Uit de Rechtzaal. FEUILLETON. Oe nieuwe rijkmedfcf* Ingezonden. Burgerlijke Stand. llaagsche Rechtbank. Tweegevecht te 's-G raven- h a g 'e. Nadat gisternamiddag voor elk der be klaagden in deze zaak was geèischt drie we ken gevangenisstraf, vroeg de verdediger van kolonel baron Van der C„ mr. De Ra ni tz, of niet zijn confrère eerst zou moeten optreden, waartegen dezo echter bezwaar maakte, waarna de president bet woord gaf aan mr. De Ranitz. Deze meende, dat hij hier van militair standpunt noodweer en overmacht had kun nen pleiten voot beklaagde v. d. 0., doch dit zou juridisch niet mogelijk zijn en daar om laat hij het na, In abstractie acht hij 't duel een absurde zaak, doch waar geen Raad van Eer is benoemd geworden, kon bekL R. niet anders handelen en evenmin spr.'s cliënt weigeren, Beiden zouden, volgens de zeden, die in. de militaire wereld heerschen, zich daarin onmogelijk hebben gemaakt en daarom aoht hij een gevangenisstraf van drie weken veel te zwaar. Hij gaat daarop na wat de aanleiding is geweest tot dit duel en komt tot de conclu sie, dlat zijn <Iiënt en diens getuigen deze niet hobben gegeven. Hij bespreekt in dit verband het interview in ,,De Telegraaf", .Welk artikel hij hoogst beleedigend acht, zoodat ook de Minister van Oorlog een ver volging daartegen beeft gelast, waarop ech ter de off. van justitie niet wilde ingaan. •Want daarin wordt spr.'s cliënt in hooge mate bcleedigd. Later heeft beklaagde R. in „De Avondpost" nog erkend, dat de daar in genoemde feiten waar rijn, wat de zaak niet beter maakte. Hij maakte ook het Kamerlid mr. Van Id- fcinga er een verwijt van, dat deze niet van nlle zaken heeft kennis genomen. Verder geelde bij meda, dat het oordeel van kolo nel Van der O. in de z.g. nota geheel over eenstemde met diens conduite-staat, door hem over den overste R. uitgebracht, welke ook niet gunstig luidde. Alle autoriteiten hebben trouwens een ongunstig oordeel over overste R. uitgesproken, behalve één, n.l. generaal De Meester. De geheele kwestie berust hierop, dat 'de nota die niet behoorde bij den conduite staat, door minister Staal er bij is gelegd. Deze fout is echter niet begaan door den kolonel noch door generaal Braams, maar door minister Staal. Kwaad heeft echter deze nota. overste R. niet gedaan, want zijn iniot-bevordering berustte op geheel andere gronden,, Eon strafvervolging instellen tegen een tweegevecht als difc^ acht spr. niet zooals het behoort. De Minister van Justitie had fcioh tot zijn oollega van Oorlog moeten Venden met het verzoek om het duel in bet leger te verbieden. Dat woa rationeel ge veest. Hij drong ten slotte op een veel lichtere 'straf aan* er aan herinnerend, dat een twin tig jaar geleden een ambtenaar bij het Openbaar Ministerie, die ook bad geduel leerd, werd veroordeeld tot slechts drie dagen. Daarna kreeg de verdediger van den tweeden beklaagde, mr. Verschoor, het Voord. Hij steldo twee feiten vast, n.l. dat kolonel V. d. 0. van overste R. heeft ver klaard, dat er in hot jaar 1906 niets was gebeurd, dat aanleiding tot bemerkingen kon geven, en in de tweede plaats dat bui ten dat officieele rapport om diezelfde ko lonel een slechte beoordeeling heeft gege ven. Dit niet officieele rapport, deze nota Werd door pleiter voorgelezen, waaruit zelfs zijns inziens bleek, dat daarin kolonel Van dor 0. den goeden indruk, dien de staat van generaal De Meester moest ma ken, wilde neutraliseeren. Maar bovenal maakt derco nota eén slechten indruk als men (h'et stuk legt naast de conduite van dienzelfden kolonel, waarin staat, dat er door hem geen bemerkingen op den over ste waren te maken. Pleiter wist in zijn pleidooi het talrijk publiek nogal eens te doen lachen, ten koste van kolonel Van der 0., wat van de zen nu en dan een protest uitlokte. Hij meende, dat de kolonel zonder be zwaar voor zijn eer de qualificatio van leu genaar had kunnen intrekken. Ook hij drong 7) „Aha, ik begrijp het,'? zeide zijn broe der. „Wat begrijpt gij „Wilt gij een lucifeT? Je sigaar is uitge gaan." Robert stak zijn sigaar weer aan en' damp te als een dorschmachine. John boog zich naar Nancy toe. „Zal ik het hem zeggen, Nan?"