Vo. 25295. LEEDSCK DAGBIiAD, Vrijdag- 31 December. Eerste Blad. Anno 1909.
Offieieele Kennisgeving.
DE NL&MLUS21ER.
PERSOVERZICHT.
Kamers Tan Arbeid voor de Bouw
bedrijven, de Textielnijverheid, de
Voedings- en Genotmiddelen en
de Winkel* en Grosgiersbedrjjren.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien de wet op do Earners van Arbci 1
fen het Kon 1 caluit var 6 Janaart 1883
(Staatsblad No. 20) tot vaststelling van een
Itiesreglement voor di© Kamers;
Herinneren da hoofden of bestuurders
Tan de navolgende bedrijven:
A. vertegenwoordigd in de Kamer van
(Arbeid voor de Bouwbedrijven.
lo. het bewerken van hout, steen of mo
talen; het leggen yan electrische geleidin
gen of van gaa- of waterleidingen; het
schilders-, stoffeerders-, behangers-, bei
ers-, stukadoors-, mandenmakers-, aard-
werkers- en aatenakcrsbedrijfbet ont
werpen van en het houden van toezioht bij
bet uitvoeren van bouwplannen;
2o. de boek-, couranten-, steen- en plaat
drukkerijen en de lettergietorijen; de boek
binderijen; de cartonnage- en de pketogra-
phie-inrichtingen;
Ji. vertegenwoordigd in de Kamer van
{Arbeid voor de Textiel® ij vorheid:
ide spinnerijen, weverijen, ververijen, blee-
kerijen on drukkerijen van wol, katoen of
lianen
de katoen*dechterijea, de nettenmakerijon,
«de breicrijen de watten-, kapok- of veeren-
bereiderijen, do zadelmakerijen, de vellcn-
blooterijcn, de leerlooierijen en de zeemie-
Jderfobriekeo
bot vervaardigen »an kleederen# hoeden of
Bchoenen; de wasch- en atrijlanrtchtiiigon
90 de kleecerververijeo
C. vertegenwoordigd in de Kamer van
Arbeid voor do Voe lings-en Genot*
'middel en:
lo. de brood-, fcoek-, beschuit-, suiker- en
banketbakkerijen
'dc cacao- en de ohooolade-, de meel- en de
rui vel fabrieken
ido tabak- en sigarenfabrieken;
do bierbrouwerijen de jenever- en de li
keurstokerijen,
benevens do m ineraal water fabrieken
de slagerijen
de zeepfabrieken;
2o. de fabrieken van verduurzaamde lo-
ffensmidaelen
D. vertegenwoordigd in de Kamer van
(Arbeid voor de
Winkel- en Grossiersbodrij-
Ven:
'do winkel- en de gvossiersbcdrijvon, voor
zoover die niet zija of zullen worden ver
tegenwoordigd in een andero Kamer van
Arbeid, waarvan het gebied zich over de
gemeente Leiden uitstrekt;
aan hun verplichting om vóór 15 Januari
k. een lijst of zoo noodio; lijsten op te ma
ken van de namen en de voornamen der
manoelijko en vrouwelijke personen, dio in
bun bedrijf tinnen het. bied der boven-
genoemdo Kamers van Arbeid (welk gebied
zich alleen uitstrekt over de gemcento Lci-
iden) als patroons of in hu.1 dienst als
werklieden werkzaam zijn geweest ge
durende het laatst ver'.oopen kalenderjaar,
jroor zooveel de onder A 2o B, 0 lo. en 0
genoemde '>edrijven betreft, of gedurende
het laatste tijdvak van 7 maanden, waarin
gewerkt is in de bedrijven, genoemd oodor
IA. lo. èo O 2o.
en om die I ij at of lijsten vóór 15
Januari e.k. aan hun College in te
zenden.
Onder patroons verstaat de wet de
hoofden of bestuurders van een bedrijf,
waarin ten minst; één persoon bovon do
Van den toron liet de wachter zijn blik-
jkon gaan over de stad. Hij zag, hoo yer
en vlak zij aan zija voelen lag. Do rivier,
idie tusschea haar cevers stroomde, was voor
Jxem slechts een doorzichtige waterstreep.
Do hoornen drongen zich op do aarde samen,
Ido blauwe daken staken bij do witte muren
fef, en de mcnsclion, die door do straten
liepen, waren voor hem stipjes.
