■Sffo. 15307. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag* 14 Januari. Tweede Blad. Anno 1910. gemeenteraad van Leiden. Uit de ReehtzaaL foryolff der vergadering rJA. gistermiddag. do orde ia rervólgeas^ 10. Verordening, regelende da voorwaar den, waaronder aan bijzondere bewaarscho len subsidie uit de gemeentekas kan wor den verleend. (300, 344. van 1909 en 15) De Voorzitter geeft het woord voor jslgeineeno beschouwingen. Do heer Oarpentier Alting herin- piert dat de Raad indertijd heeft afgas temd Sqjn voorstel om over deze zaak het advies jder Plaatselijke Schoolcommissie in te win den. Dat betreurt spr. Hij zou speciaal over de bevoegdheid en de waards der akten nog Svel eens iets willen hooron. Bh zijn wel ^enigo akten genoemd, maar de innerlijke yzaard© er van is niet beoordeeld. Dat is Joch zeer noodig en daarover had de School commissie goed kunnen adviseeren. De Leid- öcho akte is best, en staat ook in de Ko loniën goed bekend. Maar wat weten we van de andere akten? Dit oen en ander ter Rechtvaardiging van spr.'s vroeger voorstel. Thans een principieel bezwaar. B. en Ws- peggen; de subsidieering van het bijzonder bewaarschool-onderwijs ligt in de lijn. Is dat wel geheel juist? Bij het Lager Onderwijs hebben we sch ier leerplicht en zelfs buiben dat zou er toch e>en zedelijke plicht zijn om elk kind behoorlijk lager onderwijs te doen genie ten. In deze gedachtegang is subsidieering van het bijzonder Lager Onderwijs zeer ge- naolivöord. Maar bij het bcwaarsohool-ofldarwijs is het laders. Hier ip geen plicht, zelfs zijn vele Joudors niet geneigd om hun kinderen naar eoo'n school te sturen. Daarom ligt ook suh- fddieering hier niet in de Lijn. Het lagar jnnderwijs en het bewaarschool-onderwijs zijn id us totaal onderscheiden. Nu heeft de Gemeen té vroeger op zich genomen, ofschoon onverplicht, de instelling yam openbare bewaarscholen. Daaraan zijn Wo natuurlijk gebonden, maar daar kunnen wo telkens af. Niemand kan ons in dezen tot iets verplichten. We staan dus volko men vrij tegenover de vraag: zullen we deze Scholen uitbreiden, (zooals vroeger de vraag was) of zullen we de bijzondere scholen in dezen subsidiecren (zooals thans de vraag is). Mede in verband met den slechten finam- jsicelen loos tand van de gemeente zou spr. deze voordracht willen afwijzen. Nu is dit voorstel nog wol niofc zoo bezwaarlijk, maar als we a zeggen, moeten wï ook b zeggen. En dat zou weldra wel eens zeer bezwaarlijk kunnen worden. Behalve dus dat do gemeente or niet toe ■verplicht Is, zou spr. het in hooge mate betreuren, als er nu reeds op zoo jeugdigen leeftijd scheiding zou worden gemaakt tus- Bchcn kinderen van hetzelfde volk. Het is toch vroeg genoeg als die scheiding op de lagere school komt. De heer Vergouwen betoogt dat do gemeente door haar subsidieering van bij zondere bewaarscholen wel degelijk in do lijn Jiandelt, die aangewezen is. Spr. herinnert dat do instelling van nieu we bewaarscholen veel te duur zou worden. Toch kunnen we in do behoefte voorzien door subsidieeren en dat ia voel goelkoo- per. En als dat to gxooton omvang noemt, k de Raad or tooh nog om in te grijpen. Maar er zijn andere motieven om mos te gaan met B. en Wa. Subsidiecren zal toch hot initiatief zeor bevorderen. Het voor stel is ruim genomen. Geen enkele richting of mecning is uitgesloten. Ieder kan er van profiteeren. De gemeente staat hier dus op het zuivere vrije, liberale standpunt Spr. treedt nadar in historische bijzon dorheden en herinnert aan de wct-Mackay, dio liet onderwerp zoozoït verbeterd heoft evenals do wet van 1905. De salarissen zijn verhoogd, de leermiddelen verbeterd, meer ©n dor wijzers aangesteld. Dezelfde gevolgen verwacht spr. van dit voorstel. Het zal niet de ouders drukken, maar hot onderwijs verbeteren. Daarom heeft dit voorstel voor spr. en