No, 15212,
LS1DSCH DA0BLA3), Zaterdag- 29 Mei.
Anno 1909,
Finaneieele Causerie.
Brieven Y&n een Leidenaar.
FEUILLETON.
Kinderliefde.
Do Pinkstervaoantiedagen hebben in de
afgeloopen week hun schaduw voor cicb
uit geworpen; op geen enkolen dag steeg
het omzetcijfer te New-York boven 530,000
shares, dat is niet veel bij de millioen-om-
zetten, waaraan wij gewoon zijn geraakt.
Mogen de omzotten al ingekrompen zijn, de
stemming heeft er niet onder gele
den. De Steels dragon de palm der
overwinning en waren heden (Vrijdag)
avond zelfs a 617/8 pOt. door New-York
gevraagd. Dat is de hoogste prijs, dien ze
ooit bereikt hebben, te merkwaardiger nu
het dividend nog op een 2 pCt. basis is,
zoodat <le kooper slechte 3$ pCt. van zijn
geld maakt. Een Amerikaan, dien wij juist
dezer dagen ontmoetten, achtte de aanaee-
len intrinsiek 40 pCt. waard!, zoodat de pre
mie op de toekomst thans ruim 50 pCt. van
de intrinsieke waarde bedraagt. Volgens
de laatste berichten werkt de Trust op
77$ pCt. liarer capaciteit; men verwacht,
dat dit spoedig tot 80 pCt. zal stijgen. De
Staalp rijzen monteeren; aoo zijn liohtc sta
len rails we.er met 1 doll, per ton verhoogd
tot 28 doll.
In do spoorwegwereld komen ook bij
voortduring gunstige tijdingen uit. Zoo is
de President der Delaware en Hudson,
een Harriman-Standard-Oil-Maatschappij
benoemd tot President der Kansas City
Southern, in de plaats van den Koffiemag-
naat-, Hermann Sieloken, die nochtans een
zetel in het bestuur blijft innemen. Wabash-
waarden hadden Donderdag te New-York
een flinke rijzing op geruchten, dat .de
Delaware Lackawanna, eveneens tot de
Hamman o. s. combinatie behoorende de
Maatschappij zou gaan exploiteeren. Beide
berichten duiden dus op uitbreiding van
het Harriman-régime, dat zijn sporen
heeft verdiend op dit gebied. Een ander
bericht gewaagt van een overeenkomst tus-
scbcii Harriman en Hill, sedert de Northern
>Paci Hofgeschiedenis -geslagen vijanden,
waarbij de Union Pacific (Harriman) en
de Hill-Maatsohappijen gezamenlijk van de
Union Pacific zullen gebruik maken tus-
schen Taooma en Vancouver, beiden in' den
Btaat Washington gelegen. Men beschouwt
dit als de feitelijke beëindiging der geschil
len tusschen deze twee 6poorwegkoningen
in het noordwesten, bij uitnemendheid de
sfeer van Hill.
Bij al dit moois vraagt men zich onwil
lekeurig af, is de markt willig op deze be
richten of worden do berichten de wereld
ingezonden om de marlet willig te maken 7
Gelukkig kunnen wij oonstafcoeren, dat
ons publiek volhardt in zijn politiek van
schoon sdhip maken; als men nu maar
hlijft. volharden tot de eerstvolgende pa
niek, die even zeker weer aal komen, ais
haar voorgangsters, dan kunnen wij tevre
den zijn. Natuurlijk zullen er als altijd wel
mensohen zijn, die op topprijzen gaan
koopen of met dure stroppen blijven zit
ten. Maar daartegen is nu eenmaal niets
te doen. De hoofdzaak is maar, dat ons
publiek in zijn geheel niet in de Ameri-
kaansche strikken verward raakt en zooals
gezegd, tot nu toe blijft men hier gestadig
door verkoopen aan het buitenland.
