VOOR DE JEUGD - ÊIDSCH DAGBIAD Een siad van lucifersdoozen. Goede oplossingen ontvangen van: No. 15305. Woensdag* 12 Januari. Anno 1010. 1 Si- Ingoz. door „Vivia." Een Amerikaan en een Engolsohman za ten in een spoorwagon. Weldra waren ze in een druk gesprek gewikkeld. De Ameri kaan vertelde dat hij een groot jager was en dat hij in een dag 999 snippen gevangen had. De Engclschman die wel begreep dat dit niet waar waB zeide: Waarom zegt gij niet 1000." „Neen," zei dc Amerikaan, „ik ral om één snip goen onwaarheid zeggen." De Engclschman wilde dit gezegde door een nog grooter leugen overtreffen. Hij zei- do daarom: „En ik heb gezien dat iemand van Liverpool naar Boston over den Atlanti- echcn Ooeaan zwom." „Hebt gij het zelf gezien?" vroeg de Amerikaan. „Ja," zei do ander, ik voer mot een st-oomboot over den Atlantisehen Oceaan." „Wol het verheugt mij dat gij het gezien hebt," antwoordde de Amerikaan, „want ik was die man." Oplossingen der Raadsels. i. Wie niet booren wil, moet voelen. II. Schokland. m. Vergeet-mij-niet. IV. De kapitein. V. Kolonel. „Vivia"; Zus Rijks; Wilholmina Mulder; Hendrik Molenaar; „Juliana"; Gerard en Liesjc Dingjan; Piet van Dorsten; Jan en Willem Stokhuyzcn; „Piet Wijs"; «Jato van Dorsten; „Blikoortje"„Dessendiaan" Cato Hassclhach; „Do Kleine officier"; Geertrui en Jacobus Erades; C. L. Janssen; „Silvia"; Wiebo Lautcnbach; „Do ferme jongen"; Chr. de Graaf; H. Witte; Leo v. d. Berg; Jacobus Optendrees; „Het vogeltje"; „Boschanemoon"„De kapi tein"; F. Wempc; A. F. v. Droumel; De tuinman"; „Doornroosje"; „Zephrena"; Margaretha Bom li; Jacques Vallontgood; Pieter en Richard de Geus; „Twee Onder officieren"; „Do duifjes"; „Mignon"; Trijntje Zedlstra; „Vergeet-mij-niet"Lien- tje en Iznk Siere; ..Sijsjo"; „Goudfazant"; Pietor en Catharina Sohaft; Christina Werk; Cato Truus; Agnes Jansen; Plona den Holder; Abraham van Rosmalen; An na de Jong; Sandrina Krüger; „Do twee jongeten"; Tmida en Hendrik den Her tog; Jan en Marie v. d. Bosch; Helena Krüger; „Dollarprinses"„Anjelier"; Hendrika den Hertog; Greta Wijting; Cato Vallontgood; Cornells Bloot; „Offi cier"; Willem Broers; L. Links; Hendrik do Nie; „Vera" „De drie Gebloedr/s" Suae UI jeeMargaretha van Moygaarden „Rosa Fluweeltje"; Kruid jo-roer-me- niet"; „Doornroosje"; Margaretha en Ni- colina Smit; „De twee kersen"; „Olden- barneveld"„Rietvinkje"; „Tweelingen", Martinus Optendrees; „Roodborstje"; Cato van Riet; „Theeroos"; Nioo v. d. Reyden; Christiaan Paauw; Catharina Barendse; „Erika;" „Edelweiss"; „Kapitein-gene raal"; Everdina Schipper; Johanna en Geertruida Beetelink; „Adjudant"; A. M. Slegtenhorst; „Sneeuwwitje"; Marie Trel; „Astronoom"; Wilhelmina H. Court; Marie en Piet Sasburg; „Aronskelk"; Neeltje en Maria Kuivenhoven; Jacoba Eggink; Hen drik Kriek; „Brunette"; „De twee Gebroe ders"; Emma"; „Do twee matroosjes"; „Tromp"; J. M. do Koning Jr.; Golida de Jong; H. M. v. d. Bos; J. L. v d. Bos; Leendert, Neeltje en Willy van Lange; Catharina van ItersonJohanna van Eg- mond; Asschepoetster"Louis van Ame- rongen; Antoon, Gerard en Bet-sie Righart van Qelder; Israël Slager; A de l'Ecluse; Lena d. Reyden te L 1 d e n. Jansjo