Vo. 25295. LEEDSCK DAGBIiAD, Vrijdag- 31 December. Eerste Blad. Anno 1909. Offieieele Kennisgeving. DE NL&MLUS21ER. PERSOVERZICHT. Kamers Tan Arbeid voor de Bouw bedrijven, de Textielnijverheid, de Voedings- en Genotmiddelen en de Winkel* en Grosgiersbedrjjren. Burgemeester en Wethouders van Leiden Gezien de wet op do Earners van Arbci 1 fen het Kon 1 caluit var 6 Janaart 1883 (Staatsblad No. 20) tot vaststelling van een Itiesreglement voor di© Kamers; Herinneren da hoofden of bestuurders Tan de navolgende bedrijven: A. vertegenwoordigd in de Kamer van (Arbeid voor de Bouwbedrijven. lo. het bewerken van hout, steen of mo talen; het leggen yan electrische geleidin gen of van gaa- of waterleidingen; het schilders-, stoffeerders-, behangers-, bei ers-, stukadoors-, mandenmakers-, aard- werkers- en aatenakcrsbedrijfbet ont werpen van en het houden van toezioht bij bet uitvoeren van bouwplannen; 2o. de boek-, couranten-, steen- en plaat drukkerijen en de lettergietorijen; de boek binderijen; de cartonnage- en de pketogra- phie-inrichtingen; Ji. vertegenwoordigd in de Kamer van {Arbeid voor de Textiel® ij vorheid: ide spinnerijen, weverijen, ververijen, blee- kerijen on drukkerijen van wol, katoen of lianen de katoen*dechterijea, de nettenmakerijon, «de breicrijen de watten-, kapok- of veeren- bereiderijen, do zadelmakerijen, de vellcn- blooterijcn, de leerlooierijen en de zeemie- Jderfobriekeo bot vervaardigen »an kleederen# hoeden of Bchoenen; de wasch- en atrijlanrtchtiiigon 90 de kleecerververijeo C. vertegenwoordigd in de Kamer van Arbeid voor do Voe lings-en Genot* 'middel en: lo. de brood-, fcoek-, beschuit-, suiker- en banketbakkerijen 'dc cacao- en de ohooolade-, de meel- en de rui vel fabrieken ido tabak- en sigarenfabrieken; do bierbrouwerijen de jenever- en de li keurstokerijen, benevens do m ineraal water fabrieken de slagerijen de zeepfabrieken; 2o. de fabrieken van verduurzaamde lo- ffensmidaelen D. vertegenwoordigd in de Kamer van (Arbeid voor de Winkel- en Grossiersbodrij- Ven: 'do winkel- en de gvossiersbcdrijvon, voor zoover die niet zija of zullen worden ver tegenwoordigd in een andero Kamer van Arbeid, waarvan het gebied zich over de gemeente Leiden uitstrekt; aan hun verplichting om vóór 15 Januari k. een lijst of zoo noodio; lijsten op te ma ken van de namen en de voornamen der manoelijko en vrouwelijke personen, dio in bun bedrijf tinnen het. bied der boven- genoemdo Kamers van Arbeid (welk gebied zich alleen uitstrekt over de gemcento Lci- iden) als patroons of in hu.1 dienst als werklieden werkzaam zijn geweest ge durende het laatst ver'.oopen kalenderjaar, jroor zooveel de onder A 2o B, 0 lo. en 0 genoemde '>edrijven betreft, of gedurende het laatste tijdvak van 7 maanden, waarin gewerkt is in de bedrijven, genoemd oodor IA. lo. èo O 2o. en om die I ij at of lijsten vóór 15 Januari e.k. aan hun College in te zenden. Onder patroons verstaat de wet de hoofden of bestuurders van een bedrijf, waarin ten minst; één persoon bovon do Van den toron liet de wachter zijn blik- jkon gaan over de stad. Hij zag, hoo yer en vlak zij aan zija voelen lag. Do rivier, idie tusschea haar cevers stroomde, was voor Jxem slechts een doorzichtige waterstreep. Do hoornen drongen zich op do aarde samen, Ido blauwe daken staken bij do witte muren fef, en de mcnsclion, die door do straten liepen, waren voor hem stipjes. Toen hij te oud was geworden., om in zijn dagelijksche behoeften te voorzien, had Snen hem boven in den toren gezet. Hij zag ld aar de vermoeide vlucht der