No. 15135. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag* 26 Juni. A11110 1909. Officieels Kennisgeving. Du Burgemeester en Wethouders van Lei- 0on, doen te weten, dat door den Raad flier gemeente, in zijn vergadering van den Sdcn Juni 1909, is vastgesteld de volgende >erordening VERORDENING 2P den invoer, het vervoer, den doorvoer, flu keuring van vee en vleesch en den han- flol in vleesch in de gemeente Leiden. Par. I. Alge me ene bepalingen. Artikel 1. Voor de toepassing van deze verordening jvordt verstaan: onder vee: runderen, paarden, ezels, Jnuilezels, muildieren, schapen, varkens, bokken en geiten. onder vleesch: dood vee en alle deelen [laarvan, daaronder begrepen ongeboren [vruchten, met uitzondering van borstelB, hoornen, klauwen, geheel van spieren ont dane beenderen, indien zij voor technische doeleinden bestemd zijn en huiden, voor Zoover deze laatste niet afkomstig zijn van ■varkens en oude reuzel, wanneer deze door ifuchsine zoodanig rood of door gentiaan- Ciolefc zoodlanig violet gekleurd is of wel door menging met petroleum zoodanig daarnaar riekt, dat daaruit dadelijk de on geschiktheid om als voedingsmiddel te die- Een, blijkt; onder versoh vleeschvleesch, dat noch op menigerlei wijze toebereid, noch verduur zaamd is, of slechts afgekoeld en opper vlakkig gezouten, of gepekeld, of met zout bestrooid; onder toebereid vleesch: vleesch, dat toe bereid of verduurzaamd is, met uitzonde ring van afgekoeld vleesoh en oppervlak- '<g gezouten of gepekeld of met zout be- rtrooid versch vleesch; onder vleesch ver koop er: ied. die van 3'.in handel in of den verkoop van vleesch, geheel of gedeeltelijk, middellijk of onmid- üillijk, rijn beroep maakt; bovendien ieder, •lie houder is van een vleeschbewaarplaats, èran welken aard ook. Par. II. Invoer, vervoer en door- yoervanvee en vleesoh. Artikel 2. Het is verboden in de gemeente in te .Voeren vee, hetwelk ziekteverschijnselen "vertoont, tenzij de vervoerder bewijst, dat het niet de bedoeling is het te slachten of te doen slachten, noch om het ter markt 'te brengen of te doen brengen, noch om het middellijk of onmiddellijk aan vleeschver- koopers te verkoop en. Onverminderd het bepaalde bij artikel 21 der wet van 20 Juli 1870 (Staatsblad No. 131) hebben Burgemeester en Wethouders ©venwel de bevoegdheid onder door den 'Burgemeester te stellen voorwaarden den invoer toe te staan van zieke of verdachte (Sieren, indien deze ingevolge van Rijkswege ter bestrijding van besmettelijke veeziek ten genomen maatregelen moeten worden geslacht, mits het vervoer onverwijld en rechtstreeks naar het Openbaar Slachthuis geschiede. Bovendien kan de Directeur van het Openhaar Slachthuis in bijzondere geval len, niet in het vorige lid genoemd, den invoer van vee met ziekteverschijnselen toe staan, mits de dieren rechtstreeks naar hot Openbaar Slachthuis worden gevoerd 'om daar te worden geslacht en onder opvol ging van de dx>r Burgemeester en Wet houders omtrent den invoer en het vervoer 'te stellen voorwaarden. Niet naleving der in het tweede en derde lid bedoelde voorwaarden Is evenzeer strafbaar als de overtreding van eenige be paling van dit artikel. Artikel 3. Yee, ingevoerd in strijd mot artikel 2, en vee ter markt gebracht of aanwezig in inrijd mot artikel 42 der vorordening op de markten van den 26sten Mei 1308 (Ge meenteblad no. 10) zal naar het Openhaar Slachthuis worden vervoerd en aldaar op kosten van den eigenaar, houder of hoc- Öer onderzocht worden. Blijkt het dier aan geenerlei ziekte te lij- Slen, dan wordt het betaalde geld te ruggeven en kan het vee door den eigenaar, houder of hoeder onmiddellijk medegeno- tnen