No. 15144,
LEIDSGH DAGBLAD, Woensdag- *7 Juli. Tweede Blad.
Anno 1909.
PERSOVERZICHT.
Aeademienleuws.
FEUILLETON.
liisn Siasieeil.
Over reconstructie vair het ka
binet schrijft „De Standaard
yan zekere zijde is min of meer aange
drongen op een reconstructie van het ^Ka
binet, en zulks met het oog op den Kabi
netsformateur van 1901.
Onzerzijds is dit denkbeeld niet alleen
biet gevoed, maar zoo beslist mogelijk af
gesneden, toen ons blad reeds voor roaaix-
don op de meest stellige wijze verklaarde,
dat eon latere opneming vau d^n genoemde
in het Kabinet was uitgesloten.
.Naar het schijnt is op die stellige woor
den niet genoegzaam gcht, of heeft mon
althans gedacht* dat latere omstandigheden
in de toen gedane uitspraak wijziging kon
den brengen.
Ook hieraan echter is door ons nooit
voedsel gegeven, en uitteraard zouden wo,
zoo onze uitspraak van toen haar geldig
heid bad verloren, ze ook openlijk herroe
pen hebben.
Dit deden we niet, en vermaakten er ons
dan ook niet weinig mede, toen we in de
stembusdagen zelfs oen man als rnr. Van
Houten hoorden roepen„In 1905 was
het: Kuyper moet weg! Thans is de leuze:
Kuyper moet wegblijve n."
Vreemde leus tegen iemand, namens wien
reeds voor maanden verklaard is, dat elk
dankbeeld om niet weg te blijven was uit
gesloten.
Hot tegenwoordig Kabinet blijft wat het
if, en zal, door het votum der kiezers ge
dragen, de leidipg van 's Lands zaken, on
gewijzigd in zijn personeel, blijven voort
zetten.
De „N i e u w c Ar n.h-e nVs blh-aO o u-
r a n t1' Bchrijft:
Van aandrang van zek&r© zrjefe^isijns al
eer weinig gebleken. Alfëeh" üë"7;S-tri c ht-
iche Courant" liet een proefballonne
tje op, hetwelk onmiddellijk van katholie
ke en chr.-hist. zijde werd 6tukgeblazen.
Intusschen is het gelukkig, dat „De
Standaar d", of liever de man aan het
roer, eindelijk het geheugen teruggevonden
heeft, dat vóór en tijdens de verkiezingen
verloren bleek, en zich thans herinnert
reeds voor maanden" te hebben verklaard,
dat een latere opneming van dr. Kuyper
in het Kabinet was u i tgosloten.
Uit de Deputatenrede, uit die te Dor
drecht gehouden, was van een dergelijke
vtellige verklaring niets te bespeuren en
ook de „Stichtschc Courant",
die wel eens meer de rol van loodvischje
ran den Grootcn Leider vervult, had haar
blijkbaar vergelen, toen dit blad schreef,
dat zich thans niets moer tegon con optre
den van dr. Kuyper als minister verzette.
Is het aan de onthullingen van rar. Tide-
man te danken, dat het geheugen thans is
teruggekeerd en men rich weder herinnert
.wat vóór maanden werd verklaard
Men heeft het meer gezien, dat een ge
weldige moreele schok een dergelijk ver-
•hijnsel veroorzaakte.
Op één punt 6chijnt het herinneringsver
mogen der „Standaar <F '-redactie nog
niet hersteld. Het blad verklaart ,,op de
meest stellige wijze": Het tegenwoordig
Kabinet blijft wat het is, en zal...
de leiding van 's lands zaken, o n g e w ij-
ligd in zijn personeel, blijven
voortzetten.
Drvt er een art. 77 der Grondwet bestaat,
hiidende ,,De Koning(in) stelt ministe-
rfeele departementen in, hernoemt er de
hoofden van, en ontslaat die naar welge
vallen", schijnt b*>t a.-r. blacl zich nog niet
fa herinneren.
Het. leeft zeker nog in de herinnering
van de dagen van 19011905, toon de presi-
'dent-minister eveneens tegenover de Ko
ningin handelde, als bestond cr geen
Grondwet.
