Buitenlandseh Overzicht. Ingezonden. Uit da Rechtzaal. Faillissementen. Hertog Johan Albrecbtvan M e c k I e n b u r g-S c h w e r i n, re gent van Brunswijlc, weduwnaar, is verloofd met de in 1885 geboren prinses Eli zabeth vanStolber g-E o s s 1 a, te Wernigerpde. De Lor d-M ayors-op tocht to Londen werd gisteren begunstigd door prachtig weer. Duizenden, zegt een parti culier telegram aan het „Hbld.", waren in de City bijeen, om den optocht te zien, die de mooiste was in de latere jaren. Het verschil met die in vroegere jaren was de militaire vertooning; honderden soldaten van het staande leger en van de territo riale macht, kanonnen en boy-scouts namen aan den optocht deel. Het duurde ongeveer een uur voordat deze was voorbijgetrokk m. Onder de eerbewijzen, bij gelegenheid van 's Konings verjaardag, zegt datzelfde •*!<■- grara, wordt vooral de benoeming van i- tenant Shackle ton tot bare- net hoog gewaardeerd door iedereen. De bladen zeggen, dat, too iemand, deze bekende Zuidpool-reiziger vooral zulk een eerbewijs waardig was. Aan het banket van den Lord-Mayor in de Guildhall heeft minister Asquith, sprekende over de buitenlandsche aange legenheden, gezegdDe aard onzer be trekkingen met de overige mogendheden is in de goheele wereld bekend. Do bezorgd heid die 't afgeloopen jaar de internationale politiek inboezemde, is gelukkig ver dwenen. Engeland had in bet Oosten geen zelfzuchtig doel. Zijn eenig doel was toen den vrede te bewaren en er voor zorg te dragen, dat de uit de verdragen voort vloeiende regelingen aan de algemeene goedkeuring werden onderworpen. Dit doel is in beginsel bereikt. Nu de grooto mogend- beden toonen, dat zij zich weten te beper ken; lean het niet onmogelijk zijn voor de gemeenschappelijke pogingen van een di plomatie, die den vrede wensoht, do moei lijkheden te verzachten, en te regelen. Onze overeenkomsten en onze vriendschapsban den met andere mogendheden dragen geens zins een aanvallend of uitsluitend karakter. Er is niets tusschen Engeland en Duitsch- land, dat een volledige en vriendschappe lijke overeenkomst, waarmedo de verstan digste staatslieden in de twee landen zich bezig houden, in den weg staak Over den Congo sprekende, zeide As quith: Do voorwaarden, gesteld aan de schepping van den Congostaat, zijn voortdu rend geschonden. Hot land is voor den han del gesloten, de inwoners moeten godwon- gen arbeid verrichten en hun toestand wordt steeds erger. Het is ons onmogelijk geworden voor de Engeksche onderdanen een andere jurisdictie dan do onze te er- kon nen. België heeft thans een politieke verklaring afgelegd, die Asquith van groot gewicht toescheen, ofschoon de Engelsche regeeriug nog niet den tijd heeft gohad die verklaring nauwkeurig na te gaan Asquith begroette dit stuk als grootere verwaentin- gen aanbiedende dan eenig ander. Do Lou- go-kwestic zal haar definitieve oplossing krijgen zoodra Engeland een naasting door België, op de gemeenschappelijke rechten der menschel ij kheid gegrond, zal kunnen er kennen. Als wij onze beslissing ten aanzien van onze toestemming tot de naasting op schorten, alzoo verder Asquith dan ge schiedt dit, omdat wij het oude stelsel niet kunnen goedkeuren. Als België de door ons gcwenschte volledige verandering aan brengt, wij ons haasten de naasting te er kennen. Bij do ontvangst van den gezant van Turkije heeft de koning van