Uit de Rechtzaal.
FEUILLETON.
Oe nieuwe rijkmedfcf*
Ingezonden.
Burgerlijke Stand.
llaagsche Rechtbank.
Tweegevecht te 's-G raven-
h a g 'e.
Nadat gisternamiddag voor elk der be
klaagden in deze zaak was geèischt drie we
ken gevangenisstraf, vroeg de verdediger
van kolonel baron Van der C„ mr. De Ra
ni tz, of niet zijn confrère eerst zou moeten
optreden, waartegen dezo echter bezwaar
maakte, waarna de president bet woord gaf
aan mr. De Ranitz.
Deze meende, dat hij hier van militair
standpunt noodweer en overmacht had kun
nen pleiten voot beklaagde v. d. 0., doch
dit zou juridisch niet mogelijk zijn en daar
om laat hij het na, In abstractie acht hij 't
duel een absurde zaak, doch waar geen Raad
van Eer is benoemd geworden, kon bekL
R. niet anders handelen en evenmin spr.'s
cliënt weigeren, Beiden zouden, volgens de
zeden, die in. de militaire wereld heerschen,
zich daarin onmogelijk hebben gemaakt en
daarom aoht hij een gevangenisstraf van
drie weken veel te zwaar.
Hij gaat daarop na wat de aanleiding is
geweest tot dit duel en komt tot de conclu
sie, dlat zijn <Iiënt en diens getuigen deze
niet hobben gegeven. Hij bespreekt in dit
verband het interview in ,,De Telegraaf",
.Welk artikel hij hoogst beleedigend acht,
zoodat ook de Minister van Oorlog een ver
volging daartegen beeft gelast, waarop ech
ter de off. van justitie niet wilde ingaan.
•Want daarin wordt spr.'s cliënt in hooge
mate bcleedigd. Later heeft beklaagde R.
in „De Avondpost" nog erkend, dat de daar
in genoemde feiten waar rijn, wat de zaak
niet beter maakte.
Hij maakte ook het Kamerlid mr. Van Id-
fcinga er een verwijt van, dat deze niet van
nlle zaken heeft kennis genomen. Verder
geelde bij meda, dat het oordeel van kolo
nel Van der O. in de z.g. nota geheel over
eenstemde met diens conduite-staat, door
hem over den overste R. uitgebracht, welke
ook niet gunstig luidde. Alle autoriteiten
hebben trouwens een ongunstig oordeel over
overste R. uitgesproken, behalve één, n.l.
generaal De Meester.
De geheele kwestie berust hierop, dat
'de nota die niet behoorde bij den conduite
staat, door minister Staal er bij is gelegd.
Deze fout is echter niet begaan door den
kolonel noch door generaal Braams, maar
door minister Staal. Kwaad heeft echter
deze nota. overste R. niet gedaan, want zijn
iniot-bevordering berustte op geheel andere
gronden,,
Eon strafvervolging instellen tegen een
tweegevecht als difc^ acht spr. niet zooals
het behoort. De Minister van Justitie had
fcioh tot zijn oollega van Oorlog moeten
Venden met het verzoek om het duel in bet
leger te verbieden. Dat woa rationeel ge
veest.
Hij drong ten slotte op een veel lichtere
'straf aan* er aan herinnerend, dat een twin
tig jaar geleden een ambtenaar bij het
Openbaar Ministerie, die ook bad geduel
leerd, werd veroordeeld tot slechts drie
dagen.
Daarna kreeg de verdediger van den
tweeden beklaagde, mr. Verschoor, het
Voord. Hij steldo twee feiten vast, n.l. dat
kolonel V. d. 0. van overste R. heeft ver
klaard, dat er in hot jaar 1906 niets was
gebeurd, dat aanleiding tot bemerkingen
kon geven, en in de tweede plaats dat bui
ten dat officieele rapport om diezelfde ko
lonel een slechte beoordeeling heeft gege
ven.
