Ingezonden.
Viaarscliuwing auu veohouders.
^EIZOKN-OPRUl IMTTTVO-,
BRUMS AMKERWBAN, Leiden.
Marktberichten.
Gemengd Nieuws.
daar èn voorsteller èn voorstemmers dit
wisten, is zij tevens een in de wet vast
gelegd monument van politieke immorali
teit.
Emigratie naar Brazilië.
Kaar aanleiding van het ingezonden stuk,
getiteld naar Brazilië, onlangs voorgekomen
in het „Leidsch Dagblad", gevoelen wij,
ondergeteckenden, als emigranten, den
7den November 1908 naar Brazilië vertrok
ken, ons verplicht, ja zelfs gedwongen
daar tegen to protesteeron.
Hoe iemand zulks kan schrijven i6 ons
een raadsel, ja het is treurig. Wat kou er
van ons Hollanders, ongeveer een dertigtal
gezinnon dio hier in Guaranij zijn, worden,
indien do toestand ware zooals de inzen
der vermeld hooft. Inzender begint te
zoggen dat men zich wel 10 maal moet be
denken voordat men naar hier vertrekt,
want, zegt inzender, de ellende iB zoo ont
zettend, dat men er zich geen voorstelling
van kan maken. Ja nog sterker, de ellende
begint al op het schip, schrijft inzender.
Dit vooreerst kunnen wij beweren als geheel
onwaarheid, 't Tegendeel. Alle Lieden waren
zelfs gegroeid, daar er eten en drinken in
overvloed verstrekt werden en de behan
deling zeer goed was. Dat i9 dus anders,
dan dat er honderden van ellende en hon
ger omkomen, zooals inzender bcweerdo.
Op de plaats van bestemming aangeko
men, bchooft men daar niet bang to we
zen dat men honger lijdt, danr de Brazi-
baansch© regecring in allo oprichten zeer
behulpzaam is. Dadelijk bij nankomBt ont
vangt met 't volgende: 25 H A land, 30
Mielreis (een Mielreis is 75 centen), voor
benoodigd© gereedschap, 20 MiolreiB
•^joor zaden en 125 Mielreis voor
ondersteuning, die men in termijnen van 15
Mielreis per 14 dagen uitbetaald krijgt.
25en colonist, die derhalve over meer ar
beidskrachten beschikt, kan meer dan éën
•tuk land van 25 H.A. bekomen, zoomedo
»eer ondersteuning.
Wil do emigrant echter niot op zijn
jo\onie werken, dan kan hij altijd, ten allen
tijdo, werken aan het maken van wegen
of andere werkzaamheden, waarmede hij
van 3 tot 6 Mielreis per dag verdient.
Verder schrijft inzender dat hij, door toe
zending van veel geld, wat meestal niet ge
lukt noover door te zendeD, is gered kun
nen worden. Hoe inzender daarbij komt is
gewoonweg belachelijk, want dat kunnen
wij beweren, dat zulks beslist onwaarheid
is. Elke brief, briefkaart, postwissel, post
pakket of wat dan ook komt- ten allen tijde
ongeschonden in handen van den adressant.
Wij verklaren voorts, dat men, indien
men bier werken wil, zeer goed vooruit kan
komen daar het land zeer vruchtbaar en het
klimaat overheerlijk is.
Hopende, dat wij onzo geachte lezers zoo
£oed mogelijk omtrent den waren toestand
in Brazilië hebben ingelicht, verblijven wij
na u, Mijnheer de Redacteur, bedankt te
bobben voor uw welwillende plaatsruimte.
J. KRAAN.
B. ZUIDERWIJK.
A. ZUIDERWIJK
Colonie-Guaranij.
(Het bovenstaande ingezonden stuk ont
vingen wij van een ingezetene uit Voor
burg, die zijn naam echter niet bekend wil
gemaakt zien. De personen, wier namen on
der het stuk staan, zijn ons onbekend. Om
trent de betrouwbaarheid van wat zij mee-
deelen, kunnen wij duB niet beslissen. Wel
deelde de ingezeten© van Voorburg ons me
de, dat de twee eerste uit zijn plaats, en
de derde uit Den Haag afkomstig is.
Rod. L. D.)
Het bedoelde ingezoudon stuk luidde al
dus:
Naar Brazilië.
