Een heerlijk Kerstgeschenk, LEIBSOET BAGBBAB, Vrijdag1 24 Becembsr. Tweede Blad. Anno 1ÖÖ9. Tweede Kamer. KTö. 152&Ö. Hierna werd het algemeen debat geslo ten. Bij dc artikelsgewijze behandeling werd een amenderaent-T er Laan, om de derde herhalingsoefening te doen vervallen, door doren met. een kort woord toegelicht. De Minister bestreed het. Zoolang de wet do herhalingsoefeningen kent, kan de Minister ze niet afschaffen. Hij ral zich ochter beijveren die oefeningen zoo kort mo gelijk, te maken.. Hij verklaart hel amende ment onaannemelijk. Op een vraag van den beer Duymaer Van Twist verklaarde de Minister te rullen overwegen de oprichting van z. g. school-compagnies. Het amendement-Ter Laan werd verwor pen met 50 tegen 18 stemmen. Bij de verdere behandeling der begroo- tïiïg, waarbij verschillende sprekers óf slechts zeer korfè opmerkingen maakten, óf van het woord afzagen, critiseerde do lieer T e r L a a n den slechten toestand van het Militair Hospitaal te 's-Gravenhago. De M i n i st e r zal een onderzoek instel len. Op vragen van den heer V a n. K a r n e- b e e k antwoordde do M i n i s t e r, dat de hulzen voor het snelvuurgoschut, die 'aan de Hcmbrug gemaakt zijn, even goed hebben voldaan als de buitenlandsohe. Allèen bij de infanteriehulzcn hebben zich scheuringen voorgedaan, naar de oorzaken waarvan nog wordt gezocht. Do heer Thomsom wees op het ge rucht, dat de hoofdadministratie van hot korps marechaussee gevestigd zal worden te 's-Gravenhage, onder leiding van den korps commandant. Spreker zou een dergelijke centralisatie ten zeerste betreuren als een stap achteruit. De Minister zeide, aan dezo zaak zijn aandacht to zullen wijden. Bij de behandeling der V e s t i n g b e- groot ing die bij 6é n der artikelen in bespreking kwam, stelde de heer Tho ui- s o n, mede namens do heeren Jansen, Dolk, Smeenge, Roódhiiyzen, Helsdingen en Ter Laan de volgende motie voor inzake de Scheveningsehe haven ,,Do Kam or, van oordeel, dat de wet van 24 Juli 189D (Stsbl. N®. 194) niet wordt uit gevoerd volgens de duidelijk uitgesproken bedoeling van den wetgever; van oordeel, dat de Scheveningsehe haven ook bij juiste naleviDg der wet niet voldoen kan aan de cischen, die. in verband met de betrokken belangen moeten worden gesteld, noodigt de Regeering uit om: ten eerste een voorstel tot wetswijziging in to dionen, waardoor niet langer uitgesloten blijft-, dat de haven aan de te stellen eischen ten volle zal kun- non gaan beantwoorden; ten tweede, reeds dadelijk maatregelen te nemen, dat do wet, hierboven genoemd, naar do bedoeling van den wetgever wordt uitgevoerd." Deze motie zal later worden behandeld. De Y estingbegrooting wordt goedgekeurd. De Oorlogsbegrooting zolf, in stemming gebracht op verzoek der so ciaal-democraten, wordt aangenomen met 43 tegen 20 stemmen. Tegen stemden de heeren Ketelaar, Vob- fcerman v. Oyen, Hekdingon, Jannink, Ter Laan, Smhaper, Dradker, Van Hamel, Vliegen, Smeenge, Lïeftinck, Goeman Bor- gesius, Hubrecht, Duye, Marohant, Bos, Roodhuyzen, Tecnstra^ Roessingh en Lim burg. Goedgekeurd werden nog verschillende kleine ontwerpen. Ook werden goedgekeurd de wet op de middelen en het wetsontwerp tót heffing van 10 opcenten op de bcdrijfs- en Vermogensbelasting. Avondvergadering. Surinaamsche Begrooting 19 10. De heer Van Vuuren bestrijdt het geven van subsidie voor to maken tekorten. 