,,D e Nieuwe Courant" zegt:
De „Staatscourant" bevatte de
inededeeling, dat de Italiaansche regeo-
cing voornemens was, eerlang wijzigingen
fa brengen in de regelen betreffende den-
1 fl oor daar te lande van rundvee,
afkomstig uit Nederland. In verband
daarmede werden handelaren en commis-
siennairs, bij dien uitvoer betrokken, uifc-
genoodigd vóór £5 Juni e. k. hun namen te
willen opgeven aan den directeur-generaal
van den Landbouw, onder opgave of zij
fokvee, slachtvee dan wel beide soorten
vee naar Italië uitvoeren.
Wij weten natuurlijk niet of cr, en zoo
ja, hoeveel personen of firma's gevolg heb
ben gegeven aan die oproeping. Waar ech
ter hier ongetwijfeld een handels4>elang en
zeker niet minder een landbouw b. lang op
het spel staat, zullen de betrokkenen wel
van zich hebben doen hooren. Het zou toch
al zeer dwaas zijn, nu wellicht mogelijk
heid bestaat, vóór de bedeelde wijzigingen
zijn aangebracht, er van kennis tc nemen
en wellicht nog eenigen invloed uit te oefe
nen ten gunste van de Nederlandsche im
porteurs, van die gelegenheid geen of een
zeer spaarzaam gebruik te maken. In den
regel toch klaagt men steen en been als
eenmaal voor onzen handel nadeolige be
palingen in het buitenland zijn gemaakt
en betreurt men het, dat niet te voren
eenige moeite kon worden of werd gedaan
om cvetotueele nadedige maatregelen te
voorkomen.
Reeds fa vaak hebben wij hier fa lande
de treurige ervaring opgedaan, dat plotse
ling, en soms geheel willekeurig, de gele
genheid om ons vee in een met moeite
veroverd afzetgebied fa plaatsen, werd
afgesneden. In de meeste gevallen echter
werd als oorzaak opgegeven het heerschen
van besmettelijke of andere veeziekten.
En in verband met bijzonder protectionis
tische neigingen, doch ook wel om eigen
land tegen besmetting te behoeden, ia dan
de mogelijkheid voor een buiten werking
stellen van den maatregel vaak vrij ge
ring. Noch in Engeland noch in Duitsch-
lond, om maar een paar landen te noemen,
mag ons vee worden ingevoerd. Het is dus
wel zaak fa zorgen, dat wij behouden wat
wij hebben, want, en hierop willen wij den
nadruk ditmaal vooral leggen, uit onzen
veestapel moet en kan in de toekomst voor
een nog veel grooter deel dan thans reeds
het geval is de boer zijn voordeel halen.
Het Nederlandsche vee is juist door zijn
uitnemende eigenschappen in liet buiten
land beroemd. Zoowel geschikt voor een
ruime en vetrijke mclkgifte als voor de
vetmesterij, wordt het vooral in den laat-
sten tijd met oordeel gefokt en jaarlijks
breidt zich het aantal vereenigingen uit,
dat zich ten doel stelt, door rationeel fok
ken den veestapel te verbeteren. Met het
oog op melkgifte de aandacht wijdend aan
afstamming en melklijsten, met het oog op
de vetmesterij en op een krachtig gestel
het exterieur niet vergetend, wordt lang
zaam, maar zeker het deel nagestreefd en
de productiviteit van ons vee-geleidelijk,
doch zeker verhoogd. Dat nu weet men in
het buitenland zeer goed, en zeker niet
voor niemendal komen hier jaarlijks al
heel wat kooplieden cn veehouders uit den
vreemde, om tegen hooge prijzen zich te
lande van prima fokmateriaal te voorzien.