raven, over de bergen en leefde bij zijn klokken. Met do pogen volgdo hij door het ronde gat van ideu vloer de bruine koorden, die in de klank volle diepte van het schip <der kerk tot Iflca met tegels bevloerden grond neerhingen. Die ronde opening, waar zeer gemakkelijk jecn man door kon, veroorzaakte hom niet (Ie minste duizeligheid. De eentonigheid van dit loven werd dage lijks door een bezook van zijn dochter on derbroken, die tem zijn eten bracht. Hjj informeerde dan naar alles, wat in pe stad gebeurde; naar het koren, dat door Öon wind werd bewogen; naar de kudden Sn do verto op den achtergrond, zoodat hij, .toen hij al vijf jaren ïuot van zijn plaats was geweest, zijn beenen hadden hem pok niet meer beneden kunnen brengen piet alles in het stadje bekend was. Dikwijls kwam een reiziger bij hem bo- yon en dan was het «een groot genoegen yoor den ouden man den toerist iets van den 'omtrok te vertellen en hem de bosschen en landwegen to wijzen. „Dat is do weg, die naar de markt loopt. Hier is het gemeentehuis, iets verder dp school. Daar bevinden zich do ruïnen van fcen onde abdijhier maakten de Engelschen In den honderdjarigen oorlog bressen in (te ti^dlon. Oo.dezen heuvel, dien mfin den J(Leeu- twintig jaar tegen genot van loon werkzaam is, en allen, dio op bet b.lieer der hoofden of bestuurders toezicht houden, benevens hen, die door het hoofd of den bestuurder van een bedrijf in den regel belast worden met het ontwerpen van wetenschappelijk© plannen en modellen of met het aoen van wetenschappelijke proeven, do procuratie houders, alsmede de personen, die bij ont stentenis van het hooid of den bestuurder va® het bedrijf, dat hoofd of dien bestuur der vervangen. Onder werklieden verstaat de wet alle anderen, die tegen genot van loon in een bedrijf werkzaam zijn, behalve degenen, die geheel d gedeeltelijk gezag over ando ren uitoefenen. Op die lijsten mogen niet vermeld worden zij, die gedurende het laatst ver- loopen kalenderjaar, waarin in de onder A 2o., B, 0 lo. en D genoemde bedrijven »a gewerkt of, voor zooveel de onder A lo. en 0 2o. vermelde bedrijven betreft, die gedu rende hot laatste tijdvak van 7 maanden, niet binnen het gebied der bovengenoemde Kamers van Arbeid bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam zijn ge weest. Op die lijsten behoeven niet vermeld te worden zij, die geen ingezetenen des Rijks of geen Nederlander zijn of dio op deh 15den Febr. k. den leeftijd van 25 jaren niet zullen hebben ^ereikfc. Zij, die gedurende het laatst verloopen kalenderjaar, waarin de onder A 2o., B, 0 lo. en D genoemde bedrijven is gewerkt-, of, voor zooveel de onder A la en O 2o. vermelde bedrijven betreft, gedurende het laatste tijdvak van 7 maanden ;et in het bedrijf van hetzelfde hoofd of den- zelfden bestuurder zijj werkzaam geweest en die aanspraak kunnen maken om ge plaatst te worden op een kiezerslijst voor bovengenoemde Kamera van Arbeid, zijn bevoegd vóór 15 Januari e. k. aan gifte te doen bij Burg-meester en Wethou ders voornoemd. De formulieren dezer aangif ten, zoomede die der lijsten zijn kosteloos voo** b ela nghobben- den ter Gemeente-Secretarie verkrijgbaar. Voorts worden de hoofden cn 1.