- Vroeg of laat moet hij het toch verne men," zeide zij blozend. „Wat vernemen 1" vroeg do heer Robert. „Je bekoorlijke zuster staat op het punt, je een zwager te schenken." „Watl" Dezen uitroep had men op straat kunnen hooren. „Ja, lieve Bobby. Kijk toch niet zoo be- leedigd. Gij wilt toch niet, dat ik een oude jongo juffrouw word?'* „Wanneer is dat gebeurd?" vroeg hij. „Verleden week." Robert haalde diep adem als iemand, die eioh op een onvermijdelijken slag voorbe reidt, en vroeg: „Wie is het?" Nancy trou wen 1 Wat zou er nu nog komen? „Charlie Henderson", zeide zij aarzelend. Nu stoof Robert, die minstens den naam van een Engelschen hertog had verwacht, verontwaardigd op. „Ohuok Henderson? Die schaapskop 1" (O, mijnheer Robert, en dat na alles, wat ik u voor goeds heb bewezen I). „Hij is geenschaapskop 1" sprak Nancy aan op een veel lichtere straf voor zijn cliënt. Nadat het O. M. kortelijk had gerepli ceerd, sprak nog mr. De Ranitz, waarin (hij scherp inging tegen het betoog van zijn confrère, mr. Verschoor, die daarop weder even vinnig repliceerde. Beide beklaagden voerden daarna nog het woord. Beklaagde V. d. C. hield vol, dat hij niet inconsequent heeft gehandeld en ori- tiseert ten slotte het rapport der Commis sie uit do Kamer, welke Commissie hem niet heeft gehoord Deze zaak duurde tot halfvijf. Diefstal met inklim m i n g te Leiden. G. P. van R., 39 jaar, koetsier te Leiden, stond terecht wegens diefstal van een lap zijde, acht servetten en een beddelaken, ten nadeele van mevrouw Van dien Sloot Cle mentVisser, Utrechtsche Veer. Beklaagde die dit feit tusschen Mei en Augustus zou hebben gepleegd, was over een schuttiüg ge klommen en zoo in de woning gekomen, wel ke op dat oogenblik niet bewoond was, daar do 80-jarige bewoonster elders ver toefde. Beklaagde, die nooit eerder met de justitie in aanmerking kwam, bekende de misdaad. Hij wist zelf niet hoe hij er toe ge komen is. Vermoedelijk is hij onder den in vloed van den drank geweest. Dit kwam den president wel een beetje verdacht voor, want hij had aan de politie verklaard, dat hij eerst een doek in den tuin had geworpen van uit rijn eigen woning, om als hij in den tuin werd aangetroffen, te zeggen, dat hij die doek er wilde weghalen. Beklaag de verklaarde nu, dat deze doek er in ge vallen was. De rechercheur van politie A. A. Lucas- se, te Leiden, verklaarde, dat hij een en ander in de woning van beklaagde had ge vonden. Van de lap zijde had de vrouw van beklaagde echter reeds een japon ge maakt, de lakens waren aan stukken ge scheurd en alleen de servetten, die als over tuigingsstukken ter terechtzitting aanwezig waren, nog gaaf. Het bleek, dat er al eer iets uit de wo ning van deze oude dame was ontvreemd, doch beklaagde bezwoer don rechters, dat hij zich daaraan niet schuldig had ge maakt. Het O. M. vroeg twee maanden. Beklaagde, die veel berouw toonde, vroeg een lichtere straf. Uitspraak Donderdag 30 September'. DeArnhemscheBankv er- eeniging PlieaterenOo. Voor de civiele kamer der arrondisse mentsrechtbank te Arnhem werd gisteren behandleld de zaak van curatoren in het faillissement van bovengenoemde Bank contra