worden. Ingeval het dier aan eenige ziekte blijkt te lijden, wordt het van een of meer door Burgemeester en Wethouders vast te stel len afkeuringsmerken op door hen te be palen wijze voorzien. Na afloop van het onderzoek, op Dinsdag fca afloop der markt voor vette varkens en op Vrijdag na afloop van de veemarkt kan het vee, in het vorige lid bedoeld, 'door den eigenaar, houder of hoeder on der politietoezicht buiten de gemeente wor den gebracht. Wordt met het oog op den toestand van het dier dit vervoer docr den Directeur van bet Openbaar Slachthuis onraadzaam geacht, clan zal, naa>» do beslissing van dien Directeur, het dier öf in de stal len van het Openbaar Slachthuis verblij ven, totdat, het vervoer mogelijk ia ge worden, öf geslacht worden, met ver haal van het stalgeld of van het slacht- geld op den eigenaar, houder of hoeder, onverminderd de kosten van het onderzoek bedoeld in het eerste lid van dit artikel. Wordt het dier gestald, dan zal het even eens van één of meer afkeuringsmerken worden voorzien. Wordt het dier geslacht, dan zal het yleesoh worden afgekeurd, tenzij de Direc teur van het Openbaar Slachthuis een an- 'dere beslissing noodig acht. In Ret laatste geval zal het vleesoh op door Burgemeester en Wethouders vast te •tellen wijze van stempel merken worden voorzien,' en onder politietoezicht buiten de gemeente gebracht. Hij, die het dier of het daarvan afkom stige vleesch, zoo dit niet wordt afgekeurd, onder zijn onmiddellijk toezicht heeft, draagt zorg, dat de in dit artikel ge noemde roerken niet worden verwijderd of onzichtbaar gemaakt zoolang het dier of het vleesch zich in de gemeente bevindt. De bepalingen van dit artikel zijn mede van toepassing op alle vee, waarvan de ambtenaren, belast met het opsporen van overtredingen dezer verordening, vermoe den dat het in strijd met do verordening, wordt ingevoerd, vervoerd of voorbande i gehouden, of wel, dat het in strijd met artikel 42 der verordening op de marfctea ter markt gebracht wordt of aanwezig is Artikel 4. Ieder is verplicht vee, dat zich in zijn bezit of onder zijn beheer bevindt, en dat aan een onderzoek op het Openbaar Slacht huis moet worden onderworpen, onmiddel lijk op de eerste aanmaning van de amb tenaren, met de tenuitvoerlegging van deze verordening belast, over te brengen of te doen overbrengen naar de genoemde in richting. Bij ifeigeriiig aal de overbrenging op zijn kosten geschieden, onverminderd de straf vervolging ter zake van de weigering. Artikel 5. Het is verboden vleesoh in de gemeente in t© voeren van 1 April tot l October tus- schen 6 uren des avonds en 7 uren des voormiddags, van 1 October tot 1 April tusschen 6 uren des avonds en 8 uren des voormiddags en bovendien op Zondag, den Goeden Vrijdag, den 2den Eaaschdag, den Hemelvaartsdag, den 2den Pinksterdag, de Kerstdagen en den Nieuwjaarsdag. Volgen de Kerstdagen en een Zondag op olkander dan is op den tweeden Kerstdag de invoer geoorloofd van des voormiddags 8 tot des middags 12 uren. Van het in het eerste lid van dit artikel bepaalde is uitgezonderd: a. vleesch, hetwelk per spoor de ge meente wordt doorgevoerd of ingevoerd, in welk laatste geval het in de uren, waar op de invoer overigens verboden is, niet van het station in de stad mag worden ge voerd; b. vleesoh, dat per postpakket wordt in gevoerd; o. vleesoh, dat de gemeente wordt door gevoerd door beurtschippers, wier beurt- vaart rechtstreeks door Leiden voert en aan wie voor dien doorvoer door Burge meester en Wethouders tot wederopzeg- gens vergunning is verleend onder verplich ting tot naleving der door dezen gestelde voorwaarden. Artikel 6. Alle ingevoerd