Naar aanleiding van een vraag in het
„Loidsch Dagblad'' over emigratie naa~
Brazilië, geviel ik mij gedrongen den vra
ger den raad te geven zich wel tienmaal to
bedenken vóór hij besluit daarheen te gaan.
Het aanbod is mooi: vrije overtocht, land,
gereedschappen, zaad, enz. voor niets, enz.
Maar o wee, als men er isDe ellende be
gint al op bet schip. Die ellende is zóó ont-,
zettend, dat men zich er geen voorstelling
van kan maken. Honderden komen van el
lende en honger om. Dat is de korte in
houd van de berichten van iemand aldaar,
die nog door toezending van vcol geld 's
gered kunnen worden. Meestal gelukt het
echter niet geld tot zoo ver door te zen
don.
V rouwenkiesreoht.
Mijnheer de Redacteur 1
Telkens leest men den l&atsten tijd ver
slagen over vrouwenkiesrecht. Dit zaakjo
schijnt in Holland dus langzamerhand ook
al burgerrecht te verkrijgen. Men ontmoet
zelfs al dames in bet openbaar met insignes
op de borst, waarop: „Vrouwenkiesrecht"
prijkt, terwijl er helaas ook m a n n n
gevonden worden die deze nieuwigheid voor
staan Ten einde nu bijtijds te voorkomen,
dat onzo als echte, degelijke en i n-rin-
d el ijk bekend staande Hollandsche huis
vrouwen, ten slotte door opzweperij dezelf
de dolzinnige streken zullen gaan uithalen
als haar Engclscbo collega's, cou ik wel
de volgende voorstellen ernstig, aan de
mannen van Nederland, in overweging wil
len geven:
lo. Laten we middelen bedenken om de
ongetrouwd© dames zooveel mogelijk aan
een man te helpen.
2o. Laat, ieder in zijn omgeving, bevor
deren dat getrouwde dames, die geen
raad met haar leegen tijd weten en met de
kwaal van vrouwenkiesrecht behept zijn
zooveel mogelijk met een drukke omge
ving te doen hebben.
3o. Laten de vrouwen (getrouwd of onge
trouwd) die, trots alles, toch niet anders
hun tijd weten zoek t© maken dan
'door het maken van een borduur
werkje of het naloopen van vergaderingen,
zich liever in de arbeiders- of kleine bur-
gor gezinnen begeven om hulp te bieden bij
zieke dagen der huisvrouw als anderszins,
dan zijn zij ten minste nog nuttig werk
zaam.
Zoudt u niet denken, dat wanneer het
vorenstaande meer algemeen werd bevor
derd, het voor een groot deel uit Was met
Üat belachelijke vrouwenkiesrecht?
En zullen de vrouwen, die openhartig
willen rijn, het niet hiermede eens zijn? La
ten wij mannen zorgen, dat de natuurwet
tot haar recht komt. Geef vóóral iedere
vrouw 200 mogelijk een man enz., daar
heeft zij recht op.
Wat ter werfeld toch is voor een goede
moeder, dierbaarder en bezielender dan
haar kind Ik geef u de verzekering, der
gelijke vrouwen denken aan geen 6tembua,
en treden ook niet als concurrenten der
mannen in de maatschappij op.
Dat de rechten der vrouwen in Neder
land, door onze bestaande wetten niet naar
beliooren geregeld zijn en daarin zéér nood
zakelijk verandering most komen, daarme
de ben ik het volkomen eens, doch zijn w ij
m annen dan niet zedelijk verplicht en
instaat om daarvoor te zorgen? Wij zijn
nu eenmaal de steunpilaren (althans we bo-
hooren het to zijn) van het z.g. zwakke go-
slacht en iedere vrouw (al zou het ook een
K< .au zijn) ziet in een flinken vent ook
gaarne haar meester; m. a. w. een vrouw,
die overtuigd is, dat zij op haar man
aan kan; dat zij volkomen op hem kan ver
trouwen en hij bovendien voor zijn werk be
rekend en een goed huisvader is, cal
zich geheel en al aan hem overgeven en
geen oog-enblik aan vrouwenkiesrecht den
ken.
PRACTICUS.
Loiden, 18 Dec. 1909
Meermalen gebeurt het dat bij noodslach-
tingen cn vooral bij snel verloopende ziek
togevallen, door den veehouder niet de
noodige maatregelen worden genomen.
Soms heeft dit plaats uit onwetendheid,
andermaal uit onvoorzichtigheid of denk
beeldig winstbejag; zeer dikwijls echter tot
schade van den veehouder zelf.