Toen hij te oud was geworden., om in
zijn dagelijksche behoeften te voorzien, had
Snen hem boven in den toren gezet. Hij zag
ld aar de vermoeide vlucht der raven, over
de bergen en leefde bij zijn klokken. Met do
pogen volgdo hij door het ronde gat van
ideu vloer de bruine koorden, die in de klank
volle diepte van het schip <der kerk tot
Iflca met tegels bevloerden grond neerhingen.
Die ronde opening, waar zeer gemakkelijk
jecn man door kon, veroorzaakte hom niet
(Ie minste duizeligheid.
De eentonigheid van dit loven werd dage
lijks door een bezook van zijn dochter on
derbroken, die tem zijn eten bracht.
Hjj informeerde dan naar alles, wat in
pe stad gebeurde; naar het koren, dat door
Öon wind werd bewogen; naar de kudden
Sn do verto op den achtergrond, zoodat hij,
.toen hij al vijf jaren ïuot van zijn plaats
was geweest, zijn beenen hadden hem
pok niet meer beneden kunnen brengen
piet alles in het stadje bekend was.
Dikwijls kwam een reiziger bij hem bo-
yon en dan was het «een groot genoegen
yoor den ouden man den toerist iets van den
'omtrok te vertellen en hem de bosschen en
landwegen to wijzen.
„Dat is do weg, die naar de markt loopt.
Hier is het gemeentehuis, iets verder dp
school. Daar bevinden zich do ruïnen van
fcen onde abdijhier maakten de Engelschen
In den honderdjarigen oorlog bressen in (te
ti^dlon. Oo.dezen heuvel, dien mfin den J(Leeu-
twintig jaar tegen genot van loon werkzaam
is, en allen, dio op bet b.lieer der hoofden
of bestuurders toezicht houden, benevens
hen, die door het hoofd of den bestuurder
van een bedrijf in den regel belast worden
met het ontwerpen van wetenschappelijk©
plannen en modellen of met het aoen van
wetenschappelijke proeven, do procuratie
houders, alsmede de personen, die bij ont
stentenis van het hooid of den bestuurder
va® het bedrijf, dat hoofd of dien bestuur
der vervangen.
Onder werklieden verstaat de wet
alle anderen, die tegen genot van loon in
een bedrijf werkzaam zijn, behalve degenen,
die geheel d gedeeltelijk gezag over ando
ren uitoefenen.
Op die lijsten mogen niet vermeld
worden zij, die gedurende het laatst ver-
loopen kalenderjaar, waarin in de onder
A 2o., B, 0 lo. en D genoemde bedrijven »a
gewerkt of, voor zooveel de onder A lo. en
0 2o. vermelde bedrijven betreft, die gedu
rende hot laatste tijdvak van 7 maanden,
niet binnen het gebied der bovengenoemde
Kamers van Arbeid bij hetzelfde hoofd of
denzelfden bestuurder werkzaam zijn ge
weest.
Op die lijsten behoeven niet vermeld te
worden zij, die geen ingezetenen des Rijks
of geen Nederlander zijn of dio op deh
15den Febr. k. den leeftijd van 25 jaren
niet zullen hebben ^ereikfc.
Zij, die gedurende het laatst verloopen
kalenderjaar, waarin de onder A 2o., B,
0 lo. en D genoemde bedrijven is gewerkt-,
of, voor zooveel de onder A la en O 2o.
vermelde bedrijven betreft, gedurende het
laatste tijdvak van 7 maanden ;et in het
bedrijf van hetzelfde hoofd of den-
zelfden bestuurder zijj werkzaam geweest
en die aanspraak kunnen maken om ge
plaatst te worden op een kiezerslijst voor
bovengenoemde Kamera van Arbeid, zijn
bevoegd vóór 15 Januari e. k. aan
gifte te doen bij Burg-meester en Wethou
ders voornoemd.
De formulieren dezer aangif
ten, zoomede die der lijsten zijn
kosteloos voo** b ela nghobben-
den ter Gemeente-Secretarie
verkrijgbaar.
