Om ons heen in de Maatschappij.
Anno 191Ö.
XIII.
Al moet men erkennen dat. in don regel
althans, de economische stelling van den
werkgever, uitteraard gunstiger is dan die
van den werknemer, zal evenwel de oon-
aequentie doorvoering van cit beginsel tot
de stelling, dat de onderneming van den
werkgever als een gemeenschappelijk be
drijf moet worden beschouwd, waarin een
evenredig deel der winsten aan den werk
man toekomt, moeten worden afgewezen.
Het was vooral de wijsgeerige socialist
CLrl Marx, dio in zijn werk „Das Kani-
tal", voor het eerst in 1867 verschenen, die
zoogenaamde „theorie van de meerwaar
de" verdedigde.
Hij leerde dat de zaken haar waarde al
leen aan den arbeid kunnen ontleenen maar
die waarde dan ook aan de arbeiders ten
goede moet komen. Zij verkoopen als het
ware aan den kapitalist do vruchten van
hunnen arbeid, maar de prijs wordt stelsel
matig te laag gehouden. Al wat de voort
brengselen meer waard zijn dan het loon,
komt ten bate van den kapitalist. Dit zoo
genaamde surplus, of de meerwaarde, ver
tegen woordigt dus onbetr alden ar
beid.
De tegenwoordige maatschappelijke
voortbrenging, noemt men, met het oog op
het bovenstaande, de kapitalistisohe pro
ductie. Volgens Man en anderen zal die
productiewijze langzamerhand overgaan in
een voortbrenging door de gemeenschap. De
kleine kapitalisten zullen langzamerhand
worden verdrongen door telkens geooncec-
treerde, zoodat ten slotte het geheele ka
pitaal in handen van enkelen zal komen,
ten gevolge waarvan men zal verplicht rijn
om dat kapitaal ten bate van allea te ont
eigenen.
Mara geeft zelfs een sohets van de wijze
waarop zulks geschieden zal, welk toe
komstbeeld voor ons geen practische waar
de heeft.
Liever willen wij wijzen op de bewerin
gen der tegenstanders van de theorie der
meerwaarde. Deze zeggen: de werklieden
kutuwn en willen niet anders betaald wor
den dan in een op vaste tijdstippen uitge
keerd loon. Werd het bedrijf geacht voor
gemeenschappelijke rekening te worden
uitgeoefend, dan zou men dat loon moeten
berekenen naar het gemiddeld winstcijfer
van den ondernemer, ook al zijn die wiusten
nog maar in uitzichtzoodat de werkgever
altijd groote voorschotten zon moeten doen.
Het gevaar voor mindere winsten of, erger
voor verliezen, blijft voor rekening van den
ondernemer, want van terugbetaling van
het te veel ontvangen loon zou geen sprake
rijn.
Ook wordt het een onjuiste voorstelling
geacht, dat hetgeen de kapitalist geniet
onbetaalden arbeid vertegenwoordigt, want
Donder ondernemingsgeest, zonder groote
technische en handelskennis, zonder tact
en energie, zouden vele ondernemingen
jammerlijk mislukken. Do arbeid van den
werkgever heeft uit dat oogpunt bijzonder
groote waarde.
Hiermede is echter niet gezegd dat de
werkgevers misbruik zouden mogen maken
van de altoos gunstige stelling, die zij op
den werkman voor hebben. Zulk een mis
bruik kan zeer goed voorkomen bij een
tuivere toepasing van de leer der zooge
naamde Manchesterschool, dio allo maat
regelen van Staatswege, tot bescherming
der werklieden, verwierp en alleen heil
verwachtte van onthouding en een alles
overlaten aan den natuurlijken loop der
dingen.