De overvloed op do geldmarkt i8 uit
de groote vermindering van hausse-engage
menten in Amerikaansche shares gemakke
lijk te verklaren. De buitenlandsche wis
selkoersen ondergingen daardoor een
krachtige rijzing, te meer nn het geld in
het buitenland neiging toont sohaarsoher
te worden. Trouwens de verkoopen van
Amerikanen zijn lang niet zoo zwaar meer
als tot vóór enkele weken, zoodat het aan
bod uit dien hoofde ook niet meer zoo
zwaar op de devisen-markt drukt.
"Van die ontspanning op de geldmarkt
heeft men onmiddellijk gebruik gemaakt
tot het lanceoren van nieuwe ondernemin
gen. Verleden week hadden wij de in-
Boh rijving op aandeelen en oonverteerbare
obligation van de Nederlandsoh-Indisohe
Elect riciteits-Maatsóhappij onder het
aegide der Nederlandsoh-Indisohe Es-
oom p t o-M aats chap pijDe heeren Hope
on Co, stellen de insohrijving open op een
4$ pCt. obligaticleening der Noord-Zuid-
Hollandsohe Tramweg-Maatschappij uit de
opbrengst waarvan de Leidsche Paarden
tram, mitsgaders de stoomtramlijnen Lei
denHaarlem en LeidenKatwijkNoord-
wijk in electrische lijnen zullen worden
ömgelooverd. Beide ondernemingen zijn
bij uitstek van nationaal belang en als
zoodanig zeer toe te juiohen. Wij hopen,
dat die in Yankees verdiende dubbeltjes op
die wijze aan ons eigen land en de ont
wikkeling der koloniën zullen worden
dienstbaar gemaakt. Tegen a. s. Dinsdag
is de emissie aangekondigd eener 4 pCt.
leening van de Mortgage Bond Com
pany of New-York" tegen 89 en drie vier
de pCt. Wij voelen ons voor deze emissie
weinig geporteerd, gezien het betrekkelijk
lage rendement en achten de 10 pCt.
duurdere pandbrieven onzer eigen goede
Hypotheekbanken verkieslijker.
Na een aanvankelijk succes ten
minste te oordeelen naar de genoteerde
premie sahijnt de emissie der 8 pCt.
leening van den Staat Nicaragua ook al
geen bijster succes te zijn geweest, al
thans het syndicaat moet de helft tier
partieipatiën naar huis nemen. Te ver
wonderen is di/t geenszins, waar het wei is
waar aantrekkelijk rendement o.a. niet
opweegt tegen de geringe waarborgen die
een Staat als Nicaragua aanbiedt. Van
(Feetschap, uit to oefenen door de Vereenig-
de Staten, zooals in het geval van Do
mingo, is geen kwestie; de zekerheid is
dus beperkt tot de beloofde revenuen,
maar dan ook van een Staat, die het eer-
b'jkheidsbrevet, reeds lang aan Argen
tinië, Brazilië en Mexioo toegekend, nog
moet- waardig blijken. Het gehalte der
commiasiehuizen was trbuwens ook niet
van 't bovenste plankje 1
Shansi aandeelen gingen tot bijna pari
en schijnen nog steeds voor verdere ver
betering vatbaar.
In Russische Olieaandeelen kwam voor
het eerst na langen tijd noteering tot
stand. Wij vinden Common Russian op 12,
Common Schibaïeff op 6 en de Preferente
jp bijna 7 terug. Op zichzelf zijn dit vrijwel
afbraakprijzen, en op die mérite schijnt
het publiek ze weer eens op te nemen.
