No. 1S113. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag: 29 Mei. Anno 1909. Oflicieele Kennisgeving. Als de maaier komt om te oogsten. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. Verkiezing:. Do Burgemeester der gemeente Beiden. Gelet oi> artikel 129 der Kieswet en. op de beschikking van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken van den 19e®. April LL no. 3950 Af deeling B. B. Brengt ter kennis van de kiesgerechtigden: dat de verkiezing (candidaatetellingï van een lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal in het kiesdistrict Leiden zal plaats hebben op Dinsdag 1 Juni a.s.» de stem ming, zoo die noodig mocht blijken, op V r ij- dag 11 Juni e.k., en de herstemming, zoo uoodig, Op Woensdag 23 Juni d.a.v. dat.op den dag der verkiezing (1 Juni) ter Secretarie dezer gemeente, bij hem, Burge meester, van des voormiddags negen tot des namiddags vier uren opgaven van candidaten kunnen worden ingeleverd; dat deze opgaven moeten inhouden den naam, de voorletters en de woonplaats van den candid&at en onderteekend zijn door ten •joinslo veertig kiezers, bevoegd tot deel neming aan de verkiezing, waarvoor de inle vering geschiedt; dat do inlevering der opgaven persoonlijk Inoet geschieden door een of meer personen, ïio haar hebben ondcfteckend en dat d$ tot invulling bestemde formulieren voor deze apgaven kosteloos ter Secretarie verkrijgbaar fijn vanaf hod en tot en met den dag der ver kiezing. De Burgemeester voornoemd* DE RIDDER. Leiden, den llden Mei 1909. "Vaccine. Burgemeester en Wethouders van Leiden, brengen ter algemeene kennis, dat ->p Dinsdag 16 Maart s. en tot na dere aankondiging des Dinsdags Van elke week telkens des namid- <dags te 2 uren in het Elisabeth s- h o f aan de Oude Vest, gelegenheid zal frorden gegeven tot kostelooze inenting van en- en minvermogenden, wordende tevens ian belanghebbenden herinnerd, dat zij ilechts worden toegelaten op vertoon van win bewijs hunner geboorte-inschrijving. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 10 Maart 1900. 't Zijn wondervolle verhalen, die tot ons gekomen zijn over de eerste prediking van die verheven ze Moer, die wij, niet zondereen klein "beetje zelfverheffing, gewoon zijn „de onze" te noemen. Over dat „wondervolle" willen we nu niet gaan spreken; want dan zouden wij moeten aanvangen met de belijdenis onzer onwe tendheid, en wanneer die onwetendheid in wetenschap kon worden omgezet, dan zou waarschijnlijk alle verwondering ophouden. Maar één ding is toch zeker: we behoe ven er ons volstrekt niet over te verbazen dat oen zóó reino leer, zóó eenvoudig voor gedragen, terstond vele aanhangers moest Vinden in pen wereld, eenerzijds zoo wuft, anderzijds zoo verdorven; in een wereld Waarin zoo velen angstvallig vasthielden >an den vormendienst en waarin vele an deren reeds lang met de oude godsdienst vormen hadden gebroken, zonder evenwel jaiouwe te hebben gevonden. De geschiedenis zegt, dat op den eersten dag van het Schoon3 feest, waarop Israël Idankte voor den oogst en zijn wetgeving herdacht, op den eersten dag der openlijke apostolische prediking bijna drie druizend Jnenschen het nieuwe beginsel beleden. Een groot getal voorwaar, dat we reeds groot zouden noemen, al waren de duizen den ook honderden of tientallen geweest. En ware dan de prediking der verhevene te Redeleer, die ooit do wereld vernam, op de zelfde wijze voortgezet, om steeds denzelf den oogst aan te wijzen, dan zou het oude Vn toch altijd nieuwe Pinksterfeest nog heerlijker gedachten bij ons hebben opge dekt, dan nu het geval is. Want, het is een voor het mensohdom, beschamend feit, dat de oogst der predi king altijd minder gezocht werd op