No. 15144, LEIDSGH DAGBLAD, Woensdag- *7 Juli. Tweede Blad. Anno 1909. PERSOVERZICHT. Aeademienleuws. FEUILLETON. liisn Siasieeil. Over reconstructie vair het ka binet schrijft „De Standaard yan zekere zijde is min of meer aange drongen op een reconstructie van het ^Ka binet, en zulks met het oog op den Kabi netsformateur van 1901. Onzerzijds is dit denkbeeld niet alleen biet gevoed, maar zoo beslist mogelijk af gesneden, toen ons blad reeds voor roaaix- don op de meest stellige wijze verklaarde, dat eon latere opneming vau d^n genoemde in het Kabinet was uitgesloten. .Naar het schijnt is op die stellige woor den niet genoegzaam gcht, of heeft mon althans gedacht* dat latere omstandigheden in de toen gedane uitspraak wijziging kon den brengen. Ook hieraan echter is door ons nooit voedsel gegeven, en uitteraard zouden wo, zoo onze uitspraak van toen haar geldig heid bad verloren, ze ook openlijk herroe pen hebben. Dit deden we niet, en vermaakten er ons dan ook niet weinig mede, toen we in de stembusdagen zelfs oen man als rnr. Van Houten hoorden roepen„In 1905 was het: Kuyper moet weg! Thans is de leuze: Kuyper moet wegblijve n." Vreemde leus tegen iemand, namens wien reeds voor maanden verklaard is, dat elk dankbeeld om niet weg te blijven was uit gesloten. Hot tegenwoordig Kabinet blijft wat het if, en zal, door het votum der kiezers ge dragen, de leidipg van 's Lands zaken, on gewijzigd in zijn personeel, blijven voort zetten. De „N i e u w c Ar n.h-e nVs blh-aO o u- r a n t1' Bchrijft: Van aandrang van zek&r© zrjefe^isijns al eer weinig gebleken. Alfëeh" üë"7;S-tri c ht- iche Courant" liet een proefballonne tje op, hetwelk onmiddellijk van katholie ke en chr.-hist. zijde werd 6tukgeblazen. Intusschen is het gelukkig, dat „De Standaar d", of liever de man aan het roer, eindelijk het geheugen teruggevonden heeft, dat vóór en tijdens de verkiezingen verloren bleek, en zich thans herinnert reeds voor maanden" te hebben verklaard, dat een latere opneming van dr. Kuyper in het Kabinet was u i tgosloten. Uit de Deputatenrede, uit die te Dor drecht gehouden, was van een dergelijke vtellige verklaring niets te bespeuren en ook de „Stichtschc Courant", die wel eens meer de rol van loodvischje ran den Grootcn Leider vervult, had haar blijkbaar vergelen, toen dit blad schreef, dat zich thans niets moer tegon con optre den van dr. Kuyper als minister verzette. Is het aan de onthullingen van rar. Tide- man te danken, dat het geheugen thans is teruggekeerd en men rich weder herinnert .wat vóór maanden werd verklaard Men heeft het meer gezien, dat een ge weldige moreele schok een dergelijk ver- •hijnsel veroorzaakte. Op één punt 6chijnt het herinneringsver mogen der „Standaar <F '-redactie nog niet hersteld. Het blad verklaart ,,op de meest stellige wijze": Het tegenwoordig Kabinet blijft wat het is, en zal... de leiding van 's lands zaken, o n g e w ij- ligd in zijn personeel, blijven voortzetten. Drvt er een art. 77 der Grondwet bestaat, hiidende ,,De Koning(in) stelt ministe- rfeele departementen in, hernoemt er de hoofden van, en ontslaat die naar welge vallen", schijnt b*>t a.-r. blacl zich nog niet fa herinneren. Het. leeft zeker nog in de herinnering van de dagen van 19011905, toon de presi- 'dent-minister eveneens tegenover de Ko ningin handelde, als bestond cr geen Grondwet. ,,D e Nieuwe Courant" zegt: De „Staatscourant" bevatte de inededeeling, dat de Italiaansche regeo- cing voornemens was, eerlang wijzigingen fa brengen in de regelen betreffende den- 1 fl oor daar te lande van rundvee, afkomstig uit Nederland. In verband daarmede werden handelaren en commis- siennairs, bij dien uitvoer betrokken, uifc- genoodigd vóór £5 Juni e. k. hun namen te willen opgeven aan den directeur-generaal