een der schuldeischers in zake de bij storting van 50 pCt. op de met-volgestorte aandeelen der bank. De curatoren, mr. I. Everts B.Hzn en A. R. Jolles hebben ten deze tot betaling gedagvaard den heer J. E. J. de Jongh, particulier te Arnhem. De zaak is belangrijk, in do eerste plaats voor de schuldeischers der voormalige Bank, omdat het hier gaat om een bedrag van 500,000, dat al of niet aan ben zal worden uitbetaald, in de tweede plaats omdat in deze zoak hot karakter der voormaligs Bankvereeniging, die te boek staat als een commanditaire vennootschap, zal moeten worden uitgemaakt en dus een quaestio ter sprake komt, die in ons Wetboek van Koop handel slechts gebrekkig is geregeld. In deze zaak werden den 4den Januari j.l. aan eisehers ingediend uitvoerige con- clusiën. Voor eisohers trad op mr. I. Everts BHzn. uit Arnhem, voor gedaagde mr. K. A. Rom- bach uit Rotterdam, die de conclusies uit voerig toelichtten en daarbij persisteerden. De officier van justitie zal op een na der te bepalen dag conclusie nemen. Door de Utrechtsche rechtbank werd gis teren uitspraak gedaan in de zaak van R. H. en G. M., beklaagd van verschillende diefstallen in do omstreken van De Bilt; de eerste werd veroordeeld tot 1 jaar en de tweede tot 2 jaar en 8 maanden gavangenis- straf, beiden met aftrek van de voorhech- hem togen en haar zachte oogen fonkelden. „Hij is de beste mensch op de geheele we reld en ik heb hem van ganscher harte lief." (Hoe bevalt u dat, mijnheer Robert? Bravo Nancy). En rij voegde er bij: „Begrijp mij wel, Robert, bij de keuze van een echtge noot hebt gij volstrekt niet mede te spre ken 1" Dezo woorden misten hun invloed niet op hem. „Wees bedaard, Nan! Kijk toch niet zoo verontwaardigd! Ik heb volstrekt niets be doeld, liefste; ik ben slechts 'uiterst ver rast. Chuck is een goede kerel, dat geef ik toe, maar ik heb altijd gedacht, dat gij met een vorst of een gezant zoudt trouwen, en nu komt de naam Henderson als een on zachte stoot. Bovendien wordt Chuok nooit iets anders dan een uitstekend politicus. Gij zult je aan goedkoope sigaren en minder goede whisky nu eten gewennen Wanneer zal 't zijn?" „In Juni. Ik heb hem altijd lief gehad, Bob. En gij moet zijn getuige zijn; dat is rijn vurige wensch." Deze mededeeling scheen Robert eenïgs- zins te kalmeeren. „Maar wat moet i k dan beginnen?" zeide hij klagend. „Gij zijt de eenige persoon, die ik kam bedillen, en nu wilt gij de plaat poetsen!" „Waarom trouwt gij ook niet Bob?" vroeg mevrouw Warburton. „Gij met je uiterlijk zult niet lang naar een vrouw be hoeven te zoeken 1" „Dat zou nog te bezien staan, dierbare zuster naar de wet en door den bewonde- renswaardigen smaak van mijn eenigen broeder. Ik deug slechts voor het drillen van soldaten; volgens mijn meening moest een soldaat in het geheel niet trouwen." tenis. De eisch was voor beiden drie jaar met aftrek der preventieve hechtenis. Overeenkomstig den eisch van het O. M. veroordeelde dezelfde rechtbank tevens mej. B. E. van L uit Haarlem, beklaagd van op lichting van de familie H. te Utrecht, tot opzending naar een krankzinnigencestic' fc voor den proeftijd van één jaar. Ren kiesrechtmeeting. In „Concordia", Hoogozand, te 's-Graven- hage, werd Zondag, nu do nationale meeting voor algemeen kiesrecht met het oog op mogelijk choleragevaar niet doorging, oen kleine plaatseltfke botooging gehouden. Deze heette aanvankelijk uit te gaan van don Haagschen Bestuurdersbond en van de 3.-D. A. P, maar in eene Zatordagavond geplaatste advertentie werd medegedeeld dat bj] het Bestuur der Afd. Den Haag van de S.-D. A.