Zoo was voor eenigeD tijd in een stal te
R. eei\ rund gestorven, nadat het slechts
enkele uren ziek was geweest.
Nu bestaat bij vele veehouders de mea
ning, dat, zoo een dier gestorven is, de
waarde van het vleesch nog zooveel moge
lijk behouden blijft door zoo spoedig moge
lijk de halssnede toe te passen. Men, gunt
zich zelfs geen tijd ora het cadaver eerst
uit den stal of uit de nabijheid van andere
dieren te verwijderen; doch* brengt de hals
snede toe op dezelfde plaats waar het dier
is gestorven.
Ook in dit geval word het dier onthalsd
in den stal, waar zich nog meerdere run
deren bevonden en was het bloed aan het
schoeisel van hen die bij de slachting be
hulpzaam waren, door den geheelen stal en
zelfs naar een andoren stal mot vee, mede
gevoerd.
Door den gemeentelijken keuringsdienst
werd bij het gestorven rund miltvuur gecon
stateerd. Daar nu bij miltvuur, juist door
het bloed in bijzondere mate de smetstof
wordt verspreid, werden in dit geval de
beide stallen en ook het geheele erf in hooge
mate besmet.
Direct na het vaststellen van miltvuur,
werden van rijkswege maatregelen tot ont-
tmetiing genomen, hetgeen echter niet kon
vernoeden dat in den stal, waarin hot dier
wae onthalsd, na eenige dagen bij nog drie
en in den anderen stal eveneens bij drie
runderen, verschijnselen van miltvuur wer
den waargenomen. Êen dezer laatste run
deren ie aan miltvuur gestorven. Al deze
dieren waren zeer waarschijnlijk besmet
door het gebruik van voedsel, bezoedeld
met bloed van het eerstgestorven rund. Het
bloed, dat overal was heeogedragen, kon
gemakkelijk met- hooi of ander voedsel ih
aanraking komen.
Door spoedige enting van rijkswege
werden do vijf andere zieke dieren behou
den en door afdoende ontsmetting van stal
len en erf werd erger voorkomen Door on
voorzichtigheid bad de veehouder zich groo-
te s-shadé berokkend.
Daar het mogelijk is, dat niet alle vee
houders bekend zijn met de verschijnselen
van miltvuur en andere besmettelijke vee
ziekten, verdient net aanbeveling om bij
allo sterfgevallen onder het vee, zonder be
kende doodsoorzaak steeds de noodige voor
zichtigheid te betrachten.
Bij plotselinge sterfgevallen onder het
vee, verwijde-re men zoo spoedig mogelijk
het cadaver uit de nabijheid van andere
dieren. Vooral bij runderen ziet men dik-
wijls dat een gestorven rund door de andere
wordt gelikt. Dit likken kan reeds oorzaak
zijn van overbrenging van besmetting.
Bij aan miltvuur gestorven dieren komt
het dikwijls voor, dat bloed uit de natuur
lijke lichaamsopeningen naar buiten vloeit.
"VVordt dit bloed door andere dieren opge
likt, zoo kan hierdoor besmetting veroor
zaakt worden. Vooral op stal wordt dit-
gevaar grooter, als het gestorven dier met
den kop in de gemeenschappelijke voeder-
goot (voorboes) ligt en het bloed dat uit
den neus vloeit, al of niet vermengd met
voedsel, door de andere dieren kan worden
opgenomen. Tevens kan het bloed, dat uit
de natuurlijke openingen afvloeit en in de
mest in den stal terecht komt, de besmetting
naar do weide overbrengen.
Daar de smetstof van miltvuur zeer lang
(zelfs jaren) haar kracht behoudt, kan zoo
doende een miltvuurgeval in den winter
op stal oorzaak zijn, dat in den zomer do
ziekte in de weide weder uitbreekt. Nim
mer moet een ziek of gestorven dier in den
stal of in de nabijheid van andere dieren
worden onthalsd of geslacht. Eerst nadat
het cadaver uit den stal is verwijderd en
men de noodige maatregelen heeft genomen
om al hot bloed te verzamelen, gaat men
tot de halssnede en verdere slachting over.