de zijnen groote waarde, mits echter de voorwaarden niet tc strong zijn. Echter dank zij hot ruimt*, stand punt dat door B. en Ws. is ingenomen, meent spr. dat de toepassing van de ver- ordering geen bezwaren zal ondervinden. .Wat betreft de vergelijking tusschen het lager- cn het bewaarschool-onderwijs, die gaat volgens spr. niet geheel op. W-j moeten nl. de bewaarschool niet beschouwen om de .kinderen te bewaren, mapr als voorberei ding tot de lagere school. Do h oer Aalborse brengt eveneens hulde aan B. en Ws. voor deze voordracht en wijst or op dat het standpunt van den heer Alting lang niet liberaal of zelfs verdraag- jeaam is. Dit standpunt, docht spr., was overwonnen, maar hier zien we het weer opduiken. Maar bovendien is dit standpunt in zake bewaarscholen niet logisch. Een good geregeld, bewaarschool-onderwijs is een gemeentebelang. Dat hoeft de gemeente er kend door do oprichting van openbare scho len. Maar als nu de subsidieering van het bij zon lor bewaarschool-onderwijs aan de ge meen !e voordeel brengt, en bovendien de ouders tegemoet komt, die toch ook aan de openbare scholen mee betalen, dan is dat. toch zeer onverdraagzaam om te spre ken zooals de heer Al ting. Subsidieering is toch niet een oadeau aan do bijzondere scholen. Zeker dat is een cadeau aan de ouders dier kinderen, maar de gemeente krijgt van die ouders veel groo- ter cadeau door de bijdrage in de open bare school. Spr. brengt dus huldo aan het ruime, liberale standpunt van B. en Ws. en me?nt dat dc thans gedane voordracht zeer zeker in do lijn ligt. Spr. wijst er nog op dat toon voorzichtig zal dioncn te aijn met de amendementen, door den heer Carpentier Al- fcing voor te stellen, als deze zoo'n prin- tópicel tegenstander blijkt te zijn van deze Voordracht. Do lieer Bosch ziet na de woorden door Hen hoor Aalborse gesproken van het woord 4 De beer Per* meent dxt het standpunt van. den hoer Carpentier Al ting misschien nog wordt beïnvloed door zijn Indische er varing. Spr. treedt in bijzonderheden over het nut van bewaarscholen. 8pr. zelf voelt er niet veel voor maar voor vele ouders zijn be waarscholen een uitkomst Spr. herinnert er aan, dat een van de eerste daden van de anti-liberale Prov. Sta ten indertijd was om het subsidie aan de Kweekschool voor Bewaarschool-onder wij ze- resscn alhier in te houden. Maar toen de schoolwet was gewijzigd in den thans heer- schenden geest, hebben diezelfde Staten da delijk het subsidie weer hersteld. Ook herinnert spr. aan het standpunt van den hoer Alting bij de kwestie van de Meisjes H. B.-S. Daar was hij sterk voor het b^Jioud er van. Toen gold het iets in het belang der hoogere klassen dor samen leving. klaar vooral de lagere klassen heb ben behoefte aan bewaarscholen. Ook de andere argumenten van den heer Alting zijn niet sterk, en geenszins sterk genoeg om spr. te weerhouden met aan drang de aanneming van het voorstel van B. en Ws. aan te bevelen. De heer Carpentier Alting beant woordt de sprekers die zijn standpunt heb ben bestreden. Vooreerst echter een woord van protest tegen de uitlating van den heer Aalberse, die roods bij voorbaat zijn wantrou wen uitte degen eventueele amendementen van spr. Dat is ongemotiveerd. Spr. zal volkomen te goeder trouw meewerken, als eenmaal het beginsel van deze voordracht is aangenomen. Er bestaat toch geen de minste aanleiding om in dezen aan zijn eerlijkheid te twijfelen. Overigens wenscht spr. hier over niets meer te zeggen. Wat betreft de hoofdzaak der bestrijding, houdt spr. vol dat het te betreuren is, als er onder kinderen van 37 jaar reeds schei ding wordt gebracht om confession cel e rede nen. Kunnen de kleinen dan in. die prille jeugd nog niet als kindexein van hetzelfde volk naast elkaar zitten Ook omtrent de bedoeling en den om vang van het bewaarschool-onderwijs hier