De economen van den nieuwcrcn tijd en
de door hen voorgestane leer der sociale
economie, verwachten juist zeer red van
maatregelen van Staatswege. Deze maat
regelen hebben niet de strekking ran sto
rend in te grijpen, b. v. de dagloonen
kunstmatig te verhoogen en aldus den
werkman een inkomen te versohaffen bui
ten verhouding tot de waaide van zijn
arbeid. Hierdoor zou niets bereikt worden
dan stijging van den prijs der producten,
of, met andere woorden, vermindering van
de waarde van het geld, waardoor ten
slotte toch weder dezelfde toestand zou
terugkeeren.
De bedoeling der zoogenaamde sociale
wetgeving is geen andere, dan om het
evenwicht te herstellen, waar dit verbro
ken is; misstanden op te heffen, waar deze
ontstaan zijn, en dus den werknemer in
bescherming te nemen tegen de natuurlijke
overmacht van het kapitaal; zoodat de
werkkrachten haar normale waarde heb
ben en behouden en niemand gedwoDgen
wordt om door het verrichten van over
matige n arbeid, zioh bloot te stellen aan
het gevaar van waardevermindering van
zijn kapitaal door onnatuurlijke oorzaken
want wij zagen dat de lichamelijke werk
kracht liet kapitaal van den werkman is.
In dit opzicht wordt veel heil verwacht
van de regeling van het arbeids contract
en van verbeterde bepalingen omtrent den
arbeid zeiven. Over de wet op het arbeids
contract kunnen wij nog niet volledig oor-
deelen. Stellig is zij nog voor menige ver
betering vatbaar. De arbeidswetgeving
verkeert in eon tijdperk van overgang.
Vele publiekrechtelijke en andere lichamen
hebben in lateren tijd onder de voorwaar
den van aanbesteding van werken bepa
lingen opgenomen omtrent het minste loon
hetwelk de aannemer aan zijn werklieden
uu-j betalen en den langsten tijd geduren
de welken zij mogen arbeiden (minimum
loon en maximum arbeidsduur). Velen wen-
schen daaromtrent een algemeene wette
lijke on zelfs een internationale regeling.
Een minimum van loon voor alle tijden en
onder alle omstandigheden te bepalen,
zou echter stellig weer een gevaarlijk sto
rend ingrijpen zijn. Bekend is ook het ver
langen van zekere partij naar de invoe
ring van den achturigen werkdag; bij welk
verlangen echter geen rekening wordt ge
houden met de overal verschillende toe
standen en omstandigheden.
Wanneer wij ons uitsluitend bepalen tot
hen dio van zoogenaamden handenarbeid
moeten bestaan, dan staat het toch vast,
dat er een weinig verschil is in de soorten
van arbeid, de omstandigheden waaronder
en hot klimaat waarin gearbeid wordt. In
vele gevallen zal de invoering van een
normalen arbeidsdag neerkomen op een be
denkelijke stijging der loonen, vooral in
den kleinen handwerkstand. Immers, de
uitbetaling van hetzelfde loon voor veel
minder arbeid, zal de krachten van den
kleinen werkgever te boven gaan en deze
zal geen gelegenheid vinden om het meer
dere to verhalen op hen voor wie hij werk
verricht; want, zoo hij het deed, zouden zij
minder arbeid doen verrichten en wanneer
dit algemeen geschiedde en men zich tot het
strikt noodzakelijke ging bepalen, dan zou,
tegenover d© vermeerderde vraag naar
werkkrachten, die 'n noodzakelijk gevolg is
van algemeene verkorting van den arbeids
dag, een beduidend minder aanbod van
werk komen te staan, hetgeen op den lon
gen duur een vermindering der loonen zou
beteekenon W.
Gemengd Nieuws.
Allerlei berioh ten van bij-
zonderheden in dezen zachten winter be
reiken ons: van grasetende koeien in de
weivan teruggekeerde ooievaarsvan
voor den dag komende bloemetjes, van (te
Hazcrswoude) bij een tuinder, Abr. Fran
cken, 4 of 5 c.M. boven den gi*ond geko
men wortelen en praohtig er bij staande
bloemkoolplanten
In een winkel op dc Lijn-
markt te Utrecht kwamen gistermorgen om
een uur of elf twee ongunstig uitziende
personen bim: instappen. Do winkelier was
afwezig, zijn vrouw verscheen om de klan
ten te woord t staan. Ze vroegen om een
zilveren dasspeldje, vonden echter niet het
geen ze wenschten en vertrokken weer.