Voorts worden de hoofden cn 1.-stuurders
van de hierboven genoemde bedrijven er,
voor zooi eel noodig, i herinnerd, dat
het opmaken en inzenden der lijsten een
verplichting is, tegen welker niet-nakoming
6traf is bedreigd bij artikel 43 der Wet op
de Kamers van Arbeid, luidende als volgt:
Hij, diewederrechtelijk nietvoi-
doeb aan een hem ineenigen
krachtens deze wet uitgevaar-
digden algemeenon maatregel
van bestuur opgei egdeverpl ich-
ting, wordt gestraft raot hechte-
r. ia van ten hoogste 1* dagen
of geldbootevan ton hoogste vijf
en zeventig gulden."
Burgemeester en Wethouders voornoemd^
J. A. VAN HAMEL,
Weth., Loco-Burgemeester.
VAN HÉYST. Secretaris.
Leiden, 24 December 1909.
„Het Centrum" liet zich over de
aubaidiesaan h e t b ij zonder onder-
wijs aldus hooren:
Er moet verandering komen in den toe
stand, dat de bevoorrechting nog altijd even
sterk aan het openbaar onderwijs ten goede
komt.
De financieel© bezwaren schijnen voors
hands te groot to wezen, om in dio scheevo
verhouding verandering te brengen.
Maar er dient dan toch voortdurend in
die richting te worden gewerkt.
En zeker is het onbillijk, dat de bijzon
dere school eckd Rjjksgeid krijgt, terwijl
door haar bestaan dikwerf de oprichting
en het onderhoud van openbare scholen aan
de gemeente wordt bespaard.
Daarvan zegt hek „UVrfeóktsok Dag
blad onder andere
Met andere woorden: Gq, liberalen, gaaft
bij de wet-Maekay uw vinger, in 1905 na
men wo er nog 2 bij an nu zijn wo eerst
recht bewust geworden, dat eigenlijk do ge
heel© band ons toekomt.
Het schijnt af en toe wel eons of men
ter linkerzijde nu ook maar de laatste vin
gers uit eigen beweging wil gaan afstaan.
Rode voeringen als van dr. Boe wijzen in
die richting. Dio redevoeringen worden dan
in de rechtsoh© pers uitbundig geprezen en
als het ware liberalisme gelauwerd, alsof men
daar, tor rechterzijde, den keursteen van het
liberalisme in pand hield.
Of er in dien lof geen renten tot be
duchtheid schuilt? Zeer zeker wel. En hoe
weldadig dc goedige, vertrouwende en ver
trouwenwekkende houding van dr. Boa ook
gemeenlijk aandoet, wij vre;zen, dat hij in
zyn groote verzoeningsgezindheid al to veel
vergoot, dat in de politiek, juist als in het
huwelijk, do liefde niet van één kant be
hoort te koinoe,
Daarentegen schrijft „Politicus" in do
„OprechteHaarloiE8che Courant"
over dr. Bos, naar aanleiding van diens
redo bij het jongste onderwijsdebat:
Boven hem (Ter Laan), boven allo an
deren uit: dr. Bos, die olie kwam gieten op
de stonnachtig-ziedende golven. Dio de pala
dijn was dor pacificatie. Flink, moedig, niet
beducht voor do beeohuldiging van tot „de
rechtschen" af te zakken. Die de leus hoog
hield van: "Weg met oude veeton! "Wij moe-
ton slechts één doel hebben: verbetering van
het volksonderwijs, opdat èn de onderwijzers
èn do „kindoren van het volk" gebaat war
den. Deugdelijkheid van hot onderricht,
hechte waarborgen daarvoor en vrijheid
in den ruimen, waarachtige® zin des woords:
vcor elke overtuigingnaakt het staatsonder
wijs, dat norm behoort to blijven; dit be
hoort ons streven to zijn.
De man van rjjzig-kloeke gestalte, mot
het eerlijke, vriondeljjk-klcurigo gelaat, do
schrandere donkere oogen, dozo „liberaal",
in den echten, mooien zin van het begrip,
heeft dat beginsel in ons Parlement verkon
digd. En al liet gekibbel, gekonkel, gekra
keel van roode, zwarte en andere visschertjcs
in troebel water, zinkt er immers bij in
het niet! Dr. Bos' rede, die de bewondering
van allo eerlijken in en buiten don kring
dor Binnenhof-vrceden wekte, vormt eon der
weinige lichtpunten van dit langdurig be-
grootingsdebat, zoo al niet het moest-glan-
zende t
In „Het Kind" komt voor dezo vo rge-
lij king omtrent de dougdon en on
deugden van het tegenwoordig-; en
het vroegere geslacht.