den ïeinen bodem der gemoedelijke overtuiging, dan op het onzuiver terrein van staatkun dige berekening en dweepzucht. Hoe kan ieen leer ware en rijke vruchten dragen, die te Vuur en te zwaard wordt verbreid? Immers, wel beschouwd, is er maar één prediking mogelijk, één wijze om de gedachte van den grooten Meester te vertolken. Welke? De geschiedenis verhaalt dat, toen de apostelen het doei van hun schoon maar moeitevol leven hadden bereikt, het zaad van het Christendom reeds door het geheele Romeinsche rijk was verbreid; dat Johan nes, des Meesters meest geliefde leerling, de anderen overleefde en het voorrecht ge noot, den grond der Christelijke kerk on wankelbaar gelegd ie zien. Als een bijna honderdjarige grijsaard verkondigde hij nog het woord, en toen zijn tong reeds te zwak was om nog een lange voordracht te Üoen, toen liet hij zich dragen op een stoel onder hot volk, en drukte de gansche leer van zijn geliefden Meester uit in deze woorden: „Kinderkens, hebt elkander lief." Dit woord van Johannes is niet alleen de kern der Christelijke leer, het is tevens de kern voor de leer der ware menschelijk- heicL Misschien moet het daaraan worden toegeschreven, dat het betrekkelijk zoo wei nig ingang kon vinden en dat allengs de wereld overstroomd werd door een naam- Christendom, waaraan de ware menschelijk- heid niet ten grondslag was gelegd. De vxee- eelijke vervolgingen van een Nero zullen aan het Christendom hier bedoeld in den zin van hooger levensbeginsel zeker niet zooveel kwaad hebben gedaan als de overgang van Konstantijn, bijgenaamd de Grootc, die een dwingeland was in den slechts ten zin van het woord en daarom eon Chrietelijken Staat schiep, omdat hij het best zijn rekening vond bij een volgzame geestelijkheid, die het volk tot blinde ge hoorzaamheid wist te leiden. Aan deze en al dergelijk© feiten, aan de bekeering, zoogenaamd, van gansche vol ken, door geweld, ontbrak juist die gezonde kern, die wij in Johannes' woorden vinden. En toch zijn het die feiten, die de ge daante der wereld hebben veranderd en de richting van het monschdom bepaald I Moeten we ons dan verbazen over den geestestoestand van het Christendom, ook nog in onze dagen? Integendeel, or is dui zendmaal meer reden om zich te v e r b 1 ij- den. Ja, wij verblijden er ons over dat, ondanks al het gebeurde, de gezonde kern tot dusver gaaf on rein is bewaard gebleven en werkt als oen zaad, op bescheiden wijze uitge strooid, in stilte verzorgd en leidende tot oen matigen oogst. In waarheid is de geschiedenis der wereld in deze geen andere dan die van het mensche- lijk hart; misschien beter gezegd, van den mensoh-zelf. Ook de mensch neemt het be ginsel van het goede vaak aan omdat hij er zijn rekening bij vindt, of omdat anderen op dezelfde wijze handelen; piet steeds om dat hét hart zich wenscht te laven non de bron waaruit het goede voortkomt, het in zich pp te nemon en het te verwerken naar zijn oisch en bestemming. Nog altijd rijst een berg van theologische twisten on diepzinnige vraagstukken op voor het oog der wereld, di© zich aan het sohouw- spel vergaapt en dieden nederigen grijs aard over het hoofd ziet, aan den voet van dien berg gezeten, en die 'ddir rijn heerlijk: „Kinderkens, hebt elkander lief' prevelt l Pinksteren, gij heerlijk zomerfeest, gij be paalt onze gedachten bij de inzameling der vruchten. Maar de rijkste levensvrucht zal gevon den worden op den akker dar liefde, als de maaier komt om te oogsten. NEMO. Gisteravond is te Almeloo op het stationsemplacement bij het ran ges rem van een goederentrein der H. IJ.-S.