Burgerlijke Stand. Uit de Rechtzaal. Tweede Kamer. FEUILLETON. No. 15285. lEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag* 18 December. Tweede Blad. Anno 1909, Ethnografiseh Museum, een uitstekende' plaat-s zullen krijgonin hetoude ziekenhuis gebouw. Do heer De Savornin L oh m a n verheugt zich over de uitstekende oplos sing, door den Minister thans aan de zaak gegeven. Zeker, de kosten zijn hoog, maar de Kamer is niet gebonden aan alle eischcn in het rapport der commissie gesteld.' Wordt een nieuw Ziekenhuis gebouwd, dan kan ook in andeFe nooden ter plaatse wor den voorzien, doordat andere instellingen in het oude gebouw een onderkomen vin den. Het nieuwe Ziekenhuis dient vau.ston- do af aan te komen onder een afzonderlijk beheer met een commissie van bijstand, als stootkussen tuaScben curatoren en diretrke Men moet den zieken niet het noodige ont houden, maar geen overdaad. Het denk beeld van den heer Kuyper om aan elke universiteit slechts één volledige faculteit to behouden, ware niet voor verwezenlij king vatbaar. Dit zou een nationale schade beteekenen. De Minister erkent eerlijk, dat hem de schrik om het hart is geslagen, toen hij liet rapport heeft gelezen van dc commissie voor het Academisch Ziekenhuis. Hij heeft den Rijksbouw kundige opgedragen zoo mo gelijk een goodkooner plan te maken tot partieole verbetering. Maar eenstemmig kwam de commissie tot de oonclusie, dat zulk een tijdelijke voorziening totaal ondoel treffend zou zijn. Nu heeft de heer Van Dodem nog eens hot denkbeeld van den heer Kuypor hier ter sprake gebracht. De Minister heeft dat denkbeeld echter niet bepaald verworpen, maar alleen er op gewe zen, dat het uitgangspunt, alsof in Leiden de laboratoria reeds op peil zouden zijn, minder juist was, zoodat men niet er aan kan denken de tegenwoordige faculteiten te gaan inkrimpen. Op het gebied van de labo ratoria is te Lelden een achterstand en als do Minister dezen aanvult, dan is men te Leiden nog niet verder dan te Gronin gen. Natuurlijk behoeft de Kamer nu niet. al les te aanvaarden wat in het rapport om trent het Ziekenhuis staat. Maar alleen wordt door aanneming van dezen post be slist dat een nieuw Ziekenhuis zal worden gebouwd, zonder dat de Kamer zich bindt omtrent den omvang der bouwplannen. Wat 't beheer van het Ziekenhuis betreft, ook de Minister meent, dat curatoren. eigenlijk niet geschikt zijn om een Ziekenhuis te be- heeren. Een stootkussen tusschen curato ren en directrice 13 inderdaad gewenscht cn de. Minister is zeer bereid bet denk beeld van den heer Lokman in ernstige overweging te nomen. Het artikel wordt- goedgekeurd. De heeron Van Karnebeek en Van Lyn d en van S a n <1 en- burg drongen er bij -den Minister op aan de gelegenheid der onderhandelingen tus schen Rijk c*n gemeente omtrent de uitbrei ding dei* klinieken te Utrecht aan te grij pen om de terreinen te koopen, welke in verband met die uitbreiding noodig kunnen zijn. Do Minister verhoogde hierop den post mot f 6000. ten einde die terreinen in erfpacht te kunnen nemen, zonder op dat oogenblik reeds te kunnen verzekeren of de klinieken daar zullen verrijzen. Aldus go- vijzigd, werd de post goedgekeurd. In den verderen loop van het debat ver dedigde de heer De V 1 u g t een amende ment om den eersten termijn ad f 25,000, voor den bouw van een nieuwe psyohiatri- solie kliniek te Groningen, te verminderen met f 8000, zijnde spreker overtuigd, dat een dergelijk gebouw, .waarvoor f450,000 wordt geraamd, zonder bezwaar voor 3 ton kan worden gebouwd. Daarom wil hij den thans aangevraagd en eersten termijn in on geveer dezelfde verhouding verminderen. Het amendoment werd krachtig bestreden door de heeren Drucker