Buitenlandseh Overzicht.
Ingezonden.
Uit da Rechtzaal.
Faillissementen.
Hertog Johan Albrecbtvan
M e c k I e n b u r g-S c h w e r i n, re
gent van Brunswijlc, weduwnaar, is verloofd
met de in 1885 geboren prinses Eli
zabeth vanStolber g-E o s s 1 a,
te Wernigerpde.
De Lor d-M ayors-op tocht to
Londen werd gisteren begunstigd door
prachtig weer. Duizenden, zegt een parti
culier telegram aan het „Hbld.", waren in
de City bijeen, om den optocht te zien, die
de mooiste was in de latere jaren. Het
verschil met die in vroegere jaren was de
militaire vertooning; honderden soldaten
van het staande leger en van de territo
riale macht, kanonnen en boy-scouts namen
aan den optocht deel. Het duurde ongeveer
een uur voordat deze was voorbijgetrokk m.
Onder de eerbewijzen, bij gelegenheid van
's Konings verjaardag, zegt datzelfde •*!<■-
grara, wordt vooral de benoeming van i-
tenant Shackle ton tot bare-
net hoog gewaardeerd door iedereen.
De bladen zeggen, dat, too iemand, deze
bekende Zuidpool-reiziger vooral zulk een
eerbewijs waardig was.
Aan het banket van den Lord-Mayor in de
Guildhall heeft minister Asquith, sprekende
over de buitenlandsche aange
legenheden, gezegdDe aard onzer be
trekkingen met de overige mogendheden is
in de goheele wereld bekend. Do bezorgd
heid die 't afgeloopen jaar de internationale
politiek inboezemde, is gelukkig ver
dwenen. Engeland had in bet Oosten
geen zelfzuchtig doel. Zijn eenig doel was
toen den vrede te bewaren en er voor zorg
te dragen, dat de uit de verdragen voort
vloeiende regelingen aan de algemeene
goedkeuring werden onderworpen. Dit doel
is in beginsel bereikt. Nu de grooto mogend-
beden toonen, dat zij zich weten te beper
ken; lean het niet onmogelijk zijn voor de
gemeenschappelijke pogingen van een di
plomatie, die den vrede wensoht, do moei
lijkheden te verzachten, en te regelen. Onze
overeenkomsten en onze vriendschapsban
den met andere mogendheden dragen geens
zins een aanvallend of uitsluitend karakter.
Er is niets tusschen Engeland en Duitsch-
land, dat een volledige en vriendschappe
lijke overeenkomst, waarmedo de verstan
digste staatslieden in de twee landen zich
bezig houden, in den weg staak
Over den Congo sprekende, zeide As
quith: Do voorwaarden, gesteld aan de
schepping van den Congostaat, zijn voortdu
rend geschonden. Hot land is voor den han
del gesloten, de inwoners moeten godwon-
gen arbeid verrichten en hun toestand
wordt steeds erger. Het is ons onmogelijk
geworden voor de Engeksche onderdanen
een andere jurisdictie dan do onze te er-
kon nen. België heeft thans een politieke
verklaring afgelegd, die Asquith van groot
gewicht toescheen, ofschoon de Engelsche
regeeriug nog niet den tijd heeft gohad die
verklaring nauwkeurig na te gaan Asquith
begroette dit stuk als grootere verwaentin-
gen aanbiedende dan eenig ander. Do Lou-
go-kwestic zal haar definitieve oplossing
krijgen zoodra Engeland een naasting door
België, op de gemeenschappelijke rechten
der menschel ij kheid gegrond, zal kunnen er
kennen. Als wij onze beslissing ten aanzien
van onze toestemming tot de naasting op
schorten, alzoo verder Asquith dan ge
schiedt dit, omdat wij het oude stelsel niet
kunnen goedkeuren. Als België de door ons
gcwenschte volledige verandering aan
brengt, wij ons haasten de naasting te er
kennen.