-M- de rangeerder G. H., wo nende to Stad-Almeloo, doordat hij uit gleed, tuBSchan de buffers van dien trein geraakt. De man was onmiddellijk dood. Hij laat een weduwe met 3 kinderen na. Te Rheindorf zijn eergiefcer- avond door do electrisahe leidingen, dio vlammen van rich gaven, eonige brandjes ontstaan. Ze konden alle door de brand weer g-e'olusdht worden. Maar het onge val, waarvan de oorzaak nog niet werd opgespoord, had nog een ander gevolg. De steenfabrikant Neukiroh, die ook rijn buis door vlammen bedreigd rag, wou den geleiddr&ad naar beneden balen. Hierbij kwam hij in aanraking met den draad, waaraan hij Weef hangen. Vijftien per sonen die deai heer Neukiroh te hulp snelden, vielen als door den bliksem ge troffen tegen den grond, maar werden niet ernstig gewond. De heer Neukiroh zelf, die 10 minuten aan den draad han gen bleef, kreeg echter vreeselijke won den. Hij werd naar een ziekenhuis ge bracht. In het Sohneeldoh bij den Bloksberg, is Woensdagnacht omstreeks een uur een heer door dris schoten van struikroovers zwaar gekwetst en van het geld, dat hij bdj rich had, 1300 xnk., be roofd De vorst van Sohaumburg- Lippo heeft rijn Hongaaréohe bezittingen Veroecse en Sziatina voor 40i millioen Oostenrijksohe kronen aan een Fransohe groap, waaraan de „Banque de Paris et des Pays Bas" deelneemt, verkocht „Central Now a" verneemt uit "Weenen het volgende: Seragewo verkeert in groote opschud ding over een moord, die bedreven is door een Mohammedaanschen geestelijke, een zekeren Ham do Oroeo. Dezo had een Turksohen koopman, genaamd Moestaia Patkowits, wijs gemaakt dat er ergens in de bergen niet ver van de stad een sohat verborgen lag en hij stelde den Turk voor 's nachts naar de bergen to gaan om den schat te graven. De plok, zoo zeide de geestelijke, was alleen hem en zijn vrouw bekend. De koopman liet zich verleiden met Ham do Ovoïo mee te gaan, met mo deneming van een som gelds, waartoe hem de geestelijke onder een of ander voor wendsel had weten over te halen. Patko- wits werd echter door den geestelijke ver raderlijk vermoord en beroofd van zijn geld. Toen die zaak uitkwam, vluchtte Hamdo Oroeo op Turksch grondgebied, maar hij is gevat en heeft reeds bekend. De raad van tuolit der pos terijen heeft gisteren weer een bijeenkomst gehouden. Een tiental beambten was op geroepen om zich voor den raad wegens insubordinatie of wegens staking van den dienst te verantwoorden. Slechts twee van de opgeroepenen waren vorschenen. De raad van tucht heeft het advies ge geven, alle opgeroepen beambten te ont slaan, zoowei de afwezigen als de aanwe zigen. In het geheel zullen 130 1 e- den van den Duitschen Rijksdag gevolg geven aan de uitnoodiging van graaf Zep pelin, om zijn nieuwe luchtschip aan het meer van Konstans te komen zien. Ook eenige loden van den Bond<n*aad Bluiten rich bij hen aan. Den 3den Juni zal vermoedelijk een bij zondere trein met het parlementaire reis gezelschap uit Berlijn vertrekken. "De badplaat Blackpool trekt geen onaardige verdienste uit de verhuring van standplaatsen voor tentjes aan hot strand. Van het jaar heeft de ge meente daarmede bijkans f 12,000 gemaakt. Vooral tentjes voor den verkoop van ijs betalen graag een goeden prijs voor een plaats; een verkoopster gaf er 850 voor. In Marseille duurt de staking van de zeelui, die by de marine zUn inge schreven, voort. De „Oxus", van de Messa- geries ?