firmant aan de bankiers-,
firma onttrok, wat zijn maatschappelijke
welgesteldheid hem veroorloofde.
Dat hij door de burgerij niet tot lid van
den gemeenteraad werd gekozen, vindt
zijn oorzaak hierin, dat een nabestaand
bloedverwant, in dit lichaam 'zitting heeft,
waardoor hij volgens de wet niet als zooda
nig verkiesbaar was.
Op politiek gebied trad Jhr. De Gijse
laar trouwens allerminst op den voorgrond.
Hem trekt niet aan wat de burgers ver
deelt, maar wat hen verbindt
In 1906 werd hij evenwel door de Chris-
telijk-Historische partij bij tussehentijdsche
verkiezing voor het lidmaatschap der Pro-
vinoiale Staten van Zuid-Holland in de
vacature, ontstaan door het overlijden
van het bekende lid Van Slijpe, gecandi-
deerd en bij eerste stemming gekozen. Hij
verkreeg toen ook vele stemmen van kie
zers van andere partijen. In 1907 werd zijn
mandaat van de Staten weder vernieuwd.
Ook in dit College wordt hij door zijn
medeleden zeer geacht, en in het bijzonder
interesseert hij zich ook in de Staten van
Zuid-Holland voor waterschappen.
Hoewel hij weet wat hij wil en zijn ge
dachten juist en duidelijk uitdrukt, is de
heer De Gijselaar geen redenaar van pro
fessie en zelfs wars van veelsorekerij.
Men verwonderde zich in Gorkum eerst,
toen het gerucht der benoeming liep, omdat
men niet wist dat hij een. dergelijke betrek
king ambieerde. Men vermoedt dan ook
dat hij er niet om zal hébben gevraagd,
doch dat eerst na overleg met den Com
missaris der Koningin, in Zuid-Holland het
plan bij hem is gerijpt.
Thans, nu de benoeming is gevallen,
weten wij, dat Jhr. De Gijselaar al ont
veinst hij zich de moeilijkheid aan het ambt
van burgemeester eener groote stad verbon
den niet, het burgemeesterschap met «am
bitie en met goeden moed zal aanvaarden.
Hij is een knap man, geschoold in de prak
tijk van het leven, nog jong, geniet een
krachtige gezondheid, waarvan het opge
wekt en blozend uiterlijk het kenmerk
draagt.
Moge hij dan ook nog niet doorkneed
zijn in de gemeente-administratie, spoedig
genoeg zal hij er zich kunnen inwerken,
waarbij hij zeker mag rekenen op den
steun van om» in gemeente-administratie
uiterst kundigen en bekwamen gemeente
secretaris en de hoofd- en andere gemeente
ambtenaren. Ook de heeren Wethouders en
Raadsleden zullen ongetwijfeld den nieu
wen burgemeester met groote welwillend
heid tegemoet treden.
Door huwelijk is hij na verwant aan de
familie Viruly, in onze gemeente even ge
acht als bekend. Zal dit hem mede tot
een goede introductie zijn, dat hij zich
reeds als student tot Leiden voelde aange
trokken zal er wederkeerig toe leiden dat
de burgerij zich tot hem zal aangetrokken
gevoelen, waartoe zijn vriendelijke welwil
lendheid zekér ook het hare zal bijdragen.
En dat onze nieuwe burgemeester geen
partijman is en zich ook krachtens zijn ver
leden gemakkelijk zal kunnen plaatsen bo
ven de partijen, is althans voor onze ge
meente, waar in den gemeenteraad in de
laatste jaren do partijgroepen, min of
meer in onstandvastig evenwicht verkeeren,
ongetwijfeld een groote verdienste.
Wat wij na een zoo nauwkeurig mogelijk
onderzoek omtrent de antecedenten van
dezen nieuwen ambtsdrager, meenen te
weten doet ons met groote vrijmoedigheid
Leiden gelukwensoheo met zijn benoeming.
Wij toefden gisteren, juist in Gorkum
toen het bericht der benoeming er w.os aan
gekomen en d© bulletins verspreid werden.
Algemeen was er de verzuchting: „hoe gaar
ne wij Jhr. De GijsolaaT de benoeming gun
nen, bet spijt ons van harte dat hij onzo
stad, die zooveel aan hem te danken heeft
en nog zooveel van hem verwachtte, gaat
verlaten
Kan men beter aanbeveling verlangen?
Leiden, 20 Januari.