't- Subsidie zou jaarlijks met. f30,000 vermin derd kunnen - wórden. Spr. hoopt, dat de Minister zal aandringen op bezuiniging door den Gouverneur in samenwerking met de Koloniale Staten. Noodi£ is een vast stelsel, d&t rekening houdt met do practijk. De tering moet naar de nering gezet wor den. De -Tiniflter v«n Koloniën zal zijn aandacht,gevestigd houden op den toe stand der koloniale vaartuigen. De proef met bosckexploitat-ie schijnt te slagen. Do Minister zal nagaan, wat iitede te dcelen is uit het rapport over de Javaansche koe lies. Met alle kracht moet er naar ge streefd worden, het subsidie zoo gering mo gelijk te doen rijn, kan het, het geheel op te heffen. Tegen een vaststelling van de subsidiee- ring bij de wet heeft de Minister bezwaar. Het algemeen debat wordt gesloten. Bij de artikelen sprak de heer R o o s- s i n g h over de opheffing van een predi- kantsplaats in Niokerie en daarvoor oen hulpprediker in de plaats te stellen. Spreker aohfcte het oen zaak van grooto prinoipieeie beteokenis en breedvoerig wees hij op het belang aldaar een predikant te hebben. De Minister releveerde, dat er geen sprake van opheffing van een predikanta- plaats is; men leest toch in het artikel „predikant of hulpprediker". Volstrekt wil men de bevolking niet eon predikant ont houden Bij do repliek diende de heer Roes singh een reeds door hem in uitzicht ge steld amendement in, n-l. om het betrekke lijk bcgróotingsartikc-i met 2000 te ver- hoogen cn liet woord hulpprediker te ver vangen door predikant. De heer Van Vuuren verheugde zich in de belangstelling van den heer Roes singh en diens geestverwanten in de gees telijke ontwikkelng van Suriname en vroeg daar ook in ander opzicht hun belangstel ling voor. Nain de Minister het amende ment over, dan bsetond er z. i. een vier dubbele aanspraak vóór de Katholieken. Bij het derde debat verklaarde de Minis ter zich boreid om onder artikel twee van het wetsontwerp hot betrokken artikel op te nemen bij de poster, die mogen over schreden worden, dan kan hij de zaak nog eens overwegen, en indien hem zulks ge- wenscht bleek, eon wijziging aanbrengen. De heer Roessingh wilde een defint- tief antwoord en handhaafde zijn amen dement. In stemming gebracht werden er 17 tegen ep 15 vóór uitgebracht-. Vóór stemden do heeren: Dolk, Drucker, De Geer, Rood- huijzen, Smeenge, De Klerk, Rink, Duijs, -Marchant, Teenst-ra, Thomson, Roessingh, Jansen (Den Haag), Ferf en Van Doorn. Tot de tegenstemmers b^hoordo van links de heer Vau Foreest.' Zoodat Week, dat het ycreischte aantal leden niet aanwe zig was; waarna de vergadering werd ver daagd tot aanstaanden Dinsdagnamiddag halftwee. Vioariego edt-rtb. Bij de wet van 8 Juni WOB. ia dc geldig heidsduur van do wet van 189% houdende voorioopige maatregelen tot) het bolioud van, vicaxiegoederen, bepaald op achttien jaar sedert den dag harer inwerkingtre ding. Mitsdien zal de wet op 31 October 1910 haar kracht verliezen. Aangezien een definitieve regeling dezer materie lot dus verre door den minister van justitie nog niet ter hand is kunnen genomen worden en deze derhalve vóór dion datum niet tot stand zal komen, is het noodzakelijk dat het tijdvak, waarover do wet van 1392 gel den zab wederom verlengd worde. Bij eon daartoe strekkend wetsontwerp wordt der halve voorgesteld den bovenbedoelden ter mijn voor den geldigheidsduur der wet van 1892 met v ij f j a r e n te verlengen. Het Enquête-voorstel. Het voorstel van den hoer Trocïstra, tot het houden eener enquête omtrent hande lingen van den toenmaligen minister van Binnenlandsohe Zukon ter zake van deco raties in 1S03 m 1S05 luidt als volgt: „Naar aanleiding van hetgeen voorkomt in par. 4 van het Voorloopig Verslag on der Memorie van Antwoord van hoofdstuk 1 der Staatsbegrooting