ter stede, houdt spr. zijn standpunt vol. Indertijd in men dat op kleine schaal be gonnen. Men hoeft toen a gezegd; maar daarom is men nu niet verplicht b te zeg gen. Uitbreiding is niet noodig want er is goen plicht die de gemeente er toe noopt en het kost bovendien maar wear opnieuw geld. Dit is een zuiver objectief standpunt cn goenszins onverdraagzaam. Over de nadere bijzonderheden zal 6pr. thans zwijgen. Daarover kunnen we bij de behandeling van de artikelen beter spreken. Do heer S ij t s m a neemt een ©enigszins ander standpunt in dan dc heer Alting. Spr. voelt meer voor een redeneering zooals de heer Kea-stens die hield bij de kwestie van de subsidieering der volksleeszaal. Die Lees zaal moest zichzelf maar redden. Zoo moeten ook de bijzondere bewaarscholen zichzelf maar redden. Wo moeten dus liever niet mét subsidié beginnen. Echter is spr. ©en voorstander van goed bewaarschool-onderwijs- Toen ©enige jaren geleden voorgesteld werd dit openbaar onderwijs hier uit te breiden, waren de heeren Meuleman en Vergouwen er tegen. Do heer Vergouwen verklaarde toen dat hij niet hield van zulk een dres suur van jeugdigo kinderen. Nu schijnt men van een andere opinie. Als we door deze voordracht betere bewaarscholen krijgen zal, spr. gaarne vóór art. 1 stemmen. Het geldt hier niet zoozeer onderwijs, als wel goede leiding der kinderen, fröbelen, spolendo moet men den kinderen leerea hun zintuigen te gebruiken. Voor een scheiding tusschen kinderen van zoo jeugdigen leeftijd om oonfessioneele re denen, voelt spr. ook niets. De catechismus kan hier nog best gemist worden. Anders staat het met hot leerplan. Dat moet goad zijn en daarop moet alle aandacht geves tigd zijn. Spr. vindt 't ook niet goed als !op de bijzon dere bewaarscholen d© kinderen onder het bidden krijt op de handon wordt gestrooid om later te zien of ze wel met gevouwen handen hebben gezeten. De heer Pera: Waar was dat? De heer S ij t s m a: Ook was er in eokele bewaarscholen die spr. met den heer Fok ker bezocht zoo'n onaangename lucht. Do heer Fokker: Ze>r onaangenaam. De heer S ij t s m a: zoodat wc maar gauw weer weggeloopen zijn. (Groot ge lach.) Maar erger is dat er op die bijzon dere bewaarscholen soms niet één onderwij zer is met 'n goed diploma. Dat dient voorkomen. Ofschoon spr. dus in beginsel niet tegen deze voordracht is zal toch de uitwerking zeer zeker veel gewicht in de sokaal leggen. De heer Aalberse wenscht allereerst een blijkbaar misverstand tusschen hem cn den heer Alting uit den weg te ruimen. Spr. heeft nooit bedoeld dat deze met be wuste onoprechtheid hier amendementen ■zou voorstellen. Hij heeft er alleen op wil len wijzen dat het leggen van bezwaren bij het stellen der voorwaarde tot het subsidie volgens j.et beginsel van den heer Alting goed zou zijn doch niet voor de voorstan ders van de subsidieering Spr. treedt in uitvoerige beschouwingen over het begrip verdraagzaamheid. Als alle menschen den kon zooal6 de heer Alting, is er verdraag zaamheid maar ook als allen zoo denken als de Katholieken. Volgens spr. en de zijnen is hot wèl goed zelfs die jeugdige kinderen in den godsdienst in te wijden. Spr. bestrijdt de vergelijking door den beer Sijtsma gemaakt tusschen deze kwes tie en de volksleeszaal. Wel wanneer iedere richting voor zich een leeszaal opricht, dan kunnen we gaan subsidiceren. Maar daar om ging het indertijd niet. Spr. en de zijnen kunnen in dezen zich geen neutraliteit voor stellen. Echter eerbiedigen zij de opinie hun ner tegenstanders maar vragen dan ook voor zich eerbied voor hun opvatting. Spr. is persoonlijk niet warm voor be waarscholen. Zij zijn niet erg hygiënisch. Maar we moeten toch verder zien en als er nu oudere xijn die wel aan bewaarscholen behoefte hebben, dan mogen we hu*L langen toch niet uit het oog verleen. Do beer Keritens