Bij do ontvangst van den gezant van
Turkije heeft de koning van Grieken
land uitiog gegeven aan de vriendschap
pelijke eu hartelijke bedoelingen der Regee
ring ten aanzien van Turkije. Z. M. zeide
verder, dat de militaire hervorming geen
ander doel heeft dan een opheffing en her
vorming van het leger. De koning heeft ten
slotte opnieuw de verzekering gegeven, dat
er geen gewapende bende beslaat.
Te Athono hebben alle gezanten van
groote mogendheden bij den italiaanschen
gezant vergaderd. In die vergadering moet
de hachelijke toestand en de kwestie van
vreemde inmenging ter sprake gekomen
zijn. De gezanten hebben hun Engelschen
oollega Elliot opgedragen, do Kamerverga
deringen bij te wonen, om door eigen aan
schouwing de parlementaire toestanden
beter te Ieeren kennen. De sterke ontstem
ming, die tegen Engeland bestaat, wordt
nog aangewakkerd door het veelbesproken
feit, dat de bevelhebber van de Engelsehc
vloot to Phaloron tijdens de muiterij van
Ty pal dos aan de Regeering gevraagd heeft,
of zij de muitende schepen als zeeroovers-
schepen beschouwde, in welk geval hij tegen
die sobepen zou optreden.
De koning heeft een besluit geteekend,
krachtens hetwelk een vreemde generaal sl«
organisator van het Grieksche leger ontbo
den aal worden.
De ,,Nene Freie Prtese" .bericht, dat
de mogendheden, die K r e t a beschermen,
op de laatste Turksche nota hebben
geantwoord, dat het huidge oogenblik niet
gunstig is om de K r e t e n z r k w e s-
t i e definitief te regelen, en dat de sta
tus quo op Kreta moest worden gehand
haafd.
De „New-York Herald" verneemt uit
Peking, dat China met het voorstel v.tn
do Vcreenigde Staten, om de tweede
o p i u m-c onferentie in Den
Haag te houden, meegaat. Men acht 't
zeker, dat de afgevaardigden gemachtigd
rullen worden, om over een internationaal
tractaat tot onderdrukking van den opitim-
handel te onderhandelen. Die onderdruk
king zou binnen een bepaalden
termijn haar beslag krijgen, daar
na zon het middel tot contrabande ver
klaard worden De onderteekenende mo
gendheden zouden het recht van visitatie
verleenen en op den ongeoorloofden handel
in opium internationale strafbepalingen
stellen.
Moulay Hafid maakt rioh gereed
voor een eventueelen k r ij g met de E u r o-
p e a n en; naar alle waarschijnlijkheid
met de FranBohen. Men leidt dit
af uit een bericht aan de Matin", dat der
tien oud-Turksche officieren, die in het
geheim te Tanger waren aangekomen, d-.or
Moulay Hafid naar Fez zijn geroepen om
als instructeurs bij zijn troepen te dien in.
Uit Addis-Abeba is te Rome bericht ont
vangen, dat keizer LIenelik, dank zij
zijn sterk gestel, den laatsten aanval 7an
beroerte te boven is gekomen. Hij is aan
de beterhand en op het oogenblik buiten
gevaar.
Frlcdrfch von Schiller.
een der grootste Duitsche (lichters van zijn
tijd, op 10 November 1759 te Marbaob, in
Wurtemberg, geboren.
Den 9den Mei 1905 is heb honderd jaren
geweest, dat Schiller was overleden. Toen
is hij allerwegen herdacht.
Heden, Woensdag 10 Nov., is het honderd-
"v ijf«Lis jaren geleden, dat hij te Mar-
bach is geboren. Zoo heeft Duitschland
weer Schiller-dagen. Yele schouwburgen ape
len Schiller. Vele bladen berdenken Schil
ler. De achterkleinzoon Alexander von
Gleichenrusswurm doet het in de „Neue-
Freie", vindt dat men thans Schiller beter
begrijpt dan in de 19de eeuw, ook hem be
ter zonder pathos speelt en getuigt,
dat de algemeene belangstelling weer zeer
sterk blijkt-.
I>e balddadiglicid der straatjengd.
