ZO N D AG5 E) IA D
IE.ID5CH DAGB1AD
VAN HET
me us hij?
Spoorwegen en onderwijs in Spanje.
Ho. 15243.
30 October.
Anno 1909.
•*<J r.jilTiïïilTlijIêTIÏ I0S AiTéiIfiiaii ïêllïiïiïs®"^
De Fransche oud-minister Camille Pel-
lctan sohxijft aan de Matin" Bpaansche
reisbrieven.
In zijn laatsten brief uit Barcelona
klaagt hij o. m. over den treurigen toe-
Btand van de spoorwogon. Toen hij
student was, eon goede veertig jaar gele
don, hoeft hij Spanje bereisd mot de dili
gences. Nu hij er terug ia gekomen, zijn
die door spoortreinen vervangon. Maar de
spoortreinen van thans loop en niet sneller
ion do diligences van voorheen. Om in
rechte lijn van' do eone hoofdplaats van
een provincie naar die van een naburige
provincio to gaan (van Grenada naar Mur-
cia, iets meer dan 200 K.M., de afstand
van Parijs naar Dijon) heeft men twee
volle dogen noodig. De trein slaapt onder
weg, evenals de oude diligences, en de rei
zigers worden uitgonoodigd te voet te gaan
langs een oude viaduct, die dreigt in te
storten. De tarieven zijn schandalig hoog
cn zouden op zichzelf voldoende zijn, om
de ontwikkeling van de nationale nijver
heid togen te houden.
Dan klaagt Pelletan over het onder
wijs. Het lager onderwijs is in Spanje vol
gens do wet verplioht. Maar het is dit al
leen op hot papier. In de meeste gemeenten
is er öf geen school öf wordt de onderwijzer
niet betaald. Hij moot iets anders aanpak
ken, om zijn brood te verdienen. Het ge
volg is, dat er in liet land van Calderon cn
Cervantce 60 pCt. menschen zijn, dio niet
kunnen lezon of schrijven.
Allee Bobijnt samen te werken zoo ver
volgt Pellotan om de voortbrenging en
de ontwikkeling van den rijkdom van net
land te Btuiten. De groote landheoren doe
men den grooten hoop van landarbeiders
tot ellende. Dezon trekken in zoo grooten
getale het land uit, dat de Rogecring er
ongerust over wordt. Mot prachtige natuur
lijke rijkdommen blijft Spanje arm. En
toch moet het do begrooting van een groote
mogendheid torsen. Van daar de drukkende
belastingen.
Van een afgevaardigde.
"Do Russischo Finsche Landdag zal ver
gaderen.
Een der afgevaardigden, Pikkole, juist
van achter don ploeg vandaan, gaat op,
om over 'a lands belangen to beraadslagen.
Hij gaat barrevoets, zijn stok in do hand.
„Pikkole, je hobfc je schoenen vergeten,"
roept een buurman hem toe.
„SchoenenPikkole is één en al verbazing
„Ik draag 'a corners nooit schoenen."
„Maar je bent toch niet van plan met
bloote voeten naar den Landdag te gaan?"
„Och, wat, de Landdag rit toch niet op
ijs, maar in een warm huis. Heb ik dan
schoenen noodig?" antwoordde de braVe
Pikkole.
Pikkole stapt dus barrevoets naar het
station, om naar Helsingfors to sporen.
In het gebouw van den Landdag waren
schijnbaar, volgens Pikkole, ook geen schoe
nen noodig. De vloer, geheel bekleed; voor
den senator, dio Pikkoles geloofsbrieven
moest onderzoeken, lag zelfs een mooi ta
pijt Waartoe had Pikkole de schoenen noo
dig, die hij alleen 's winters aantrekt?
De verslaggevers der Finsche bladen hiel
den er echter een andere meening op na
en wisten door hun verslagen levendige be
langstelling to wokken voor Pikkolee bloo
te voeten.
Spoedig wist iedereen in Finland, dat
Pikkole geen schoenen rijk was. Want, zei-
de men, en dit is een heel logische rede-
noeTing, die klinkt als een klok, als hij
schoenen bezat, zon hij ze wek aantrekken.
De zorg voor Pikkolee bloote voeten
ging den Finsohen vrouwen zeer ter harte.
Zij sloegen aan het werk, en breiden, brei
den, altegaar kousen voor den armen
Pikkole.