merkt op dat de heer Sijtsma, getracht heeft spr.'s woorden indertijd bij de kwestie der leeszaal gespro ken, in het voordeel van «ju standpunt uit te leggen. Maar repd» de.heer Aalberse heeft het onhoudbare daarvan aangetoond. Bij de leetEool gold het een zaak van neu traliteit. Hier werkt iedere richting op zichzelf en daarop is dit subsidiceren ge baseerd. De heer Fokker roorriet dat de sub sidie voornamelijk ten bate van de confes sioneel© scholen ral komen. Spr. gaat in hoofdzaak met don heer Sijtsma mee en voelt ook wel iets voor het standpunt van den heer Aalberse. Maar als men nu maar niet de kinderen dwingt van de openbare scholen te gaan naar de bijzondere. Spr. zou wenschen, ais men eenige pressie hier op bespeurde, dat dan de subsidie werd in gehouden. Overigens cal spr. bij de behandeling der artikelen nader gelogenheid hebben eenige opmerkingen te makon. De heer Pera wil naar aanleiding van de woorden van den heer Fokker even op merken, dat als deze vreest dat de confes sioneel© scholen vooral van de subsidie zullen profiteeren, dat er dan ook van an dere zijde maar particuliere scholen moe ten worden opgerioht. Dan is het weer ge lijk verdeeld. De Voorzitter zal geen poging doen om de zoozeer uiteenloopend© meeuingen samen te vatten. Spr. dankt de voorstan ders van het voorstel van B. èn Ws., al wil hij niet geacht worden, al hun argumen ten ten dezo te onderschrijven. Maar do be waarscholen moeten worden uitgebreid. Ze zijn speciaal voor onze groote fabrieksbe volking een aegen. Nu zou spr. liever ©en 4de openbare school wensohen, maar dat zou toch niet gaan in 'e gegeven omstan digheden en althans financieel wel be zwaarlijker zijn. Daarom moeten wo het subsid'e-voorsbel xanva-arden ab ecu goed compromis. De-ce uitbreiding der scholen is di - goedkoop en voldoet xan veel be hoefte zelfs aan gemoedsbezwaren, al telt spr. deze niet zwaar. Er is gelukkig bij de ouders van gemoedsbezwaren tegen het be zoeken van openbare bewaarscholen nog wei nig sprake. Dat blijkt wel bij de 'nsohrijving. Ton slotte hoopt spr., dat er niet te veel ©n ingrijpende amendementen zullen wor den ingediend, want dan zou het best kun nen gebeuren, dat hij tegen het gthoele voorstel zou moeten 2ijn. Do algomoeno be schouwingen worden gesloten. Het opschrift van do verordening wordt daarop met een kleine redactie-wijziging aangenomen z. h. st. Art. 1, bet beginsel van subsidieering uitsprekende, komt daarop in stemming en wordt met 20 tegen 7 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren De Boer, Carpen tier Alting, v. Gruting, Hoogenboom, Ko- revaar, Reimeringer en Zwiers. Art. 2. Hierbij komt in behandeling het amen dement-Al ting om alleen subsidie aan rechtspersoonlijkheid bezittende instellin gen te geven. De heer Carpentier Altin g zijn amendement toelichtende merkt op, dat de rechtspersoonlijkheid een waarborg is voor de oontinuïteit der inrichting. In de wet op bet L- O. en H. O. worden ook deze waarborgen gevraagd. Het amendement wordt ondersteund. De heer Fokker herinnert aan een kwestie indertijd omtrent dit punt ten aan zien van de Zondagsscholen. De Voorzitter meent, dat het onver schillig is of een particulier of een rechts persoon de inrichting bestuurt. Als de waarborgen die men eischt er zijn, mag de subsidie niet geweigerd worden. De heer S ij t s m a gaat met den Voor zitter mee. Een particulior zal even goed zoo'n school kunnen besturen. Het wordt toch nooit een winstgevende naak. De heer Alting trokfc zijn voorstel op verzoek van den Voorzitter in. Art. 2 wordt daarop aangenomen. Art. 3. De Voorzitter deelt mede, dat hierbij is ingediend een amendement van de heeren Sijtsma, v. d. Eist cn Fokker, dat is dus een werkelijk amendement. (Gelach). Spr. merkt op dat B. en Ws. het amen dement reeds gedeeltelijk hebben overge nomen