Een aantal oude verkóoplimiten levert
alsnog het materiaal, zoodat van verdere
rijzing geen 6prake kon zijn; maar indien
de vraag aanhoudt en het materiaal ver
dwijnt, zou men deze aandeelen buiten
slechts hoogor kunnen krijgen en zou een
rijzing liohtelijk kunnen volgen. Intus-
schen is men ten lange leste te Londen
voor den draad gekomen met een reorgani
satie-plan voor de Baku-Russian Petro-
leum-Companyo. a. wordt daarin een
bijstccrting op de gewone, zoowel als de
Preferente aandeelen, gevraagd van 50
pCt. in geld. De vraag is of er genoegzame
deelneming zal rijn om het plan ten uit
voer te brengen. Bemoedigend vooruit-
richt voor de hier te lande gehouden Rus
sische Petroleum-aandeelen is dit reorga
nisatie-plan niet I
Indische Petroleum-aandeelen verlaten
de week algemeen in reactie. Zoo liepen
Koninklijke van 432$ op 416 terug in Sum-
pals van 182 zeven achtste op 155$. Daar
entegen behaalden Mijnaandeelen, Simaus
en Ketahoens voorop, verdere avancea
Ketahoen gewone aandeelen 302$ tegen
28S$, de Preferente 479$ tegen 437$. De
Erdmann-Sielcken regeering, zoo wel
dadig bij Redjang-Lebong, sohijnt reeds
voldoende excuus te zijn voor velen, om
analoge resultaten te verwaohten bij Simau
en Ketahoen.
Transvaalse lie waarden, met name Trans-
valias en National Banks willigweer
spiegeling van. de jubilante stemming, die
te Londen heerscht voor Zuid-Afrikaansche
Mijn waarden. Wij houden 't maar liever hij
Central Mining, die heden 18, East Rands,
die 56/sj Gold fields, die 6s/a on Randmines
die lOVs waren. Opnieuw dus een aanmer
kelijk avans bij verleden week. Intusschea
had. i-n 't midden der week een reactie plaats,
toen bij de liquidatie bleek, dat de hausse
posities aanzienlijk waren toegenomen. Een
aantal minder 6oliede geachte firma's zagen
zich genoodzaakt hun posities te liqujdee-
ren, aangezien zij geen Contre-partie kon
den vijlden, bereid geld voor te schieten.
Niet zoodra waren deze zwakke elementen
verwijderd, of de markt hervatte haar gun
stige strooming, die naar onze informaties
nog lang niet haar eindpunt heeft bereikt.
Tot besluit oitearen wij hier een niet on
verdienstelijk gesteld stukje uit het week
bericht pener New-Yorksche firma:
„Do gerechtehoven hebben de handen vol
mot allerlei zaken, die aan hun oordeel wor
den onderworpen. B. v. de wettelijke positie
van het kippenei. Dit kleine neven-product
van hot hoenderpark, is in den regel 't
nederigste en onschadelijkste van alle stof
felijke zaken, doch bewaart men het te lang,
dan wordt 't een bron van 't ergste kwaad,
veroorzaakt storingen in de atmospheer en
doet den verbruiker overhaast en met wal
ging een goed heenkomen zoeken.
Ter beveiliging van 't publiek heeft de
Oalifomisehe Wetgeving beslist, dat koel-
kamer-eieren als zoodanig moeten worden ge
waarmerkt, alvorens ten verkoop te worden
aangeboden; maar de wet beslist niet,
wat een koel kamer eigenlijk is.
Naardien nu de beslissing daaromtrent is
overgelaten aan de keurmeesters, zijn dezen
gewichtig pn nauwgezet geworden en in
enkele gevallen hebben deze wachters over
de zuiverheid van voedingsmiddelen ge
dreigd pm kooplieden te arresteeren, die
versche pieren 'a nachts in koelkamars be
waarden, om ze den volgenden dag als ver
sche eieren te koop aan te bieden. Men kan
lichtelijk .bevroeden, dat de zachtaardige
koopman zijn uiterste best doet, om het
weerlooze en onschuldige ei te koesteren en
te trachten zijn maagdelijke oonditie zoolang
mogelijk te bewaren en dat hij 't te dien
einde wenscht op te bergen in de koele
omgeving der ijskast, overtuigd als hij is,
dat het anders zijn oorspronkelijke zuiver
heid lichtelijk zou verliezen.