Vermoedelijk hebben deze heeren de si
tuatie eens goed opgenomen en daar later
gebruik van gemaakt.
Toen de winkelier om circa één uur thuis
kwam, vond hij een der deurtjes van do
étalagekast, aan de binnenzijde van den
winkel, geopend en ontdekte, dat uit die
kast een groote bak met gouden pkantasie-
ringon verdwenen was. Klaarblijkelijk heb
ben de dieven, na de winkeldeur te rijn
binnengegaan, met een valschen sleutel de
étalagekast geopend en de ringenbak, die
voor een waarde van eenige honderden gul
dens aan ringen bevatte, handig door de
smalle opening gehaald.
In ieder geval is het weer een staaltje
van brutalen durf, als men bedenkt, dat om
dien tijd van den dag het ,*erkeer op de
Lijnmarkt heel druk is, en bovendien, dat
de smalle str-at het voor de overburen ge
makkelijk maakt om te zien, wat er in den
winkel gebeurt.
Natuurlijk doet de politie reeds haar
nasporingen naar de daders.
Verleden jaar is Uj denzulfden winkelier
ook diefstal gepleegd. Toen werden gouden
horloges ontvreemd. (U. D.)
Een roeier zou Donderdag
avond omstreeks halfelf den Engelsehen
bootsman. H. W. van een steiger in dc
Maashaven to Rotterdam met zijn roeiboot
naar het aan paal 19 in die haven liggende
stoomschip „Antiope" brengen. Bij het los
maken van de roeiboot stapte de bootsman
mis, viel te water en verdween, in de diepte.
Gistermiddag is ter plaatse zijn lijk opge
haald.
Een zonde ï'lin g. In het be
gin dezer week vervoegde zich aan de pas
torie van een R.-K. geestelijke te Utrecht
een, man, die in opgewonden toestand
vroeg of hij, indien hij zich van het leven
beroofde, waartoe hij het plan had opge
vat, in den hemel zou komen, al dan niet.
De pastoor wist den man te kalmecren
en hem tc bewegcQ van zijn voornemen af
te zien. Intussclien waarschuwde do geeste
lijke de politie, om zoo mogelijk toezicht
op den ongelukkige te laten houden.
De politie keek naar den haar opgege
ven man uit, maar trof niemapd in de stad
aan, die beantwoordde aan liet signale
ment: man van danker uiterlijk.
Gisteren heeft dezelfde man zich ver
voegd bij een, predikant te dier stede, tot
wien hij dezelfde vraag richtte: Kom ik
wel in den hemel als ik mij zelf hel leven
beneemt Opnieuw werd de politie gewaar
schuwd, die nog steeds zoekt naar den be-
w us ten persoon.
Twee gevallen zijn mogelijk. Of het is
iemand, die niet wel bij het hoofd is, óf het
is iemand die tracht het medelijden van de
menschen op te wekken, door het opdisachen
van een verhaal tot zelfmoord, in de hoop
daardoor geld to krijgen. Dit laatste wordt
niet geheel onmogelijk geacht.
Te Hamburgheeftmen Woens
dagavond laat Luise Erkli, de houdster vau
een pandjeshuis, mot verpletterden sche
del en afgesneden hals voor haar geopende
brandkast gevonden. Toen men de misdaad
ontdekte, stond de winkeldeur open. De
moordenaar moet ongeveer 70 goudeu hor
loges, 100 gouden ringep, armbanden, spel
den en ruim 1000 mk.in contanten gestolen
hebben. Een hamer, een kolenschop en een
scheermes schijnen zijn wapens te zijn ge
weest. In de hand van den vermoordèheëft
men een pluk haar gevonden, wat doet ver
moeden dat zij tegenstand hcoft geboden.