voor 1910 ter zake dor deoorafcie, op initiatief van den toen maligen minister van Binnenlandsohe Zaken, tijdelijk voorzitter van den Minister raad, dr. A. Kuyper, in 1903 verleond aan den heer R. Lehmann en do poging van dienzelfden Minister in 1905, om den heer E. A. Lelnnapn voor eea docoratie bij dj Koningin te doen voordragen, heeft onder- geteekende de eer, ingevolge artt. 129 vgg. van het Reglement van Orde het voorst-el te doen, dat de Kamer besluite, een onder zoek in te stellen als bedoeld in art. 95 der Grondwet, zulks ter beantwoording van dc volgende vragen: „lo. Zijn de gepubliceerde verklaringen van mèj. Mathilda Wesfemeijor betreffend bovengenoemde zaken juist en moeten de brieven, in verhard da-armede gepubli ceerd, als echt worden beschouwd 1 „2o. Heeft dr. A. Kuyper ter zake do uitoefening zijnor functie in de Uit-voe- rendo Macht gebruik gemaakt van do diensten van voormelde persoon of aan haar, of door haar bemiddeling aan ande ren, in die qualiteit diensten bewezen en, zoo ja, van welken aard waren die diensten en waarin bestond voor beide personen het belang van hun wedcrrijdsch optreden la dezo? ",,3o. Heeft do toenmalige Minister den heeren Lehmann aanwijzingen of inlichtin gen gegeven of doen geven omtrent den weg, dien zij hadden te volgen om in aan merking te komen voor een decoratie, of is hij hun in ander opzicht daartoe behulp zaam geweest? „4o. Is er, nadat mej. Westmeijcr bij dien Minister stappen had godaan ter be koming eener deooratie voor de heeren Lehmann, tusschen hem en deze heeren zoodanige verhouding ontstaan als waaruit eenige praestatie hunnerzijds voortvloeide, ten gevolgo waarvan de verleende of to verleenen decoraties het karab' kregen van begunstiging van bepaalde personen, niet of niet slechts wegens aan den lande bewezen diensten, doch wegens dien sten bewezen aan den Minister, hetzij per soonlijk, hetzij in zijn qualiteit van hoofd zijner partij? ,,5o. Welke geldelijke bedragen hoeft dr. Kuyper van do heeren Lohmann ontvan gen; op welko tijdstippen zijn deze geïnd; voor welke doeleinden waren zy bostemd of zijn ze gebruikt en dient cenig -zo* ja, welk verband tusschen die gelden on de verleende of te verleenen decoraties te worden aangenomen In een Memorio van. Toelichting worden de gronden voor bovenstaand voorstel door den heer Troolstra aldus samengevat: lo. De Kamer heeft het recht van enquête omtrent al die aangelegenheden, welke tot haar attributen b Scoren. 2o. Baar plicht tol contróle der Uitvoe rende Macht, dwingt haar, ;ndien voldoend ernstige beschuldigingen van misbruik van macht ten particulieren bate door tegenwoor digo of gewezen ministers of van corrup tie te liarer kennisse komen, dezo te onder zoeken. 3o. De eerst voor de hand liggende mid delen tot dit onderzoek zijn het hooren van den beaohuldigde in zijn verdediging, zoo wel buiten als in de Kamer door hem ge voerd, en het vragen van inliohtingen vol gens art. 94 der Grondwet. 4o. Is door het gebruik inaken van deze middelen het noodigo licht niet verkregen of te verkrijgen, zoo blijft toepassing 'ovoc van het recht van enquête volgens ark 95. öo. Eenmaal de noodzakelijkheid van na der onderzoek erkennend, kan de Kamer deze haar taak niet. laten overdragen aan een particuliere commissie, door of van- wego den boschuldigde benoemd en die niet beschikt over die middelen om het publick te verplichten, door het verklaren der waar heid tot het onderzoek mede te werken, die het wezen van het parlementaire enquête recht uitmaken öo. Do zaak-K uypcr toetsende aan l»oven- veripckle