vleesch moet onmiddellijk naar het keuringslokaal op het Openbaar Slachthuis gebracht worden, langs een der navolgende wegen: a. Haag weg, Haagbrug, Noordeinde, Kort-Rapenburg, Prinsessekade, Blauw- poortsbrug, Steenstraat, Rijnsburgerbrug, Rijnsburgersingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. b Rijnsburgerweg, Stationsweg, Rijns burgersingel, Maresingel, Openb. Slacht huis. 0. Hooge Rijndijk, Utreohtsche brug, ITtrephtsohe Veer, ZijlscngeJ, Heerensin gel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. d. Zoeterwoudsche weg (Heerenstraat), Witte Singel, Noordeinde, Kort-Rapen burg, Prinsessekade, Blauwpoortsbrug, Steenstraat, Rijnsburgerbrug, Rijnsburger singel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. e. Jaagpad Delftsche Vliet, Wou teren- brug, Rijn- en Schiekade, Noordeinde, Kort-Rapenburg, Prinsessekade, Blauw poortsbrug, Steenstraat, Rijnsburgerbrug, Rijnsburgersingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. f. Morschweg, Morschsingel, Rijnsbur gersingel, Maresingel, Openbaar Slacht huis. g. Haarlemmer jaagpad, (Haarlemmer weg), Maresingel, Openbaar Slachthuis. h. Maredijk, Rijnsburgersingel, Mare singel, Openbaar Slachthuis. 1. Lage Rijndijk, Heerensingel, Mare singel, Openbaar Slachthuis. Bereikt vleesch de gemeente per Staats spoor of per Hollandsche IJzeren Spoor, dan is de te volgen weg: Stationsweg, Rijnsburgersingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis, of, indien aan den Haagweg gelost wordt, die onder a aangegeven. Bereikt vleesch de gemeente te water, dan moet het te water vervoerd worden naar den Maresingel vó<5r het Openbaar Slachthuis en vandaar overgebracht naar het keuringslokaal, of, zoo dit niet moge lijk is, te water vervoerd naar een der on der j1 genoemde landingsplaatsen j. naar de gewone losplaatsen der Kat- wijksche booten, van daar Steenstraat, Rijnsburgerbrug, Rijnsburgersingel, Mare singel, Openbaar Slachthuis. k. naar de Haven, noordzijde, van daar Oude Heerengracht, Maresingel, Open baar Slachthuis. 1. naar het Utreoht-sohe Veer, van daar Zijlsingei, Heerensingel, Maresingel, Open baar Slachthuis. Vleescb, door beurtschippers ingevoerd, die hun ligplaats hebben aan de Visoh- raarkt, den Nieuwen Rijn, den Ouden Rijn, of de Aalmarkt, moet langs Aalmarkt, Boommarkt, Kort-Rapenburg, Prinsesse kade, Blauwpoortsbrug, Steenstraat, Rijns burgerbrug, Rijnsburgersingel, Maresingel naar het Openbaar Slachthuis gebracht worden. Bij stremming van het verkeer op een der in dit artikel genoemde wegen wordt door Burgemeester en Wethouders eon an dere weg aangewezen. Ieder, die vleesch in de gemeente in voert. moet voorzien zijn van een duidelij ke, schriftelijke aanwijzing van der» per soon, door wien het vleesoh is verzonden en van den persoon, voor wien het bestemd is, en is verplioht deze aanwijzing op de eerste vordering van de ambtenaren, belast met de opsporing van ovortredingen dezer verordening, te vertoonon. Van de bepaling, bo&oeld in het eerste lid vaji dit artikel, iavrijgesteld het vleesch, dat per spoor of op de wijze om schreven in art-. 5 litt,' o. wordt doorge voerd en dat, hetwelk per postpakket in gevoerd wordt. Artikel 7. Het ingevoerde vleesch zal in het keu ringslokaal zoo spoedig mogelijk, legen betaling van het verschuldigde recht door den vervoerder, worden gekeurd en op de wijze, door Burgemeester en Wethouders te bepalen, van door hen vast te stellen stem pel merken voorzien. Hét keuringslokaal is geopend op door Burgemeester on Wethouders vast te stel len tijden. Is het bij aankomst van het vleesch ge sloten, dan is de verhoorder verplicht op het Openbaar Slachthuis te