In «e koüital J. FRANKH1HZ£H, 3^ 10 Electrische Licht- ea Kracht-Installaties. J3 tfo. 15282. XiBIDSCH DAGBLAD, Woensdag* 15 December. Derde Blad. Anno 1909) zuivers Preanger-Koffie parel *^RCiET W. J. Crevqhton,MidUelwee 19°- Kinadruppels brarnl! me:i dagelijks op Imiisehe wijze 389 12 aitnninieiiüe i.oor eur en smaak. PrlJ» |»er ons 60 1 ent. Vl£ltJ\i Ui w sïoluiij V/liiN. \lll\il KIJK 47 zijn beide een Toordeelige brandstol, zoolang de voor raad «trekt verkrijgbaar bij Kantoor: Telefoonn. 114. 1528 1. Telephoonnummer 743. Langs Mai'e 50. GSRAMLAffiPEN van 16 tot 100 N.K. steeds in voorraad. Bestrijding vifi Bloedarmoede. Bleekzucht, Ma laria (fiinnenkoorts), Algeraeene zwakte, vooit- durende Hoofdpijn ea Gebrek aan eetlust Dr. N&NNIKGr's 110120 r zün alleen echt met den naam H. NANNING buiten on de roode doos en nevenstaand fabrieksmerk. Prijs f 0.73. Dr. II. NAMING's Pharm. Chemische Fabriek, Den Haag. Verkrijabaar in alle buurten <lei' stad. SANGUI^OSE. Voor algsmeene versSappangstoestanden. Mevrouw J. 0. J. STEENBERGEN in Rotterdam geeft een kraohtlg getuigoriii voor da deugdelijke werking der Sangumose. Z(J eohrytt: Sinds geruimen tijd voelde ik me ziek, zonder eeu bepaal Je oorzaak te weten. Etadelyk ward h9t zoo erg, dat Ik me onder behandeling van een dokter stelde. Ik kreeg pillen, maar ondervond daarvan weinig baat. Eon paar weken ben ik op reis goweeat; doch dadelijk, als ik thuis was, was de korto beterschap over. Des nachts sliep ik bijna niet moer; overdag dood ik mat gioote moeite oen weinig work. Eon kennis raad :e mij de Sanjuinoso aan, en ik begon or mee, ofschoon i'i er geen verlrouxoen in hid. Na gebruik van twee tlacons merkte ik niets; maar na ue derde tlesch begon ik te slapen en kreog eetlust. Ik heb twaalf flacons gebruikt en bon nu goheei genezen. Sinds acht weken gebruik it de SanguiQoae niet meer; maar toch houdt de beterschap stand. 4151 80 Doze brief apreekt voor zich zeiven. Wanneer gy lydfc aan bloed- arauele, zenuwzwakte, algemoeno verzwakking; en wanneer gij geen baüt vindt by Uw tegenwoordige behanüeling, probeer dan de Sanguinose. Uii zu t er zeker me te gebaat z(|n. WACHT II VOOIS N AM AAK. Prys per flacon f i.60; 6 li. i- tl. f 15— VAN DAJ1 Co., Don Haag. Te Leiden by D. M. KRUISfNGA, J. U. DIJKHUIS, RElJoT KRAK, 6 A liROER-^E, ÜEdü. CÜRISTIA ANSE, D. H. TliUBURGH; te Ka-wijk a/Zee: 1J. BLOOT; te Noordwjjk: JULls. v. d VEGT, G. A. E. DUYSl'-ER; te Oudshoorn: J. R. SCHOUTEN; to Voorschoten: A. J. uEUitLOO; to Liase: HANSEN—IvECKbRs; te Hillegom; C. BROEKES; te Alfon a/d. Rijn: VAROS-JlEAU Zn te Hazors- woude: J. ZWEMSTRA; to Koudokeik a/d RyuJ. maat; to Bent huizen: J. RENS1NG; te Oegstgeost: Th. VAN BEEK; te Wusse- na.r: A. L. ROOYAKKEliS; te Rynsourg: C. ZAND BERG; te Lei- muiden: Firma j. r. d. SCLIaFT. DE LIKEUREN en/ ZEER OUDE GENEVER VAN DE ERVEN LUCAS VtlRKRWGUAAR HIJ hh.wijnhandelare r.N grossiers. 4 JO Wil zooweel mogelijk de Zondagrust van uw naasten eerbie digen. Koop niet op Zondag wat gij op andere dagen kunt bekomen. 12S* 8 PERSOVERZICHT. In een asterisk Tien-nron-<la.g schrijft l,H t Centrum": De kwestie van den tien-uren-dag is weer in de Tweede Kamer ter sprake gekomen. Men zal zich herinneren, dat voor ©enigen tjjd in dc Tweed© Kamer een motie van den heei Aalberse werd aangenomen, en met flink© meerderheid waarin d© wen schel ij klic id van een wettelijk© regeling in dien zin is uitgesproken. Dat onder het tegenwoordig ministerie voorstellen daartoe to wachten zijn, mag op goed© gronden worden verondersteld. Het sociaal besef leeft krachtig