De politie looft 1000 mk. voor de ont
dekking van den dader uit.
AARLANDERVEEN. Do hoer A. J. van
Gils, hoofd der school, heeft dc benoeming
als organist bij de Herv. Kerk alhier aan
genomen.
BODEGRAVEN. Do schietverocniging
„Willem Teil" hield haar jnarlijksche le
denvergadering ten huize van den heer H.
Vink. Uit het verslag van den secretaris
bleek, dat de Vereeniging in bloei ver
keert, en het 1 dental steeds toeneemt. Uit
de rekening ^an den penningmeester bleek,
dat, niettegenstaande er groote uitgaven
gedaan waren, de kas nog vooruit gegaan
was, soodat cr thans een flink batig saldo
is. Aan beide lieeren werd door den voor
zitter dank gebracht voor hun vele be
moeiingen en omvangrijke werkzaamheden.
Daarna had do verkiezing plaats van be
stuursleden. Aan de beurt van aftre
ding waren de heeren S. D. Boonzaayer,
C. Teekens en S. Kerkhof, die werden her
kozen en hun herbenoeming allen aanna
men. Verder werd besloten den heer D.
Uitenbogaard een geschenk aan te bieden
voor de vele werkzaamheden, vrijwillig en
belangloos verricht. Door het lid den beer
H. Schoo Jr. werd namens versohilleude le
den het bestuur verrast met een geheel
nieuwo ledenlijst, welko keurig ingericht
zal worden.
De bevolking dezer gemeente bedroeg
op 31 December 1908 2-156 m. en 2643 vr.
te carnen 5099 personen. Ia 1909 werden
goboren 166 kinderen, als 85 j en 81 m.
Er vestigden zich 212 m. en 274 vr., totaal
486 personen. Overleden zijn 31 m. en 34
vr., totaal 65 personen.
Naar elders vertrokken 228 in. en 276 vr.,
totaal 504 personen. De bevolking der ge
meente bestond op 31 Dec. 1909 uit 2494 m.
en 2683 vr., te zomen 6182 zielen. Leven
loos werden aangegeven 7 kinderen, 3 van
het manlijk en 4 van het vrouwelijk ge
slacht. Er werden 47 huwelijken gesloten.
HAZERSWOUDE. Vrijdagavond 21 Jan.
zal ds. J. J. van Ingon, van Woubrugge,
een lezing houden over „Galvijn ©n Ge-
nève."
LISSE. Gisteravond gaf de zangverocni-
ging „Gemengd Koor", directeur do heer
Carl Philippeau, van Haarlem, haar zesde
uitvoering in de coueertzaal van „De Witte
Zwaan," met welwillende modewerkiug van
do dames J. S. (sopraan), Nelly van Ooy
(viool), de heeren Albert- Rijkx (l,arib>u).
Piot van Cittors (piano) en mej. Louise van
Ooy, piano-begeleiding, allen van Haarlem.
Opgevoerd werd „Schön Ellen," van Mas
Bruch, voor koor met soli voor sopraan on
bariton, en „Loreiy" van F. Mendelssohn
Bortholdy, i voor koor met solo voor sopraan,
benevens verschillende kh-in"re nummers res
pectievelijk voor piano, d en bariton.
Dezo uitvoering kan in uhe opzichten zeer
goed geslaagd genoemd worden.
Gisteravond trad in liet cafó van den
heer Ruigrok van der Werve als spreker
op voor de leden der afdeeling Lisse van
het H. B.-G. en do leerlingen van den
Rjjkstuiubouw-wintercursus d© lieer J. Rcu-
mer, van Sassenheim, met het onderwerp:
„Grondkennis". Op duidelijke wijze werd
door spreker aangetoond welko stoffen er
aanwezig moeten zijn in den bodem voor
den groei en do ontwikkeling dor planton.
Verschillende grondsoorten worden door hem
scheikundig behandeld, om het al of niet
aanwezig zijn van do bcnoodigdo stoffen aan
to tooncn.