Direct na de verwijdering van het cadaver
nit den stal, moeten de standplaats waar
het dier gestorven is, alsmod© de aangren
zende standplaatsen flink met kokend water
worden gereinigd en met een mengsel creolin
met water (5 deelen creolin op 100 doelen
water) worden ontsmet. De laatstgevallen
mest wordt flink met creolin vermengd, uit
den stal verwijderd en afzonderlijk bewaard
tot door bevoegden is uitgemaakt of het
dier al dan niet aan een besmettelijke ziekte
heeft geleden. Ook van het cadaver wor-
Reclaiuen, h 40 cents per regel.
4127 10
Bdriehten over Rijnland'^ boezem,
gedurende de week. van B 11 Deo. 1909.
Stand van den boezem te Leiden,
Idem te Oudewetering
Werking dor stoomgemalen
Waterloozing langs natuurlek, weg.
Waterinlating
Regenval in Mm
5 Deo. 0Deo. 7 Deo. 8 Deo. 9 Deo. 10 Deo. 11 Deo.
89 89 88 88 42 49 49 em.—A.P.
85 89 86 33 42 47 46 em.—A.P.
Spa&rndam 168 u.. Halfweg 168 u., Gouda 163*/a a- Katwijk 137u.
Spaarndam Halfwog u., Gouda u.. Katwijk 17$ u.
Door de sluis te Gouda u.
237.
Het hnsrelijk van hertos Johtum Albrecht.
Te BiAinswijk werd het Huwelijk voltrok
ken tusschon den regent van het hertogdom,
hertog Johaiin Albrecht van Mecklenburg,
en prinses Elisabeth zu Stolberg-Rossla.
De Keizer en de Keizerin waren per extra-
trein van Potsdam naar Brunswijk vertrok
ken, om de ploohtdgheid bij te wonen. De
vorstelijk© personen begaven zich naar het
slot, waar de burgerlijke huwelijksvoltrek
king plaats had, die gevolgd werd door d©
kerkelijk© inzegening in den Dom.
Behalve do Keizer en d© Keizerin, waxen
bij de plechtigheid aanwezig do Prins der
Nederlanden, grootvorstin Maria Paulown^
van Rusland, de Koning é>A (de Koningin
van Bulgarije, de groothertog van Sakoen,
prins en prinses Nikolaaa van Griekenland,
de groothertog van Oldenburg, grootvorst
Boris van Rusland, de erfprins es van üteuss,
de groothertog van Mecklenburg Schwerm
en de leden dor Mecklenburgeche vorstelijke
familie.
Na afloop der huwelijksvoltrekking, werd
©en oour gehouden, gevolgd door ©en feect-
maal op hot kasteel Dank warder ode.
Hier ziet men afgebeeld den intocht van
de bruid te Brupewijk.
den geen deelen vervoerd, alvorens de keu
ring heoft plaats gehad.
Elke veehouder, die zijn zaak goed be
hartigt-, zal dezo werkzaamheden niet te veel
achten, ook al blijkt bij het onderzoek van
den deskundige, dat zijn dier is gestorven
aan een ziekte, welke nijt besmettelijk is.
Het geringe werk van de reiniging, enz.,
weegt niet op tegen de grooto risico die
hij loopt, door .bij- een geval van besmette
lijk o veeziekte deze maatregelen niet !toe
te passen.
Ook de personen, dio de slachting ver
richten, dienen voor zichzelf de noodige voor
zichtigheid in acht te nemen. Is aan hot
afslachtenvan gestorven dieren steeds ge
vaar voor vergiftiging verbonden, vooral bjj
het afslachten van dieren welke aan milt
vuur zijn gestorven, is dit gevaar zeer groot.
Een weinig bloed van zoo'n cadaver in een
wondje kan oorzaak zijn, dat de menscli
door miltvuur wordt aangetast.
In gunstige gevallen kan hij spoedige ge
neeskundige hulp, o. a. door het aanwenden
van miltvuurserum, dat aan do Rijks-scrum
inrichting te Rotterdam steeds te verkrij
gen is, een noodlottige afloop worden voor
komen zeer dikwijls is echter de dood on
vermijdelijk. Personen die wonden, ontvel
lingen, zweren of puistjes aan hun han
den hebben, moeten dus het afslachten van
gestorven dieren niet verrichten. Bovendien
is aan te raden om handen en armen flink
met olie (h. v. lijnolie of slaolie) in te sme
ren. Hierdoor wordt zooveel mogelijk voor
komen, dat bloed, enz., in onmiddellijke aan
raking komt met de huid. Na de slachting
dienen handen en armen goed gereinigd te
worden mot water en zeep en daarna te
worden ontsmet.