beginselen, komt nien tot de con clusie, dat zy èn in hot algemeen vatbaar is voor, in in het stadium verkeert van ondcrsoclit te moeten worden door middel e>?ner parlementaire enquête en dit wel nader op do volgende gronden- a. wegens haar aard: beschuldiging van corruptie in de uitoefening der Uitvoerende Macht b. wegens het onvoldoende der verdedi ging, door den beschuldigde tot heden ge voerd en der inlichtingen, die in dezen aan dc Regeering gevraagd cn door liaar gego- ven konden worden; e. wegens do eigenaardige t'-chen, aan hot bewijs in deze zaak to stollen cn waar aan alleen is to voldoen bij een procedure, waarin men over beëedigde getuigenverkla ringen beschikt. Naar aanleiding van do door den beer De fiavornin Lobman in de Kamerzitting van 25 November j.l. uitgesproken meening, dat een enquête ecu doel inoet hebben, cn dab dit doel moet wezen de richtige vrr- vulling van do taak der Kamer van con tróle op de Uitvoerende Macht, zoodat een enquête slechts geoorloofd kan wezen, wan neer heb een zittend Minister betrof; merkt de heor Troelatra op, dat. men in den geest der Grondwet en volgens hot wezen der zaak het best handelt, door het doel eener enqitcte eenvoudig te zoeken in hot onderzoek zolf en daarbij sléchte dio beper kingen te doen gelden, die aan het behing der zaak cn haar verband met de algoinee- ne constitutioneole taak van het Parlement zijn ontleend. Dat de Kamer ook ten opzichte vau dudon van afgetreden Ministers haar contróle op do Uitvoerende Macht iu den vorm van oen enquête mag jujtoefenen, wordt door don heer Lohman in rijn rede implicite toegege ven. Dat zij de behoefte hoeft gevoeld, in do zaak die het hier geldt dat controlerecht toe te passen, blijkt uit do schriftelijke on mondelinge behandeling dier zaak bij de jongste bogrootingsdebatteo. Dat. ton ge volge dier behandeling üot verlangde licht niet is verkregen cn con nader onderzoek noodig is, hoeft de heer Lobman zelf ver klaard, waar hij op grond, „dat er ua de verklaring van dr. Kuyper op sommige pun ten weer meor duisternis is ontstaan", wil „afwacht.ii, of dr. Kuyper zolf dio duister nis weer in licht zal doen veranderen" ca het ia het bolang van don heer Kuyper acht, meor licht te veraobaffen, „deeoood* ten overstaan, van een commissie, dio hij self desnoods kan aanwijzen en die het volkomen vertrouwen bezit van hot gehce- le volk." i Van het standpunt van den beschuldigde, dio aldus misschien een uitspraak zou kun nen verkrijgen tot horstel van zijn goeden naam, mogo oen dergelijke commissie vol doende zijn, dc Kamer kan, volgons den heer Troolstra, do uitvoering harer taak in dezo niet aan zoodanige commissie overla ten. De beschuldigde moge, voor hot eereb n a dezo woorden van den heer Lobman, hebben doen publiceorcn, dat hij steeds vaa plan ia goweoet, zijn zaak in handen van een. zoodanigen oororaad to atollen, het publieke karakter dier zaak, het feit dat zij niet ecu gewoon particulier betreft, doch het optre den van een Minister bij de hanteering zij ner publieke, onder de contróle van het Parlement staande functie, maakte haar Bij do verdere behandeling der Oorlog?