ffo. 15129. X.EXBSCH DAGBLAD, Zaterdag- 19 Jirai. Anno 1909, Brieven van een Leidenaar. FEUILLETON. Hun Kasteel. Ingezonden. CCLXXV. Als vorsten en staatslieden hun conferen ties houden, dan voelt het overige mensoh- dom. een huivering van angst, omdat do er varing maar al te vaak heeft geleerd, dat zalke bijeenkomsten wel eens minder vrede lievende bedoelingen hebben. Als geleerden en kunstenaars op oongres- 6on samenkomen, dan is elke Vrees uitge- eloten; men is overtuigd dat hun beraad slagingen bedoelen dat de wetenschap voor- uitgebracht en de kunst bevorderd fwordt. En als eindelijk de nijveren, mannen van Kandel en industrie, samenkomen, dan is daarover blijdschap, want men weet dat zo bezig zijn nieuwe bronnen van welvaart te scheppen en bestaande milder te doen vloei en. Men is overtuigd: elke niouwe tak van nijverheid en de meerdere bloei Van ©en bestaande, beteekencn: moer arbeid en daar door grootere welvaart. Daarom kan ik mij ook voorstedien, dat er in verschillende kringen in (onze stad met genoegen is vernomen, dat de oude Maat schappij van Nijverheid, die hier "reeds vroe ger samenkwam, weer in Leiden haar 132sto jaarlijkeche algemeen© vergadering zal hou den en dat men zich gereed houdt do afge vaardigden van de verschillende departemen ten, dije van Noord en Zuid in de Sleutel- Btad zullen samenkomen, hartelijk te (ver welkomen en zijn best zal doen om tot het Welslagen van het Congres modo te werken. In de allereerste plaats komt het bestuur van het Leidsche departement een woord van hulde toe. Aan dit bestuur is hot te danken dat de algemeene vergadering op a 6. Vrijdag en Zaterdag hier zal worden gehouden. Het Leidsche departement is fle gastheerdie gastheer heeft wijn gasten urt- genoodigd en zal geen.i-Jcoston sparen om de oud-Hollandöoho gastvrijheid aan zijn mede-departementen te toonon. Dat het dit heeft kunnen doen, dankt het taied© aan alle Leidonaren, die hebben samengewerkt om de voor een paar jaar gehouden Edectrische Tc n toonstelling te doen slagen en Ook tot pen goed financieel resultaat te doen leiden. Het zeer voordeelig saldo van deze ten toonstelling bracht een mooi sommetje tin do departementskas en daaruit kunnen tnu do onvermijdelijke groot© kosten van de Ont vangst der algemeene vergadering in ons piidden, worden bestreden. Maar tot de hartelijke ontvangst <en het 'gul onthaal moet behalve het bestuur en do leden van het departement heel de burgerij modewerken. Daartoe wek ik nu reeds imijn stadge- nooten op. De afgevaardigden, zelf meestal indos- itrieelen, moeten van onze stad, vanouds do Itad der nijverheid, een goeden indruk krij gen. Ze moeten aan alles kunnen zien dat WÜ nog voelen voor de industrie als groote welvaartsbron en de mannen, beren, 'die energie hebben gewijd, hun geld gesto ken in nationale nijverheids-ondernemingen. Aan den vooravond der algemeen© Verga dering zullen de vreemdelingen op Den Burcht door het Leidsche departements-be- ituur worden Verwelkomd en daarna zullen de directeuren, afgevaardigden en leden op het Raadhuis door het gemeentebestuur Wor den ontvangen. Die officieele ontvangst door het gemeentebestuur moge de burgerij ben aanwijzing gijn pm daaraan het zegel te hechten, p. a. door het uitsteken van vlag- n vooral langs den weg, dien de Congres- zoekers zullen hebben af te leggen ven hot station tot Den Burcht en van Den Buroht naar hbt Stadhuis. De htad moet In die dagen een vToolijk en opgewekt aan zien hebben en aan alles moet te zien rijn, dat zij deze algemeene vergadering op hoo- feen prijs stelt. Het departementsbeetuur heeft op sohier hlle vrije uren van de directeuren, afgevaar