N®. 15128
Vrijdag 1® JunL
A* 1909.
<§sze <jCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Uit de „Staatscourant".
FEUILLETON.
Kun üasieel
LEIISCH
DAGBIAD
PRIJS DEB ADYERTENTIENi
Ven 18 regeli /"L06. Ieder* regel meer 0.17$. Groote re lettert naar
plaatsruimte. Kleine advertentiëa ran 80 woorden 40 Gents content elk
tiental woorden meer 10 Oente. Voor het incaiaeeren wordt/* 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oenti; per 3 maanden J
Buiten Leiden, per leoper en waar agenten gereitlgd lijn J
France per poat
r ua
1.30.
i.65.
Burgemeester en Wethouders der Gemeen-
Jfco Leiden, ontvangen hebbende een cir
culaire van den Commissaris der Koning
in in de provincie Zuid-Holland, van den
Weten Januari 1900, houdende uitnoodi-
ging om, door het aansporen der ingezete
nen tot milddadigheid, zooveel mogelijk het
iWolslagen te bevorderen der jaarlijksche
Collecte, welke ten gevolge van Zijner Ma-
iosteite diapositie, van den lSden Novem
ber 1820, No. 81, door de Districtscommis
sie tot aanmoediging en ondersteuning van
'den Gewapenden dienst in de Nederlan-
c aal worden gehouden, brengen ter
algameene kennis, dat, ingevolge het ver
langen van gemelde Commissie, de genoexn-
Fo Collecte zal geschieden, door daartoe
gemachtigde personen, met gesloten bussen,
op Maandag, Dinsdag en Woensdag den
Sisten, 22sten en 28sien Jtini aanslaande
aar vangende 's morgens te negen urenaan
'ie huizen der ingezetenen, wien verzocht
wordt op de uitreiking hunner liefdegif
ten orde te stellen. Burgemeester en
Wethouders, gaarne voldoende aan het ver
langen in gemelde circulaire vervat, noodi-
gen de ingezetenen dezer gemeente drin
gend uit, door onbekrompen© bijdragen
krachtdadig mede te werken tot do onder
steuning der instelling, welke zij zoozeer be
hoeft, maar gelooven tevens, dat de bestem
ming van de opbrengst dier Collecte reeds
©en goede uitkomst verzekert en voor ieder
rechtgeaard Nederlander, die in de geschie
denis van zijn eigen land geen vreemdeling
is, alle verdere aansporing overbodig
taaakt.
Het fonds, tot instandhouding waarvan
"die gelden worden ingezameld, strekt toch
niet slechts in het belang der verminkten
en infirmen van den gedenkwaardigen en
beelissenden Slag bij Waterloo (een dwaal
begrip, dat bij velen heerseht), neen, onge-
lukkigen van iederen strijd, waarin ons va
derland gewikkeld was on nog is, onder
vinden het steeds, dat te hunnen behoeve
een blijvend liefdewerk is gesticht: strijders
van dei Belgischen veldtochthandhavers
onzer macht in Oost- en West-Indische be-
sittingen, veteranen van 40-jarigen dienst,
genieten nu reeds, of hebben althans het
vooruitzicht te genieten, van hetgeen hun
landgenooten hebben weggelegd en thans
nog afzonderen tot leniging hunner smar
ten, tot ondersteuning van hun gebrekki
ngen ouderdom.
De Nederlandsche soldaat wete het, -life,
eoo hij werkelijk in en door den dienst in
firm is geworden, er een fonds bestaat,
met het doel om door toelage, boven en be
halve zijn pensioen, zijn ongeluk te ver
lachten; maar het Nederlandsche volk zij
er dan ook, door dankbare belangstelling
gedrongen, gedachtig aab die ondersteu
ning met meer mildheid te vcrleenen, op
dat hot fonds aan al die billijke aanvra-
g-u voldoe en de lijst, der sollicitanten niet
'nocr een aanzienlijk getal blijve aanwijzen,
tpt beschaming van den tijdgenoot, die
aan hot werk, eenmaal zoo krachtig aange
vangen, slechts met slappe handen voort
bouwt
Moge de uitslag dezer inzameling,
waarvan Burgemeester en Wethouder» zich
reeds vooraf overtuigd houden, het doen
zien, dat deze roepstem niet te vergeefs ook
tot Leidens ingezetenen word gebracht 1
Burgemeester en Wethouder» voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester,
VAN HEYST, Secretaris*
Leiden, den l7den Juni 1900.