Dien weg moe* het uit. Veel meer dan
thans zal en moet de buitenlandscho vee
houder zijn stallen voozien van Neder-
landsch fokvee, als maar alles gedaan woidt
wat mogelijk is, om in de juiste richting
te v erken. De productie op eigen stal zal
er zeer door toenemen en de hooge sommen,
die de bir'tenlander voor het door hem be-
geerdo fokvee wil betalen, komen als een
zoet winstje extra binnen. Eenigo onzer
Friesche en Noordhollandsche boeren met
hun reeds beroemd stamboekvee zouden
daarvan al heel mooie staaltjes kunnen ver
tellen. Maar die uitzonderingen moeten cn
kunnen meer regel worden en dat zal zeker
het geval rijn, als het besef van hetgoen
nog te bereiken is meer en meer doordringt
bij hon, die rechtstreeks belanghebbenden
zijn, dus bij al onze veehouders.
Dcch het is niet genoeg alleen zorg fa
dragen voor het fokken van goed en aan
alle billijke eisohen voldoend vee, ook moet
de veohouder er naar streven de afzetge
bieden, dia voor hem goopend zijn, fa be
houden en nieuwe te veroveren. Daarvoor
is nog meer noodig en wel strikte eerlijk
heid en waarborgen, dat gezond vee wordt
geleverd. Te dikwijls is 't voorgekomen dat
den exporteur vee in handen weid ge
stopt, dat in het buitenland lijdend bleek
fa zijn aan eenigo ziekte; te dikwijls heeft
dc exporteur zelf vee, waaraan iets man
keerde, als gezond den buitenlandsche af
nemer op het dak gezonden. Dergelijke be
driegerijen mogen niet voorkomen, want zij
doen onmiddellijk schade aan den geheelen
afzet, en geven, als het besmettelijke ziek
ten geldt, tevens aanleiding tot het sluiten
van de grenzen voor den invoer van Ne-
dei landsoh vee*.
Groot is dus do verantwoordelijkheid,
die nu; en op den duur natuurlijk nog veel
meer, op den fokker en den handelaar-
exporteur rust. Zij hebben tot op zekere
hocgfa de toekomst van onze vee-export
in handen en wg willen hopen, dat zulks
door ieder hunner begrepen wordt.
Sedert eenigen tijd heeft ook onze Re
geering begrepen, <lat de tijd van handelen
is aangebroken, door een gelegenheid in
het leven te roepen waar vee, bestemd voor
export, kan gekeurd en van een officieel
bewijs van gezondheid voorzien worden. Of
er tot heden veel gebruik van wordt go-
maakt ia ons niet bekend, doch wij hebben
reden om fa gelooven, dat zulks wel het
geval zal zijn.v,~i\Êarfe het niet zoo, dan zou
ons dat spijten,--"Wiint voor do ontwikkeling
van onzéir veêiwtvoer is zeker die instel
ling vah veel béteeikcnis, wat men eigen
lijk eerst dan het beet zou gevoelen, als
door een of andere ziekte de handel werd
belemmerd. Het is dan ook fa wenschen,
dat spoedig do tijd komt, waarop geen stuk
vee ons land verlaat, zonder behoorlijk
voorzien fa zijn van een gezondheidsbewijs.
Wat zou dat een vertrouwen gevenEn
als de importeerende landen bijv. de be
paling maakten, dat alle in fa voeren Ne-
derlandsch vee moeBt zijn voorzien van
zulk een bewijs, zou dat dan niet anders
dan gunstig werken op onzen uitvoer en
op den gezondheidstoestand van onzen ge
heelen veestapel. De voorzorgsmaatrege
len, die thans van Regeeringswege geno
men worden en men denke o. a. aan het
mond- en klauwzeer met goed succes,
zouden zeker daardoor nog meer gewaar
deerd worden de medewerking der veehou
ders zelf in de naleving der in hun belang
gemaakte bepalingen zou zeker nog meer
algemeen zijn en het bezit van een schoo-
nen, zeer productieven veestapel met een
uitgebreid afzetgebied voor Nederlandsch
fokmateriaal in den vreemde zou het loon
gijn van al die inspanning, al die zorg en
al die moeite. Dat loon zou zich voor het
heden en de toekomst in den vorm van
hooge inkomsten in de beurs van den vee
houder deen gevoelen.