In den laatsten tijd hooren we nogal eens
klachten over de ruwe cn balddadige wijze,
waarop do straatjeugd zich gedraagt. Nu
eens leveren hun spelen gevaar op voor de
voorbijgangers, dan vweer ergeren ze hen
door hun vernielzucht en hun sarren van
dieren en menschen. In nog geen week
tijds hebben we reeds twee stukjes in het
„Leidsch Dagblad" gelezen, die ons doen
2icn, hoe de bengels zich als het ware het
meesterschap toekennen over de geheele
straat en die als operatiebasis beschouwen
voor hun spelen en losbandigheden. Eon
ongeluk met een tol, die een voorbijganger
in het oog treft, het. ontsieren van de ge
vels der huizen; dat zijn feiten, die spreken
van de roekeloosheid, waarmede de jeugd
zich de ongenade van het publiek op den
hals haalt.
Toch is dit het ergste niet. Er gebeuren
veel ernstiger dingen. Zien de kwajongens,
dat er wat te grissen is, dan zijn ze er als
de haaien bij; vooral de marktlui hebben
veel van hen te lijden.
En wat neg wel het afschuwelijkste ls,
onze jeugd is wreed, zeer wreed. Hoe vaak
zien we niet vechtpartijen tusschen groepjes
van hen! Wat schep pen zij er geen ver
maak in, oin vechtende honden nog meer
tegen elkaar op te hitsen of met steenen te
gooien, hoe grooter hoe liever, anders jan
ken de beesten niet van pijn 1 En 'dan nog,
hoe dikwijls werden niet arme, ongelukki
ge menschen uitgejouwd en gemolesteerd,
die het toch waarachtig niet kunnen helpen,
dat zij mismaakt zijnMoeten zij er nog
telkens aan herinnerd worden door apen
van jongens, die te ongevoelig zijn om eon
andermans leed te kunnen begrijpen?
O, het is te pijnlijk om aan te zien en
aan te hooren voor iemand, in wien nog
niet alle gevoel is afgestomptMaar ach
boe weinigen zijn er tegenwoordig nog,
die op zoo iets letten; het is immers zoo
gewoon f
Het is me niet te doen om een relaas te
geven van de vele bandieterijen, waaraan
do straatjeugd zich schuldig maakt; ieder,
die oogen heeft om te kijken en ze ook ge
bruikt, zal het wel met me eens zijn, dat
die meer dan schandalig zijn.
Velen zullen zich wel eens afvragen, hoe
het toch komt, dat onze straatjeugd zoo
bandeloos is, terwijl in het buitenland het
Hollandsche straatjongenstype ten eenen-
malo ontbreekt.
Het antwoord hierop luidt ongunstig voor
onszelven, want wij zelf zijn schuldig aan
de buitensporigheden, die de jeugd bedrijft,
O, die vervloekte eigen schuldLiefst
wordt die schuld op eens anders schouders
geschoven; nooit gebeuren er ongelukken,
die veroorzaakt worden door onze eigen
nalatigheden! Maar die tactiek van ver
schuiving 19 hier ten minste onmogelijk,
of zou men misschien aan het buitenland
willen verwijten, dat onze jeugd zoo ver
dorven is? We moeten dus aannemen, of we
willen of niet, dat door ons optreden, of
liever gezegd, ons ni et-op tred en, do jeugd
gestijfd wordt in haar kwaad.
Waar andere landen ten opzichte van
zorg voor do kinderen reeds lang maatre
gelen genomen hebben in het belang en ter
ontspanning dier kinderen, heeft Neder
land nog niet© of zoo goed als niets ge
daan; het komt, evenals bij zoovele andere
verbeteringen, achteraan. Zullen we dan
nooit wakker worden en trachten ons land
te bevrijden van die lamlendigheid, waar
het nog Bteeda aan schijnt te lijden? Vroe
ger steeds nommer één, is het nu een der
laatste. Komt, Nederlanders, toont, dat
gij flinke mannen zijt met pit in het lijfl
Laat de buitenlanders binnenkort kunD^n
eeggen „kijk, die Hollanders hebben hart
voor hun kinderen; het is hun ernBt met
hun opvoeding." Laten we eens flink het
onderwijs en vooral de opvoeding aanpak
ken I Hoe kunnen er mannen en vrouwen
gevormd worden, als de opvoeding (vooral
de zedelijke) zoo bedroevend is 1
Maar ik dwaal af van mijn onderwerp;
het wordt tijd, dat ik overga tot de beschrij
ving der oorzaken van de balddadigheid.