Zwolle, 17 Deo. Aaugeoerd ter veemarkt 1459
etuks, als: 734 runderen, 9i kalvren, 51 schapen
en lamineren, 53 varkens eo 525 biggen.
Alles niet duurder.
Men besteedde voor neurende en versoh gekalfde
koei n 100 a 275, dito vaa<7.en en achotlen 100
a 200, guste oeien voor de vet weide /"80 a 165.
dito vaarzen 70 a 165, voorjaarsk«lvende koeien
ƒ80 a 175, ossen voor do vet weide ƒ75 a 175,
1 Va-j*'>gespringstieren f 70 a l'.O, lVs-jarigopinken
ƒ50 a 130, ja ige fokkalveren 20 a 6u, nuchtere
kalveren f 7 al/, vette koeien cn oason aa bonten
50 a 6: dito stieren 46 a 60 c, dito kalveren
70 a 9^ o., dito schapen 40 a bO o. per kilo,
lammeren 9 a 1*», 6-weeksche biggen f 7 a 10,
lO-jvecksche dito ƒ14 a 20, dra htige vaikens
ƒ45 a 75, magere dito f l8 a 45 per stuk; vette
dito 48 a 49 o., dito voor Londen 47 a 49 e.
per kilo.
Aard ppelen ƒ2.50 a 3.por B.L.
Boier. Aanvoer 4990 KG., pry's ƒ1.20 a 1.35 por
kilo, per 1/8 vat van ^0 kilo, prima 27.50 a
28 50, atwgkende f Jl.a 27.50, 2de soort ƒ27 a
z6.50; per 1/16 va» van 10 kilo f 13.a 14.
na- r qnal. Handel vlug
Kipeieren ƒ5.a 6.per 100 stuks.
Leeuwarden, 17 Dec. Ter veemarkt waren aange
voerd 88 stieren 60 a 250, 19 ossen /'lïOa f 200,
108 vette koeieu ƒ165 a 260, per kilo 28 a 34 c.,
6ü7 melk- en kalfkoeien 145 a 250,19pinken 45
a 75, 111 vette kal eren 20 a 50, per 4 kilo 36 a42
o., 34 graskalveren ƒ30 a 50,62 nuchtere dito 6 a
12, 93 i volte schapen 23 a 25.245 weide schapen
13 a 16, 1771 lammeren, 18 a z3, 129 vette
varkens, 60 a 70, per kilo 23 a 24 o., 106 magere
varkens 40 a 50.1090 vette biggen ƒ30 a 40, idem
vo->r de Londensche markt per kilo 22 a 23 o.,
34-5 kleine biggen ƒ0 8 8, 19 paarden ƒ125a 150.
Totaal a ingevoerd 5684 st .les vso
In rundvee was de vra->g eo de bandol redelijk.
Gewild wa vet vee, vooral van prmiaqu»!. Wol vee
d or kol os'alen aanvoer met tragen hBmlel. Vurk-ns
voor uitvoer entmoetten goeden kooplust. Behalve
een enkele comimssiebandela.'r waren er geen
buitenlandse ha kooplioden ter markt.
Leeuwarden, 17 Deo. Boter. Boerenboter. Aan
voer 4/4, 6 8 en 2/16 v. Prijs 1ste sooi t f 65. F. boter.
Aan oer 10 3, 24 6 eo 1/12 v. Pnjt 67 a ƒ63.60.
Noteering van de Comm. late qnal. Fabriekeb. ƒ68.
■Noteeriog van de Commissie dor Ver. van Boter
en Kaashandelaren in Friesland 1st* soort Fabrieks-
boter 67. Nagolkaas. Booreokaao. Aanvoer
KG. Pri|« a Fabriekskaas. A au voor 12,800
KG. Prij9 ƒ28.a ƒ42Bandol ving.
Alkmaar, 17 Deo. Kaas. Aangevoord 210 stapels,
wogeudo 12,000 KG. Kleine /SI.Comum9ie
fSl.Middelbare ƒ32.Handel goed.
Mej. A. Kort, dienstbode bij
den heer Wit te Obdam (N.-H.), die deze
eek, vergiftigd door kolendamp, bewus
teloos op haar bed is gevonden, is thans
weer beterende. Voor den heer W. echter
schijnt weinig kans op behoud van het le
ven.