LoicSen, 18 Juni.
Het Bestuur der Vereeniging Open
bare Leeszaal en Bibliotheek te Leiden"
heeft op zijn pogingen om gelden bijeen te
brengen, om tot de oprichting van een
openbare leeeoaal en bibliotheek alhier te
komen, aanvankelijk veel succes gehad, en
belangrijke sommen zoo voor ééns al» in
den vorm van j&avKjksche bijdragen zijn
reeds toegezegd; evenwel is het bedrag,
vooral der laatstgenoemde nog niet van
dien aard, dat tot het oprichten van een
inrichting als het zich voorstelt kan wor
den overgegaan.
Het bestuur heeft daarom nogmaals een
beroep gedaan op de medewerking van al
len, die geaoht kunnen worden, zijn stre
ven te willen steunen, en van hen die het
als toekomstige bezoekers der leeszaal be
schouwt: het heeft op ruime mate een cir
culaire veraonden, waarin het om bijdra
gen vraagt. Hert is niet ondienstig er bier
op te wijzen, dat alleen wanneer ook zij,
die later van de Leeszaal zullen kunnen
gebruik maken, reeds thans een bijdrage
naar de mate hunner middelen toezeggen
de oprichting aal kunjnen slagen.
Voor een groote klasse van onze stadge-
nooten, onderwijoera en onderwijzeressen,
kantoorbediende^ allen die zich tot een
examen voorbereiden, allen die hun avon
den aan studis geven, allen die het belang
van ontwikkeling begrijpen, doch de midde
lem niet hebben om zich de noodige lectuur
te verschaffen, zullen op clo Leeszaal iets
van hun gading vinden. Maar zij moeten
tevens bedenken, dat alleen als zij reeds
nu toon en mede te willen werken en niet
wachten tot anderen den weg daartoe ge
baand hebben, de oprichting der Leeszaal
cal kunnen geschieden. Groot is de contri
butie niet, slechts een gulden per jaar,
doch ook geringere bedragen zullen gaar
ne worden aangenomen. En zij die het. be
ter kunnen missen, en het groote belang
van een Leeszaal voor de volksontwikke
ling inzien, laten zij vooral niet achterblij
ven, nu de kansen om tot oprichting te ge
raken, beter staan dan ooit, doch door een
flinke (jaarlijkschd bijdrage de zaak
steunen.
Verschenen ia het verslag van den
toestand van het Stedelijk Museum ,,De
Lakenhal", gedurende het jaar 1908.
In de samenstelling der Commissie kwam
geen wijziging; de aftredende leden, cfr.
P J. Blok, dx. A. O. Harfcevelt en dr. A.
W. Kroon werden door den Gemeenteraad
herbenoemd.
In de rangschikking der adhfilderijen m
de groote kunatzaal werd een belangrijke
wijziging gebracht, daar voor het tentoon
stellen van de merkwaardige verzameling
van schilderijen van dT. P. Delaroff ruimte
gemaakt moest worden.
De Catalogus van de sohilderijen in liet
Museum, samengesteld door den conserva
tor, mr. dr. J. C. Overvoordc, kwam in bet
begin vafi dat jaar in handschrift gereed
en den 14 September konden de eerste
gedrukte exemplaren verkrijgbaar gesteld
worden.
De nummering der sohilderijen werd vol
gens de nieuwe beschrijving herzien en door
den concierge werden, op aanwijzing van
den conservator, naamplaatjes vervaar
digd en op de schilderijen gehechtrDe
reeds in 1907 begonnen verandering in de
wijze van het aan don wand bevestigen der
sohilderijen werd dit jaar ook bdj de ove
rige stukken toegepast.
Ter tegemoetkoming aan het gebrek aan
tentoonstellingruimte werd de lange gang
aan de voorrijde door een schot in twee
cabinetjes verdeeld. De daar opgestelde
schoorsteenmantel met bekleeding werd
naar de groote zaal overgebracht. Eenige
andere werkzaamheden bleken noodzake
lijk, zooala het uitbreken van een gedeelte
lijk verrotte houten bevloering beneden en
dé vervanging hiervan door een vloer van
kunstgraniet, het vermaken van een vitri
ne en het vernieuwen van een gedeelte van
den tuinmuur en van- een gazen raam boven
een doorgang naar de bestuurskamer. Het
aan den ingang van het Museum geplaatste
bord werd door een beter vervangen. Een
door het roesten van de traheijzers gebro
ken kozijndorpei van een benedenraam in
den voorgevel werd vernieuwd; op advies
van den Commandant der Brandweer werd
een deel der brandslangen vernieuwd.