De keurmeesters echter zeggen, dat de wet
geen onderscheid kent tusschen eieren, die
oen dag, en dezulken, die oen maand, in
de koelkamer hebben vertoefd, ofschoon men
grif toegeeft, dat de verbruiker het onder
scheid in 'n oogenblik weet te constate eren.
We kunnen ons voorstellen, hoe, indien
deze 'aangelegenheid verleden jaar in Was
hington ter beslissing ware voorgesteld, de
Advocaat-Generaal de eigenaars van koel-
kamors k faire genomen zou hebben en hoe
oen poging in 't werk zou zijn gesteld om
zware boeten op te leggen. Doch nu zal
in den staat Californië de zaak op plech
tige "wijze worden behandeld door het opper-
gerechtshof en kunnen we dus binnenkort
een 'beslissing te gemoet zien omtrent de
wettelijke positie van het koelkamer-ei."
W.
OCLXXII.
Opgaan, blinken, En verzinken
Is het lot van iederen dag;
heeft eens een dichter gezongen en wij
kunnen er bijvoegen: „ook van menachen."
De dagen, die nog kort achter ons liggen,
herinneren er ons weer aan. Eigenlijk
doet in verschillende klingen en groepen
elke dag het, maar waar het geldt ge-
wono meusohen, die slechte in den kleinen
familiekring een spoor achterlaten of
maar even daar buiten, dan merkt de
groote buitenwereld het niet zoo op.
Echter als het mannen en vrouwen be
treft, die op een of ander gebied hebben
uitgeblonken, die van rioh hebben doen
spreken althans, dan wordt het anders,
dan voelt een gebeele gemeente, een stad,
zelfs een geheel land mee, in enkele ge
vallen dringt de doodsmare tot buiten de
grenzen.
Daarvan spreken ons onwillekeurig de
laatste paar weken en ik zou als Leide
naar, dlie ovor Leidatihe toestanden en
personen sohrijft, in mijn plicht te kort
schieten, en ondankbaar zijn bovendien,
wanneer ik er van zweeg.
Leiden betreurt twee mannen, die kort
achter elkaar ons door den dood zijn ont
vallen, die beiden op verschillende wijze
naam hebben gemaakt tot over de grenzen
van ons land, wior bestaan meer is geweest
dan een golfslag op de zee, die nog even
nakabbelt en dan plaats maakt voor een
opvolgende golf.
Prof. De Goeje, welk Leidenaar, heeft
hem niet gekend, ook al wist hij niets af
van de wetenschap, die met zooveel eer
d®or hem is beoefend geweest? Prof. De
Goeje, hoewel geen Leidenaar van ge
boorte, heeft heel zijn veelzijdig werkzaam
leven in onze gemeente doorgebracht. Hij,
een buitengewoon man in kennis en gaven,
was zoo doodgewoon in omgang en in han
del en wandel en hij had, hoewel hij veel
in mensohen kon verdragen en aan men
sohen vergeven, omdat hij veel begreep,
hij had bij rijn graf is er aan herinnerd
alleen een hekel aan „ongewone" men
sohen, mcnschen die zich aanstellen, op
den voorgrond dringen. En dat moest hij
hebben, die zoo innig voelde en met zijn
leven bevestigde dat eenvoud is het
kenmerk der waarheid.
Daar is zooveel kracht van hem uitge
gaan als geleerde, als man der wetenschap,
als lid van den Lcidsohen gemeenteraad,
als bestuurslid van zoo menig genootschap
en vereeniging niet door zijn kennis alleen,
niet door rijn overtuigend woord daar
naast, maar bovonal door rijn beminnelijke
persoonlijkheid.
Ik zal niet pogen prof. De Goeje te
schetsen in zijn beteekenis voor de weten
schap, niet traohten voor de oogen mijner
lezers in het licht te stellen wat bij voor
de stad in zijn veeljarig lidmaatschap
van den gemeenteraad is geweest, en voor
de instellingen die hdj mede bestuurde, ik
wü hier al echts een woord van dankbare
herinnering a-s-" zdjn lang en welbesteed
leven uitspreken en hem aan ons levenden
als een voorbeeld van eenvoud en oprecht
heid ter navolging aanbevelen.