digden, donateurs en leden der Maatschappij, flio hier bijeen zullen komen, beslag gelegd. Na de ontvangst op het Stadhuis wordt hun een aangenamer avond bereid in ,,'t Post kof." De Leidsche Katoenmaatsohappij, de Loid- frche Zoutkeet, de Stedelijke Fabrieken Van Gas en Electricdteit 8üjthoff*s Uitgevers- Maatschappij, de Tegel- en Faienoefabriek „Amphora", Wem inks Beton fabriek, Tiele- 17) „Ik had u toch geschreven, dat u reeds 'de vorige week moest verhuizen", merkte ik op. „Hoe komt het, dat u nu nog altijd hier bent?" Brosser, die zich nog niet geschoren, ja Eelfa zijn laarzen nog niet aangetrokken had, beweerde hoofdschuddend, dat hij >,van een briefje niks afwist." „Dan zeg ik u nogmaals de huur op. U lnoet het huis morgen verlaten. Ik heb het öoodig." „Noul Noul De huur opzeggen moet tij dig gebeuren en de huurder moet het ook goedvinden 1" „Begrepen!" herhaalde ik. ,,U trekt er morgen uit, en nu ik eenmaal hier ben, kuut u me ook de huur wel betalen van de Vorige maand." Door die woorden gevoelde Prosser zioh blijkbaar in zijn eer aangetast, want hij richtte zioh fier op en sprak deze gedenk waardige woorden: „Ik heb er een jaar buur aan, weet u dat Wel? ik betaal om de drie maanden, en u kunt me niet korter dan zes maanden te Voren opzeggen, dat is mijn recht, en uw Vrouw weet dat ook wel." „Zoo! Nu, dan zal ik mij tot mijn advo caat wenden." Dat was al hetgeen ik in mijn hulpeloos- Jteid en bij mijn weinig eervollen aftocht Antwoorden kon. Ja, wat. wist ik er van? Cfs.'hoon ik toch in de rechten gestudeerd mans en Dros' Coneexvenfabriek en de De- kenfabriek der firma Zaalberg zullen dee Vrijdags kunnen wordm bezichtigd; do so ciëteit A mi rit, ia." verleend doorloopend in troductie voor de gasten, zoowel voor de binnen- hls buitensociëteit. Met rijtuigen zal men naar Noord wijk gaan om in het „Hof van Holland" aan den gemeenschappelijken maaltijd aan te zitten. Zaterdag, ,na do morgen vergadering, zal een bezoek worden gebracht aan de fabriek van Gouden en Zilveren werken Van de firma J. M. van Kempen en Zoon te Voorschoten en des Zondags gelegenheid tot ïeen boottocht naar de Zuid-Hollan&schs meren worden ge geven. Het 'worden dus drukke dagen voor de Congreebezoekers en niet minder druk zul len. 'deze dagen zijn voor -het wakkere depar- tements-bestuur, dat als gastheer optreedt en voor de burgerij al heel weinig overlaat om het den gasten aangenaam te maken. .Anders zoude ik willen voorstellen 'dat na mens de Leidsche burgerij, bijv. door „Vreem delingenverkeer", ook nog een openlijk "blijk van sympathie en waardeering met het Con gres werd gegeven. Maar .als na inspannenden congresarbeid de congressisten van al de 'gepaste uitspan ningen, die het departcmentsbestuur hun heeft bereid, hebben genoten, zullen ze dp uren, 'die hun nog resten, zeker liefst willen besteden aan de voor ieder en ïnensch onmis bare rust. Daarom durf ik met geen Voorstel tot mijn medestadgenooten, voor het aanbieden van een oonoert of iets Van dien aard, komen. Een mensch, ook een bezoeker van een con gres of algemeen© vergadering, kan van het aangename 'te veel krijgen. Maar wat wij wel kunnen en wat onge twijfeld door het dep artementsbes tuur en door al de leden dar Maatschappij op prijs zal worden gssteld, is op de dagen van 24, 26 en 26 Juni de mooiste blommetjes buiten te 'zetten, de vlaggen uit te steken, ons blijde en opgewekt te toonen met de breede vreem- delingenschaar, 'die zioh dan binnen ion zo wallen zal bevinden. Leiden heeft hot bestuur zeide het in een cdroulaire tot do leden van het departe ment gericht, dezer dagen nog Leiden heeft 'zich door