Door een gebrek in de goot boven de groote
bovenzaal ontstond eenige lekkage, die
echter geen nadeel aan de verzamelingen
heeft toegebracht, daar hiertegen tijdig
maatregelen konden genomen worden. Do
goot is thans vernieuwd.
De assurantie van de voorwerpen werd
herzien en de aanwinsten werden hierbij
geschat en in de polis bijgevoegd.
Van het dit jaar ten einde loopende ore-
diet voor restauraties werden door den
heer O. F. L. de Wild, te 's-Qravenhage,
Ibet kleino altaarstuk van O. Engelbreohtaz
(Oat. No. 62), het gezicht op de Lakenhal
van 8. van Steenwijck en eenige kleinere
schilderijen hersteld.
De lyston werden door den heer SaJa te
Leiden nagezien en bijgewerkt. De schilde
rijen-verzameling verkeert thans in zeer
bevredigenden staat en door eenige geluk
kige besparingen zijn alle gewenschte
middelen tot belïoud aangebracht, zonder
dat het hiervoor toegestane crediet geheel
ig verbruikt.
Het bezoek aan het Museum was bevre
digend.
Hoewel er geen buitengewone tentoon
stellingen gehouden werden, bedroeg het
aantal der betalende bezoekers 4202 en dat
op de vrije dagen 8973, of totaal 13175; op
3 October werd het Museum door 1024 per
sonen bezocht. Aan den heer J. W. H.
Berden werd de gelegenheid verschaft om
met 20 leerlingen der Rijksschool van
kunstnijverheid te Amsterdam ikostelools
het. Museum te bezoeken en gelijke be
schikking werd verleend aan de onderwij-
bcts Brauckman met 28 leerlingen van een
openbare school te 's-Qravonhage, P. A.
Hibma met twee klassen, elk van 30 leer
lingen, van de school aan het Plantsoen,
E. G. Broekstra met 12 leerlingen, van de
bijzondere sohool aan den Morsoh en G.
Kielder met 20 leerlingen van een school
te 's-Gravenhage.
Het verslag bevat vervolgens een op
gaaf van ten geschenke of in bruikleen
ontvangen eri aangekochte voorwerpen of
schilderijen.
Door B. en We. van Leiden wordt de
volgende aanbevelingslijst den gemeente
raad aangeboden, ter voorziening iq de
vacature van loerares in de geschiedenis
en aardrijkskunde aan de hoogero burger
school voor meisjes: lo. mej. M. M. Jun-
gius, loerares aan.-een school voor m. u. 1.
o. te Middelburg; mej. 0. Ligtenbeig,
doctoranda in de Ned. letteren aan de
universiteit te Utrecht.
H. M. de Koningin-Moeder komt den
28sten Juni op Het Loo, om 29 en 30 Juni
met den Prins naar Groningen te gaan.
Hr. Ms. panteerdekschip Friesland/",
onder bevel van kapt. t z. W. J. Cohen
Stuart, ia 10 dezer te Port-Mahoa aangeko
men.
Het atoomeohip de Oranje van
Batavia naar Amsterdam, passeerde 17
Juni Gibraltardie Amstelland van
Amsterdam naar Brazilië en Buenoa-Ayree,
vertrok J0 Juni van Lissabon; de Nieuw
Amsterdam, arriveerde 17 Juni van
Nieuw-York te Botterdam; do G o e n-
toer, van Botterdam naar Batavia, ver
trok 17 Juni van Marseille; de Prins
Fredlerik Hendrik arriveerde 10
Juni van Amsterdam te Paramaribo; de
Prins Maurita vertrok 10 Juni van
Paramaribo naar Amsterdam; de Cele
bes, van Amsterdam naar Batavia arri
veerde 17 Juni te Port Said; d« Ko
ning Willem II, van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde 17 Juni te Singa
pore; de Feldmarsohall, uitreis,
vertrok 10 Juni van Southampton; de
K h o d i v, e thuisreis arriveerde 10 Juni
te Suezde K in t u c k, van Penang naar
Amsterdam, passeerde 15 Juni Perim; de
N e e t o r, van Batavia naar Amsterdam,
passeerde 10 Juni Perim.