Een ander man in menigerlei opricht
door afkomst, opleiding en landaard
een tegenstelling van De Goeje, is der
gemeente ontvallen en pas vandaag ten
grave geleid; de heer Schmeltz, do popu
laire-directeur van het Rijks-Ethnogra-
phisch Museum. Dr. Schmeltz was een
vreemdelii^g, oen Duitsoher, en liij heeft
rijn Duitscho afkomst nooit verloochend;
dooh hij heeft tegelijk zijn nieuw vader
land gediend met een trouw en. oen lief
de,. waaraan menig Nederlander een
voorbeeld kon nemen. De heer Schmeltz
was wat men noemt een selfmado man;
een wetenschappelijke opleiding mocht
hem niet te beurt vallen, maar hij heeft
gewoekerd met zijn natuurlijken aanleg en
wie op late avonduren op het Museum
aan het Rapenburg het licht nog zag
branden, heeft misschien het geheim
geraden van rijn werkkracht en van het-
geon hij, ondanks de vele bozwnren,
waarmede hij door zijn afkomst, oplei
ding en zijn vreemdelingschap had te
worstelen, heeft weten tot stand te bren-
gen.
Van hem kan getuigd worden, clat hij
uit het midden van den arbeid is wegge
rukt, want hoewel reeds oud, had hij
nog grooto plannen ter uitvooring in zijn
geest," en was zijn lust tot wetenscbappe-
lijken arbeid nog ongeschokt Ook zdjn
leven, als wij het voor onzen geest laten
voorbij gaan, zooala het in levensberich
ten voor ons werd bloot gelegd, geeft
veel te loeren, vooral aan de jongeren.
Het leert ons wat ijver, werklust, vol
harding, ook onder ongunstige omstan
digheden, in de wereld vermogen.
Jonge mensohen, die staan aan den in
gang van het loven, mogen zich. daaraan
vooral spiegelen. Te leven wordt aan
jpngo mensohen tegenwoordig zoo gemak
kelijk gemaakt. De wetenschap ligt als
't ware voor wie er van profiteoren wil
len, vooral in grootere plaatsen, maar
voor het grijpen, soms wordt ze haast
opgedrongen. Als men daarover, zeoals
ik wel eens den ouden heer Schmelta
hoorde e>n hem vergelijking hoorde maken,
hoe hij zich de wetenschap moest verwer
ven in zijn jeugd, dan zou men de tegen
woordige jonge mensohen moeten benij
den. Dooh -als men dan bedenkt hoe ook
deze man zich door zelfhulp en eigen
kracht omhoog werkte en hoe ondanks al
de leergelcgcnheden en leermiddelen er
zoo vel en mislukken, omdat zij energie en
geestkracht missen, dan lijst de ernstige
vraag wel eons op: wogdt het in dit op
richt aan het opgroeiend geslacht niet wat
al te gemakkelijk gemaakt, moeten ze om
te zoeken en tot den weg der kennis en
de wetenschap te komen, niet wat meer
aan zichzelf worden overgelaten?
Hoe hot rij want ik houd nu geen
opvoedkundige vertoogen ook het rijk
en werkzaam leven van een man als dr.
Schmelta heeft aan ons{ die nog leven,
wol iets te zoggen. Ook zijn voorbeeld kan
ons veel leer en.
De roem van de Leidsohe Hoogesckool
hoog te houden en te verbreiden, de be
langen van de gemeente, die hem tot een
vertegenwoordiger in het gemeentebestuur
had gekozen, te bevorderen, de Leidsche
instellingen dio hij mede bestuurde, te
doen bloeien, ziedaar een ideaal van prof.
Do Goeje.
Het Ethnographisch Museum, aan welks 1
hoofd hij stond, de plaats te geven onder
de zusterinstellingen in binnen- en buiten
land die hem toekwam, en het voor Leidon
te behouden, aan hetwelk hot door groo
tere steden reeds lang werd misgund, zie
daar liet voornaamste Btreven van dr.