Dit niet officieele rapport, deze nota
Werd door pleiter voorgelezen, waaruit
zelfs zijns inziens bleek, dat daarin kolonel
Van dor 0. den goeden indruk, dien de
staat van generaal De Meester moest ma
ken, wilde neutraliseeren. Maar bovenal
maakt derco nota eén slechten indruk als
men (h'et stuk legt naast de conduite van
dienzelfden kolonel, waarin staat, dat er
door hem geen bemerkingen op den over
ste waren te maken.
Pleiter wist in zijn pleidooi het talrijk
publiek nogal eens te doen lachen, ten
koste van kolonel Van der 0., wat van de
zen nu en dan een protest uitlokte.
Hij meende, dat de kolonel zonder be
zwaar voor zijn eer de qualificatio van leu
genaar had kunnen intrekken. Ook hij drong
7)
„Aha, ik begrijp het,'? zeide zijn broe
der.
„Wat begrijpt gij
„Wilt gij een lucifeT? Je sigaar is uitge
gaan."
Robert stak zijn sigaar weer aan en' damp
te als een dorschmachine.
John boog zich naar Nancy toe. „Zal ik
het hem zeggen, Nan?"-
Vroeg of laat moet hij het toch verne
men," zeide zij blozend.
„Wat vernemen 1" vroeg do heer Robert.
„Je bekoorlijke zuster staat op het punt,
je een zwager te schenken."
„Watl" Dezen uitroep had men op straat
kunnen hooren.
„Ja, lieve Bobby. Kijk toch niet zoo be-
leedigd. Gij wilt toch niet, dat ik een oude
jongo juffrouw word?'*
„Wanneer is dat gebeurd?" vroeg hij.
„Verleden week."
Robert haalde diep adem als iemand, die
eioh op een onvermijdelijken slag voorbe
reidt, en vroeg: „Wie is het?" Nancy trou
wen 1 Wat zou er nu nog komen?
„Charlie Henderson", zeide zij aarzelend.
Nu stoof Robert, die minstens den naam
van een Engelschen hertog had verwacht,
verontwaardigd op.
„Ohuok Henderson? Die schaapskop 1"
(O, mijnheer Robert, en dat na alles, wat ik
u voor goeds heb bewezen I).
„Hij is geenschaapskop 1" sprak Nancy
aan op een veel lichtere straf voor zijn
cliënt.
Nadat het O. M. kortelijk had gerepli
ceerd, sprak nog mr. De Ranitz, waarin
(hij scherp inging tegen het betoog van zijn
confrère, mr. Verschoor, die daarop weder
even vinnig repliceerde.
Beide beklaagden voerden daarna nog het
woord. Beklaagde V. d. C. hield vol, dat hij
niet inconsequent heeft gehandeld en ori-
tiseert ten slotte het rapport der Commis
sie uit do Kamer, welke Commissie hem
niet heeft gehoord
Deze zaak duurde tot halfvijf.
Diefstal met inklim m i n g
te Leiden.
G. P. van R., 39 jaar, koetsier te Leiden,
stond terecht wegens diefstal van een lap
zijde, acht servetten en een beddelaken, ten
nadeele van mevrouw Van dien Sloot Cle
mentVisser, Utrechtsche Veer. Beklaagde
die dit feit tusschen Mei en Augustus zou
hebben gepleegd, was over een schuttiüg ge
klommen en zoo in de woning gekomen, wel
ke op dat oogenblik niet bewoond was,
daar do 80-jarige bewoonster elders ver
toefde. Beklaagde, die nooit eerder met de
justitie in aanmerking kwam, bekende de
misdaad. Hij wist zelf niet hoe hij er toe ge
komen is. Vermoedelijk is hij onder den in
vloed van den drank geweest. Dit kwam
den president wel een beetje verdacht voor,
want hij had aan de politie verklaard, dat
hij eerst een doek in den tuin had geworpen
van uit rijn eigen woning, om als hij in
den tuin werd aangetroffen, te zeggen, dat
hij die doek er wilde weghalen. Beklaag
de verklaarde nu, dat deze doek er in ge
vallen was.
