No. 15135.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag* 26 Juni.
A11110 1909.
Officieels Kennisgeving.
Du Burgemeester en Wethouders van Lei-
0on, doen te weten, dat door den Raad
flier gemeente, in zijn vergadering van den
Sdcn Juni 1909, is vastgesteld de volgende
>erordening
VERORDENING
2P den invoer, het vervoer, den doorvoer,
flu keuring van vee en vleesch en den han-
flol in vleesch in de gemeente Leiden.
Par. I.
Alge me ene bepalingen.
Artikel 1.
Voor de toepassing van deze verordening
jvordt verstaan:
onder vee: runderen, paarden, ezels,
Jnuilezels, muildieren, schapen, varkens,
bokken en geiten.
onder vleesch: dood vee en alle deelen
[laarvan, daaronder begrepen ongeboren
[vruchten, met uitzondering van borstelB,
hoornen, klauwen, geheel van spieren ont
dane beenderen, indien zij voor technische
doeleinden bestemd zijn en huiden, voor
Zoover deze laatste niet afkomstig zijn van
■varkens en oude reuzel, wanneer deze door
ifuchsine zoodanig rood of door gentiaan-
Ciolefc zoodlanig violet gekleurd is of wel
door menging met petroleum zoodanig
daarnaar riekt, dat daaruit dadelijk de on
geschiktheid om als voedingsmiddel te die-
Een, blijkt;
onder versoh vleeschvleesch, dat noch op
menigerlei wijze toebereid, noch verduur
zaamd is, of slechts afgekoeld en opper
vlakkig gezouten, of gepekeld, of met zout
bestrooid;
onder toebereid vleesch: vleesch, dat toe
bereid of verduurzaamd is, met uitzonde
ring van afgekoeld vleesoh en oppervlak-
'<g gezouten of gepekeld of met zout be-
rtrooid versch vleesch;
onder vleesch ver koop er: ied. die van
3'.in handel in of den verkoop van vleesch,
geheel of gedeeltelijk, middellijk of onmid-
üillijk, rijn beroep maakt; bovendien ieder,
•lie houder is van een vleeschbewaarplaats,
èran welken aard ook.
Par. II.
Invoer, vervoer en door-
yoervanvee en vleesoh.
Artikel 2.
Het is verboden in de gemeente in te
.Voeren vee, hetwelk ziekteverschijnselen
"vertoont, tenzij de vervoerder bewijst, dat
het niet de bedoeling is het te slachten of
te doen slachten, noch om het ter markt
'te brengen of te doen brengen, noch om het
middellijk of onmiddellijk aan vleeschver-
koopers te verkoop en.
Onverminderd het bepaalde bij artikel
21 der wet van 20 Juli 1870 (Staatsblad No.
131) hebben Burgemeester en Wethouders
©venwel de bevoegdheid onder door den
'Burgemeester te stellen voorwaarden den
invoer toe te staan van zieke of verdachte
(Sieren, indien deze ingevolge van Rijkswege
ter bestrijding van besmettelijke veeziek
ten genomen maatregelen moeten worden
geslacht, mits het vervoer onverwijld en
rechtstreeks naar het Openbaar Slachthuis
geschiede.
Bovendien kan de Directeur van het
Openhaar Slachthuis in bijzondere geval
len, niet in het vorige lid genoemd, den
invoer van vee met ziekteverschijnselen toe
staan, mits de dieren rechtstreeks naar
hot Openbaar Slachthuis worden gevoerd
'om daar te worden geslacht en onder opvol
ging van de dx>r Burgemeester en Wet
houders omtrent den invoer en het vervoer
'te stellen voorwaarden.
Niet naleving der in het tweede en derde
lid bedoelde voorwaarden Is evenzeer
strafbaar als de overtreding van eenige be
paling van dit artikel.
Artikel 3.
