w Safe Deposit iÏkvriie T A TALEI r^ndsmji The Berlitz- School, 15252. XiEIDSCH DAGBLAD, Woensdag1 ÏO November. Derde Blad. Anno 1909. •r ff -«tg. H? Ife A. L. REIMERIMGER ZONEN, Commissionnairs in Effecten, Rapenburg 106-108. Die heerSijke Limonade-Siroop Verkrijabaar in alle bnurten <lei* stad. PERSOVERZICHT. -M 2680 280 VEILIGE BEWAARPLAATS voor Effecten, ©takken van waarde, Goud en Zilver, enz., der firma S680 20 Spoedig, gemakkelijk en op interessante wijze leert men UITSCH, FRANSCH, ENSELSCH, li'ALIAAISCH, SPAAN aCH, IN Men vrage Brochures en Prospectus of brenge een bezoek aan het Bureau. 2400 60 der Tninbonw-M^}. „Gelderland" te Neede, ls bi) ons verkrijgbaar por Flesch. (Citroen, Frambozen, Grenadine, Orangeade, Sinaasappel). Firma KOEUTS A FEENSTKA, P.-K. Koorstee»; 14. 3019 10 S181 A«n het onderwerp Onze Gemeen teraden heeft „D e Nieuwe Cou rant" een artikel gewijd naar aanleiding yan het door den Amsterdamachen burge- moester gevraagde ontslag. Het Uad meent, dat het kwaad, waaraan geitden wordt, twee oorzaken heeft. De eerste is de gewijzigde samenstelling der gemeente raden wat de politieke gezindheid der leden betreft, en de tweede: de uitbreiding der bemoeiingaafeer der gemeenteraden door bet instituut der gemeentebedrijven. De verschijning, zoo betoogt het blad van het radicalisme als zoodanig in de Baden bracht, alleen reeds praotiach bezien, afge zien nog van 't oeconomisohe effect, al spoe dig een stagneerende om went cl. ng teweeg in de werkwijze dier colleges. De beginselen yan gemeentepolitiek, welke van dien kant worden vooropgeschoven, vroegen aan be discussieer ing een tijd, die in geen verhou ding stond tot wat er daarna nog restte aan oogenblikken voor het practiache bo- stuurswerk. In dit tekort moest, zooveel dat mogelijk was, worden voorzien door uit breiding van duur en tal dor Raadsverga deringen, wat zich al spoedig wreekte aan bet gehalte, ook weder voornamelijk in practiaoh opzicht, der betrokken gemeen teraden. Do knappe, beleidvolle mannen met drukke zaken konden zich eenvoudig de weelde niet veroorloven om zóóveel lijd te geven aan hun debatingclub, die de Raad voor negen tienden van den tijd was, hoe veel belangstelling zij overigens weilioht ook hadden voor de daar geleverde spiegel gevechten, en hoe gaarne zij ook in het be lang dor gemeente hun in de praotijk op gedane ervaring en hun bezonken inzicht steeds weer van voren aan hadden w.llen stellen tegenover de blauwe idealen der theoretici Dies waren zij wel verplicht om hun zetels prijs te goven, tot schade der gemeenten, die hun adviezen, hun beleid zoo broodnoodig hadden. En in hun plaats tra den mindere goden den Raad binnen, óf versterkers der gelederen van do menschen der graue Theorie. Toen kwamen de socialisten met hun ge tuigenissen en maakten het nog erger. Het blad herinnert dan aan een uitspraak van den Rotterdamschen burgemeester, dat ,,de gemeenteraad niet ia een liohaam, b:jzon- dere verj lichtirgen h bb nde jegens een bepaalde klasse, en evenmin een mstel'ing voor loontrekkenden, doch een lichaam, ge roepen tot een goed beheer van hetgeen allen g 6 m e e n Ï6. Dit. laatste wordt door de socialisten in het geheel niet in het oog gehouden. Dan de tweede oorzaak van het kwaad, de gemeentebedrijven. De wijze, waarop die bedrijven worden bihandeld, spot- met alle goede eischen, zegt het blad. Welk industrieel zou er ooit