KATWIJK-AAN-ZEE. De zitting van
den rijksontvanger in het Weeshuis alhier,
was gisteren, Donderdag, gekenmerkt door
bijzondere drttkte. Niet weinige belasting
betalers moesten een uur of langer wach
ten, eer zo aan de beurt waren. Het komt
ons vreemd voor, dat, waar te Katwijk-a.
d. Rijn tweemaal per week zitting wordt
gehouden, dit te Katwijk-aan-Zee slechts
ééns per maand plaats vindt.
LEIDERDORP. Dijkgraaf en Hoogheem
raden van Rijnland hebben de rekening
van den KialkpoLdor over 1903 goedgekeurd
in ontvang op 509.67; in uitgaaf op
271.97 en alzoo met een batig saldo van
f 237.70. Do begrooting voor 1909 werd
goedgekeurd in ontvang en uitgaaf ojj
552.04$ met een omslag van /3.50 pe-r
heotare.
OUDSHOORN. De verkiezing (candi-
daat-atelling) van twee leden van den Ge
meenteraad, wegens periodieke aftreding
van de heeren 0. J. van Vliet ea C. den
Hertog, zal plaats hebben o»p Dinsdag 29
Juni a. s.
VOORHOUT, 't Is met het vaarwater
bij de Nagelbrug slecht gesteld. Voortdu
rend geraken de zandbakken aan den
grond en versperren dan den doortocht
voor andere vaartuigen, terwijl het land-
verkeer tevens door de opgehaaldo hulp
brug gestremd is. De stoomboot „Noord-
wijk" bad gisteren meer dan een uur op
onthoud en een file van voertuigen wachtte
op het neerlaten van de> klap.
WASSENAAR. Jhr. C. de Pesters, die
met rijn renpaard „Golden Amor" in den
Derbyren den eersten prije behaalde, ■tel'
de den burgemeester dezer gemeente eert
•om van honderd gulden ter Hand voor dn
algemeen© armen. Een voorbeeld, dat tot
navolging kan strekken.
ZOET ERWOUD EVan den veehouder
H. O. Versteogon is door hat Rijk, eon aan
tuberculose lijd eind rund overgenomen voor
de som van f 75. Gemeld rund ia tetr?
slachting per boot „Oarsj'ens" naar Ro#*
terdam reroondon.
Bij Kon. besluit is mr. J. van Oordftn
advooaat to Kalro, met ingang van ded
lsten Juli 1900 eervol ontheven van de tty*
delijke waarneming der betrekking van
raadgevend advooaat bij het consulaat*
generaal dor Nederlanden te Kaïro;
met ingang van l September 1900, aan
W. Rutgors, op zijn verzoek, eervol oot*
slag verleend als leeraar aan de R. H.*
B.-School te Warffum;
met ingang van 14 Juni 1900, bij het de®
partement van Landbouw, Nijverheid ea
Handel bevorderd tot oommies, de ad-
junot-commiozen fL F. Bakker, K. Th. G*
Lange on mr. A. B. Cohen Stuart.
R. W. Lieve en A. J. A. A. Maas rijn
teff beschikking gesteld vtun don. gouve*-
neur-genemal van Nederlondsoh-Indië, om
te worden benoemd tot o. lerwijzor der 8de
klasse bij het openbaar Enropeoseh lager1
onderwijs daar t© lande.
Openbare vergadering van don Raad
vun State, afdeelir^j voor de geschillen vail
bestuur, Woensdag 23 dezer, des voormid*
dags te 11 uren.
De gewone audiëntie van den minis»
ter van justitie zal Maandag niet plaat»
hebben.
Eindlexamens Ad# p»-A d in i n i
trateur.
Bij Kon. Besluit van 14 dezor is bepaald,
dat de oommissie tot het afnemen van
hot eindexamen aan de adspiriant-adininis*
tratour der le afd. in dit jaar zal rijn sa
mengesteld als volgt:
lid, tevens voorz., de hoofdinap. van ad
ministratie D. G. Krol van der Horic; lo<
den: de insp. van adm. N. J. J. van Rijn
van Alkemado en de off. van adm. der
le kL C. Y. Veldman, A. W. van den
Worm en J. F. do Hart; adviseerend
lid: do off. van. adm. le kl. W. Baerta; secren
taris, uitsluitend mot het secretariaat be
last; de off. van adm. 2e kl. mr. B. M,
Taverne; en tot plaatsver v. lid: de off,
van adm. le kl. 0. Mathol.
Bevolking provincie Utrecht.