En daarom is het tooh in de eorsfa plaats
fa doen
Het orgaan van het Christelijk Werklie
denverbond „Patrimonium", dat ook „P a-
trimonium" heet, bespreekt den eind
uitslag der verkiezingen, en ver
blijdt zich er over, dat de rechterzijde zulk
een stevige meerderheid heeft. Het blad zegt
onder meer:
„Op daden komt het nu aan.
Daarop wacht heel het volk.
En nu weten we wel, dat links al vast
aan het opsommen is van hetgeen nu ge
beuren moet, maar daardoor laten we ons
niet leiden. Die opsomming is toch niet ern
stig gemeend.
Wel heeft links recht om tc vragen, dat
er nu van de uitvoeriugs-inogelijkhcid der
rechtscho beginselen iets blijken zal. Als
oppositie kan dat gevorderd worden cn men
zal van die zijde ook niet nalatig blijven,
om daar de aandacht op tc vestigen.
Alleen de leiding berust niet bij links,
cn ook zal daar niot in de eersts plaats
gevraagd worden, wat vóór moet gaan, of
achteraan dient te komen.
Dc leiding is thans bij rechts, on inzon
derheid bij het zittend Kabinet.
Het Kabinet-Heemskerk mag in den uit
slag der stembusworsteling inzonderheid zien
een votum van vertrouwen, maar kan er
ook uit hooren een stem, die roept, dat van
deze Ministers gevraagd wordt do oplossing
van tal van kwesties, welke in den laatsten
tijd sleepende gebleven zijn.
Dat brengt groote verantwoordelijkheid
mede.
^Wien veel gegeven is, van dien zal ook
veel gcëischt worden.
Dat geldt ook hier.
Een Kabinet met zoo'n sterko meerder
heid in de beide Kamers der Staten-Genea-aai
achter zich, kan veel tot stand brengen."
Vooral de arbeidorspensionnee-
rin g zal nu moeten komen, meent hst blad.
Het is van oordeel, dat doze kwestis voorop
moet gaan
„Evenwel is dit een der kenmerkende trek
ken van den laatsten stembusstrijd geweest,
dat ons volk als het ware gezegd hoeft:
„hou nu eens een oogenbhk op met dat
gesol over het algemeen kiesrecht, au begin
eens met de soeiale verzekeringon, die drin
gend zijn."
Hierin was do sfambusuitslag volstrekt
niet twijfelachtig.
Mede daardoor is aan rechts da leiding
gekomen.
En daarvoor zijn we dankbaar. We ver
wachten cr voor ons arbeidend volk voel
goeds van.
Niet slechts ter bevestiging en beveili
ging van de geestelijke goederen, dia ons
volk als het „vaderlijk erfdeel" wcnscht te
bewaren, maar ook ter verheffing cn ver
sterking van het stoffelijk leven, dat in
den ongebreideldcn concurrentiestrijd zoo
veelszins sehado loed."
Provinciale Stalen van Zuid-Holland.
De Staten van Zuid-Holland hielden
gisteren in het gebouw der Eerste Kamer
do eerste zitting voor de zomervergadering.
De Voorzitter, Hr. Ms. Commissaris mr.
Patijn, herdacht de geboorte van Prinses
Juliana en uitte den wensch dat het den
Almachtige moge behagen het dierbaar leven
van dc Prinses te bewaren en Haar voor
spoedig te doen opgroeien tot vreugde van
Haar Koninklijke ouders en tot oen zegen
voor geheel ons Vaderland.
Nadat do vergadering haar instemming
met dien wensch door levendig applaus had
to kennen gegeven, bracht do Voorzitter ver
volgens hulde aan de nagedachtenis van het
overleden Statenlid mr P. D. Kley, die door
zjjii qualiteit van dijkgraaf van Schieland
bijzondere kennis van het watcrschaps- en
polderwezen bezat.
Do vergadering betuigde ook met de-zo
huldiging haar instemming.
Als nieuwe ieden werden toegelaten cn
boëedigd de hecren J. T. Visser (Sliedrecht)
on dr. Kraus ('s-Gravenhagc).