Grieken land uitiog gegeven aan de vriendschap pelijke eu hartelijke bedoelingen der Regee ring ten aanzien van Turkije. Z. M. zeide verder, dat de militaire hervorming geen ander doel heeft dan een opheffing en her vorming van het leger. De koning heeft ten slotte opnieuw de verzekering gegeven, dat er geen gewapende bende beslaat. Te Athono hebben alle gezanten van groote mogendheden bij den italiaanschen gezant vergaderd. In die vergadering moet de hachelijke toestand en de kwestie van vreemde inmenging ter sprake gekomen zijn. De gezanten hebben hun Engelschen oollega Elliot opgedragen, do Kamerverga deringen bij te wonen, om door eigen aan schouwing de parlementaire toestanden beter te Ieeren kennen. De sterke ontstem ming, die tegen Engeland bestaat, wordt nog aangewakkerd door het veelbesproken feit, dat de bevelhebber van de Engelsehc vloot to Phaloron tijdens de muiterij van Ty pal dos aan de Regeering gevraagd heeft, of zij de muitende schepen als zeeroovers- schepen beschouwde, in welk geval hij tegen die sobepen zou optreden. De koning heeft een besluit geteekend, krachtens hetwelk een vreemde generaal sl« organisator van het Grieksche leger ontbo den aal worden. De ,,Nene Freie Prtese" .bericht, dat de mogendheden, die K r e t a beschermen, op de laatste Turksche nota hebben geantwoord, dat het huidge oogenblik niet gunstig is om de K r e t e n z r k w e s- t i e definitief te regelen, en dat de sta tus quo op Kreta moest worden gehand haafd. De „New-York Herald" verneemt uit Peking, dat China met het voorstel v.tn do Vcreenigde Staten, om de tweede o p i u m-c onferentie in Den Haag te houden, meegaat. Men acht 't zeker, dat de afgevaardigden gemachtigd rullen worden, om over een internationaal tractaat tot onderdrukking van den opitim- handel te onderhandelen. Die onderdruk king zou binnen een bepaalden termijn haar beslag krijgen, daar na zon het middel tot contrabande ver klaard worden De onderteekenende mo gendheden zouden het recht van visitatie verleenen en op den ongeoorloofden handel in opium internationale strafbepalingen stellen. Moulay Hafid maakt rioh gereed voor een eventueelen k r ij g met de E u r o- p e a n en; naar alle waarschijnlijkheid met de FranBohen. Men leidt dit af uit een bericht aan de Matin", dat der tien oud-Turksche officieren, die in het geheim te Tanger waren aangekomen, d-.or Moulay Hafid naar Fez zijn geroepen om als instructeurs bij zijn troepen te dien in. Uit Addis-Abeba is te Rome bericht ont vangen, dat keizer LIenelik, dank zij zijn sterk gestel, den laatsten aanval 7an beroerte te boven is gekomen. Hij is aan de beterhand en op het oogenblik buiten gevaar. Frlcdrfch von Schiller. een der grootste Duitsche (lichters van zijn tijd, op 10 November 1759 te Marbaob, in Wurtemberg, geboren. Den 9den Mei 1905 is heb honderd jaren geweest, dat Schiller was overleden. Toen is hij allerwegen herdacht. Heden, Woensdag 10 Nov., is het honderd- "v ijf«Lis jaren geleden, dat hij te Mar- bach is geboren. Zoo heeft Duitschland weer Schiller-dagen. Yele schouwburgen ape len Schiller. Vele bladen berdenken Schil ler. De achterkleinzoon Alexander von Gleichenrusswurm doet het in de „Neue- Freie", vindt dat men thans Schiller beter begrijpt dan in de 19de eeuw, ook hem be ter zonder pathos speelt en getuigt, dat de algemeene belangstelling weer zeer sterk blijkt-. I>e