- begrooting gisternamiddag zei do Mi nister yan Oorlog, do heer Cool, ver moedelijk, een krediet voor hot aansteilen van burgercorveeëra eerlang te moeten vragen. Van vorhooging der offioierstraktementen en van vermindering van het aantal hoogere officieren is epr. oen groot voorstander; hij kal pogen iets in dio richting te doen. De pogingen om militie-kader te vormen Magen niet, maar in kef kader is in het algemeen, dank zij den toevloed van vrij- willigcrs, geen aanmerkelijk tekort. Hot capi- tulantonstelscl war kt gunstig, waar het is ingevoerd, en allerminst brengt hot hot uit schot der au der of fi eieren in de -burgermaal- Schappy. gelijk de heer Ter Laan beweerde. Uitvoerig verdedigde spr. hot Kom. besluit, waarbij de splitsing in sergeanten lsIe en 2de kLasso word gemaakt. Een aanvullend Koninklijk besluit, om enkele onbillijkheden weg to nemen, is in bower king. Spr. geeft voorts een overzicht van het gebeurde met do ondorofficiersvereinigingeu „Ons Belang" ön „Onderlinge Voorzorg", het standpunt der Regeering tegenover dc fusie dier Ver- lenigingen verdedigende. Wat de houding des Ministers tegenover j,Ons Belang" zelve betreft, dezo Vcreeni- ging staat niet welmeencnd genoeg tegvsn- •vor het legerbelang, om haar te steunen, nog wel met oen drukkerij, die haar propa ganda vergemakkelijkt. Zij staat met haar ©igon belang tegenover het algemceno leger belang. De Minister zou, indien de Vcreeni- ging ernstige vergrijpen tegen de krijgs tucht ploegt, langs wettel ijken wag kunnen overgaan tot ontbinding der Vereniging «ex artikol 9 der Grondwet, maar zoolang die besliste aanleiding nieb bestaat, kan van ontbinding geen sprake zijn. En zoolang de Verecniging een gepasten toon in haar op treden handhaaft, zal zij hem steeds bereid vinden tot overweging harer wensehen. De rechtspositie v:in officieren is beter verzekerd dan in de burgermaatschappij. Ten opzichte der conduitelijsten bestaan thans alle mogelijke waarborgen. Do kwesiïe-Römer is nog hangende en dus *og niet rijp voor bespreking. Do Minister keurt het duel onvoorwaarde lijk af. "Waar kolonel Van de Gap pel lo niet de uitdager was, kan hot te zijnen opzichte blijven bij de door de rechtbank opgelegde ptraf. Ten opzichte van het geval-Roost van Limburg sluit spr. zich aan bij den heer Lohman. Het Hoog Militair Gerechtshof had in zijn vonnis meer rekening moeten houden met do eischen der discipline. Ge neraal «Sabrom heeft er niet ioan gedacht die resolutie lor zijde te stellen, hy wilde daarvan de schadelijke zijde slechts noubra- lieeeren.^ 6pr. is tqgon het voorbereidend militair onderricht, maar hij is groot voorstander van vooroefeningen der jeugd. Overleg over dit laatste is gaande tusschen Oorlog en Bin- nonlandsche Zaken. Wat dusver werd go- daan is met succes bekroond. Binnen enkele jaren zal men over geheel Nederland die oefeningen kunnen organiseeren. Spr. zal de wedex-openstelling van de Ma liebaan te 'a-Gravcnhoge voor sport overwe gen. Het geschut van Krupp is gekozen na herhaalde proefnemingen te Scheveningen en elders, en nadat voldoende gelegenheid was gegeven aan andere firma's om mede te dingen. De heer Marchant diende nu een mo tie in, strekkende om een Staatscommissie in te stellen, ten einde aan een speciaal on derzoek te onderwerpen de geldelijke en per soonlijke lasten voor de verdediging, op ona volk gelegd. De redaotie dior motie is eens luidend met die, vroeger door den heer Talma voorgesteld. Dezo motie zal later worden behandeld. Het sneeuwde. Onder het vallen der Vlokken spoedde de menschenmassa zich yoort, als had zij alle inkoopen opgespaard Sot dc laatste uren vóór het Kerstfeest. Toch hoorde men, ondanks de vele voet gangers. die dc straten doorsnelden, daar- yan niets en ging elk geluid van voetstap pen in de verschgevallen sneeuw verloren, $léchts vernam men het klinken der bel len van dé paarden en dat eigenaardige. $temmcn-gegons van menschen, die elkaar yerdringen en zich den tijd niet gunnen, behoorlijk uit te v/ijken. 