Yee, ingevoerd in strijd mot artikel 2, en
vee ter markt gebracht of aanwezig in
inrijd mot artikel 42 der vorordening op de
markten van den 26sten Mei 1308 (Ge
meenteblad no. 10) zal naar het Openhaar
Slachthuis worden vervoerd en aldaar op
kosten van den eigenaar, houder of hoc-
Öer onderzocht worden.
Blijkt het dier aan geenerlei ziekte te lij-
Slen, dan wordt het betaalde geld te
ruggeven en kan het vee door den eigenaar,
houder of hoeder onmiddellijk medegeno-
tnen worden.
Ingeval het dier aan eenige ziekte blijkt
te lijden, wordt het van een of meer door
Burgemeester en Wethouders vast te stel
len afkeuringsmerken op door hen te be
palen wijze voorzien.
Na afloop van het onderzoek, op Dinsdag
fca afloop der markt voor vette varkens
en op Vrijdag na afloop van de veemarkt
kan het vee, in het vorige lid bedoeld,
'door den eigenaar, houder of hoeder on
der politietoezicht buiten de gemeente wor
den gebracht.
Wordt met het oog op den toestand van
het dier dit vervoer docr den Directeur
van bet Openbaar Slachthuis onraadzaam
geacht, clan zal, naa>» do beslissing van
dien Directeur, het dier öf in de stal
len van het Openbaar Slachthuis verblij
ven, totdat, het vervoer mogelijk ia ge
worden, öf geslacht worden, met ver
haal van het stalgeld of van het slacht-
geld op den eigenaar, houder of hoeder,
onverminderd de kosten van het onderzoek
bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Wordt het dier gestald, dan zal het even
eens van één of meer afkeuringsmerken
worden voorzien.
Wordt het dier geslacht, dan zal het
yleesoh worden afgekeurd, tenzij de Direc
teur van het Openbaar Slachthuis een an-
'dere beslissing noodig acht.
In Ret laatste geval zal het vleesoh op
door Burgemeester en Wethouders vast te
•tellen wijze van stempel merken worden
voorzien,' en onder politietoezicht buiten
de gemeente gebracht.
Hij, die het dier of het daarvan afkom
stige vleesch, zoo dit niet wordt afgekeurd,
onder zijn onmiddellijk toezicht heeft,
draagt zorg, dat de in dit artikel ge
noemde roerken niet worden verwijderd
of onzichtbaar gemaakt zoolang het dier
of het vleesch zich in de gemeente bevindt.
De bepalingen van dit artikel zijn mede
van toepassing op alle vee, waarvan de
ambtenaren, belast met het opsporen van
overtredingen dezer verordening, vermoe
den dat het in strijd met do verordening,
wordt ingevoerd, vervoerd of voorbande i
gehouden, of wel, dat het in strijd met
artikel 42 der verordening op de marfctea
ter markt gebracht wordt of aanwezig is
Artikel 4.
Ieder is verplicht vee, dat zich in zijn
bezit of onder zijn beheer bevindt, en dat
aan een onderzoek op het Openbaar Slacht
huis moet worden onderworpen, onmiddel
lijk op de eerste aanmaning van de amb
tenaren, met de tenuitvoerlegging van deze
verordening belast, over te brengen of te
doen overbrengen naar de genoemde in
richting.
Bij ifeigeriiig aal de overbrenging op zijn
kosten geschieden, onverminderd de straf
vervolging ter zake van de weigering.
Artikel 5.
Het is verboden vleesoh in de gemeente
in t© voeren van 1 April tot l October tus-
schen 6 uren des avonds en 7 uren des
voormiddags, van 1 October tot 1 April
tusschen 6 uren des avonds en 8 uren des
voormiddags en bovendien op Zondag, den
Goeden Vrijdag, den 2den Eaaschdag, den
Hemelvaartsdag, den 2den Pinksterdag, de
Kerstdagen en den Nieuwjaarsdag.
