BLOOKERS WINTERSTOFFEN^ J.G.KORT, s DAALDERS „HAMMOND"-SCHRUFMACHINES .m,et S CACAO; NUTRICIA's nze nieuwe voor Blouses en Japonnen No. 15203. LEIDSGH DA&ËIiAS, Dinsdag* 14 September. tweede Blad. Anno 1909. Vervolg Advertentiën. A. L. VERHSOfi, BA8BDOWMELK, zfjn in. ruime keuze voorhanden, Stalen op aanvrage verkrijgbaar. Interc, Telefoonn. 767. Haarl.straat 122. MEN MOGE U NAMAAK OPDRINGEN, HOUDT VAST AAN GE WEET DAT DIE UITSTEKEND IS. 203 oe DE GRACIEUSE, f 1.377, per kwartaal. Oe Rijn&burgsche Weg. Naar aanleiding van de voorgenomen rcoiing der bjomen langs dezen weg komt liet ons met onbelangrijk voor het onder staand Koninklijk Besluit te publiceeren, waarm de vcrpliohting tot het onderhoud dier boomen en hot trekpad langs de sloot, wcrdt vastgesteld: Cop Ie 10 Juli 1818. No. 88. Wij Willom bij de gratie Gods. Koning der Nederlanden, Frins van Oranje-Nassau, groot Her tog van Luxemburg, enz., enz Gehoord het rapport van onzen Minister van den W ate rata at en der Publieke Wer ken van den 2 Julij 1816 le divisie no. 4631. Hebben besloten en beslui en. Art. 1 de weg strekkende van de Poelbrug buiten de Itijnsburgsche poort te Leijden tot aan de straatweg van den Haag naar Haarlem, ter plaatse van de Kruisweg bij de woning van Jan van Oosten en hehbendo eene lengte van 458 roeden, zal mVt klinkers worden bestraat in den loop van het tegen woordige jaar en zulks ter breedte van 13 voet 2 duim, voorts beplant met twee reien boomen, en met een behoorlijk trek pad, ten westen van gemelden weg voorzien. Art. 2 de particulieren met Dame de Heo- ren van Halteren o.s. welke het voorstel van dit werk hebben gedsan, zijn geautoriseerd en gelast, hetzelve dadelijk uit te voeren en in den besten staat te onderhouden, over eenkomstig het tegenwoordige bcs'uit, on der directie der Gedebuteerde f* toten van Zuid-Holland en onder het oppertoever- richt van het Departement van den Wa terstaat en der publieke Werken; na zioh to voren te hebben verstaan, met de autoriteiten, die tot nog toe met het on derhoud van voornoemden weg zijn belast geweest. Art. 3. De bovengenoemde aanleggers van den weg zijn geautoriseerd tot het stellen van een tol, op denzelven, ter plaatse waar zulks volgens art. 2 het meest ges hikt zal worden geoordeeld, aan we ke tol zij gedu rende een tijdperk van vijftien achtereen volgende jaren, hetwelk wij ons voorbehou den te verlengen, indien daartoe termen mogton zijn, tolgelden zullen he fen, gelijk aan do helft van het tolgeld hetwelk is, of zal bepaald worden voor den grooten weg van den Haag naar Haarlem met onder werping aan alle zoodanige reglementen van politie, perceptie en vrijstelling, als op voorz. groeten weg in werking zijn of zul len gebragt worden. Art. 4. Bij aldicn de weg, we'ke het on derwerp van het tegenswoordige octrooi, uitmaakt, in het vervolg geoordeeld word als een groote communicarie te moeten wor den aangemerkt; zullende hierboven g m°l- do- aanleggers van denzelven gehouden riin, r dien geiseel en al over te geven, zonder 'eenige andere schadevergoeding dan de teruggave der kosten vnn deszelfs aanleg en onderhoud, met bijvoeging van den interest volgens de wet, na aftrek van de approxi matieve opbrengst van den tol. Art. 5. En zal afschrift van het tegen woordig besluit worden gegeven aan on-en Minister van den Waterstaat en der Pu blieke Werken, ten fine van executie. 