en vraagt of de heeren het verder nog har*- haven. De heer Fokker: Ja zeker. Waarom niet? Spr. ia wel dankbaar voor de gedeel telijke overname, voor zoover betreft den leeftijd der hoofden, maar zou ook voor do onderwijzeressen een leeftijd willen bepa len. Spr. deelt een staaltje mede van een onderwijzeres of helpster, dat is toch het zelfde, van nog geen 15 jaar cn die f 25 salaris kreeg per jaar. Als nu de school voor zoo'n leerkracht f 50 subsidie kreeg, zou het oen voordeelig zaakje worden, nog afgezien van 'e onwenscbelijkheid v. i heb exploiteeren van dergelijke jonge, goedkoo- pe krachten. De V oorzitter deelt mede, dat B en Ws. nader voorstellen den leeftijd der onderwijzeressen op 15 jaar te stellen. Dit wordt z. h. stemming aangenomen. Art. 2a zal worden behandeld tegelijk met art. 11. Art. 3 wordt r. h. «t aangenomen. Art. 4. Hierbij komen in bohandeliag le amendementee-Alting< Zij worden onder steund. De heer Carpentier Alting stelt voor do woorden in art. 4 (dat de bevoogde acten op&omfc) aan het slot van het 2de lid „eventueel nader in het leven to roepen door B. en Ws. met de bovenstaande gelijk te stellen acten" te doen vervallen. Spr. vindt bet hier ingenomen standpunt incon sequent. Van den Raad wordt gevraagd vaststelling der bevoegde acte maar de even tueele aanvulling er van later, zal door B. en Ws, gesohieden. Dat is niet consequent. Dus óf de Raad alleen óf B. en Ws. alleen, maar niet ieder wat. Spr. zou het ook heel goed aan B. en Ws. alleen toevertrouwd achten. Overigens vraagt spr.Door welke gedach- teogang ia men geleid bij heb vaststellen van deze reeks van acten? De Voorzitter zegt dat B. en Wa. dit zoo hebben voorgesteld opdat de Raad niet later altijd in die aangelegenheden zou be hoeven te worden gekend. Dat zou te om slachtig zijn. Do heer Alting blijft do inconsequen tie volhouden. Spr. zou ook de zaak best aan B. en Ws. willen toevertrouwen. De V oorzitter: Dus U laat het aan B. en Ws. over? (Gelach). Do hoer Alting: Neon, neen, ik hand haaf mijn voorstoL Het gaat hier om de consequentie. Do heer Aalberse merkt op, dat de bedoelde passage in art. 4 nog niet zoo gok is, als zij er uit ziet. (Grootevroo- 1 ij k li o i d). Do scholen die bestaan ken nen we en we kunnen de daar uitgereikte acten beoordeelen maar nu is er een leemte voor toekomstige scholen. Moet nu over la tere acten door B. en Ws. of door don Raad worden geoordeeld? Dat is 'n begrij pelijk standpunt en ook oonsequent. B. en Ws. moeten dan dus het artikel 4 analo gisch uitbreiden. De lieer K e r st e n s verzoekt onder do lijst van bevoegde acten ook nog op te ne men die van de R.-K. school voor bewaar- sohoolhouderessen van de Willebrordus stichting in Den Haag. Die is pas opgericht en zou andera misschien buiten het artikel vallen. De heer F okker meent dat het ilit b(j de opnoeming in dit artikel van de acte scholen de vraag moet zijn of zij bestaat maar of zij goed is en het gaat nu niet aan zoo maar 'n school in de vorordouing op te nemen waarvan we vandaag voor liet. eerst hooren. Overigens meent spr. dat do heer Alting terecht op do inconsequentie van het bedoelde lid van art. 4 heeft gewezen. De heer Aalborse stelt voor in plaats van de woorden: „nader in het leven te roepen acten to lezen: andere acten. Dan voorkomen we dat reeds bestaande doch onbekende scholen or buiten vallen. De heer v. d. L i p stelt een andore op lossing voor. Het is nu al vrij Iaat. Wc ko men toch niet met de verordening klaar vandaag. Daarom zou spr. willen aanhou ding van deze zaak dan kunnen we meteen nog nader ondersoek doen naar c'ic school van den heer Kerstons. Voorzitter zou liever de kwes tie uitmaken. Spr. vraagt of de Raad nu niet zooveel vertrouwen heeft in B. en Ws. om het maar aan hen over te laten zooals het nu is voorgesteld. Wo kunnen later toch altijd nog tien. De heer Aalberse handhaaft zijn amendement. 