-stuurders van de hierboven genoemde bedrijven er, voor zooi eel noodig, i herinnerd, dat het opmaken en inzenden der lijsten een verplichting is, tegen welker niet-nakoming 6traf is bedreigd bij artikel 43 der Wet op de Kamers van Arbeid, luidende als volgt: Hij, diewederrechtelijk nietvoi- doeb aan een hem ineenigen krachtens deze wet uitgevaar- digden algemeenon maatregel van bestuur opgei egdeverpl ich- ting, wordt gestraft raot hechte- r. ia van ten hoogste 1* dagen of geldbootevan ton hoogste vijf en zeventig gulden." Burgemeester en Wethouders voornoemd^ J. A. VAN HAMEL, Weth., Loco-Burgemeester. VAN HÉYST. Secretaris. Leiden, 24 December 1909. „Het Centrum" liet zich over de aubaidiesaan h e t b ij zonder onder- wijs aldus hooren: Er moet verandering komen in den toe stand, dat de bevoorrechting nog altijd even sterk aan het openbaar onderwijs ten goede komt. De financieel© bezwaren schijnen voors hands te groot to wezen, om in dio scheevo verhouding verandering te brengen. Maar er dient dan toch voortdurend in die richting te worden gewerkt. En zeker is het onbillijk, dat de bijzon dere school eckd Rjjksgeid krijgt, terwijl door haar bestaan dikwerf de oprichting en het onderhoud van openbare scholen aan de gemeente wordt bespaard. Daarvan zegt hek „UVrfeóktsok Dag blad onder andere Met andere woorden: Gq, liberalen, gaaft bij de wet-Maekay uw vinger, in 1905 na men wo er nog 2 bij an nu zijn wo eerst recht bewust geworden, dat eigenlijk do ge heel© band ons toekomt. Het schijnt af en toe wel eons of men ter linkerzijde nu ook maar de laatste vin gers uit eigen beweging wil gaan afstaan. Rode voeringen als van dr. Boe wijzen in die richting. Dio redevoeringen worden dan in de rechtsoh© pers uitbundig geprezen en als het ware liberalisme gelauwerd, alsof men daar, tor rechterzijde, den keursteen van het liberalisme in pand hield. Of er in dien lof geen renten tot be duchtheid schuilt? Zeer zeker wel. En hoe weldadig dc goedige, vertrouwende en ver trouwenwekkende houding van dr. Boa ook gemeenlijk aandoet, wij vre;zen, dat hij in zyn groote verzoeningsgezindheid al to veel vergoot, dat in de politiek, juist als in het huwelijk, do liefde niet van één kant be hoort te koinoe, Daarentegen schrijft „Politicus" in do „OprechteHaarloiE8che Courant" over dr. Bos, naar aanleiding van diens redo bij het jongste onderwijsdebat: Boven hem (Ter Laan), boven allo an deren uit: dr. Bos, die olie kwam gieten op de stonnachtig-ziedende golven. Dio de pala dijn was dor pacificatie. Flink, moedig, niet beducht voor do beeohuldiging van tot „de rechtschen" af te zakken. Die de leus hoog hield van: "Weg met oude veeton! "Wij moe- ton slechts één doel hebben: verbetering van het volksonderwijs, opdat èn de onderwijzers èn do „kindoren van het volk" gebaat war den. Deugdelijkheid van hot onderricht, hechte waarborgen daarvoor en vrijheid in den ruimen, waarachtige® zin des woords: vcor elke overtuigingnaakt het staatsonder wijs, dat norm behoort to blijven; dit be hoort ons streven to zijn. De man van rjjzig-kloeke gestalte, mot het eerlijke, vriondeljjk-klcurigo gelaat, do schrandere donkere oogen, dozo „liberaal", in den echten, mooien zin van het begrip, heeft dat beginsel in ons Parlement verkon digd. En al liet gekibbel, gekonkel, gekra keel van roode, zwarte en andere visschertjcs in troebel water, zinkt er immers bij in het niet! Dr. Bos' rede, die de bewondering van allo eerlijken in en buiten don kring dor Binnenhof-vrceden wekte, vormt eon der weinige lichtpunten van dit langdurig be- grootingsdebat, zoo al niet het moest-glan- zende t In „Het Kind" komt voor dezo vo rge- lij king omtrent de dougdon en on deugden van het tegenwoordig-; en het vroegere geslacht. Do doctoren G. Heymans en E. Wiersma, te Groningen, houden zich roods sedert ©enigen tijd bezig met verschillende psycho logisch© vraagstukken, betrekking hebbende op het leven