Commissoriaal wc-rden gemaakt: de pro
vinciale rekening over 1907; do stukken "be
treffende het botorcontrólc-station ia Zuid-
IIolland do subsidie-aanvragen voor de
aanst. landbouwtontoonstelling te Gouda;
voor het kaascontróle-station; voor do huis
houding van Goedcreedö cn Stellendam;
voor inrichtingen van vakonderwijs te Dor
drecht, Gouda, Schiedam, Rotterdam, 's-Gra-
venhage, Gorkum, Vlaardingcn, Leiden en
tc Oostendamvoor do subsidic-verhooging
van de inrichting voor ooglijders te 's-Gra-
vonhage; de verhooging van het voorschot
aan do Westlandsche Stoomtram-Mij.; de sub
sidie voor voltooiing van den spoorweg
GoudaSchoonhovende bijdrage voor do
haven te Maassluis; het onderhoud der haven
te Middelharnis en grondovcrdracht te Delft;
alsmede verschillende polderreglomeulen.
Het adres der 's-Gravcnhaagschc R. K.
Middenstands-vcreeniging om subsidie voor
een handels-avondcursus is om advies aan
Ged. Staten verzonden, evenals do aanvrago
van den Barbiers- en Kappcrsbond te Rot
terdam en van de Dordrcchtschc huishoud
school.
Ter afdoening werd aan Geil. Staten ver
zonden het adres van „Schuttevaor" houdende
do klacht over belemmering van de scheep
vaart in do Gouwosluis.
Nog was ingekomen een adres der Ncd.
Orthopedische Vereeniging, houdendo bestrij
ding der subsidie-aanvrage vam dc Vakschool
tot opleiding van heilgymnastiek te 's-Gra-
venhage.
Medegedeeld werd dat ter griffie ónder
geheimhouding zijn nedergelegl dc stukkon
naar aanleiding van klachten vau dr. Den
Houter omtrent liet gesticht Veldwijk.
Gistermiddag kwamen do afdcelingcn bij
oen.
De volgende vergadering is bepaald op
Dinsdag 20 Juli, 's voormiddags to elf uren.
Rev. Wm. Elliot Grifflg.
De Amerikaansche geschie<lvo.seller W.
Elliot Griffis zal binnenkort kouien in ver
band met het plaatsen van gedenkplaten
in historische gebouwen.
De heer Griffis zal 8 dezer met de „Rot
terdam" hier te lande aankomen. Namens
Rutgers College, aan welke inrichting van
onderwijs de heer Griffis heeft gestudeerd,
zal hij gedenkplaten aanbieden aan d®
ütrechtsohc hoogesohool (9 Juli, 2 uren);
aan de kerk in het Begijnhof, Kalverstrftat
Amsterdam (Tl Juli), ter herinnering aan
het verblijf dor „Pilgrim Fathers" in Hol
land en Amsterdamte Nijkerk, do oud®
woonplaats van «ten latcren stichter van
Snenectady (Ncw-York) Arend van Curler
(12 Juli); te Leeuwarden ter plaatsing in
het gebouw der Provinciale Staten tor her
innering aan het besluit van die Staten, op
26 Februari 1782, strekkende om te ndvi-
seeren tot erkenning, door de republiek van
den gezant der Verenigde Staten John
Adams (16 Juli).
Verder is de heer Griffis voornemens nai
rijn kort verblijf hier fa lande, in deze
ni^and, nogmaals hier fa komen in Septem
ber. Dat zal dan wezen voor de plaatsing
in eon gebouw fa Leiden, van eon gedenk
plaat ter herinnering aan prof. Jean Luza®,
voor wat deze als redacteur van de vroe»
gore Loidsche Courant heeft gedaan in hol
belang vnn de erkenning van de Vereenigd®
Staten door de Republiek
Cnrnegie-stlcliting.
Bij Kon. besluit is:
lo. aan jhr. S. "van Citters, tc 's-Gra-
ronhago op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als lid, tevens secretaris-p omringd
meester, van hot b: stuur der Carnegie-
stichting, onder dankbetuiging voor de in
deze hoedanigheden bowezon diensfan
2o. benoemd tot lid, tevens socretarii-
penningraeester, van het bostuur dier stich
ting, mr. R. J. H. Patijn, lid van de Twee
de Kamer der Staten-Generaal.