van den Landbouw, onder opgave of zij fokvee, slachtvee dan wel beide soorten vee naar Italië uitvoeren. Wij weten natuurlijk niet of cr, en zoo ja, hoeveel personen of firma's gevolg heb ben gegeven aan die oproeping. Waar ech ter hier ongetwijfeld een handels4>elang en zeker niet minder een landbouw b. lang op het spel staat, zullen de betrokkenen wel van zich hebben doen hooren. Het zou toch al zeer dwaas zijn, nu wellicht mogelijk heid bestaat, vóór de bedeelde wijzigingen zijn aangebracht, er van kennis tc nemen en wellicht nog eenigen invloed uit te oefe nen ten gunste van de Nederlandsche im porteurs, van die gelegenheid geen of een zeer spaarzaam gebruik te maken. In den regel toch klaagt men steen en been als eenmaal voor onzen handel nadeolige be palingen in het buitenland zijn gemaakt en betreurt men het, dat niet te voren eenige moeite kon worden of werd gedaan om cvetotueele nadedige maatregelen te voorkomen. Reeds fa vaak hebben wij hier fa lande de treurige ervaring opgedaan, dat plotse ling, en soms geheel willekeurig, de gele genheid om ons vee in een met moeite veroverd afzetgebied fa plaatsen, werd afgesneden. In de meeste gevallen echter werd als oorzaak opgegeven het heerschen van besmettelijke of andere veeziekten. En in verband met bijzonder protectionis tische neigingen, doch ook wel om eigen land tegen besmetting te behoeden, ia dan de mogelijkheid voor een buiten werking stellen van den maatregel vaak vrij ge ring. Noch in Engeland noch in Duitsch- lond, om maar een paar landen te noemen, mag ons vee worden ingevoerd. Het is dus wel zaak fa zorgen, dat wij behouden wat wij hebben, want, en hierop willen wij den nadruk ditmaal vooral leggen, uit onzen veestapel moet en kan in de toekomst voor een nog veel grooter deel dan thans reeds het geval is de boer zijn voordeel halen. Het Nederlandsche vee is juist door zijn uitnemende eigenschappen in liet buiten land beroemd. Zoowel geschikt voor een ruime en vetrijke mclkgifte als voor de vetmesterij, wordt het vooral in den laat- sten tijd met oordeel gefokt en jaarlijks breidt zich het aantal vereenigingen uit, dat zich ten doel stelt, door rationeel fok ken den veestapel te verbeteren. Met het oog op melkgifte de aandacht wijdend aan afstamming en melklijsten, met het oog op de vetmesterij en op een krachtig gestel het exterieur niet vergetend, wordt lang zaam, maar zeker het deel nagestreefd en de productiviteit van ons vee-geleidelijk, doch zeker verhoogd. Dat nu weet men in het buitenland zeer goed, en zeker niet voor niemendal komen hier jaarlijks al heel wat kooplieden cn veehouders uit den vreemde, om tegen hooge prijzen zich te lande van prima fokmateriaal te voorzien. Dien weg moe* het uit. Veel meer dan thans zal en moet de buitenlandscho vee houder zijn stallen voozien van Neder- landsch fokvee, als maar alles gedaan woidt wat mogelijk is, om in de juiste richting te v erken. De productie op eigen stal zal er zeer door toenemen en de hooge sommen, die de bir'tenlander voor het door hem be- geerdo fokvee wil betalen, komen als een zoet winstje extra binnen. Eenigo onzer Friesche en Noordhollandsche boeren met hun reeds beroemd stamboekvee zouden daarvan al heel mooie staaltjes kunnen ver tellen. Maar die uitzonderingen moeten cn kunnen meer regel worden en dat zal zeker het geval rijn, als het besef van hetgoen nog te bereiken is meer en meer doordringt bij hon, die rechtstreeks belanghebbenden zijn, dus bij al onze veehouders. Dcch het is niet genoeg alleen zorg fa dragen voor het fokken van goed en aan alle billijke eisohen voldoend vee, ook moet de veohouder er naar streven de afzetge bieden, dia voor hem goopend zijn, fa be houden en nieuwe te veroveren. Daarvoor is nog meer noodig en wel strikte