in den boezem der meerderheid, en dat ook van Links medewerking voor ©en zoodanige har vorming zou te verkrijgen zijn, staat vrijwel yasf Bovendien sprak de Minister het nog eens irondweg uit, dat de beweging voor den tien uren-dag zijn volle sympathie heeft, en is met het voorbereidend onderzoek reeds be gonnen. Het spreekt wel vanzelf, hierover zijn allen het eens dat oen regeling als de gewcnschte geen dwangbu's mag worden. Uitzonderingen zullen moeten worden toe gelaten. De eischen van het bedrijf, om slechts deze te noemen, zijn nu eenmaal niet weg te cijferen. Maar zullen die, en aadero eischen, soms ten langeren werktijd aoodig maken, even zeer is het mógelijk, dat de werkdag ook tot heneden de 10 uren kan worden var- kort. De tien-uren-cisch geeft dan da norm aan, de basis, waarvan nu en dan zal moeten worden afgeweken, maar die duidelijk 'ba kennen geeft, dat ook bij de bepaling van den arbeidsduur recht en redelijkheid zijn te betrachten. Een niet te lange arbeidsdag behoort gelijk mr. Aalberse terecht in herinnering bracht sinds lang tot de hervormingen, waarop door arbeiders van allo richtingen is aangedrongen. Ook de encycliek „Rcrum Nc arum" maakt daarvan uitdrukkelijk gewag. En de ervaring heeft uitgemaakt, dat de productie eer daalt dan stijgt, Wanneer de arbeidstijd overmatig lang is. Wij deelen do hoop van den heer Aal berse, dat de Minister het besluit der Ka mer zal uitvoeren. Het door mr. Aalberse in de Tweede Ka mer gesprokene betreffende den tien-uren dag geeft „Land en Volk" aanleiding op te merken, dat de kerkelijke arbeiders, die hun mannen met onbezweken trouw in hot zadel hielpen, nu ook hun loon verwach ten en uitzien naar den wettelijken tien-uren dag. „Land en Volk" schrijft: De heer Aalberse vraagt dit loon uit over tuiging. Maar aan het aires van zijn con servatieve vrienden en van een Regeering, die onder hun invloed staat, voegde hij de waarschuwing er aan toe: uw verzuim zal onze arbeiders drijven in de armen der so ciaal-democratie, en dan zijn zij voor geloof on Kerk verloren. Zoo moet, in onze gekunstelde partijver houding, dor mannén, van overtu:ging met het roode spook worden gewerkt om hun egen „vrienden" vooruit te drijven. Bij de stem bus brengt men oaservatieven in de Kamer om sóciaal-gelijkienkenden eruit te houden. Zijn de conservatieven er eenmaal io, dan wordt hun toegevoegd: denkt er om, wij hebben u liier gebracht, woest nu niet con servatief I Hoe lang zou het nog duren? „H andelsbla d,M „N iouwe Rotter- damsch© Courant" en „N i e u w e Courant" verdedigen alle de houding van minister Talma, diens eisch van nauwkeurig onderzoek en partieel© regeling. Krachtig het „H a n de 1 s b 1 a d", dat jichrijft: Inderdaad begrijpen wij ook niet wat de heer Treub van den Minister verlangde. Een soort van déclariton dea droits de l'ouvrier," om daarna dan maar eens te zien, Waarin die rechten eigenlijk in ooncreto zou den best-a-an Een stel holle „beginselen" bij wijze van St.-Nicolaas-surprises, die later met do werkelijke regelingen zouden worden opgevuld? Wij begrijpen de realiteit van dezen eisch niet. Wij gelooven bovendien, dat de Minister den ©enigen practischcn weg heeft ingesla gen door, zonder zich te storen aan de de monstratie Aalberse-Scliaper van vóór de verkiezingen rustig zijn denkbeeld van par- tieelo regeling uit te vceren. Alleen bij par tieel© regeling kan men ©enigermate vol doende rekening houden met de eischen van afzonderlijke bedrijven en ondernemingen voor zoover zelfs partieel© regeling moge lijk en wenschelijk is. Niets belet dan