toe komen om een is atinhtan. waad an de belangen vrijwel altijd in het openbaar besproken moeten worden door de directie (het ooilege van B. en Ws.) met den Raad van Commissarissen (den Gemeenteraad) 1 Een Maatschappij, waarvan de oommis- sanssen bovendien mede worden gekozen door haar eigen werkvolk, dat alleen naar meer loon en minder werk vraagt, en dat overigens aan den bloei der Maatschappij mooi maling heeft. Een Maatschappij, waarvan sommige commissarissen zioh niet ontzien om onder de toejuichingen en de welwillend goed keurende knikjes van het werkvolk de di recteuren en de chefs (directie en hooger personeel) den mantel uit te vegen en te hoonen, wijl zij niet onverwijld inwil igdon wat door het personeel van hen werd ver langd, of wijl zij nog zoo belachelijk ouder- wetsch bleken, het begip subordinatie nog niet geheel en al aan kant te hebb?n gezet! Een Maatschappij, warvan de werkl eden op een goeden dag een oommissar's, d e hun niet voordeelig genoeg is, eenvoudig wegjagen en een van hun eigen mannetjes kalm op zijn stoel zetten, die nu in het ver volg den directeuren en zijn mede-com missarissen wel eeDs zal zeggen waarop het staat 1... De industrieel, die onder dergeb'jke aus piciën een Maatschappij zou willen oprich ten, zou door niemand serieus worden ge nomen, en zijn familie liet hem allicht on der curateele stellen. Toch maatschappijen de gemeenten er al dus vroolijk op los, wijl de Gemeentewet ihaar geen vrijheid liet om het anders in te richten, toen zij eenmaal besloten hadden tot naasting van daarvoor in aanmerking komende bedrijven. Ongetwijfeld aldus ,,D e Stan daard" zegt „De Nieuwe Cou rant" hier veel, dat waar is. Doch verge ten mag men niet, dat onder het oude régime het óók niet alles goud was, wat er blonk. Toen waren de Gemeenteraden her metisch afgesloten voor ieder, die n et tot de cóterio behoorde. De algemeen© deelne ming aan den loop der zaken is niet te be treuren, maar wat wel te wraken is, is het teloorgaan van 't juiste begrip van gemeen- tezorg en van wat daar niet toe behoort, en dat begrip is, als wij wel zien, over het algemeen niet zoek aan do rechter-, maar aan de linkerzijde. Intusschen, de zaak ia vaD genoegzaam belang ora haar ernstig onder de oogen te zien. In ,,De Nederlander" schreef de heer Y(erkouteren) o.m. Nagenoeg heel Amsterdam betreurt het heengaan van den burgemeester. Alleen de socialisten juichen. Zij zien het hek reeds van den dam. Voortaan zal pr meer dan ooit voor phi- Iantropische doeleinden, met volle handen, uit de schatkist der Gemeente kunnen wor- H AT) flflniit Voor hen was de burgemeester een lastig conservatief, omdat hij de tering naar de nering zetten wilde en vóór alles orde ver langde in de financiën. Toch rijn het eigenlijk niet de socialisten, die den burgemeester tot heengaan hebben gedwongen. De schuld ligt tok bij zijn eigen vrienden en vooral bij de zoogenaamde Unie-libera len. Wij zijn overtuigd, dat zij, met ons, het heengaan van den burgemeester oprecht be treuren; ma&>- begrijpen zij nu ook, dat dat grootendeels hun werk is 2 Bij Gemeenteraadsverkiezingen ia de rechterzijde steeds bereid geweest met de Unie-ui. er alen samen te werken, maar de- oen hebben gewoonlijk hooghartig de toe gestoken hand afgewezen. Zij willen de Vrijzinnig-Democraten niet loslaten en dezen niet de socialisten, en zoo kan er van een kloek on krachtig op trekken