der mcnschen, to onderzoekon langs statistische® weg, door inlichtingen op grooto scliaal in te winnen omtrent het voor komen van geestelijke eigenschappen bij ver schillende personen. Zoo hebben zij uit ruim. 400 familie-berich ten de ouders en kinderen met elkander ver geleken, ten einde daaruit het verschil op te maken fusschen de tegenwoordig© gene ratie met de onmiddellijk voorgaande. Als eerste resultaat van hun onderzoek vermelden deze schrijvers: een grootere be daardheid en rustigheid der oudere tegen over meerdere beweeglijkheid en onstuimig heid in bewegingen en handelingen (lor jon- gero generatieverder meerdere bedacht zaamheid en beginselvastheid daar, meer im pulsiviteit hier en ten derde iets grootere besluiteloosheid bij de ouderen, resoluutheid bij de jongeren. Meer ijver bij den dage lijksche® arbeid, sterker neiging om bezig te zijn, meer aandrift om iets aan te pakken en uit te voeren bij de oudere, maar ge makzucht bij de jongere generatie bij wolk© op den voorgrond treden luiheid, neiging om verplicht werk te veronachtzamen voor niet-verplichto bezigheden en als gevolg daarvan meer moedeloosheid en stijfhoofdig heid. Onder andero eigenschappen en neigingen verdient nog vermelding, dat onder do jon geren minder drankzuchtigen en regelmatig© drinkers voorkomen, iets minder geldgidri- gen ook, heerschzuchtigen, diplomaten en intriganten; zij zijn echter moei' gesteld op goed eten en drinken, hua aard is minder medelijdend en hulpvaardig on meer egoïs tisch ook zijn de jongeren in geringer aan tal absoluut vertrouwbaar, zookon meer ge not en genoegen on zijn zeldzamer huiselijk van aard. Wat de eigenlijk© noigingou van het intellect aangaat, zoo wordt meer dan vroeger gelezen; meer knutselwerk verricht en moer verzameld; er wordt daarentegen minder aan verstandsspelen, moer aan geluks- spolon gedaan; do belangstelling in familie- en vermogensverhoudingen is afgenomen en er wordt minder over personen, meer over zaken en meer over den eigen persoon ge sproken. Over nog andero psychische uitingen wordt, door de genoemde onderzoekers het volgende medegedeeld. Er beslaat bij de jongeren miu- dere neiging tot complimenten maken, moor frequente verstrooidheid, vermindering van don zin voor orde en petheid en minder© punctualiteit, to gelijk met grootere neiging tot ironie in do conservatie. Tom slotte raag als zeker onderscheid tusschea dc vroegere, en do tegenwoordige generatie, althans wat betreft het mannelijk geslacht, worden go- boekt: een duidelijk uitgesproken neiging tot vermindering der activiteit en tot ze delijken achteruitgang; do lrvateto wordt bij de tegenwoordigo jonge vrouwen gecompen seerd door cenigen vooruitgang hoofdzakelijk op intellectueel gebieddezo compensatie ontbreekt echter bij do mannen. Do „Nieuw© Arnhomsoho Cou rant" betrourt liet, dat hot initiatief, om oen voorstel tot enquête over tie door dr. Kuyper aan gebrs. Lehmann verleende cn gedachte decoraties in to dienen, pan mr. Troolstra is overgelaten. Voor wio aan dr. Kuypers onschuld gcloovcn, waro liet, volgens liet blad, plicht gowcost, zeiven het voorstel to doen. Hun nalatigheid cn dnar- na het voorstellen van een ©ereraad noemt het blad een bewijs vau zwakheid, van niet overtuigd zij11 van onschuld. Allo partijen, doch iu liet bijzonder do Liberale Unte- mannen hadden hot zich tot oca plicht moe ten rekenen, een enquête-voorstel in te die nen. Maar, als zoo dikwerf, gaven do lei ders der vrijzinnige parlementair© groepen ook nu weder het bewijs van gemis aan politieken zin en