De schoenmakers, diep in hun hart ge
grepen door het schouwspel van Pikkoles
^ohoonlooaheid en niet willende achterstaan
bij de offervaardigheid der vrouwen, ver
vaardigden de wonderschoonste producten
voor de arme bloote voeten van Pikkole.
Aan het adrea van den afgevaardigde Pik
kole werden kousen en schoenen naar den
Landdag gezonden.
De eone zending na de Andere arriveer
de. Van heinde en ver, uit de meest afge
legen hoekjes van Finland, strooradon en
stroomden kousen en schoenen voor den af
gevaardigde Pikkole binnen.
Pikkole echter dacht er niet aan, in de
verste verte niet, kousen en schoenen aan
te trekken. Kalm ging hij door, de zittingen
van den Landdag op bloote voeten bij te
wonen.
Ten langen leste geleek de Landsdagkan
selarij op oen kousen- en echoenenpakhuis.
Torenhoog stapelden zich de kousen en
schoenen op, als ware barrikaden.
Er werd gedebatteerd en gedebatteerd...
en do kousen en schoenen bleven toestroo-
men.
Evenmin wilde aan de debatten als aan
de kousen- en schoenen-zendingen een einde
komen.
„Mijne beeren," riep in rekeren nacht de
vertwijfelende secretaris den debatteeron-
den afgevaardigd on toe, „mijne beeren,
maakt een eindeLaten wij vacantie ne
men, anders verdrinken wij in derim zond
vloed van kousen en schoenen 1"
„Pikkole, Pikkole, trek toch kousen en
schoenen aan 1" riopon de andore afgevaar
digden.
Maar de blootvoetige Pikkole bleef on
verbiddelijk en de Landdag ging met va
cantie.
En na do vaca.ntie verscheen afgevaar
digde Pikkole kalm en gerust als anders:
met bloote voeten.
Z66 werd de moeite en liefderijkheid der
Finsche dames cn schoenmakers beloond 1
STOFGOUD.
Zorg voor een goed geweten en altijd zult
gij vreugde hebben.
Thomas a Kempis.
Gelukkige pessimisten I Hoe groot is hun
vreugde telkens, wanneer zij hebben bewe
zen, dat er geen vreugde is.
M. vonEbne r—E schenbaoh.
AlaT iJSaMnXglSjSa
Kleine vergissing.
Barones Van Humbug, de eigenares van
een uitgestrekt landgoed, lijdt aan
scholc hoofdpijn of iets dergelijks. De
palfrenier moet daarom zoo snel mogelijk
naar den dokter in de naastbijgelegon
stad rijden, nadat de symptomen van het
merkwaardig geval m geuren en kleuren
voor hom op een stuk papier zijn geschre
ven.
Als hij op het punt staat weg te rijden
wordt hij geroepen door den rentmeester.
Een zeug met biggetjes is lijdende aan
een koliekachtigo aandoening en do rent
meester draagt den palfrenier op, nu hij
toch naar do stad gaat, even bij den vee
arts aan te loopen en een geneesmiddel
voor het varken te vragen cn klaar te lo-
ten maken.
Do palfrenier rijdt hoon.
In de stad gekomen krijgt bij van den
veearts een flesch met een drankje er in
en van don doktor een recept, dat hij in
de apotheek laat toebereiden. Hij moot er
een halfuur op wachten, van welke gele
genheid hij gebruik maakt, om in een her
berg in de nabijheid een aantal versnape
ringen van alcoholischen aard te verschal
ken, die waarschijnlijk de schuld zijn van
het feit, dat hij op den terugweg naar het
landgoed dc geneesmiddelen verwisselt
Het gevolg daarvan was, dat mevrouw
do barones don volgenden dag zoo gezond
ais een visah rondwandelen kon, terwijl
de zeug aan het voor mevrouw do barones
bestemde geneesmiddel stierf.
Het verder gevolg waa natuurlijk, dot
het aanzien van den dokter aanzienlijk
steeg, terwijl de veearte een geduebten
uitbrander in ontvangst te nemen Kreeg
Verstrooid. Professor H., in
dioprinnig gepc-ins over de straat voortloo
pend, komt op tamelijk onzachte wijze in
boteing met den kop eoner koe, die onbe
weeglijk rustig in het midden der straat
staat.
