No, 15212, LS1DSCH DA0BLA3), Zaterdag- 29 Mei. Anno 1909, Finaneieele Causerie. Brieven Y&n een Leidenaar. FEUILLETON. Kinderliefde. Do Pinkstervaoantiedagen hebben in de afgeloopen week hun schaduw voor cicb uit geworpen; op geen enkolen dag steeg het omzetcijfer te New-York boven 530,000 shares, dat is niet veel bij de millioen-om- zetten, waaraan wij gewoon zijn geraakt. Mogen de omzotten al ingekrompen zijn, de stemming heeft er niet onder gele den. De Steels dragon de palm der overwinning en waren heden (Vrijdag) avond zelfs a 617/8 pOt. door New-York gevraagd. Dat is de hoogste prijs, dien ze ooit bereikt hebben, te merkwaardiger nu het dividend nog op een 2 pCt. basis is, zoodat <le kooper slechte 3$ pCt. van zijn geld maakt. Een Amerikaan, dien wij juist dezer dagen ontmoetten, achtte de aanaee- len intrinsiek 40 pCt. waard!, zoodat de pre mie op de toekomst thans ruim 50 pCt. van de intrinsieke waarde bedraagt. Volgens de laatste berichten werkt de Trust op 77$ pCt. liarer capaciteit; men verwacht, dat dit spoedig tot 80 pCt. zal stijgen. De Staalp rijzen monteeren; aoo zijn liohtc sta len rails we.er met 1 doll, per ton verhoogd tot 28 doll. In do spoorwegwereld komen ook bij voortduring gunstige tijdingen uit. Zoo is de President der Delaware en Hudson, een Harriman-Standard-Oil-Maatschappij benoemd tot President der Kansas City Southern, in de plaats van den Koffiemag- naat-, Hermann Sieloken, die nochtans een zetel in het bestuur blijft innemen. Wabash- waarden hadden Donderdag te New-York een flinke rijzing op geruchten, dat .de Delaware Lackawanna, eveneens tot de Hamman o. s. combinatie behoorende de Maatschappij zou gaan exploiteeren. Beide berichten duiden dus op uitbreiding van het Harriman-régime, dat zijn sporen heeft verdiend op dit gebied. Een ander bericht gewaagt van een overeenkomst tus- scbcii Harriman en Hill, sedert de Northern >Paci Hofgeschiedenis -geslagen vijanden, waarbij de Union Pacific (Harriman) en de Hill-Maatsohappijen gezamenlijk van de Union Pacific zullen gebruik maken tus- schen Taooma en Vancouver, beiden in' den Btaat Washington gelegen. Men beschouwt dit als de feitelijke beëindiging der geschil len tusschen deze twee 6poorwegkoningen in het noordwesten, bij uitnemendheid de sfeer van Hill. Bij al dit moois vraagt men zich onwil lekeurig af, is de markt willig op deze be richten of worden do berichten de wereld ingezonden om de marlet willig te maken 7 Gelukkig kunnen wij oonstafcoeren, dat ons publiek volhardt in zijn politiek van schoon sdhip maken; als men nu maar hlijft. volharden tot de eerstvolgende pa niek, die even zeker weer aal komen, ais haar voorgangsters, dan kunnen wij tevre den zijn. Natuurlijk zullen er als altijd wel mensohen zijn, die op topprijzen gaan koopen of met dure stroppen blijven zit ten. Maar daartegen is nu eenmaal niets te doen. De hoofdzaak is maar, dat ons publiek in zijn geheel niet in de Ameri- kaansche strikken verward raakt en zooals gezegd, tot nu toe blijft men hier gestadig door verkoopen aan het buitenland. De overvloed op do geldmarkt i8 uit de groote vermindering van hausse-engage menten in Amerikaansche shares gemakke lijk te verklaren. De buitenlandsche wis selkoersen ondergingen daardoor een krachtige rijzing, te meer nn het geld in het buitenland neiging toont sohaarsoher te worden. Trouwens de verkoopen van Amerikanen zijn lang niet zoo zwaar meer als tot vóór enkele weken, zoodat het aan bod uit dien hoofde ook niet meer zoo zwaar op de devisen-markt drukt. "Van die ontspanning op de geldmarkt heeft men onmiddellijk gebruik gemaakt tot het lanceoren van nieuwe ondernemin gen. Verleden week hadden wij de in- Boh rijving op aandeelen en oonverteerbare