Volgen de Kerstdagen en een Zondag op
olkander dan is op den tweeden Kerstdag
de invoer geoorloofd van des voormiddags
8 tot des middags 12 uren.
Van het in het eerste lid van dit artikel
bepaalde is uitgezonderd:
a. vleesch, hetwelk per spoor de ge
meente wordt doorgevoerd of ingevoerd,
in welk laatste geval het in de uren, waar
op de invoer overigens verboden is, niet
van het station in de stad mag worden ge
voerd;
b. vleesoh, dat per postpakket wordt in
gevoerd;
o. vleesoh, dat de gemeente wordt door
gevoerd door beurtschippers, wier beurt-
vaart rechtstreeks door Leiden voert en
aan wie voor dien doorvoer door Burge
meester en Wethouders tot wederopzeg-
gens vergunning is verleend onder verplich
ting tot naleving der door dezen gestelde
voorwaarden.
Artikel 6.
Alle ingevoerd vleesch moet onmiddellijk
naar het keuringslokaal op het Openbaar
Slachthuis gebracht worden, langs een der
navolgende wegen:
a. Haag weg, Haagbrug, Noordeinde,
Kort-Rapenburg, Prinsessekade, Blauw-
poortsbrug, Steenstraat, Rijnsburgerbrug,
Rijnsburgersingel, Maresingel, Openbaar
Slachthuis.
b Rijnsburgerweg, Stationsweg, Rijns
burgersingel, Maresingel, Openb. Slacht
huis.
0. Hooge Rijndijk, Utreohtsche brug,
ITtrephtsohe Veer, ZijlscngeJ, Heerensin
gel, Maresingel, Openbaar Slachthuis.
d. Zoeterwoudsche weg (Heerenstraat),
Witte Singel, Noordeinde, Kort-Rapen
burg, Prinsessekade, Blauwpoortsbrug,
Steenstraat, Rijnsburgerbrug, Rijnsburger
singel, Maresingel, Openbaar Slachthuis.
e. Jaagpad Delftsche Vliet, Wou teren-
brug, Rijn- en Schiekade, Noordeinde,
Kort-Rapenburg, Prinsessekade, Blauw
poortsbrug, Steenstraat, Rijnsburgerbrug,
Rijnsburgersingel, Maresingel, Openbaar
Slachthuis.
f. Morschweg, Morschsingel, Rijnsbur
gersingel, Maresingel, Openbaar Slacht
huis.
g. Haarlemmer jaagpad, (Haarlemmer
weg), Maresingel, Openbaar Slachthuis.
h. Maredijk, Rijnsburgersingel, Mare
singel, Openbaar Slachthuis.
1. Lage Rijndijk, Heerensingel, Mare
singel, Openbaar Slachthuis.
Bereikt vleesch de gemeente per Staats
spoor of per Hollandsche IJzeren Spoor,
dan is de te volgen weg: Stationsweg,
Rijnsburgersingel, Maresingel, Openbaar
Slachthuis, of, indien aan den Haagweg
gelost wordt, die onder a aangegeven.
Bereikt vleesch de gemeente te water,
dan moet het te water vervoerd worden
naar den Maresingel vó<5r het Openbaar
Slachthuis en vandaar overgebracht naar
het keuringslokaal, of, zoo dit niet moge
lijk is, te water vervoerd naar een der on
der j1 genoemde landingsplaatsen
j. naar de gewone losplaatsen der Kat-
wijksche booten, van daar Steenstraat,
Rijnsburgerbrug, Rijnsburgersingel, Mare
singel, Openbaar Slachthuis.
k. naar de Haven, noordzijde, van daar
Oude Heerengracht, Maresingel, Open
baar Slachthuis.
1. naar het Utreoht-sohe Veer, van daar
Zijlsingei, Heerensingel, Maresingel, Open
baar Slachthuis.