Als we eens nagaan, tot welken stand de
ouders dier straatschenders hooren, dan
zien we, dat die niet de meest bevoorrech
ten in de maatschappij uitmaken, maar
bijna uitsluitend tot de geringste volks
klasse behooren. Ik zeg biina, want ook bij
de meer gegoeden zijn enkelen, die weinig
zorg aan hun kinderen besteden. Evenzoo
zijn er onder de geringe standen weer vele
kinderen, die niet op straat slenteren, ten
minste geen gemeene streken uithalen.
Hoe komt het nu echter, dat uitsluitend
d i e kinderen de balddadige streken uit
halen en waarom doen bijv. de gegoede
burgerjongens dit niet?
De reden hiervoor is niet ver te zoeken.
Ten eersite krijgen deze van huis nit een
betere opvoeding, waardoor ze beseffen,
dat het heel leelijk en verkeerd is, om
zulke dingen te doen; verder vinden ze
meest«l in huis genoeg gelegenheid om te
spelen of anders gaan ze bij hun vriendjes
op visite. Hun ouders kunnen zich meer
met hen bezighouden, of anders de dienst
boden, dio daar in betrekking zijn. Rede
nen te over om u te doen zien, dat zij niet
op straat behoeven te slenteren.
Geheel anders is het echter met de kin
deren van arme ouders; bij hen is er geen
ouder, veel minder een dienstbode, die zioh
met hen bezig kan houden; allen zwoegen
en ploeteren om een weekloontje bij elkaar
te scharrelen. Het verwondert ons dus
niets, als de jongens (de meisjes helpen
meestal in het huishouden o£ zitten aan
handwerkjes) hun fortuin op de straat zoe
ken. Daar veTeenigen ze zich tot clubjes
en ziedaar den weg geopend tot het uitha
len van guitenstreken, zoolang er nog geen
bedorven elementen onder zitten. Zijn die
er evenwel bij, dan ontaarden de guiten
streken reeds spoedig in bandïetenstrcken,
want het kwade wordt door zulke ontvan
kelijke gemoederen spoediger overgenomen
dan het goede.
De school kan al die verkeerde neigingen
niet onderdrukken, daarvoor moet er
samenwerking zijn het de ouders, en deze
laat soms veel te wenschen over.
Ook de politie kan niet overal op letten;
deze heeft wel iets .anders te doen dan op
jongens te passen; het kan ons dus niet ver
wonderen, dat zoo'n troepje kwajongens
telkens vermeteler wordt in zijn optreden.
Ik wil thans overgaan om de middelen
te bespreken, die mijns inziens do beste
zijn om het kwaad te bestrijden.
We hebben gezien, dat de hoofdoorzaken
zijn ledigheid en niet voldoende opvoeding
der kinderen. Do weg is dus aangewezen,
hoe we in dezen moeten handelen. Kort
gezegd, zouden we kunnen vols aan met te
zeggen„houdt de kinderen meer bezig en
geef ze een beterê opvoeding". De lezers
zullen er ecliter wel een nadere verkla
ring van wenschen.
Ten eerste dus moeten onderwijs en op
voeding degelijker worden.
Vele kinderen gaan niet graag naar
school en hoe komt dat? Eenvoudig hier
om, omdat ze urenlang in een bedompt
lokaal moeten zitten en zich veel te lang
met éénzelfde ding bezig moeten houden.
Waarom kunnen de lessen niet wat korter
duren?
De schrijvers der leerboeken over paeda-
gogiek (opvoedkunde) zijn het er alle over
eens, dat drie kwartier voor een les lang
geacht moet worden, terwijl voor de laair tc
klassen een halfuur reeds te lang is. Toch
zijn op de lesroosters de lessen over uren
verdeeld, in de laagste meest over drie
kwartieren. De theorie is hier dus de prac-
t.ijk voor, waarom wordt de theorie niet
beter gevolgd?