nog een latere codificatie. Gematigder althans in soberder bewoor dingen zeggen de beide andere genoem de bladen hetzelfde. „Het Vaderland" zegt.: Weet de minister Talma zelf wat hij ten opzichte der arbeidswetgeving wil De vraag, gesteld door mr. Treub, kwam reeds her haaldelijk op bij wie dezen Minister gade sloegen. Hij heeft, bij zijn optreden, groot© verwachtingen gewekt. Men kende zijn werk kracht, zijn ijver, zijn jarenlang streven to midden der, arbeiders zelf. Men wist ook wel van zijn spitsvondigheid en van zijn voorliefde voor het détail, maar mcendo, dat een man als de heer Talma, eenmaal geko men ter plaatse waar hem te scheppen ver gund was, het kleine in hem zou doen ver smelten, door het feu sacró om iets groot3 tot stand te brengen. Maar zco men nu do stukken leest, die van hem uitgaan, de rede- vooringen aanhoort, die hij houdt, dan rijst een vaag en ontmoedigend gevoel van twij fel, vraagt men zich onwillekeurig af of de heer Talma bij al zijn geestesgaven er niet één mist, die veel zou kunnen ver vangen en zelve onvervangbaar is: een vaste wil. De Minister studeert! Zijn pushing power gaat in studie teloor, hij derft durf. En zoo is het ook te verklaren, dat hij, terwijl in de Kamer zich reeds een meerderheid heeft uitgesproken voor het beginsel van den tien-urigen-arbeidsdag, terwijl de gelegenheid gunstiger is dan ooit om met vaste hand daarop aan te sturen, aldoor maar afwacht nieuwe gegevens, nieuwe bijzonderheden. Onder het hoofd Jen e ver-C his t on dom schreef „Het Volk": Alle jeneverdrinkers zullen nu het genoe gen hebben hun borrel duurder te mogen betalen. Zij krijgen ze kleiner voor het oude geld, of ze betalen meer voor do oude maat, of ze missen hun „kop" of hun voordeelige „halfjes" tot aan den rand, maar het komt altijd hierop neer, dat ze voor een bepaalde hoeveelheid drank meer betalen moeten dan vroeger. Het Kijk zal voortaan bijna 61/* milliocn gulden meer per jaar uit de drankzonde pogen te slaan; dat is de oorzaak. Het be drag kan tegenvallen, het kan ook meeval len. Maar dit staat vast: hoe rooder de be faamde Nederlandsche bitterneuzen worden, des te lustiger bloeit do schatkist. Als voortaan een politic-man een zatlap in „ken nel ij ken staat" uit de goot hijscht en mee naar het bureau sjort, om zijn roes uit to slapen, kan de delinquent den volgenden oehtend voor „meheertje" een zedenpreek houden, dat hij zich bewust is van een natio nale daad: hij heeft ,,'s Rijks Middelen" helpen versterken. Dit zij dan ook den neutjes-vcrschalkers tot troost in deze benarde dagen: zij drin ken al pooierend het geld bij elkaar, waar mee ons nationaal bestaan verdedigd zal worden. Elke borrel is eon nagel aan ©en pantserschip cf een slaghoedje voor een enel- vuurkanon. De 6l/2 millioen, die per jaar meer in de schatkist gezopen moeten worden, die nen tot dekking van de S'/s millioen, die de laatste tien jaar per jaar meer aan nat en droog militarisme zijn uitgegeven. De hoop van ons christelijk geregeerd Ne derland moet nu voortaan zijn, dat er zoo hard gedronken wordt, dat niet alleen de schatkist er van puilt, maar ook de hersens to beneveld zijn om te merken, dat zij al drinkend don klassestaat versterken. ,,D e Nieuwe Courant" acht het denkbeeld om de ridderordenaf te schaffen en het instituut alleen voor vreemde diplomaten te behouden, niet gelukkig. Een Staat kan niet als belooning, als ge schenk, als beleefdheid, jegens den vreem deling een zaak gebruiken, waarvan hij (blijkens zijn afsehaffingsbesluit) de waar deloosheid voor zijn eigen onderdanen vast stelt. Het