obligation van de Nederlandsoh-Indisohe Elect riciteits-Maatsóhappij onder het aegide der Nederlandsoh-Indisohe Es- oom p t o-M aats chap pijDe heeren Hope on Co, stellen de insohrijving open op een 4$ pCt. obligaticleening der Noord-Zuid- Hollandsohe Tramweg-Maatschappij uit de opbrengst waarvan de Leidsche Paarden tram, mitsgaders de stoomtramlijnen Lei denHaarlem en LeidenKatwijkNoord- wijk in electrische lijnen zullen worden ömgelooverd. Beide ondernemingen zijn bij uitstek van nationaal belang en als zoodanig zeer toe te juiohen. Wij hopen, dat die in Yankees verdiende dubbeltjes op die wijze aan ons eigen land en de ont wikkeling der koloniën zullen worden dienstbaar gemaakt. Tegen a. s. Dinsdag is de emissie aangekondigd eener 4 pCt. leening van de Mortgage Bond Com pany of New-York" tegen 89 en drie vier de pCt. Wij voelen ons voor deze emissie weinig geporteerd, gezien het betrekkelijk lage rendement en achten de 10 pCt. duurdere pandbrieven onzer eigen goede Hypotheekbanken verkieslijker. Na een aanvankelijk succes ten minste te oordeelen naar de genoteerde premie sahijnt de emissie der 8 pCt. leening van den Staat Nicaragua ook al geen bijster succes te zijn geweest, al thans het syndicaat moet de helft tier partieipatiën naar huis nemen. Te ver wonderen is di/t geenszins, waar het wei is waar aantrekkelijk rendement o.a. niet opweegt tegen de geringe waarborgen die een Staat als Nicaragua aanbiedt. Van (Feetschap, uit to oefenen door de Vereenig- de Staten, zooals in het geval van Do mingo, is geen kwestie; de zekerheid is dus beperkt tot de beloofde revenuen, maar dan ook van een Staat, die het eer- b'jkheidsbrevet, reeds lang aan Argen tinië, Brazilië en Mexioo toegekend, nog moet- waardig blijken. Het gehalte der commiasiehuizen was trbuwens ook niet van 't bovenste plankje 1 Shansi aandeelen gingen tot bijna pari en schijnen nog steeds voor verdere ver betering vatbaar. In Russische Olieaandeelen kwam voor het eerst na langen tijd noteering tot stand. Wij vinden Common Russian op 12, Common Schibaïeff op 6 en de Preferente jp bijna 7 terug. Op zichzelf zijn dit vrijwel afbraakprijzen, en op die mérite schijnt het publiek ze weer eens op te nemen. Een aantal oude verkóoplimiten levert alsnog het materiaal, zoodat van verdere rijzing geen 6prake kon zijn; maar indien de vraag aanhoudt en het materiaal ver dwijnt, zou men deze aandeelen buiten slechts hoogor kunnen krijgen en zou een rijzing liohtelijk kunnen volgen. Intus- schen is men ten lange leste te Londen voor den draad gekomen met een reorgani satie-plan voor de Baku-Russian Petro- leum-Companyo. a. wordt daarin een bijstccrting op de gewone, zoowel als de Preferente aandeelen, gevraagd van 50 pCt. in geld. De vraag is of er genoegzame deelneming zal rijn om het plan ten uit voer te brengen. Bemoedigend vooruit- richt voor de hier te lande gehouden Rus sische Petroleum-aandeelen is dit reorga nisatie-plan niet I Indische Petroleum-aandeelen verlaten de week algemeen in reactie. Zoo liepen Koninklijke van 432$ op 416 terug in Sum- pals van 182 zeven achtste op 155$. Daar entegen behaalden Mijnaandeelen, Simaus en Ketahoens voorop, verdere avancea Ketahoen gewone aandeelen 302$ tegen 28S$, de Preferente 479$ tegen 437$. De Erdmann-Sielcken regeering, zoo wel dadig bij Redjang-Lebong, sohijnt reeds voldoende excuus te zijn voor velen, om analoge resultaten te verwaohten bij Simau en Ketahoen. Transvaalse lie waarden, met name Trans- valias en National Banks willigweer spiegeling van. de jubilante stemming, die te Londen heerscht voor Zuid-Afrikaansche Mijn waarden. Wij houden 't maar liever hij Central Mining, die heden 18, East Rands, die 56/sj Gold fields, die 6s/a on