de verschillende congressen, hier 'ter stede in den loop der jaren 'gehouden, den roem verworven van te 'zijn de stad, waar dergelijke congressen het beste blagen. "Welnu, 'dan is het ook ons aller plicht er 'toe bij te dragen, Üat ook de 132ste jaar- lijksche algemeene vergadering der Maat schappij van Nijverheid daarop geen uitzon dering make. Integendeel, het groote gewicht van een vergadering als deze, de eigenaar dige be teekenis er van voor oen industrie stad als Leiden, maakt het >onze stad tot een ©ereschuld, dat van al 'de groote verga deringen hier .in den loop der -jaren go- houden, deze nog de kroon bpanne. Gemeenteraad van Wassenaar» Voorzitter: d» Burgemeester. Afwezig d© heeren Tb. van Vliet en Jhr. J. Hooft Graafland. Ingekomen zijn eenige missives van Ged. Staten, houdende goedkeuring van verschillende Raadsbesluiten. De heeren J. Manavelt en W. A. Konings hebben be richt, dat rij hun benoeming als lid van de Comm. tot Wering van Schoolverzuim aannemen. De eerw. heer Th. Vlek heeft medegedeeld, dat hij door vertrek nit deze gemeente de functie voor voorz. der ge noemde Commissie moet nederleggen. Aan de heeren D. v. d Burg en P. Goe- m&ns wordt toegestaan een paar boomen voor hun buizen te rooien. De heer Broek smit meent, dat het verdwijnen van alle boomen later aanleiding zou kunnen geven tot een nieuwe planting. De voorz. meent, dat de straat te veel vernau/wd zal wordton. De heer Ruygrok stelt voor de weinig© overblijvende boomen ook te rooien. De heer J. Blankeepoor wordt ontslagen van de huur van een stukje grond aan de Haven. Gelezen wordt een request van de afd. Waasenaar der Alg. Ver. voor Bloembollen cultuur. Adressante vraagt steun der ge meente bdj de tentoonstelling te Haarlem en langer dan twee jaren de advocaten- club bezocht had, zonder ooit eenige prak tijk uit te oefenen. Ik had van zijn of mijn reoht niet het minst begrip. Ik schreef ook werkelijk aan „mijn" advocaat. Tot dusverre had ik er nooit een gehad, maar nu schafte ik er mij aanstonds een aan, een ouden studievriend. Hij achreef mij een advies van drie volle blad zijden, waarin ook iets van een deurwaar ders exploit voorkwam. Eouter las ik tus- scihen de regels duidelijk, dat het beter zou zijn op een gelukkig toeval te wachten, nu ik mij eenmaal door mijn eigen domheid in de klem had geholpen. Met den vrede van onzen tuin was h6t gedaan. Wy konden er ons eiken nacht op voorbereid houden, dat de vredige stilte verbroken werd door luidruchtig zingen uit de muziekzaal van Prosser, en over het algemeen ontwijdde reeds het bewustzijn van zijn nabijheid d© blijmoedigheid van on8 bestaan. Daarbij kwam nog, dat Mary ons eiken dag pijnigde met allerlei nieuwtjes over het vroegere leven en over het karakteT van onzen huurder en over de gevolgtrek kingen, welke men daaruit in het dorp maakte betreffende ons. Het was mij al dien tijd onmogelijk geregeld te werken, hetgeen natuurlijk weer een ongunstigen invloed uitoefende op mijn gemoedsgesteld heid. Ook Ohloë had haar zorgen, want haar uitgeverB drongen bij haar aan op de aflevering der illustraties, waarmede zij maar niet vooruit kwam. De heer Prosser hinderde ons als een trekpleister, die steeds feller brandt, naarmate zij langer op de huid ligt. Op zekeren morgen zat ik in ons werk in 1910, hetzij in den vorm eener inschrij ving in het Waarborgfonds, hetzij in den vorm eener medaille. Hot Dag. Bestuur stelt voor een gouden medaille besohik- baar te stellen. De heer Broeksmit stelt voor er nog een verguld-zilveren medaille bij te doen. Met alg. stemmen worden bei de voorstellen aangenomen. Gelezen wordt een adres van den