is niet het lintje, de penning of de ster zelve, die begeord wordt: het is do historische, door velen gewaardeerde, na tionale orde, welko eenige waarde bezit. Meer dan voor het denkbeeld der genoem de heeren zouden wij er dan ook zelfs voor gevoelen aan alle ambtenaren, de diploma ten incluis, het aannemen van vreemde rid derorden te verbieden. De Engelsche diplo matie om van Amerika 'niet te spreken, dat geen ridderorden kent staat onder zulk verbod en zij is er niet slechter om. Kortweg belachelijk daarentegen zijn de met goud en sterren bedekte borsten van een ieder, die in de Berlijnsche hóóg-amb telijke wereld een positie bekleedt. Wie zich daar gerespecteerd w^l zien, moet wel van elk der 22 Duitscho istaten en staatjes al thans één orde bezitten. Parijs, waar, naar men zegt-, eens als herkenningsteeken bij een signalement ,,il n'est pas décoré" werd opgegeven, is daar de eenvoud zelf bij Afschaffing der ridderorden zou int-us- schen eerst bij grondwetsherziening ter sprake kunnen komen en het blad meent-, dat men en terecht er dan wel niet toe zal overgaan. Het is wenschelijk, dat een Regeering eenige onderscheidingsmid delen behoudt. Maar als men op den tegen woordig gevolgden weg doorgaat, zal het toch eens tot afschaffing moeten komen. Den „lintjesregen" acht ,,D e N i e u w e Courant" een misbruik. Daarin zal beperking moeten gebracht worden en het best txiu, duükt ods, zijn, dat de ministerraad H. M. adviseerde de eer bewijzen op Haar geboortedag tot enkele zeer hoogc onderscheidingen en een aantal cereteekens aan eenvoudige lieden te beper ken. Een groot© verbetering zou voorts zijn, dat als regel niet gedecoreerd werd zonder bepaalde aanleiding: verdienstelijke daad, volbracht werk, jubilee. Zeldzame uitzon deringen zouden mogelijk moeten blijven; maar als regel geen decoratie wegens „alge- meene verdienstelijkheid", geen „vermoeden van verdienstelijkheid" (zooals de beer Heemskerk 't geestig uitdrukte) ten bat© van Kamerleden, ambtenaren, die een aantal jaren gediend hebben, en dgl. Voor deze laatsten waren desgewenscht een bijzonder eereteeken in to stellen, zooals in bet mili taire bestaat. Wanneer dan daarbij de regel werd aan genomen, dat do reden der onderscheiding in de beweegreden van het benoemingsbe sluit werd openbaar gemaakt, zouden heel wat niet of onvoldoend gemotiveerde onder scheidingen, als nu worden verleend, komen te vervallen. De Ministers zouden dan op „aanvragen" van bekenden of belangstel lenden vaker „neen" moeten antwoorden dan zij nu reeds doen; maar binnen kor ten tijd zou bet aantal aanvragen wel ver minderen, wanneer het voor een ieder dui delijk werd, dat een decoratie als iets zeer zeldzaams, dat zij door de Regeering inder daad als een onderscheiding werd be schouwd. Voor jubilea ware de decoratie zooveel als maar eenigszins mogelijk was, uit t© reiken op den vieringsdag zeivenmet Nieuwjaar kan dan een kleine nalezing ge houden worden ten behoeve van degenen, die overgeslagen warenmaar, natuurlijk, er zou ten aaDzien van jubilea een strenge maatstaf moeten worden aangelegd, zoowel wat het aantal jaren als wat de verdien stelijkheid van den persoon betreft. Indien de ministerraad regelen als hier werden aangegeven, vaststelde en opvol gende kabinetten er zich stipt aan hielden, zou het aantal decoraties beperkt, het aan zien er van verhoogd, de toekenning meer gewaardeerd en de Regeering op den duur van veel last bevrijd worden. Het spijt ons, gelijk gezegd, dat de Ka mer niet door een vermindering van den post op Hoofdstuk II een duidelijken wenk