en den M ï- n i 8 t e r, die echter wel bereid was de ra ming nog eens aan een nauwkeurige her ziening te doen onderwerpen, maar meen de, dat dit niet veel zon helpen, daar de Rijksbouwmeesters wel bij hun raming zul len volharden, naar de Minister vreesde. De heer L o h m a n ried aan, den post voorïoopig voor memorie uit te trekken, waarna de heer De Vlugt rijn amende ment in dien" zin wijzigde en na verder de- bat de Minister hei aldus gewijzigde amendement overnam. Door deze beslissing is dan voorïoopig slechts in beginsel tot den houw van de psychiatrische klimefc to Groningen beslo ten. Bij de bespreking van de Technische Hoo- goschool drong de hoer Nolens aan, voor behoud van goede leerkrachten, meer buitengewone boogiecraren te benoemen tot gewoon hoogleeraar, in het bijzonder het ook hebbende op het professoraat in historische geologie en^pateontologie. Do Minister zegde ovprwegirn? toe. Na re- en dupliek wordt de afdeoling Hooger Onderwijs goedgekeurd. Bij de afdeeling middelbaar onderwijs dringt de heer T er L a a n er op aan, dat de Minister er zich van vergewisse, dat do gemeenten gebruik maken van de door hem geopende gelegenheid tot opneming van de leeraren bij de Burgeravondscholen in het Pensioenfonds. De heer S m e e n ge (door het rumoer in de Kamer niet to volgen) bepleit pen sioen v<x>r de vakleeraren Hedenmorgen voortzetting Binnenland- sche Zaken. Avondzitting. In deze zitting vind de algemeene be raadslaging over de Oorlogabogroo- ting aan. Namens da commissie van rapporteurs deel de vle heer Van V 1 ij men al dadelijk mede, dat haar de tijd had ontbroken tot gezette overweging van verschillende wijzigingen, door don Minister gelijktijdig bij do inzen ding van de Memorie van Antwoord voor gesteld: wijzigingen, die belangrijke uitga ven inhoudon, o. a. het voorstel tet rege ling dor positie van de muziekkorpsen. Spr. verzocht den Minister ter bespoediging van do debatten do verschillende posten to wij zigen óf wat het bedrag óf wat do om schrijving betrof en nader op de zaken bij suppletore begrooting torug te komen. Nadat, de Min. van Oorlog verklaard had morgen schriftelijk op dit verzoek te zul Ion antwoorden, betoogde de heer Van don Borch van Heemstede, dat bij de aanschaffing van geschut z. i. een Eekere stem wordt gevolgd en de Fransclio industrie ten onrechte bij de Duitsche wordt achter gesteld; dat de concurrentie, thans niet ge heel vrij, dit behoordo.to zijn, eu dat het Eranseho geschut van Schneider door Ues- kundigen zeer wordt geprezen. Met genoegen constateerde do hrer Van Hoogstraten, dat de Minister tegenstan der van het instituut der viprmaanders is cn van .de dorde herhalingsoefening en dat hij vloeken en ruw optreden vteil tegengaan. Voorla beploitte hij algeheel verbod «van alcoholveTstrekkiiig in de can tinesschei ding van veld- en vestingartillerie ©n op heffing van het korps dor genie in zijn tegen - woordigen vorm, met in do plaats daar van speciale opleiding in vestingbouw aan de militaire academie, van officieren, die toe gevoegd konden worden aan den gonoralen staf. De heer Thomson, de legerpoliti.de der Liberale Unie verdedigend, welko naast be- trcchting van zuinigheid steeds geroht was op het verkrijgen van oen volksleger, ont zegde den sociaal-democraten het recht van critiek op anderor verantwoordelijkheidsge voel, waar zij zeiven alle verantwoordelijk heid voor liet leger afwijzen. Bij diens optreden hnd spreker voor den Minister van Oorlog, die bekend stond als aanhanger der nieuwere beginselen, sym pathie; maar hij was nu teleurgesteld, om dat- do Minister zich in hoofdzaak bij zijn conservatieven voorganger aansloot. Spr. be toogde, dat het onderzoek