Randmines die lOVs waren. Opnieuw dus een aanmer kelijk avans bij verleden week. Intusschea had. i-n 't midden der week een reactie plaats, toen bij de liquidatie bleek, dat de hausse posities aanzienlijk waren toegenomen. Een aantal minder 6oliede geachte firma's zagen zich genoodzaakt hun posities te liqujdee- ren, aangezien zij geen Contre-partie kon den vijlden, bereid geld voor te schieten. Niet zoodra waren deze zwakke elementen verwijderd, of de markt hervatte haar gun stige strooming, die naar onze informaties nog lang niet haar eindpunt heeft bereikt. Tot besluit oitearen wij hier een niet on verdienstelijk gesteld stukje uit het week bericht pener New-Yorksche firma: „Do gerechtehoven hebben de handen vol mot allerlei zaken, die aan hun oordeel wor den onderworpen. B. v. de wettelijke positie van het kippenei. Dit kleine neven-product van hot hoenderpark, is in den regel 't nederigste en onschadelijkste van alle stof felijke zaken, doch bewaart men het te lang, dan wordt 't een bron van 't ergste kwaad, veroorzaakt storingen in de atmospheer en doet den verbruiker overhaast en met wal ging een goed heenkomen zoeken. Ter beveiliging van 't publiek heeft de Oalifomisehe Wetgeving beslist, dat koel- kamer-eieren als zoodanig moeten worden ge waarmerkt, alvorens ten verkoop te worden aangeboden; maar de wet beslist niet, wat een koel kamer eigenlijk is. Naardien nu de beslissing daaromtrent is overgelaten aan de keurmeesters, zijn dezen gewichtig pn nauwgezet geworden en in enkele gevallen hebben deze wachters over de zuiverheid van voedingsmiddelen ge dreigd pm kooplieden te arresteeren, die versche pieren 'a nachts in koelkamars be waarden, om ze den volgenden dag als ver sche eieren te koop aan te bieden. Men kan lichtelijk .bevroeden, dat de zachtaardige koopman zijn uiterste best doet, om het weerlooze en onschuldige ei te koesteren en te trachten zijn maagdelijke oonditie zoolang mogelijk te bewaren en dat hij 't te dien einde wenscht op te bergen in de koele omgeving der ijskast, overtuigd als hij is, dat het anders zijn oorspronkelijke zuiver heid lichtelijk zou verliezen. De keurmeesters echter zeggen, dat de wet geen onderscheid kent tusschen eieren, die oen dag, en dezulken, die oen maand, in de koelkamer hebben vertoefd, ofschoon men grif toegeeft, dat de verbruiker het onder scheid in 'n oogenblik weet te constate eren. We kunnen ons voorstellen, hoe, indien deze 'aangelegenheid verleden jaar in Was hington ter beslissing ware voorgesteld, de Advocaat-Generaal de eigenaars van koel- kamors k faire genomen zou hebben en hoe oen poging in 't werk zou zijn gesteld om zware boeten op te leggen. Doch nu zal in den staat Californië de zaak op plech tige "wijze worden behandeld door het opper- gerechtshof en kunnen we dus binnenkort een 'beslissing te gemoet zien omtrent de wettelijke positie van het koelkamer-ei." W. OCLXXII. Opgaan, blinken, En verzinken Is het lot van iederen dag; heeft eens een dichter gezongen en wij kunnen er bijvoegen: „ook van menachen." De dagen, die nog kort achter ons liggen, herinneren er ons weer aan. Eigenlijk doet in verschillende klingen en groepen elke dag het, maar waar het geldt ge- wono meusohen, die slechte in den kleinen familiekring een spoor achterlaten of maar even daar buiten, dan merkt de groote buitenwereld het niet zoo op. Echter als het mannen en vrouwen be treft, die op een of ander gebied hebben uitgeblonken, die van rioh hebben doen spreken althans, dan wordt het anders, dan voelt een gebeele gemeente, een stad, zelfs een geheel land mee, in enkele ge vallen dringt de doodsmare tot buiten de grenzen. Daarvan spreken ons onwillekeurig de laatste paar weken en ik zou als Leide naar, dlie