wachten tot het geopend is, tenzij hij verkiest het tot aan de openstelling op het Slachthuis kos teloos in bewaring te geven. Artikel 8, De bepalingen van de artikelen 6, 6 en 7 zijn, "onverminderd dö reeds genoemde uit zonderingen, niet toepasselijk ft. op vleesch, ingevoerd bij hoeveelheden van ten hoogste 5 K.G., voor zoover niet bestemd middellijk of onmiddellijk voor vleeschvorkoopcrs, hotelhouders, herber giers, restaurateurs, koks of tafelhouders, mits dit vleesoh niet wordt ingevoerd, ver- voord of tehuis bezorgd door vleesohverkoo- pers of hun bedienden of door personen, die van vleesohverkooporB middellijk of onmiddellijk den last daartoe ontvangen hebben, of wel door hen, die middellijk of onmiddellijk bij het bedrijf van vleeschver- kooper botrokkon zijn. b. op toebereid vleesch, verpakt in kis ten of vaten, welke op verzoek van den ver- voorder, vóór het vervoer van de losplaats, door of vanwege den Directeur van het Openbaar Slachthuis verzegeld zijn, mits zdj binnen den tijd van zes maanden in ongeschonden toestand met hun inhoud aan het keuringslokaal op het Openbaar Slacht huis ter keuring worden aangeboden, of in dien wordt bewezen, dat zij in ongeschon den toestand naar een adres buiten do ge meente zijn verzonden. c. op toebereid vleesch, verpakt, inge voerd en verkocht in hermetisch gesloten blikken of flesschen. .Aan personen, dio niet middellijk of on middellijk bij het bedrijf van vleesohver- kooper betrokken zijn, kan door Burge meester en Wethouders tot wederopzeg- gens vergunning worden verleend tot in voer van reuzel, vet en varkenshuiden niet voor menschel ijk gebruik bestemd, zonder inaohtnemiDg van de artikelen 5, 6 en 7, onder verplichting om het rechtstreeks te doen vervoeren naar hun fabriek of werk plaats. Artikel 9. Behoudens den invoer van vleesoh, be doeld in artikel 8, mag geen versch vleesch worden ingevoerd cjaa: a. bij geheele of halve dieren; in dit geval moeten do vliezen zich aan het vleesch bevinden, terwijl hart, longen, lever, milt, nieren, wat vrouwelijke dieren betreft., uiers en baarmoeder, en wat paarden betreft, de kop, tot na do keu ring aan het ingevoerde halve dier, of aan één, of aan do beide helften van het inge voerde geheele dier, of wel aan het in zijn geheel ingevoorde dier met do natuurlijke heohtmiddelen bevestigd mooten blijven en bovendien geen enkele lymphklier uit hot deesoli of d'e genoemde doelen verwijdend mag zijn. b. rundor- on kalfstongen, kalfszwezerik- ken, koppen, borst- en buikingewanden en nieren van vee; c. spieren, ossokazen, niervet, lamscotelei- ten en lamsbouten, mits dio afkomstig zijn van dieren, in een openbaar gemeentelijk slachthuis in ons land geslacht en aldaar vóór en na do slachting goedgekeurd en ten bewijze daarvan vergezeld van een bowijs van goedkeuring, afgegeven en voorzien van goedkouringsmerken, aangebracht door daar toe bovoegdo ambtenaren aan die slachthui zen, of wel afkomstig uit dio slachthuizen, waar op grond van de voorschriften van do wet van 16 Juli 1907 (Stbl. No. 217), hou- dondo bepalingen betreffende de keuring van voor uitvoer bestemd vleesch, van rijkswege keuringsdiensten zijn ingesteld, mils dit vleesch voorzien zij van goedkeuringsmerken door bevoegde ambtenaren aangebracht en vergezeld van bewijzen van goedkeuring, door die ambtenaren afgegeven. Aan bepaalde personen kan, wanneer ten gevolge van maatregelen krachtens de wet van 20 Juli 1870 (Stbl. No. 131), 't niet moge lijk is geheelo of halve dieren mot de onder a genoemde deelen, op de aangegeven wijze aan het vleesch bevestigd, in te voeren, door Burgemeester en Wethouders tot wedcrop- zeggens vergunning