Welke is de rijkste natie der wereld?
ALLERLEI.
lil de „American Review of Reviews"
handelt mr. F. A. Ogg over den ernatigen
toestand yan de Dnitsche financiën. Hij
schrijft dezen geheel toe aan het verouderde
fkkaal stelsel van dit land. Duitschland is
zelf rijk genoeg en kan gemakkelijk de ver
hoogde belastingen betalen, zegt hij. Sinds
de stichting van het Keizerrijk, nu 38 jaren
geleden, zijn de voorspoed van het volk, de
nijverheid en de weelde op onvergelijkbare
wijze vooruit gegaan.
De weelde van het keizerrijk is zoodanig
geklommen, dat er geen ander voorbeeld
van bestaat bij de andere Europeeaohe na
ties. Dernburg, de secretaris van koloniën,
schat de verhooging in rijkdom van het land
gedurende de twee tientallen 18841904 op
30,000,000,000 mark, en ook het socialistisch
orgaan „Vorwarts" aanvaardt gereedelijk
deze schatting. Sydow, die een grondig on
derzoek deed over den geldelijken toestand
van enkele mogendheden, verklaart, dat zij,
die zeggen dat Groot^Britannio en Frank
rijk rijker landen zijn dan Duitschland,
voortgaan op een staat van zaken, die vroe
ger bestond, maar die ten huidigen dage
geheel veranderd is.
In een laatst verschenen werk over den
toestand der landen bevestigt Steinmaü
Biioker, dat, terwijl Duitschlands rijkdom
vroeger 200,000,000,000 en Engelands rijk
dom op 250,000,000,000 mark geschat werd,
men thans gerust mag zeggen, dat Qroofc-
Britannië tot 350,000,000,000 geklommen is.
Ook prof. Delvuk onderzocht deze gegevens
en sloot er zich volkomen bij aan.
Welk volk iB thans het meest belast? De
schrijver beweert, dat Duitschland, het
rijkste ianrlj tevens het minst belast is.
De Duitscher betaalt minder lasten dan
de Engelschman, de Franschman, de Ame
rikaan of de Italiaan.
"Volgens berekening van den minister van
financiën werd de belasting per hoofd ge
schat voor Grooit-Britannië op 95.80 mark,
Jh-ankrijk 82.70 mark, Vereenigde Staten
60.80, Italië 48.40, Duitschland 48.17, Oos
ten rij k-Hongari je 41.70.
Het verschil tusschen Groot-Britannië en
■Duitschland is waarlijk treffend. De plaat
selijke belasting is in Engeland twee en een
iialf maal hooger gesteld dan in Duitsch
land. De Britsdhle „income-taxe" beloopt
van 9 pence tot 1 shilling per pond, bij de
Duitsohere slechts van drievierde pence tot
9^ pence, om de vergelijking in Engelsch
geld te behouden. De Engelsche belasting
op den drank, die voor de hoogste van
gansch de wereld gehouden wordt, bedraagt
17 sh. 5 p. per hoofd, de Duitsche 4 sh. 5 p.
Voor tabak betaalt de Engelschman 6 ah.
2 p. per hoofd, de Duitscher 1 sh. 5 p.
Volgens den Duitsohen minister van fi
nanciën zajn de Britsche erfenisrechten per
hoofd op 19-maal de Duitsdie rechten, be
taald in 190G, te schatten. De Duitsche
schuld is zeker groot en toch bedraagt zij
slechts 255 mark per hoofd, terwijl voor de
andere landen dit beduidend meer is. Zie
hier: Oostenrijk 265 m., Groot-Britannië
266 m., Italië 307 m. en Frankrijk 62 1 eq.
De voortbrengst van Duitschland is daarbij
veel grooter dan van elk ander land. Buiten
Europa schatten de Amerikanen hun Staten
■voor de rijkste van geheel de wereld.
Laat je wegen
Bdj ons is hij uit de mode, de man met
de bascule, die je voor een cent weegt. In
Amerika echter is dat „je wegen laten" een
populair iete, een levensbehoefte, bijna een
pmnie.
Welke groote winkel zou geen weegauto
maat voor die deur hebben? Geen enkele.