naar het marchee- Ton tendentieus was geweest; dat do ran sel kon worden afgeschaft en dat het twee- ploegenstelsel, naar de voorspelling, een fias co was geworden. De plannen des Ministers besprekende voor de toekomst, vToeg sur. wat bedoeld woTd met een leger en daarna-ast leen weerbaar volk. Hij bestreed inkrimping van do her halingsoefeningen, als roAgeeremde tegen ©on volksleger, cn tcgoa een korten eersten oefen tijd; bepleitte vervorming van het instituut der viorinaandors, nlgemecnon dienstplicht met strenge keuring^gopaard aan contingent- nitbreiding, maar met verkorting van den cots ton oefentijd tot zes maanden. Vorder vroeg hij verkorting van den eer sten oefentijd ook bij do bereden wapens, to bereiken door indecliag van moer ialellco tueel ontwikkelde miliciens; bepleitte hij be vordering van sportia hot leger en af werking van do stelliig van Amsterdam, zij hot in niet zoo fend tempo als do minister begeert. In breedvoerige beschouwingen twknde over do levering van het geschut, consta teerde spr,, dat het Kruppschc geschut zoo als het beproefd is, niet voldeed, dal hot go- wicht vaav het boproc-fdo en te leveren ge schut vorsclüldo cn dat het kanon van ICrupp noch voldoende elevatie, noch voldoende sta biliteit had. Den teruggang van dea geest in hot legor schroef bij toe aan verschillende maatregelen van minister Sabron. In do eerste plaats aan de soldijwot, waarvan do toepassing geheel was ovorgelaten aan de eubjectiovo opvattingen der chefs- In do tweodo plaats aan diens opvattingen over de rechtsbedoeling in hot leger, waarvan spre ker verschillende voorbeelden gaf. In <lit verhand waarschuwde spreker doa Minister tegen wcttolijko maatregelen tegen hot mili tair vereenigingslevon en vroeg hij va.o <lon Minister scherpe afkeuring van hot Haagseho duel. Breedvoerig ging spreker ia het bijzonder in op het geval-Roost van Limburg, waar over een afzonderlijke nota bij dc Memorie van Antwoord was gevoegd van do hand van generaal Sabron, die, naar sprekers op vatting, had meegewerkt om hol uitvoerend gezag te plaatsen boven rcchberlqko beslis singen. Na nog oen mildo traktcraontsvar- hocging voor de officieren to lieb'oen be pleit, oindigdo spr. met de hoop uit te spro ken, dat hij met dozen Minister zou kunnen samenwerken, on voor dica3 begrooting zou kunnen stemmen. Ruim middernacht kwam de heer Van Sasse van Yssolt nog aan het woord, de wenschclijkheid bepleiteudo, dat do mili taire rechtspleging zou komen in 'handen van den burgerlijken rechter. Hij betoogde voorts, dat generaal Sabron in het. gcval- Roest van Limburg niet de sententie van het hoog militair gerechtshof op zijde had gezet, maar een overweging onjuist hnd go- oordoald: een handeling, die spreker om dat dia Minister het cassatierecht miste nochtans bleef betreuren. Bij halfeen word de verga doring verdaagd. AARLAN" ERVKEW Bevallen: C. I. van Hoijningen geb Heemrood D. Cornelia Ver- kado D. Overlodon: Adria^n Joba* Hendrik Yarvos- aicao 52 j. Floras Johannes Bos 1 j. NOORi'WIJfC. Geborem Andrea", Z. van B. Th. van Abswoude en 11. K. Tukker. Anionia Corne ia, 1). van A. v. Ilooydonk en M. It. D. Mooneo. Getrouwd: Arie ^paanterrasn 33 j. en Trjjnt e Ammeraal 21 j. Hend.