gegeven worden het vleesch zonder die deelon in te voeren, mits het afkomstig zij van dieren, in een oj>en- baar gemeentelijk slachthuis in ons land geslacht, en aldaar vóór en n&. de slach ting goedgekeurd, en ten bewijze daarvan vergezeld van een bewijs van goedkeuring, afgegeven en voorzien van goedkeuringsmer- ken, aangebracht door daartoe bevoegde amb tenaren aan die slachthuizen. Bovendien kan door Burgemeester en Wet houders aan bepaalde personen, echter al leen dan, wanneer bijzondere omstandigheden dit wonschelijk maken, tot wederopzeggens vergunning gegeven worden tot den invoer van kleinere 6tukken versch vleesch dan geheele of halve dieren, mits afkomstig uit een Ider openbare gemeentelijke slachthui zen in ons land en vergezeld van het bewijs van .goedkeuring en voorzien van goedkou ringsmerken in het vorig lid van dit ar tikel nader omschreven, of wel afkomstig uit de andere slachthuizen, genoegd in het eerste lid van dit artikel onder o, mits aan de daar gegeven voorschriften, betreffende het vleesch uit die slachthuizen, wordt vol daan. De bowijzen van goedkeuring en de goed keuringsmerken van do slachthuizen, in dit artikel bedoeld, sluiten afkeuring te Leiden niot uit. Het onder 'a voorgeschreven© is niet van toepassing op het versche vleesch, afkomstig uit de militaire slachterij te 's-Gravenhage en ingevoerd voor het garnizoen to Leidon, mits ten opzichte van dit vleesch de overige bepalingen dozer verordening worden nage leefd, en het vleesch onder militair geleide aan het .Openbaar Slachthuis ter keuring wordt aangeboden. Artikel 10. Niet van toepassing is hot bepaalde in artikel 9 onder a voor versch vleesch, dat de gemeente per spoor wordt doorgevoerd. Van hot in artikel 9 onder a en b be paalde kan verder aan beurtschippers, wier beurtvaart rechtstreeks door Leiden voert, door Burgemeester eu Wethouders tot weder opzeggens ontheffing worden verleend, an der verplichting tot opvolging van de door hen te stollen voorwaarden. Van het bij artikel 9 ondor a bepaalde kan door den Directeur ontheffing worden verleend, onder verplichting tot opvolging van de dooi' hem daaraan te verbinden voorwaarden, voor versch vleesch, dat anders dan per spoor of 'op de wijze, omschreven in artikel 5 litt. o, de gemeente zal doorge voerd worden. In dat geval moeten de in artikel 6 ge noemde wegen warden gevolgd, terwijl overi gens allo bepalingen, voor ingevoerd vleesch vastgesteld, van kracht zijn. Dit vleesch wordt bij goedkeuring van eon door Burgemeester en Wethouders vast te stellen bijzonder merk voorzien en daarna onder politietoezicht buiten de gemeente go- bracht. Artikel 11. Het ia verboden in te vperen: a-, vleesch, dat tot bederf is overgogaan; lx vleesch, dat uiterlijke teekenen van ondeugdelijkheid vertoont. Het is verboden in de gemeente terug te voeren, nadat het deze verlaten heeft: a. het niet afgekeurde, vleesch van do ge slachte dlieren, bedoeld in de artikelen 3 en 17A b. het niet afgekeurde doorgevoerde vleesch, bedoeld in artikel 10, tweede lid; o. het vleesoh bedoeld in art. 39; d. vleesoh, afkomstig van in het Op en- baar Slachthuis te Leiden geslachte on goedgekeurde dieren, tenzij dte vastgestelde goedkeuringsmerken nog op duidolijk zicht- - bare wijze op het vleesch aanwezig zijn. Artikel 12. Het vervoer van vleesch, in art:kel 11 ge noemd, alsmede van ongekeurd vleesch, is verboden, tenzij de vervoerder aantoone, dat zulks plaats heeft krachtens eenige bij deze verordening opgelegde verplich ting of verleende bevoegdheid. Artikel 12bis. Voor de toepassing van dozo verordening wordt alle vleesoh, hetwelk aan het Open baar Slachthuis ter keuring