balddadiglicid der straatjengd. In den laatsten tijd hooren we nogal eens klachten over de ruwe cn balddadige wijze, waarop do straatjeugd zich gedraagt. Nu eens leveren hun spelen gevaar op voor de voorbijgangers, dan vweer ergeren ze hen door hun vernielzucht en hun sarren van dieren en menschen. In nog geen week tijds hebben we reeds twee stukjes in het „Leidsch Dagblad" gelezen, die ons doen 2icn, hoe de bengels zich als het ware het meesterschap toekennen over de geheele straat en die als operatiebasis beschouwen voor hun spelen en losbandigheden. Eon ongeluk met een tol, die een voorbijganger in het oog treft, het. ontsieren van de ge vels der huizen; dat zijn feiten, die spreken van de roekeloosheid, waarmede de jeugd zich de ongenade van het publiek op den hals haalt. Toch is dit het ergste niet. Er gebeuren veel ernstiger dingen. Zien de kwajongens, dat er wat te grissen is, dan zijn ze er als de haaien bij; vooral de marktlui hebben veel van hen te lijden. En wat neg wel het afschuwelijkste ls, onze jeugd is wreed, zeer wreed. Hoe vaak zien we niet vechtpartijen tusschen groepjes van hen! Wat schep pen zij er geen ver maak in, oin vechtende honden nog meer tegen elkaar op te hitsen of met steenen te gooien, hoe grooter hoe liever, anders jan ken de beesten niet van pijn 1 En 'dan nog, hoe dikwijls werden niet arme, ongelukki ge menschen uitgejouwd en gemolesteerd, die het toch waarachtig niet kunnen helpen, dat zij mismaakt zijnMoeten zij er nog telkens aan herinnerd worden door apen van jongens, die te ongevoelig zijn om eon andermans leed te kunnen begrijpen? O, het is te pijnlijk om aan te zien en aan te hooren voor iemand, in wien nog niet alle gevoel is afgestomptMaar ach boe weinigen zijn er tegenwoordig nog, die op zoo iets letten; het is immers zoo gewoon f Het is me niet te doen om een relaas te geven van de vele bandieterijen, waaraan do straatjeugd zich schuldig maakt; ieder, die oogen heeft om te kijken en ze ook ge bruikt, zal het wel met me eens zijn, dat die meer dan schandalig zijn. Velen zullen zich wel eens afvragen, hoe het toch komt, dat onze straatjeugd zoo bandeloos is, terwijl in het buitenland het Hollandsche straatjongenstype ten eenen- malo ontbreekt. Het antwoord hierop luidt ongunstig voor onszelven, want wij zelf zijn schuldig aan de buitensporigheden, die de jeugd bedrijft, O, die vervloekte eigen schuldLiefst wordt die schuld op eens anders schouders geschoven; nooit gebeuren er ongelukken, die veroorzaakt worden door onze eigen nalatigheden! Maar die tactiek van ver schuiving 19 hier ten minste onmogelijk, of zou men misschien aan het buitenland willen verwijten, dat onze jeugd zoo ver dorven is? We moeten dus aannemen, of we willen of niet, dat door ons optreden, of liever gezegd, ons ni et-op tred en, do jeugd gestijfd wordt in haar kwaad. Waar andere landen ten opzichte van zorg voor do kinderen reeds lang maatre gelen genomen hebben in het belang en ter ontspanning dier kinderen, heeft Neder land nog niet© of zoo goed als niets ge daan; het komt, evenals bij zoovele andere verbeteringen, achteraan. Zullen we dan nooit wakker worden en trachten ons land te bevrijden van die lamlendigheid, waar het nog Bteeda aan schijnt te lijden? Vroe ger steeds nommer één, is het nu een der laatste. Komt, Nederlanders, toont, dat gij flinke mannen zijt met pit in het