-ik Vink 22 j. en Knelske Tilman 23 j. Overleden: W. v. d. 7altn, 38 j., gehuwd met VI J. Hooeenstraateo. (Te 's Graven li ago over'edm:) Jonkvrouw* Pna'ine .loha-'ca Kcudorp, weduwe van Jhr. Jan Hugo Gevers, 80 j. Theodorus Wilhelmus «Ikemade, 1 j., Z. van B. Alkemnde on 1'. teenvoorden. NOORDWIJKKRHOUT. Geboren: Nicoluos, Z. van J. de Groot en Cath. van Bobemon. Hoog;© Itnad. De Hooge Raad heeft gisteren uitspraak gedaan op het cassatieberoep van do Ver- eoniging tot uitbreiding der versameling van Kunst en Oudheden op 't Stedelijk Mu seum te Haarlem tegen do beslissing van 't Hof te Amsterdam, waarbij rij met beves tiging van het vonnis der rechtbank aldaar niet ontvankelijk is verklaard in hare vor dering tot afgifte van de haar vermaakte nalatenschap van den heer Druijvostein, in welko zaak onlangs door het Openbaar Ministerie bij den Hoogcn Raad werd ge concludeerd tot toewijzing alsnog van ge noemd© vordering. De Hoogo Raad heeft n;i| in strijd mcè dio conclusie, het cassatieberoep verwor pen en dus do beslissingen, vnn Hof en rechtbank gehandhaafd. Lljit vu onbeiiilbire brisui m iriahaarisu van hier verzotden gedurende de eerste hel/i der maand December. Binnenland. Brieven: Nanda Ver- heeff, J Smit, Ma der, \V. F E. v. d. Feltz, Den Haag; K. Weete. Leiden; mej. G. van der Waarde, Rotterdam; wed. J Op dam, Voorschoten. Briefkaart, on: Algem Ncdcrl. Bankinstelling, mej. B. Meier, Den Hang; P v. Haaster, Den Heldor; Lena Otids- hoofn. Loosduinen, Lodcw. Ernst, Rotter dam mej. C. Mocrkers, Utrechtmej. T. M. Bosch, Zwolle. Buitenland. Brieven: J. Dam, Hnrle bij CoesfcldJ. Bentfort v. Valkenburg, Montreux. Briefkaarten: Pator Hulst, Hom- bourg. Een aangctcekende brief voor uioj. Van Santen, Haarlem, waarde f41. Nota. Aan do afzenders wordt aanbovolcn hun naam en adres op de stukken to ver melden, opdat dezo bij onbestelbaarheid aan hen kunnen teruggegeven worden. Uitvoering «Ier Woningwet. Door het Hoofdbestuur van den ,,V o 1 k a- b o n d tegen Drankmisbruik" is eon Commissie bonoemd, welko tot taak heeft, middelen to beruiuen om te geraken tot eon krachtiger uitvoering der Woning wet. Do Commissie is samengesteld als volgt. G. Oosterhaan, lid van het Hoofdbestuur, voorz.; J. H. E. Rückert, scoretaria, Lei den (Wassfcroat); Edo Bergsioa, Burge meester, Enschcdee; J. v. d. Dreggen, civicl-ingenieur, Winterswijk; W C. van Haeftei\, alg 6ecr. Volksbond; jhr. mr. Ch. Ruya de Beerenbrouck, Lid dor Twoedo Kamer, Ma:istricht. I>© zalm goedkoop. De tijden vnn ruimer zaluivangst schij- non te zullen terugkcercn. De hoer G. A. Bieler, Fischermeistcr te Bnzel, dio een groot© autoriteit op hot gebied der zalm- visscherij is, cn zich ook meermalen waag de aan voorspelliugen betreffende de vangst, die niet al te ver mis waren, schreef naar ,,Onzo Zoetwatorvisscherij" meldt het volgende over de vooruitzich ten der eerstvolgonde jaren Zooals ik voorspeld had, heeft in de ja ren 1903 en 1909 de zalmvisscherij in don geheoleu Rijn zeer slechte uitkomsten gege ven. Thans ben ik in staat gunstige jaren to voorspollen. Do jaren 1910 eu 1911 zul len zeer goedo vaugaten van St.-Jacobszal- men opleveren, welko die van, het gunstig jaar 1905 nog verre zullen overtreffen. Ten govolgo daarvan zullen de jaren 1911, 1912 en 1913 ook voor do groolcre zalmen een aan zienlijke verbetering brengeu. Afgaando op het aantal bij Bazel dit jaar aanwezige eenjarige zalmen, zal in bet bijzonder het jaar 1911 wat betreft do Bt. Jacobs- zalraeo, de hoogste vangstcijfers to boeken geven, welko de Hollandsche zalm statistiek sedert 1890 kan aanwijzen. „1>© Kif Proviiiciëu." Naar uit Amsterdam wordt gomold, heeft de Justitie beslag doen leggen ten kantore van Mr. Zegers Veeckens op de booken en besoheiden, welko betrekking hebben op de indertijd vervormde Mjliticvorzc-konnga- maatschappij on do later opgerichte ,,ELf Provinciën". Mr. Zegers Veeokens deelt ons mede. Lit de hoer Schaeffer op adries van zijn rechts geleerden raadsman (Mr. Zegers Veeckcna voornoemd) der Justitie per brief aange boden had alle beschoidcn op doze zaak be trekking hebbende in handn dor Justitie te stellen. Do boeken hadden in hoofdzaak be