N®. 15128 Vrijdag 1® JunL A* 1909. <§sze <jCourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Uit de „Staatscourant". FEUILLETON. Kun üasieel LEIISCH DAGBIAD PRIJS DEB ADYERTENTIENi Ven 18 regeli /"L06. Ieder* regel meer 0.17$. Groote re lettert naar plaatsruimte. Kleine advertentiëa ran 80 woorden 40 Gents content elk tiental woorden meer 10 Oente. Voor het incaiaeeren wordt/* 0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oenti; per 3 maanden J Buiten Leiden, per leoper en waar agenten gereitlgd lijn J France per poat r ua 1.30. i.65. Burgemeester en Wethouders der Gemeen- Jfco Leiden, ontvangen hebbende een cir culaire van den Commissaris der Koning in in de provincie Zuid-Holland, van den Weten Januari 1900, houdende uitnoodi- ging om, door het aansporen der ingezete nen tot milddadigheid, zooveel mogelijk het iWolslagen te bevorderen der jaarlijksche Collecte, welke ten gevolge van Zijner Ma- iosteite diapositie, van den lSden Novem ber 1820, No. 81, door de Districtscommis sie tot aanmoediging en ondersteuning van 'den Gewapenden dienst in de Nederlan- c aal worden gehouden, brengen ter algameene kennis, dat, ingevolge het ver langen van gemelde Commissie, de genoexn- Fo Collecte zal geschieden, door daartoe gemachtigde personen, met gesloten bussen, op Maandag, Dinsdag en Woensdag den Sisten, 22sten en 28sien Jtini aanslaande aar vangende 's morgens te negen urenaan 'ie huizen der ingezetenen, wien verzocht wordt op de uitreiking hunner liefdegif ten orde te stellen. Burgemeester en Wethouders, gaarne voldoende aan het ver langen in gemelde circulaire vervat, noodi- gen de ingezetenen dezer gemeente drin gend uit, door onbekrompen© bijdragen krachtdadig mede te werken tot do onder steuning der instelling, welke zij zoozeer be hoeft, maar gelooven tevens, dat de bestem ming van de opbrengst dier Collecte reeds ©en goede uitkomst verzekert en voor ieder rechtgeaard Nederlander, die in de geschie denis van zijn eigen land geen vreemdeling is, alle verdere aansporing overbodig taaakt. Het fonds, tot instandhouding waarvan "die gelden worden ingezameld, strekt toch niet slechts in het belang der verminkten en infirmen van den gedenkwaardigen en beelissenden Slag bij Waterloo (een dwaal begrip, dat bij velen heerseht), neen, onge- lukkigen van iederen strijd, waarin ons va derland gewikkeld was on nog is, onder vinden het steeds, dat te hunnen behoeve een blijvend liefdewerk is gesticht: strijders van dei Belgischen veldtochthandhavers onzer macht in Oost- en West-Indische be- sittingen, veteranen van 40-jarigen dienst, genieten nu reeds, of hebben althans het vooruitzicht te genieten, van hetgeen hun landgenooten hebben weggelegd en thans nog afzonderen tot leniging hunner smar ten, tot ondersteuning van hun gebrekki ngen ouderdom. De Nederlandsche soldaat wete het, -life, eoo hij werkelijk in en door den dienst in firm is geworden, er een fonds bestaat, met het doel om door toelage, boven en be halve zijn pensioen, zijn ongeluk te ver lachten; maar het Nederlandsche volk zij er dan ook, door dankbare belangstelling gedrongen, gedachtig aab die ondersteu ning met meer mildheid te vcrleenen, op dat hot fonds aan al die billijke aanvra- g-u voldoe en de lijst, der sollicitanten niet 'nocr een aanzienlijk getal blijve aanwijzen, tpt beschaming van den tijdgenoot, die aan hot werk, eenmaal zoo krachtig aange vangen, slechts met slappe handen voort bouwt Moge de uitslag dezer inzameling, waarvan Burgemeester en Wethouder» zich reeds vooraf overtuigd houden, het doen zien, dat deze roepstem niet te vergeefs ook tot Leidens ingezetenen word gebracht 1 