Do doctoren G. Heymans en E. Wiersma,
te Groningen, houden zich roods sedert
©enigen tijd bezig met verschillende psycho
logisch© vraagstukken, betrekking hebbende
op het leven der mcnschen, to onderzoekon
langs statistische® weg, door inlichtingen op
grooto scliaal in te winnen omtrent het voor
komen van geestelijke eigenschappen bij ver
schillende personen.
Zoo hebben zij uit ruim. 400 familie-berich
ten de ouders en kinderen met elkander ver
geleken, ten einde daaruit het verschil op
te maken fusschen de tegenwoordig© gene
ratie met de onmiddellijk voorgaande.
Als eerste resultaat van hun onderzoek
vermelden deze schrijvers: een grootere be
daardheid en rustigheid der oudere tegen
over meerdere beweeglijkheid en onstuimig
heid in bewegingen en handelingen (lor jon-
gero generatieverder meerdere bedacht
zaamheid en beginselvastheid daar, meer im
pulsiviteit hier en ten derde iets grootere
besluiteloosheid bij de ouderen, resoluutheid
bij de jongeren. Meer ijver bij den dage
lijksche® arbeid, sterker neiging om bezig
te zijn, meer aandrift om iets aan te pakken
en uit te voeren bij de oudere, maar ge
makzucht bij de jongere generatie bij wolk©
op den voorgrond treden luiheid, neiging
om verplicht werk te veronachtzamen voor
niet-verplichto bezigheden en als gevolg
daarvan meer moedeloosheid en stijfhoofdig
heid.
Onder andero eigenschappen en neigingen
verdient nog vermelding, dat onder do jon
geren minder drankzuchtigen en regelmatig©
drinkers voorkomen, iets minder geldgidri-
gen ook, heerschzuchtigen, diplomaten en
intriganten; zij zijn echter moei' gesteld op
goed eten en drinken, hua aard is minder
medelijdend en hulpvaardig on meer egoïs
tisch ook zijn de jongeren in geringer aan
tal absoluut vertrouwbaar, zookon meer ge
not en genoegen on zijn zeldzamer huiselijk
van aard. Wat de eigenlijk© noigingou van
het intellect aangaat, zoo wordt meer dan
vroeger gelezen; meer knutselwerk verricht
en moer verzameld; er wordt daarentegen
minder aan verstandsspelen, moer aan geluks-
spolon gedaan; do belangstelling in familie-
en vermogensverhoudingen is afgenomen en
er wordt minder over personen, meer over
zaken en meer over den eigen persoon ge
sproken.
Over nog andero psychische uitingen wordt,
door de genoemde onderzoekers het volgende
medegedeeld. Er beslaat bij de jongeren miu-
dere neiging tot complimenten maken, moor
frequente verstrooidheid, vermindering van
don zin voor orde en petheid en minder©
punctualiteit, to gelijk met grootere neiging
tot ironie in do conservatie. Tom slotte raag
als zeker onderscheid tusschea dc vroegere,
en do tegenwoordige generatie, althans wat
betreft het mannelijk geslacht, worden go-
boekt: een duidelijk uitgesproken neiging
tot vermindering der activiteit en tot ze
delijken achteruitgang; do lrvateto wordt bij
de tegenwoordigo jonge vrouwen gecompen
seerd door cenigen vooruitgang hoofdzakelijk
op intellectueel gebieddezo compensatie
ontbreekt echter bij do mannen.
Do „Nieuw© Arnhomsoho Cou
rant" betrourt liet, dat hot initiatief, om
oen voorstel tot enquête over tie door dr.
Kuyper aan gebrs. Lehmann verleende cn
gedachte decoraties in to dienen, pan
mr. Troolstra is overgelaten. Voor wio
aan dr. Kuypers onschuld gcloovcn, waro liet,
volgens liet blad, plicht gowcost, zeiven het
voorstel to doen. Hun nalatigheid cn dnar-
na het voorstellen van een ©ereraad noemt
het blad een bewijs vau zwakheid, van niet
overtuigd zij11 van onschuld. Allo partijen,
doch iu liet bijzonder do Liberale Unte-
mannen hadden hot zich tot oca plicht moe
ten rekenen, een enquête-voorstel in te die
nen. Maar, als zoo dikwerf, gaven do lei
ders der vrijzinnige parlementair© groepen
ook nu weder het bewijs van gemis aan
politieken zin en durf.