Schmeltz.
Beide mannen hebben op verschillende*
wijze en langs uiteenloopende wegen ge
werkt in het belang van de stad, die hun
lief was, haar belangen bevorderd en haar
vooruitgang, kon het zijn haar gTootheid
gewild.
Ook in dit opzioht rijn rij ons Leidenaars,
die hen met weemoed hebben zien heen
gaan, tot goede voorgangers geweest en
wij mogen hen, ieder in onzen eigen werk
kring en met den invloed, dien wij hebben,
daarin navolgen.
En wij eeren hun nagedachtenis het best,
wanneer wij do eer van onze stad, die zij
kef hebben gehad en welker bloei en groot
heid rij hebben bevorderd, hoog houden.
„Opgaan, blinken, en verzinken
„Is het lot van ied'ren dag
zong de dichter en ik heb er in het begin
aan toegevoegd: ,,ook van mensohen."
We zouden er ook nog bij kunnen voegen:
„eveneens van landen, volken, steden."
Doch dit laatste hangt af van do bevot-
kiDg zelf. Mannen als ik or twee heb ge
noemd, behoeden juist voor verval en ver
zinken.
En zoo zal hot ten slotte ook vau on3
Leidenaars zelf afhangen of Leiden zal aoh-
teruitgaan of vooruit, kwijnen of bloeien.
Kennen wij dus allen onzen plicht en doen
wij er naar 1
Kxnmens hoofdakte.
Do minister van binnenlandsohe zaken
heeft bepaald
lo. dat het schriftelijk gedeelte van het
examen ter verkrijging van do akte van
bekwaamheid als hoofdonderwijzer of
hoofdonderwijzeres voor het jaar 1909 zal
plaats hebben op 25 Juni; dat de mondelin
ge examens zullen aanvangen op 14 Juli,
en dat do oommiBsiëo met het afnemen
van deze examens belast, nitting zuH sn
houden te Breda, Arnhem Haarlem.
Utrecht, Leeuwarden en Zwolle;
en zijn o.a. benoemd: tot lid en vonzit-
ter der oommissie te Haarlem, dr. J. H.
Gunning, schoolopziener in het distrlot
Amsterdam
tot lid en ondervoorzitter, D. Boswijk,
schoolopziener in het district Gouda
tot leden: K. J. Razelius, schoolopzio-
in het arrondissomont Haarlem; P. H. van
der Ley, directeur der rijkskweek
school voor onderwijzers te HaarlemH.
Bijleveld, directeur eener bijzondere
kweekschool voor ondorw. en onderwijzeres
sen te AmsterdamG. Meijer, directeur
der gemeentelijke kweekschool voor onder
wijzers en onderwijzeressen te Amsterdam;
F. de Graaf, onderwijzer aan de rijks
kweekschool voor onderwijzers 'te Haar
lem; J. W. SovonhuyBon, hoofd de?
leerschool, verbondci aan de rijks
kweekschool voor onderwijzers te
Haarlem; J. B. A. Saeys, hoofd een^r
openbare lagere 6tjhool te HaarlemM.
L. van Gemert te Heemstod©, oud-hoofd
eener bdjaondero lagere schoolH. J.
Emous en G. H. Weustink, hoofden van
bijzondere lagere scholen te Amsterdam)
H. Eerdbeek, hoofd oener bijzondere la
gere school te 's-Gravenhag©J. Ta. Schip
horst, hoofd eener openbare lagere echool
te Delft; 0. 'Hettema, hoofd eener «^pon-
bare lagere school te Rotterdam;
tot leden-plaatevervangersR. Broeie,
directeur der Rijkskweekschool voor on
derwijzers te Middelburg; H. Bussemaker,
directeur eener bijzondere kweekschool voor
onderwijzeressen te Haarlem; S. Postmus,
leeraar aan een bijzonder gymnasium to
Amsterdam; G. Schutte, hoofd oener bij
zondere lagere school te Amsterdam; J»
M. Keen, hoofd eener openbare lagero
school te 's-GravenhagoE. van dor Woude
onderwijzer aan een bijzondere kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen fcti
's-GravenhageJ. Hemmes, hoofd een^r
bijzondere lagere sohool te Delft.