-P. niets van een meeting voor algemeen kiosrecht op Zondag bekend was, doch dat door die Afdeeling op Zondag 26 September in .Concordia" voornoomd een groote openbare vergadering voor algemeeD kiesrecht zal wor den gehouden, waarin als sprekers zullen optreden Troelatra, Hoejenbos, Duys en Wibaut. Hierdoor was eenige verwarring ont staan, en de vergadering van Zondag dreigde te mislukken, ook al door verschil van op vatting omtrent het uur van aanvang, waar door do voorzitter van den H. B. B., tevons voorzitter van de S.-D. A.-P. eerst ter ver gadering verscheen toen deze reeds aange vangen was onder leiding van den onder voorzitter. Na eenlg protest nam de voorzitter zijn plaats als leider der vergadering in, en hield de heer L. L. H. de Visser een krachtig be toog om do arbeiders aan te sporen tot zelf standige machtsontwikkeling voor 'tverkrijgen van algemeen kiesrecht. Aanvankelijk waren als sprekers ultgenoodigd Mr. Hendels en F. M. Wibaut. Eorstgenoofnde had echter mede gedeeld verhinderd te zjjn en laatstgenoemde was niet gekomen zonder dat men de reden hiervan wiot. De zaal van 0Concordia" was tamelijk be zet mot belangstellendon. Behalve een 28-tal by den Bestuurdersbond aangesloten vereonigingen waren er nog eenige andere vertegenwoordigd. De Muziekvereeni- giDg „Kunst on Strijd" voerde ter afwisseling muziek nummers uit. Na het einde der vergadering werd een collecte gehouden ten bate der stakende ar beiders in Zweden. Re Ijeidsche sproei plaag* Geachte Redaotiel Dagen als we tegenwoordig doormaken, waarop na kille mistige nachten een mot regent je de straten bevochtigt, rijn voor de bewoners van de Hooge woerd zenuw achtige dagen. Zoo ook deze Zaterdag. Tal loos vele malen klonk weer het metaal-klet terend geluid van vallende fietsen en even- vele malen richtten ongelukkige wielrijdera rich op met bomodderde kleeren en handen en min of meer pijnlijke gezichten. Tegen vier uren 's middags werd het be ter: de regen had niet lang geduurd en de straat begon droog te worden. „De straat droog? dat nóóit 11" dacht de man wie is toch deze man? die de sproeiwagens uit zendt in Leadens straten. En de Hoogewoerd werd wederom nat. En weer klonk talloos vele mal-an het geluid van vallende fietsen en even vele malen richtten de ongelukkige rijders zich op met bomodderde kleeren en handen en min of meer pijnlijko gezichten Ik aanschouwde zelfs iemand, die, neergeploft voor Hoogewoerd 65 voor Hoogewoerd 75 wederom kwam te vallen. Mijn reeds boor devol gemoed liep over, toen een kleine lief tallige juffrouw even daarop eveneens de vernedering en bemeddearing van het slippen onderging. Sta nu toe, geachte Redactie, in Uw veel gelezen blad bovengenoemd boordevol ge moed te laten overloopen met deze vraag: Kan geen paal en perk gesteld worden aan de nattigheids-wellust van den man wie is toch deze man? die de sproeiwagens uitzendt in Leadens straten? Moet Leiden, dat eertijds zijn behoud aan het water dlankte, thans door water van sproeiwagens ten gronde gaan? „Trouw, mijn jongen, en ik zal zien wat er op het gebied der diplomatie voor je ge daan kan worden. Het eerstvolgend minister rie wordt stellig republikeinschdan heb ik invloed." Én John keek met een liefdevol len glimlach over de tafel heen. Hij hield van den vroolijken jongen, hield van hem tèr wille van hemzelven en ook wijl hij de oogen en den mond zijner moeder had. „Gij hebt nu een verstandigen leeftijd bereikt en verstaat vreemde talen. Gij hebt een inko men van vier duizend vijfhonderd dollars, daarbij kan ik je wellicht een betrekking, welke twee A drie duizend bedraagt, ver schaffen. Zoek een vrouwtje, jongen, zoek een vrouwtje." „Ik zal er ernstig over nadenken, Jack." „Ooo!" Drie