Bij het einde zijner rede werd hij luide
toegejuicht en hem door den Voorzitter, den
heer J. P. Hulscbosch, dank betuigd. Vau
do gelegenheid tot het stellen van vragen
werd door oen paar heeren gebruik gemaakt.
Dc alhier opgerichte R.-K. Vcrocniging
voor Wijkverpleging bestaat uit do heeren
H. van Graven, J. P. Hulsebcscli, J. W.
Lefebcr: F. G M. Haaze, B. M. J. van
Rooy, A. Theisscn, M. van der Veld en
den overste van liet Pius-gestioht. Om de
beteekenis van de Wijkverpleging moer dui
delijk to maken, zal cr op Maandag 17 Jan.
a. s. een openbare vergadering worden ge
houden, waarop als sprekers zullen optre
den de keer B. M. J. van Rooy cn dr.
Haaze
Het lood- en zinkwerk van twee in
aanbouw zijnde burgerwoningen in do Wa
genstraat voor rekening vau don hoer J.
Witzenburg, is opgedragen aan den heer F.
Timmermans alhier.
Thans is men begonnen mot hot rooien
der boomen op den Heorowog van af het
Vierkant tot het Postkantoor. Ook heeft
men oen begin gemankt met. do bestrating
van don Stationsweg cn wel hot gedeelte
van hot bebouwde godoeltc dior straat naar
do Rasters.
NOORDEN. De heer J. Franken is be
noemd tot onderwijzer aan dc R.-K. school
to Ziewent nabij Lichtenvoorde
De echtparen S. Verwoord en A. Kei-
dor, ouders en kinderen, vierden dezo
week op denzelfden dag hun gouden cn zil
veren bruiloften.
Door den heer J. T. Hakkeling, is eer
vol ontslag gevraagd als opzichter der
polders Nieuwkoop er. Noorden
NOORD WIJ KERHOUT. Onze tooneel-
vcreeniging: „Hulp der Armen" geeft do
volgende week haar zesdo uitvoering. (Zie
Kleine Advertenties.) Het programma zifct
er aanlokkelijk uit en belooft, onder de be
kwame leiding van den heer Joh. Wag©-
mans, uit Leiden, veel goeds. Behalve een
drama in drie bedrijven zullen kon.ich©
duetten on eon sensatie-klucht eiknar af
wisselen. Tot slot een schitterend (ableftu-
vivant. Ieder, die deze uitvoering bijwoont
krijgt waar voor zijn geld en doet tevens
een goed werk, daar hij bijdraagt tot:
„Hulp der Armen."
Op Vrijdag 21 Jan. a s zal ds .T A.
Gerth van Wijk, van Bennebrook een voor
dracht houden in do Gemeentewoning, On
derwerp: „Nederlandsche vluelif.dingen
gedurende de Hervorming".
Tot lid der Elizabeths-Verccniging is
gekozen mejuffr A. van Ruiter Pcimings,
die deze bonoeming heeft aangenomen.
Een gedeolto der arbeiders, werkzaam
op de alhier gelegen zanderij van Gravin
van Lijnden i3 voor ©enigen tijd ontslagen.
De machines moeten allo groot© reparaties
onderga aai.
RIJNSBURG. Algemeen wordt verlangd
naar „do electrische"want allen vor;
waohten verbetering, F.neller vorkeer, goei-
kooper tarief, enz. Toch is onze Rijnland
sche stoomtram zoo slecht, nog niet cu voor
ziet uitstekend in do behoeften van perso
nenverkeer en goederenvervoerzelden
mist rij en zij loopt geregeld.
Hedenmorg'-n echter stuurde een goede
renwagen van de tram, die 7,32 uit Leiden
vertrekt, clen boel in de war, door bij do
bocht van do Groeneatueg het goede 6poor
te verlaten en zich op dwaalwegen te be
geven. De stremming van liet verkeer, dio
hiervan het gevolg was, duurde gelukkig
niet lang, spoedig was de gewone dienst
hersteld. Ongelukken kwamen niet voor.