trekking op do vermelde oprichting der Militieniaalsckappij en de vervorming tob ,,De Elf Provinciën". Bij de voortzetting der behandeling van de begrooting voor Binnenlandsche Zaken gisternamiddag kwam, zooais wij, reeds in het kort mededeelden, bij art. 118 ter sprnke de houw van een oieuw Aoademisch Zie k e n- hoi 's te Leiden, De beer YanDedem kwam daarbij op legen den bouw van een nieuw ziekenhuis, dat in totaal 5 millioen zal vorderen. Zulk ©en uitgave voor een faculteit van een uni versiteit ia te hoog. Ia het niet mogelijk contracten met particuliere instellingen te maken 1 Waarom niet het voorbeeld van Groningen gevolgd, waar het riekenhnia ver rezen is met steun van gemeente en pro vincie t Waarom moet hier alleen het Rijk de kosten dragen? Wanneer nu straks Utrecht hetzelfde vraagt, zal het niet kun nen worden geweigerd. De Minister heeft des ochtends trachten te weerleggen hot denkbeeld van den heer Kuyper, om aan elke universiteit slechts één faculteit volledig in te rioliten. De Mi nister wilde met spccialiseering gematigd te werk gaan. Maar heeft do Minister dat in rijn hand? In elk geval is Leiden niet do geschikte plaats voor een volledige rnedi- eohe faculteit Deze moet gevestigd zijn in een groot bevolkingscentrum als Amster dam. Ook Utreoht is daarvoor beter ge3chikt dan Leiden. Spr. was eerst voornemens voor te stellen den post te vermindoren, maar heeft daarvan afgezien, ouxlat amen dementen niet in den smaak vallen. Maar hij vraagt den Minister ernstig het dank beeld van den heer Kuyper te overwegen d&n kan de post nog worden terugarotio- men. De heer De Visser (afgevaardigde voor Leiden) heeft daarentegen dezen post met ingenomenheid begroet. Minister Kuy per noemde reeds in 1903 den toestand van het Leidsch Ziekenhuis onhoudbaar on vroeg f 215,000 aan voor beter huisvesting van het verplegend personeel. Maar do Kamer wenschte de zaak prinoipieel behan deld te zien en do Minister nam den post terug. Ln 190-4 nam men het den Minister toen zeer kwalijk dat zijn onderzoek niet was afgeloopen. Toen Minister Rink op trad, duurde dat onderzoek nog steeds voort. Maar in 1906 stelde deze voor f 140,000 uit te trekken voor de bedoeldo verpleeg sters. Toen kwam men echter weder met dezelf de principieel© bezwarc-n eu tot veler te leurstelling besloot de Minister op het rap port omtrent de wenschelijkhcid van een nieuw Ziekenhuis te wachten. Aan doa heer De Ridder werd een vorig jaar toegezegd een rapport van een commissie van deskun digen. Dat rapport is nu verschenen en daaruit blijktj dat de toestand daar on houdbaar is. Bij brand zullen naar allo waarschijnlijkheid de helft der verpleegden moeten verbranden. Hot verplegend perso neel wordt geborgen in do keldors on op ©older. Voor de 300 patiënten zijn er sleohts 4 badkamers. In geen enkel opzicht mag die toestand worden bestendigd. Nu ziet. do hoer Yan Dedem tegen de kosten op, maar spr. antwoordt: lo. dat de toestand te Lei den zich historisch heeft ontwikkeld even goed als te Groningen en to Utrecht; 2o. dat juist op deze begrooting wordt voorge steld de psychiatrische kliniek to Gronin gen te verbeteren; 3o. dat de psychiatri sche kliniek, thans in „Endegeest" geves tigd, in dit plan naar Leiden wordt over gebracht en dat er in Leiden 320 en in Gro ningen 1*74 medische studenten zijn, zoodat er in Leiden meer bedden moeten beschik baar zijn. Do zaak is dus niet bleehls ur gent, maar ook billijk gerogeld. In dozen ©tand van zaken heeft de Minister wijs gehandeld door hier eindelijk eens in te grijpen, waardoor het medisch onderwijs in elk opzicht zal worden gebaat, do huisves ting van hot personeel verbeterd zal wor den. Daarbij komt, dat het M us