Oe Hederlandscli-Belgische Commissie.
Hot algemeen secretariaat der Neder-
landsch-Belgische Commissie zal de rappor-
ton en besluiten, aangenomen door de in
Den Haag gehouden vergadering der oonv<
missie, als boek doen verschijnen. Dit boek
zal in het Fransch on liet Nederlandsch
worden uitgereikt aan de Ministers on
de Kamerleden, alsmede aan do voornaamste
autoriteiten en vereenigingen, welke studi®
maken van economische vraagstukken. De
Commissie zal voorloopig niet meer bijeen-»
komen, behoudens het verrichten van enkel®
officieuze onderhandelingen, terwijl zij niet
vóór October haar eigenlijke werkzaamheden
zal horvatten, met het oog op de Vlerdé
oonferentie, wolke het volgende jaar to Brus»
sel zal worden gehouden.
Dol ft. Tcchnischo Hoogcschool. Inge»
nieurs-examen, civiel ingenieur, de hoeroq
C. F. van Bergen (met lof), Th. J. Bakr,
jhr. A. G. Bcelaerts van Blokland, S. Daal»
mcijcr, P W. J. M. Driessen, F. G. Duraas,
E. Fels, J. Frijling, W. J. A. Gleenewia*
kei Ivaniperdijk, P. C. S. van Iinttem, G.
H. H. Kluytmans, A. L. Knook, W, Mem
sert, A. F. Meijer. D. W. C. J. Meijncrs,.
J. L. Moen>, J. F. van Naerssen, F. van
Rij, L. C. Schram, H. W. Scbbclee Jr., H.
Soijdenzaal, R. A. E. Snethlage, W. P. S«
von Stein Callenfels, II. L. Swart, II. Wi«
van der Voort, J. E. A. von Wolzogen Kllhr<
Amsterdam. Bevorderd: tot doctor in'
de klassieke letteren, op proefschrift, dc heen
G. van Hoorn, geboren to Amsterdamtot'
doctor in de geneeskunde, op proefschrift^
do heer E. A. Zcgcrs Verhoeven, geboreqf
te Ludramajoc (Java).
Utrecht. Bevorderd tot doctor in dej
geneeskunde do heer A Hendriks, arts, ge»
boren te 's-Gravenhage, (met lof), op proef»
schrift, getiteld: „Elementaire Psychisch®
Stoornissen bij Typhus Abdominalis"toti
doctor in de rechten de heer II. R. A. Laman'
Trip, geboren tc Vlissingcn, op Stellingen.
86)
„Nu moeten onze oudheidkenners gauw
komen. Waarlijk, Idaar zs roodsriep ik.
„Maar dat is allemaal klein goed!"
„Dat kunnen zij niet zijn, Leo! Dat zijn
immers kinderen!" riep Cliloë.
„En wat een troep! Wat mogen die wel
willen
Het lijkt "wel of zc een uitstapje maken
maar thans, in den winter! En zij hebben
boeken hij zichEigenaardig, dat or in het
geheel geen volwassenen onder zijn. Ga naar
benoden, Leo, en stuur ze weg; anders ruï
neeren ze den boel nog."
„Ik zai eerst eens wagcD, wat rij willen."
„Ja, zij zullen w?l een uitvluchtjc hebben.
Zc willen natuurlijk botaniseeren of zoo iets,
ofwel steen en verzamelen, cn dan laat je
hen begaan. Ik ken dat! Denk er maar eens
aan, hoe je die twee jongens meikevers uit
do boomen hebt laten schudden en hoo ze
toen alios hebben platgetrapt Ik zal hen
liever zelf wegsturen.
Zij liep vlug de trap af, schoot oen paar
klomjxm aan, die beneden gereed staan vöor
tuin wandelingen in 'den winter, en klapperde
gemelijk den weg in naar de cederboomen.