Verder zijn bijna al onze scholen, de
nieuwste niet uitgezonderd, echte hokken,
veel te klein om 5 a 600 kinderen te bevat
ten. Ook hierin heeft ons land (trouwens
vele andere landen ook) onfczagb'jk veel te
Ieeren van Zwitserland, waar de schoolge
bouwen ware paleizen zijn, met standbeel
den, prachtige, trappen, groote lokalen,
prachtige ventilatiebovendien vinden we
in elke school badkamers, turnlokalen en
vele andere gemakken, verder leesbiblio
theken en flinke speeltuinen. Daar gaan
do kinderen met pleizier naar school, maar
hier?
Hoe kan een school een ooglijk aanzien
krijgen, als stad en land te krenterig zijn om
er eens duchtig voor in de beurs te tasten?
Steeds wordt den minsten aanbesteder het
werk gegund. Er worden wel eenige
eischen gesteld, waaraan het gebouw moet
vbldoen, maar die eischen zijn veel te
laag.
Eeret moeten dus de gebouwen, waarin
de kinderen onderwijs krijgen, beter wor
den. Voorts moeten er strengere eischen
gesteld worden aan de onderwijzers; velen
zijn-tiet in naam, maar lang niet alle zijn
er voor geschikt. Ouders hebben vaak al
moeite om de kinderen in het goede spoor
te houden, hoe moet het den onderwijzers
afgaan, die soms 4050 kinderen voor zich
hebben. Ik juich heit dan ook in den Bond
van NederL»ndsche onderwijzers toe, dat
zij strijden voor het krijgen van kleinere
klassen, van ongeveer 20 kinderen bijv.
Daar kun je pas prettig mee opschieten; in
denzelfden tijd, die nu besteed moet wor
den om 40 kinderen te onderwijzen, kun
nen 20 kinderen onder overigens dezelfde
omstandigheden veel meeT Ieeren, of ten
minste, wat ze Ieeren, degel.jker. Ook kan
er dan meer gedaan worden om den kunst
zin bij de kinderen te ontw^k^len er
kunnen vaker school wandelingen gehouden
worden, om den kinderen de na^-ur te
Ieeren bewonderen en hen op te vakken,
nooit iets te vernielen of te ontsieren.
Mijnheer de Redacteur I
Nu de leuningen der nieuwe Nagelbrug
te Voorhout geheel zijn afgeverfd, blijkt
de kleur licht genoeg om ook in
het donker voldoende zichtbaar te rijn.
Ook in verband met de architectuur dc*
brug is een groene kleur te verkiezen boven
een witte; afgezien nog van het bezwaar,
dat deze laatste spoedig vuil wordt, nu een
witte leuning te ijl zijn in verhouding tol de
krachtige lijnen van den onderbouw de*
brug.
Bovendien staat vlak bij de brug een hel
der licht verspreidende lantaarn, zoodat
van „aardedonker" daar ter plaats? geen
sprake kan zijn. X.
CORRESPONDENTIE. D. v. I. te
Rijnsburg, S. v. B. da B. te Bodegraven,
v. W. te Oegstgeest, H. O., te Rijnsbnrg,
zendt het bedrag van 50 Ct. per postwis
sel s. v. p. I
Ten tweede moeten de kinderen buiten
de schooluren meer bezig gehouden worden,
want in Bchool zijn ze maar 5 uren op een
heelen dag.
„Ledigheid is des duivels '•■ow>wjon",
zegt een bekend spreekwoord, en 'Jt ia vol
komen toepasselijk op kinderen. Zoodra
niet zitten ze stil, of ze probeeren allerlei
kattekwaad uit te halen.
Van spelen houden ze allemaal; welnu,
verschaf hun de gelegenheid om te spelen
en ge zult zien, dat ze niet meer op straat
zullen slenteren, waar ze niets dan kwaad
opdoen.