ovor Leidatihe toestanden en personen sohrijft, in mijn plicht te kort schieten, en ondankbaar zijn bovendien, wanneer ik er van zweeg. Leiden betreurt twee mannen, die kort achter elkaar ons door den dood zijn ont vallen, die beiden op verschillende wijze naam hebben gemaakt tot over de grenzen van ons land, wior bestaan meer is geweest dan een golfslag op de zee, die nog even nakabbelt en dan plaats maakt voor een opvolgende golf. Prof. De Goeje, welk Leidenaar, heeft hem niet gekend, ook al wist hij niets af van de wetenschap, die met zooveel eer d®or hem is beoefend geweest? Prof. De Goeje, hoewel geen Leidenaar van ge boorte, heeft heel zijn veelzijdig werkzaam leven in onze gemeente doorgebracht. Hij, een buitengewoon man in kennis en gaven, was zoo doodgewoon in omgang en in han del en wandel en hij had, hoewel hij veel in mensohen kon verdragen en aan men sohen vergeven, omdat hij veel begreep, hij had bij rijn graf is er aan herinnerd alleen een hekel aan „ongewone" men sohen, mcnschen die zich aanstellen, op den voorgrond dringen. En dat moest hij hebben, die zoo innig voelde en met zijn leven bevestigde dat eenvoud is het kenmerk der waarheid. Daar is zooveel kracht van hem uitge gaan als geleerde, als man der wetenschap, als lid van den Lcidsohen gemeenteraad, als bestuurslid van zoo menig genootschap en vereeniging niet door zijn kennis alleen, niet door rijn overtuigend woord daar naast, maar bovonal door rijn beminnelijke persoonlijkheid. Ik zal niet pogen prof. De Goeje te schetsen in zijn beteekenis voor de weten schap, niet traohten voor de oogen mijner lezers in het licht te stellen wat bij voor de stad in zijn veeljarig lidmaatschap van den gemeenteraad is geweest, en voor de instellingen die hdj mede bestuurde, ik wü hier al echts een woord van dankbare herinnering a-s-" zdjn lang en welbesteed leven uitspreken en hem aan ons levenden als een voorbeeld van eenvoud en oprecht heid ter navolging aanbevelen. Een ander man in menigerlei opricht door afkomst, opleiding en landaard een tegenstelling van De Goeje, is der gemeente ontvallen en pas vandaag ten grave geleid; de heer Schmeltz, do popu laire-directeur van het Rijks-Ethnogra- phisch Museum. Dr. Schmeltz was een vreemdelii^g, oen Duitsoher, en liij heeft rijn Duitscho afkomst nooit verloochend; dooh hij heeft tegelijk zijn nieuw vader land gediend met een trouw en. oen lief de,. waaraan menig Nederlander een voorbeeld kon nemen. De heer Schmeltz was wat men noemt een selfmado man; een wetenschappelijke opleiding mocht hem niet te beurt vallen, maar hij heeft gewoekerd met zijn natuurlijken aanleg en wie op late avonduren op het Museum aan het Rapenburg het licht nog zag branden, heeft misschien het geheim geraden van rijn werkkracht en van het- geon hij, ondanks de vele bozwnren, waarmede hij door zijn afkomst, oplei ding en zijn vreemdelingschap had te worstelen, heeft weten tot stand te bren- gen. Van hem kan getuigd worden, clat hij uit het midden van den arbeid is wegge rukt, want hoewel reeds oud, had hij nog grooto plannen ter uitvooring in zijn geest," en was zijn lust tot wetenscbappe- lijken arbeid nog ongeschokt Ook zdjn leven, als wij het voor onzen geest laten voorbij gaan, zooala het in levensberich ten voor ons werd bloot gelegd, geeft veel te loeren, vooral aan de jongeren. Het leert ons wat ijver, werklust, vol harding, ook onder ongunstige omstan digheden, in de wereld vermogen. Jonge mensohen, die staan aan den in gang van het loven, mogen zich. daaraan vooral spiegelen. Te leven wordt aan jpngo mensohen tegenwoordig zoo gemak kelijk gemaakt. De wetenschap ligt als 't ware voor wie er van profiteoren wil len, vooral in grootere plaatsen, maar voor