STOMPWIJK. Loop der bevolking over
1909. Op 31 December 1908 1741 m., 1083
▼r., totaal 34S4 personen.
Geboren 57 m 63 vr., totaal 120. Geves
tigd 141 m., 145 vr., tot-ooi 2S6. In 't geheol
198 m., 206 vr., of 406 personen.
Overleden 25 m., 19 vr., totaal 44. Ver
trokken 122 m., 122 vr., totaal 241. In bot-
geheel 147 m., l-ll vr., of 238 personen.
Vermoerderipg 51 m.t 67 vr., 118 pers.
Totaal dor bevolking op 31 December
1909 1702 m., 1650 vr., 3542 personen.
SASSENHEIM. De heer Joh. van Leeu
wen heeft bedankt als voorzitter der jon-
gelingsveroeniging ,,Volg mij."
VOORSCHOTEN. Do bekende declama-
tor (in den laatsten tijd ook „chansonnier")
mr. A. W. Kamp van 's-Gravcnhago hoopt
Dinsdag a.s. oen voordrachtavond te geven
voor do ledon van hot Nutsdopartomcnt,
Do avond zal geheel aan het raoderno genre
gewijd zijn. Monologen o.a, van Karl
Ettlinger Ludwig Thoma en „Rideamus"
staan op het programma. Het openings
nummer vormt Ernst, von Wildenbruch's
Heksenliod.
Zooals men weet vertrekt mr. Kamp bin
nenkort naar Indië,
VOORHOUT. Morgen^, Zondagavond,
geeft de R.-K. werklieden vereeniging
„Recht en plioht" aLhier, een feestuitvoo-
ring in café „Boerhaavo" voor
haar leden van hier zoowol als
van Noordwijkerhout. Op het programma
komen zeer aardige voordrachten voor. Hot
zal een gezellige avond worden.
WADDINGSVEEN. In het jaar 1909 wer-
don alhier goboren 177 kinderen en stierven
69 personen. Van olders kwamen zich 381
hier metterwoon vostigen en vertrokken er
•426. Wio do moeite nomen wil een cn ander
uit te rekenen zal zien, dat onzo ge
meente 61 personen meer telt dan verleden
jaar. Het juisto aantal inwoners was op 1
Jan. 5146.
Do bakkersknecht B. kwa-m bij het
koeren van paard en rijtuig onder den
wagen tereolit, zoodat zijn voet ernstig
werd gewond. Geneeskundige hulp werd uu-
dclijk ingeroepen.
ZEVENHOVEN. Den 28stcn dezer hoopt
de heer A. J. Sprenger, hoofd der R.-K.
school zijn 25-jarig huwelijksfeest te vieren,
cn don 2dcn Fob. o. v. zal het een kwart
eeuw geleden zijn dat hij aan Voornoemde
school werd verbonden.
FEUILLETON.
De aangenomen naam.
89)
Graaf Athlyne wist, dat zij haar vader
begreep, en dat zij misschien de eenige was,
die macht over hem had. En, dit wetende,
begreep hij, dat hij hot wijste deed met haar
stil baar gang te laten gaan en niet t-us-
schenbeide te komen. Hij zag haar strak aan
En nu eerst voelde hij hoe goed hij haar
reeds kende. Het was hem als las hij op
haar gericht welke gedachten er in haar op
kwamen. Dit las hij
„Ik zal hem beschermen, hem beschermen
tegen mijn vader. Hij heeft hem gedreigd
hij dwingt hem te sterven. Ik zal het heip
niet gemakkelijk maken, door hem te spa
ren en hem te ontzien. En toch, hij is oud
hij is mijn vader. Die grijze haren dwingen
eerbied af. Op het oogenblik is hij boos en
hard en meedoogenloos. Maar voor mij ia
hij altijd zacht geweest. En bij is mijn va
der I Ofschoon ik besloten ben den man,
dien ik liefheb, tc sparen, mag ik toch niet
maken, dat mijn vader later, bij de gedach
te aan dit oogenblik, diep beschaamd, dat
grijze hoofd zal buigen. Het schrijnende
vermoeden, dat ik ondankbaar ben, mag
niet in hem opkomen. En eigenlijk is het
geen v onder, dat hij meent reden te heb
ben om boos, heel boos te zijn. Hij zal het
niet kunnen, niet willen begrijpen Hij
houdt nog angstvalligcr vast. aan zijn be
grippen van eer dan een ander aan zijn
godsdienst. En hij, die ander, is ook een
man van eer; hij is even moedig, even
standvastig als mijn vader. En hij ia bereid
te sterveD, te sterven voor mij, voor mijn
eer en mijn geluk, ofschoon ik oneindig
meer hecht aan zijn leven dan aan mijn
eer en mijn geluk. Maar hij sterft moedig
en ik, die zijn vrouw zou zijn geworden,
moet ook moedig sterven. Als hij in stilte
kan lijden en sterven, moet ik het ook kun
nen."