in deze richting heeft gegeven. Door aan neming van het sociaal-democratische amen dement kon dit natuurlijk niet geschieden, maar van andere zijde ware een poging te doen geweest-. Dat zij uitbleof, is zeker geen reden om onze opmerkingen niet ter over weging aan te bieden. „D e T ij d" kan er volstrekt niet mee iDsiemmcn, dat naar der anti-revolation- nairen liartewensoh do protestansch- moderue prcckonbundol aan boord onzer schepen van oorlog vervan gen zou worden door een bundel ven ortho doxen inhoud: Men moet immers ock reko- niDg houden met de kathol eken aan boord cn met do belijders van andere gezindten. En nu is de bemanning van één onkel schio te klein (onze grootste oorlogsschepen tol len 300 a 400 koppen) om voor elk schip afzonderlijk een katholiek priester, ceq orthodox en een modern protestantsch dominee en misschien nog andere noodig geachte „voorgangers" to kunnen aanstel len. ,,D e T ij d" zou daarom afsetiaffing van de tegenwoordige Zondagspleolitigheid aan boord oi -er oorlogsschepen volstrekt niet te betreuren achten. Vooral niet, indien gelijktijdig met die afschaffing kon worden ingovoerd, dat aan gr epen der bemanning, welke daarom verzichten, behoorlijk tijd en. gelegenhe d aan boord werd gegeven on des Zondags gezamenlijk ccn uur, desnoo U een halfuur, op stichtende wijze door te brengen. Wij geven hot denkbeeld in ovorwo_ung aan wie het aangait. Pcg'ngen tot mvoe ring van een Calvinistischen preekerbundel zouden ook bij ons bestrijding vinden. De minister Wentholt deed bij het gehouden debat zijn best, om als Minis'I r in cpn rechts-Knbinet een goed figuur te maken, cn om zijn vrienden aan de rechterzijde, zooveel hij kon, genoegen te geven. Zijn wil cn bedoelingen daarbij waren onge twijfeld te prijzen. Laat hij echter zorg dragen, daarbij niet u t het oog te verlie zen, dat dc rechterzijde ook nog andere fractiën telt dan de anti-revolutionnaire alleen. Alles, wat strekken kan,, om zedelijkheid en oprechten godsd'en:tz n bij de beman ning van onze vloot a-,n to kweeken en te bevorderen, kan op onze warme sympathie rekenendaarentegen zouden wij ons tot krachtig protest genoodzaakt zien, indien ooit gepoegd zou worden den een of ande ren bepaalden vorm rn protestantisme als staatsgodsdienst op onze vloot in te voeren. In zijn maandclijksoho Kroniek in do „Stemmen voor Waarheiden Vrodc" wijdt ds. A W. Bronsveld ccnig© woorden aan dr. Kuyper'sverfila- r.i n g in do T w e e d e K a m e r betreffen de de lintjes-kwestie. Dr. Bronsveld schrijft o.m. Nu zal ojj een analyse van dr. Kuypcr'a geestelijken mensen steeds blij kon, dat hot element waarheidsliefde aaarin slechts met een klein percent is vertegenwoor digd. Do redacteur van ,,D e Standaard" heeft heb met de waarheid nooit te nauw ge nomen. Was hij ooit ofte immer t bewegen tot het erkennen van een valschs bescnul- diging, van een ongegronde verdachtma king, van een onjuist citaat? Was het met zijn gewoonte de zaak altijd zóó te wen den en te verwring n dal hij gelijk i-vi ja, greep hij zijn verweer niet dikwerf aan, om de eene onwaarheid met -en tweede te botlekken? Wat den vorm c- treft, staat zijn werk als journalist zeer hoog maar met hoeveel sarcasme, met hoeveel hoon, hoeveel gebrek aan pië teit heeft hij allen bejegend, die hem niet wilden volgen, en die hij heeft geprikkelc. tot toorn of tranen heeft onlperst van zielesmart en pijn. Eenig leedwezen over scheevo oordeel vellingen, over onware beschuldigingen is nooit bij dr. Kuyper gebleken. Wanneer hij nu op zijn woord alleen wil geloofd worden, dan eischt hij