van het kwartet draaiden rich ver wonderd naar mevrouw Jaok om. „Wat is er?" \roeg Jack. „Wij hebben geheel vergeten, Bob het kind te laten zien I" „Barmhartige hemol!" riep Bob. „Een kind? Dit is het eerste woord, dat ik daar over hoor 1" En hij beschouwde de jonge moeder met vernieuwde belangstelling. „Moet dit beteekenen, John Warburton, dat gij verzuimd hebt, van dit feit in een van je brieven melding te maken?" vroeg mevrouw John zeer verontwaardigd. „Ja, hé, heb ik daarvan geen melding ge maakt?" infoi-meende de vader zeer bedrem meld. „Met geen syllabe, met geen enkele syl labe," zeide Robert opstaande. „Waar Is dan deze wonderbare h ij, of is het mogelijk een z ij „Een jongen, Bob. Er ia nog nooit zoö eon geweest," Reed§ beroert men de beurs van den Leidschen student pijnlijk, door hem be lasting te laten betalen. Ib dat niet genoeg? Moet nu zijn hart ook nog pijnlijk worden beroerd door het beroerde gezicht van le- modderde meisjes met pijnlijk verwrongen gelaatstrekken? En dat alleen, omdat céa man wie is hij toch? wenscht, dat er gesproeid worde, stof of geen stof en de sproeiwagens loslaat in Leidena straten Terwijl ik dit gchrijf, is het weer droog ge worden op straat en omdat het donker is, dreigen nu geen sproeiwagens meer, daar ze Goddank! nog niet zijn ingericht (waarom eigenlijk niet?) op het dragen der vereischte lantaarns. En daar men als ik me niet vergis ten onrechte meent dflt het 's Zondags nooit stuift, rijn we morgen ook nog veilig. Maar Maandag? En de vol gende dagen?? Geachte Redactie! Uit het feit, dat uw blad is een in Leiden veelgelezen blad mag ik zeker wel opma.. a, dat u er slag van hebfc de rechte snaren van de Leidsche gemoede ren te beroeren. Wees u dan zoo goed en betokkel in een krachtig onderschrift go- noemde snaren, opdat Leiden's Raad en Burgerij stuite het heilloos bedrijf van den man wie is toch deze man? die niet nagaat of sproeien wel noodig en niet mis schien gevaarlijk is, maar in blinden sproeï- lust de sproeiwagens uitzencft in Leidens straten. Er is, als ik me niet zeer vergis, al ineer geklaagd over de wonderlijke sproeiopvat tingen in diere stad. Zal het ditmaal baten? Met beleefden dank voor do plaatsing, Zatordagavond, 18 September. A. L. De heer R. v .d. P. (h'eeft een eigenaardig idee, wanneer hdj meent dat ik mijn nacht rust wel overdag kan houden. Ik heb daar gelukkig geen tijd voor. Intusschen heeft hij verkeerd begrepen dat ik klaagde over het geschreeuw der kooplieden. Neen, ik klaagde over het ge schreeuw van den afslager. Reeds long woon ik hier en heb dus honderden verkoopen gehoord, doch ook bemerkt, dat het dikwijls zeer gedempt wordt afgeroepen. Ik blijf dan ook bij de bewering dat zulk een schreeuwen als Donderdag geschiedde geheel overbodig is en ook dat het hoogst onaangenaam is reeds van 6 uren af daar door te moeten wakker blijven. Geschiedde zulks em halfacht, dan zou ik er nooit over klagen. Ontvang, Mijnheer de Redacteur, mijn beleefden dank voor de opname. Steeds hoogachtend, Een Boommark t-b ewonë r. Leiden, 20 September. Re Noordpool bereikt. Volgons een bericht uit Battle Harbour geeft Peary thans toe, dat dr. Cook zonder eenig spoor achter te laten de Pool kan hebben be reikt. HU verlangt, dat eene internationale Poolcommissie te Brussel de hangende kwestie zal oplossen. Op het oogenblik was hJJ aan het jagen en hy zou niets meer zeggen voor dat het geheele reisverhaal van Cook Is open baar gemaakt. Naar aanleiding van een Ulogram van den correspondent der „Now-York Herald" aan boord van de „Jeanie", volgens hetwelk Whitney, aan wien dr. Cook de waarnomin gen op zijne reis heeft