Vleescb, door beurtschippers ingevoerd,
die hun ligplaats hebben aan de Visoh-
raarkt, den Nieuwen Rijn, den Ouden Rijn,
of de Aalmarkt, moet langs Aalmarkt,
Boommarkt, Kort-Rapenburg, Prinsesse
kade, Blauwpoortsbrug, Steenstraat, Rijns
burgerbrug, Rijnsburgersingel, Maresingel
naar het Openbaar Slachthuis gebracht
worden.
Bij stremming van het verkeer op een
der in dit artikel genoemde wegen wordt
door Burgemeester en Wethouders eon an
dere weg aangewezen.
Ieder, die vleesch in de gemeente in
voert. moet voorzien zijn van een duidelij
ke, schriftelijke aanwijzing van der» per
soon, door wien het vleesoh is verzonden
en van den persoon, voor wien het bestemd
is, en is verplioht deze aanwijzing op de
eerste vordering van de ambtenaren, belast
met de opsporing van ovortredingen dezer
verordening, te vertoonon.
Van de bepaling, bo&oeld in het eerste
lid vaji dit artikel, iavrijgesteld het
vleesch, dat per spoor of op de wijze om
schreven in art-. 5 litt,' o. wordt doorge
voerd en dat, hetwelk per postpakket in
gevoerd wordt.
Artikel 7.
Het ingevoerde vleesch zal in het keu
ringslokaal zoo spoedig mogelijk, legen
betaling van het verschuldigde recht door
den vervoerder, worden gekeurd en op de
wijze, door Burgemeester en Wethouders te
bepalen, van door hen vast te stellen stem
pel merken voorzien.
Hét keuringslokaal is geopend op door
Burgemeester on Wethouders vast te stel
len tijden.
Is het bij aankomst van het vleesch ge
sloten, dan is de verhoorder verplicht op
het Openbaar Slachthuis te wachten tot
het geopend is, tenzij hij verkiest het tot
aan de openstelling op het Slachthuis kos
teloos in bewaring te geven.
Artikel 8,
De bepalingen van de artikelen 6, 6 en 7
zijn, "onverminderd dö reeds genoemde uit
zonderingen, niet toepasselijk
ft. op vleesch, ingevoerd bij hoeveelheden
van ten hoogste 5 K.G., voor zoover niet
bestemd middellijk of onmiddellijk voor
vleeschvorkoopcrs, hotelhouders, herber
giers, restaurateurs, koks of tafelhouders,
mits dit vleesoh niet wordt ingevoerd, ver-
voord of tehuis bezorgd door vleesohverkoo-
pers of hun bedienden of door personen,
die van vleesohverkooporB middellijk of
onmiddellijk den last daartoe ontvangen
hebben, of wel door hen, die middellijk of
onmiddellijk bij het bedrijf van vleeschver-
kooper botrokkon zijn.
b. op toebereid vleesch, verpakt in kis
ten of vaten, welke op verzoek van den ver-
voorder, vóór het vervoer van de losplaats,
door of vanwege den Directeur van het
Openbaar Slachthuis verzegeld zijn, mits
zdj binnen den tijd van zes maanden in
ongeschonden toestand met hun inhoud aan
het keuringslokaal op het Openbaar Slacht
huis ter keuring worden aangeboden, of in
dien wordt bewezen, dat zij in ongeschon
den toestand naar een adres buiten do ge
meente zijn verzonden.
c. op toebereid vleesch, verpakt, inge
voerd en verkocht in hermetisch gesloten
blikken of flesschen.
.Aan personen, dio niet middellijk of on
middellijk bij het bedrijf van vleesohver-
kooper betrokken zijn, kan door Burge
meester en Wethouders tot wederopzeg-
gens vergunning worden verleend tot in
voer van reuzel, vet en varkenshuiden niet
voor menschel ijk gebruik bestemd, zonder
inaohtnemiDg van de artikelen 5, 6 en 7,
onder verplichting om het rechtstreeks te
doen vervoeren naar hun fabriek of werk
plaats.