het grijpen, soms wordt ze haast opgedrongen. Als men daarover, zeoals ik wel eens den ouden heer Schmelta hoorde e>n hem vergelijking hoorde maken, hoe hij zich de wetenschap moest verwer ven in zijn jeugd, dan zou men de tegen woordige jonge mensohen moeten benij den. Dooh -als men dan bedenkt hoe ook deze man zich door zelfhulp en eigen kracht omhoog werkte en hoe ondanks al de leergelcgcnheden en leermiddelen er zoo vel en mislukken, omdat zij energie en geestkracht missen, dan lijst de ernstige vraag wel eons op: wogdt het in dit op richt aan het opgroeiend geslacht niet wat al te gemakkelijk gemaakt, moeten ze om te zoeken en tot den weg der kennis en de wetenschap te komen, niet wat meer aan zichzelf worden overgelaten? Hoe hot rij want ik houd nu geen opvoedkundige vertoogen ook het rijk en werkzaam leven van een man als dr. Schmelta heeft aan ons{ die nog leven, wol iets te zoggen. Ook zijn voorbeeld kan ons veel leer en. De roem van de Leidsohe Hoogesckool hoog te houden en te verbreiden, de be langen van de gemeente, die hem tot een vertegenwoordiger in het gemeentebestuur had gekozen, te bevorderen, de Leidsche instellingen dio hij mede bestuurde, te doen bloeien, ziedaar een ideaal van prof. Do Goeje. Het Ethnographisch Museum, aan welks 1 hoofd hij stond, de plaats te geven onder de zusterinstellingen in binnen- en buiten land die hem toekwam, en het voor Leidon te behouden, aan hetwelk hot door groo tere steden reeds lang werd misgund, zie daar liet voornaamste Btreven van dr. Schmeltz. Beide mannen hebben op verschillende* wijze en langs uiteenloopende wegen ge werkt in het belang van de stad, die hun lief was, haar belangen bevorderd en haar vooruitgang, kon het zijn haar gTootheid gewild. Ook in dit opzioht rijn rij ons Leidenaars, die hen met weemoed hebben zien heen gaan, tot goede voorgangers geweest en wij mogen hen, ieder in onzen eigen werk kring en met den invloed, dien wij hebben, daarin navolgen. En wij eeren hun nagedachtenis het best, wanneer wij do eer van onze stad, die zij kef hebben gehad en welker bloei en groot heid rij hebben bevorderd, hoog houden. „Opgaan, blinken, en verzinken „Is het lot van ied'ren dag zong de dichter en ik heb er in het begin aan toegevoegd: ,,ook van mensohen." We zouden er ook nog bij kunnen voegen: „eveneens van landen, volken, steden." Doch dit laatste hangt af van do bevot- kiDg zelf. Mannen als ik or twee heb ge noemd, behoeden juist voor verval en ver zinken. En zoo zal hot ten slotte ook vau on3 Leidenaars zelf afhangen of Leiden zal aoh- teruitgaan of vooruit, kwijnen of bloeien. Kennen wij dus allen onzen plicht en doen wij er naar 1 Kxnmens hoofdakte. Do minister van binnenlandsohe zaken heeft bepaald lo. dat het schriftelijk gedeelte van het examen ter verkrijging van do akte van bekwaamheid als hoofdonderwijzer of hoofdonderwijzeres voor het jaar 1909 zal plaats hebben op 25 Juni; dat de mondelin ge examens zullen aanvangen op 14 Juli, en dat do oommiBsiëo met het afnemen van deze examens belast, nitting zuH sn houden te Breda, Arnhem Haarlem. Utrecht, Leeuwarden en Zwolle; en zijn o.a. benoemd: tot lid en vonzit- ter der oommissie te Haarlem, dr. J. H. Gunning, schoolopziener in het distrlot Amsterdam tot lid en ondervoorzitter, D. Boswijk, schoolopziener in het district Gouda tot leden: K. J. Razelius, schoolopzio- in het arrondissomont Haarlem; P. H. van der Ley, directeur der rijkskweek school voor onderwijzers te HaarlemH. Bijleveld, directeur eener bijzondere kweekschool voor ondorw. en onderwijzeres sen te AmsterdamG. Meijer, directeur der gemeentelijke kweekschool voor onder wijzers en onderwijzeressen te Amsterdam; F. de Graaf, onderwijzer aan de rijks kweekschool voor onderwijzers 'te Haar lem; J. W. SovonhuyBon, hoofd de? leerschool, verbondci aan de rijks kweekschool voor onderwijzers te Haarlem; J. B. A. Saeys, hoofd een^r openbare lagere 6tjhool te HaarlemM. L. van Gemert te Heemstod©, oud-hoofd eener bdjaondero lagere schoolH. J. Emous en G. H. Weustink, hoofden van bijzondere lagere scholen te Amsterdam) H. Eerdbeek, hoofd oener bijzondere la gere school te 's-Gravenhag©J. Ta. Schip horst, hoofd eener openbare lagere echool te Delft; 0. 