Laat de gemeenten zooveel mogelijk vrije
speel plaatsen openst ellen, waar de kinde
ren naar hartelust kunnen ravotten zonder
voorbijgangers te hinderen en waar ze on
der behoorlijke leiding hun spelen kunnen
uitvoeren. Verschaft hun eenige versna
peringen, waardoor de lust opgewekt
wordt, daarheen te gaan; houdt ze op alle
mogelijke manieren bezig, laat ze kosteloos
kinematograaf- of bioscoopvoorstellingen
bijwonen, maakt flinke wandelingen met
ben, laat ze hun krachten meten door wed
strijden te organiseeren en verdwijnen
zullen alle nu zoo bekende straattypen.
Nu hoor ik iemand zeggen„maar we
hebben toch vrije speelplaatsen?"
Ja, dat geeft wat I Wat hebben de kinde
ren daar voor aantrekkelijks? Wat ze daar
doen, kunnen ze nu op straat ook doen.
Neen, dat is niet voldoende. Kinderen
hebben graag iéts, geeft hun dan ook
iets, al is het nog zoo gering; een kinder
hand is gauw gevuld.
„Maar waar moet al dat geld vandaan
komen?" hoor ik een ander vragen; „daar
gaan millioenen mee heen!" Dat ben ik
volmaakt met u eens, lezers, bet zal veel
geld kosten, maar weegt die groote uitgave
niet op tegen den overlast en de ergernis,
die we nu van de straatjeugd ondervinden?
Er wordt in ons land wel 45 millioen uit
gegeven aan oorlogstoerustingen, verder
wordt er voor ongeveer 75 millioen verdaan
aan aloohol. Is dat noodig? Kunnen die
millioenen niet beter besteed worden dan
voor moordwerktuigen en twijfelachtige
genietingen? Honder d-t wintig mil
lioen gnlden nutteloos weggegooid. Als
die nu eens gebruikt werden om den kin
deren eenige genoegens te verschaffen?
Zoudt gjj dat er niet voor over hebben Kan
voor de kinderen wel iets te goed zijn?
Ziet naar Zwitserland, daar heet het:
„niets is voor de kinderen te goed." Daar
wordt het onderwijs op de juiste waarde
geschat; daar worden de kinderen voort
durend beziggehouden; daar ia het moge
lijk het zedelijk peil der kinderen zoo hoog
op te voeren, dat ze zich schamen zouden,
dingen te doen die hier op de meest
schaamtelooze manier worden gedaan.
Daar spant het rijk er zich geducht voor
in en ontziet kosten noch moeite om het
den kinderen zoo aangenaam mogelijk to
maken.
Nederlanders, volgt dat voorbeeld na,
en gij zult zien, dat ik niets te veel heb ge
zegd. toen ik zeide, dat het onze eigen
schuld was, dat de straatjeugd hoe langer
hoe balddadiger wordt.
Kimt gij de maatschappelijke en oecono-
mische toestanden voor de volksklasse niet
verbeteren, of liever gezegd, wilt gij dat
niet, zorgt dan toch in ieder geval beter
voor het onderwijs uwer kindrren.
B. S. Hp.
Een Hilversumsche rij wï el-
dief.
De officier van ju»ritïe bij de -fer-
dftmsche rechtbank requireerd* gisteren te-
1 gen W K. te Hilversum, ontslag*-- looper
der firma Paul Kaiser, een gevangenisstraf
I van een jaar en zes maanden, wegens dief-
stal van twee rijwielen, een in den *acht
van 9 op 10 Sept. l.L uit een loods eener
villa aan den 's-Gravenlandschen weg en
een op 21 Sept. in de I ingenstraat.
Smaadschrift.
De arrondissementsrechtbank te Alkmaar
veroordeelde gisteren den heer A. G. Ver
stegen, directeur van „Het Anker" te Den
Helder, tot 14 dagen gevangenisstraf, we
gens smaadschrift, in genoemd blad tegen
d« heer en H. T. Hoven, commandant van
Hr. Ms. „Hertog Hendrik" en G. van Hul-
steyn, lste luitenant ter zee aan boora van
Hr. Ms. „Piet Hein". Het O. M. waarge
nomen door mr. Hanegraaff had ook 14 da
gen gevangenisstraf geëiseht.