*arltinea,die Dinsdagochtend met de post naar Madagaskar had moeten vertrekke i, kon niet weg, daar de geheele bemanning van boord was geloopen. Behalve de „Oxus", liggen 40 andere booten zonder bemanning in do haven. Woensdag hebben sleohta twee stoom schepen de haven van Marseille kunnen verlaten. Het postbesbuur heeft maatrege len genomen, om de post door oorlogs vaartuigen te laten vervoeren. Uit Tou lon rijn met dat doel drie torpedo-jagers naar Marseille gezonden. Een er van is kort daarna met do post naar Algiers ver trokken. Maar de postpakketten (er liggen er alleen i8,000, die naar Algerië moeten) zijn te Marseille achtergebleven. Het stakende .zeevolk heeft een bijeen komst gehouden. Er waren omstreeks 2000 mannen bijeen. Zij besloten met algemeene stemmen, de staking voort te zetten totdat htm grieven zouden zijn weggenomen. Hun voornaamste grief betreft de toepassing van de wet op de Zondagsrust. De kapiteins van de groote va'art, de of ficieren de machinekamer en de kapi teins van de kustvaart hebben vergadbrd met do vertegenwoordigers van de stakende zeelui. De afgevaardigden der stakers stel den den scheepsofficieren voor, dat dezen een motie van solidariteit zouden aanne men. De kapiteins en Bcheepsofficieron hebben het voorstel in overweging genomen. Zij zullen geen beslissing nemen alvorens verschillende vakvereenigingon te raadple gen. Q3e Toulon denkt het bestuur van een der groote vereenigingen van ingeschreve nen bij de marine eveneens over het uit schrijven van een staking. In Duinkerken is het werk hervat. Te Rotterdam had een troep zigeuners, sterk 20 personen met 7 paar den en 8 woonwagens, een kamp opgesla gen op den 's-Gravenweg aldaar, nabij de grens der gemeente. Gisterochtend is de troep in de richting van Gouda vertrok ken, na aanzegging der politie te hebben ontvangen, dat zij te Rotterdam niet toe gelaten werden. Wa arschuwing. In hetbe- lang van een reëelen handel waarschuwt de Commissaris van Politie in de lilde afdeeling, bureau Meermansstraat, to Rot terdam, tegen Jan van der Wolf, 32 iaar, wonende Honingerdijk 102, aldaar. Alvorens met Van der Wolf relatiën aan te knoopen is höt zeer gewenscht informa tion in te winnen bij betrouwbare per sonen. Ondersckeidingateeken voor de rijksveldwacht. Gelijk reeds gemold zal door hot verbe nen van een onderscJioidingsteekeai blijk gegeven worden, dat langdurige en trouwe diensten bij het korps der rijksveldwacht door de Koningin op lioogen prijs worden gesteld. Aan het Koninklijk besluit tot re geling daarvan is het volgende ontleend: Aau alle beambten der rijksveldwacht, met uitzondering van de rijksveldwaoh- ters-recherclieurs, beneden den rang van distriotsoommandant, tevens inspecteur der rijtxsveldwadht, wordt na het volbrengen van eerlijken en trouwen dienst als zooda nig gedurende den tijd van vijf en twintig jaren, toegekend oen onderscheiding, be staande in ccn zilveren medaille, waarop aan de voorzijde on relief een kruis, zooda nig, dat van de vleugels daarvan do uit einden in den cirkelomtrek der medaille vallen. In bet hart van het kruis ia aangebracht het rijkswapen. Op het kruis staan de woorden: „voor trouwen dienst". De ach terzijde der medaille is gelijk de voorzijde, behoudens dat in plaats van het rijkswapen eon kunstletter W. is aangebracht. De me daille wordt gedragen aan een rood-wit- blauw lint, waarover twee oranjestrepen. Bij het verleenen van do medaille wordt aan den begiftigde tevens een brevet uitgereikt. De medaille kan na ontslag uit don dienst door den begiftigde behouden en gedragen worden. Het is den begiftigde vergund de medaille in verkleinden vorm te dragen. Apothekera-exameu. De Min. van Binnenlaudsche Zaken brengt ter kennis, dat in de maand Juni, en, zoo noodig, in de maand Juli o.k., te Leiden, Utrecht, Groningen en Amsterdam gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen van de practisohe examens van apotheker. Die examens zulleu aauvaugente Lei den op 21 Juni e.k.; te Utrecht op 15 Ju ni e.k.; te Groningen op 14 Juni e.k., en te Amsterdam op 8 Juli e.k. Zij die tot die examens wensoheu te