tegen socialisme en radicalisme niets komen. De haat togen de fijnen is sterker dan de liefde voor de Gemeente, en do Gemeen te is de dupe. Wilden do Unie-liberalen, evenals de Vrije-liboralon krachtig met de rechterzijde samenwerken, om den Raad te zuiveren, dan zou alles nog terecht ko men, maar blijft de partijverhouding, voc als zij nu is, dan krijgen wij langzamer hand Parijsche toestanden. Ook daar zitten de radicalen en socialisten aan het roer en niets werpt meer een eigenaardig licht op de wijzo, waarop die heeren regeeron, dan het feit, d'rij zichzelf, geheel in strijd met de wet, elk res duizend francs per jaar uit d gemeentekas hebben toege kend. Reeds dadelijk toen do radicalen en socialisten in den Gemeenteraad uw am en, is het met presentiegeld begonnen en het is zeer de vraag; of het daarbij blijven zal, als rij alle macht in handen krijgen. ,,D e R o 11 e r d a m m e r" zegt, na ge citeerd te hebben wat deminiatervan koloniën in zijn Memorie van Ant woord over de Zending schrijft: Men zal niet kunnen ontkennen, dat deze gedragslijn, welke den „v r ij e n loop van het Evangelie" blijft verzeke ren, geheel overeenstemt met de richting reeds jaren geleden aangewezen, als door het „Calvinistisch staatsrecht" geëisclit. Wij le>zen toch in dr. Kuyper's „O n s Program", groote editie, 1379, blz. 63, omtrent het Calvinistisch staatsrecht deze woorden „Dat staatsrecht kan men in practijk bren gen, onverschillig tot wat Kerk men be hoort, zelf al behoort men bot geen Kerk, wijl volstrekt© eerbiediging van gewetens vrijheid en bevrijding der staatsmacht van kerkelijke suprematie in dat staatsrecht jui6t j den dubbdefi hoeksteen vormt i Wie bhans voor dit staatsrecht ijvert, be doelt geen partijpolitiek, maar zulk een staatsbeleid, dat voor allo partijen aannemelijk, met a 11 o r behoeften reke nend, aan allen golijko kansen waarborgt. Geen privilegie voor den Praedosti- n a t i a a ngeen privilegie voor den Hervormde, geen privilogio voor den Belijder van den Christus; zelfs niet voor den godsdienstige in algc- meenen zinmaar, juist ter finale afsnijding van alle privilegiën, ruslelooze bestoking van het ongehoord privilegie, dat thans aan het o n g o 1 o o f tegenover elkgoloovi- ge wordt gegund." N i e u w is do lijn van minister Do Waal Malefijt dus niet. Van protectie van het MalKunedaxusme is geen sprake. De Minister wenscht allo beletselen weg te nemen, die aan de verkondiging van het Evangelie in den weg staan. Maar voorts ligt, zijns inziens, Zending- drijven niet op den weg der Regeering. noch het steunen en bevorderen van de Zen ding om haar werkzaamheid a 1 i zooda nig. Alleen waar de Zending zioh niot op re ligious, maar op sociaal gebied beweegt, wenscht minister De Waal Malefijt dezen socialen arbeid van Regeeringswege te steunen. Ook „De S t a n d a a r d" bespreekt de uitlatingen in het Rogeeringsantwoord op de Indische Begrooting omtrent de Z e n- d i n g in Indië. Zij acht „het praeci- seeren van het Christelijke karakter der overheid" daarin „niet bijster gelukkig". Zij merkt op, dat het toegelichte stand punt niet het hare is, en vervolgt dan: Toch wijte men dit niet aan den Minis ter. Hem kent men uit rijn verleden ce goed om niet te weten, lioe warm zijn hart voor de Christelijke belangen klopt. Doch zulk een stuk schrijft niet do Minister zelf. Dat doen goeddeels zijn ambtenaren voor hem, en hij