durf. Verwacht mag nu echter wordon, dat het vooratol-Troolstra zal worden gesteund, voor al nu mr. Troolstra zorgvuldig vermeden heeft den persoon vn® dr. Kuyper in hot onderzoek te betrokken. Do vragon botrcffcn ail© uitsluitend do verhouding, waarin de Minister, als zoo danig, stond tot moj. Wcslmejjor en do bcido heeron I^ehmann. Daarmee is uitbreiding van het onderzoek naar andore vermeende fei ten uitgesloten, wat wij botreuren, daar do wenschelijkheid zou kunnen blijken om ook over andere verleende onderscheidingen cn over gedane benoemingen licht te doe® op gaan. Do plotselinge bekooring van de ge broeders Lchinann tot „manuen van Rechte" ■tast niet allee®, zoonls voldoende is go- bleken. Wij benijden Rechts dio aanwinsten niet, dcch het algemeen belang brengt moe te weten of cn zoo ja welke corruptive mid delen hoodig waren om dergelijk© bekeorin- gon to bewerkstelligen. Waarschijnlijk speelt de vrees, dat sluier, welke daarover rust, te vor zal wor den opgelicht, een rol bij d© tegenstanders dor Enquête en is do aandrang tot het in stellen van een Raad van Der, dio hoi in zijn hand heeft het onderzoek to leiden en naar willokeur to begrenzcu, daaraan too to schrijven. Nu echter do lieer Troelstra zelf do grens stelt, behooft dio vrees niet meer er van terug te houden het enquête-voorstel te steu nen. Geschiedt- dit niet, wordt het voorstel- Troelstra door do rechterzijde verworpen, dan volgt daaruit, dat men Rechts overtuigd is ▼au do schuld van dr. Kuyper cn do ont hullingen vreest, wclko hot gevolg zoudon zijn van een onpartijdig ou eerlijk onder zoek. Geen Raad van Eer zal alsdan nog ver mogen den naam van dr. Kuyper aau het vonnis dor geschiedenis te out Lr - leken. Iu een driestar Graaf van B y- landt zegt ,,D o Standaard": Nu de begrootingedehatten ten einde lie pen, mag een woord van hoogo waardeo- ring aan den nieuwen Voorzitter dor Tweede Kamer niot onthouden wor den. Geheel in den aanvang had hij één kort oogenblik van aarzeling, waarop toen veel to scherpe critiek is uitgeoofend, maar sinds liep alles uitnemend. Hij bloek geoit lijdelijk Voorzitter, die alles maar loopen laat, maar ceu zeer actief President, die nimmer verzuimde op het juisto oogenblik in te grijpen en die op tactvolle wijze allo excessen bedwong. Daarbij stootte hij nie mand voor het hoofd, was stipt onpartij dig, en nam in door onverstoorbare vrien delijkheid. Do vreezo, dat zijn n»et te 9lerk physiek hem in don steek zou laten, is gelukkig be schaamd. Wol nam hij den wijzen maatre gel, om de leiding der avondzittingen aau andero handen over te geven. Maar ook dit leverde geen bezwaar op, daar jhr. Van Nis pen, die avond na avond als Voorzitter op trad, geheel voor zijn taak berekend bleek to zijn en aller goedkeuring voor zijn in niete te kort schietend presidium wegdroeg. Majoor Klcy heeft zioh opnieuw tot do Twente Kamer ge woud met een adres, waarin hij beweert dat het door haar Commissie over zijn vorig adres uitgebracht rapport „oujuist is en er zelfs oen besliste onwaarheid in voorkomt, die togen beter weten in moet geschreven zijn, on daarom oon leugen is." Adressant meent dit to kunnen bewijzen door do aan zijn odrog gehechte bijlage. Hij wijst do Kamer er op, dat door haar beslissing gesanctioneerd werd tegen wet cm recht in dat men officier ontslagen kan wordon op grond van oen eenzijdig rapport van oon ohof, zonder daarop to zijn geboord, zonder zich to hebben mogen verdedigen en zonder dat hij uit het hem uitgereikt wordend cxtxact-Kon. besluit kan zien om welke redenen