Burgemeester en Wethouder» voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester, VAN HEYST, Secretaris* Leiden, den l7den Juni 1900. LoicSen, 18 Juni. Het Bestuur der Vereeniging Open bare Leeszaal en Bibliotheek te Leiden" heeft op zijn pogingen om gelden bijeen te brengen, om tot de oprichting van een openbare leeeoaal en bibliotheek alhier te komen, aanvankelijk veel succes gehad, en belangrijke sommen zoo voor ééns al» in den vorm van j&avKjksche bijdragen zijn reeds toegezegd; evenwel is het bedrag, vooral der laatstgenoemde nog niet van dien aard, dat tot het oprichten van een inrichting als het zich voorstelt kan wor den overgegaan. Het bestuur heeft daarom nogmaals een beroep gedaan op de medewerking van al len, die geaoht kunnen worden, zijn stre ven te willen steunen, en van hen die het als toekomstige bezoekers der leeszaal be schouwt: het heeft op ruime mate een cir culaire veraonden, waarin het om bijdra gen vraagt. Hert is niet ondienstig er bier op te wijzen, dat alleen wanneer ook zij, die later van de Leeszaal zullen kunnen gebruik maken, reeds thans een bijdrage naar de mate hunner middelen toezeggen de oprichting aal kunjnen slagen. Voor een groote klasse van onze stadge- nooten, onderwijoera en onderwijzeressen, kantoorbediende^ allen die zich tot een examen voorbereiden, allen die hun avon den aan studis geven, allen die het belang van ontwikkeling begrijpen, doch de midde lem niet hebben om zich de noodige lectuur te verschaffen, zullen op clo Leeszaal iets van hun gading vinden. Maar zij moeten tevens bedenken, dat alleen als zij reeds nu toon en mede te willen werken en niet wachten tot anderen den weg daartoe ge baand hebben, de oprichting der Leeszaal cal kunnen geschieden. Groot is de contri butie niet, slechts een gulden per jaar, doch ook geringere bedragen zullen gaar ne worden aangenomen. En zij die het. be ter kunnen missen, en het groote belang van een Leeszaal voor de volksontwikke ling inzien, laten zij vooral niet achterblij ven, nu de kansen om tot oprichting te ge raken, beter staan dan ooit, doch door een flinke (jaarlijkschd bijdrage de zaak steunen. Verschenen ia het verslag van den toestand van het Stedelijk Museum ,,De Lakenhal", gedurende het jaar 1908. In de samenstelling der Commissie kwam geen wijziging; de aftredende leden, cfr. P J. Blok, dx. A. O. Harfcevelt en dr. A. W. Kroon werden door den Gemeenteraad herbenoemd. In de rangschikking der adhfilderijen m de groote kunatzaal werd een belangrijke wijziging gebracht, daar voor het tentoon stellen van de merkwaardige verzameling van schilderijen van dT. P. Delaroff ruimte gemaakt moest worden. De Catalogus van de sohilderijen in liet Museum, samengesteld door den conserva tor, mr. dr. J. C. Overvoordc, kwam in bet begin vafi dat jaar in handschrift gereed en den 14 September konden de eerste gedrukte exemplaren verkrijgbaar gesteld worden. De nummering der sohilderijen werd vol gens de nieuwe beschrijving herzien en door den concierge werden, op aanwijzing van den conservator, naamplaatjes vervaar digd en op de schilderijen gehechtrDe reeds in 1907 begonnen verandering in de wijze van het aan don wand bevestigen der sohilderijen werd dit jaar ook bdj de ove rige stukken toegepast. Ter tegemoetkoming aan het gebrek aan tentoonstellingruimte werd de lange gang aan de voorrijde door een schot in twee cabinetjes verdeeld. De daar opgestelde schoorsteenmantel met bekleeding werd naar de groote zaal overgebracht. Eenige andere werkzaamheden bleken noodzake lijk, zooala het uitbreken van een gedeelte lijk verrotte houten bevloering beneden en dé vervanging hiervan