ondernemer van den omnibus di etisfc WasselnaarStation Voorschoten. Daar geen nieuwe zaken in dit adres worden voorgesteld wordt beslo ten do subsidio op dezelfde voorwaarden te verleenen. Den heer E. O. Houbolt wordt toegestaan een gedeelte van het rasterwerk langs het schdlppad weg te nomen, mits daarvoor een hek in de plaat» kome, dat een weinig tot verfraaiing der gemeente bijdraagt. Tevens wordt hem toegestaan een riool door den weg naar de vaart te brengen, doch alleen voor het loozen van menage water. Aan „Excelsior" wordt een subsi die verleend van 76 gkl, als dit weer in ruil een tiental oonoerten geeft. Op verzoek van den heer Th. Wouters zal de SboepLaan afgevoerd worden van den legger der wegen en voetpaden. Hier voor komt in de plaats eon weg parallel met de Stoeplaan. De Stoeplaan zelf zal veranderd worden in een ruiterpad. Op de vraag van den heer Broekamifc wie onderhoudpliohtige is, wordt geantwoord, dat het onderhoud blijft ten laste van do Exploitatie-maatschappij. He* suppletoir kohier van den H. O. wordt vastgesteld op 432 gld, Het heffingspercentag© van dit jaar wordt vastgesteld op 685/1000 te gen 770/1000 in 't ofgeloopen jaar. Eenige af- en overschrijvingen worden goedgekeurd. Aan de heeren G. Gardiem, B. v. d. Bar- seloar en L. Westgeest worden de mest putten aan de Haven opnieuw verhuurd onder de bestaand© voorwaarden. De voor dracht voor een lid der Comm. tot Wering van Schoolverzuim bestaat uit de heeren A. L. Rooyakkere on G. H. van der Velde. Eerstgenoemde wordt met aüg. stemmen gekozen. Het Dagol. Bestuur stelt voor aan den keurmeester voor vee en vleesch een sala ris te geven van 600 gld, Uit dit bedrag zal hij do kosten voor den hulpkeurmeester moeten betalen. De heer Ruygrok vraagt of de keurmeester ook in aanmerking komt voor pensioen. Dit zou mot het oog op den leeftijd van den keurmeester niet lang uit blijven en de gemeente weer nieuwe kosten veroorzaken. Hij vindt hot voorgestelde sa laris ook te hoog. De heer v. d. Kley heeft nog ander© zaken en dus zoo'n hoog salaris niet noodig De heer Verbrug weet, dat de andero aaken ook aan anderen worden overgela ten. De betrekking van keurmeester eischt den geheel en mensch. Hoe boter het salaris is, hoe meer hij zijii andero zaken aan anderen kan overlaten. De keurmeester moet zijn een man, op wien men kan ver trouwen. Zijn betrekking brengt nogal wat administratie mee. Hij vindt den keur meester oen rechten man op de reohto plaafs. Iemand, die hart voor zijn werk heeft en steeds moeit© doet om zdjn ver- kregen kennis nog te vermeerderen. De heer J. v. d. Hulst wenscht alles, wat voor eigen gebruik ia, niet te belasten meï keurloon. De heer Verbrug toont aan dat vleesch, vrat vervoerd wordt, aan keu ring onderhevig moet zijn, anders zal het vervoerde vleesoh spoedig allemaal voor eigen gebruik rijn. De heer Ruygrok blijft hot salaris te hoog noemen voor iemand, die nog andere inkomsten heeft. Tien gulden per week zou hij al genoeg vinden voor een gemeente als de onze. Mocht een volgend jaar verhooging noodig blijken, dan kan deze gegeven wor den. De heer Van Pallandt wil een aanvangs salaris nemen van 400 gulden en dit laten opklimmen tot 600 gulden. De Voorzitter meent, als we iemand uit een andere plaats moesten benoemen, zou 600 gulden te weinig blijken. Ook de heer Broeksmit is van meening, dat 600 gulden te veel is voor iemand, die er niet uitsluitend van behoeft te loven. kamertje met de pen in de hand het witte papier aan te staren, dat nuj met minach ting scheen te verwijten.. Het wachtte om beschreven te worden, meer kon men er niet van verlangen, en ik zou het zoo