Dc „Staatscourant'' van heden bevat de
statuten van het „Christelijk Comité voor
Indië", te Leiden, alsmede die van de Af-
deeling Noordwjjk en Omstreken van den
Neder lanlanschen Protestantenbond, to
Noordwijk.
- H. M. de Koningin heeft het officiers
kruis der Huisorde van Oranje verleend
aan den officier bij de karabiniers te
Brussel, George Doutrepont, welke offi
cier aan Z. K. H den Prins der Nederlan
den was toegevoegd als adjudant tijdens
do begrafenis van Z. M. Koning Leopold
Beroepen i6 bij de Ned.-Herv. Gero
te Brakel ds. P. de Loos», te Waarder (bij
Woorden).
D8. G. Winte te Arnhem heeft het be
roep naar de Doopsgezinde Gemeente te
's-Gravenhage aangenomen.
Op het tweetal voor d© Geref. Gem. to
Franeker komt voor da. H. Meyering, t©
Katwijk aan den Rijn.
Bij de gisteren te Gouda g houden
stemming voor twee leden van den Ge
meenteraad werden in het 1ste distric uit
gebracht 661 geldige stemmen, niervan
verkregen de heeren J. de Jong Hz., lib.,
362, dr. B. J. Broekhuizen, a.-r., 2-15 ei E.
v. d. Werf, s.-d., 54 stemmen, zoodat geko
zen is de heer J. de Jong He.
In het 2do distriot werden uitgebracht
536 geldig© stommen, waarvan op d© Loe
ren J. L. Belonjo, v.-d., 25, L. J. Jaspers,
r.-k., 253, J. G. O. Kamphuizen, lib., 194
en J. J. v. d. Paauw, s.-d., 63, zood&t her
stemming moet plaats hebben tusschen de
heeren Jaspers en Kamphuizen.
Ten gevolge van do nict-heerbenoeming
van eon harer periodiek-aftredende leden
hoeft de Commissie van Toezicht der Ste
delijke Muziekschool to Gouda collectief
ontslag genomen.
Do gemeente-secretaris to Woorden, de
heer H. Hengoveld, is op 62-jarigen leeftijd
plotseling overleden.
De kapitein van den generalen staf
J. O. O. Tonnet, loeraar aan de hoogere
krijgsschool, zal, tegen den aanstaanden
zomer den dienst bij het wapèn der artil
lerie gaan horvatten.
Te Utrecht is Dinsdagochtend in een
hotel dr. L. P. Walburg Sohmidt, uit Has
selt (O.), dood op zijn kamer gevonden.
Vermoedelijk is gelijk reeds gemeld
diens dood eon gevolg van gasverstikking,
daar de gaskraan openstond, terwijl zijn
slaapkamer geheel met gas gevuld was.
De overledene heeft vele jaren lang te
Amsterdam als geneesheer gepraktizeerd
en is o.a. ook geruim en tijd als arts aan
de strafgevangenis en het huis van bewa
ring verbonden geweest.
Hij was één der oprichters van de Ver-
oeniging tot opvoeding van halfverweesde-,
verwaarloosde- of verlaten kinderen in het
huisgezin, was hoofdbestuurslid van den
Volksbond tegen Drankmisbruik en van
do Krankzinnigongcdnsvorpleging te. Gheel
en behoorde tot de redactie van het „Ma-
conniek Weekblad". (T.)
H. M. de Koningin heeft gisteravond
een diner, waarbij ook Z. K. H. Prins
Hendrik aanzat, aangeboden aan de hoof
den van buitenlandsche missiën, voor zoo
ver in Den Haag of bij afwezigheid verte
genwoordigd door tijdelijke zaakgelastigden,
allen met hun dames, zoomede dc minister
van Buitenlandsche zaken met mevrouw De
Marees van Swindercn. Tot de gonoodigdo
tijdelijke zaakgelastigden behoorde auk
mgr. Giovannini, van den Heiligen Stoel.
De tafel, dio in de galerij-zaal wns aan
gericht, prijkte met bet Frarisch© plateau
en was versierd met seringen en rose tul
pen.
Groepen pa-lmen tooiden de beeldenzaal
De diplomaten waren in groot ambtelijk
kostuum.
Gedurende hot diner gaf het strijk-orkest
der Kon. Mil. Kapel, geleid door luitenant-
Bouwman, conoert.
ALPHEN. Morgenavond zal do heer J.
Th. Hulst, landbouwleoraar t© Enschodoe,
in het hotel „De Vergulde Wagen" oen
lezing houden ovor het onderworp: „De
volledige bemesting met kunstmest."