De woorden, die zij eindelijk tot haar va
der rei, schenen zich bijna op deze gedach
te aan te sluiten:
„Weet u wel, dat u nog niets tegen mij
hebt gezegd, vadertje'? Heb ik dan ooit in
mijn leven iets gedaan, dat u nu aanlei
ding geeft mij te verdenken van iets
kwaads? Heb ik u dan ooit voorgelogen,
dat u nu zou kunnen denken, dat ik niet
eerlijk zal antwoorden op alles, wat u mij
vraagt? Waarom vraagt u mij niets? Ik
weet, dat ik den schijn tegen mij" heb. Ik
begrijp, dat u schrikte toen u binnenkwam.
Maar vraag mij maar alles, wat ge wilt, en
ik zal u naar waarheid antwoorden. Luister
naar mij, zooals u zou luisteren naar een
stervende 1 Want ik sta gelijk met een
stervende. Als u uw plan uitvoert, blijf ik
niet leven. Ik zal dan niets meer hebben
om voor te leven.
„Je gedoelt toch niet, dat fo jezelf van
het leven wilt berooven?" vroeg hij.
„O neen. Ik hoop, dat ik den moed ral
hebben dat niet te doen. Maak u niet on
gerust over m", vadertjeIk zal mijn taak
afdoen, juist zooals hij Zij wees op Athly
ne, Opeens belacht zij zich, dat zij nog niet
wist hoe zij hem eigenlijk noemen moest, als
bij met een derde over hem sprak, zelfs al
was die derde haar vader.
Atblyües gezicht kreeg op haar woorden
een trek van verlichting. Toen rij van ster
ven sprak, was hij doodsbleek geworden,
want hij dacht hetzelfde als haar vader.
Kolonel Ogilvie zag de verandering en leg
de haar verkeerd uit. Zijn toorn op Athly
ne kwam natuurlijk voor een groot deel
voort uit jaloezie. Voordat dezo man ten
tooneele verscheen, had zijn klein meisje
hem onverdeeld toebehoord. Wel had hij
zich gaandeweg verzoend met het denkbeeld,
dat zij eens de vrouw zou worden van een
man, dien hij misschien wel niet zou kie
zen, maar die toch in allo opzichten in zijn
smaak zou vallen. En nu was hij jaloersch
op dengeen, die zoo geheel buiten hem om
zulk een gewichtige plaats in het hart zij
ner dochter had ingenomen.
„Ik geloof, dat u tevreden kunt zijn, mijn.
heer", zei hij, en de bittere woorden werden
hem waarschijnlijk door zijn jaloezie in
gegeven. „Wat er ook gebeurc, mijn doch
ter is van mij vervreemd en tkft "is uw
werk."
„Vervreemd, hoe kunt u het zeggen, va
dertje? Niemand kan mij van u vervreem
den, het allerminst de man, die mij lief
heeft en dien ik liefheb."