De rechercheur van politie A. A. Lucas-
se, te Leiden, verklaarde, dat hij een en
ander in de woning van beklaagde had ge
vonden. Van de lap zijde had de vrouw
van beklaagde echter reeds een japon ge
maakt, de lakens waren aan stukken ge
scheurd en alleen de servetten, die als over
tuigingsstukken ter terechtzitting aanwezig
waren, nog gaaf.
Het bleek, dat er al eer iets uit de wo
ning van deze oude dame was ontvreemd,
doch beklaagde bezwoer don rechters, dat
hij zich daaraan niet schuldig had ge
maakt.
Het O. M. vroeg twee maanden.
Beklaagde, die veel berouw toonde, vroeg
een lichtere straf.
Uitspraak Donderdag 30 September'.
DeArnhemscheBankv er-
eeniging PlieaterenOo.
Voor de civiele kamer der arrondisse
mentsrechtbank te Arnhem werd gisteren
behandleld de zaak van curatoren in het
faillissement van bovengenoemde Bank
contra een der schuldeischers in zake de bij
storting van 50 pCt. op de met-volgestorte
aandeelen der bank. De curatoren, mr. I.
Everts B.Hzn en A. R. Jolles hebben ten
deze tot betaling gedagvaard den heer J.
E. J. de Jongh, particulier te Arnhem.
De zaak is belangrijk, in do eerste plaats
voor de schuldeischers der voormalige Bank,
omdat het hier gaat om een bedrag van
500,000, dat al of niet aan ben zal worden
uitbetaald, in de tweede plaats omdat in
deze zoak hot karakter der voormaligs
Bankvereeniging, die te boek staat als een
commanditaire vennootschap, zal moeten
worden uitgemaakt en dus een quaestio ter
sprake komt, die in ons Wetboek van Koop
handel slechts gebrekkig is geregeld.
In deze zaak werden den 4den Januari
j.l. aan eisehers ingediend uitvoerige con-
clusiën.
Voor eisohers trad op mr. I. Everts BHzn.
uit Arnhem, voor gedaagde mr. K. A. Rom-
bach uit Rotterdam, die de conclusies uit
voerig toelichtten en daarbij persisteerden.
De officier van justitie zal op een na
der te bepalen dag conclusie nemen.
Door de Utrechtsche rechtbank werd gis
teren uitspraak gedaan in de zaak van R.
H. en G. M., beklaagd van verschillende
diefstallen in do omstreken van De Bilt; de
eerste werd veroordeeld tot 1 jaar en de
tweede tot 2 jaar en 8 maanden gavangenis-
straf, beiden met aftrek van de voorhech-
hem togen en haar zachte oogen fonkelden.
„Hij is de beste mensch op de geheele we
reld en ik heb hem van ganscher harte lief."
(Hoe bevalt u dat, mijnheer Robert? Bravo
Nancy). En rij voegde er bij: „Begrijp mij
wel, Robert, bij de keuze van een echtge
noot hebt gij volstrekt niet mede te spre
ken 1"
Dezo woorden misten hun invloed niet op
hem.
„Wees bedaard, Nan! Kijk toch niet zoo
verontwaardigd! Ik heb volstrekt niets be
doeld, liefste; ik ben slechts 'uiterst ver
rast. Chuck is een goede kerel, dat geef ik
toe, maar ik heb altijd gedacht, dat gij met
een vorst of een gezant zoudt trouwen, en
nu komt de naam Henderson als een on
zachte stoot. Bovendien wordt Chuok nooit
iets anders dan een uitstekend politicus.
Gij zult je aan goedkoope sigaren en minder
goede whisky nu eten gewennen Wanneer
zal 't zijn?"
„In Juni. Ik heb hem altijd lief gehad,
Bob. En gij moet zijn getuige zijn; dat is
rijn vurige wensch."