1 Hoevele stooten en duwen had die wach- Sénde vrouw dddr op het plein voor het .Gerechtshof al niet te verduren gehad, die .Wel de eenige scheen, die geen haast had, jen maar altijd weer datzelfde eindje van iden éénen hoek van het gebouw naar den janderen afstapte. Zij wachtte op haar zoon, den trots van haar leven; op haar begaafden, vluggen, door vader en moeder aangebeden jongen. .Ook de onderwijzer had van hem gezegd: -„Van dien knaap zult ge nog vreugde 6e- leyenl" En zij had nachten wakende doorge bracht, alleen omdat hij, de beste leerling, niet met gescheurde, oude kleeren zou be hoeven te loopen, en vader had zich het rooken afgewend. „Dat is alweer een paar gchoenen voor hem," had hij gedacht. „Hij moet het beste hebben!" was het •*s middags aan tafel. „Hebt ge gezien," vroegen de ouders jdkaar om strijd, „hoe gauw hij zyn werk af heeft? Nog geen uur gebruikt hij er yoor, en toch is hij nummer één van allen, bas kind, de zoon van behoeftige ouders* Ja, hij kan alles en wat zal hij het nog ver brengen 1" En nu stond de dertienjarige knaap te recht wegens diefstal, en zy, de moeder, wachtte op hem. Al twee uren lang liep zy daar op en neer en herhaalde bij zichzel- ve, wat haar man gezegd had: „Hij blijft zijn leven lang een veroordeelde; die smet kan nooit worden uitgewischt I" „Nooit 1 Nooit 1" kermde zij. De eerlijke naam, dien zyn vader hem had meegegevende schitterende toekomst, die voor hun zoon was weggelegd, bleef een droom. Reeds werden de lantaarns aangestoken en verlichtten de straten, en nog altijd, wachtte de vrouw. Zij voelde zich moe, ellendig: zij kon niet meer en kreunend riep zij„Goede God, als ik te grootc gedachten van hem koesterde, hem te veel vergood heb, och, straf mij niet te zwaar, wees barmhartig; ik kan niet meer!" Juist nu kwam daarbinnen de behande ling der zaak, naar welker einde de vrouw zoo vurig verlangde, aan de orde. Na de oproeping schoof een bleeke man een knaap sidderend naar voren, tot vlak voor den rechter. „Hij is mijn zoon, edelachtbare," hoor de men den man op doffen- toon uitstooten^ „Ga zitten," zei de president. Deze zag den armelijk, maar net geklee- den knaap een oogenblik zwijgend aan. De kleine misdadiger weende niet; wel had hij donkere kringen onder de oogen en hield, hij den mond, die van karakter getuigde, krampachtig gesloten. „Zijt gij dertien jaar?." vroeg de rech ter. De beschuldigde knikte bevestigend. „Wat doet uw vader?" „Hy is werkman, mynheer.*' -„Heeft die u niet gezegd, dat men niet stelen mag? Hebt ge <iat ook niet op. school geleerd?" „O ja, mijnheer, ik weet het hpèl goed," kwam het haast onhoorbaar over de lippen, van den kleinen boosdoener. „En weet g© óok, jvaar de menschen komen, die stelen?" i „In dc gevangenis, mynheer." i „En hebt ge 't dan toch gedaan?" i „Ja, mijnheer." „Hebt ge een mand appelen van de markt weggenomen "cn zijt ge daarmee hard wcggeloopen „Ja, mijnlieer." Waarom hebt gé 'daf gedaan? Hebt ge die appelen willen opeten?" „Neen, mijnheer, ik wilde maar eens aan mijn makkers laten zien, dat ik alles kan." „Dat ge alles kunt?" herhaalde derech-. ter. Maar eer hg verder kon gaan, werd hy in de rede gevallen door den vader, die by dc laatste woorden van zyn zoon verschrikt do handen voor het gelaat sloeg, als vie len hem plotseling de schellen yan de. oogen. Hij trad naar voren. Geduldig liet de rechter hem aan het woord. „Mijnheer dc rechter, wij, wij alleen heb ben schuld; wij, rijn ouders; wij zijn dom, o, zoo dom geweest, mijnheer; wij hebben het hem in zyn hoofd gebracht, dat hü alles kan; wij zijn maar weinig