0(vh met het oog op kwesties in de toekomst. Als we toch wel later nieuw op te richten scholen kunnen opne men, dan toch a fortiori thans reeds be staande, doch nog niet bekende. Het amendcmcut-Alting komt thans in stemming als liet ve-rst-strekkende. Het wordt verworpen met 19 tegen 7 stemmen. Daarop wordt het amenderaent-Aalberse met 23 tegen 3 stemmen .aangenomen. Het geheelc artikel wordt daarop aange nomen. De Voorzitter stelt thans voor de verdere behandeling uit te stollen tot la ter. Aldus wordt, besloten. Bij de rondvraag wenscht de heer E g- bert de Vries een woord t spreken over de groote verbetering in de woning toestanden aan de Geeregrncht. E.t i3 reeds een geschiedenis van ouden datum. De zaak is niet altijd even vlot gegaan. Soms heeft spr. wel eona gevreesd, dat hij het nooit beleven zon, dat zij tot stand zou komen. Maar dank zij vooral de volharding van den wethouder van fabricage zijn we nu zoover. Ook anderen hebben hierbij groote verdiensten speciaal het bestuur van do vereoniging tot don bouw van werkmanswoningen. Maar dat we hier voor deze onooglijke wijk nu hebben gekre gen de fris6che, flinke woningen die we al len dezer dagen hebben 1 uDnen bewonde ren, is toch in hoofdzaak to danken aan de taaie volharding van den heer Korevaar. Moge het hem gegeven zijn n.yg langen tijd rijn krachton aan de gemeente te kannen wijden. (Luid applaus). Niemand daarna meer het woord ver langende wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. llaagMcbe Itcchtbauk. Diefstal van vee uit dew eid e. In de maand November van het vorige jaar werden uit een stuk land in den Es- kamppolder, onder do gemeente Rijswijk, (Z.-II.) een achttal halfwas schapen ver mist. Verdacht die dieren gestolen en ver kocht te hebben, had zich gisteren te ver antwoorden M. T., uit Den Haag, die ech ter ontkende de lammeren uit de weido ont voerd te hebben. Hij had zo op verzoek van twee door hem met namen genoemde per sonen te Rotterdam verkocht, wel betrek kelijk goedkoop, maar toch niet beneden den prijs. Voor zijn moeite had hij f 5 ge kregen en wa daarmede naar Den Haag teruggekeerd. Volgens den persoon aan wien hij de schapen verkocht had, had beklaagde in derdaad alvorens de koop gesloten was, met twee personen er over gesproken, waar op die 2 personen rich verwijderd hadden Aan dio getuige had bij echter ook verteld, dat hij, bckl-, de schapen zelf had gekocht te Pijnacker vo f40 en er al een heel eind mee was komen loopen, hetgeen niet klopte niot een vroeger door hem gedane getuigenis, dab zijn Jastgevcrs de lammeren per schuit naar Rotterdam Lidden gezon de u. Ook een tweed© getuige verklaard© bekl. in gezelschap van twee poreónên te hebben gezien. Daar be 1. boweerde nog m getuige t© kunnen bijbrengen, die in zijn belang zou kunnen verklaren, vroeg de verdedigster, mr. Obreen, schorsing der zaak, hetgeen door de rechtbank, na beraadslaging in raadkamer, werd tocge 'aan. Do gotuige in quaest io 'n soli uiten jago* uit Leidschendam, die de lammeren zou hebben vervoerd cal over 14~dagen bij dt> voortzetting der behandeling worden ge hoord. Debelangrijke ijzerdiof- stal ovor het „IJ". De '1de kamer der Amsterdamséhe - .ht- bank zette gister©" in derde zitting voort de strafzaak van den belangrijken diefstal van 7000 K.K. ijzer op 14 Oct. 1909 van do werf „Springor" aan de overrijd© van 't IJ en obehoorend: aan den koopman H S. Springer, waar eigenlijk 18,000 K.G. ge stolen is ofschoon aan de bckl. L. Polak, M. Presser, D. Zeeman cn A. Zwiel, slechts do ontvreemding an 7000 K.G ten laste ia gelegd. Zwiol wordt als hoofdman van den diefstal beschouwd en hom wordt heling, subsidiair medeplichtigheid aan diefstal ten laste gelegd Er werden nog drie getuigen gehooid. De metaalhandelaar Gobcs