Ik sloeg een kortoren weg in tusschcn Jim's
selderij-bedden, want Chloë is in haar toen
geweldig, ofschoon deze zich meestal oplost
in tranen.
Do imlringcra hadden zich gegroepeerd
rondom den zonnewijzer. Zij stenden met
den rug naar ons tod en een hüaner las
hardop voor:
„Waarschijnlijk gaf deze zonnewijzer reeds
den tijd aan, toen Ivarel I onthoofd werd,
en sprak hij van de doodelijkc verwoesting,
welke de groot© pest aanrichtte, en van den
grootcn brand te Londen. Ongetwijfeld heeft
de zon destijds zelfs bij al die ongelukkige
gebeurtenissen dikwijls geschenen; vandaar,
dat wij iekor met recht mogen
De voorlezer had zeker het dreigende onheil
van Chloë's klap-klappende klompen hooren
aankomen, want hij hield plotseling op. Ja,
Chloë zag er allesbehalve vriendelijk uit, en
het kwam mij voor, dat dï knaap schrok, toen
hij haar gevaar werd. Maar 'in het volgende
oogenblik was hij mijn vrouw reeds to ge-
moet geg-aan en had hij met een ridderlijken
zwaai zijn muts afgezet. De andere jongens
volgden zijn voorbeeld en namen eveneens
hun mutsen a'f. Er warsn ook meisjes bg,
kleine meisjes, mot rood© wangen en rood©
mutsen en met mantels met breed© kragen
om. Allemaal kinderen, zooals Chloë gezegd
had, en ieder met een bril op.
„Weet jelui niot, dat dit een particulier®
tuin is? Het is niet geoorloofd hier in te
lcopon." Chloe's stem klinkt mooi, zelfs als
ze boos is; maar ik bameTkte toch, dat haar
toorn een weinig gekalmeerd was, toen d©
jongens zoo netjes hun mutsen afnamen.
„Is dit uw tuiu?" vroeg een dikkerd, de
kleinste van liet gezelschap, Chloc onbe
schroomd over zijn bril heen aankijkende;
maar een der meisjes trok hem aan zijn
jas en zeiue. hem, dat hij stil moest zijn.
„Het spijt ons erg", verklaarde nu d©
jongen, die voorgelezen had. „Wij zouden
niet gekonn-n zijn, indien we geweten had
den, dat >*e stoorden; maar we hebben Óen
toegangsbewijs en nu docht ik, dat alles in
orde was. Alios, houd jij mijn bril een
oogcnblikja vast, ik moet het bewijs bij mij
hebben."
Het mooiste van de rood gemutste meisjes
nam den bril aan, en de jongen zocht in
verscheideno zakken, terwijl ik op Chloë
toetrad, om haar zoo noodig ts helpen.
„Daar is het!" Hij had uit deu veelsoor-
tigen inhoud Van zijn zakken c?n verkreu
keld papier te voorschijn gehaald en over
handigde het Chloë met e6n waarlijk sier
lijke buiging. Het was mijn brief aan de
oudheidkundige vereeniging!
„Maar deze Ibrief is niet aan uw adres
gelicht, doch aan dat van mijnheer Turn-
bull."
„Ja, dat is mijn achuld", verklaarde een
jonge, bleek© knaap met angstig uiterlijk.
„Wij hebben ©r om geloot, wie den brief
moest overschrijven; jk moest het doen, en
toen heb ik per abuis ook do onderteekening
overgeschreven."
Chloë bracht 'als in verwarring de handen
aan haar hoofd: „Wat beteekent dit alles?
Wij begrijpen niet, wat jelui wilt. Vertelt
nu eens van het begin af aan, hoe het ge
gaan is en wat jelui hier komt doen."
Er volgde een algemeene stilzwijgendheid,
doch ten slotte zei het oudste meisje:
„Vertel jij hot maar, Oswald!"
D© knaap, di© voorgelezen had, draaide
verlegen de muts tusechen zijn vingers en
wipte van den penen voet op den anderen.
Maar weldra vermande hij zich. en keek
Chloë met vernieuwde vrijmoedigheid in de
oogen.