Deze mededeeling scheen Robert eenïgs-
zins te kalmeeren. „Maar wat moet i k dan
beginnen?" zeide hij klagend. „Gij zijt de
eenige persoon, die ik kam bedillen, en nu
wilt gij de plaat poetsen!"
„Waarom trouwt gij ook niet Bob?"
vroeg mevrouw Warburton. „Gij met je
uiterlijk zult niet lang naar een vrouw be
hoeven te zoeken 1"
„Dat zou nog te bezien staan, dierbare
zuster naar de wet en door den bewonde-
renswaardigen smaak van mijn eenigen
broeder. Ik deug slechts voor het drillen
van soldaten; volgens mijn meening moest
een soldaat in het geheel niet trouwen."
tenis. De eisch was voor beiden drie jaar
met aftrek der preventieve hechtenis.
Overeenkomstig den eisch van het O. M.
veroordeelde dezelfde rechtbank tevens mej.
B. E. van L uit Haarlem, beklaagd van op
lichting van de familie H. te Utrecht, tot
opzending naar een krankzinnigencestic' fc
voor den proeftijd van één jaar.
Ren kiesrechtmeeting.
In „Concordia", Hoogozand, te 's-Graven-
hage, werd Zondag, nu do nationale meeting
voor algemeen kiesrecht met het oog op
mogelijk choleragevaar niet doorging, oen
kleine plaatseltfke botooging gehouden. Deze
heette aanvankelijk uit te gaan van don
Haagschen Bestuurdersbond en van de 3.-D.
A. P, maar in eene Zatordagavond geplaatste
advertentie werd medegedeeld dat bj] het
Bestuur der Afd. Den Haag van de S.-D.
A.-P. niets van een meeting voor algemeen
kiosrecht op Zondag bekend was, doch dat door
die Afdeeling op Zondag 26 September in
.Concordia" voornoomd een groote openbare
vergadering voor algemeeD kiesrecht zal wor
den gehouden, waarin als sprekers zullen
optreden Troelatra, Hoejenbos, Duys en
Wibaut. Hierdoor was eenige verwarring ont
staan, en de vergadering van Zondag dreigde
te mislukken, ook al door verschil van op
vatting omtrent het uur van aanvang, waar
door do voorzitter van den H. B. B., tevons
voorzitter van de S.-D. A.-P. eerst ter ver
gadering verscheen toen deze reeds aange
vangen was onder leiding van den onder
voorzitter.
Na eenlg protest nam de voorzitter zijn
plaats als leider der vergadering in, en hield
de heer L. L. H. de Visser een krachtig be
toog om do arbeiders aan te sporen tot zelf
standige machtsontwikkeling voor 'tverkrijgen
van algemeen kiesrecht. Aanvankelijk waren
als sprekers ultgenoodigd Mr. Hendels en F.
M. Wibaut. Eorstgenoofnde had echter mede
gedeeld verhinderd te zjjn en laatstgenoemde
was niet gekomen zonder dat men de reden
hiervan wiot.
De zaal van 0Concordia" was tamelijk be
zet mot belangstellendon.
Behalve een 28-tal by den Bestuurdersbond
aangesloten vereonigingen waren er nog eenige
andere vertegenwoordigd. De Muziekvereeni-
giDg „Kunst on Strijd" voerde ter afwisseling
muziek nummers uit.
Na het einde der vergadering werd een
collecte gehouden ten bate der stakende ar
beiders in Zweden.
Re Ijeidsche sproei plaag*
Geachte Redaotiel
Dagen als we tegenwoordig doormaken,
waarop na kille mistige nachten een mot
regent je de straten bevochtigt, rijn voor
de bewoners van de Hooge woerd zenuw
achtige dagen. Zoo ook deze Zaterdag. Tal
loos vele malen klonk weer het metaal-klet
terend geluid van vallende fietsen en even-
vele malen richtten ongelukkige wielrijdera
rich op met bomodderde kleeren en handen
en min of meer pijnlijke gezichten.