gaarne beschreven hebben, zoo wel wegens de verdiensten, die er aan vast zaten, alsook om mijn zelfbewustzijn te streelen. Ik koesterde het vurigste verlan gen om die zes geschiedenissen „in den- relfden stijl" te sohrijven; maar dit ver langen was niet voldoende. Werkeloos zat ik voor het papier en teekende Chloë's profiel in de moest verscheiden posities op het vloeipapier. Doch, als van mijn schuld bewust, draaide ik het haastig om, toen ik uit de keuken vlugge schreden hoorde na deren, en ik boog mij over het papier. Ver volgens opziende, bemerkte ik aan Chloö's gezicht, dat er iets ergs gebeurd was. „Wat is er?" Ik gevoelde, dat ook ik verbleekte. „Leo, het is verschrikkelijk!" zeide zij met een tragisch gebaar. „Wat is verschrikkelijk?" Zij leunde tegen de tafel aan. „Ons huis waggelt! Alles is uit!" „Wat is uit?" „AllesZe gaat weg !"- „Gaat ze weg? En waa/rom?" „Ik weet het niet. Ik was te verschrikt om er naar te vragen. Ik ben naar jou toe gevlucht. Wij zijn toch zoo goed voor haar geweest," jammerde zij vervolgens. „Zij mag ons ook wel lijden, ton minste ik heb het mij verbeeld. Maar op ods rust een vloek." „Dat kan je hoogstens omtrent jezelf be weren," kalmeerde haar, ietwat gevoel De heer Verbrug pleit nogmaals voor het voorgestelde salaris op de bovengenoemde gronden. De heer Ruygrok stelt voor 500 gulden te geven. Zijn voorstel wordt in stemming gebracht. Vóór stemmen de hee ren v. Wissen, Broeksmit, Ruygrok, Bur ger, Van Pallandt en v. d. Hulst. Tegen de heeren Terheyden, Verbrug en Kuyper. Het geopperde denkbeeld om nu den hulp-keurmeester een vergoeding toe te kennen, wordt bestreden door den heer Ruygrok. Als dien bijv. 100 gulden wordt toegekend, dan zal hij voorstellen om den keurmeester 400 gulden te geven. Bij ge meente-verordening zijn voorschriften gege ven voor d© inrichting van slachtplaatsen. De heer Verbrug vraagt B. en Ws. te mach tigen deze eisohen niet zoo hoog te stellen in geval van verbouwing van bovenstaande slachtplaatsen. Zoo is bijv. van een noodslaohter niet te eischen, dat alles stipt wordt opgevolgd. Anders is hot bij do gewone slagers. De heer Verbrug vindt, dat zulke slacht plaatsen „geen bazaar van vuile, smerige voorwerpen" moeten zijn. De heer Burger vraagt of Ouwerkerk, een werkman der gemeente, altijd blijft verven. Hij is al aan het vernummeren der gebouwen geweest en nog verft hij hier en daar. We hebben hier vier bazen. Deze zou den naar die karweitjes kunnen inschrij ven. De Voorzitter meent, dat de taak van B. en Ws. is, de werkzaamheden voor de gemeente zoo voordeelig mogelijk te doen verrichten. De heer Ruygrok wijst er op, dat er se dert 30 Januari geen Raadsvergadering ge weest is en dat er het vorig jaar slechts vijf maal vergaderd is. Het heeft zoo den schijn of het dagel. best. wil zeggen: We hebben den Raad niet noodig. En dat er na de „blijde gebeurtenis" niet een vergadering geweest is en dat er in diezc gemeente niets gedaan is, kan zijn goedkeuring niet weg dragen. De Voorzatter zegt, dat hij er wel een beetje schuld aan heeft; maar hij had het In dien tijd nog al druk. Hij zal dit jaar zorgen voor het voorgeschreven aantal ver gaderingen. Het request van den heer Padberg werd met gesloten deuren behandeld. De rec!3tn!