e umvan Oudheden en hetgeen tot dus- rerregenoemdwordthetRijks- De aangenomen naam. 9) Toen het zwarte paard hun voorbijstoof, was het op het pimt hevig to gaan steige ren en had zij al haar kraoht en behendig heid noodig cm het in bedwang te houden. Athlyne had juist den tijd een zijdeling- echen blik op haar te werpen. Maar in dat éóne oogenblik hadden haar trekken zich ©nuitwischbaar in zijn gcheugon gegrift. Het meisje keerde zich om en zag hem even na. En toen wendde zij zich tot den ouden heer cn zei: „Dat is datzelfde paard, dat we een paar dagen geleden gezien hebben, toen het verkocht werd op die veiling, Wat was ik jaloersch op den kooper I Maar ik ben het nu niet meer. Iemand, die zoo uitstekend rijdt, verdient een mooi paard. Hebt u ook opgemerkt, vader, wat een prachtig geheel die ruiter en zijn paard samen vormden?" Jo praatte vroolijk voort on in de twee uren, die nu volgden, gingen zij nu eens in een lichten draf en dan weer in galop, totdat het drukker werd op den weg en zij kalmer moesten rijden. Toen haar vader voorstelde naar huis terug te keeren. smeekte zij om nog één toertje. mTog, nog één keer heen en weer, va- dertje! 't Is hier zoo heerlijk, en de rivier ia zoo mooi 1" Natuurlijk kreeg zij haar zin. De oude heer kende geen grooter geluk dan haar genoegen te doen. Zij had er haar goede redenen voor, graag wat langer te blijven. Zij dacht namelijk aan de mogelijkheid, dat d© jonge man op zijn mooi, zwart paard nog eens voorbij zou komen. Zij hoopte het vurig. Zij had er zelfs een voorgevoel vam Maar zij zei het niet. Zelfs haar vader zou haar wel eens verkeerd kunnen begrij pen. Na eenigen tijd in galop te zijn voort- gestoven, liet Atlilyne zijn paard weer stap voets gaan. Hij kwam voorbij Grants graf, waar de wég een booht maakt en dan be gint to dalen, en weldra bereikte hij een brug, die zich welfde over een ravijn, ge vormd door de uitgedroogde bedeling van een beek, die zioh bier vroeger in de rivier had uitgestort. Dien dag kon hij de viaduot echter niet overgaan, maar zag hij zich genoodzaakt langs de eene helling in het ravijn af te dalen en langs de andere weer naar boven te klimmen, ten einde het ver dere gedeelte van den rijweg te bereiken. De reden hiervan was, dat een der pijlers, waarop de brug aan de rivierzijde rustte, was ingestort. De rotsbodem, waarop de stad Nicuw- York is gebouwd, is van een zeer zacht ge halte, dat snel vergaat; nu en dan stort een huis, of een gedeelte daarvan, plotse ling, in, doordat de bodem, waarop het staat, verteerd is. Niet lang van te voren was dit met een heele groep huizen aan de Parkzijde gebeurd. Nu was ook de brug ingestort, de weg eindigde hier plotseling en de wandelaars keken er neer op een in de diepte liggenden ohaos van steenen en stukken metaal. Het eene gedeelte van de viaduct was afgezet met een bek en in het midden bevond zich een houten bord. met ds waarschuwing, dat de weg hier niet doorging. Athlyno reed tot aan de club van de bovenstad. Hier zat hij een poosje onder de boomen aan de rivier en dacht aan van alles; ook aan het meisje, dat hem zooevon te paard was gepasseerd. Toen reed hij weer kalm terug, bereikte weldra het ravijn en was er juist in afgedaald, toen hij» in de nabijheid van het graf van Grant, een gejoel van stemmen hoorde en de men- schen van alle kanten zag to est room en en elkander verdringen. Het volgende oogen- bb'k verscheen een politie-agent, die hom tot den uitersten spoed aanmaande. ,,Gauw 1 Gauw! Zorg, dat de weg vrij blijft. Er ia een hollend paard in aantocht l" riep hij. Athlyne was in minder dan geen tijd boven en Heef op zij run den weg rijden, met het plan den weg vrij te laten en tevens