'Hettema, hoofd eener «^pon- bare lagere school te Rotterdam; tot leden-plaatevervangersR. Broeie, directeur der Rijkskweekschool voor on derwijzers te Middelburg; H. Bussemaker, directeur eener bijzondere kweekschool voor onderwijzeressen te Haarlem; S. Postmus, leeraar aan een bijzonder gymnasium to Amsterdam; G. Schutte, hoofd oener bij zondere lagere school te Amsterdam; J» M. Keen, hoofd eener openbare lagero school te 's-GravenhagoE. van dor Woude onderwijzer aan een bijzondere kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen fcti 's-GravenhageJ. Hemmes, hoofd een^r bijzondere lagere sohool te Delft. Bakkersnachtarbeld. Het Bakkers-comité (voorzitter dr. J. Rooters van Lennep, secretaris mr. H. Blaupot ten Cato) heeft besloten in oeü eerstdaags te Amsterdam te houden algo- meene ledenvergadering van dot oomité de nadoelen, welke bij hot tot stand komen der wet tot afschaffing van den nachtar beid in broodbakkerijen kunnen ontstaan, o.a. broodprijs-verhooging en verminde ring van de hoedanigheid van het brood, aan een bespreking te onderwerpen. Slot) Dan hield hy zich In het vervolg wellicht stil. Iiy, die haar een erfenis had nagelaten, waarop zy geen eigendomsrecht kon laten gelden; een erfenis, die vernietigd of op een onbekende plaats begraven was, toen zy kwam om die in ontvangst te nemen. By de pastorie gekomen, liep Feldmann haar uit zyn hok te gemoet; by sloop echter na oen kort geblaf van welkom weer naar bin nen, om zyn afgebroken morgenslaapje voort te zetten. De in Jutland loheemsohe lucht van ver brande turf en versch. gebakken brood sloeg haar uit het bakhuis to gemoet. Niels klap perde met een oudo spanen mand vol kippen voer over het erf en een friasche reuk van mai8 en gerst trok langs Vonnes gezicht. De oude Bolette kwam uit het kippenhok aangestrompeld en had haar gebeele schort vol eieren, welke zy den vorlgen avond vergeten bad mede naar binnen te nomen. Toeu zy Vonne zag, schrikte zy zoo, dat de verrassing byna gevaaiiyk voor den inhoud vau baar boezelaar was geworden, eu er be hoorde waariyk meer dan het alledaagscbe toe, om Boletto uit haar Jutlandscho gemoeds rust te brengen. «Neen, maar, zoo vroeg reeds .Gisteravond zyn hier gasten goweest," ver telde zy later als terloops, toen Vonne by haar ln do keuken kwam. «Jawel, oen boer en een kleine jongen." Gasten! Gasten by haar, die niemand ken de, die, behalve oom Dan en taDte Yvonne, geen vriend op de wyde wereld had I «Wanneer zyn ze gekomen, Bolette?" «Och, hot wa» omstreeks balfelf," verklaar de deze. «Zy zyn vanmorgen in de vroegte naar LyDgbolt gereden, want Ik kon Immers niet zoo precies zeggen, wanneer de juffrouw zou thuiskomen." Een heer en een kind, een kleine jongenl Misschien was het de predikant van Savel ge weest, die na baars vaders dood eon paar malen had gepreekt. Die had een kleinen jongen. Maar dien moeit Bolette toch kennen?" «Wat?" Bolette maakte met haar groote, roode hand een verachteiyke beweging. „Of ik den predikant van Savel ken? Dat zou ik deDken; hy is hier immeri zoo dikwyia geweest Vonne was treurig en vermoeid van de reis, slap na de spanning en de daarop vol gende teleurstelling, maar deze gasten ver ontrustten haar. Wie Ur wereld. Zy begaf