-!5n'03!TS!e!Hng te Haarlem. Naar ons uit Haarlem wordt gameid, zijn daar vanmiddag te halftwee door den bur gemeester officieel geopend de reclame-ten toonstelling in het Brongebouw, en het oud- Haarlemsch marktplein. De zalen van het Brongebouw bevatten tal van keurige exposities van Haarlemmers en inzenders uit andere steden. Ze hebben hun best gedaan om op doeltreffend© wijze hun artikelen, voornamelijk door zo onder vitri nes te plaatsen, goed te doen uitkomen. Het voornaamst© dezer tentoonstelling, welk© duurt tot aan 13 Juli toe, ia wel het oud-Haarlemsch marktplein, dat omzoomd wordt door een 30-tal gebouwtjes met oud- Hollandsche gevels. Verschillende gebouwen te Haarlem, in oud-Nederlandschen bouwstijl ala do vleeschhal en de hoofdwacht op de Groot© Markt en het Oud© Gereformeerd© Weeshuis op het Klein Heiligland zijn magnifiek geimiUeid. In vorsobillende d> r ge bouwtjes worden artikelen tentoongesteld of verkocht, een paar der groot© zijn ingericht tot taveernen, en de gevel van de oude vleeschhal dient als front van de tent van Consacl. Kermistenten mogen volgens do voorschrif ten van onzen gemeenteraad niet op deze tentoonstelling komen, maar Consael schijnt ni©L speciaal als „kermisman" te boek to staan. Men eet toch ook wel elders dan op de kermis poffertjes en beignets Tot aantrekkelijkheid van het publiek zul len op do tentoonstelling talrijke con oer ten plaat© (hebben, verder concoursen op velerlei gebied; ook eenbloemencorso; en de ver maarde Cocadorus zal op het oud-Haarlemsch marktplein niet ontbreken. Als het weer medewerkt zal de tentoon stelling, vooral doordat het fraai© park van het Brongebouw zich hiervoor zoo bij uit stek leent, ongetwijfeld bijzonder slagen. loos, „maar ik voel mij gelukkig, omdat jij..." Zij stampte met den voet op den grond. „Zie je dan niet in, dat hot ernst is, schrik kelijke ernst? Waren wij hier toch nooit komen wonen 1 Woonden wij nog maar in „de doosja, maak jezelf er maar vroolijk over, omdat je het mij voorspeld hebt." Ik verzekerde haar echter het tegendeel als mijn gevoelen, en toen wij een weinigje tot kalmte waren gekomen, opperde ik de meening, dat we ten minste konden traoh- ten de reden te weten te komen. „Ja, ik zal het haar vragen." Chloë droogde haar oogen af. „Misschien wegens Prosser. In jouw plaats had ik hem een voudig bij zijn kïaag gepakt en de deur uit gegooid. Je bent er toch sterk genoeg voor „Ja, om wegens huisvrede-breuk te wor den aangeklaagd en honderd pond sterling schadevergoeding te betalen!" Ik pronkte met de van mijn advocaat ge leende wijsheid. „Ga haar naar de reden vragen. Misschien ligt die niet bij Prosser. Het is wel een luilak en we hebben geen informaties over hem, maar hij kan toch niet de schuld zijn van alles." Ik was juist bezig Mary uit te teekenen, terwijl zij met oen gebaar van schrik naar een op den aohtergrond verschijnenden geest wijst, toen Ohloë eindelijk terug keerde. „Nu?" „Wij rijn ër ten minste de schuld niet van." Chloë hardde ruimer adem. „Zij mag ons erg graag lijden, maar het gaat niet anders." ..Hoezoo?" „Ze eraat trouwen met den bakkers knecht." Mijnheer de Redacteur! Als het kalf verdronken is, dempt men den put; in den laatstcn tijd wordt het onder onze vissohers gewoonte, dat bij het uitzeilen der logger-vaartuigeu uit Hoek- van-Holland, hun betrekkingen vrou wen, kinderen en verloofden hun gene genheid zoover uitstrekken, dat zij aan boord blijven, de reis dus mede maken tot vóór Katwijk-oan-Zee. Ze worden dan hier van boord gehaald met een boot cn zoo aan het strand of het „Buitengat" van Rijnland gebracht.. En hierin, dot van. boord brengen, 6chuilt groot gevaar. Do zeetocht op zichzelf ia zoo gevaarlijk niet, maar juist het van boord gaan De lan ding zelfs bij het schoonste weder levert reeds beswaren op en hoeveel te meer zal dit het geval zijn, indien de zee minder gunstig wordt gedurende dc reis, die van uit Ylaardingen, de plaats waar men aan boord gaat, geschiedt. Men vergete toch niet, dat dikwijls tusschen