Tegen vier uren 's middags werd het be
ter: de regen had niet lang geduurd en de
straat begon droog te worden. „De straat
droog? dat nóóit 11" dacht de man wie is
toch deze man? die de sproeiwagens uit
zendt in Leadens straten. En de Hoogewoerd
werd wederom nat. En weer klonk talloos
vele mal-an het geluid van vallende fietsen
en even vele malen richtten de ongelukkige
rijders zich op met bomodderde kleeren en
handen en min of meer pijnlijko gezichten Ik
aanschouwde zelfs iemand, die, neergeploft
voor Hoogewoerd 65 voor Hoogewoerd 75
wederom kwam te vallen. Mijn reeds boor
devol gemoed liep over, toen een kleine lief
tallige juffrouw even daarop eveneens de
vernedering en bemeddearing van het slippen
onderging.
Sta nu toe, geachte Redactie, in Uw veel
gelezen blad bovengenoemd boordevol ge
moed te laten overloopen met deze vraag:
Kan geen paal en perk gesteld worden aan
de nattigheids-wellust van den man wie
is toch deze man? die de sproeiwagens
uitzendt in Leadens straten?
Moet Leiden, dat eertijds zijn behoud aan
het water dlankte, thans door water van
sproeiwagens ten gronde gaan?
„Trouw, mijn jongen, en ik zal zien wat
er op het gebied der diplomatie voor je ge
daan kan worden. Het eerstvolgend minister
rie wordt stellig republikeinschdan heb ik
invloed." Én John keek met een liefdevol
len glimlach over de tafel heen. Hij hield
van den vroolijken jongen, hield van hem
tèr wille van hemzelven en ook wijl hij de
oogen en den mond zijner moeder had. „Gij
hebt nu een verstandigen leeftijd bereikt en
verstaat vreemde talen. Gij hebt een inko
men van vier duizend vijfhonderd dollars,
daarbij kan ik je wellicht een betrekking,
welke twee A drie duizend bedraagt, ver
schaffen. Zoek een vrouwtje, jongen, zoek
een vrouwtje."
„Ik zal er ernstig over nadenken, Jack."
„Ooo!"
Drie van het kwartet draaiden rich ver
wonderd naar mevrouw Jaok om.
„Wat is er?" \roeg Jack.
„Wij hebben geheel vergeten, Bob het
kind te laten zien I"
„Barmhartige hemol!" riep Bob. „Een
kind? Dit is het eerste woord, dat ik daar
over hoor 1" En hij beschouwde de jonge
moeder met vernieuwde belangstelling.
„Moet dit beteekenen, John Warburton,
dat gij verzuimd hebt, van dit feit in een
van je brieven melding te maken?" vroeg
mevrouw John zeer verontwaardigd.
„Ja, hé, heb ik daarvan geen melding ge
maakt?" infoi-meende de vader zeer bedrem
meld.
„Met geen syllabe, met geen enkele syl
labe," zeide Robert opstaande. „Waar Is
dan deze wonderbare h ij, of is het mogelijk
een z ij
„Een jongen, Bob. Er ia nog nooit zoö
eon geweest,"
Reed§ beroert men de beurs van den
Leidschen student pijnlijk, door hem be
lasting te laten betalen. Ib dat niet genoeg?
Moet nu zijn hart ook nog pijnlijk worden
beroerd door het beroerde gezicht van le-
modderde meisjes met pijnlijk verwrongen
gelaatstrekken? En dat alleen, omdat céa
man wie is hij toch? wenscht, dat er
gesproeid worde, stof of geen stof en de
sproeiwagens loslaat in Leidena straten
Terwijl ik dit gchrijf, is het weer droog ge
worden op straat en omdat het donker is,
dreigen nu geen sproeiwagens meer, daar ze
Goddank! nog niet zijn ingericht
(waarom eigenlijk niet?) op het dragen der
vereischte lantaarns. En daar men als ik
me niet vergis ten onrechte meent dflt
het 's Zondags nooit stuift, rijn we morgen
ook nog veilig. Maar Maandag? En de vol
gende dagen??