's-Gravenbage, den 10 Julij 1816, het der de jaar van onze Regeerin^. (getd.) WTLLEM. van wege den Koning, (getd.) A. R. TMLCK. Aceordeerd met des^e'fs origineel. De Griffier ter Staats Se-retarn (getd.) L. H. ELTAS SCHOREL 1. g. Koninklijke Academie van Wetenschappen. De afd. der Academie, bestemd voor de 'taal-, letter-, geschiedkundige en wijsgee- rigo wetenschappen te Amsterdam, hield gisteren een vergadering, waarin prof. K. Kuiper, aldaar, een bijdrage leverde over de „Tegenstrijdigheid in den Homerischen Hermeshymnes. Op de rede volgde eenige gedachtenwis- seling. Hieraan namen deel prof. Van Leeuwen, prof. Nabcr en prof. Six. In de hoofdzaak stemden zij overeen met prof. Kuiper. De bijdrage zal worden opgenomen in de werken der Academie. Prof. Blok vestigde de aandacht der le den op de aanstaande verschijning van eeü werk dat van belang mag heeten uit natio naal wetenschappelijk oogpunt, t. w. van het nieuw Nederlandsch Biographisch Woordenboek. Dr. Molbuyzen, te Leiden, zal de uitgave verzorgen. Aan het begin der vergadering was nog meegedeeld, dat een vijftal Latijnsche prijs verzen was ingekomen. De voorzitter, prof. Chantepie de la Saussaye, riep den leden op deze eerste vergadering na den zomer een hartelijk welkom toe tevens herdenkend de gestorven leden. Moest de vorige maal de dood van prof. De Goeje vermeld wor den, thans is de Academie getroffen door 't heengaan van den ouste harer rustende leden, prof. Van Boneval Faure, en van een der buitenlandsche leden, prof. Ca- rutti. Spr. hoopte, dat de wetenschappe lijke verdiensten van prof. Yan Boneval Faure te harer tijd door een bevoegde hand zullen worden herdacht. Na sluiting der zitting had in dozelfdo vergaderzaal en eveneens in openbare bij eenkomst een plechtigheid van bijzonderen aard plaats: de aanbieding aan prof. dr. H. Kern, den onlangs afgetreden voorzit ter van de afdeeling, van zijn door dr. Jan Veth geschilderd portret. Prof. dr. H. G. van de Sande Bakhuyzen veerde daarbij allereerst het woord, en ge tuigde dat 't denkbeeld, om den afgetreden voorzitter een blijk te geven van de groote waardeering, welke men geveelde voor het geen. hij in den tijd van zijn voorzitterschap voor de afdeeling gedaan heeft, niet slechts in de taal- en letterkundige, maar ook in do wis- en natuurkundige afdeeling instem ming heeft gevonden. Prof. Chantepie do la Saussaye, voor zatter van de taal- en letterkundige afdee ling, was de tweede spreker. Hij verklaar de, hier niet de wetenschappelijke verdien sten van prof. Kern te willen huldigen, waardoor de naam der Academie tot ver in het buitenland beroemd is. Waar de taal van het penseel gesproken heeft, zou het verkeerd zijn, nog eens in woorden terug to geven, wat daarin staat uitgedrukt. Alleen vestigde spreker er de aandacht op, dat de maker van de schilderij, die wel een3 „Seelenmaler" is genoemd, in zijn werk uiting heeft gegeven aan het gevoel, dat leeft bij vrienden en vereerders, t. w. dat achter de verdiensten die men kan opnoe men, rich ook nog iets anders uit, n.m. de aanwezigheid van een diepere persoonlijk heid. In zijn woord van dank verklaarde prof. Kern, vooral getroffen te zijn door de ach ting en toegenegenheid, welke uit het ge- sohenk spreken. De plechtigheid werd bijgewoond door de familie van den gehuldigde. De schilderij