Artikel 9.
Behoudens den invoer van vleesoh, be
doeld in artikel 8, mag geen versch vleesch
worden ingevoerd cjaa:
a. bij geheele of halve dieren;
in dit geval moeten do vliezen zich aan
het vleesch bevinden, terwijl hart, longen,
lever, milt, nieren, wat vrouwelijke dieren
betreft., uiers en baarmoeder, en wat
paarden betreft, de kop, tot na do keu
ring aan het ingevoerde halve dier, of aan
één, of aan do beide helften van het inge
voerde geheele dier, of wel aan het in zijn
geheel ingevoorde dier met do natuurlijke
heohtmiddelen bevestigd mooten blijven en
bovendien geen enkele lymphklier uit hot
deesoli of d'e genoemde doelen verwijdend
mag zijn.
b. rundor- on kalfstongen, kalfszwezerik-
ken, koppen, borst- en buikingewanden en
nieren van vee;
c. spieren, ossokazen, niervet, lamscotelei-
ten en lamsbouten, mits dio afkomstig zijn
van dieren, in een openbaar gemeentelijk
slachthuis in ons land geslacht en aldaar
vóór en na do slachting goedgekeurd en ten
bewijze daarvan vergezeld van een bowijs
van goedkeuring, afgegeven en voorzien van
goedkouringsmerken, aangebracht door daar
toe bovoegdo ambtenaren aan die slachthui
zen, of wel afkomstig uit dio slachthuizen,
waar op grond van de voorschriften van do
wet van 16 Juli 1907 (Stbl. No. 217), hou-
dondo bepalingen betreffende de keuring van
voor uitvoer bestemd vleesch, van rijkswege
keuringsdiensten zijn ingesteld, mils dit
vleesch voorzien zij van goedkeuringsmerken
door bevoegde ambtenaren aangebracht en
vergezeld van bewijzen van goedkeuring,
door die ambtenaren afgegeven.
Aan bepaalde personen kan, wanneer ten
gevolge van maatregelen krachtens de wet
van 20 Juli 1870 (Stbl. No. 131), 't niet moge
lijk is geheelo of halve dieren mot de onder
a genoemde deelen, op de aangegeven wijze
aan het vleesch bevestigd, in te voeren, door
Burgemeester en Wethouders tot wedcrop-
zeggens vergunning gegeven worden het
vleesch zonder die deelon in te voeren, mits
het afkomstig zij van dieren, in een oj>en-
baar gemeentelijk slachthuis in ons land
geslacht, en aldaar vóór en n&. de slach
ting goedgekeurd, en ten bewijze daarvan
vergezeld van een bewijs van goedkeuring,
afgegeven en voorzien van goedkeuringsmer-
ken, aangebracht door daartoe bevoegde amb
tenaren aan die slachthuizen.
Bovendien kan door Burgemeester en Wet
houders aan bepaalde personen, echter al
leen dan, wanneer bijzondere omstandigheden
dit wonschelijk maken, tot wederopzeggens
vergunning gegeven worden tot den invoer
van kleinere 6tukken versch vleesch dan
geheele of halve dieren, mits afkomstig uit
een Ider openbare gemeentelijke slachthui
zen in ons land en vergezeld van het bewijs
van .goedkeuring en voorzien van goedkou
ringsmerken in het vorig lid van dit ar
tikel nader omschreven, of wel afkomstig
uit de andere slachthuizen, genoegd in het
eerste lid van dit artikel onder o, mits aan
de daar gegeven voorschriften, betreffende
het vleesch uit die slachthuizen, wordt vol
daan.
De bowijzen van goedkeuring en de goed
keuringsmerken van do slachthuizen, in dit
artikel bedoeld, sluiten afkeuring te Leiden
niot uit.