Geachte Redactie! Uit het feit, dat uw
blad is een in Leiden veelgelezen blad mag
ik zeker wel opma.. a, dat u er slag van hebfc
de rechte snaren van de Leidsche gemoede
ren te beroeren. Wees u dan zoo goed en
betokkel in een krachtig onderschrift go-
noemde snaren, opdat Leiden's Raad en
Burgerij stuite het heilloos bedrijf van den
man wie is toch deze man? die niet
nagaat of sproeien wel noodig en niet mis
schien gevaarlijk is, maar in blinden sproeï-
lust de sproeiwagens uitzencft in Leidens
straten.
Er is, als ik me niet zeer vergis, al ineer
geklaagd over de wonderlijke sproeiopvat
tingen in diere stad.
Zal het ditmaal baten?
Met beleefden dank voor do plaatsing,
Zatordagavond, 18 September. A. L.
De heer R. v .d. P. (h'eeft een eigenaardig
idee, wanneer hdj meent dat ik mijn nacht
rust wel overdag kan houden. Ik heb daar
gelukkig geen tijd voor.
Intusschen heeft hij verkeerd begrepen
dat ik klaagde over het geschreeuw der
kooplieden. Neen, ik klaagde over het ge
schreeuw van den afslager.
Reeds long woon ik hier en heb dus
honderden verkoopen gehoord, doch ook
bemerkt, dat het dikwijls zeer gedempt
wordt afgeroepen.
Ik blijf dan ook bij de bewering dat zulk
een schreeuwen als Donderdag geschiedde
geheel overbodig is en ook dat het hoogst
onaangenaam is reeds van 6 uren af daar
door te moeten wakker blijven.
Geschiedde zulks em halfacht, dan zou ik
er nooit over klagen.
Ontvang, Mijnheer de Redacteur, mijn
beleefden dank voor de opname.
Steeds hoogachtend,
Een Boommark t-b ewonë r.
Leiden, 20 September.
Re Noordpool bereikt.
Volgons een bericht uit Battle Harbour geeft
Peary thans toe, dat dr. Cook zonder eenig
spoor achter te laten de Pool kan hebben be
reikt. HU verlangt, dat eene internationale
Poolcommissie te Brussel de hangende kwestie
zal oplossen. Op het oogenblik was hJJ aan
het jagen en hy zou niets meer zeggen voor
dat het geheele reisverhaal van Cook Is open
baar gemaakt.
Naar aanleiding van een Ulogram van den
correspondent der „Now-York Herald" aan
boord van de „Jeanie", volgens hetwelk
Whitney, aan wien dr. Cook de waarnomin
gen op zijne reis heeft medegedeeld, nooit
met iemand over het succes van Cook heeft
gesproken, heeft do „New-York Times" aan
dezen aan boord van de „Oscar II" inlich
tingen gevraagd en daarop ten antwoord
ontvangen, dat noch Whitney, noch de Es
kimo's gemachtigd waren aan iemand mee
te deelen dat h\j aan de Pool is geweest,
zoodat allo verklaringen van dien kant on
juist zijn. Allo misverstand is een gevolg
hiervan, dat Whitney een ontwijkend ant
woord heeft gegeven.
Peary heeft op een telegram van de
„Nieuw-York Times" geantwoord, dat zijn
werkzaamheden op het gebied van de Noord
pool zoowel als van de Zuidpool geëindigd
zijn, maar dat rijn diensten steeds beschik
baar zullen zdjn, zoo vaak men die mocht
noodig hebben voor het orgianiseeren van
tochten of andere werkzaamheden in die
streken.
Zij begaven zich nu allen te zamen naar
boven, naar de kinderkamer, waar de heer
Robert moest toegeven, dat het voor een
baby van drie maanden het mooiste kind
was, hetwelk hij ooit had gezien. Je, hij be
proefde zelfs, don jongen op zijn arm te ne
men.
„Hoe moet ik hem houden?" vroeg hij.