zal worden opgehangen in de vergaderzaal van de Academie. - Het portret van prof. Kern is, naar aan de ,,N. R. 0."' geschreven wordt, wederom een treffend staal van Jan Veths soherp typéèrend talent. De fröDe nadruk is gelegd op den kop, in rijn vaste materie en naar het postuur des geleerden, in goede ver houding den kop met het hoog en breed ge welfde voorhoofd en het harde, borstelige haar, dat zoo moeilijk grijzen wil. Professor rit het hoofd gebogen over een foliant, met al zijn denken daarin verzonken. Niet bla derende of lezende, maar doorvorsohende de beteekenis van den tekst. Op het voor hoofd valt het licht. Gelijk doorgaans bij Yeth, is het voical het individueele van den afgebeelde, het hem onderscheidende, kenmerkende, dat uit het werk naar voren komt. Hier: het kern achtige, niet alleen in het uiterlijk, maar gelijk dit ook spreekt uit de geestelijke in gespannenheid, waarmede de taalgeleerde zijn onderwerp vasthoudt. De bladen van het boek heeft hij gevat in beide handen; handen ook van ruige kracht gelijk men ze van een kamergeleerde niet zou verwach ten handen, die niet loslaten en het blad niet zullen omslaan, alvorens de inhoud tot op zijn kern gepeild is. De Noordpool bereikt. Peary's reisverhaal In het verder gedeelte van zijn reisver haal deelt Peary mede dat, nadat den 28sten Maart 1009 kapitein Bartlett waa teruggekeerd op het oogenblik dat de 68ste breedtegraad was bereikt, hij vier van de beste en sterkste Eskimo's bij rich hield: Egingwah en Sigloo, die reeds deel hadden uitgemaakt v&n de expeditie van Clarck, en Henson en Ootam, die in 1606 deel uit maakten van Peary's expeditie. Den 4den April passeerde dit kleöne troepje de 89ste parallel. Nog aleohte één graad, 110 kilometers was men toen van de Pool verwijderd. De temperatuur bedroeg toen 40 graden onder nul Het weer en de toestand van het ijs bleven zoo bevredigend dat de honden soms in galop konden gaan. Aldus legden wij 25 mijlen af. De &er koude wind sneed ons zoo in het gelaat, dat de huid barstte. Nog steeds waren wij ongerust voor open water te komen; telkens als onze weg versperd werd door een hoogen ijsrug, liep ik vooruit, bevreesd dat er een scheur in de nabijheid zou zijn- Tijdens het laatste deel van mijn marsch verdween die vrees voor scheuren echter geheeL Het weer was betrokken, maar dat hinderde ons niet veeL Zelfs kon ik een waarneming doen, waaruit bleek dat wij tot op 89 gr. 25 min. waren gekomen. Weldra echter werd de lucht steeds somberder en nam het ijs een matte tint aan als kalk, hetgeen een schrille tegenstelling vormde met de ijsvelden, tin telend van licht, waarover wij de vorige dagen waren getrokken. Toch maakten wij een goede reis over het harde ijs, nauwe lijks met sneeuw bedekt, afgewisseld met blauwe plekken van'het ijs der zoetwater- meren van den vorigen zomer. De temperatuur was gestegen tot 26 gr. C. onder vriespunt, waardoor onze sleden gemakkelijker gleden, terjvijl ook onze hon den zenuwachtig naar het doel schenen te verlangen. Yroolijk staken zij de staarten op en schudden den kop onder kort geblaf. Nog 12 uren gaans, nog 40 mijlen. Geen sporen van scheuren. Een kleine opening in de wolken stelde ons in staat 's midd8g3 nog een korte waarneming te doen. Wij waren op 89 gr. 5*7 min. Eenige uren later hadden wij de Pool bereikt, was de droom verwezenlijkt. Het