wordt aangebo den, bosohouwd als te zijn ingevoerd, met uitzondering van het vleesch afkomstig van in het Openbaar Slachthuis geslachte en daarna goedgekeurde dieren en van 't bin nen de gemeente aan ziekte of door eenig toeval gestorven of in nood geslacht vco, hetwelk volgens het bepaalde in artikel 27 naar het Openbaar Slachthuis werd ver voerd. Op het eerstbedoelde vleesoh rijn alle be palingen dezer verordening omtrent den invoer van vleesch van toepassing. Artikel 13. Het is verboden vleesch anders te vervoe ren dan op zindelijke wijzo en, voor zoover het versch vleesch betreft, bovendien an dera dan geborgen in behoorlijk gesloten en geventileerde, of wol in behoorlijk over dekte vervoer- of draagmiddelon. Artikel 14. Ieder vervoerder van vleesch is ver plicht dit op de eerste aanmaning van de ambtenaren, belast met het opsporen van overtredingen dezer verordening, onmid dellijk te vertoonen en bij twijfel van deze aan do goede cigonsohaippon of aan het gekeurd zijn of aan liet bij artikel 8 voor geschreven gewicht, hen met het vleesoh te volgen naar het keuringslokaal op het Open baar Slachthuis, en het daar op zijn kosten 'aan een nader onderzoek te onderwerpen. Bij weigering zal de overbrenging op rijn kosten geschieden, onverminderd de straf vervolging ter cake van de weigering. Par. III. Het slaohten van vee, het keuren, merken en ver- koopen van vee en vleesoh; gestorven dieren en noodslaohting e n. Artikel lö. Het is verboden het bedrijf van vlecsch- verkooper uit te oefenen in ander© lokalen dan die, welke hiertoe door of vanwege Burgemeester en Wethouders zijn onder zocht en goedgekeurd. Ten behoeve van dit onderzoek moet door den belanghebbende ten minste 8 dagen voor dat hij de lokalen in gebruik wensdht te nemen, daarvan aan Burgemeester en Wet houders kennis worden gegeven. De goedkeuring kan door hen ten allen tijde worden ingetrokken. Artikel 18. Behoudens de slachting in nood, bedoeld in artikel 27, is liet verboden vee te slach ten: a. elders dian in het Openbaar Slachthuis; b. wanneer het niet binnen den door den Directeur van het Openbaar Slachthuis te bepalen, aan het slachten voorafgaanden, termijn aldaar ia gekeurd. Als bewij» der goed- of afkeuring wordt het dier voorzien van één of meer door Bur gemeester en Wethouders vast te stellen merken op door en te bepalen plaats en wijzo. De goedkeuringsmerken worden verwij derd of onkenbaar gemaakt, indien het dier ongeslacht van het Openbaar Slachthuis wordt weggevoerd. De keuring geschiedt op de daarvoor aangewezen plaats op door Burgemeester en Wethouders vost te stellen tijden, zoo spoedig mogelijk. Artikel 17. Wordt vee afgekeurd, dan wordt het on der politietoezicht buiten de gemeento ge bracht, tenzij de Directeur van het Open baar Slachthuis dit onraadzaam aoht. In dit geval zijn van toepassing do be palingen van het vijfde, zevende en achtste lid van artikel 3. Voor afgekeurd vee en het daarvan af komstige vleesoh geldt mede het bepaaldo in artikel 3, voorlaatste lid. Artikel 18. De Directeur van het Openbaar Slacht huis heeft do bevoegdheid, zoo hom cfat voor een juist oordeel noodig blijkt, de be slissing omtrent goed- of afkeuring en dio omtrent de wijze, waarop gehandeld zal worden rnet het vee, bedoeld in artikel 3, eerste lid en met afgekeurd vee uit to stol len tot een nader aan to geven tijdstip. De beslissing moet genomen zijn binnen 43 uren na het eerste onderzoek. Gedurende den tijd van uitstc. blijft het dier aan het Openbaar Slachthuis en wordt aldaar gestald en gevoederd op kosten van hem, dio do keuring aangevraagd heeft of ten wiens behoeve nêt onder plaats vindt-. Artikel 