door een vloer van kunstgraniet, het vermaken van een vitri ne en het vernieuwen van een gedeelte van den tuinmuur en van- een gazen raam boven een doorgang naar de bestuurskamer. Het aan den ingang van het Museum geplaatste bord werd door een beter vervangen. Een door het roesten van de traheijzers gebro ken kozijndorpei van een benedenraam in den voorgevel werd vernieuwd; op advies van den Commandant der Brandweer werd een deel der brandslangen vernieuwd. Door een gebrek in de goot boven de groote bovenzaal ontstond eenige lekkage, die echter geen nadeel aan de verzamelingen heeft toegebracht, daar hiertegen tijdig maatregelen konden genomen worden. Do goot is thans vernieuwd. De assurantie van de voorwerpen werd herzien en de aanwinsten werden hierbij geschat en in de polis bijgevoegd. Van het dit jaar ten einde loopende ore- diet voor restauraties werden door den heer O. F. L. de Wild, te 's-Qravenhage, Ibet kleino altaarstuk van O. Engelbreohtaz (Oat. No. 62), het gezicht op de Lakenhal van 8. van Steenwijck en eenige kleinere schilderijen hersteld. De lyston werden door den heer SaJa te Leiden nagezien en bijgewerkt. De schilde rijen-verzameling verkeert thans in zeer bevredigenden staat en door eenige geluk kige besparingen zijn alle gewenschte middelen tot belïoud aangebracht, zonder dat het hiervoor toegestane crediet geheel ig verbruikt. Het bezoek aan het Museum was bevre digend. Hoewel er geen buitengewone tentoon stellingen gehouden werden, bedroeg het aantal der betalende bezoekers 4202 en dat op de vrije dagen 8973, of totaal 13175; op 3 October werd het Museum door 1024 per sonen bezocht. Aan den heer J. W. H. Berden werd de gelegenheid verschaft om met 20 leerlingen der Rijksschool van kunstnijverheid te Amsterdam ikostelools het. Museum te bezoeken en gelijke be schikking werd verleend aan de onderwij- bcts Brauckman met 28 leerlingen van een openbare school te 's-Qravonhage, P. A. Hibma met twee klassen, elk van 30 leer lingen, van de school aan het Plantsoen, E. G. Broekstra met 12 leerlingen, van de bijzondere sohool aan den Morsoh en G. Kielder met 20 leerlingen van een school te 's-Gravenhage. Het verslag bevat vervolgens een op gaaf van ten geschenke of in bruikleen ontvangen eri aangekochte voorwerpen of schilderijen. Door B. en We. van Leiden wordt de volgende aanbevelingslijst den gemeente raad aangeboden, ter voorziening iq de vacature van loerares in de geschiedenis en aardrijkskunde aan de hoogero burger school voor meisjes: lo. mej. M. M. Jun- gius, loerares aan.-een school voor m. u. 1. o. te Middelburg; mej. 0. Ligtenbeig, doctoranda in de Ned. letteren aan de universiteit te Utrecht. H. M. de Koningin-Moeder komt den 28sten Juni op Het Loo, om 29 en 30 Juni met den Prins naar Groningen te gaan. Hr. Ms. panteerdekschip Friesland/", onder bevel van kapt. t z. W. J. Cohen Stuart, ia 10 dezer te Port-Mahoa aangeko men. Het atoomeohip de Oranje van Batavia naar Amsterdam, passeerde 17 Juni Gibraltardie Amstelland van Amsterdam naar Brazilië en Buenoa-Ayree, vertrok J0 Juni van Lissabon; de Nieuw Amsterdam, arriveerde 17 Juni van Nieuw-York te Botterdam; do G o e n- toer, van Botterdam naar Batavia, ver trok 17 Juni van Marseille; de Prins Fredlerik Hendrik arriveerde 10 Juni van Amsterdam te Paramaribo; de Prins Maurita vertrok 10 Juni van Paramaribo naar Amsterdam; de Cele bes, van Amsterdam naar Batavia arri veerde 17 Juni te Port Said; d« Ko ning Willem II, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 17 Juni te Singa pore; de Feldmarsohall, uitreis, vertrok 10 Juni van Southampton; de K h o d i v, e thuisreis arriveerde 10 