was toen 0 April 1909, een datum die altijd van beteekenis zal blij ven in de geschiedboeken der beschaving. Het was een dag als alle andere, maar mijn gemoedsbeweging was zoo sterk, dat ik niet kon slapen, ondanks de 53 uren van vreeselijke vermoeienis. De dertig uren die wij aan de Pool door brachten, werden besteed aan waarnemin gen en uitstapjes tot 10 mijlen voorbij ons kamp en 8 mijlen rechts. Wij maakten tal van photo's, plantten onze vlag in het Poolijs en lieten er een verhaal van onzen tocht* Met mijn verrekijker doorzocht ik den gezichtseinder of ik eenig spoor van land kon vinden. Tien uren na onze aan- komst joeg een lichte bries de wolken uit een en tot het oogenbl'k van ons vertrek, in den namiddag van 7-April, bleef de he mel helder. De laagste temperatuur gedu rende de 30 uren die wij aan de Pool door brachten, bedroeg 30 gr., de hoogste 25 gr. onder nuL Thans hadden wij ons doel bereikt, maar we moesten terug, zoo snel mogelijk, want mensohen en dieren waren bevangen door de vrees niet meer het ijs> voor ons te vinden, dat ods tot dusver had gedragen en door open water te worden tegengehou den. Ik had een kort onderhoud met mijn mannen en wij besloten zoo min mogelijk rust te nemen om tijd te winnen. Wij zouden trachten met dubbele clagmarschen te gaan. Woj zouden thee drinken, in onze sneeuw- hutten ontbijten en dan weer op weg gaan, waarna we enkele uren zouden eten, slar pen en dan weer verder gaan. Dat program konden wij bijna geregeld volgen. De eerste drie dagen op onzen terugtocht legden wij vijf van onzo eerste dagmarsohen der heen reis af. In den namiddag van 7 April, na aan onze honden een dubbele portie voeder te hebben gegeven, onze sleden hersteld, en alle over tollige kleeren aigelegd te hebben, trokken wij Zuidwaarts. D© scheuren, welke wij ont moetten, sloten, zioh bijna terstond, terwijl zooals ik Later vernam, Bartlett, Marvin en Borup dikwijls geruiraen tijd door open wa ter waren opgehouden. Nooit behoefden wij langer dan een paar uren te waohten. Soms was het ijs ooo sterk, dat wij or overheen konden gaan; soms ook moesten wij een kor ten omweg maken of een oogenblik wachten tot een scheur rich sloot Een enkele maal gebruikten wij eenige groote ijsschollen om over te roeien. Wij vonden onze vroegers kampen en sneeuwhutten terug, maar wel dra werd dat anders en do streek geheel onkenbaar; waar wij op onze heenreis nauwe scheuren hadden gevonden, vertoonde rich thans breed open water. Eindelijk, den 23sten April zagen wij land; aan don horizon toekende zioh de ijsberg van Kaap Columbia of. Thans was er niets meer te vreezen: de colonne was behouden. Toen de laatste slede op den gletscher was gehesohen, dacht ik dat mijn Eskimo's gok werden van blijdschap Zij sohreeuwden, huil den en dansten tot rij uitgeput neervielen. Ootam, die op een slede zat, zeido mij dat de duivel wel moest rijn ingeslapen of ruzie had met rijn vrouw, want dat wij andors nooit zoo gemakkelijk teruggekomen zouden rijn. Eenige uren later kwamen wij aan ons kamp van Crane-oity, te Kaap Columbia. Elk onzer honden kreeg 4 pond voer om hen rustig te houden, terwijl wij gingen slapen. Een heerlijke slaap, zonder vrees voor den volgenden dag. Twee dagen bleven wij slapen terwijl onze kleeren konden drogen. Daarna ging het troepje verder op weg naar de „Roosevelt," die bij