HAARLEMMERMEER. Voor ©cn goed
bezette zaal trad te Nieuw-Vonuep in cafó
Stapel op het tooneelgezelschap „Door in
spanning uitspanning", van Amsterdam. Het
stuk „Vergeet mo niet" word goed en vlot
gespeeld. De stille aandacht, waarmede d©
toehoorders luisterden, bewees dat het stuk
„pakte." Vooral ook het slottafereelde gang
naar het armhuis van den ouden, afgezwoog
den grijsaard, maakte diepen indruk. Ap
plaus viel den spelers, die geheel belangloos
optraden, herhaaldelijk ten deel, doch de
meeste voldoening z;il hot hun gegeven heb
ben, dat de afdccling Nieuw-Vennep vau
den Bond voor Staalspensionneering con 23-
tal leden rijker werd.
Me& 1 Fcbr. n. s. zal de bouw der R.-Iv.
school te Nicuw-Vonuep worden hervat. Naar
wij vorncmen, zal men den bouw zooveel Jno-
gclijk bespoedigen, ten einde zoo mogelijk
met 1 Aug. a. s. gereed te zijn.
KATWIJK-AAN-ZEE. Door de Reodorij-
vereeniging „Vuurbaak" is een inschrij
ving geopend voor do levering van 1700
zwemgordels, dio verplichtend zijn gewor
den door hot in-working-treden der Nieuwe
Schepenwet. Een vijftiental leverancier©
hadden ingeschreven. Do leverantie ia op
gedragen aan don heer D. de Lange, te
Vlaardingen. Do prijzen, door do verschil-
lendo inschrijvers bodongen, liepen niet
zeer uit elkaar. Alleen was écn soort red
dinggordel opgegeven a f 10 per stuk, wolko
voor het bestemde doel te hoog in prijs
was.
NOORDW IJK. Eeu zeer oud gebruik.
Eenige dagen vóór en ook een paar dagen
na Driekoningen (6 Ja.'Ciari) ziet men two*
mamien en een jongen van huis tot hui*
trokken, gewapend met een ster, met gou^
papior bepL"kt, die z.j dragen aan
stok. Dat zijn steeds dezelfde persons.
Het loopen met de ster i8 in één bepaalde
familie inheemseh: de man, die er thans bij
is, doet het al 30 jaar en diens vader deed
't vóór hem. De jongste „uit den Oriënt" is
zwart gemaakt, om de voorstelling ocnigs-
zins natuurgetrouw te maken. De mannen
roet de Driekonjngenster zingen, daarbij op
een eentonige melodie het lied, waarvan
wij cenigen tijd geleden melding maakten
in het Zondagsblad.
Uit de laatste regels van dat lied kan
men lezen, met welk doel het „loopen met
dc ster" geschiodt: om een penning.
Ook do omliggende dorpen, als Noord-
wijkerhout en Voorhout, worden bezocht.
Nu, in den winter, als er niet veel te ver
dienen valt, is het voor bedoelde fnmilio
misschien nog een aardig buitenkansje, om
van t© leven.
Het is wel eigenaardig, dat zoo'n oud ge
bruik nog in stand blijft.
De volgende week Maandagavond zal
de heer Albert Vogel alhier optreden mot
Oeclipus" van Sophocles. Dc heer Vogel,
die in 1906 voor het eerst in het publiek
optrad, nadat hij in besloten kringen vaak
als declamator gehuldigd was, mocht reeds
bij zijn eerste publieke optreden voel lof
oogsten. Dat mng wel iets bijzonders hoe-
ton, want over het algemeen is de kunst-
critiek karig met lof, waar het nieuwelin
gen geldt. Het is dus t© hopen, dat heb
Noordwijksche publick door een talrijk©
opkomst toone, dat het pogen der rego-
lingscommisio op prijs wordt gesteld.
RIJNSBURG. Benoemd is tot onderwij
zer aan de school der Ned.-Hcrv. Gem
hoofd de heer J. G. Vreeswijk, de heer J.
A. Wiersma, te Abbega (Friesland).
SASSENHEIM. Een inwoner alhier kocht,
een paar dagen geledon, van een onbekend
persoon, een liond voor vijf gulden, con'
prachtig dier. Do onbekende gaf voor, het
dier uit armoede te moeten verkoopen. Later
bleek, dat do hond gestolen was in de Haar
lemmermeer. Do eigenaar, door de politie
De aangenomen naam.