eerlijk heid en waarborgen, dat gezond vee wordt geleverd. Te dikwijls is 't voorgekomen dat den exporteur vee in handen weid ge stopt, dat in het buitenland lijdend bleek fa zijn aan eenigo ziekte; te dikwijls heeft dc exporteur zelf vee, waaraan iets man keerde, als gezond den buitenlandsche af nemer op het dak gezonden. Dergelijke be driegerijen mogen niet voorkomen, want zij doen onmiddellijk schade aan den geheelen afzet, en geven, als het besmettelijke ziek ten geldt, tevens aanleiding tot het sluiten van de grenzen voor den invoer van Ne- dei landsoh vee*. Groot is dus do verantwoordelijkheid, die nu; en op den duur natuurlijk nog veel meer, op den fokker en den handelaar- exporteur rust. Zij hebben tot op zekere hocgfa de toekomst van onze vee-export in handen en wg willen hopen, dat zulks door ieder hunner begrepen wordt. Sedert eenigen tijd heeft ook onze Re geering begrepen, <lat de tijd van handelen is aangebroken, door een gelegenheid in het leven te roepen waar vee, bestemd voor export, kan gekeurd en van een officieel bewijs van gezondheid voorzien worden. Of er tot heden veel gebruik van wordt go- maakt ia ons niet bekend, doch wij hebben reden om fa gelooven, dat zulks wel het geval zal zijn.v,~i\Êarfe het niet zoo, dan zou ons dat spijten,--"Wiint voor do ontwikkeling van onzéir veêiwtvoer is zeker die instel ling vah veel béteeikcnis, wat men eigen lijk eerst dan het beet zou gevoelen, als door een of andere ziekte de handel werd belemmerd. Het is dan ook fa wenschen, dat spoedig do tijd komt, waarop geen stuk vee ons land verlaat, zonder behoorlijk voorzien fa zijn van een gezondheidsbewijs. Wat zou dat een vertrouwen gevenEn als de importeerende landen bijv. de be paling maakten, dat alle in fa voeren Ne- derlandsch vee moeBt zijn voorzien van zulk een bewijs, zou dat dan niet anders dan gunstig werken op onzen uitvoer en op den gezondheidstoestand van onzen ge heelen veestapel. De voorzorgsmaatrege len, die thans van Regeeringswege geno men worden en men denke o. a. aan het mond- en klauwzeer met goed succes, zouden zeker daardoor nog meer gewaar deerd worden de medewerking der veehou ders zelf in de naleving der in hun belang gemaakte bepalingen zou zeker nog meer algemeen zijn en het bezit van een schoo- nen, zeer productieven veestapel met een uitgebreid afzetgebied voor Nederlandsch fokmateriaal in den vreemde zou het loon gijn van al die inspanning, al die zorg en al die moeite. Dat loon zou zich voor het heden en de toekomst in den vorm van hooge inkomsten in de beurs van den vee houder deen gevoelen. En daarom is het tooh in de eorsfa plaats fa doen Het orgaan van het Christelijk Werklie denverbond „Patrimonium", dat ook „P a- trimonium" heet, bespreekt den eind uitslag der verkiezingen, en ver blijdt zich er over, dat de rechterzijde zulk een stevige meerderheid heeft. Het blad zegt onder meer: „Op daden komt het nu aan. Daarop wacht heel het volk. En nu weten we wel, dat links al vast aan het opsommen is van hetgeen nu ge beuren moet, maar daardoor laten we ons niet leiden. Die opsomming is toch niet ern stig gemeend. Wel heeft links recht om tc vragen, dat er nu van de uitvoeriugs-inogelijkhcid der rechtscho beginselen iets blijken zal. Als oppositie kan dat gevorderd worden cn men zal van die zijde ook niet nalatig blijven, om daar de aandacht op tc vestigen. Alleen de leiding berust niet bij links, cn ook zal daar niot in de eersts plaats gevraagd worden, wat vóór moet gaan, of achteraan dient te komen. Dc leiding is thans bij rechts, on inzon derheid bij het zittend Kabinet. Het Kabinet-Heemskerk mag in den uit slag der stembusworsteling inzonderheid zien een votum van vertrouwen, maar kan er ook uit hooren een stem, die roept, dat van deze Ministers