Juni te Suezde K in t u c k, van Penang naar Amsterdam, passeerde 15 Juni Perim; de N e e t o r, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 10 Juni Perim. KATWIJK-AAN-ZEE. De zitting van den rijksontvanger in het Weeshuis alhier, was gisteren, Donderdag, gekenmerkt door bijzondere drttkte. Niet weinige belasting betalers moesten een uur of langer wach ten, eer zo aan de beurt waren. Het komt ons vreemd voor, dat, waar te Katwijk-a. d. Rijn tweemaal per week zitting wordt gehouden, dit te Katwijk-aan-Zee slechts ééns per maand plaats vindt. LEIDERDORP. Dijkgraaf en Hoogheem raden van Rijnland hebben de rekening van den KialkpoLdor over 1903 goedgekeurd in ontvang op 509.67; in uitgaaf op 271.97 en alzoo met een batig saldo van f 237.70. Do begrooting voor 1909 werd goedgekeurd in ontvang en uitgaaf ojj 552.04$ met een omslag van /3.50 pe-r heotare. OUDSHOORN. De verkiezing (candi- daat-atelling) van twee leden van den Ge meenteraad, wegens periodieke aftreding van de heeren 0. J. van Vliet ea C. den Hertog, zal plaats hebben o»p Dinsdag 29 Juni a. s. VOORHOUT, 't Is met het vaarwater bij de Nagelbrug slecht gesteld. Voortdu rend geraken de zandbakken aan den grond en versperren dan den doortocht voor andere vaartuigen, terwijl het land- verkeer tevens door de opgehaaldo hulp brug gestremd is. De stoomboot „Noord- wijk" bad gisteren meer dan een uur op onthoud en een file van voertuigen wachtte op het neerlaten van de> klap. WASSENAAR. Jhr. C. de Pesters, die met rijn renpaard „Golden Amor" in den Derbyren den eersten prije behaalde, ■tel' de den burgemeester dezer gemeente eert •om van honderd gulden ter Hand voor dn algemeen© armen. Een voorbeeld, dat tot navolging kan strekken. ZOET ERWOUD EVan den veehouder H. O. Versteogon is door hat Rijk, eon aan tuberculose lijd eind rund overgenomen voor de som van f 75. Gemeld rund ia tetr? slachting per boot „Oarsj'ens" naar Ro#* terdam reroondon. Bij Kon. besluit is mr. J. van Oordftn advooaat to Kalro, met ingang van ded lsten Juli 1900 eervol ontheven van de tty* delijke waarneming der betrekking van raadgevend advooaat bij het consulaat* generaal dor Nederlanden te Kaïro; met ingang van l September 1900, aan W. Rutgors, op zijn verzoek, eervol oot* slag verleend als leeraar aan de R. H.* B.-School te Warffum; met ingang van 14 Juni 1900, bij het de® partement van Landbouw, Nijverheid ea Handel bevorderd tot oommies, de ad- junot-commiozen fL F. Bakker, K. Th. G* Lange on mr. A. B. Cohen Stuart. R. W. Lieve en A. J. A. A. Maas rijn teff beschikking gesteld vtun don. gouve*- neur-genemal van Nederlondsoh-Indië, om te worden benoemd tot o. lerwijzor der 8de klasse bij het openbaar Enropeoseh lager1 onderwijs daar t© lande. Openbare vergadering van don Raad vun State, afdeelir^j voor de geschillen vail bestuur, Woensdag 23 dezer, des voormid* dags te 11 uren. De gewone audiëntie van den minis» ter van justitie zal Maandag niet plaat» hebben. Eindlexamens Ad# p»-A d in i n i trateur. Bij Kon. Besluit van 14 dezor is bepaald, dat de oommissie tot het afnemen van hot eindexamen aan de adspiriant-adininis* tratour der le afd. in dit jaar zal rijn sa mengesteld als volgt: lid, tevens voorz., de hoofdinap. van ad ministratie D. G. Krol van der Horic; lo< den: de insp. van adm. N. J. J. van Rijn van Alkemado en de off. van adm. der le kL C. Y. Veldman, A. W. van den Worm en J. F. do Hart; adviseerend lid: do off. van. adm. le kl. W. Baerta; secren taris, uitsluitend mot het secretariaat be last; de off. van adm. 2e kl. mr. B. M, Taverne; en tot plaatsver v. lid: de off, van adm. le kl. 0. Mathol. Bevolking provincie Utrecht. Blijkens opgave van het Centraal Bureel voor de Statistiek bestond op 1 Januari 1009 de bevolking van de provincie Utrecht/ uit 139,060 mannen en 115,520 vrouwen, to zamen 285.480. Meer dan 10,000 inwoners hadden de vol' gende gemeenten: Amersfoort met 34,290/ Utrecht met 116,783 en Zeist met 12,232 in woners. P. Lycklamn k Nyeholt. De heer P. Lyckiama Nyeholt, commis saris der Koningin in Overijsel sedert 1893, heeft togen 1 Augustus a.s. eervol als zoo danig ontslag aangevraagd. 