hij ontslagen werd, en dit dus zeer vérstrekkende govolgon voor het officiers-korps kan hobbcn." Adressant Verzoekt de Karncr dus revisio van do op 6 Deo. jL genomen beslissing te zijnen aanzien, waartegen hij protesteert. weiiklieuvol" noemt, hadden de Pruisen in 1870 him kanonnen opgesteld. U izult de namen, die ik u zeg, niet op do kaart vindon; maar ik kan u hoorn voor boom, huis voor huis, ja alles moemen waar uw blik op valt. Op oen avond, toen hij fcioli tor ruste wilde begeven, nadat hij als gewoonlijk naar den horizon had gezion, ontdekte hij in de verte een licht, dat flikkerde. De klok had reeds lang middernacht geslagen. Wio sliep op dezen tijd nog niet? Hij wachtte en dacht, dat het licht zou uitgaan, doch. liet begon to loopen, liet e>en lichtende streep achter, totdat plotseling do vlammen tot den hemel opstegen. „O," zcide de oude, „er is brand." Hij kende den omtrek zoo nauwkeurig, dat hy zich direct georiënteerd liad- „Het is zeer dicht hij <lo wallen, tus- echen de waschhuizen en de abdij." In het roode licht kon hij de huizen zoor duidolyk onderscheiden. De hoornen van de abdij, het water van de waschhuizen en zelfs de schaduwen der molens op hot veld, kon hij nog zeer goed zien. Hij telde: Eerst de laatste populieren; dan een molon... Jaray's molen... één... tweedriede weg naar Parijs do grensscheidingeen mijlpaaltweede mijlpaalmaar dan is hetI" Hij slaakte een kreet; hot brandende huis was dat van zijn dochter. Vlugger dan zijn blik riedon zijn gedach ten, wat binnen do muren Van het huis gebeurde. De kinderen slapen, zonder iota van het gevaar, waarin zij verkeeren, te bemerken. Het vuur heeft het dak (aangetast, hot koron op den zolder begint te branden, de rook van het frissche stroo dringt door do dunne wanden, verschrikt ontwaken ze, de rook wordt dichter, de uitgangen zijn niet meer te bereiken, do kinderen drukken zich tegen him moeder aan, jammerkreten klin ken, boven het knettereji yan Jiet vuur uit, met vreesdij k geraas stort het <lak in, diepe stilte, hoog© vlammen eloaa uit het huis, alios is afgebrand! Dit alles zal in ©en oogenblik gebeuren. Wio zal do vlammen zien en alarm maken? Hjj schreeuwt: „Brandl Brand 1" Doch zijn geluid gaat verloren in don wind. „Mijn kleinen, mijn kleinen, verbranden 1" De vlammen worden grooter. Mot de hand voor d© o ogen week hij terug; hij wild© niete moor me®, totdat hij tegen iete aan stootte. Instinctmatig stok hij de handen er naar uit. Ziju vingers Taakten de klok ken. Hij riep: „Do klokken. Dat is de red ding, daarmee kan ik ularm maken. De stad zal ontwaken, en de hulp is zeker. De storm klok I" Struikelend, daarbij scijo knieën aan ide balken stoobende, liep hy zo» hard hij kon, tastend in het donker naaT de touwen. Als een waanzinnige sprak hij luid, keerdo hij bij eiken stap, dien hij deed, zijn hoofd om, om te zien ho© hot vuur zich uitbreidde Hij sloeg met zijn bande®, in jhet wilde rond. Daarbij weende en stamelde hij: „O, mijn klokken, mijn goede klokken. Voor (deze maal moet ge voor mij luiden. Ge zult voor mij ia de stilte roepen, uw luide stem men zullen de stad doen ontwaken, mijn goedo klokkonl" Hij slaakte oen zucht van verlichting, toen hij het touw had gevonden. Met bevende handen greep hij het koord; hij stond recht op en trok uit al zijn macht. Met den oenen voot steunde hij tegen den wand, met den anderen stond hij aan den rand va® het gapend© gat, waarboven de klepel hing. Doch machteloos trok hij aan het slap hangende touw. Hij spande al zijn krachten in om het touw te spannen, viel