„Dat hangt niet van je aft Van wieu
hangt het dan wel aft"
Athlyne sloeg de oogen op en zag hem
recht in de oogen:
„Van ui"
„Van mijt"
De kolonel was buiten zichzelf van verba
zing.
„Ja, van u. Wat voor toekomst heb ik,
de ter-dood-veroordeelde Wat voor toe
komst heeft mijn vrouw, die tot den weduw
staat was veroordeeld nog vóór zij wist
dat zij gehuwd wast Vergeel ge dan heele-
maal, kolonel, dat mijn loven tot uw be
schikking is 2 Gij hebt mij uitgedaagd. Ik
heb die uitdaging aanvaard en ik moet
daarbij blijven. Of ik een toekomst heb,
of nw dochter een lichte of donkere toe
komst heeft, dit hangt van u af."
„Maar dat is nu toch voorbij," zei kolo
nel Ogilvïe snel.
„Daar hebt u niets van gezegd," zei Ath
lyne rustig. „In een zaak als deze is de
uitgedaagde niet vrij om te handelen. Het
is aan dengene, dio zich als den beleedigde
beschouwt en die op deze wijze voldoening
heeft geëischt, om den ander do verzoe
nende hand toe te steken."
Jo luisterde. En zij begon zoo te beven,
dat zij haar hand, die op Athlynes arm
rustte, terugtrok. Hij stond minstens even
stijf op zijn stuk als haar vader. Maar tot
haar vreugde zag zij, dat zijn houding haar
uitwerking niet miste. Haar vader waar
deerde zijn optreden zoo, dat hij werkelijk
het hoofd scheen te willen buigen voor zijn
tegenstander. Dit ziende, en voor het eerst
begrijpende welk een kracht cr in zulk een
optreden schuilt, besloot zij van haar
kant ook hardnekkig vast te houden aan
haar overtuiging, even hardnekkig als...
als...„ hij had gedaan." Zwijgend wachtte
zij af wat er nu komen zou.
„Ik geloof, graaf Athlyne, dat u vrede
hebt met de geldigheid van dit huwelijk?"
vroeg de kolonel.
„Natuurlijk heb ik dat 1 Wat de sherif
zei liet aan duidelijkheid niets te wen-
schen, over en wat hij zei is voor mij vol
doende."
„En uw bedoeling?"
„Ik kan u zeggen, kolonel, dat ik van het
eerste oogenbhk, waarop ik uw dochter heb
gezien, geen ander doel had dan haar mijn
vrouw te zien worden. Wat mij betreft kunt
u gerust zijn. Van mijn kant kunnen er dus
geen moeilijkheden rijzen. Maar versta mij
wel, als zij om een of andere reden mocht
wenschen, dat dit huwelijk ongeldig werd
verklaard, dan heeft zij maar één woord te
zeggen en ik zal alles doen, wat in mijn ver
mogen is, om haar haar vrijheid terug t©
geven."
„Vader 1"
Kolonel Ogilvie keek verrast op, want er
was iets in den klank van de stem zijner
dochter, dat hij er nooit in had gehoord.
Vader, zooeven^ toen u zoo ontdaan was,
vroeg ik u waarom u mij geen vragen
deedt. Ik zei u, dat ik u nooit had voorge
logen en dat ik het dus du ook niet zou
doen. Maar u vroeg mij niets. Waarom
vraagt u mij nu niets?"
„Wat zou ik je vragen, kindje? Je bent
getrouwd en in de eerste plaats moet je
denken aan de plichten, die je te vervul
len hebt tegenover den man, wiens naam
je draagt. En ik houd er niet van, vrou
wen pijnlijke vragen te doen. Die doe ik
liever aan mannen."
De stem waarmee zij hem antwoordde,
was zoo kalm,, dat Athlyne er onrustig on
der werd. Hij begreep in de verste verte
niet wat zij ging zeggen; maar hij wist, dat
hij aan haar liefde geen oogenblik behoefde
te twijfelen en dat hij haar moest bijstaan.
„Wel, vader, als u mij dan niets vraagt,
zal ik ongevraagd met u spreken. Het is al
leen moeilijkerdat is alles. De sherif zei,
dat, als bij beiden de bedoeling om te trou
wen aanwezig is, dit op zichzelf reeds 't hu
welijk tot stand brengt. Laat ik u dan zeg
gen, dat ik niet dc bedoeling had om te
trouwen.
Ik moet 't bekennen. Ik heb u nooit voor
gelogen, en ik wil het ook nu niet doen.