16) Chloë is altijd zoo verstandig de vlijt te beloon en en aan te wakkeren door lofprij zing; iets, dat haar van de zijde van an deren m«ar al te véél onthouden wordt. iWftt kan jij praohtig schuieren I" zeide zij. „Ik geloof, clat je den borstel nog liever hanteert dan de pen." „Op' het •- :gonblik ken ik geen grooter genot." „Maar bewonder nu ook mijn werk eens Zij had aan den schoorsteenmantel en bo ven do vensters een breede geplooide strook van groen en rood fluweel aange bracht; eenzelfde kussen versierde een ouden, verbruikten, rieten leuningstoel, dien wij kort geleden voor een koopj'e go- kocht. hadden bij den uitdrager. „Is het aardig 1" vroeg Chloë, met een glans van vergenoegdheid op het gezicht. „Zoo echt gemoedelijk en ouderwetsch als op het land. Als d't haar nu nog niet kan overhalen om hier te blijven, dan weet ik biets meer te verzinnen. Ik zal haar ook een voetenkleedje voor het bed geven, niet waar? Je vindt het toch allemaal goed? En je niet denken, dat het ook goed zou ïtaan, als ik twee van de koperen kande laars uit „de witte kamer" op den eohoor- *teen zette?" „Neen!" verklaarde ik beslist. „Alles .heeft rijn grenzen. Maar je kunt de be schuittrommel tjes er op zetten; ik heb ze pas gepoetst." De glimmende beschuittrommeltjes pasten uitstekend bij het rood en groen fluweel van den schoorsteen. Ons keukengerei kwam op de beide groote aanrechtbanken zeer goed tot rijn recht; ons voetenkleedje, dat even eens rood en groen was, en de fluweelen schoorsteengarneoring, harmoniëefden vraertig; kortom, het was een bekoorlijk beeld en de nieuwe ketel bromde lustig als begeleiding, zoodat ik ook niet morde, toen Cliloë de inrichting van de keuken voltooide door een tafelkleed uit de voorkamer. Wij haastten ons met onze lunch, opdat de vaten reeds gewasschen ixmden zijn als de nieuwe meid kwam. Om twee uren was alles kant en klaar. Sinds Yolandes bezoek had Chloe one huis steedls meer opgeknapt en mij daarbij weten mee te slepen. Wij had den „de witte kamer" in orde gebracht, want nu wij een dienstmeid hadden, moch ten wij ons de weelde veroorloven die ka mer ook te bewonen. Ook de marmeren vloer der vestibule was versierd met een paar kleine tapijtjes en de donkere wanden met eenige oude kopergravuren Een paar wan kelende stoelen en een ouderwetsch e kast moeeten hier de meubelen, voorstellen. De slaapkamer van de nieuwe meid had netel- doeksche gordijnen gekregen. Niet, dat Chloö voor die stof zooveel gevoelde, maar ter wille van den landelijken ouderwet sch en indruk. Een uit tallooze lapjes vervaardigde sprei, het geschenk van een oudtante van me, kwam, wegens de harmonie met het overige, ook op de meidenkamer. Op de wasohtafel legde Chloe nog een mooi nieuw speldenkussen met blauwe strikjes, en in het breede kozijn zette zo een blauwe vaas met roode rozen. Onne meidenkamer was een juweel. „Zijn die rozen niet al te overdreven? Wij moeten haaar niet verwennen", merkte ik op. „Rozen hebben nog nooit iemand ver wend. „Ze kon wel eens denken, dat we half mal rijn." „Dat zijn we ook", bevestigde Ohk>ë. „Het is veel beter om hert maar openlijk te erkennen, dear