Smit, te Benthuizen. Anton Bekker, „Slagertje", t« Bode grave n. Hendrika Goldbergte H a t e r s w on d e. Cornelis Horsman; „Pauwin" tc Lei» d e rd o r p. Jnnne Timraers; Louise Rijndam, te Ocgstgeesi Cor en Mina van Staveren te O u d c- Metering. Jan Kromhout; Jerocntje van Delft; te R ij n s b u r g. Rcngert Eggink; Mie, Barend en Jo Ko ning; „Dik Trom"; Josia Kwak; te V o o r- schoten. Ida van Leeuwen; Jannetje Zwaan te Valkenburg. „Theeroos"; Arie de Jong; Mechteltje de Jong; te W a s s c n a a r. Arie Vlaardingerbroek te Zoeter- m e e r. Margje van Donk; Comelh Hulsbos Jzn. Aartje Parlevliert; Johanna Parlcvliet; Betje Hulsbos teZoeterwoude. Prijzen vielen ten deel aan: C. L. Jans sen, „Silvia" te Leiden. Correspondentie. „Juli an a". Als je naam tot nu toe onderaan op de lijst voorkwam was dat toe val meisje, want je briefjes komen steeds tijdig in mijn bezit. Gelukkig voor je, dat je oogen, nu geheel genezen zijn en je dus geregeld naar school kunt gaan, want het is zoo jammer als je bij jo medeleerlingen ton aohter raakt. Ik felioiteer jc met do mooie cijfers op je rapport. „V i v i a". Als jc broertje al vier we ken ziek is, begrijp ik, dat de feestdegen voor jullie alles behalve pleizicrig waren Wat scheelde hem en hoe gaat het er mee? Prettig voor je dat het je op de zangver- eeniging zoo goed bevalt en je het er zoo prettig vindt. Ik houd heel veel van koor zang. „Blikoortj e," Alhoewel je schuil naam nogal wonderlijk klinkt, heb ik er geen bezwaar tegen, hem in onze rubriek op te nemen. „M igno n". Met genoegen vernam ik, dat je zoo bijzonder in je schik was met het gewonnen boek. Wil je nu ook eens probeeren mij eenigc nieuwe raadsels en anekdoten, toe te zenden? „D oornroosj e". Vriendelijk dank voor je beeldige briefkaart. Ik begrijp zeer goed, dat je er mot de feestdagen niet aan toe kwam te sohrijven, vooral omdat jullie zooveel bezoek kregen. ,,0 1 d e n b a r n e v e I d". Ik kwam in het bezit van je raadsel, vriendje, maar je moet niet denken dat ik dat nu maar zoo dadelijk kan plaatsen; je zult das een beetje geduld moeten oefenen. Jok en Freek Bey. Vriendelijk dank voor je lieve woorden, jongens. Het doet me innig genoegen, dat mijn ver haaltjes zoozeer in je smaak vallen en jc nog steeds veel belang stelt in ons blaadje. Dank voor jo toegezonden bijdrage. „A r o n s k e 1 k". Voor de beeldig mooie kaart, mijn besten dank. De anekdoten hoop ik binnenkort te plaatsen, terwijl ik de beloofde raadsels gaarne te gemoet zie. Margaretha en Nioolina Smit. Welzoo meisjes hebben jullie do Kerstvacantie in Haarlem doorgebracht? Jammer, dat je zulk ongunstig weer ge troffen hebt; doch om dezen tijd van het jaar kan men niet veel beters verwach ten. Ik ben intusschen blij, dat de maand Januari in hot land is en we de donkere dagen s^ter den rug hebben. Nu gaan we weor aftellen, nog drie maandjes en de lieve lente doet haar intrede! „Kruidje-roe r-m e-n i e t". Geduld maar, klein vrouwtje, nog een beetje ge duld wie weet. hoe spoedig het voorjaar komt, om je nieuwe krachten te schenken. Als jc maar eiken dag een uurtje in de buitenlucht kunt vertoeven, zal je stellig wel verder