Vooral nu ik op het punt sta een nieuw le
ven te beginnen aan dc zijde van een man,
dien ik acht en liefheb. Want als dit huwe
lijk niet geldig is, znllen wij toch heel spoe
dig een ander sluiten, dat wèl geldig is;
altijd als hij mij wil hebben."
Athlyne nam haar hand in de zijne, zij
lachte gelukkig en vervolgde:
„Ik hoopte natuurlijk met mijnheer
Har...., met graaf Athlyne te trouwen, als
hij mij formeel ten huwelijk vroeg; maar
ik begreep, dat er iets was, dat er hem van
weerhield. Nu weet ik, dat hij, alvorens
het te doen, uw toestemming wilde vragen.
Maar als ik toon niet eens wist, dat onze
auto-tocht vanzelf in een huwelijk zou
uitloopen, hoe kan ik dan nu zeggen, dat ik
toen de bedoeling had in het huwelijk te
treden V'
Kolonel Ogilvie zag, dat zich hier een
nieuwe moeilijkheid voordeed. Als zij de
bedoeling niet had gehad te trouwen, dan
bestond het huwelijk niet. Als het huwe
lijk met bestond, zou er schandaal van ko
men. Hij moest dus zien haar tot andere
gedachten te brengen.
„Maar je begrijpt toch, kind, dat, als
er geen huwelijk van is gekomen, deze ge-
heele geschiedenis gelijk staat met een
groot schandaaL En in dit geval kom ik op
mijn uitdaging terug. De man, die jou in
opspraak heeft gebracht, zal mij hier re
kenschap van moeten geven.'
Jo werd doodsbleek op deze bedreiging.
Athlyne, die dit niet kon aanzien, verloor
voor het eerst zijn kalmte.
„Dat is niet fair, kolonel. Zij is een
vrouw en zij is uw dochter, on u moogt
haar niet hard behandelen. Doe met mij
wat go wilt- Maar zij is mijn vrouw, ten
minste zoolang ons huwelijk niet ontbonden
is. En zoolang zij mijn vrouw ia mag nie-
maud zelfs haar vader niet haar hard
toespreken, of bedreigingen tegen haar
uiten of haar op een of andere wijze pijn
doen."
Hijzelf en Jo waren ten hoogste verbaasd
over de makheid, waarmee de oude beer
deze toespraak aanhoorde. Maar zelfs ter
wijl hij de wreede bedreiging uitte, kwamen
zijn hart en zijn geweten er tegon in op
stand. Athlyne en Jo begrepen dit reeds.
Maar er was nog een andere reden, waar
van zij niets afwisten. Zooira hij gesproken
had en zijn blinde* woede begon over te drij
ven, schoten de laatste woorden zijner vrouw
hem te binnen: „Wees cacht voor haar en
vergeet niet, dat je haar niet wreeder kunt
treffen dan door hoax te treffen in iemand,
dien zij liefheeft,"
Hij begon zijn antwoord op zijn gewonen
strijdvaardigen toon, maar dit veranderde
al zeer spoedig.
„Zoo, zoo, jonge kemphaan, je kunt js
veeren flink opzetten. Maar misschien heb
je het bij het rechte eiud. Ik had ongelijk.
En ik beken het! Jo, beste kind, je moet het
maar vergeven, en gij ook, jongmcnsch
gij, die zoo ridderlijk opkomt voor je vrouw.
Ik ben blij, dat mijn klein meisje zoo'n flin-
ken beschermer heeft gevonden. En je
vrouw is ze, want ik wil nog eens terug
komen op wat zij zooeven zei. Ik moet er
haar namelijk opmerkzaam op maken, dat
zij twee dingen heeft gezegd, die hcelemaal
niet met elkaar kloppen. Zij zei, dat ze
niet de bedoeling had op dezen tocht te
trouwen, maar op hetzelfde oogenblik zegt
ze, dat het wel degelijk haar bedoeling
was met hem te trouwen. Als ec dus niet
volgens de Scbotschc wet gotroi 1 is, dan
ben ik eon boon. En ik geloof, dat we cfus
het verstandigst doen met deze kwestie ver
der te laten rusten. En gij", vervolgde hij,
zich tot Athlyne wondendo, „gij schijnt er
op te staan, dat ik mijn uitdaging formeel
intrek. Welnu, dat doe ik bij deze. Hier i«
mijn hand. Ik geef je die graag, want je
bent een dappere kerel en je houdt vajS
mijn klein meisje en zij houdt van jou. Hof
spijt me, dat ik jo niet dadelijk heb door*
zien.
(Wordt vervolgd)*