men het toch niet ver bergen kan; zij leert dan ineens de ver schrikkelijke waarheid kennen. Als rij haar geest niet behoeft in te spannen met het aoeken naar onze dwaasheden, let zij mis schien enkel op onze goede eigenschappen en kan zij rich des te boter wijden aan de zorg voor reinheid van het huisWant het is mogelijk hier den boel schoon en rein te houden; dat is mijn vaste overtuiging." Hovelingen, die het bezoek van hun vorst te gemoet zien, kunnen niet offioieeler zit ten waohten cfen wij deden ik in een licht flanellen pak, rij in een fijn mousselinen kleedje. Wij hadden in de waranda aan de voor rijde plaats genomen in rieten stoelen, om geven door eenige boeken en een werk mandje, precies alsof wij deftige nietsdoe ners waren, die jaarlijks een halve ton te verteren hadden. Om halfvier zag ik den witten rook van den van Londen komenden trein in de ver te over het land kronkelen. Ohloë bracht de hand aan haar kloppend hart. „Je moet je er volstrekt niet over ver wonderen, als ik flauw val, Leo; maar doe dan erg verschrikt, opdat rij niet denke, dat ik daar meermalen aan lijd. Ja, do andere dienstboden zijn gekomen en gegaan maar bij deze dat gevoel ik staan wij aan een keerpunt." Het spannende stilzwijgen werd verbro ken door het gedruiech der opengaande tuindeur. „Hou je goed 1" fluisterde ik. „Waag je niet, dan heb je niet!" Onwillekeurig daoht ik aan een wedstrijd., om de gunst van de nieuwe meid. „Hoe kun je nu op zulk een oogenblik gekheid maken 1 Neen, laat mij maar alleen gaan; ik zal de zaak wel alleen met haar afhandelen." Ik zag hoe zij het meisjo te gemoet ging en haar naar binnen bracht. In welk een spanning verkeerde ik, tot dat zij terugkwam 1 Ik was niet in staat te lezen. Daar kwam Chloë met stralend© oog en terug. „Ze bevalt me, man-lief! En met dat speldenkussen en met die rozen heb ik haar heelemaal gowonnen. Toon zij op haar kamertje kwam, was rij bepaald verbluft en Beide: „Dit is zeker de logeerkamer?" „Neen", antwoordde ik, „dat is nw ka mer." „Neen, maar!" zeide rij, terwijl rij aan de rozen rook. En aanstonds ging rij weer naar de keuken. Ach, wat eon genot een meid met een hagelwitte muts en eeü schoon schort te zien 1 Zij zal aanstonds thee settcn Leo, en met do keuken is rij best in baar schikzij zegt, dat ze er bij haar thuia ook zoo een hebben. Ik geloof, dat we hefi uitstekend getroffen hebben." Nu, dat was ook zoo. Twee dagen lang liot Mary rich door Chloë helpen; toen be dankte zij voor verdere hulp vriendelijk^ maar beslist. „Ik kan het werk hier mot één hand af", ceide zo. „Blijf u maar in de kamer/ mevrouwtje, en speel u maar piano of maak! u maar bloemen en teekeningen. Wij hadden een gevoel alsof we uit een stormachtigen nacht op den Oceaan waren overgeplaatst op een kalme, zonnige, bloem rijke weide. Ik ging weer aan het schrijven., Als we er lust toe hadden, reden we naar de stad; de bestellingen werden veelvuldi- jfer en de welvaart scheen ons zoo nabij als daarginds do regenboog in het veld. Het was een gelukkige tijd, een tijd van herade ming. Yolande bevestigde in een brief de mee ning van Ohloë, dat „de geest" in elk ge val niet zoo dwaas zou zijn geweest mijn novelle te voltooien, indien hij niet gehoopt had, dat zij ook gedrukt zou worden, en nij gaf don raad, om -e drukproeven op een plaats te leggen, aar „do geest" er go* makkelijk bij kon, om ze zelf te corrigee* ren. Ik zond de novelle dan ook weg en del redacteur antwoorc de zeer spoedig. De brief kwam, terwijl wij aan het ont>* bijt zaten, en ik wierp hem Ohloë toe overt de taf et (Wordt y«jrvplg&4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 1