gevraagd wordt do oplossing van tal van kwesties, welke in den laatsten tijd sleepende gebleven zijn. Dat brengt groote verantwoordelijkheid mede. ^Wien veel gegeven is, van dien zal ook veel gcëischt worden. Dat geldt ook hier. Een Kabinet met zoo'n sterko meerder heid in de beide Kamers der Staten-Genea-aai achter zich, kan veel tot stand brengen." Vooral de arbeidorspensionnee- rin g zal nu moeten komen, meent hst blad. Het is van oordeel, dat doze kwestis voorop moet gaan „Evenwel is dit een der kenmerkende trek ken van den laatsten stembusstrijd geweest, dat ons volk als het ware gezegd hoeft: „hou nu eens een oogenbhk op met dat gesol over het algemeen kiesrecht, au begin eens met de soeiale verzekeringon, die drin gend zijn." Hierin was do sfambusuitslag volstrekt niet twijfelachtig. Mede daardoor is aan rechts da leiding gekomen. En daarvoor zijn we dankbaar. We ver wachten cr voor ons arbeidend volk voel goeds van. Niet slechts ter bevestiging en beveili ging van de geestelijke goederen, dia ons volk als het „vaderlijk erfdeel" wcnscht te bewaren, maar ook ter verheffing cn ver sterking van het stoffelijk leven, dat in den ongebreideldcn concurrentiestrijd zoo veelszins sehado loed." Provinciale Stalen van Zuid-Holland. De Staten van Zuid-Holland hielden gisteren in het gebouw der Eerste Kamer do eerste zitting voor de zomervergadering. De Voorzitter, Hr. Ms. Commissaris mr. Patijn, herdacht de geboorte van Prinses Juliana en uitte den wensch dat het den Almachtige moge behagen het dierbaar leven van dc Prinses te bewaren en Haar voor spoedig te doen opgroeien tot vreugde van Haar Koninklijke ouders en tot oen zegen voor geheel ons Vaderland. Nadat do vergadering haar instemming met dien wensch door levendig applaus had to kennen gegeven, bracht do Voorzitter ver volgens hulde aan de nagedachtenis van het overleden Statenlid mr P. D. Kley, die door zjjii qualiteit van dijkgraaf van Schieland bijzondere kennis van het watcrschaps- en polderwezen bezat. Do vergadering betuigde ook met de-zo huldiging haar instemming. Als nieuwe ieden werden toegelaten cn boëedigd de hecren J. T. Visser (Sliedrecht) on dr. Kraus ('s-Gravenhagc). Commissoriaal wc-rden gemaakt: de pro vinciale rekening over 1907; do stukken "be treffende het botorcontrólc-station ia Zuid- IIolland do subsidie-aanvragen voor de aanst. landbouwtontoonstelling te Gouda; voor het kaascontróle-station; voor do huis houding van Goedcreedö cn Stellendam; voor inrichtingen van vakonderwijs te Dor drecht, Gouda, Schiedam, Rotterdam, 's-Gra- venhage, Gorkum, Vlaardingcn, Leiden en tc Oostendamvoor do subsidic-verhooging van de inrichting voor ooglijders te 's-Gra- vonhage; de verhooging van het voorschot aan do Westlandsche Stoomtram-Mij.; de sub sidie voor voltooiing van den spoorweg GoudaSchoonhovende bijdrage voor do haven te Maassluis; het onderhoud der haven te Middelharnis en grondovcrdracht te Delft; alsmede verschillende polderreglomeulen. Het adres der 's-Gravcnhaagschc R. K. Middenstands-vcreeniging om subsidie voor een handels-avondcursus is om advies aan Ged. Staten verzonden, evenals do aanvrago van den Barbiers- en Kappcrsbond te Rot terdam en van de Dordrcchtschc huishoud school. Ter afdoening werd aan Geil. Staten ver zonden het adres van „Schuttevaor" houdende do klacht over belemmering van de scheep vaart in do Gouwosluis. Nog was ingekomen een adres der Ncd. Orthopedische Vereeniging, houdendo bestrij ding der subsidie-aanvrage vam dc Vakschool tot opleiding van heilgymnastiek te 's-Gra- venhage. Medegedeeld werd dat ter griffie ónder geheimhouding zijn nedergelegl dc stukkon naar aanleiding van klachten vau dr. Den Houter omtrent liet gesticht Veldwijk. Gistermiddag kwamen do afdcelingcn bij oen. De