Een aanklaoht. Door een
koopman uit Dinxperloo, die zijn graanpak-
huia aan de Duiteche grens heeft ia bij de
Pruisische justitie en Zollbchörde een aan
klacht ingediend tegón twee Pruisische
grensbeambten wegens inbraak in zijn wo
ning. Bij zijn afwezigheid heeft men de
deur in zijn huis opengebroken, om gesmok
keld meel in beslag te nemen. Er was ech
ter niets voorhanden. De kominiezen gin
gen loopen toen de familie thuiskwam.
(„Arnh. Ct.")
Te Breda is Woensdagavond
brand uitgebroken in de wagenmakerij van
den heer H. Verdaasdonk. De werkplaats
en de bovenverdieping brandden geheel uit.
Gistermorgen vlamde de smeulende massa
opnieuw op, doch werd spoedig gedoofd.
(Br. Ct.)
Ongeveer 2$ jaar geleden
werd op den Bloemendaalschen weg, bij
Gouda, door eenige schoolkinderen in een
doosje een bedrag aan bankpapier gevon
den van f 2300. Het geld werd gedeponeerd
bij do justitie te Rotterdam, doch, tot he
den meldde zich nog niemand als eigenaar
aan. Thans verneemt echter het „D. v. G."
dat zich iemand uit Rotterdam heeft aan
gemeld, die beweert eigenaar van het ge
vondene te zijn.
P r o b i t.— Als historisch
wordt aan de „Geld." uit Gennep geschre
ven:
Hij had een paar uur tegen den feilen
wind ingeloopen. Ha, eindelijk in de verte
ontwaart hij een kroegje langs den weg,
waar hij zijn dorst kan lesschen.
Ter plaatse gekomen vraagt hij een glas
bier. Seffens mijnheer l antwoordt het moe
dertje 1 en een oogonblik later: esteblieft
mijnheer 1
De dorstige gast maakt intuseohen de be
merking dat het glas er i\iet al te proper
uitziet.
D'as nikBmeent het moedertje, geef het
mer cfkens hier. Zij pakt haar vaalblaawea
boezlaar en wil juist de operatie beginnen
als de gaet eensklaps uitroept I Maar
monsch met je schort.
O dès niks, mijnheer! rijt mar niet be
zorgt, m'en moet mien sohorb toch in de
wasch.
Het vergaan v a n d e „S e y n e"
Aan Straitsbladen ontleent de „Jara-Bode"
verhalen over het vergaan van de „Seyne"
in Straat Riouw.
De le stuurman van de „Sevne" vertelt:
Toen de aanvaring plaats had, lag hij ;a
zijn kooi, maar sliep gelukkig niot, of hij
zou het leven er stellig bij hebben ingescho
ten. Plotseling hoorde fcij het snerpende ge
luid van do sirene van de „Seyne." Hij
sprong uit zijn kooi en vloog aan dek, doch
als een bewijs, hoe snel de boot zonk, gold
dat, niettegenstaande hij als het ware aan
dek vloog, de boot toen al reeds zinkende
was. Er wns volstrekt geen tijd de sloepen
neer te laten en de duisternis maakte den
toestand nog vreeselijkcr. Do kapitein en
de "man op den uitkijk verdronken beiden.
De sohok kwam zóó onverwacht, dat do
sla-penden geen kans hadden zich te red
den; alles ging met zulk een vreesolijke
snelheid in zijn werk, dat er zoo goed a ls
geen verwarring aan boord heerschte. De
eerste stuurman werd door den schok in
zee geworpen en zag kans een voorbijdrij
vend stuk hout te grijpen, waarop hij zich
drijvende hield, tot hij werd gered. Om
hem heen werden de drenkelingen door haai
en aangevallen. Het was een afgrijselijk
schouwspel.
Volgens een van de geredde Engelsche
matrozen had de aanvaring plaats Zondag
morgen om 4.15, ongeveer 20 mijlen af-
stands van Singapore in Straat Riouw..
Een hunner kon niet slapen en was naar
dek gegaan. Het was helder weer en de zee
was slechte eenigszins ruw. Hij hoorde een'
fluit van een schip en hot volgende oogen-
blik begon de „Seyne" te zinken. Ik riep
mijn kameraden toe, dat het schip zonk en
we liepen allen naar het achterdek. „Het is
met ons gedaan," riep ik. Het schip zonk
snel binnen enkele minuten. De stoomketels
sprongen. (Volgens een ander verhaal ver*
branden eenige menschn door den stoom).