In zijn verwarring meenend, dLat hij een
mensch tegen het lijf heeft geloopen, neemt
hij snel zijn hoed af en stamelt verlegen:
„Ik vraag u beleefd verschooning."
Door het gelach der omstanders op zijn
dwaling opmerkzaam geworden, vervolgt
hij, vol ergernis, pruttelende zijn weg, tot
hij, den hoek der straat omslaande, de
vrouw van den dokter bijna het onderstbo
ven loopt.
Slechts denkend aan het be-, ettelijk f'
guur, dab hij zoooven gemaakt heeft, bijt
hij dc dame, die van de zaak niets begrijpt,
nijdig too: „Zoo, leelijk beest, bon je daar
alweer?"
„De Geld" vertelt:
Zij kwam uit Duiteahland naar Gennep.
Bij bot passceren der grenzen vroegen de
rijksambtenaren: „Niets aan te geven,
vrouwtje?"
„Jawel, heeren, een klein pakje 1 Anders
niet I"
„Nou, ga dan maar door hoor!"
Rrrr... klinkt het opeens! De vrouw
grijpt achter haar rokken vast en roept:
„Schei uit, naar ding!" Zij had namelijk
oen wekker gesmokkeld, die juist afliep
onderwijl de visitatie plaate vond.
Bedelaars logica. is niets
schooner en heerlijker drin de arbeid. Daar
mooie en sckoone dingen echter alleen voor
de rijken rijn, werk ik niet.
Aan d o beterhand. „Mijn vrouw
wordt gelukkig weer wat beter. Vanmor
gen heeft ze een kop bouillon ^jdronko
toen rurie gemaakt met de meid en mij den
leegen kop naar het hoofd geworpen
Een bokend medicus schrijft iemand een
recept voor.
Drie dagen later vraagt bij hem:
„Heb je mijn recept gevolgd?"
„Neen", antwoordt de man, „als ik het
gevolgd hnd, had ik waarschijnlijk mijn ne\
gebroken."
„Horzoo?" vraagt do geneesheer weer.
„Omdat ik hot uit het raam gegooid heb",
was het lakonieke antwoord.
Een broek als dfrukwerk.
Toen de pakketpost in Engeland nog niet
was ingevoerd cn het verschil tusschen brie-
venporto en drukwerkporto nog veel groo-
ter was cUn thans, rond een arme vrouw
eens ann haar zoon een broek als druk
werk. De broek bereikte baar bestemming,
maar bezwaard met een aanzienlijk straf
port. De vronw was hierover erg veront
waardigd cn kwam tegen wat zij een on
rechtvaardigheid noemde, op de volgende
wijze op. Zij verklaarde, dat zij het pos-:-
boek had nagelezen on dat daarin ston'l.
dat alle dingen, die aan beide kanten open
waren, als drukwerk verzonden konden
worden.
Ook een vraag. Pietersen
liep met een doek om zijn gezicht, schier
razend van kiespijn.
Jansen (medelijdend)„Heb je last
van kiespijn, kerel?"
Pietersen (verstoord)„Dat hoef je
me warempel niet te vragen. Heb jij wel
'reis kiespijn gehad, zonder dat je er last
van hadt?"
Een vreemd penseeL Op een
schildersschool, waar het rook en verboden
was, zag de professor een der leerlingen
mot een pijp tabak in de hand.
„Wat is dat voor een vreemd penseel?"
vroeg hij ironisoh, „waartoe dient dat?"
De leerling antwoordde: „Daar maak £k
wolken xnoa"
"•;i I 11,-'
AAI 111
M
oe<x>oc©ccooO'v~v~*~
Hert was in de eerste dagen van de lente.
De lucht was weer holder en blauw gewor-
den. Overal zog men te Parijs bloemen ont
luiken, op de pleinon, in de tuinen. Op
straat waren ze op kleine wagentjes to
koop gesteld. Allee schoen vroolijk en mooi
De musschen, do straatjongens der voor
steden, maakten in de hoornen, waaraan de
knoppen open sprongen, een vreeselijk ka
baal Alles verheugde zich in de ontwaken
de natuur en in don helderen lentedag,
Lolotte zette het venster van do woning
wijd open. Zij woonde mot haar moeder,
mevrouw Biggart, weduwe van een kapi
tein, aan do binnen plaate van een dier reus
achtige huurkazernes, waarin de huurderB
verscheiden jaren deur aan deur kunnen wo
nen zonder elkaar te ontmoeten, zonder met
elkaar te spreken, zelfs zonder elkaar te
zien. Zij leiddo daar een al te kalm bestaan.