het aan boord gaan on de binding een tijdsruimte ligt van 10 uren en meer, al naar mate het opont houd heeft geduurd en wij weten genoeg, dat in dien tijd heel wat, vooral ton op- ziohte der weersgesteldheid kan geschie den. Het staat dan ook bij mij vost, zonder pessimist t© willen zijn, dat ongelukken bij het afladen van boord of wel hot landen niet kunnen uitblijven! Doel van dit schrijven is dan ook hierop hot oog te vestigen der reedors en schip pers, opdat aan deze verkeerde nieuwo gewoonte een einde komo en do put niet worde gedempt, wanneer het kali reeds verdronken is. Dankzeggend voor de verleende plaats ruimte, Hoogachtend, ADR. VAN RHIJN, Commisaris N.-V. Reederii Katwijk-nan.-Z. Katwijk-aan-Zee, 19 Juni 1909 M. de Redacteur I In uw blad van heden las ik onder de berichten uit Rijnsburg tot mijn groote verwondering, dat de brandspuit van Rijnsburg in plaats van water, modder spoot. Zou uw correspondent dat eens willon bewijzen? Dat het water een „luchie" had mogo waar zijn (dat zal elders ook wel eens kunnen voorkomen) maar dat de spuit modder gaf is met du waarheid in strijd. K. VAN DELFT Dz., Brandmeester. Rijnsburg, 17 Juni 1909. [Wat verlangt de heer v. D. van mij Moet ik hem een proefje zenden van do vloeistof Woensdagnacht op de brandende» schuren geworpen? Dat kan hij zichzelf tooh wel versohaffen; hij ga slechts naar het nog niet gedempte gedeelte van don Ouden Vliet, tegenover den heer 0. Krom hout, het toevoerkanaal van de brand spuit. Hij kan zich dan overtuigen en tevens oonstateeren dat het stilstaand wa ter reeds een ergerlijk „luchio" heeft; wat moet het dan niet zijn al6 dit water in be roering wordt gebracht. Dit is modder- wator. Of moet ik hem de opmerkingen neerschrijven, die tijdens het spuiten door het publiek werden gemaakt? De Correspondent]. NOORDWIJKERHOUT. Dinsdag 29 Juni ia hier verkiezing van twee leden van den Gemeenteraad, wegens periodieke aftreding van de heeren H. Heemskerk en J. van Sohie. En zoo stemming en herstemming noodig zijn, zullen- die plaats hebben op 8 en 20 Juli. VOORHOUT. Bij het beproeven der brandspuiten, waarbij natuurlijk de jeugd flink vertegenwoordigd was, bleek de spuit van het Soldaatje aan hot doel te beant woorden. De brandspuit in het dorp ont wikkelde te weinig kraoht, misschien min der een gevolg van de capaciteit van het werktuig, dan wel van dc ruimte in do brandputten. „Gelukkige bakkersknecht." „Ja, zij houden veel van elkaar; maar zij hadden niet kunnen trouwen, indien niet onlange een oora gestorvea was, die hem iets vemaakt had. En nu heeft hij zelf een zaakje gekocht." Ons was eenzelfde lot ten deel gevallen; maar wij hadden, helaas, geen zaakje kun nen koop6n 1 „Het is jammer voor onsl" ging Chloa voort. „Maar het is zeer goed voor hen. En hoelang hebben zij kennis?" „Vier weken," zei Chloë. „Jongen, jongen! In dc keuken schijnt do liefde snel te ontwaken en beproefd te worden. In mijn novelle „Aoh, laat die novelle toch rusten J En ik heb in 't geheel geen zin om over hun huwelijk te spreken of te denken. Ik heb advertenties in mijn hoofd en huurkanto- ren voor dienstboden cn dien naren Pros ser Laten we asjeblieft in den tuin gaan en daar verder spreken." Wij gingen den tuin in. Maar de tuin kiest zelf de onderwerpen van gesprek uit, en ditmaal wilde hij van Chloc's denk beelden niet3 weten, maar vond meer be hagen in de mijne. Ik zat in de mot witte en roode tegels geplaveide vestibule en tikt© op mijn schrijfmachine; want ik was het met mij- zelven eens geworden over het begin van een der novellen. Wordt vervolgd.J[

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 5