lijfl Laat de buitenlanders binnenkort kunD^n eeggen „kijk, die Hollanders hebben hart voor hun kinderen; het is hun ernBt met hun opvoeding." Laten we eens flink het onderwijs en vooral de opvoeding aanpak ken I Hoe kunnen er mannen en vrouwen gevormd worden, als de opvoeding (vooral de zedelijke) zoo bedroevend is 1 Maar ik dwaal af van mijn onderwerp; het wordt tijd, dat ik overga tot de beschrij ving der oorzaken van de balddadigheid. Als we eens nagaan, tot welken stand de ouders dier straatschenders hooren, dan zien we, dat die niet de meest bevoorrech ten in de maatschappij uitmaken, maar bijna uitsluitend tot de geringste volks klasse behooren. Ik zeg biina, want ook bij de meer gegoeden zijn enkelen, die weinig zorg aan hun kinderen besteden. Evenzoo zijn er onder de geringe standen weer vele kinderen, die niet op straat slenteren, ten minste geen gemeene streken uithalen. Hoe komt het nu echter, dat uitsluitend d i e kinderen de balddadige streken uit halen en waarom doen bijv. de gegoede burgerjongens dit niet? De reden hiervoor is niet ver te zoeken. Ten eersite krijgen deze van huis nit een betere opvoeding, waardoor ze beseffen, dat het heel leelijk en verkeerd is, om zulke dingen te doen; verder vinden ze meest«l in huis genoeg gelegenheid om te spelen of anders gaan ze bij hun vriendjes op visite. Hun ouders kunnen zich meer met hen bezighouden, of anders de dienst boden, dio daar in betrekking zijn. Rede nen te over om u te doen zien, dat zij niet op straat behoeven te slenteren. Geheel anders is het echter met de kin deren van arme ouders; bij hen is er geen ouder, veel minder een dienstbode, die zioh met hen bezig kan houden; allen zwoegen en ploeteren om een weekloontje bij elkaar te scharrelen. Het verwondert ons dus niets, als de jongens (de meisjes helpen meestal in het huishouden o£ zitten aan handwerkjes) hun fortuin op de straat zoe ken. Daar veTeenigen ze zich tot clubjes en ziedaar den weg geopend tot het uitha len van guitenstreken, zoolang er nog geen bedorven elementen onder zitten. Zijn die er evenwel bij, dan ontaarden de guiten streken reeds spoedig in bandïetenstrcken, want het kwade wordt door zulke ontvan kelijke gemoederen spoediger overgenomen dan het goede. De school kan al die verkeerde neigingen niet onderdrukken, daarvoor moet er samenwerking zijn het de ouders, en deze laat soms veel te wenschen over. Ook de politie kan niet overal op letten; deze heeft wel iets .anders te doen dan op jongens te passen; het kan ons dus niet ver wonderen, dat zoo'n troepje kwajongens telkens vermeteler wordt in zijn optreden. Ik wil thans overgaan om de middelen te bespreken, die mijns inziens do beste zijn om het kwaad te bestrijden. We hebben gezien, dat de hoofdoorzaken zijn ledigheid en niet voldoende opvoeding der kinderen. Do weg is dus aangewezen, hoe we in dezen moeten handelen. Kort gezegd, zouden we kunnen vols aan met te zeggen„houdt de kinderen meer bezig en geef ze een beterê opvoeding". De lezers zullen er ecliter wel een nadere verkla ring van wenschen. Ten eerste dus moeten onderwijs en op voeding degelijker worden. Vele kinderen gaan niet graag naar school en hoe komt dat? Eenvoudig hier om, omdat ze urenlang in een bedompt lokaal moeten zitten en zich veel te lang met éénzelfde ding bezig moeten houden. Waarom kunnen de lessen niet wat korter duren? De