Overal, vooral in Los-Angel os, in San-Fran-
cisco en welke plaatsen ook, zie je ze bij
dozijnen, die automaten. De Amerikaan
wil dagelijks weten hoeveel hij vooruitgaat
gewicht'.
Een beetje achteruit? O wee; dan is er
döS blijkbaar iets niet in orde! Iets meer
acfatcsgizb jlen .volgenden dag? Dan naar den
dokter. Direct vragen of het niet mankeert
aan dit of aan dat 1
Maar de ware weegmanier ib bij den man,
die je gewicht raadt, op den strandbou-
levard, op de wandelpier, op welke plaats
van vermaak ook. En zoo'n man maakt za
ken als hij een leuke snaak as.
Zijn bascule bestaat uit een gerieflijken
fauteuil. De man brult, dat hij zal raden,
op twee pond zuiver, hoeveel men weegt.
Haha 1 De Amerikaansche juffers en hee-
ren stroomen toe. Een meneer wil zoo half
en half. De weger heeft hem al bij den arm;
hij houdt niet van talmen.
„U weegt u weegt"... (de weger betast
intusechen zijn beenen, armen, schouders,
borst) ,,u weegt 140, 150, neen 168 pond.
De meneer gaat nu zitten en weegt... 159.
De menigte brult van het lachen. Meneer
betaalt een dime of 10 cents. Meneer schuift
zijn dametje aan. Moet ook gewogen.
De slimme weegman raadt het nu eens
uiet.
Een truc natuurlijk zooals in het café-
eh&ntant om de stemming er in te h<> -
dien. En het dametje hoeft nu voor haar
gewicht niete te betalen.
Dat is een zeer speciaal vermaak hier, en
honderden staan om het weegtoestel de be
kwaamheid van den weger te bewonderen
en zijn grappen toe te juichen.
Wat kosten vliegmachines?
„De monoplan Blériot (type: Ras ds Ca
lais) kost 5000 gulden. Dezelfde machine voor
twee personen f 11,000 met gewonen mJo-
tor, en f 10,000 met een motor-Wolsely
uit de fabriek van Vickers Sons and Maxim
Ltd., te Birmingham. De Framsohje maat
schappij, die de machines levert, beveelt
dezen Engdschen motor als de beste aan.
Een monoplan Antoinette kost f 12,500
(met gewonen motor) en bijna f 16,000 voor
twee personen.
Een biplan Wright kost rond f 15,000.
Bestuurbare ballons worden geleverd vol
gens de Stelsels „Antra", „Lebaudy" en
„Zodiac", kostend van 12,500. tot 125,000
gulden. Ballonloodsen kosten van 750 tot
3000 gulden.
De Office d'Aviaihon te Parijs, welke
bovengenoemde machines levert, geeft tevens
vlieglessen, zorgt voor geoefend personeel,
voor reparatiewerkplaatsen, voor volledige
verzekeringen, enz. Betalingsvoorwaarden
zijn: één derde van de som bij de bestel
ling en de rest na de proefvaart. De proef
vluchten en de vlieglessen worden in de
omstreken van Parijs gehouden en begin
nen dadelijk na de aflevering.
lil den groentijd. Op het be-
bladerde Rapenburg, zonzij, zonder zon, op
zonnetijd, een troepje keeren, druk doend
„ouwe studenten" en „groenen." De iaat-
i sten kortbehaard, gepot, laaggeboord, kne-
I vel-, baard- en wandelstokloos, geheel naar
't gebod.
i Op dat Rapenburg ook een dienstmeisje,
kortgerokt, pas van school, een half daag sch
zeker, eentje van vóór 't eten naar huis,
met voortsukkelend kind aan uitgestrekten
arm, wederzijds is die armuitstrekking
dat nog niet heel zuiver spreekt.
Kind: „Groene habbe geen haar."
M e i s j e:....,.
Kind: „Groene hebbe geen haar, hèt"
Me i s j eu....
Kind: „Zeg, hebbe groene hare7"
M e i s j e:...
Kind: „Groene hebbe ommers geen
hare?"