op zijn knieën, doch de klok werd niet in beweging gebracht Hij trok en trok. Vergeefscho moeite! Met gebalde vuisten sloeg hij op het metaal, waardoor zyn han den begonnen te bloede®,. Hij hield zich in; kon fiigk meer. „Wat moet or van worden Wat moot er van worden Toen hij wat tot bpdaxen was gekomen, was hom nog ©cn beetje fCaiergio overge bleven. „Daar ik te zwak hen, om hier de klok te luiden, wil ik het benedon probooron. Wellicht Hij liep over hot platform, 'zijn boenon konden hem nauwelijks moer dragon. Twee maal struikelde hij, maar hij stond weer op. Toen hij de trapdeur had geopend, word hij duizelig en viol met zijn gezicht op do treden. Het blood vlooide over czijn armen en handen en over zijn met tranen bedekt gezicht. Half verblind richtte hij zich op hij dacht, dat hij zou sterven, vóórdat hij beneden kwam. Op den buik krui/,end, sleepte hij zich verder en bereikte weer den klok kentoren. In de vorto brandde hot nog steeds. Nu begon hij alsof hij plotseling krank zinnig was geworden, van pijn rochelend, languit op den buik liggend, mot hot hoofd over don rand van gaponde gal, lang zaam zich aan het touw hoen cn weor to slingeren. Eensklaps klonk in den stillen nacht eon lange klokslag, daarna nog eon. Een droe vig luiden klonk over de stad; mcnschen ontwaken; vensters worden geopend. Thans liep men naar de plaats van den brand. Men sloeg do dcuron stuk, men haalde de uit den slaap geschrikte menschon uit hun bedden; het huis met tzijn stroodak was tot den grond afgebrand, doch de be woners waren op het laatste oogenblik nog gered. Toen het doodsgevaar voorbij was. dacht d© dochter van den klokluider, toen zij haar man en kinderen bij zich had, aan den oude, die alarm had gemaakt on een vreesdijken angst moest doorstaan. Zij liep ®aar den toren. Eenige mcnschen volgden haar. Eén van hen zeije: „Heeft u gemerkt, -hoe merkwaardig do klokkm luidden.?". „Ja, vijf- tot zesmaal, niet vaker, ©n mcb' horten en 8 too ton." „Maar," zoid© ©cn ander, „do oudo groot vader heeTt niet moor zulko krachtig© ar men als wij." Ademloos mompelde een andere vrouw: „Hot is niet good, hem daar alleen boven to laten; spoodig zal hij in 't gehoel niet moor kunnen luiden." Nu was men bij den toren gekomen. Ter wijl ze de afgesloten Irsdea van do wentel trap opgingen, riep do dochter: „Vader, waar zjjt go? Waar zijt go, vader?" Het troop je, dat goon antwoord kroeg, ging steeds hoogcr. Toon mea de deur op hot platform had bereikt, riep do dochter: „Vader, waar zijt ge-, waar zijt go?" Daar op liep zo naar den klokkentoren. „Vador, antwoord dan lochl" Nog geen antwoord. Zij werd ©rg bevreesd. Zou hem iets overkomen zijn? Een acr Oanwezigou stak een lucifer aan^ toch tevergeefs doorzocht men dkto.in© ruimte. Plotseling, toen dezolfde xnrsoon over het rondo gat kcok, waardoor een weinig licht in do kerk viol, week hij met oon luiden kroel terug. Aan het eind va® het gespannen touw4 slingerde onder in do loego ^uirnte ©en lichaam. Do man nam ziju hoofddeksel af cn maakt© het toeken des lcruises. Torn men de half waanzinnige dochter naar huis bracht, be greep de man, die zooevon had verklaard, dat de klokken zoo zeldzaam haddon ge klonken, waarom zo maar vijf- of zos-maal en niet vakor hadden aangeslagen. Daar do oudo klokluider niet had kunnen luiden, had hij zich aan het touw geklampt on zich hoon en wo;r laten slingeren. Door zijn lichaam was do klok /aan het luiden geraakt cn zijn edele doodsstrijd had da ziel der klokken gowokt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 5