volgende vergadering is bepaald op Dinsdag 20 Juli, 's voormiddags to elf uren. Rev. Wm. Elliot Grifflg. De Amerikaansche geschie<lvo.seller W. Elliot Griffis zal binnenkort kouien in ver band met het plaatsen van gedenkplaten in historische gebouwen. De heer Griffis zal 8 dezer met de „Rot terdam" hier te lande aankomen. Namens Rutgers College, aan welke inrichting van onderwijs de heer Griffis heeft gestudeerd, zal hij gedenkplaten aanbieden aan d® ütrechtsohc hoogesohool (9 Juli, 2 uren); aan de kerk in het Begijnhof, Kalverstrftat Amsterdam (Tl Juli), ter herinnering aan het verblijf dor „Pilgrim Fathers" in Hol land en Amsterdamte Nijkerk, do oud® woonplaats van «ten latcren stichter van Snenectady (Ncw-York) Arend van Curler (12 Juli); te Leeuwarden ter plaatsing in het gebouw der Provinciale Staten tor her innering aan het besluit van die Staten, op 26 Februari 1782, strekkende om te ndvi- seeren tot erkenning, door de republiek van den gezant der Verenigde Staten John Adams (16 Juli). Verder is de heer Griffis voornemens nai rijn kort verblijf hier fa lande, in deze ni^and, nogmaals hier fa komen in Septem ber. Dat zal dan wezen voor de plaatsing in eon gebouw fa Leiden, van eon gedenk plaat ter herinnering aan prof. Jean Luza®, voor wat deze als redacteur van de vroe» gore Loidsche Courant heeft gedaan in hol belang vnn de erkenning van de Vereenigd® Staten door de Republiek Cnrnegie-stlcliting. Bij Kon. besluit is: lo. aan jhr. S. "van Citters, tc 's-Gra- ronhago op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als lid, tevens secretaris-p omringd meester, van hot b: stuur der Carnegie- stichting, onder dankbetuiging voor de in deze hoedanigheden bowezon diensfan 2o. benoemd tot lid, tevens socretarii- penningraeester, van het bostuur dier stich ting, mr. R. J. H. Patijn, lid van de Twee de Kamer der Staten-Generaal. Oe Hederlandscli-Belgische Commissie. Hot algemeen secretariaat der Neder- landsch-Belgische Commissie zal de rappor- ton en besluiten, aangenomen door de in Den Haag gehouden vergadering der oonv< missie, als boek doen verschijnen. Dit boek zal in het Fransch on liet Nederlandsch worden uitgereikt aan de Ministers on de Kamerleden, alsmede aan do voornaamste autoriteiten en vereenigingen, welke studi® maken van economische vraagstukken. De Commissie zal voorloopig niet meer bijeen-» komen, behoudens het verrichten van enkel® officieuze onderhandelingen, terwijl zij niet vóór October haar eigenlijke werkzaamheden zal horvatten, met het oog op de Vlerdé oonferentie, wolke het volgende jaar to Brus» sel zal worden gehouden. Dol ft. Tcchnischo Hoogcschool. Inge» nieurs-examen, civiel ingenieur, de hoeroq C. F. van Bergen (met lof), Th. J. Bakr, jhr. A. G. Bcelaerts van Blokland, S. Daal» mcijcr, P W. J. M. Driessen, F. G. Duraas, E. Fels, J. Frijling, W. J. A. Gleenewia* kei Ivaniperdijk, P. C. S. van Iinttem, G. H. H. Kluytmans, A. L. Knook, W, Mem sert, A. F. Meijer. D. W. C. J. Meijncrs,. J. L. Moen>, J. F. van Naerssen, F. van Rij, L. C. Schram, H. W. Scbbclee Jr., H. Soijdenzaal, R. A. E. Snethlage, W. P. S« von Stein Callenfels, II. L. Swart, II. Wi« van der Voort, J. E. A. von Wolzogen Kllhr< Amsterdam. Bevorderd: tot doctor in' de klassieke letteren, op proefschrift, dc heen G. van Hoorn, geboren to Amsterdamtot' doctor in de geneeskunde, op proefschrift^ do heer E. A. Zcgcrs Verhoeven, geboreqf te Ludramajoc (Java). Utrecht. Bevorderd tot doctor in dej geneeskunde do heer A Hendriks, arts, ge» boren te 's-Gravenhage, (met lof), op proef» schrift, getiteld: „Elementaire Psychisch® Stoornissen bij Typhus Abdominalis"toti doctor in de rechten de heer II. R. A. Laman' Trip, geboren tc Vlissingcn, op Stellingen. 