Meisje (rukkend met den arm aan het
armpje en snauwend)„Nee, meid, groene
hebbe geen hareI
Op het feestterrein. Dikke heer
met dame loopt voorbij fotografie-tent. Ar
tist houdt vóór de wacht etu staat lokkejnd
te nooden: -
wPortigt maken, meneer?114, 9
Dikke heer, nonchalant: „Ja, strakjes."
„Ia 'n auto, meneer
Dikke, doorwandelend en met afwBre@$
'gebaar: „Goed, in 'n auto, straks."
„In 'n luchtschip, meneer De artist dren
telt hem gretig achterna.
„Ja, ja, in 'n luchtschip, strakjes als wë|
terugkomen," met een ongeduldige beweging,
om van het gezanik af te zijn.
Dan sist de artist, die zijn pleit verloren
ziet, met een trotsohe nekbeweging en een
gezicht van diepe verachting om het pro
zaïsche, het laag-bij-de-grondsche:
„Meneer mot eerst gaan poffertjes eteafc®
Mi s versta: a 1&. ScEilderehï:
„Hebt u er iets tegen, als ik uw boerderij
schilder
Krelis: „Ga je gang, m'n lieve menscH;
ik begrijp alleen niet, hoe je het n$ci dig
kleine kwastjes wilt klaarspelen."
Onderwijzer: „Hoe heet Het nüj&gè
dier, waarvan je de boter jmkpmt?"-
Leer-Iiing-: „De boerinl"
iJaverhaalde d$» teruggekeerde Poab
omderzoeker, „eenmaal waren we doodvrie-
zen nabij. Gelukkig echter.», we hadden
de tegenwoordigheid van geest pus ig een
heet twistgesprek te wikkelen!*-'
Bftfisieni Jjöïïge dajmek „Wel, "Van
Somere, wat is dat varken vet,"
Roer: „Jja, juffer, t Is een lust. Jij
moet nog veel veranderen; vóór je er spa
goed uit zult zien."
Talalkennis. Onwijïcï"-. ^Jet
je, van wélk geslacht is Zijworm,??
Jetje: „Vrouwelijk, meesterl"
Onderwijzer: „Hoe weet je 'd§gt zoa
dadelijk T
Jetjja: „"Anders was Hat imasera Hf-
worm.?1
Dub b"lel zxüha g. „Eén arme jongen,
die met doosjes lucifers aan de trappen j
van de Beurs stond, vroeg aan een bankier
of hij een doosje van hem wilde koopen.
„'t Spijt me, maar ik heb geen klein géidj5}
„0, dat is niet#, u kunt morgen wel he.
talen."
„Maiar als ik vannacht eens ktfam td
sterven P"
„O, dan zou er nog niet ycel verlogen
Zijn bestaians voor waarde. -?*•
„Het leven is vol leugen en bedrog."
„Ja, gelukkig."
„Hé, waarom zeg je dat?"
„Ik ben advocaat."
Minder j gis te uitlegging. „U,
moet 't kind dagelijks de melk van één koe'
laten gebruiken, mevrouw," zei de dokten
„Maar dokter, hoe zou ik er dien pla#
nu in krijgen!!"
„Denk je, dat ik die kamer Hebben wü
protesteert de oude dame togen den groom
met gouden knoopen, „Ik betaal mijn goede
geld niet voor een hondenhok met een on-j
mogelijk smal vouw bedje er in. A1 ben ik
maar van buiten, ik weet toch heel goed
„Wil mevrouw maar instappen?" noodigt
de jongen uit met een meelijdend grijnsje,
„'t Is uw kamer niet, 't is de lift."
Hij kon het weten! „De vróuwen
verdragen vejel beter de smart dan de man
nen
„Zijt gij dokter?"
„Neen, ik ben schoenmaker I"
In de „Nieuwe Apeld. Ct." komt een ver
slag voor van een feest in bet Doorgangs
huis te Hoenderloo, hetwelk eindigt met
een heilwensoh aan dr. Heldring, waarvan,
de laatste regels aldus in dit blad opgeno
men zijn:
Deel hun Uw gunst en Uw genade
Steeds in ruime mate mede I
Heer, zegen 't zilveren Paar
(Wegens plaatsgebrek eerst heden.)