19. Na het slaohten uioet het Uier ten twee den malo worden gekeurd, weiko keuring geschiedt aan het Openbaar Slachthuis op de plaats, waar heb dier zich na do slaoh- ting bevindt, zoo spoedig mogelijk. De keuring moet onmiddoilijk na het slachten aan de daarmede belaslo ambte naren worden aangevraagd. Hij, die het dier slacht, is verplicht ten behoeve van de keuring varkens te ont doen van de borstels, andere dieren van de huid, mot dien verstande, dat deze op een plek ter grootte van een d M9. (vier kanten decimofccr) aan het dier verbondon mag blijven. Hij ia verplicht, tenzij do Direotour van het Openbaar Slachthuis het niot noodig aoht, vóór deze keuring, het geslachte dier overlangs in tweecn to deelen, mits de beid helften minstens op één plaats met olkander verbonden blijven; voorts, om den kop van don romp te scheiden en de inge wanden met inhoud uit het dier te verwij- deron; overigons moet het dier in zijn ge heel blijven. Hij draagt zorg, dat zoowel de huid als de in het vierde lid van dit artikel ge noemde deelen tot na de keuring bij het geslachte dier worden bewaard, zoodat bij de keuring geen twijfel kan ontstaan om' trent den aard van elk deel, noch omtrent* het dier, waartoe het behoort. De deelen mogen niet worden verkleind of ingesneden of naar een andere plaat® vervoerd, dan met toestemming van de met de keuring belaste ambtenaren. Hij, die het dier slacht, gedraagt zich daarbij geheel naar de bevolen door do met do IccuriDg belaste ambtenaren te geven. Het doel of do deelen, voorzien van de vóór de slachting aangebraohte goedkeu ringsmerken, moeten tot na de keuring aatf het geslachte dier verbonden blijven. Artikel 20. Hij, dio slacht, ia verplicht bij het onb« dekken van eenige ziekelijke verandering of van zwangerschap bij het dier, hetwelk geslacht wordt, onmiddellijk het slachten' te staken, kennis te geven aan de met dei keuring belaste ambtenaren, on hun ver-» dere bevelen te dier zake op te volgen. Artikel 21. Wordt het geslachte dier goedgekeurd, dan wordt het op de wijze door Burgemees ter en Wethouders te bepalen met goed keuringsmerken gestempeld op de navol gende plaatsen: a. stieren, ossen en koelen op elko lichaamshelft minstens 21 merken, n.L op do volgende deelen: staartstuk, buitenveer (platte bil), bin nenveer (ronde bil), spierstuk, voorzijde achterschenkel, klompstuk, vanglap, na- vclstreek, lende, klaprib, midden aohtersto rib, spier van de ribben, dikke rib, schou der, schoudermuis, middenborst, puntborst, niervet, inwendige ribbenwand tusschen lste en 2de, 3de en 4de, 5de en 6de rib, voorschenkel, hals en schoft; b. op gTftskalveren, op groote, als bij stieren, ossen rn koeien; op kleine, ten minste 16 afdrukken n.l.- 'op de volgende deelen. achterschenkel, buitenveer (platte bil), binnenveer (ronde bil), spierstuk, klomp stuk, vanglap, spier van de ribben, navel etreek, borst, middenribben, dikke rib, lende, niervet, schouder, voorschenkel enj hals; c. op alle andere kalveren, hetzelfde aan* tal afdrukken als op kleine graskalveren; (L schapen, bokken en geiten, op elke lichaamshelft ten minste 11 afdrukken, n.l. op de volgende deelen: voorvlakte achterschenkel, binnenveer (ronde bil), buitenveer (platte hil), stuit, lende, vanglap, navelstreek, midden der ribben, dikke rib, schouder, schoft, voor schenkel, hals en niervet; e. op varkens, op olko lickaanibhelft ten minste 19 afdrukken, n.L op de volgende deelen: achterschenkel of baraschijf, binnenvlakte dij of ham, buitenveer (platte bil), voor ste en achterste gedeelte van de lende, rag, boom, vang, navelstreek, midden der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 9