Zij vroeg niet naar de buitenwereld, be
kommerde zich niet om het leven in de
groote stad cn kwelde haar mooie blauwe
oogen met fijne werkjes en met het maken
van haar uitzet. Van de zorgen der huishou
ding zocht zij slechts afleiding aan haar
piano, want zonder hot te weten was zij een
begaafd speeUter, een geboren virtuose, zon
der ooit ernstig gestudeerd te hebben.
Haar uitzet 1 Wanneer zij er maar aan
daohfc, moest rij wel glimlachen. Het was
haar, alsof prins Millebeau vanzelf zou ko
men, wanneer zij het ©indeloozo werk ge
reed had.
Prins Millebeau! Ach, het wna geen eer-
zucht, geen trots, geen domme of slechte
ijdelheid, dat rij dacht aan don koninklijken
bruidegom. Zij had er nog niet eens over
nagedacht, of hij rijk zou zijn, of jong of
schoon. Hij was heel eenvoudig, de man,
dien haar klein hart beminde zonder hem te
kennen. En zij wachtte geduldig op bem,
omdat rij in hot gcheol niet op de gedachte
kwam, dat hij niet zou komen.
Dan betrapte zij er zichzelf meermalen op,
hoe rij de oogen van haar werk opsloeg en
haar droom voortzette. Dan sloot zij plotse
ling hot raam weer en zij zag rich weer ver
plaatst in de werkelijkheid, moest om zich
zelf lachen en verdiepte zich weer in het
werk.
Op zekeren morgen verbrak plotseling,
terwijl rij rustig zat to werken, de melan
cholische, klagende klank van oen violoncel
de gewone stilto van do gToote binnen
plaats.
De kunstenaar, zeker een buurman, speel
de uitstekend. Hij speelde met een eigen
aardige uitdrukking, liot zijn instrument
mot diepen ernst klinken, en Lolotte had
hot gevoel, alsof hij zijn ziel er in legde.
Het was de Andante uit do Serenade van
Beethoven. Zoo zuiver speelde en zoo
schoon nuanceerde hij, dat men zou kun
nen me enen, dat hij weende en leed.
Eiken dag op hetzelfde uur begon do on
bekende opnieuw on ging mot decelfde vir
tuositeit, dezelfde zekerheid van uitvoering
en het diepe, aangrijpende gevoel van de
een© melodie op do andere over en decc
afleiding van de eentonigheid van het dage-
lijksoh werk wierp oen straal gezonde vroo-
lijlcheid in het treurig bestaan van 't jonge
meisje.
Werktuiglijk ging zij aan do piano zitten,
opende deze en epeoldo zacht mee. Hot deed
haar zoo onuitsprekelijk veel genoegen, hem
te kunnen begeleiden, zonder dat hij hot mis
schien zou hooren.
Langzamerhand werd zij driester. De toet
sen 81 oogen sterker op de snaren en eens
begeleidde zij een goheele romance. Daarna
werd haar moed groober en zelfs op een
middag begon zij hot eerst te epden.
Zij hoorde hoe de kunstenaar een oogem-
blik aarzelde on blijkbaar oen punt zocht,
waar hij zich bij haar spel kon aansluiten;
daarna begon hij to begeleiden met veel ge
voel.
Den volgenden morgen zag Lolotte over
hot plein en schrok, terwijl zij het venster
opendo. Aan het venstor van het tegenover
liggend huis stond een jongmensch. Dat was
hij.
Hij had eon ernstig gezicht, maar de trek
ken waren, voor zoover rij dat kon onder
scheidon, regelmatig cn fijn. Hij beviel haar
cn rij had het gevoel alsof zij hem rich steeds
zoo had voorgesteld on niet anders.
Doch waarom hield hij de oogen steeds
naar den grond gericht Waarom keek hij
niet naar den overkant? Dat was toch te
bodeesd. Het jongo meisje zou hem willen
toeroepen:
„Ik bon hot, uw begoleidetor, de ver
trouwde uwer gedachten.
Twee of drie keer zog zij hem zoo, maar
nooit sloeg hij de oogon op naar haar. Lo
lotte was goprikkcld door dozc onverschil
ligheid en om hom te straffen, liet zij hem
alleen spelen en opende hot raam niet
meer.