Jo bloosde verrukkelijk bij deze woorden,
maar toch maakten zij haar vader nog boo
zer. Hij trad cp Athlyne toe cn maakte
juist een beweging alsof hij hem wilde
slaan, toen er op de deur werd geklopt. In
stinctmatig deed hij een schede terug, en
bleef, na „binnen" te hebben geroepen, in
wachtende houding en schijnbaar doodkalm
staan. De dei werd langzaam geopend.
„Mag ik binnenkomen?" riep een stem.
„Ik ben Alexander Fenwick, shorif van
Galloway".
Nog terwijl hij sprak, kwam hij al binnen
en maakte voor ieder der drie aanwezigen
een buiging. Toen vervolgde bij tot kolo
nel Ogilvie:
„Ik hoop, dat u mij dit binnendringen
zult vergeven, mijnheer. Ik hoop zelfs, dat
u het niet als een binnendringen zult- be
schouwen, als u de reden weet..."
Bij de verschijning van dcri onverwachten
bezoeker had kolonel Ogilvie zijn echt
ouderwetsche, aangeboren hoffelijkheid on
middellijk teruggekregen. Hij boog terug
voor den binnenkomende en had dadelijk
eenige beleefdheidsfrasen klaar.
De sherif had met één bfik het drietal
opgenomen en do situatie begrepen: een
minnend paartje, een toornige vader. Dit
vermoeden werd bevestigd door de ver
trouwelijke mededeeling, hem den vorigen
dag door Athlyne gedaan. Hij had zich op
het oogenblik, dat hij binnenkwam, zelfs
©enigszins ongerust gemaakt over den stand
van zakenmaar nu begon hij vrijer to ade
men. En hij voelde, dat hij met zijn onder
vinding van het leven en zijn kennis van
de wet hier misschien van onberekenbaar
nut. kon zijn. Maar rijn ondervinding had
hem tevens geleerd voorzichtig te zijn cn
niet veel te zeggen, vóór hij het terrein
goed had verkend. In Jo's hart las hij als
in een, open boek, en van Athlyne wist hij
reeds een en ander. Deze tweo jonge men
schen hadden elkander lief. Maar in Athly-
nes blik las hij nu tevens iets al9 een waar
schuwing, waaruit hij afleidde, dat hij ten
opzichte van hun vorige ontmoeting het
stilzwijgen moest bewaren. Kolonel Ogilvie
was, dit zag hij dadelijk, ccn trotech, ti
ranniek, ijdel en driftig man, wel goed
hartig en trouw aan zijn eens gegeven
woord, maar onvermurwbaar als hij zich
in zijn eer gofnst waande.
Hij begreep, dat, als hij ccn poging wil
de doen om een verzoening tusscben btido
partijen tot stand te brengen, hij zich tot
den ouden h< r zou moeten wenden.
„Ik hoop en vertrouw, mijnheer", begon
hij op eerbiedigen toon, „dat ge iels wat
men iemand, die met goede bedoelingen tot
u komt-, gewoonlijk toestaat, ook n.in inij
niet zult weigeren."
Kolonel Ogilvie antwoordde mei een be
leefde buiging en aldus aangemoedigd ver
volgde de 6herif:
„Ik wilde ii namelijk een en ander mee
deden over de wetten van liet l*nd, waar
in go u bevindt, en wei dadelijk en zonder
in do rede tc worden gevallen. U vult spoe
dig begrijpen waarom."
Weer een aanmoedigend gebaar van dca
kolonel.
„Gij r.ijt, als ik het- wél heb, een vreem
deling hier in Schotland, ofschoon ge mis-
sohicn, te oordcelcn naar uw naam, van
Schotschen oorsprong zijt. Welnu de onder
vindingen, die ik, in mijn hoedanigheid van
shorif, heb opgedaan, hebben mij geleerd,
dat een groep, zooals die, welko ir nu
voor mij zie, con groep, bestaande uit een
vader, een dochter en... en... een vriend
van de dochter, geen zeldzaamheid i in dit
gedeelte van Schotland"
(Wordt vervolg/4.