Verwacht mag nu echter wordon, dat het
vooratol-Troolstra zal worden gesteund, voor
al nu mr. Troolstra zorgvuldig vermeden
heeft den persoon vn® dr. Kuyper
in hot onderzoek te betrokken.
Do vragon botrcffcn ail© uitsluitend do
verhouding, waarin de Minister, als zoo
danig, stond tot moj. Wcslmejjor en do bcido
heeron I^ehmann. Daarmee is uitbreiding van
het onderzoek naar andore vermeende fei
ten uitgesloten, wat wij botreuren, daar do
wenschelijkheid zou kunnen blijken om ook
over andere verleende onderscheidingen cn
over gedane benoemingen licht te doe® op
gaan. Do plotselinge bekooring van de ge
broeders Lchinann tot „manuen van Rechte"
■tast niet allee®, zoonls voldoende is go-
bleken.
Wij benijden Rechts dio aanwinsten niet,
dcch het algemeen belang brengt moe te
weten of cn zoo ja welke corruptive mid
delen hoodig waren om dergelijk© bekeorin-
gon to bewerkstelligen.
Waarschijnlijk speelt de vrees, dat
sluier, welke daarover rust, te vor zal wor
den opgelicht, een rol bij d© tegenstanders
dor Enquête en is do aandrang tot het in
stellen van een Raad van Der, dio hoi in
zijn hand heeft het onderzoek to leiden en
naar willokeur to begrenzcu, daaraan too
to schrijven.
Nu echter do lieer Troelstra zelf do grens
stelt, behooft dio vrees niet meer er van
terug te houden het enquête-voorstel te steu
nen.
Geschiedt- dit niet, wordt het voorstel-
Troelstra door do rechterzijde verworpen, dan
volgt daaruit, dat men Rechts overtuigd is
▼au do schuld van dr. Kuyper cn do ont
hullingen vreest, wclko hot gevolg zoudon
zijn van een onpartijdig ou eerlijk onder
zoek.
Geen Raad van Eer zal alsdan nog ver
mogen den naam van dr. Kuyper aau het
vonnis dor geschiedenis te out Lr - leken.
Iu een driestar Graaf van B y-
landt zegt ,,D o Standaard":
Nu de begrootingedehatten ten einde lie
pen, mag een woord van hoogo waardeo-
ring aan den nieuwen Voorzitter dor
Tweede Kamer niot onthouden wor
den.
Geheel in den aanvang had hij één kort
oogenblik van aarzeling, waarop toen veel
to scherpe critiek is uitgeoofend, maar
sinds liep alles uitnemend. Hij bloek geoit
lijdelijk Voorzitter, die alles maar loopen
laat, maar ceu zeer actief President, die
nimmer verzuimde op het juisto oogenblik
in te grijpen en die op tactvolle wijze allo
excessen bedwong. Daarbij stootte hij nie
mand voor het hoofd, was stipt onpartij
dig, en nam in door onverstoorbare vrien
delijkheid.
Do vreezo, dat zijn n»et te 9lerk physiek
hem in don steek zou laten, is gelukkig be
schaamd. Wol nam hij den wijzen maatre
gel, om de leiding der avondzittingen aau
andero handen over te geven. Maar ook dit
leverde geen bezwaar op, daar jhr. Van Nis
pen, die avond na avond als Voorzitter op
trad, geheel voor zijn taak berekend bleek
to zijn en aller goedkeuring voor zijn in
niete te kort schietend presidium wegdroeg.
Majoor Klcy
heeft zioh opnieuw tot do Twente Kamer
ge woud met een adres, waarin hij beweert
dat het door haar Commissie over zijn vorig
adres uitgebracht rapport „oujuist is en er
zelfs oen besliste onwaarheid in voorkomt,
die togen beter weten in moet geschreven
zijn, on daarom oon leugen is."
Adressant meent dit to kunnen bewijzen
door do aan zijn odrog gehechte bijlage.
Hij wijst do Kamer er op, dat door haar
beslissing gesanctioneerd werd tegen wet
cm recht in dat men officier ontslagen
kan wordon op grond van oen eenzijdig
rapport van oon ohof, zonder daarop to
zijn geboord, zonder zich to hebben mogen
verdedigen en zonder dat hij uit het hem
uitgereikt wordend cxtxact-Kon. besluit kan
zien om welke redenen hij ontslagen werd,
en dit dus zeer vérstrekkende govolgon voor
het officiers-korps kan hobbcn."