„Ik haat hem!" zei ze.
Haar piano bleef stom. Zij maakte zich
echter een verwijt van haar boosheid en
vatte nieuwe hoop, begeleidde hem weer en
het was haar, alsof hij een gevoel van dank
legde in zijn melodie.
Inniger ruisohten nog de tonen door de
stille lucht.
Lolotte werd verliefd op den ongenaak-
baren violoncelspeler.
Eindelijk kon rij het niet meer uithou
den, zij moest weten wie hij was. Zij wilde
haar mood er in kennis -stellen met deze ge
dachte.
Zij was alleen naar buiben gegaan om een
paar boodschappon te doen. Terwijl rij do
portierswoning vooroij ging, vroeg zij aan
de vrouw, die in de deur stond, zoo onschul
dig mogelijk:
„Wie ia tooh die heer, die zoo mooi
violoncel speelt?"
Lolotte dacht, dat het hart haar moest
broken, als ze hoorde waarom hij niet naar
haar wilde kijken.
„Och," antwoordde het goede mensch op
meelijdenden toon, „dat is een arm blind
mensch, en de muziek is zijn eenige troost."
Lolotte ging heen en dacht niet meer .n-an
hem. Haar liefde was voorbij.
Kérken en kerkgaan ln de
hoofdstad.
Wij lozen in „Do Hervorming":
Wie Amsterdam alleen kent als stad van
plezier en vermaak, wie 's avonds de drom
men ziet opgaan naar schouwburg en thea
ter, de duizenden ziet zitten in en vóór de
cafó's, moot wel eens denken, dat in een
stad met zóóveel gelegenheid tot uitgaan
bot kerkelijk on godsdienstig leven wel niet
veel te beteokenen zal hebben.
Wie echter Amsterdam beter kent, ook
van een andere rijde, zal dit zoo maar niet
dadolijk toegeven. De waarheid is, dat het
in dit opzicht hier ia als op zoovele andere
plaatsen. Naast velen, die nooit naar een
kerk omzien, anderen, in wier leven kerk
en godsdienst een niet geringe plaate inne
men.
Hier volgt oen overzioht van de kerke
lijke gemeenten, de daaraan verbonden
geestelijken en Wr&ars, benevens de ge
bouwen voor openbaren ©eredienst.
Kerkgebouwen. Lesr&raa
Ncd.-Herv. Gemeente
Waalsche Gemeente
Enqelsche Kerk
Episcopale Kerk
Vrije Gemeente
Remonstrantscbe Gemeente
Evang.-Luthersohe Gemeente
Hersteld-Luth. Gemeente
Doopsgezinde Gemeente
Gereformeerde Kerken
Oud-Gereform. Gemeente.
Ohriatelijk-Geref. Gemeente
Vrije Evang. Gemeente
Roomsch-Kath. Kerk
Ood-Bisschopp. Klererij
Ned.-Israël Gemeente
Portug.-Israël Gemeente
Gedoopte Christenen
13
29
2
4
1
1
1
1
1
1
s
2
e
1
4
2
5
8
10
1
1
1
1
1
1
37
110
2
2
8
4
1
1
1
1
84
184
Bovendien wordt in vele andere gebou
wen van dc Apostolischen, Mormonen*
Leger dee Hoils, enz. godsdienstoefe
ning gehouden.
Hot aantal kerken overtreft nog altijd
dat der schouwburgen, theaters, cabarete
en hoe meorbedoeldo inrichtingen mogen
hecton.
En nu hot bezoek aan de kerken.
Over het algemeen kan dit bevredigend
worden genoemd.
Uit den aard' der zaak spant de Room-
sche Kerk in dit opricht do kroon. In de
meeste kerken wordt dee Zondags, vóór
twaalf uur, vier a vijf keer do Mis gjlezen,
en telkens in een overvol gobouw. Het aan
tal menschen, dat op één Zondag dc 37 ka
tholiek© kerken bezoekt, zal reeds enorm
zijn.
Hierop volgen dc Gereformeerde Kerken.
Wanneer ze ook wonden gehouden, 's avonds
of 's ochtends, altijd rijn de godsdienst-
loefonrngen druk benocht. Bijl hen vindt
men nog bet geregeld kerkgaan onzer Cal
vinistische vaderen.
Bij de Ned.-Hervormde Gemeente is bef