zich naar haar kamer, ontdeed zich van haar reiskleoren, wiesch zich en maakte hour haar opnieuw op. Toen nam zy een hoed en mama's wandelstokje met den zilveren knop en begaf zich op weg. De zon stond hoog aan den hemel, toen zy het hek van Lyngholt binnenstapte; een warme, stekende voorjaarszon, zoodat Yonne reeds met genoegen aan de groote, koele voorzaal dacht, waarin de schaduwen der popu lieren op de koudo witte marmeren steenen dansten en het geklater van de fontein in den burchttuln was te hooren. Op een kleinen vouwstoel in de voorzaal, met den rug Daar don ingang, zat Iemand. By zat midden in den elfendaDs der populier bladeren en echildords hot uitzicht door het raam. Hy hield de scbildersdoos op zyn knieën en in het deksel daarvan was oen stuk linnen bevestigd, dat reeds in vluchtigen omtrekken de vier leeuwenbekken met de ruischendo waterstralen vertoonde. Op een der vensterbanken aan de andere zjjde naar den kant van de burchtgracht set een jongen mot blond krulhaar, die zjn beenen uit het open raam liet boemelen. Vonne bleef een oogenblik geheel verbysterd staan; toen neurlëde zy zacht het beken de wachtwoord' uit het lied van Schubert. Een stoel viel om, een palet vloog op den grond, toen heerscbste er diepe stilte in de voorzaal. «Het Is gegaan, zooals het moest gaan", flulstordo hy. «Ik heb gewacht on gy zyt ge komen. Alles ging, zooals het gaan moest." Er sprong tets op de steenen, en het volgen de oogenblik stond een kleine jongen achter den stoel en lachte. Vonne keek vragend op. «3alomol" stelde hy zichzelven voor en maakte een llnksche buiging. «Zoo juist terug gekeerd uit Athonel" «Dat is waar," bevestigde Forum. «Salomo de wyze bewyst, op een uitnoodiglDg van oom Dan, Lyngholt de eer zUn voertien va- oantiedagen hior door to brengen. Ik heb hem eeDige maanden geleden mede naar Grieken land genomen, de eenlge manier om my van hem te vorzekeron. Gy herinnert je toch, Vonne, dat wy allen recht op hem wilden hebben? Ik moest my van hem verzekeren, totdat myn groot schlldery, Bacchus steelt druiven", gereed was. Gy zult dat spoedig zien." Zy legde haar hand in de zyne. Zoo liepen zU door den tuin, vervolgons over het stukje land langs het fjord en door het hek van het kerkhof. Hy nam haar op zyn arm en droeg haar over de graven en het gras naar do berke- boomen, de twee jonge, wuivende berken, die by het graf van haar vader de wacht hielden. „Loop zacht, Troels," fluisterde zy met on zekere stem; «loop zacht, opdat hy niet wee ontwaakt en het leed en de droevige herin neringen niet woer by hem opgewekt worden. Loop zacbt, Troels I Niemand had zulk oen fijn gehoor als hyi Weet ge, 's nachts, als hot stortregende en de wind huilde, ben lk dlkwyis opgestaan en hierheen gegaan, wyi my plotseling de angst overviel, dat de gol ven van het fjord tegon de muren van bet kerkhof konden slaan en bem wakker maken. Vader moest eigeniyk aan de Loidesee rasten; daar stroomt bet water heel langzaam en het loeien van den storm wordt door de hooge muren der heuvelen getemperd. Hy boog haar gelaat achterover en kust# het verdriet uit haar oogen, de vrees van haar lippen. En hy droeg haar verder, tusschen de blauw-llla lavondelstruiken door, naar de smal le, met rozebladeren bestrooide paden. Voor het kerkhof lag de welde ln het zon licht. Daar liet by haar uit zyn armen in het bedauwde gras giydon en haad in hand gin gen zy den gezegenden dag in, het licht der zon te gemoet. Deze schitterde als 't ware aan den hemel als een afbeeldsel dor bloemen uit den tuin van hot paradys, waar het schoonste onze dageiyksche gast is en waar de wandelaar niet vluchtig zyn Intrek neemt, maar zyn thuis heeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 9