Het onder 'a voorgeschreven© is niet van
toepassing op het versche vleesch, afkomstig
uit de militaire slachterij te 's-Gravenhage
en ingevoerd voor het garnizoen to Leidon,
mits ten opzichte van dit vleesch de overige
bepalingen dozer verordening worden nage
leefd, en het vleesch onder militair geleide
aan het .Openbaar Slachthuis ter keuring
wordt aangeboden.
Artikel 10.
Niet van toepassing is hot bepaalde in
artikel 9 onder a voor versch vleesch, dat
de gemeente per spoor wordt doorgevoerd.
Van hot in artikel 9 onder a en b be
paalde kan verder aan beurtschippers, wier
beurtvaart rechtstreeks door Leiden voert,
door Burgemeester eu Wethouders tot weder
opzeggens ontheffing worden verleend, an
der verplichting tot opvolging van de door
hen te stollen voorwaarden.
Van het bij artikel 9 ondor a bepaalde
kan door den Directeur ontheffing worden
verleend, onder verplichting tot opvolging
van de dooi' hem daaraan te verbinden
voorwaarden, voor versch vleesch, dat anders
dan per spoor of 'op de wijze, omschreven in
artikel 5 litt. o, de gemeente zal doorge
voerd worden.
In dat geval moeten de in artikel 6 ge
noemde wegen warden gevolgd, terwijl overi
gens allo bepalingen, voor ingevoerd vleesch
vastgesteld, van kracht zijn.
Dit vleesch wordt bij goedkeuring van eon
door Burgemeester en Wethouders vast te
stellen bijzonder merk voorzien en daarna
onder politietoezicht buiten de gemeente go-
bracht.
Artikel 11.
Het ia verboden in te vperen:
a-, vleesch, dat tot bederf is overgogaan;
lx vleesch, dat uiterlijke teekenen van
ondeugdelijkheid vertoont.
Het is verboden in de gemeente terug te
voeren, nadat het deze verlaten heeft:
a. het niet afgekeurde, vleesch van do ge
slachte dlieren, bedoeld in de artikelen 3
en 17A
b. het niet afgekeurde doorgevoerde
vleesch, bedoeld in artikel 10, tweede lid;
o. het vleesoh bedoeld in art. 39;
d. vleesoh, afkomstig van in het Op en-
baar Slachthuis te Leiden geslachte on
goedgekeurde dieren, tenzij dte vastgestelde
goedkeuringsmerken nog op duidolijk zicht-
- bare wijze op het vleesch aanwezig zijn.
Artikel 12.
Het vervoer van vleesch, in art:kel 11 ge
noemd, alsmede van ongekeurd vleesch, is
verboden, tenzij de vervoerder aantoone,
dat zulks plaats heeft krachtens eenige
bij deze verordening opgelegde verplich
ting of verleende bevoegdheid.
Artikel 12bis.
Voor de toepassing van dozo verordening
wordt alle vleesoh, hetwelk aan het Open
baar Slachthuis ter keuring wordt aangebo
den, bosohouwd als te zijn ingevoerd, met
uitzondering van het vleesch afkomstig van
in het Openbaar Slachthuis geslachte en
daarna goedgekeurde dieren en van 't bin
nen de gemeente aan ziekte of door eenig
toeval gestorven of in nood geslacht vco,
hetwelk volgens het bepaalde in artikel 27
naar het Openbaar Slachthuis werd ver
voerd.
Op het eerstbedoelde vleesoh rijn alle be
palingen dezer verordening omtrent den
invoer van vleesch van toepassing.
Artikel 13.
Het is verboden vleesch anders te vervoe
ren dan op zindelijke wijzo en, voor zoover
het versch vleesch betreft, bovendien an
dera dan geborgen in behoorlijk gesloten en
geventileerde, of wol in behoorlijk over
dekte vervoer- of draagmiddelon.
Artikel 14.