Mevrofuw John nam hem glimlachend den
engel af en 'd° manier, waarop zij het kind
tegen haar borst drukte, was een openba
ring voor den verloren zoon, die zijn een
zaamheid meer dan ooit gevoelde. Hij was
een uitgestootene,
„Jaok, verschaf mij een betrekking bij de
diplomatie en ik zal er voor zorgen, dat de
eenige jongezel der familie die daar in de
wieg is."
„Afgesproken."
„Hoe lang duurt je Verlof V' vroeg NaS-
oy. „Op wien vindt ge, dat het kind lijkt?"
vroeg de' jonge moeder tegelijkertijd.
„De een na de ander. Het kind lijkt tot
dusver nog on niemand."
„Een geboren diplomaat!" riep John,-
luid lachend.
„En mijn verlof duurt verscheidene Jaretf,
zoo niet nog langer."
„Wat?" riepen allen als uit één mond.
„Ja, ik heb namelijk mijn ontslag genö-
men. Ik ben niets meer dan es!n eenvoudig
burger der Vereenigde Staten. En mijn
plan is, den winter te Washington door to
brengen."
„Den geheelen winterB' herhaalde Johfi
en deed zeer ontsteld.
„John 1" riep rijn vrouw efi John zettö
een zeer berouwvol gezicht.
Mevrouw John legde het kind in de wieg
en wendde zich daarop tot haar zwager.
Zaterdag heeft hij Battle Harbour verlat
ten; Woensdag wordt hij te Sydney, ia
Nieuw Schotland, verwacht.
De „New-York Herald" zet het reisvefc
haal van dr. Ccok votfrt.
Toen te Etah het gerucht liep zoo veiS
telt hij <lat er toebereidselen werden got
maakt om de Noordpool te bereiken, boden
de meeste mannen aan boord zich aan on£
aan de expeditie deel te nemen. Kapitein
Bartlett, gezagvoerder van de „Bradley,"-
zeide, dat ook Lij bij ons wilde blijven, maai»
dat, wanneer hij moest terugkeeren, hij min*
stens een kok en een machinist noodig had
om het schip naar Newfoundland terug to
brengen. Hem werd echter gezegd, dat ofl
slechts één man noodig was en dat geen en-«
kele blanke in dat opzicht kon wedijvererf
met een Eskimo. Een 6tam van 250 perso
nen stelde zioh beschikbaar. Ik koos uit hei
Rudolf Franck. Annootok was het punt vanj
uitgang onzer operation, maar geen enkele
haven lag nabij dat dorp. Om een spoedig*;
ontscheping van het proviand gemakkelijk'
te maken en de terugreis van het jacht to
bespoedigen, werd, terwijl dit nog te Etah
voor anker lag, al het voor den Pooltocht'
noodige onder de brug gebracht. In den
avond van 1 September kwam het geheelo
dorp Etah aan boord, werd het anker ge
licht en weldra vertrok de „Bradley" langs!
de Smith-Sound naar Annootok. Daar nam;
Oook afscheid van kapitein Bartlett en do
bemanning, die een hoezee te zijner eer aan
hief, en verliet hij het schip. Me?t weemoed
zag hij zijn vrienden vertrekken en alle ge«
meenschap met de beschaafde wereld voo$
eenigen tijd 9 'lgebroken.
Dr. Cook 4eelt hierna allerhande bijzon»
derheden mede over de gesteldheid der jaar
getijden in de Poolstreek. Dikwijls wordfj
getzegd dat in die gansche streek dag en!