te veel. Bijna niemand doet het, zelfs niet de heer De SavomLn Lobman. Hierin ia een Nemesis zichtbaar, welker optreden wij reeds vroeger haddon verwacht. Het is verder niet tegen te spreken, dat dr. Kuyper in den kring zijner yocstvor- wanten en zijner vertrouwden beeft opge nomen een heer cu eeu dame, die in do 8pécifiek-„chvi£telijke" omgeving van de zen ttuti-rpvolütionnaircn minister oen zonderlingen indruk moesten maken. Wij behoeven niet aan immoreele handelingen t© denken, maar wij krijgen een eigen- aardigen indruk van dr. Kuypor's smaak bij bet kiezen, van zijn gasten cn huis vrienden- Het verschijnen in liet boetekleed noemt ds. Bronsveld een theatraal effect, ©n hij vindt, dat dr. Kuyper zich nu voor ccn eorc- gcrecht moet verantwoorden cn zuiveren, óf hij is oon man, die niet alleen als minis ter voorgoed onmogelijk werd, maar ook de oer heeft verbeurd van op to troden als tolk voor hen, die God willen ceran en Christus belijden op het terrein van het openbare leven. Do aureool, dio hem omgaf, is ver bleekt. Hij was een groot talent-, geen groot karakter. Ook „Rot Vaderlan d" bespreekt do vraag: enquête of ee re raad? Het blad betoogt-, „dat zij die vervuld zijn van het eerlijk verlangan, dezo zaak goheol op te helderen, inet een onderzoek door een Raad van Eer geen genoegen kunnen no men, maar iu het belang van het vertrou wen in do resultaten van het onderzoek, een dieper ingaan op de kwestie, en wel door een parlementaire cnquótc-commlssic, mo ten verlangen." Men behoeft zir'i een strafvervolging vol strekt niet te denken als het onvermijdelijk slot van een parlementaire enquête. Reden te meer om cr niet tegen op to zien dc kwestie-Kuyper liever te onder werpen aan h?t grondig, onpartijdig en boven alle'verdenkingen verheven onder zoek van een met gezag bcklcedc Parle mentaire Enquête-commissie, dan aan dat van een Rnod van Eer, die, zelfs indien de samenste'ling daarvan het ideaal nabij kwam, uit den aard der zaak niet al dezo waarborgen kan geven. Hulde aan jhr. mr. A. F. de Savernln Loliman. Te Groningon heeft zich ten comitó gevormd, om in de maand Jununri of Februari jhr. mr. A. F de Savornin Lehman aldaar te ontvangen In een avondbUoenkomst, tenoinde rianjegons hem uiting t« govtn medo door het aanbieden ▼an een s'ofTdyk huldebiyk, van gevoelens ▼an »rkenie IJkhoid voor al hetgeen hy in zfjn werkzaam loven deed voor hot gebeele iNodor- landache volk. De heer De Savorniiv Lobman ia geboren te Groningon ui heefr daar zyn oeiste ^5 levensjaron doorgebracht. De bovencenoemtio bijeenkomst zou oor- 8pronkel k zyn gelioudun by gelegenheid van den 70aten jaardag van den heer Lobman, maar kon toon door byzondere ometandlg- hedon niet doorgaan. Het duel. Omtrent het duel, dat onlangs in Den Kaag plaats had, zegt do Minister van Oorlog in do Memorie van Toelichting het volgende „Het valt niet te ontkennen, dat de hier bedoelde actiefdienende hoofdofficier door het aannemen van een duel de strafwet h ft overtreden en dus niet gehandeld hi t overeenkomstig de eischen der krijgs- tucnt. Dat het gehouden tweegevecht en de daarop gevolgde straf het prestige van den kolonel, bij het korps, waarover hij het commando voert, op gevoelige wijze heeft geschaad, is tot heden niet gebleken. Naar de meening van den Minister kan de vraag: of het Er gaan van genoemd strafbaar feit, en Iv t deswege ondergaan van gevangenisstraf, op do bcoordecling van een officier van invloed mag zijn, "n bet algemeen niet anders dan bevestigend .warden, beantwoord."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 9