Ieder vervoerder van vleesch is ver
plicht dit op de eerste aanmaning van de
ambtenaren, belast met het opsporen van
overtredingen dezer verordening, onmid
dellijk te vertoonen en bij twijfel van deze
aan do goede cigonsohaippon of aan het
gekeurd zijn of aan liet bij artikel 8 voor
geschreven gewicht, hen met het vleesoh te
volgen naar het keuringslokaal op het Open
baar Slachthuis, en het daar op zijn kosten
'aan een nader onderzoek te onderwerpen.
Bij weigering zal de overbrenging op rijn
kosten geschieden, onverminderd de straf
vervolging ter cake van de weigering.
Par. III.
Het slaohten van vee, het
keuren, merken en ver-
koopen van vee en vleesoh;
gestorven dieren en
noodslaohting e n.
Artikel lö.
Het is verboden het bedrijf van vlecsch-
verkooper uit te oefenen in ander© lokalen
dan die, welke hiertoe door of vanwege
Burgemeester en Wethouders zijn onder
zocht en goedgekeurd.
Ten behoeve van dit onderzoek moet door
den belanghebbende ten minste 8 dagen voor
dat hij de lokalen in gebruik wensdht te
nemen, daarvan aan Burgemeester en Wet
houders kennis worden gegeven.
De goedkeuring kan door hen ten allen
tijde worden ingetrokken.
Artikel 18.
Behoudens de slachting in nood, bedoeld
in artikel 27, is liet verboden vee te slach
ten:
a. elders dian in het Openbaar Slachthuis;
b. wanneer het niet binnen den door den
Directeur van het Openbaar Slachthuis te
bepalen, aan het slachten voorafgaanden,
termijn aldaar ia gekeurd.
Als bewij» der goed- of afkeuring wordt
het dier voorzien van één of meer door Bur
gemeester en Wethouders vast te stellen
merken op door en te bepalen plaats en
wijzo.
De goedkeuringsmerken worden verwij
derd of onkenbaar gemaakt, indien het dier
ongeslacht van het Openbaar Slachthuis
wordt weggevoerd.
De keuring geschiedt op de daarvoor
aangewezen plaats op door Burgemeester
en Wethouders vost te stellen tijden, zoo
spoedig mogelijk.
Artikel 17.
Wordt vee afgekeurd, dan wordt het on
der politietoezicht buiten de gemeento ge
bracht, tenzij de Directeur van het Open
baar Slachthuis dit onraadzaam aoht.
In dit geval zijn van toepassing do be
palingen van het vijfde, zevende en achtste
lid van artikel 3.
Voor afgekeurd vee en het daarvan af
komstige vleesoh geldt mede het bepaaldo
in artikel 3, voorlaatste lid.
Artikel 18.
De Directeur van het Openbaar Slacht
huis heeft do bevoegdheid, zoo hom cfat
voor een juist oordeel noodig blijkt, de be
slissing omtrent goed- of afkeuring en dio
omtrent de wijze, waarop gehandeld zal
worden rnet het vee, bedoeld in artikel 3,
eerste lid en met afgekeurd vee uit to stol
len tot een nader aan to geven tijdstip.
De beslissing moet genomen zijn binnen
43 uren na het eerste onderzoek.
Gedurende den tijd van uitstc. blijft het
dier aan het Openbaar Slachthuis en wordt
aldaar gestald en gevoederd op kosten van
hem, dio do keuring aangevraagd heeft of
ten wiens behoeve nêt onder plaats
vindt-.
Artikel 19.
Na het slaohten uioet het Uier ten twee
den malo worden gekeurd, weiko keuring
geschiedt aan het Openbaar Slachthuis op
de plaats, waar heb dier zich na do slaoh-
ting bevindt, zoo spoedig mogelijk.
De keuring moet onmiddoilijk na het
slachten aan de daarmede belaslo ambte
naren worden aangevraagd.