opknappen. J. v. Wijk. Zooals je ziet is er al een ander meisje, dat dcDzeifden schuilnaam aangenomen heeft, zoodat ik je voorstel een anderen te bedenken. Wat het brieven schrijven, aangaat., verzeker ik je dat het niet zoo moeilijk is als je denkt; er is slechts een beetje oefening voor noodig, dat is al. Je zult zelf ondervinden, dat hoo meer je het doet, hoo gemakkelijker en vlugger het gaat. A. F. van Dreumel. De briefjes moeten Maandagmorgens voor tien uren aan ons bureau bezorgd zijn, wat daarna komt, wordt eerst in een later nummer behandeld. „H etVogeltj e." Van harte welkota kleine zanger 1 Ik vind het heel aardig, dat! je me elke week een liedje voor wilt zin gen en beloof je een prijsje, a-ls je goed' je best doet. „Silvia." Het is volstrekt mijn bedoe ling niet, dat de kinderen zelf anekdoten zullen samenstellen, zo kunnen die over nemen uit andere tijdschriften, boeken, kalenders, enz. Cato Hasselbaoh. Ja meisje, ik^ vond hot recht prettig, dat het op Nieuw jaarsdag zulk mooi zonnig weer was, het stemde zoo vroolijk en het was als eepj belofte voor de toekomst; laat ons daar-, om hopen, dat het nieuwe jaar ons nog eexij reeks van zulke mooie^ zonnige dagen zal brengen en een weinig schadeloos stellei* voor het oDgunstige weer van 1909. J. Tak. Ja vriendje Verkade's plaatjes, is wel aan te komen. Je kunt het met eepj onderlinge correspondentie probeeren. Je moet daarom op een apart stukje papier, schrijven, wat je precies wilt hebben enj het briefje met je naam onderteekenen, dan zorg ik voor de rest. Lena v. d. Reyden. Potloodsohrift^ is soms heel onduidelijk, het kan dus best zijn, dat daardoor je naam niet op do lijat) vormeld stond. Jansje Smink, te Benthuizen. Je bent heusch de eenige niet, die met mij correspondeert, zonder mij persoonlijk te kennen, want ik ontvang wekelijks hon derden briefjes van raadselvriendjes en vriendinnetjes, die mij heusoh nooit gezien hebben. J oh a n n es 8 m i n k, te Benthuizen. Het is mij onmogelijk je in de correspon dentie to melden, of je ingezonden bijdra gen è.1 of niet voor plaatsing geschikt rijn, dat zon te veel plaatsruimte vorderen, daarom moeten de kinderen, dat afwaoh-' ten. Ze mogen echter intusschen steeds nieuwe raadsels en anekdoten inzenden. ,»8 I a g e r t j e". De bewuste kaart bob ik inderdaad ontvangen. Alle vriendjes en vriendin netjes, die mij hartelijke gelukwen- schen en mooie kaarten toezonden bij dc. herdenking van mijn geboortedag, zeg ik hiermede hartelijk dank voor hun lieve vriendschap. Het zou mij onmogelijk ziju elk kind afzonderlijk te bedanken, maar geloof mij, beste jongens en meisjes, het is even hartelijk gemeend. MARIE VAN AMflTEL. -Qt IE CV x;C eïOc-w ••j Ka 1 r -- Afb. 2. lang 12 cM„ breed 7 cM. In dit stuk karton wordt mot een scherp mesje een reohto snede gemaakt en op die snede het karton voor zich tig omgebogen, waar door het «fair ontstaat. Dit wordt nu op het huis geplakt, zóó als de cijfertjes 4, 5 en 6 op Afb. 1 aangeven. In plaats van vast te plakken, kan men hot dak vastbinden, evenals dit bij de spoorwegwa- goms is beschreven. Voor do grootero hui zen, diie uit vier doozeu elk bestaan, han delt men