revideert hot. Zijn nu door die ambtenaren eenmaal uitdrukkingen on om schrijvingen gebezigd, die er even mee door kunnen, zonder juist ten volle rijn meening weer te gevon, dan blijft er allicht istfj staan, wat de Minister, ware het stuk door hem zelf gesteld, geheel anders zou geformuleerd hebben. Dan volgt een uiteenzetting van het anti- rovolutionnaire standpunt in deze zaak. Naar aanleiding van hetgeen ,,D e Standaard" schreef zegt .,L and en Volk": De verontschuldiging, door „Dc Stan daard" voor den Minister bijgebracht, lijkt ons niet zeer aangenaamvergeef het hem; hij heeft maar zijn handteekening ge zet onder een stuk, door een liberaal amh- tenaar opge. tckl. En dan wordt den Mi nister alvast voorgeschreven, hoe hij bij de mondeling© behandeling zioh or uit zal kunnen praten. Do waarheid is, dat hot gemakkelijk b>, bqijinsclen op te schrijven en uit te wer ken. Minder gemakkelijk het papieren pro- gram toe te passen, wanneer men de zwara verantwoordelijkheid draagt voor den ma tigen gang van zaken in. onzen ontzaglij ken archipel. Dan vermag een ernstig be leidvol man van christelijke beginselen niets anders dan een paganiat. Proeven A la Keuchenius zal zoo iemand niet meer on- derneinon. Het eert don minister De Waal Male fijt, dat hij deze waarheid niet achter ohristolijke oratorische krullen lieeft tr oh- ten te verbergen. De,,Nieuwe Rotterdams chS Courant" maakt naar aanleiding van het antwoord de volgende opmerkin gen: Men ziet, dat hetgeen do minister Do Waal Malefijt thans verdedigt, vierkant tegenovergesteld is aan hetgeen tot nu te-© als het anti-revolutionnairo beginsel gegol den heeft. Het ligt natuurlijk niet op on zen weg, hierop critiek uit te oefenen, doch' wij begrijpen, dat do kerkelijke pers dezo zwenking niet zonder bedenking voorbij wil laten gaan. Vooral niet neutraalIn- dië's kerstening zij bet premum verum der koloniale politiek luidt het Program. Wij mogen persoonlijk donken, wat wij wil len, antwoordt minister Malefijt het voeren van een politiek, die de bereiking van specifiek godsdienstig© doeleinden zon nastreven, mag niet worden verwacht; van overheidswege geen propaganda voor eeni- go geloofsovertuiging. «Steun aan de Zen ding bepleit „Ons Program." De Mi nister antwoordt: het ligt niet op den weg der Regeering de Zending te steunen en te bevorderen, om haar werkzaamheid als zoodanig, d. w. z. om haar werkzaam heid in het belang ran Indie's kerstening. De overheid zij in dit opzicht neutraal, hierop komt het neer. Ja, er kan soms sprake van rijn de Zending eenigo „tege moetkoming" te verschaffen, maar dit dan toch slechts om haar maatschappelijk werk, precies gelijk elk ander particulier initiatief in dit opzicht te gemoet gekomen kan worden. Waarschijnlijk zal do Minister op deze uitlatingen bij hot openbaar debat heel wat terugkrabbelen. ,,D e T ij d" heeft hem den weg reeds gewezenaan den Mi nister gaf het blad te kennen zal de- zo odieus© passage uit rijn Memorie van Antwoord ontgaan zijn. Of het mogelijk is, dat de Minister juist over deze zini sneden, waarin, volgens den schrijver van „Ons Program" het prirnum vc-rum vNt zijn politiek zou n oeten neergelegd rijn, heen gelezen heeft, om zich zooals ,,D e T ij d" vermoedt in dc strikken van een liberalistisch ambtenaar gevangen te geven, beoordcolea wj niot. Het tea Dek er niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 9