ook hulp te verleenen, voor zoover hem dit mogelijk zou zijn. Het gejoel ©n gedrang werden sfceeda grooter. En opeens kreeg hij in de verte een bruine merrie in het oog, die met uitgerekte hals en blik semende oogen voortholde. De dame, die haar bereed, scheen haar tegenwordigheid van geest niet te verliezen en hield de teu gels zóó, dat zij ze weer zon kunnen ge bruiken, zoodra zij hiertoe de kans schoon zag. Zij zag er volstrekt niet ontsteld uit en was alleen heel bleek. Achter haar aan reden twee politie-agenten en de oude heer met de witte snor. En daar achter volgden menschen te voet en te paard, en voertuigen van allerlei soort, rijtuigen, auto's, fietsen. Met één oogopslag had Athlyne het meisje herkend. En hij zette zijn paard tot den grootsten spoed aan. Als hij haar niet kon helpen, wilde hij tenminste trachten haar bij te houden, en dit zon niet zoo gemakkelijk rijn, want het hollend paard stoof in duizelingwekkende vaart voort. Opeens maakto rioh een horige angst van hem meester, niet om hemzelf, maar om het meisje. Hij wist wat zij waarschijn lijk niet wist dat de viaduct ingestort was, en zij waren er reeds niet ver meer van af. Hij reed nu bijna vlak naast haar, want rijn prachtig paard kon, haast zon der e enige inspanning, het woest voorthol lende dier bijhouden. En kalm riep hij haar boe: „Tracht alsjeblieft uvr paard ln be dwang te houdon; u zult straks een steilte af moeten, want de viaduct is ingestort en de wog afgezet." „Ik kan niet," zoi zij. „Ik bon maoh- tolooe." Hij gaf zijn paard de sporen en het dier deed een sprong vooruit. Het mcisjo zag hot en begreep hem. „Wees voorzichtig!" zei zij snel. „Een politie-agent heeft dat ook al goproboerd en werd van zijn paard geslingerd. Hij had dood kunnen zijn." Opepns bestierven do woorden haar op de lippen zij waren do bocht voorbij en nu eerst besefte zij zijn in vollen omvang het gevaar, dat haar bedreigde. Zij had te kie zen tusschen twee kwade dingen: met een hollend paard de steilte af to tuimelen of blindelings tegen do barrière, die de viaduct afzette ean te vliegen. Maar de keus werd liaar niet gelaten. Het hollende dier volgde zijn eigen zin. In blinde vaart ijlde het op de barrière af. Deze was van zware balken vervaar digd, maar de latten daarboven v/aren zeer dun. Het paard brak ze door, terwijl het er over heen sprong, en deed een regno, vaa splinters en houtjes opdwarrelen en weer neerkomen. Het meisje had al haar zinnen bij elkaar gehad, toen zij zag wat er ging gebeuren, en doe«i zooals zij op do jacht ge woon was te doen, wanneer haar paard ovor een hek ging springen. Nauwelijks was het gevaar, waarin zij verkeerde, tot Athlyne doorgedrongen, of hij hield zioh gereed. Ziende dat dc merrio op den rechterkant van do barrière afging, reeds hij op den linkerkant toe cn op het- zolfdo oogenblik sprongen zij er over heen. Zoodra zij zich aan den andoren kant be vonden, woe hij klaar cn reed naast bet hollende pa-ard. Een eind vóór hen' gaapte de diopte, ia wier bodem de dood hen tegengrimde. Het moisjo zag hot en haar gelaat, dat reed» bleek was, word nu aschgrauw. Athlyne, dio vlak bij haar was en do teugels van zijn paard in do linkerhand hield, riep haar ge jaagd toe: „Haal uw voet uit den stijgbeugol cn grijp met uw linkcrhaüd mijn kraag vast, terwijl ik den arm Om n heen sla. Probeer dan °P miJn paard te springen, dan zal ik u onderwijl naar mij too trekken. Het meisjo haalde haar voet uit den stijgbeugel en liet de teugels los. Toen sloeg bij zijn arm om haar middel, terwijl zij zich naar hom toe boog en zijn kraag vaste greep, juist zooala bij haar had gezegd. (Wordt vcivolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 9