schrijvers der leerboeken over paeda- gogiek (opvoedkunde) zijn het er alle over eens, dat drie kwartier voor een les lang geacht moet worden, terwijl voor de laair tc klassen een halfuur reeds te lang is. Toch zijn op de lesroosters de lessen over uren verdeeld, in de laagste meest over drie kwartieren. De theorie is hier dus de prac- t.ijk voor, waarom wordt de theorie niet beter gevolgd? Verder zijn bijna al onze scholen, de nieuwste niet uitgezonderd, echte hokken, veel te klein om 5 a 600 kinderen te bevat ten. Ook hierin heeft ons land (trouwens vele andere landen ook) onfczagb'jk veel te Ieeren van Zwitserland, waar de schoolge bouwen ware paleizen zijn, met standbeel den, prachtige, trappen, groote lokalen, prachtige ventilatiebovendien vinden we in elke school badkamers, turnlokalen en vele andere gemakken, verder leesbiblio theken en flinke speeltuinen. Daar gaan do kinderen met pleizier naar school, maar hier? Hoe kan een school een ooglijk aanzien krijgen, als stad en land te krenterig zijn om er eens duchtig voor in de beurs te tasten? Steeds wordt den minsten aanbesteder het werk gegund. Er worden wel eenige eischen gesteld, waaraan het gebouw moet vbldoen, maar die eischen zijn veel te laag. Eeret moeten dus de gebouwen, waarin de kinderen onderwijs krijgen, beter wor den. Voorts moeten er strengere eischen gesteld worden aan de onderwijzers; velen zijn-tiet in naam, maar lang niet alle zijn er voor geschikt. Ouders hebben vaak al moeite om de kinderen in het goede spoor te houden, hoe moet het den onderwijzers afgaan, die soms 4050 kinderen voor zich hebben. Ik juich heit dan ook in den Bond van NederL»ndsche onderwijzers toe, dat zij strijden voor het krijgen van kleinere klassen, van ongeveer 20 kinderen bijv. Daar kun je pas prettig mee opschieten; in denzelfden tijd, die nu besteed moet wor den om 40 kinderen te onderwijzen, kun nen 20 kinderen onder overigens dezelfde omstandigheden veel meeT Ieeren, of ten minste, wat ze Ieeren, degel.jker. Ook kan er dan meer gedaan worden om den kunst zin bij de kinderen te ontw^k^len er kunnen vaker school wandelingen gehouden worden, om den kinderen de na^-ur te Ieeren bewonderen en hen op te vakken, nooit iets te vernielen of te ontsieren. Mijnheer de Redacteur I Nu de leuningen der nieuwe Nagelbrug te Voorhout geheel zijn afgeverfd, blijkt de kleur licht genoeg om ook in het donker voldoende zichtbaar te rijn. Ook in verband met de architectuur dc* brug is een groene kleur te verkiezen boven een witte; afgezien nog van het bezwaar, dat deze laatste spoedig vuil wordt, nu een witte leuning te ijl zijn in verhouding tol de krachtige lijnen van den onderbouw de* brug. Bovendien staat vlak bij de brug een hel der licht verspreidende lantaarn, zoodat van „aardedonker" daar ter plaats? geen sprake kan zijn. X. CORRESPONDENTIE. D. v. I. te Rijnsburg, S. v. B. da B. te Bodegraven, v. W. te Oegstgeest, H. O., te Rijnsbnrg, zendt het bedrag van 50 Ct. per postwis sel s. v. p. I Ten tweede moeten de kinderen buiten de schooluren meer bezig gehouden worden, want in Bchool zijn ze maar 5 uren op een heelen dag. „Ledigheid is des duivels '•■ow>wjon", zegt een bekend spreekwoord, en 'Jt ia vol komen toepasselijk op kinderen. Zoodra niet zitten ze stil, of ze probeeren allerlei kattekwaad uit te halen. Van spelen houden ze allemaal; welnu, verschaf hun de