Adressant Verzoekt de Karncr dus revisio
van do op 6 Deo. jL genomen beslissing
te zijnen aanzien, waartegen hij protesteert.
weiiklieuvol" noemt, hadden de Pruisen in
1870 him kanonnen opgesteld. U izult de
namen, die ik u zeg, niet op do kaart
vindon; maar ik kan u hoorn voor boom,
huis voor huis, ja alles moemen waar uw
blik op valt.
Op oen avond, toen hij fcioli tor ruste
wilde begeven, nadat hij als gewoonlijk naar
den horizon had gezion, ontdekte hij in de
verte een licht, dat flikkerde. De klok had
reeds lang middernacht geslagen. Wio sliep
op dezen tijd nog niet?
Hij wachtte en dacht, dat het licht zou
uitgaan, doch. liet begon to loopen, liet e>en
lichtende streep achter, totdat plotseling do
vlammen tot den hemel opstegen.
„O," zcide de oude, „er is brand."
Hij kende den omtrek zoo nauwkeurig, dat
hy zich direct georiënteerd liad-
„Het is zeer dicht hij <lo wallen, tus-
echen de waschhuizen en de abdij."
In het roode licht kon hij de huizen zoor
duidolyk onderscheiden. De hoornen van de
abdij, het water van de waschhuizen en
zelfs de schaduwen der molens op hot veld,
kon hij nog zeer goed zien.
Hij telde: Eerst de laatste populieren;
dan een molon... Jaray's molen... één...
tweedriede weg naar Parijs do
grensscheidingeen mijlpaaltweede
mijlpaalmaar dan is hetI"
Hij slaakte een kreet; hot brandende huis
was dat van zijn dochter.
Vlugger dan zijn blik riedon zijn gedach
ten, wat binnen do muren Van het huis
gebeurde.
De kinderen slapen, zonder iota van het
gevaar, waarin zij verkeeren, te bemerken.
Het vuur heeft het dak (aangetast, hot
koron op den zolder begint te branden, de
rook van het frissche stroo dringt door do
dunne wanden, verschrikt ontwaken ze, de
rook wordt dichter, de uitgangen zijn niet
meer te bereiken, do kinderen drukken zich
tegen him moeder aan, jammerkreten klin
ken, boven het knettereji yan Jiet vuur uit,
met vreesdij k geraas stort het <lak in, diepe
stilte, hoog© vlammen eloaa uit het huis,
alios is afgebrand!
Dit alles zal in ©en oogenblik gebeuren.
Wio zal do vlammen zien en alarm maken?
Hjj schreeuwt: „Brandl Brand 1" Doch zijn
geluid gaat verloren in don wind.
„Mijn kleinen, mijn kleinen, verbranden 1"
De vlammen worden grooter. Mot de hand
voor d© o ogen week hij terug; hij wild©
niete moor me®, totdat hij tegen iete aan
stootte. Instinctmatig stok hij de handen
er naar uit. Ziju vingers Taakten de klok
ken. Hij riep: „Do klokken. Dat is de red
ding, daarmee kan ik ularm maken. De stad
zal ontwaken, en de hulp is zeker. De storm
klok I"
Struikelend, daarbij scijo knieën aan ide
balken stoobende, liep hy zo» hard hij kon,
tastend in het donker naaT de touwen. Als
een waanzinnige sprak hij luid, keerdo hij
bij eiken stap, dien hij deed, zijn hoofd om,
om te zien ho© hot vuur zich uitbreidde Hij
sloeg met zijn bande®, in jhet wilde rond.
Daarbij weende en stamelde hij: „O, mijn
klokken, mijn goede klokken. Voor (deze
maal moet ge voor mij luiden. Ge zult
voor mij ia de stilte roepen, uw luide stem
men zullen de stad doen ontwaken, mijn
goedo klokkonl"
Hij slaakte oen zucht van verlichting, toen
hij het touw had gevonden. Met bevende
handen greep hij het koord; hij stond recht
op en trok uit al zijn macht.
Met den oenen voot steunde hij tegen den
wand, met den anderen stond hij aan den
rand va® het gapend© gat, waarboven de
klepel hing. Doch machteloos trok hij aan
het slap hangende touw. Hij spande al zijn
krachten in om het touw te spannen, viel
op zijn knieën, doch de klok werd niet
in beweging gebracht Hij trok en trok.