nacht zes maanden duren maar dat is slechts
het geval in een kleine streek rond de P00L
Hoe meer men het zuiden nadert, hoe meeï
de zon elke 24 uren een langeren tijd ondaf
de horizont verdwijnt. Als men van de PooJ
komt is er een periode van dag en nachts
die grooter wordt naar mate de breedte aiL
neemt. Dio periode maakt het mogelijk vani
jaargetijden te sprekenzomer voor de duin
bele dagen, herfst voor den tijd dat de zon
ondergaat en te middernacht eenigen tij<|
achter de ijsbergen verdwijnt. Die tijd neemt
snel toe, maar het is moeilijk rich rekenn
schap te geven dat de zon verdwijnt, totdat
dag en nacht even lang rijn, want de nacht
blijft helder. Vervolgens wordt de dag kor
ter en spoedig duister; dfj zon verbleekt»
totdat er eindelijk nog si /its een schaduw
is van de schoonheid des daags. De winter
bepaalt zich tot een langen nacht, terwijl del
naam lente slechts van toepassing is op de
dagen der opgaande zon, zooals de herfst de
tijd van de ondergaande zon is. Te Annoo-«
tok werd de middernachtzon het eerst aaU
den horizont gezien den 23sten April, terwijl
zij den löden Augustus in de zee onderging.,
Rond den horizont vormt zij aldus een cir
kel, dio een onafgebroken dag geeft van llS
dagen. In den middag van 24 Ooctober gaat
de zon onder en verdwijnt gedurende eoqf
even langen nacht, om den 20sten Februari
weer op te gaan. Dan komt de lentetijd.
ALPHEN. Bevuilen: A. van Abehoven geh.
Oosthoek D. A. C. van Egmond g®b.Hoogendoorü
Z. D. Lagerwejj geb. Van Donk D. R. Huisman
geb. Snelooper Z.
Overleden: P. J. J. Vlasman 6 J. G. Zjjm,
vrouw van J. Zijm, 69 j,
BODEGRAVEN. Bevallen: A. Kamphoral
geb. Beitsma D. K. Vermeiden geb. Uithol Z#
HAZERSWOUDE. Bevallen: E. Stormbroofc
geb. Vnn Keulen D. T. van Pijlen geb. Qaalul
Z. D. v. d. Haven geb. Hoogeodoorn Z.
Overleden: J. A. Akerboom D. 15 j.
REEUWIJK. BeraLIén: G. v. d. Leoq gat*
De Knikker Z.
Overleden: J. J. van Welxenis 87 i.
ZWAMMERDAM. Bevallen: A. W. v.
Pouw geb. Kool Z.
Overleden: J. A. J. Bax Z. 8 m. Levenloof
aangegeven D. van J. v. d. Pol en A. Brack.
Faillissementen*
J. Smit Hz., bloemist te Winkel.
A. W. Stoffer, timmermansknecht
boekhandelaar te Elimrg.
K. Esselman, varkenslager, te Amsteg*
dam.
H. Hupperetz, koopman, te Gulpen.
„Ik dacht, dat het leger je stokpaardje
was."
„Dat was het ook. Maar ik heb r.ogafc
veel geld overgespaard en ben van plan no£
veel van do wereld te zien, wanneer mijif
been mij niet in den steek laat."
siPf je geldbuidel."
„Ik leen je, zoodra gij weer naar he0
Westen terugwilt", ging de toekomstig^
staatsman voort.
Allen lachten daarover niet omdat JohiS
iets bijzonders grappigs had gezegd, maal!
wijl in aller harten een overvloed van geluli
was.
„Bob, vanavond is er bal bij den' Engel*
schen gezant. Gij moet ook meegaan."
„Onmogelijk V' zeide Robert. „D k tooïj'
aan mijn been."
„Dat doet er niets toe", reide mevrou-®
John. „Gij behoeft Immers niet te dansen.®,
„Wat, niet diansen? Ik zou het van vervefr
ling besterven en wanneer ik danste, zoti
mijn been mij in den steek kunnen laten."
„Maar gij kunt toch zeker wel rijden"»
merkte John op.
„Dat kan ik met de knieën doen. Maaï
ik kan toch niet op mijn knieën dansen^
Neen, ik wil liever thuis blijven Het zotjf
mijn krachten te boven gaan voor muuT*
bloempje te spelen en daarbij al deze Wt
roemde schoonheden te zien."
1
(Warai wyroig&l