wor den toegelaten, moeten daarvan, vóór 5 Juni e.k., schriftelijk opgave doen, indien rij te Amsterdam wensohen te worden ge ëxamineerd, en vóór 10 Juni indien rij Lei den, Utrecht of Groningen verkiezen, bij den voorzitter der examen-commissie, en wel: voor Leiden bij den hoogl. dr. L. van Itallië aldaar, voor Utrecht bij den hoogl. dr. N. Sdhoorl, aldaar, voor Groningen bij den hoogl. dr. 0. van Wisselingli, aldaar, en voor Amsterdam bij den hoogL dr. Ed. Verschaf feit, aldaar, met overlegging: van een uittreksel uit het geboortere gister of eenig ander dergelijk ambtelijk stuk, waaruit, ten genoegen van de exa- men-oommissie, hun namen en voornamen, alsmede de datum van hunne geboorte dui delijk blijken; van het getuigschrift waaruit blijkt, dat het theoretisch apothekersexamen met goed gevolg door hen i$ afgelegd, of, dat rij aan oene Ned. Universiteit den graad van doctoï in de artsenijberoidkunde hebben verkre gen of tot de promotie in dat vak zijn toegelaten. Door de examinandi moet wurden over gelegd het getuigschrift van apothekers assistent. Bovendien moet voor de toelating tot het tweede gedeelt-o door hen worden over gelegd de verklaring van een hier te lande bevoogd apotheker, dat zij, gedurendo ten minste óén jaar, nadat zij met goed ge volg het examen van apothekers-aasi-stent bobben afgelegd, de uitoefening der artse- nijbereidkuast, onder de leiding van zulk een bovoegde, gevolgd hebben. Ingeval niet beide gedeelten gelijktijdig met goed gevolg worden afgelegd, wordt aan hem die hij het eerste gedeelte vol daan heeft, hiervan een bewijs uitgereikt, tegen overlegging waarvan hij tot het tweede gedeelte afzonderlijk wordt toe gelaten. („vSt.-(V\> ALPHEN. Do ledenvergadering van „Hot Groene Kruis", afdeeling Alpfieu, Aarlanderveen L c. en Oudshoorn, was niet druk bezocht. Uit het verslag vau den twee den secretaris bleok, dat het materiaal zeer druk gebruikt wordt, het ledental be draagt 600. Ook do penningmeester deed rekening en verantwoording. De ontvang sten bedroegen in het afgeJoopen jaar f 1447.76$de uitgaven f 1015,541, zoodat e»- een batig saldo is van f 432.24. Een drietal leden zagen de rekeningen na, welke iu orde werden bevonden, terwijl den pen ningmeester dank werd gezegd voor zijn bo- heor. Een tweetal voorstellen werden ge daan voor de algemeene vergadering, ni. om do bijdrage der afdeelingen aan do al gemeene kas te bepalen op 5 pCt. der ont vangsten, in plaats van 12 pCt. en om de rente van het aanwezige kapitaal, noo het kan, een deel der bijdragen van de afdee- lingen, jaarlijks te besteden voor contribu tie aan de afdeelingen \oor bijzonder© werkzaamheden. Het materiaal was door do oornnrissie nagezien en in dc beste orde be vonden. Tot bestuurlid werd gekozen de lieer Joh. van Leeuwen, te Alphen, wegens het be danken van dr. De Graaf. Met een wooid van dank voor de opkomst sloot de voor zatter, dr G. van Waasborgen, de vergade ring. BODEGRAVEN. Het Leger des lleils zaï den Tweeden Pinksterdag op het land goed van den heer P. van Dam een grooten kampdag houden. Heilsofficieren en -sol daten uit verschillende plaatsen tullen optreden. Een muziekkorps zal spelen «n een zangbrigadto de nieuwste liederen doen hooren. Onze vroegere plaatsgenoot, de heer L. van Straalen, is benoemd als onderwij zor aan de openbare lagere school op Urk RIJNSBURG. De vastgestelde kiezers lijst bevat de namen van 663 kiezers voo. de Tweede Kamer, 550 voor de Provinciale Staten en 518 voor die van den Gemeente raad. VOORSCHOTEN. Voor do Vrijzinnig» Kiesvereeniging zal Donderdag 3 Juni als spreker optreden jhr. mr. G. A. Eliaa, oan- didoat der vrijzinnigen in het kieadietnofc Katwijk, met het onderwerp: „Do Poli tieke Toestand." WADDINGSVEEN Zekere M- V. had bij het baden in het Kanaal hot ongeluk plotseling weg te zinken, Ofsohoon ter stond hulp werd verleend, werd hij bewus teloos op het droge gebracht. De heer K. pasto de maatregelen toe, die noodig riju bij drenkelingen en had de voldoening na veel moeite do levensgeesten op te wek ken. Bij den dam wedstrijd, door de hiex bestaande damclub uitgeschreven, werd door het Utrechtsch Damgenootsohap do oorslo piijs, bestaande uit een gouden me daille, behaald met 29 punten, togen 21 van Waddingsveen en 10 van Gouda» De lieer Kruidering heeft den Ge meenteraad bericht, dat hij de benoe ming tot hoofd der openb. school aan d© Brug aanneemt en 1 Juli a.s. zijn betrek king hoopt te aanvaarden. „Uw wil geschiede 1" „Zcyen uur," verkondigt in dreunende sla gen de groote staande klok in hot zieken huis. De jonge vrouw in een der grijs geschil derde kamers telt slaapdronken do slagen der klokZeven uur. De nacht ia ten einde, de morgen is daar. Haat morgen» Een benauwde ademhaling verhoft haar barst. Aan de overzij, in do bovenlichtzaal, staat voor _haar reeds de glazen tafel ge reed en wachten daarnaast, onder witte doe- den, .4© blinkende instrumenten haar niet? Zij schuift het gordijn ter zijde. In het wozenlooze donker, dat als lood op haar drukt, meende zij te moeten stikken. Loer de niet in de duisternis rondom, haar reeds de dood? Nu wordt zij lichter, daar rij ten minste een afleiding voor oogen hooft. Buiten hangt nog een grauwe nacht De volle maan en een paar late sterren wenken troosteloos door de ruiten naar binnen» Doch ook zij verflauwen langzamerhand. Matblauw kleurt rich de hemeldan in langzamen overgang, geel en eindelijk grijs. Zwart Itoont zich het bergwoud, etompwit strekt zich de be sneeuwde weide aan zjja voet uit en (de villa's op de helling staren met ledige oogea in de ruimte. Dan echter stijgt een vaalrood© scheme ring in het Oosten op. Een voorbode der zon. Het daagt, en het leven ontwaakt. Achter de vensters in de verte twinkelen slaperig de eersto lichtjes, boven het huisje van den portier stijgt schroomvallig een rookwolkje in de stille morgenkilte omhoog en van de huiskapel maant het klokje. De eenzame vouwt de handen. „Onze Vader," bidt zo, „ons toekome Uw rijk, Uw wil geschiedeEen plotse linge schrik trilt door haar ziel: Gods 'wil! "Wat zou Hij haar bestemmen? Leven of dood? Met geweld schudt zij de vrees af. Zij. is nog jong en haar levenskrachten zijn Hog onverbruikt. Wel stond haar heden een zware beproeving te wachten, doch vele, vele heeft zij reeds vóór deze doorstaan en zich de yolle gezondheid gekocht. En toch, als nu bij haar de kunst des dokters faalde 1 Kalm, kalm, ook voor den dood is zij voorbereid. Ja, maar.... ster ven 1 O God, neen. De jeugd in haar verzet zich daartegen. Met een heftige beweging zoekt zij deze gedachte te verdrijven als een lastig insect. Weg toch piet de sombere vrees; waarom zich onnoodig te kwellen I Zij dwingt haar gedachten tot die onverschilligheid. M^ay de draden ontglippen haar vóór zij ze goed had kunnen opnemen. Een kwellende ver strooidheid is over haar geest gekomen. In rustlooie warreling jagen gedachten, herin neringen cm toekomstbeelden door haar her senen. Doet dit het slaapmiddel? Neen, de opwinding! Opwinding. Onzin! Waarom verontrust zij rich? Zij zal het toch overleven. Haar oögen zoeken het kruis beeld aan deai muur. Maar tot een werkelijk gebed is zij te verstrooid. Melodieën, ver zen en spreuken schieten haar in bonte men geling door het hoofd. Aan één houdt zij vast: „Werkt zoo lang het dag is. Er komt een 'nacht, waarin niemand werken kan." En daarmede valt op haar ziel weer de