medegedeeld, nooit met iemand over het succes van Cook heeft gesproken, heeft do „New-York Times" aan dezen aan boord van de „Oscar II" inlich tingen gevraagd en daarop ten antwoord ontvangen, dat noch Whitney, noch de Es kimo's gemachtigd waren aan iemand mee te deelen dat h\j aan de Pool is geweest, zoodat allo verklaringen van dien kant on juist zijn. Allo misverstand is een gevolg hiervan, dat Whitney een ontwijkend ant woord heeft gegeven. Peary heeft op een telegram van de „Nieuw-York Times" geantwoord, dat zijn werkzaamheden op het gebied van de Noord pool zoowel als van de Zuidpool geëindigd zijn, maar dat rijn diensten steeds beschik baar zullen zdjn, zoo vaak men die mocht noodig hebben voor het orgianiseeren van tochten of andere werkzaamheden in die streken. Zij begaven zich nu allen te zamen naar boven, naar de kinderkamer, waar de heer Robert moest toegeven, dat het voor een baby van drie maanden het mooiste kind was, hetwelk hij ooit had gezien. Je, hij be proefde zelfs, don jongen op zijn arm te ne men. „Hoe moet ik hem houden?" vroeg hij. Mevrofuw John nam hem glimlachend den engel af en 'd° manier, waarop zij het kind tegen haar borst drukte, was een openba ring voor den verloren zoon, die zijn een zaamheid meer dan ooit gevoelde. Hij was een uitgestootene, „Jaok, verschaf mij een betrekking bij de diplomatie en ik zal er voor zorgen, dat de eenige jongezel der familie die daar in de wieg is." „Afgesproken." „Hoe lang duurt je Verlof V' vroeg NaS- oy. „Op wien vindt ge, dat het kind lijkt?" vroeg de' jonge moeder tegelijkertijd. „De een na de ander. Het kind lijkt tot dusver nog on niemand." „Een geboren diplomaat!" riep John,- luid lachend. „En mijn verlof duurt verscheidene Jaretf, zoo niet nog langer." „Wat?" riepen allen als uit één mond. „Ja, ik heb namelijk mijn ontslag genö- men. Ik ben niets meer dan es!n eenvoudig burger der Vereenigde Staten. En mijn plan is, den winter te Washington door to brengen." „Den geheelen winterB' herhaalde Johfi en deed zeer ontsteld. „John 1" riep rijn vrouw efi John zettö een zeer berouwvol gezicht. Mevrouw John legde het kind in de wieg en wendde zich daarop tot haar zwager. Zaterdag heeft hij Battle Harbour verlat ten; Woensdag wordt hij te Sydney, ia Nieuw Schotland, verwacht. De „New-York Herald" zet het reisvefc haal van dr. Ccok votfrt. Toen te Etah het gerucht liep zoo veiS telt hij <lat er toebereidselen werden got maakt om de Noordpool te bereiken, boden de meeste mannen aan boord zich aan on£ aan de expeditie deel te nemen. Kapitein Bartlett, gezagvoerder van de „Bradley,"- zeide, dat ook Lij bij ons wilde blijven, maai» dat, wanneer hij moest terugkeeren, hij min* stens een kok en een machinist noodig had om het schip naar Newfoundland terug to brengen. Hem werd echter gezegd, dat ofl slechts één man noodig was en dat geen en-« kele blanke in dat opzicht kon wedijvererf met een Eskimo. Een 6tam van 250 perso nen stelde zioh beschikbaar. Ik koos uit hei Rudolf Franck. Annootok was het punt vanj uitgang onzer operation, maar geen enkele haven lag nabij dat dorp. Om een spoedig*; ontscheping van het proviand gemakkelijk' te maken en de terugreis van het jacht to bespoedigen, werd, terwijl dit nog te Etah voor anker lag, al het voor den Pooltocht' noodige onder de brug gebracht. In den avond van 1 September kwam het geheelo dorp Etah aan boord, werd het anker ge licht en weldra vertrok de „Bradley" langs! de Smith-Sound naar Annootok. Daar nam; Oook afscheid van kapitein Bartlett en do bemanning, die een hoezee te zijner eer aan hief, en verliet hij het schip. Me?t weemoed zag hij zijn vrienden vertrekken en