gelegenheid om te spelen en ge zult zien, dat ze niet meer op straat zullen slenteren, waar ze niets dan kwaad opdoen. Laat de gemeenten zooveel mogelijk vrije speel plaatsen openst ellen, waar de kinde ren naar hartelust kunnen ravotten zonder voorbijgangers te hinderen en waar ze on der behoorlijke leiding hun spelen kunnen uitvoeren. Verschaft hun eenige versna peringen, waardoor de lust opgewekt wordt, daarheen te gaan; houdt ze op alle mogelijke manieren bezig, laat ze kosteloos kinematograaf- of bioscoopvoorstellingen bijwonen, maakt flinke wandelingen met ben, laat ze hun krachten meten door wed strijden te organiseeren en verdwijnen zullen alle nu zoo bekende straattypen. Nu hoor ik iemand zeggen„maar we hebben toch vrije speelplaatsen?" Ja, dat geeft wat I Wat hebben de kinde ren daar voor aantrekkelijks? Wat ze daar doen, kunnen ze nu op straat ook doen. Neen, dat is niet voldoende. Kinderen hebben graag iéts, geeft hun dan ook iets, al is het nog zoo gering; een kinder hand is gauw gevuld. „Maar waar moet al dat geld vandaan komen?" hoor ik een ander vragen; „daar gaan millioenen mee heen!" Dat ben ik volmaakt met u eens, lezers, bet zal veel geld kosten, maar weegt die groote uitgave niet op tegen den overlast en de ergernis, die we nu van de straatjeugd ondervinden? Er wordt in ons land wel 45 millioen uit gegeven aan oorlogstoerustingen, verder wordt er voor ongeveer 75 millioen verdaan aan aloohol. Is dat noodig? Kunnen die millioenen niet beter besteed worden dan voor moordwerktuigen en twijfelachtige genietingen? Honder d-t wintig mil lioen gnlden nutteloos weggegooid. Als die nu eens gebruikt werden om den kin deren eenige genoegens te verschaffen? Zoudt gjj dat er niet voor over hebben Kan voor de kinderen wel iets te goed zijn? Ziet naar Zwitserland, daar heet het: „niets is voor de kinderen te goed." Daar wordt het onderwijs op de juiste waarde geschat; daar worden de kinderen voort durend beziggehouden; daar ia het moge lijk het zedelijk peil der kinderen zoo hoog op te voeren, dat ze zich schamen zouden, dingen te doen die hier op de meest schaamtelooze manier worden gedaan. Daar spant het rijk er zich geducht voor in en ontziet kosten noch moeite om het den kinderen zoo aangenaam mogelijk to maken. Nederlanders, volgt dat voorbeeld na, en gij zult zien, dat ik niets te veel heb ge zegd. toen ik zeide, dat het onze eigen schuld was, dat de straatjeugd hoe langer hoe balddadiger wordt. Kimt gij de maatschappelijke en oecono- mische toestanden voor de volksklasse niet verbeteren, of liever gezegd, wilt gij dat niet, zorgt dan toch in ieder geval beter voor het onderwijs uwer kindrren. B. S. Hp. Een Hilversumsche rij wï el- dief. De officier van ju»ritïe bij de -fer- dftmsche rechtbank requireerd* gisteren te- 1 gen W K. te Hilversum, ontslag*-- looper der firma Paul Kaiser, een gevangenisstraf I van een jaar en zes maanden, wegens dief- stal van twee rijwielen, een in den *acht van 9 op 10 Sept. l.L uit een loods eener villa aan den 's-Gravenlandschen weg en een op 21 Sept. in de I ingenstraat. Smaadschrift. De arrondissementsrechtbank te Alkmaar veroordeelde gisteren den heer A. G. Ver stegen, directeur van „Het Anker" te Den Helder, tot 14 dagen gevangenisstraf, we gens smaadschrift, in genoemd blad tegen d« heer en H. T. Hoven, commandant van Hr. Ms. „Hertog Hendrik" en G. van