doelde mede, dat bekL Zeeman den dag voor den dief stal, dus op 14 October bij hcra was geko men met de mededeeling, dat Zwicl een zolderschuit met gesloopt ijzer voor hem te koop had. Getuige vertrouwde bet zaakje niet en weigerde het te koopen. Getuige Bodokor, do bekwam o rechercheur, was toen juist als getuige in een strafvaak voor do recli uik. Dcc© werd daarop onmiddellijk ontboden in deze zaak te reclierchecren, hetgeen niot tever geefs bleek, w/ t den volgenden dag wor den zij ingepikt. D© officier van justitie mr. Bruin, tracht te in een breedvoerig requisitoir aan to toonen, dat de bewering van de drie eerst© bckl., dat hen door Zwiel als werkgever was opgedragen voor hem aan dccen toolio- hoorend sloop ijzer van do opslagplaats over het IJ naar Amsterdam over te brengen, evenmin waar kan zijn, dat bekl. niet zou den geweten hebben dat die opslagplaats en het daarliggond ij eer van den heor Sprin ger zouden zijn. Verder wees o.m. het O. M. op do te genstrijdigheden in de verklaringen van bekL tijdens don duur dor instructie. Het feit staat vast, dat de schuit, waarop liet gestolen ijzer vervoerd is, herhaaldelijk op last van den vierden bckl. A. gehuurd en betaald is; oclfs betaalde hij de schade van een ontstaan defect aan de vaarboom. Alles bewijst dat de diefstal met Zwiel voor af beraamd cn uitgevoerd is. Ten slotte requireerdo hot O. M. schul digverklaring van do vier bckl. en dal rij zullen gestraft worden, do eerste drie we gens diefstal in verccniging tot 3 en Zwiol wegens heling tot 2 jaar. Bekl. Presser kreeg bij het hooren van dozon eisch, een ontcofctendcn zenuwaan val en 9 rijksveldwachters konden hem met uiterste inspanning naar dc benedenzaal overbrengen. Een goneesheor werd telepho- nisch ontboden In dc namiddagzitting kwamen de ver dedigers aan hot woord, n.l. Mrs. Jelling- baus, Muller Massie en Vuysting. Uitspraak 27 decor. Poging tot doodslag De rechtbank te Groningen vcroordeol- d© gisteren, ovoreenkomstig den eisch van het openbaar ministerie, den 21-jarigon J. H., to Uithuiccrmeeden, wegens poging tot doodslag op den 14-jarigen Ubbo Ansina, dien liij mot een, met hagelkorrels geladen geweer in den rug schoot, tot drie jaar en drie maanden gevangenisstraf. Ook do civiolo vordering, bedragende f 18.35, is toegewezen. Het afscheid van bargcDiee»ter Van JLccnweu. Gistermorgen hebben de militaire autori teiten to Amsterdam en corps afsch-id ge nomen van den aftredenden Burgcmeest r. Om 12 uren werden zij door mr. Van Loou- wen in de Raadszaal ontvangen. Genoraal- majoor S. S. van Nootcn, commandant der stelling t© Amsterdam, tevens bovelhcbocr in de 1© militaire afdeeling, dankt© den Burgemeester voor do aangename wijze, waarop hij steeds met hen heoft saamg» werkt, en mocht van mr. Van Loeuwcn do verzekering ontvangen dat hij steeds met genoegen aan dio samenwerking zal te rugdenken. Behalve generaal-majoor Van Nooten merkte men op den plaatsclijken comman dant, kolonel Brocx; den commandant van hot 2de regiment infanterie to Amsterdam in garnizoen, kolonel Frogor; en de hoofden van afdeelingen. In do middaguren verschenen ten stad huis de president der arrondisscmentsrechb bank, Mr. P. Coninck Westenberg, de of ficier van justitie Mr. 0, Baart do la Faillo en do griffier Mr. J. A. Bas, als vertegen woordigers van de rechterlijk© macht daar ter stede. Heden en morgen worden de hoofdambte naren cn ambtenaren in do gelegenheid ge steld afscheid to nemen. Do leden van den gemeenteraad (met li- zondering van de sociaal-domocratische fractie) zullen aan mr. Van Leeuwen ter herinnering een gouden, een zilveren en een bronzen penning aanbieden, aan de voor zijde vertoonend zijn beeldenaar, aan d© keerzijde een inscriptie. Ook de vier web» houders geven een souvenir.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5