alle ge« meenschap met de beschaafde wereld voo$ eenigen tijd 9 'lgebroken. Dr. Cook 4eelt hierna allerhande bijzon» derheden mede over de gesteldheid der jaar getijden in de Poolstreek. Dikwijls wordfj getzegd dat in die gansche streek dag en! nacht zes maanden duren maar dat is slechts het geval in een kleine streek rond de P00L Hoe meer men het zuiden nadert, hoe meeï de zon elke 24 uren een langeren tijd ondaf de horizont verdwijnt. Als men van de PooJ komt is er een periode van dag en nachts die grooter wordt naar mate de breedte aiL neemt. Dio periode maakt het mogelijk vani jaargetijden te sprekenzomer voor de duin bele dagen, herfst voor den tijd dat de zon ondergaat en te middernacht eenigen tij<| achter de ijsbergen verdwijnt. Die tijd neemt snel toe, maar het is moeilijk rich rekenn schap te geven dat de zon verdwijnt, totdat dag en nacht even lang rijn, want de nacht blijft helder. Vervolgens wordt de dag kor ter en spoedig duister; dfj zon verbleekt» totdat er eindelijk nog si /its een schaduw is van de schoonheid des daags. De winter bepaalt zich tot een langen nacht, terwijl del naam lente slechts van toepassing is op de dagen der opgaande zon, zooals de herfst de tijd van de ondergaande zon is. Te Annoo-« tok werd de middernachtzon het eerst aaU den horizont gezien den 23sten April, terwijl zij den löden Augustus in de zee onderging., Rond den horizont vormt zij aldus een cir kel, dio een onafgebroken dag geeft van llS dagen. In den middag van 24 Ooctober gaat de zon onder en verdwijnt gedurende eoqf even langen nacht, om den 20sten Februari weer op te gaan. Dan komt de lentetijd. ALPHEN. Bevuilen: A. van Abehoven geh. Oosthoek D. A. C. van Egmond g®b.Hoogendoorü Z. D. Lagerwejj geb. Van Donk D. R. Huisman geb. Snelooper Z. Overleden: P. J. J. Vlasman 6 J. G. Zjjm, vrouw van J. Zijm, 69 j, BODEGRAVEN. Bevallen: A. Kamphoral geb. Beitsma D. K. Vermeiden geb. Uithol Z# HAZERSWOUDE. Bevallen: E. Stormbroofc geb. Vnn Keulen D. T. van Pijlen geb. Qaalul Z. D. v. d. Haven geb. Hoogeodoorn Z. Overleden: J. A. Akerboom D. 15 j. REEUWIJK. BeraLIén: G. v. d. Leoq gat* De Knikker Z. Overleden: J. J. van Welxenis 87 i. ZWAMMERDAM. Bevallen: A. W. v. Pouw geb. Kool Z. Overleden: J. A. J. Bax Z. 8 m. Levenloof aangegeven D. van J. v. d. Pol en A. Brack. Faillissementen* J. Smit Hz., bloemist te Winkel. A. W. Stoffer, timmermansknecht boekhandelaar te Elimrg. K. Esselman, varkenslager, te Amsteg* dam. H. Hupperetz, koopman, te Gulpen. „Ik dacht, dat het leger je stokpaardje was." „Dat was het ook. Maar ik heb r.ogafc veel geld overgespaard en ben van plan no£ veel van do wereld te zien, wanneer mijif been mij niet in den steek laat." siPf je geldbuidel." „Ik leen je, zoodra gij weer naar he0 Westen terugwilt", ging de toekomstig^ staatsman voort. Allen lachten daarover niet omdat JohiS iets bijzonders grappigs had gezegd, maal! wijl in aller harten een overvloed van geluli was. „Bob, vanavond is er bal bij den' Engel* schen gezant. Gij moet ook meegaan." „Onmogelijk V' zeide Robert. „D k tooïj' aan mijn been." „Dat doet er niets toe", reide mevrou-® John. „Gij behoeft Immers niet te dansen.®, „Wat, niet diansen? Ik zou het van vervefr ling besterven en wanneer ik danste, zoti mijn been mij in den steek kunnen laten." „Maar gij kunt toch zeker wel rijden"» merkte John op. „Dat kan ik met de knieën doen. Maaï ik kan toch niet op mijn knieën dansen^ Neen, ik wil liever thuis blijven Het zotjf mijn krachten te boven gaan voor muuT* bloempje te spelen en daarbij al deze Wt roemde schoonheden te zien." 1 (Warai wyroig&l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 6