Een j 8 8 e n d i e 1.
De recidivist A. SomerB, kleermaker, ge
boren te Haarlem, die op 23 Sept. 1.14 uit
het café-restaurant „Suisse" in de Kalver-
Btraat, een heerenoverjas en damesmantel
ontvreemd heeft, werd gisteren door de
Amsterdamsche rechtbank veroordeeld tot
een gevangenisstraf van 1 jaar en 8 maan
den.
Het gerechtshof te Amsterdam, gisteren
in hooger beroep uitspraak doende, veroor
deelde, onder vernietiging van 't vonnis der
rechtbank te Haarlem om redenen van vorm
Ha T., 24 jaar, stoker, en A. v. H., 27 jaar,
koopman wegens diefstal met braak en
medeplichtigheid daaraan, gepleegd op den
18 Mei j L in de villa „Bleyenhoef' van
mevr. Muysken onder Velzen, tot SA jaar
en zes maanden gevangenisstraf overeen
komstig het vonnis der rechtbank, doch
voor don tweeden onder aftrek van 3
maandien voorhechtenis. Door den advo
caat-generaal was tegen den eersten bckL
4 jaar geëiseht.
De Amsterdamsche rechtbank veroor
deelde gisteren o. a. twee recidivisten, 23
en 18 jaar oud, wegens pog:ng tot inbraak
in den nacht van 23 op 24 Sept. jl. in het on
derstuk van perceel 164 aan de Keizers
gracht te Amsterdam, in gebrn" bij de fir
ma Bottenheim, die er haar kantoren heeft,
tot. 3 cn 2A jaar gevangenisstraf.
De laatste had op den uitkijk gestaan.
Geëiseht was tegen ieder 3A jaar.
Rotterdamsclie Rechtbank.
In het beklaagde-bankje namen gisteren
plaats de 42-jarige C. v. D., huisvrouw van
J. B-, wonende ts Gouda en har r 16-jarig©
zoon A. B., sigarenmaker te Gouda. Ze
hadden op 15 Augustus 1.1. te Gouda ruri©
gekregen met mej. J. C. M. Dikhoff-Dort-
land en deze allerlei fraaie uitdrukkingen
naar het hoofd geworpen. Bovendien had
de jongen haar eenige klappen en schoppen
gegeven.
Geëiseht werd tegen de moeder f 15 boete,
sirbs. een maand hechtenis, en tegen den
zoon eenzelfde boete, subs.' een maand
tuchtschool.
De verdediger van den jongen, mr. J.
W. Suringar, vroeg, op grond van verschil
lende verzachtende omstandigheden, voor
dezen een lagere geldboete.
Uitspraak over veertien dagen.
De rechtbank te 's-Hertogenbosch ver
oordeelde heden Hozewal te Gemonde tot
zes jaar gevangenisstraf wegens moord op
Hoozemons. De eisch was vijf jaar.
J. Weuteler, eehtgenoote van J. L. Valt*
man, te Kattendijke.
A. Berkere. sigarenfabrikant, te Asteik;
J. Calkoen, te 's-Gravenhage.
li. P. C. Weissenbruch, te 's-Gravenhago.
N. A. Smits, te Schoveningen.
kamert waarin Schiller het eerste levenslicht aanschouwde.
Werk over den Atjeh-oorloj;.
Naar de „N. R. C." verneemt, zal de
bewerking van het vanwege het ministerie
van koloniën uit te geven Krijgsgeschied
kundig werk over den Atjeh-oorlog, worden
opgedragen aan den kapitein der infanterif»
van het Oost-Indische leger E. S. de Klerckt
thans met verlof hier te lande vertoeven*
de. Deze officier schreef reeds eerder een
werk over den Java-oorlog van 18251830.
De zeeramp bij het Wassenaarsohe Stag.
Door den duiker De Kluiver van den
Rijkswaterstaat is nog tweemaal gedoken
op het wrak nabij het Wassenaarsche Slag
om het lijk van den nog altijd vermisten
luitenant Oostrijck te zoeken, echter zon
der het gewenschte resultaat. Er werden"
slechte enkele wrakstukken ontdekt.