vrijwel zooals voor de kleine woningen is aangegeven, met dit verschil natuurlijk dat de zijstukkon en het dak naar verhouding grooter moeten zijn. Voor dit laatste gebruikt men een vierkant stuk karton ter grootte vau 14 X 14 c.M. Afb. A Na deïi zoo goed geslaagden bouw van don spoortrein verleden week hebben onze vriendjes en vriendinnetjes, vartrouwen we, niet stil gezeten, maar trouw aan onzon op roep, ijverig ledige lucifersdoozen verza meld voor den bouw van -een stad. Verbeeld-je, een stad bouwen! Dit is maar niet hot work van don eersten don besten; maar wij, die onze sporen als bouwkundigen alreeds verdiend hebben, en zulk een reuzen werk als het bouwen van een spoortrein tot Voor de kerk lijmt men twee rijen elk van drie rechtopstaande doozeu aan elkaar' op de eerste twee waarvan er nog tweo worden geplaatst voor den toren. (Zie Afb. 2). De toren anijdt men uit stevig karton. Men bezigt hiervoor een stuk lang tfc 33 Afb. 1. een goed einde hebben gebracht, wij dein zen nu voer niet» meer terug. Laat ons echter eerst eens zien of we gereedschappen en bouwstoffen voorhanden hebben: oen schaar, een pot met lijm, een stuk stevig bordpapier, dat we op tafel leggen, om deze niet t« beschadigen; ver der gekleurd papier, karton en ton slotte het voornaamste: de ledige lucifersdoozen. "Wo hebben hiervoor heel wat doozen noo dig, voor de kleine stad met kerk, die we Sn Afb. 4 zien afgebeeld, ongeveer veertig. Hoe meer we er echter heb ben des te grooter kan de stad worden. Is alles voorhanden, dan gaan we aan den slag. "We beginnen met de kleinste huisjes; die zijn zeer eenvoudig en be staan elk slechts uit een enkele doos (zie Afb. 1). 'Deze doozeu zet men on den longen om allen kanl, waaraan men gewoon is de lucifers te schrappen. Aan de voor- en ach terzijde dezer aanstaande woningen plakt men nu een stuk karton, dat spits toeloopt. De lengte van dit stuk karton tot aan de spits gemeten be draagt 9Va oM- Hier- overheen komt het dak. Daarvoor snijdt men uit m yinrkast itftk kêr.tfla Afb. 8. cM., breed 2G cM.dit' tvordt over de ge- heele lengte door drie rechte inkervingen in vier gelijke doelen verdeeld cn omge-( gevouwen. Op 11 cM. maakt men oen- dwarse inkerving voor het vormen der spits, terwijl men tevens van af doze inkerving van elk der vier doelen noar het midden schuine stukken afsnijdt. (Gaarne zouden we van een en ander oen knippatroon hebben gegeven, maar de plaatsruimte laat dit niet toe. Aan die jeugdige lozers, voor wie onze beschrijving niet duide. lijk genoeg mocht zijn#, geven we daarom den raad, de hulp van vader of ouderen broeder in te roepen). Het dak der kerk be. staat uit een stuk bord-* papier ter grootte van 13 X 14 cM., waarmede op dezelfde wijze wordt, gehandeld als met de daken der huizen. Zooals Afb. 3 duide lijker tc zien geeft, vol tooit men de kerk met op do torenspits een haantje te plaatsen en up het dak dor kerk een- ooievaarsnest. Ook dient de kerkklok met vergeten '.e worden (zie Afb. 4p De doken der huizen werden voorts naar keuze nog versierd met. schoor, steenen, waaruit men dm rook tat ppstjjgofc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 11