86) „Nu moeten onze oudheidkenners gauw komen. Waarlijk, Idaar zs roodsriep ik. „Maar dat is allemaal klein goed!" „Dat kunnen zij niet zijn, Leo! Dat zijn immers kinderen!" riep Cliloë. „En wat een troep! Wat mogen die wel willen Het lijkt "wel of zc een uitstapje maken maar thans, in den winter! En zij hebben boeken hij zichEigenaardig, dat or in het geheel geen volwassenen onder zijn. Ga naar benoden, Leo, en stuur ze weg; anders ruï neeren ze den boel nog." „Ik zai eerst eens wagcD, wat rij willen." „Ja, zij zullen w?l een uitvluchtjc hebben. Zc willen natuurlijk botaniseeren of zoo iets, ofwel steen en verzamelen, cn dan laat je hen begaan. Ik ken dat! Denk er maar eens aan, hoe je die twee jongens meikevers uit do boomen hebt laten schudden en hoo ze toen alios hebben platgetrapt Ik zal hen liever zelf wegsturen. Zij liep vlug de trap af, schoot oen paar klomjxm aan, die beneden gereed staan vöor tuin wandelingen in 'den winter, en klapperde gemelijk den weg in naar de cederboomen. Ik sloeg een kortoren weg in tusschcn Jim's selderij-bedden, want Chloë is in haar toen geweldig, ofschoon deze zich meestal oplost in tranen. Do imlringcra hadden zich gegroepeerd rondom den zonnewijzer. Zij stenden met den rug naar ons tod en een hüaner las hardop voor: „Waarschijnlijk gaf deze zonnewijzer reeds den tijd aan, toen Ivarel I onthoofd werd, en sprak hij van de doodelijkc verwoesting, welke de groot© pest aanrichtte, en van den grootcn brand te Londen. Ongetwijfeld heeft de zon destijds zelfs bij al die ongelukkige gebeurtenissen dikwijls geschenen; vandaar, dat wij iekor met recht mogen De voorlezer had zeker het dreigende onheil van Chloë's klap-klappende klompen hooren aankomen, want hij hield plotseling op. Ja, Chloë zag er allesbehalve vriendelijk uit, en het kwam mij voor, dat dï knaap schrok, toen hij haar gevaar werd. Maar 'in het volgende oogenblik was hij mijn vrouw reeds to ge- moet geg-aan en had hij met een ridderlijken zwaai zijn muts afgezet. De andere jongens volgden zijn voorbeeld en namen eveneens hun mutsen a'f. Er warsn ook meisjes bg, kleine meisjes, mot rood© wangen en rood© mutsen en met mantels met breed© kragen om. Allemaal kinderen, zooals Chloë gezegd had, en ieder met een bril op. „Weet jelui niot, dat dit een particulier® tuin is? Het is niet geoorloofd hier in te lcopon." Chloe's stem klinkt mooi, zelfs als ze boos is; maar ik bameTkte toch, dat haar toorn een weinig gekalmeerd was, toen d© jongens zoo netjes hun mutsen afnamen. „Is dit uw tuiu?" vroeg een dikkerd, de kleinste van liet gezelschap, Chloc onbe schroomd over zijn bril heen aankijkende; maar een der meisjes trok hem aan zijn jas en zeiue. hem, dat hij stil moest zijn. „Het spijt ons erg", verklaarde nu d© jongen, die voorgelezen had. „Wij zouden niet gekonn-n zijn, indien we geweten had den, dat >*e stoorden; maar we hebben Óen toegangsbewijs en nu docht ik, dat alles in orde was. Alios, houd jij mijn bril een oogcnblikja vast, ik moet het bewijs bij mij hebben." Het mooiste van de rood gemutste meisjes nam den bril aan, en de jongen zocht in verscheideno zakken, terwijl ik op Chloë toetrad, om haar zoo noodig ts helpen. „Daar is het!" Hij had uit deu veelsoor- tigen inhoud Van zijn zakken c?n verkreu keld papier te voorschijn gehaald en over handigde het Chloë met e6n waarlijk sier lijke buiging. Het was mijn brief aan de oudheidkundige vereeniging! „Maar deze Ibrief is niet aan uw adres gelicht, doch aan dat van mijnheer Turn- bull." „Ja, dat is mijn achuld", verklaarde een jonge, bleek© knaap met angstig uiterlijk. „Wij hebben ©r om geloot, wie den brief moest overschrijven; jk moest het doen, en toen heb ik per abuis ook do onderteekening overgeschreven." Chloë bracht 'als in verwarring de handen aan haar hoofd: „Wat beteekent