Blijkens opgave van het Centraal Bureel
voor de Statistiek bestond op 1 Januari
1009 de bevolking van de provincie Utrecht/
uit 139,060 mannen en 115,520 vrouwen, to
zamen 285.480.
Meer dan 10,000 inwoners hadden de vol'
gende gemeenten: Amersfoort met 34,290/
Utrecht met 116,783 en Zeist met 12,232 in
woners.
P. Lycklamn k Nyeholt.
De heer P. Lyckiama Nyeholt, commis
saris der Koningin in Overijsel sedert 1893,
heeft togen 1 Augustus a.s. eervol als zoo
danig ontslag aangevraagd.
16)
Chloë is altijd zoo verstandig de vlijt te
beloon en en aan te wakkeren door lofprij
zing; iets, dat haar van de zijde van an
deren m«ar al te véél onthouden wordt.
iWftt kan jij praohtig schuieren I" zeide zij.
„Ik geloof, clat je den borstel nog liever
hanteert dan de pen."
„Op' het •- :gonblik ken ik geen grooter
genot."
„Maar bewonder nu ook mijn werk eens
Zij had aan den schoorsteenmantel en bo
ven do vensters een breede geplooide
strook van groen en rood fluweel aange
bracht; eenzelfde kussen versierde een
ouden, verbruikten, rieten leuningstoel,
dien wij kort geleden voor een koopj'e go-
kocht. hadden bij den uitdrager.
„Is het aardig 1" vroeg Chloë, met een
glans van vergenoegdheid op het gezicht.
„Zoo echt gemoedelijk en ouderwetsch als
op het land. Als d't haar nu nog niet kan
overhalen om hier te blijven, dan weet ik
biets meer te verzinnen. Ik zal haar ook een
voetenkleedje voor het bed geven, niet
waar? Je vindt het toch allemaal goed? En
je niet denken, dat het ook goed zou
ïtaan, als ik twee van de koperen kande
laars uit „de witte kamer" op den eohoor-
*teen zette?"
„Neen!" verklaarde ik beslist. „Alles
.heeft rijn grenzen. Maar je kunt de be
schuittrommel tjes er op zetten; ik heb ze
pas gepoetst."
De glimmende beschuittrommeltjes pasten
uitstekend bij het rood en groen fluweel van
den schoorsteen. Ons keukengerei kwam op
de beide groote aanrechtbanken zeer goed
tot rijn recht; ons voetenkleedje, dat even
eens rood en groen was, en de fluweelen
schoorsteengarneoring, harmoniëefden
vraertig; kortom, het was een bekoorlijk
beeld en de nieuwe ketel bromde lustig als
begeleiding, zoodat ik ook niet morde, toen
Cliloë de inrichting van de keuken voltooide
door een tafelkleed uit de voorkamer.
Wij haastten ons met onze lunch, opdat
de vaten reeds gewasschen ixmden zijn als
de nieuwe meid kwam. Om twee uren was
alles kant en klaar. Sinds Yolandes bezoek
had Chloe one huis steedls meer opgeknapt
en mij daarbij weten mee te slepen. Wij had
den „de witte kamer" in orde gebracht,
want nu wij een dienstmeid hadden, moch
ten wij ons de weelde veroorloven die ka
mer ook te bewonen. Ook de marmeren vloer
der vestibule was versierd met een paar
kleine tapijtjes en de donkere wanden met
eenige oude kopergravuren Een paar wan
kelende stoelen en een ouderwetsch e kast
moeeten hier de meubelen, voorstellen. De
slaapkamer van de nieuwe meid had netel-
doeksche gordijnen gekregen. Niet, dat
Chloö voor die stof zooveel gevoelde, maar
ter wille van den landelijken ouderwet
sch en indruk.
Een uit tallooze lapjes vervaardigde
sprei, het geschenk van een oudtante van
me, kwam, wegens de harmonie met het
overige, ook op de meidenkamer. Op de
wasohtafel legde Chloe nog een mooi nieuw
speldenkussen met blauwe strikjes, en in
het breede kozijn zette zo een blauwe vaas
met roode rozen. Onne meidenkamer was
een juweel.
„Zijn die rozen niet al te overdreven?
Wij moeten haaar niet verwennen", merkte
ik op.
„Rozen hebben nog nooit iemand ver
wend.
„Ze kon wel eens denken, dat we half mal
rijn."
„Dat zijn we ook", bevestigde Ohk>ë.