Vergeefscho moeite! Met gebalde vuisten
sloeg hij op het metaal, waardoor zyn han
den begonnen te bloede®,. Hij hield zich in;
kon fiigk meer.
„Wat moet or van worden Wat moot
er van worden
Toen hij wat tot bpdaxen was gekomen,
was hom nog ©cn beetje fCaiergio overge
bleven.
„Daar ik te zwak hen, om hier de klok
te luiden, wil ik het benedon probooron.
Wellicht
Hij liep over hot platform, 'zijn boenon
konden hem nauwelijks moer dragon. Twee
maal struikelde hij, maar hij stond weer
op. Toen hij de trapdeur had geopend, word
hij duizelig en viol met zijn gezicht op do
treden. Het blood vlooide over czijn armen
en handen en over zijn met tranen bedekt
gezicht. Half verblind richtte hij zich op
hij dacht, dat hij zou sterven, vóórdat hij
beneden kwam. Op den buik krui/,end, sleepte
hij zich verder en bereikte weer den klok
kentoren.
In de vorto brandde hot nog steeds.
Nu begon hij alsof hij plotseling krank
zinnig was geworden, van pijn rochelend,
languit op den buik liggend, mot hot hoofd
over don rand van gaponde gal, lang
zaam zich aan het touw hoen cn weor to
slingeren.
Eensklaps klonk in den stillen nacht eon
lange klokslag, daarna nog eon. Een droe
vig luiden klonk over de stad; mcnschen
ontwaken; vensters worden geopend. Thans
liep men naar de plaats van den brand.
Men sloeg do dcuron stuk, men haalde
de uit den slaap geschrikte menschon uit
hun bedden; het huis met tzijn stroodak
was tot den grond afgebrand, doch de be
woners waren op het laatste oogenblik nog
gered.
Toen het doodsgevaar voorbij was. dacht
d© dochter van den klokluider, toen zij haar
man en kinderen bij zich had, aan den oude,
die alarm had gemaakt on een vreesdijken
angst moest doorstaan. Zij liep ®aar den
toren. Eenige mcnschen volgden haar.
Eén van hen zeije: „Heeft u gemerkt,
-hoe merkwaardig do klokkm luidden.?".
„Ja, vijf- tot zesmaal, niet vaker, ©n mcb'
horten en 8 too ton."
„Maar," zoid© ©cn ander, „do oudo groot
vader heeTt niet moor zulko krachtig© ar
men als wij."
Ademloos mompelde een andere vrouw:
„Hot is niet good, hem daar alleen boven
to laten; spoodig zal hij in 't gehoel niet
moor kunnen luiden."
Nu was men bij den toren gekomen. Ter
wijl ze de afgesloten Irsdea van do wentel
trap opgingen, riep do dochter: „Vader, waar
zjjt go? Waar zijt go, vader?"
Het troop je, dat goon antwoord kroeg,
ging steeds hoogcr. Toon mea de deur op
hot platform had bereikt, riep do dochter:
„Vader, waar zijt ge-, waar zijt go?" Daar
op liep zo naar den klokkentoren.
„Vador, antwoord dan lochl"
Nog geen antwoord. Zij werd ©rg bevreesd.
Zou hem iets overkomen zijn?
Een acr Oanwezigou stak een lucifer aan^
toch tevergeefs doorzocht men dkto.in©
ruimte.
Plotseling, toen dezolfde xnrsoon over het
rondo gat kcok, waardoor een weinig licht
in do kerk viol, week hij met oon luiden
kroel terug.
Aan het eind va® het gespannen touw4
slingerde onder in do loego ^uirnte ©en
lichaam.
Do man nam ziju hoofddeksel af cn maakt©
het toeken des lcruises. Torn men de half
waanzinnige dochter naar huis bracht, be
greep de man, die zooevon had verklaard,
dat de klokken zoo zeldzaam haddon ge
klonken, waarom zo maar vijf- of zos-maal
en niet vakor hadden aangeslagen.
Daar do oudo klokluider niet had kunnen
luiden, had hij zich aan het touw geklampt
on zich hoon en wo;r laten slingeren. Door
zijn lichaam was do klok /aan het luiden
geraakt cn zijn edele doodsstrijd had da
ziel der klokken gowokt.