dit alles? Wij begrijpen niet, wat jelui wilt. Vertelt nu eens van het begin af aan, hoe het ge gaan is en wat jelui hier komt doen." Er volgde een algemeene stilzwijgendheid, doch ten slotte zei het oudste meisje: „Vertel jij hot maar, Oswald!" D© knaap, di© voorgelezen had, draaide verlegen de muts tusechen zijn vingers en wipte van den penen voet op den anderen. Maar weldra vermande hij zich. en keek Chloë met vernieuwde vrijmoedigheid in de oogen. „Eerst moet ik zeggen, dat het ons spijt, dat mevrouw boos op ons is geweest, en dat wij haar vragen, het ons niet kwalijk te nemen." iét Jtel antwoordde Chloë^ reeds met het geval verzoend. „En nu ver der." „Zic-t u, toen wij gedurende dc zomcr- vacantio buiten [waren, schreven de loden eoner vereeniging van oudheidkundigen aan den oom van Albert deze hier is Albert" en hij duwdo zachtjes oen kleuter met een kort fluwcelon broekje aan. naar voren „cn verzochten, of zij zijn huis mochten be kijken. En omdat we dachten, dat wc ons in de Kerstvacantie misschien een beetje zou den kunnen vervelen, maakten we het plan „oudheidkundig vorecnigingetjc" te spelen. De oom van Albert heeft ons eens uit den spoortrein op dit huis gewezen, terwijl wij voorbij reden, en gezegd, dat hier vroeger een beroemd man had gewoond, cn dat cr thans een groot schrijver woonde. Daarom vroegen wij verlof om te mogen komen, en u hebt het ons dadelijk gegeven." „Ja", zeido jLk getroffen door de erken ning van «mijn werk, of liever dat van den „geest". En bent u nu mr. Edward Turn- bull „Neen, dat ben ik ni?t!" stoof Oswald, als 't war© beleedigd op. „Ik wou u daar omtrent juist nadere inliohtingcn geven. Wij wisten eerst niet, wat wij moesten schrij ven, en toen besloten we ten laatste den brief over te schrijven, die de cchtc oud heidkundige vereniging aan den oom van Albert geschreven had, cn Noel trof het lot. Maar bij het overschrijven dacht hij aan een gedicht, dat hij 'maken wil, en toen paste hij niet genoeg op en schreef ook de onderteekening met dc machine af. Wij be merkten dit pas, toen de brief gesloten en dc postzegel er reeds opgeplakt was, en toen dachten we: het komt ar niet op aan, want als u gtoit mijnheer Turnbull eens mocht zien, zoudt u voor hsm op de vlucht gaan^ zoo gelijkt hij op een vogelverschrikker I"- „Neen, ik ben heel tevreden, dat jij Os» wald en niet mijnheer Turnbull bent." Chloc glimlachte, en ik bemerkte duidelykj dat zij plotseling het hart van heel dc kin» derschaar voor zich gewonnen had. „Hot spijt mij, dat ik eerst niet begrepen heb, hoe de zaak in elkaar zat. Nu willen wij jelui niet langer storen, want je zult je voordracht wel willen houden." „Bon jelui allen zoo bijziende, dat jc briL Ion moat dragen?" vroeg ik. Zij begonnen te lachen; liet was een gulle, hartelijke kinderlach, die in onzen tuin heel lief Jvlonk. „O, neen," antwoordde een der meisjes, „maar we wilden er uit zien als die geloerd® aqua aquariums antiquariums Het hoeft ons heel wat merite gekost, zooveel brillen bij elkaar tc krijg.a en verschei dene er van hebben ook geen glazen moer." „Nog oen vraag: Als u niet mijnheer Turn-i buil heet, hoe heet u dan „Wij listen Bastable", antwoordde de grootste jongen, met een deftigheid, als noemde hij den naam ecner wereldberoemd© dynastie. „Ik heet Oswald; dat zijn Alice en Dora; deze Jiier is Noël, die den brief heeft geschreven, Richard is op één na de oudste, cn die dikke daar is do jongste. Dcz3 naeisjes zjjn Daisy cn Denny Foulkc, on dat is Albert Morrriono, over wiens oom ik zooeven eprak." „Wil jelui niet bij ons komen lunchen?" vroeg Chloë, terwijl zij haar japon opnam. „Voel heb ik niet in huis, maar or zal toch wel genoeg zijn. Brood en marm® lad®." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 5