gewetenslast, die haar den vorigen dag had bezwaard. Zij had (hem vergeten, doch thans keerde hij met verdub belde zwaarte terug. Zij had verzuimd te werken, waar het haar hoogste en duurste plioht was ge weest. Verzuimd, te geven, en ook te ne men, aan dien stillen, ernstigen man, aan wiens zijde zij do beide korte jaren van haar huwelijk gevoelloos en gedachteloos had heen geleefd, niet er op lettende hoe zijn liefde naast haar smeekte. Hun wegen lagen zoo ver uiteen. Welke bruggen leid den van het verwende wereldkind naar den van de wereld afgecheiden geleerde, van de levenslustige jonge vrouw naar den ouderen, moeden man? De liefde had het kunnen zijn, doch haar ontbrak ze. Ter wille van het schitterende leven bad rij don bond gesloten. Dht leven vond ze en gaf daarvoor haar gevierde schoonheid, niet echter haar hart en ziel, en nog meende zij, dat rij -den niet-beminde een koninklijken prijs betaalde voor zijn rijk dom 1 Hij echter had het anders gehoopt, want zijn aanzoek was uit een reino, groote liefde ontsproten. Doch het was een be deesde, bloode liefde geweest, daar het grijze hoofd zich voor het jongo hart schaamde. Daarom waren aan de zijde der vrouw vele lieve tegemoetkomingen noo dig geweest om rijn late liefde de vrees voor de belachelijkheid te ontnemen en haar daarvoor het gevoel van zekerheid te geven. Doch .zij had niets gedaan om hem van smart en zielepijn te verlossen. Zelf zuchtig had rij hem aan zijn pijn overge laten, waarvan een goed woord, een vrien-* delijke aanmoediging hem had kunnen be vrijden. En thans wist zij, dat dit zware schuld was en een vergrijp tegen de heilig heid deT liefde. En ook, dat het dwaas heid was geweest het geluk te versmaden. Het afscheid gisteravond Ibad haar deze nieuwe wijsheid verkondigd. Zij was in haar bange stemming voor de eerste maal week en toegevend geworden. Hoe teeder had zij haar echtgenoot om helsd. Toen was de overmachtige dTang in hem opgekomen, dat hij haar zeggen moest, wat al die jaren in hem gewoeld en getobd, wat hij om harentwil zwijgend ge leden had. Hij berispte niet, hij klaagde haar niet aan, maar toch trof haar elk van rijn van smart trillende woorden als een steek. En vernietigend drong rich in haar de bekentenis barer nederigheid, harcr zondagheid op. Zij, die eens geen oogen voor zijn smart had gehad, die om zijn late liefde medelijdend had gelaohen, verstond hom thans met een diep voelend hart. En vol innig berouw bekende zij hem de groot heid van haar onrecht. Van waar komt haar deze verandering! Had do nadering van don dood haar hel derziend gemaakt? Neen, neen, dat is hot niet. De dood mag haar nu niet naderen, nog niet. Hoe zal zij met doze sohuld op dio ziel ooit rust vinden, als zij zo hier beneden niet meer uitboeten kon I Vertwijfeld wringt zij de handen: God, straf mij niet zoo hard I Laat mij leven, om te verzoenen, om mij mijn ziel schoon te wa8schen door verdubbelde liefde 1 En leven ook, om liefde te genieten, orn ge lukkig te zijn. Doch daar staat voor haar het onverbid delijke woord: Wat gij in de minuten hebt verzuimd, bren<gt geen eeuwigheid terug. Doch er rijn er toch, wien het vergund! wordt het verzuimde hier benefin nog te vergoeden. Zacht omruischt de vleugelslag der hoop weder het jongo leven. En nn werd haar eensklaps duidelijk waarom haar doze vreeselijke uren rijn gezonden. Zij moet in het vuur van 'net lijden tot een nieuw mensch gelouterd worden. Je too moet het rijn. Verlicht ademt rij, daar rij de beteekenis dezer zware beproeving meent begrepen te hebben. En rij wil de 1«* be nutten. Dat zweert rij, «net da beet©, hei ligste voornemens. (Slot folgt»)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 5