Kaap Sheridan het anker had laten vallen. In drie dagen kwam men daar aan. Daar vernam men do treurige tijding dat Marvin was omgeko men. Alle onderen, Mao Mullan, Borup, Goodsell en Hansen waren gezond en wel. Tijdens Peary's afwezigheid hadden rij hun wetonschappelijken arbeid voortgezet en een rijken schat van waarnemingen ge daan. Den 18den Juli verliet de „Roosevelt" haar winterkwartier. Den öden September bereikte rij Battle Harbour, waar zij nog ligt en van waar het reisverhaal is geseind. Aan het alot daarvan brengt Peary warme hulde aan rijn tochtgenooten en onderge schikten, voor de schitterende diensten, hem bewezen, en de trouw, door hen be toond, en dank aan de „Peary Arctic Club" voor haar steun. Dank zij de hulp is het hem mogen go- lukken hot raadsel op te lossen, waarnaar sedert driehonderd jaren is gezocht om de Noordpool to ontdekken. Wat Cook betreft zegt hij dat dezo slechts getracht heeft het publiek te misleiden doo»* het te do'en gelooven, dat hij den 2lBten April of op een anderen datum de Pool heeft bereikt. Hij zegt deze verklaring niet zonder ernstige redenen te doen en zal die te gelegener tijd met bewijzen staven. Peary heeft aan de moeder van den tij dens dien Pooltocht omgekomen prof. Mar vin een telegram van deelneming gezonden. De „New-York Herald" bevat thans een telegram uit Kaap Ray, waar Peary's ex peditie is aangekomen, waarin gezegd wordt dat volgens verklaring van Whitney men aan boord van do „Jeannie" vernam, dat dr. Cook don I7den April to Etah, op Groenland was aangekomen en, na daar vijf dagen to zijn gebleven, per slede naar het kolenstation van Tazinak was vertrokken. Daar was hij aan boord gegaan naar Up er na vik, waar hij op een Deensche mailboot was gegaan. Cook verklaarde, dat hij na rijn tocht naar het noorden in de richting van Jones Sand! op het ijs was afgedwaald en per sled'e naar Kaap Sabine waa terug gekeerd. Aan Whitney verklaarde hij, dat hij zeer voldaan was over rijn expeditie, daar hij bereikt had wat hij zich had voor gesteld en meer zelfs. Inderdaad had hij een nieuw land in het noorden ontdekt en het punt overschreden, dat in 1900 door Peary waa bereikt. Wanneer dit joist is, beerrijpt men niet waarom Cook ook niet aan Whit ney gezegd heeft, dat hij er In geslaagd was de Noordpool te bereiken. Te meer ligt die vraag voor de hand, waar dr. Cook aan Whitney zijn instrumenten en Waamemln* gon hoeft toovertrouwd. Te Sydney, in Nieuw-Sohotland, zijn oen: 40-tal oorrospondenten van de voornaamste dagbladen en nieuwsbureaux in do Ver- eenigde Staten bijeen, waohtende op de komst van Peary, om hem de bewijzen te vragen voor zijn beschuldigingen tegen dr. Cook. Reeds zijn maatregelen genomen voor het overseinen van eon stroom van berichten tuszehen Labrador, Newfound land en de Golf van St-Laurentius. Eon sleepboot, afgehuurd voor 250 dollar per persoon en per dag, heeft Sydney verlaten om te trachten Peary nog to Battle Har bour te bereiken, terwijl de Canadee3cho re geering een stoomboot ter beschikking heeft gesteld. Mevr. Peary is Vrijdagavond reeds te Sydney aangekomen met haar kinderen en heeft Zaterdag oen telegram van haar man ontvangen, dat do „Roosevelt" to Batt le Harbour werd opgehouden om kolen in te nemen. Do „president dor Dominion Coal Com pany" heeft rijn jacht „Speelah" tor be schikking van mevr. Peary gesteld om do „Roosevelt" tegomoet te varen, terwijl de Fransche kruiser „Isley" te Sydney is bin- nengeloopon om Peary bij zijn terugkeer met een geschut-salvo te begroeten. De gezagvoerder van de stoomboot „Taff" geladen met visch, Zaterdagnacht uit Batt le Harbour te St.