Na de aanvaring kwam de „Onda" Langszij,
doch we konden niet -a-an boord komen, om
dat ze te hoog was en de „Seyne" zoo snel
zonk. Men gooide lijnen uit on trok op dié
ma-nier eenige drenkelingen aan boord.
Do „Seyne" werd aan den voorsteven,
aan bakboordzijde, getroffen, maar daar zij
onmiddellijk zink, konden wij niet zien hoe
groot het gat was. Daarop sprongen de
stoomketels. Sommige opvarenden sprongen
in zee ©n anderen werden door den *ahok in
zee geworpen; velen werden door de zui
ging naar de diopte getrokken. Ik werd oak
naar beneden getrokken en kreeg veel wa
ter binnen. Er stond een sterke strooming
en we klemden ons vast aan wrakhout. Kr
was geen tijd om sloepen uit te zetten. De
„Onda" liet drie booten te water, redde
vele drenkelingen. Ik dreef 1$ uur rond,-
voor ik gered werd. We namen ook nog een
Armenische vrouw op, doch zrij stierf en
werd in zee begraven. Er wa© geen ti.id
om eenig commando te geven op de
„Seyne" De opvarenden liepen verward
rond, gillend© om hulp. Het was afgrijse
lijk en in het water wae het nog erger.
Europeesche vrouwen en kinderen riepen de
booten aan om hen op te nemen. Van de
„Onda" werden redcüngsgordels uifcgewor*
pen, doch de 6terke strooming voerde did
buiten ons bereik. Haaien vielen de drenke
lingen aan. Wij, 4 matrozen, hebben ano
ternauwernood kunnen redden; 2 onzer ka
meraden zijn verdronken.
De 3de maohinist van de „Onda" was in
de sloop, die ons opnam. Een haai viel
een Chinees aan en ik zag hem rich ver
dedigen met een haak, doch het monster
kwam terug en nam de helft van den voet
van dien Chinees mee. Velo geredden zijn
gekwetst en 3 Europeescho dames en 4 kin
deren zijn verdronken. Men zegt, dat d©
kapitein van do „Seyne" op het oogonblik
van de aanvaring in het stuurhuis was. Wij
vreesden, dat de „Onda" ook zou rinketf
daar zij zware lekkago had. Er stond 10
voet water in het voorruim.
De heer Maxwell sliep, doch werd door
den schok wakker. Toen hij aan boord
kwam, begon de „Seyne" al te zinken. Hij
zag dat twee mensdhen door haaien werden
verminkt. Drie Maleiers hadden zich aan'
hem vastgeklemd en hij had de grootst©
moeite, zich te bevrijden. Velen van de ge
redden hadden geen kleeren aan.
Straat Riouw is slechts twee mijlen breed
en is 16 vaam diep, doch do diept© is zoo
wat overal gelijk. Er staat steeds een sterke
stroom.
To St. Louis zijn dezer dagen
twee bomaanslagen gepleegd, waarvan de
daders, naar men vermoedt, personen zijn
uit de hoogste kringen der stad.
Eenigen tijd geleden werd de plaat© in
rep en roer gebracht door de verschijning
van een weekblad, waarin allerlei voor pu
blicatie minder gesohikte bijzonderheden
werden medegedeeld omtrent het particu
liere leven van de voornaamste personen
der stad, waardoor in menig gezin de
vredo en de rust wreed werden ver
stoord. De uitgever verklaarde gaarne
flink te zullen betalen voor veixler©
inlichtingen van dergelijken, aard. Zater
dagavond werd nu het bureau van het
Blad vernield door een bom, waarin onder
meer, allerlei brieven en aanteekeningen
over sahandaaltjes, die in de stad waren
gebeurd, waren gestopt. Aan enkele die?
brieven was een strook papier vast geplakt,
waarop de naam stond van een welbekend
inwoner, die verdacht wordt den uitgever:
stof voor zijn schandaal verhalen t© hebben
geleverd.
Zaterdag had er een tweed© ontploffing
plaats, die echter weinig schade aanrichtte,
thans voor de deur van het huis van dien
verdachte.
Bij de scherven van de bom lag een Stuk
papier, waarop geschreven stond„Neem
u in acht, de volgende keer onder uw stoek"-