„Eerst moet ik zeggen, dat het ons spijt,
dat mevrouw boos op ons is geweest, en dat
wij haar vragen, het ons niet kwalijk te
nemen."
iét Jtel antwoordde Chloë^
reeds met het geval verzoend. „En nu ver
der."
„Zic-t u, toen wij gedurende dc zomcr-
vacantio buiten [waren, schreven de loden
eoner vereeniging van oudheidkundigen aan
den oom van Albert deze hier is Albert"
en hij duwdo zachtjes oen kleuter met
een kort fluwcelon broekje aan. naar voren
„cn verzochten, of zij zijn huis mochten be
kijken.
En omdat we dachten, dat wc ons in
de Kerstvacantie misschien een beetje zou
den kunnen vervelen, maakten we het plan
„oudheidkundig vorecnigingetjc" te spelen.
De oom van Albert heeft ons eens uit den
spoortrein op dit huis gewezen, terwijl wij
voorbij reden, en gezegd, dat hier vroeger
een beroemd man had gewoond, cn dat cr
thans een groot schrijver woonde. Daarom
vroegen wij verlof om te mogen komen, en
u hebt het ons dadelijk gegeven."
„Ja", zeido jLk getroffen door de erken
ning van «mijn werk, of liever dat van den
„geest". En bent u nu mr. Edward Turn-
bull
„Neen, dat ben ik ni?t!" stoof Oswald,
als 't war© beleedigd op. „Ik wou u daar
omtrent juist nadere inliohtingcn geven. Wij
wisten eerst niet, wat wij moesten schrij
ven, en toen besloten we ten laatste den
brief over te schrijven, die de cchtc oud
heidkundige vereniging aan den oom van
Albert geschreven had, cn Noel trof het
lot. Maar bij het overschrijven dacht hij
aan een gedicht, dat hij 'maken wil, en toen
paste hij niet genoeg op en schreef ook de
onderteekening met dc machine af. Wij be
merkten dit pas, toen de brief gesloten en
dc postzegel er reeds opgeplakt was, en toen
dachten we: het komt ar niet op aan, want
als u gtoit mijnheer Turnbull eens mocht
zien, zoudt u voor hsm op de vlucht gaan^
zoo gelijkt hij op een vogelverschrikker I"-
„Neen, ik ben heel tevreden, dat jij Os»
wald en niet mijnheer Turnbull bent."
Chloc glimlachte, en ik bemerkte duidelykj
dat zij plotseling het hart van heel dc kin»
derschaar voor zich gewonnen had.
„Hot spijt mij, dat ik eerst niet begrepen
heb, hoe de zaak in elkaar zat. Nu willen
wij jelui niet langer storen, want je zult
je voordracht wel willen houden."
„Bon jelui allen zoo bijziende, dat jc briL
Ion moat dragen?" vroeg ik.
Zij begonnen te lachen; liet was een gulle,
hartelijke kinderlach, die in onzen tuin heel
lief Jvlonk.
„O, neen," antwoordde een der meisjes,
„maar we wilden er uit zien als die geloerd®
aqua aquariums antiquariums Het
hoeft ons heel wat merite gekost, zooveel
brillen bij elkaar tc krijg.a en verschei
dene er van hebben ook geen glazen moer."
„Nog oen vraag: Als u niet mijnheer Turn-i
buil heet, hoe heet u dan
„Wij listen Bastable", antwoordde de
grootste jongen, met een deftigheid, als
noemde hij den naam ecner wereldberoemd©
dynastie. „Ik heet Oswald; dat zijn Alice
en Dora; deze Jiier is Noël, die den brief
heeft geschreven, Richard is op één na de
oudste, cn die dikke daar is do jongste.
Dcz3 naeisjes zjjn Daisy cn Denny Foulkc,
on dat is Albert Morrriono, over wiens oom
ik zooeven eprak."
„Wil jelui niet bij ons komen lunchen?"
vroeg Chloë, terwijl zij haar japon opnam.
„Voel heb ik niet in huis, maar or zal
toch wel genoeg zijn. Brood en marm®
lad®."
(Wordt vervolgd.)