Hul- steyn, lste luitenant ter zee aan boora van Hr. Ms. „Piet Hein". Het O. M. waarge nomen door mr. Hanegraaff had ook 14 da gen gevangenisstraf geëiseht. Een j 8 8 e n d i e 1. De recidivist A. SomerB, kleermaker, ge boren te Haarlem, die op 23 Sept. 1.14 uit het café-restaurant „Suisse" in de Kalver- Btraat, een heerenoverjas en damesmantel ontvreemd heeft, werd gisteren door de Amsterdamsche rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar en 8 maan den. Het gerechtshof te Amsterdam, gisteren in hooger beroep uitspraak doende, veroor deelde, onder vernietiging van 't vonnis der rechtbank te Haarlem om redenen van vorm Ha T., 24 jaar, stoker, en A. v. H., 27 jaar, koopman wegens diefstal met braak en medeplichtigheid daaraan, gepleegd op den 18 Mei j L in de villa „Bleyenhoef' van mevr. Muysken onder Velzen, tot SA jaar en zes maanden gevangenisstraf overeen komstig het vonnis der rechtbank, doch voor don tweeden onder aftrek van 3 maandien voorhechtenis. Door den advo caat-generaal was tegen den eersten bckL 4 jaar geëiseht. De Amsterdamsche rechtbank veroor deelde gisteren o. a. twee recidivisten, 23 en 18 jaar oud, wegens pog:ng tot inbraak in den nacht van 23 op 24 Sept. jl. in het on derstuk van perceel 164 aan de Keizers gracht te Amsterdam, in gebrn" bij de fir ma Bottenheim, die er haar kantoren heeft, tot. 3 cn 2A jaar gevangenisstraf. De laatste had op den uitkijk gestaan. Geëiseht was tegen ieder 3A jaar. Rotterdamsclie Rechtbank. In het beklaagde-bankje namen gisteren plaats de 42-jarige C. v. D., huisvrouw van J. B-, wonende ts Gouda en har r 16-jarig© zoon A. B., sigarenmaker te Gouda. Ze hadden op 15 Augustus 1.1. te Gouda ruri© gekregen met mej. J. C. M. Dikhoff-Dort- land en deze allerlei fraaie uitdrukkingen naar het hoofd geworpen. Bovendien had de jongen haar eenige klappen en schoppen gegeven. Geëiseht werd tegen de moeder f 15 boete, sirbs. een maand hechtenis, en tegen den zoon eenzelfde boete, subs.' een maand tuchtschool. De verdediger van den jongen, mr. J. W. Suringar, vroeg, op grond van verschil lende verzachtende omstandigheden, voor dezen een lagere geldboete. Uitspraak over veertien dagen. De rechtbank te 's-Hertogenbosch ver oordeelde heden Hozewal te Gemonde tot zes jaar gevangenisstraf wegens moord op Hoozemons. De eisch was vijf jaar. J. Weuteler, eehtgenoote van J. L. Valt* man, te Kattendijke. A. Berkere. sigarenfabrikant, te Asteik; J. Calkoen, te 's-Gravenhage. li. P. C. Weissenbruch, te 's-Gravenhago. N. A. Smits, te Schoveningen. kamert waarin Schiller het eerste levenslicht aanschouwde. Werk over den Atjeh-oorloj;. Naar de „N. R. C." verneemt, zal de bewerking van het vanwege het ministerie van koloniën uit te geven Krijgsgeschied kundig werk over den Atjeh-oorlog, worden opgedragen aan den kapitein der infanterif» van het Oost-Indische leger E. S. de Klerckt thans met verlof hier te lande vertoeven* de. Deze officier schreef reeds eerder een werk over den Java-oorlog van 18251830. De zeeramp bij het Wassenaarsohe Stag. Door den duiker De Kluiver van den Rijkswaterstaat is nog tweemaal gedoken op het wrak nabij het Wassenaarsche Slag om het lijk van den nog altijd vermisten luitenant Oostrijck te zoeken, echter zon der het gewenschte resultaat. Er werden" slechte enkele wrakstukken ontdekt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 6