Bakkersnachtarbeld.
Het Bakkers-comité (voorzitter dr. J.
Rooters van Lennep, secretaris mr. H.
Blaupot ten Cato) heeft besloten in oeü
eerstdaags te Amsterdam te houden algo-
meene ledenvergadering van dot oomité de
nadoelen, welke bij hot tot stand komen
der wet tot afschaffing van den nachtar
beid in broodbakkerijen kunnen ontstaan,
o.a. broodprijs-verhooging en verminde
ring van de hoedanigheid van het brood,
aan een bespreking te onderwerpen.
Slot)
Dan hield hy zich In het vervolg wellicht
stil. Iiy, die haar een erfenis had nagelaten,
waarop zy geen eigendomsrecht kon laten
gelden; een erfenis, die vernietigd of op een
onbekende plaats begraven was, toen zy
kwam om die in ontvangst te nemen.
By de pastorie gekomen, liep Feldmann haar
uit zyn hok te gemoet; by sloop echter na
oen kort geblaf van welkom weer naar bin
nen, om zyn afgebroken morgenslaapje voort
te zetten.
De in Jutland loheemsohe lucht van ver
brande turf en versch. gebakken brood sloeg
haar uit het bakhuis to gemoet. Niels klap
perde met een oudo spanen mand vol kippen
voer over het erf en een friasche reuk van
mai8 en gerst trok langs Vonnes gezicht.
De oude Bolette kwam uit het kippenhok
aangestrompeld en had haar gebeele schort vol
eieren, welke zy den vorlgen avond vergeten
bad mede naar binnen te nomen.
Toeu zy Vonne zag, schrikte zy zoo, dat de
verrassing byna gevaaiiyk voor den inhoud
vau baar boezelaar was geworden, eu er be
hoorde waariyk meer dan het alledaagscbe toe,
om Boletto uit haar Jutlandscho gemoeds
rust te brengen.
«Neen, maar, zoo vroeg reeds
.Gisteravond zyn hier gasten goweest," ver
telde zy later als terloops, toen Vonne by
haar ln do keuken kwam. «Jawel, oen boer
en een kleine jongen."
Gasten! Gasten by haar, die niemand ken
de, die, behalve oom Dan en taDte Yvonne,
geen vriend op de wyde wereld had I
«Wanneer zyn ze gekomen, Bolette?"
«Och, hot wa» omstreeks balfelf," verklaar
de deze. «Zy zyn vanmorgen in de vroegte
naar LyDgbolt gereden, want Ik kon Immers
niet zoo precies zeggen, wanneer de juffrouw
zou thuiskomen."
Een heer en een kind, een kleine jongenl
Misschien was het de predikant van Savel ge
weest, die na baars vaders dood eon paar
malen had gepreekt. Die had een kleinen
jongen. Maar dien moeit Bolette toch kennen?"
«Wat?" Bolette maakte met haar groote,
roode hand een verachteiyke beweging. „Of
ik den predikant van Savel ken? Dat zou
ik deDken; hy is hier immeri zoo dikwyia
geweest
Vonne was treurig en vermoeid van de
reis, slap na de spanning en de daarop vol
gende teleurstelling, maar deze gasten ver
ontrustten haar. Wie Ur wereld.
Zy begaf zich naar haar kamer, ontdeed
zich van haar reiskleoren, wiesch zich en
maakte hour haar opnieuw op. Toen nam zy
een hoed en mama's wandelstokje met den
zilveren knop en begaf zich op weg.