-Johns op Newfoundland aangekomen, heeft uit don mond van Peary diens reisverhaal gehoord en verzekert, dat deze ten volle overtuigd is do wetenschap pelijke bewijzen van zijn succes te kunnen overleggen. Alle leden zijnor expeditie ver klaren plechtig, dat Cook nooit do Pool be reikt hoeft, maar blijkens do verklaring van Eskimo's is teruggekeerd kort nadat hij de vaste aarde had verlaten. De passagiers van de „Roosevelt" waren in goede gezondheid, maar geducht mager en zoo zwak, dat men medelijden met hen kreeg. Te Battle Harbour moesten 20 man wor den aangenomen om het schip schoon te maken en kolen te loden. Bij bet binnen varen dier haven was de „Roosovelt" op een klip gestooten en moest zij op den vloed wachten om vlot te komen. Het schip had voel van het ijs geleden. In het takelwerk hingen 60 koppen van muskusoesen en ren dieren, terwijl in het ruim een verbazende hoeveelheid bont lag. Aan dek lagen 12 hon den, do eenige die van de 230 door do expe ditie meegenomen in het leven waren geble ven. Heden werd de „Roosevelt" te Syd ney verwacht. „Do Doop." Gistermiddag is to IJmuiden binnenge komen het hospitaal-kerkschip „Do Hoop"., Aan boord bevonden zich twee patiënten, een van een Einder logger en een van een Schoveninger logger. De bemanning was wel varend. „De Hoop" zal raar Amsterdam opvaren tor proviandeering voor de laatste reis. UITI/XTINGEN. Loten stad Antwer pen 2J pOt. h fr. 100 van 1887. Trekking 10 Sept. Betaalb. 1 Juli 1910. 87 serieëm 42 690 6850 7012 12253 19G22 13207 13870 14101 14310 18180 19230 19427 20117 25908 26372 20533 28053 28-123 28603 30180 30-101 30158 30807 34878 36923 37420 40503 41812 41803 43518 43974 45247 46815 46540 46654 46665 40771 40790 46032 48199 48263 49084 50801 52271 62279 52679 53659 54171 65901 56758 57781 57862 58115 69295 69349 00355 01420 01889 03590 65764 70001 70113 70316 70114 71350 72165 Serie 14101 no. 2 fr. 10,000; serie 52279 no. 11 fn 10Ö0; serie 01889 no. 2 fr. 600 p eerie 25908 no. 7 en serie 61420 no. 10 elk fr. 250. De volgende elk fr. 160: Serie 20117 no. 5, serie 25906 no. 2, 10 en 22, serie 28372 no. 22, serie 28053 no. 14, se rie 30180 no. 3, serie 30158 no. 7, serie 34871? no. 6, serie 43518 no. 10, serie 43974 no. 18, serie 40640 no. 4, serio 40554 no. 19, serie 46065 no. 16, serie 46771 no. 13, serie 49084 no. 3, serie 57781 no. 2, serie 57862 no. 9r serie 58116 no. 10 en serie 70001 no. 23. De overige Nos. vervat ln bovenstaand# serieön elk fr. lid. Rapenburg 115, Leiden. Telet. In tere. 630. Belaft zich met de uitvoe ring van alle voorkomende TIMMERWERKEN. 9747 10 voor laders aa,n Basedowsche ziekte. Bereid onder toezicht vnn JAC. BOUHA, speciaal Arta voor Stofwisselingsziekten te 's-Gravenhsge. 208 28 De lelk ls afkomstig vao gethyreodcctomeerde Geiten, nit eigen Geitenpark Verkrijgbaar ln gecondenseerden vorm in bussen ad f 0.60. Voor Leiden en Omstreken aan ons Filiaal Korenbrugsteeg No. 3. 1289 24 vkaagt machine op pROEPi AQBntnn t GEBRs. STRAATSBURG, „UB Leidscne Wiölrcjscnool

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 5