Hij, die het dier slacht, is verplicht ten
behoeve van de keuring varkens te ont
doen van de borstels, andere dieren van
de huid, mot dien verstande, dat deze op
een plek ter grootte van een d M9. (vier
kanten decimofccr) aan het dier verbondon
mag blijven.
Hij ia verplicht, tenzij do Direotour van
het Openbaar Slachthuis het niot noodig
aoht, vóór deze keuring, het geslachte dier
overlangs in tweecn to deelen, mits de
beid helften minstens op één plaats met
olkander verbonden blijven; voorts, om den
kop van don romp te scheiden en de inge
wanden met inhoud uit het dier te verwij-
deron; overigons moet het dier in zijn ge
heel blijven.
Hij draagt zorg, dat zoowel de huid als
de in het vierde lid van dit artikel ge
noemde deelen tot na de keuring bij het
geslachte dier worden bewaard, zoodat bij
de keuring geen twijfel kan ontstaan om'
trent den aard van elk deel, noch omtrent*
het dier, waartoe het behoort.
De deelen mogen niet worden verkleind
of ingesneden of naar een andere plaat®
vervoerd, dan met toestemming van de met
de keuring belaste ambtenaren.
Hij, die het dier slacht, gedraagt zich
daarbij geheel naar de bevolen door do met
do IccuriDg belaste ambtenaren te geven.
Het doel of do deelen, voorzien van de
vóór de slachting aangebraohte goedkeu
ringsmerken, moeten tot na de keuring aatf
het geslachte dier verbonden blijven.
Artikel 20.
Hij, dio slacht, ia verplicht bij het onb«
dekken van eenige ziekelijke verandering
of van zwangerschap bij het dier, hetwelk
geslacht wordt, onmiddellijk het slachten'
te staken, kennis te geven aan de met dei
keuring belaste ambtenaren, on hun ver-»
dere bevelen te dier zake op te volgen.
Artikel 21.
Wordt het geslachte dier goedgekeurd,
dan wordt het op de wijze door Burgemees
ter en Wethouders te bepalen met goed
keuringsmerken gestempeld op de navol
gende plaatsen:
a. stieren, ossen en koelen op elko
lichaamshelft minstens 21 merken, n.L op
do volgende deelen:
staartstuk, buitenveer (platte bil), bin
nenveer (ronde bil), spierstuk, voorzijde
achterschenkel, klompstuk, vanglap, na-
vclstreek, lende, klaprib, midden aohtersto
rib, spier van de ribben, dikke rib, schou
der, schoudermuis, middenborst, puntborst,
niervet, inwendige ribbenwand tusschen
lste en 2de, 3de en 4de, 5de en 6de rib,
voorschenkel, hals en schoft;
b. op gTftskalveren,
op groote, als bij stieren, ossen rn koeien;
op kleine, ten minste 16 afdrukken n.l.-
'op de volgende deelen.
achterschenkel, buitenveer (platte bil),
binnenveer (ronde bil), spierstuk, klomp
stuk, vanglap, spier van de ribben, navel
etreek, borst, middenribben, dikke rib,
lende, niervet, schouder, voorschenkel enj
hals;
c. op alle andere kalveren, hetzelfde aan*
tal afdrukken als op kleine graskalveren;
(L schapen, bokken en geiten, op elke
lichaamshelft ten minste 11 afdrukken, n.l.
op de volgende deelen:
voorvlakte achterschenkel, binnenveer
(ronde bil), buitenveer (platte hil), stuit,
lende, vanglap, navelstreek, midden der
ribben, dikke rib, schouder, schoft, voor
schenkel, hals en niervet;
e. op varkens, op olko lickaanibhelft ten
minste 19 afdrukken, n.L op de volgende
deelen:
achterschenkel of baraschijf, binnenvlakte
dij of ham, buitenveer (platte bil), voor
ste en achterste gedeelte van de lende,
rag, boom, vang, navelstreek, midden der