„Het is veel beter om hert maar openlijk
te erkennen, dear men het toch niet ver
bergen kan; zij leert dan ineens de ver
schrikkelijke waarheid kennen. Als rij haar
geest niet behoeft in te spannen met het
aoeken naar onze dwaasheden, let zij mis
schien enkel op onze goede eigenschappen
en kan zij rich des te boter wijden aan de
zorg voor reinheid van het huisWant het
is mogelijk hier den boel schoon en rein te
houden; dat is mijn vaste overtuiging."
Hovelingen, die het bezoek van hun vorst
te gemoet zien, kunnen niet offioieeler zit
ten waohten cfen wij deden ik in een licht
flanellen pak, rij in een fijn mousselinen
kleedje.
Wij hadden in de waranda aan de voor
rijde plaats genomen in rieten stoelen, om
geven door eenige boeken en een werk
mandje, precies alsof wij deftige nietsdoe
ners waren, die jaarlijks een halve ton te
verteren hadden.
Om halfvier zag ik den witten rook van
den van Londen komenden trein in de ver
te over het land kronkelen. Ohloë bracht
de hand aan haar kloppend hart.
„Je moet je er volstrekt niet over ver
wonderen, als ik flauw val, Leo; maar doe
dan erg verschrikt, opdat rij niet denke,
dat ik daar meermalen aan lijd. Ja, do
andere dienstboden zijn gekomen en gegaan
maar bij deze dat gevoel ik staan wij
aan een keerpunt."
Het spannende stilzwijgen werd verbro
ken door het gedruiech der opengaande
tuindeur.
„Hou je goed 1" fluisterde ik. „Waag je
niet, dan heb je niet!" Onwillekeurig daoht
ik aan een wedstrijd., om de gunst van de
nieuwe meid.
„Hoe kun je nu op zulk een oogenblik
gekheid maken 1 Neen, laat mij maar alleen
gaan; ik zal de zaak wel alleen met haar
afhandelen."
Ik zag hoe zij het meisjo te gemoet ging
en haar naar binnen bracht.
In welk een spanning verkeerde ik, tot
dat zij terugkwam 1 Ik was niet in staat te
lezen.
Daar kwam Chloë met stralend© oog en
terug.
„Ze bevalt me, man-lief! En met dat
speldenkussen en met die rozen heb ik
haar heelemaal gowonnen. Toon zij op haar
kamertje kwam, was rij bepaald verbluft
en Beide: „Dit is zeker de logeerkamer?"
„Neen", antwoordde ik, „dat is nw ka
mer." „Neen, maar!" zeide rij, terwijl rij
aan de rozen rook. En aanstonds ging rij
weer naar de keuken. Ach, wat eon genot
een meid met een hagelwitte muts en eeü
schoon schort te zien 1 Zij zal aanstonds thee
settcn Leo, en met do keuken is rij best in
baar schikzij zegt, dat ze er bij haar thuia
ook zoo een hebben. Ik geloof, dat we hefi
uitstekend getroffen hebben."
Nu, dat was ook zoo. Twee dagen lang
liot Mary rich door Chloë helpen; toen be
dankte zij voor verdere hulp vriendelijk^
maar beslist.
„Ik kan het werk hier mot één hand
af", ceide zo. „Blijf u maar in de kamer/
mevrouwtje, en speel u maar piano of maak!
u maar bloemen en teekeningen.
Wij hadden een gevoel alsof we uit een
stormachtigen nacht op den Oceaan waren
overgeplaatst op een kalme, zonnige, bloem
rijke weide. Ik ging weer aan het schrijven.,
Als we er lust toe hadden, reden we naar
de stad; de bestellingen werden veelvuldi-
jfer en de welvaart scheen ons zoo nabij als
daarginds do regenboog in het veld. Het
was een gelukkige tijd, een tijd van herade
ming.
Yolande bevestigde in een brief de mee
ning van Ohloë, dat „de geest" in elk ge
val niet zoo dwaas zou zijn geweest mijn
novelle te voltooien, indien hij niet gehoopt
had, dat zij ook gedrukt zou worden, en
nij gaf don raad, om -e drukproeven op een
plaats te leggen, aar „do geest" er go*
makkelijk bij kon, om ze zelf te corrigee*
ren. Ik zond de novelle dan ook weg en del
redacteur antwoorc de zeer spoedig.
De brief kwam, terwijl wij aan het ont>*
bijt zaten, en ik wierp hem Ohloë toe overt
de taf et
(Wordt y«jrvplg&4