De zon stond hoog aan den hemel, toen
zy het hek van Lyngholt binnenstapte; een
warme, stekende voorjaarszon, zoodat Yonne
reeds met genoegen aan de groote, koele
voorzaal dacht, waarin de schaduwen der popu
lieren op de koudo witte marmeren steenen
dansten en het geklater van de fontein in den
burchttuln was te hooren.
Op een kleinen vouwstoel in de voorzaal,
met den rug Daar don ingang, zat Iemand.
By zat midden in den elfendaDs der populier
bladeren en echildords hot uitzicht door het
raam. Hy hield de scbildersdoos op zyn knieën
en in het deksel daarvan was oen stuk linnen
bevestigd, dat reeds in vluchtigen omtrekken
de vier leeuwenbekken met de ruischendo
waterstralen vertoonde.
Op een der vensterbanken aan de andere
zjjde naar den kant van de burchtgracht set
een jongen mot blond krulhaar, die zjn beenen
uit het open raam liet boemelen.
Vonne bleef een oogenblik geheel verbysterd
staan; toen neurlëde zy zacht het beken
de wachtwoord' uit het lied van Schubert.
Een stoel viel om, een palet vloog op den
grond, toen heerscbste er diepe stilte in de
voorzaal.
«Het Is gegaan, zooals het moest gaan",
flulstordo hy. «Ik heb gewacht on gy zyt ge
komen. Alles ging, zooals het gaan moest."
Er sprong tets op de steenen, en het volgen
de oogenblik stond een kleine jongen achter
den stoel en lachte. Vonne keek vragend op.
«3alomol" stelde hy zichzelven voor en
maakte een llnksche buiging. «Zoo juist terug
gekeerd uit Athonel"
«Dat is waar," bevestigde Forum. «Salomo
de wyze bewyst, op een uitnoodiglDg van
oom Dan, Lyngholt de eer zUn voertien va-
oantiedagen hior door to brengen. Ik heb hem
eeDige maanden geleden mede naar Grieken
land genomen, de eenlge manier om my van
hem te vorzekeron. Gy herinnert je toch,
Vonne, dat wy allen recht op hem wilden
hebben? Ik moest my van hem verzekeren,
totdat myn groot schlldery, Bacchus steelt
druiven", gereed was. Gy zult dat spoedig zien."
Zy legde haar hand in de zyne. Zoo liepen
zU door den tuin, vervolgons over het stukje
land langs het fjord en door het hek van het
kerkhof.
Hy nam haar op zyn arm en droeg haar
over de graven en het gras naar do berke-
boomen, de twee jonge, wuivende berken, die
by het graf van haar vader de wacht hielden.
„Loop zacht, Troels," fluisterde zy met on
zekere stem; «loop zacht, opdat hy niet wee
ontwaakt en het leed en de droevige herin
neringen niet woer by hem opgewekt worden.
Loop zacbt, Troels I Niemand had zulk oen
fijn gehoor als hyi Weet ge, 's nachts, als
hot stortregende en de wind huilde, ben lk
dlkwyis opgestaan en hierheen gegaan, wyi
my plotseling de angst overviel, dat de gol
ven van het fjord tegon de muren van bet
kerkhof konden slaan en bem wakker maken.
Vader moest eigeniyk aan de Loidesee rasten;
daar stroomt bet water heel langzaam en het
loeien van den storm wordt door de hooge
muren der heuvelen getemperd.
Hy boog haar gelaat achterover en kust#
het verdriet uit haar oogen, de vrees van haar
lippen. En hy droeg haar verder, tusschen de
blauw-llla lavondelstruiken door, naar de smal
le, met rozebladeren bestrooide paden.
Voor het kerkhof lag de welde ln het zon
licht. Daar liet by haar uit zyn armen in het
bedauwde gras giydon en haad in hand gin
gen zy den gezegenden dag in, het licht der
zon te gemoet. Deze schitterde als 't ware
aan den hemel als een afbeeldsel dor bloemen
uit den tuin van hot paradys, waar het
schoonste onze dageiyksche gast is en waar
de wandelaar niet vluchtig zyn Intrek neemt,
maar zyn thuis heeft.