ontwikkeld, mijnheer, en daarom vonden wc hem zoo, knap en bewonderden hem zool" De officier van justitie gaf een verma ning en de rechter richtte zich daarop tot den knaap, die met gebogen hoofd voor. hem stond: „Zie mij nu eens flink aan! Hebf ge werkelijk de mand weggenomen, enkel en alleen om aan üw makkers te toonen, wat gc durft en kunt? Maar ge hebt toch ook van de appelen gegeten, nietwaar?. Vertol mij nu eens juist, hoe het gegaan is. De beschuldigde zag den rechter on verschrokken aan en begon toen op helde ren, vasten toon: „Ze hebben mij getergd. Ik had 's mor gens het beste nummer voor mijn opstel gekregen zooals altijd, „natuurlijk", had de meester gezegd en op weg naar huis zyn we aan 't vechten geraakt en altijd was ik hun de baas. en toen heb ik uit geroepen: „Ik kan alles, wat ik will" En toen begonnen ze te wedden, dat ik toch één ding niet kon; de mand van de fruit vrouw op klaarlichten dag wegnemen. Dat zou ik niet durven. En toen ben ik cr heen gegaan, en heb het gedaan; we hebben allemaal van de appelen gegeten, ik drie." „Het is juist zoo gegaan, als ge vertelt," zoo nam dc rechter weder het woord. ,.Ik heb eerst bij uw onderwijzer cn daarna bij uw makkers naar u geïnformeerd, 't Was ondoordacht, wat ge gedaan hebt. Ditmaal zult ge er echter nog niet voor in de ge vangenis komen; maar krygt ge slechts ©en vermaning. Wilt ge mij op uw woord beloven, ne derig te worden? Zult ge nooit weer iets van een ander wegnemen, waartoe die dwa ze meening, dat ge alles kunt, en hoogmoed, u gebracht hebben? Zult ge dan ook uw. best doen, om een braaf, goed mensch te worden en uw ouders daardoor al hun moeite, zorgen en liefde naderhand in rui me mate te vergelden?" „Ja, dat beloof ik," sprak de knaap. „Dan is het goed. En woord houden," zeide de president, „dan zal dit vergrijp u zeker nog ten zegen zijn, en ge zult hier door een goed mensch worden. En nu ten slotte nog dit: dat ge nu ongestraft hier uit het gebouw gaat, moet ge maar als uw Kerstgeschenk beschouwen." De vader brak in tranen uit, maar de, knaap zag den vricndclijken rechter ver baasd aan cn boog toen voor hem, heel diep, zonder een woord tc kunnen uitbren gen. Eenige oogenblikken later bevonden zij, zich buiten, vader en zoon, zonder eigen?» lyk te weten, hoe ze er gekomen waren,-, en daar stond ze vóór hen, de vrouw,, wit besneeuwd, onbeweeglijk. Zy staarde» hen aan met oogen, waaruit doodsangst sprak. „Neen, neen, moeder," stamelde dc man, „ge behoeft niet meer angstig te rijn. Hij is vrij cn niet gestraft." Bij deze woorden wierp zij zich snik kend in de armen van haar man; op hetj ergste had zij zich voorbereid, een goeden, afloop had zij zich in de verste verte niet gedroomd. En nu gingen zij door de sneeuw do huizen voorbij, die vol waren met gelukki ge, vroolijke menschen. Zij spraken geen woord. Hier en «daar schitterden lichtjes vaa Kerstboompjes hun legen; soms ook wcr-. den hun oogen als verblind door een zee. van licht uit woningen van rijken; daa hoorden zij het kindergejuich uit dc huizen, gedempt tot hen doordringen en klinken; door de nu stille, ledige straten. Zij konden er nu in deelen, de dricj gelukkigen, die kou noch vermoeidheid, meer gevoelden. Zij haastten zich niet om, thuis te komen, waar hun geen Korst-, boom wachtte, en waar zij evenmin ge schenken of verrassingen vinden zouden. Neen, zij hadden hun Kerstgeschenk al ont vangen, het grootste, wat zij maar wen-i schen konden: het heerlijk geschenk hum ner eer, waarop geen pmet zou blijven; rusten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 9