No. 1S113.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag: 29 Mei.
Anno 1909.
Oflicieele Kennisgeving.
Als de maaier komt om te oogsten.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
Verkiezing:.
Do Burgemeester der gemeente Beiden.
Gelet oi> artikel 129 der Kieswet en. op
de beschikking van den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken van den 19e®. April LL
no. 3950 Af deeling B. B.
Brengt ter kennis van de kiesgerechtigden:
dat de verkiezing (candidaatetellingï van
een lid van de Tweede Kamer der Staten
Generaal in het kiesdistrict Leiden zal plaats
hebben op Dinsdag 1 Juni a.s.» de stem
ming, zoo die noodig mocht blijken, op V r ij-
dag 11 Juni e.k., en de herstemming, zoo
uoodig, Op Woensdag 23 Juni d.a.v.
dat.op den dag der verkiezing (1 Juni) ter
Secretarie dezer gemeente, bij hem, Burge
meester, van des voormiddags negen tot
des namiddags vier uren opgaven van
candidaten kunnen worden ingeleverd;
dat deze opgaven moeten inhouden den
naam, de voorletters en de woonplaats van
den candid&at en onderteekend zijn door ten
•joinslo veertig kiezers, bevoegd tot deel
neming aan de verkiezing, waarvoor de inle
vering geschiedt;
dat do inlevering der opgaven persoonlijk
Inoet geschieden door een of meer personen,
ïio haar hebben ondcfteckend en dat d$ tot
invulling bestemde formulieren voor deze
apgaven kosteloos ter Secretarie verkrijgbaar
fijn vanaf hod en tot en met den dag der ver
kiezing.
De Burgemeester voornoemd*
DE RIDDER.
Leiden, den llden Mei 1909.
"Vaccine.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
brengen ter algemeene kennis, dat ->p
Dinsdag 16 Maart s. en tot na
dere aankondiging des Dinsdags
Van elke week telkens des namid-
<dags te 2 uren in het Elisabeth s-
h o f aan de Oude Vest, gelegenheid zal
frorden gegeven tot kostelooze inenting van
en- en minvermogenden, wordende tevens
ian belanghebbenden herinnerd, dat zij
ilechts worden toegelaten op vertoon van
win bewijs hunner geboorte-inschrijving.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 10 Maart 1900.
't Zijn wondervolle verhalen, die tot ons
gekomen zijn over de eerste prediking van
die verheven ze Moer, die wij, niet zondereen
klein "beetje zelfverheffing, gewoon zijn „de
onze" te noemen.
Over dat „wondervolle" willen we nu niet
gaan spreken; want dan zouden wij moeten
aanvangen met de belijdenis onzer onwe
tendheid, en wanneer die onwetendheid in
wetenschap kon worden omgezet, dan zou
waarschijnlijk alle verwondering ophouden.
Maar één ding is toch zeker: we behoe
ven er ons volstrekt niet over te verbazen
dat oen zóó reino leer, zóó eenvoudig voor
gedragen, terstond vele aanhangers moest
Vinden in pen wereld, eenerzijds zoo wuft,
anderzijds zoo verdorven; in een wereld
Waarin zoo velen angstvallig vasthielden
>an den vormendienst en waarin vele an
deren reeds lang met de oude godsdienst
vormen hadden gebroken, zonder evenwel
jaiouwe te hebben gevonden.
De geschiedenis zegt, dat op den eersten
dag van het Schoon3 feest, waarop Israël
Idankte voor den oogst en zijn wetgeving
herdacht, op den eersten dag der openlijke
apostolische prediking bijna drie druizend
Jnenschen het nieuwe beginsel beleden.
Een groot getal voorwaar, dat we reeds
groot zouden noemen, al waren de duizen
den ook honderden of tientallen geweest.
En ware dan de prediking der verhevene te
Redeleer, die ooit do wereld vernam, op de
zelfde wijze voortgezet, om steeds denzelf
den oogst aan te wijzen, dan zou het oude
Vn toch altijd nieuwe Pinksterfeest nog
heerlijker gedachten bij ons hebben opge
dekt, dan nu het geval is.
Want, het is een voor het mensohdom,
beschamend feit, dat de oogst der predi
king altijd minder gezocht werd op den
ïeinen bodem der gemoedelijke overtuiging,
dan op het onzuiver terrein van staatkun
dige berekening en dweepzucht. Hoe kan
ieen leer ware en rijke vruchten dragen,
die te Vuur en te zwaard wordt verbreid?
Immers, wel beschouwd, is er maar één
prediking mogelijk, één wijze om de gedachte
van den grooten Meester te vertolken.
Welke?
De geschiedenis verhaalt dat, toen de
apostelen het doei van hun schoon maar
moeitevol leven hadden bereikt, het zaad
van het Christendom reeds door het geheele
Romeinsche rijk was verbreid; dat Johan
nes, des Meesters meest geliefde leerling,
de anderen overleefde en het voorrecht ge
noot, den grond der Christelijke kerk on
wankelbaar gelegd ie zien. Als een bijna
honderdjarige grijsaard verkondigde hij nog
het woord, en toen zijn tong reeds te zwak
was om nog een lange voordracht te Üoen,
toen liet hij zich dragen op een stoel onder
hot volk, en drukte de gansche leer van
zijn geliefden Meester uit in deze woorden:
„Kinderkens, hebt elkander lief."
Dit woord van Johannes is niet alleen
de kern der Christelijke leer, het is tevens
de kern voor de leer der ware menschelijk-
heicL Misschien moet het daaraan worden
toegeschreven, dat het betrekkelijk zoo wei
nig ingang kon vinden en dat allengs de
wereld overstroomd werd door een naam-
Christendom, waaraan de ware menschelijk-
heid niet ten grondslag was gelegd. De vxee-
eelijke vervolgingen van een Nero zullen
aan het Christendom hier bedoeld in
den zin van hooger levensbeginsel zeker
niet zooveel kwaad hebben gedaan als de
overgang van Konstantijn, bijgenaamd de
Grootc, die een dwingeland was in den
slechts ten zin van het woord en daarom
eon Chrietelijken Staat schiep, omdat hij het
best zijn rekening vond bij een volgzame
geestelijkheid, die het volk tot blinde ge
hoorzaamheid wist te leiden.
Aan deze en al dergelijk© feiten, aan de
bekeering, zoogenaamd, van gansche vol
ken, door geweld, ontbrak juist die gezonde
kern, die wij in Johannes' woorden vinden.
En toch zijn het die feiten, die de ge
daante der wereld hebben veranderd en de
richting van het monschdom bepaald I
Moeten we ons dan verbazen over den
geestestoestand van het Christendom, ook
nog in onze dagen? Integendeel, or is dui
zendmaal meer reden om zich te v e r b 1 ij-
den.
Ja, wij verblijden er ons over dat, ondanks
al het gebeurde, de gezonde kern tot dusver
gaaf on rein is bewaard gebleven en werkt
als oen zaad, op bescheiden wijze uitge
strooid, in stilte verzorgd en leidende tot
oen matigen oogst.
In waarheid is de geschiedenis der wereld
in deze geen andere dan die van het mensche-
lijk hart; misschien beter gezegd, van den
mensoh-zelf. Ook de mensch neemt het be
ginsel van het goede vaak aan omdat hij
er zijn rekening bij vindt, of omdat anderen
op dezelfde wijze handelen; piet steeds om
dat hét hart zich wenscht te laven non de
bron waaruit het goede voortkomt, het in
zich pp te nemon en het te verwerken naar
zijn oisch en bestemming.
Nog altijd rijst een berg van theologische
twisten on diepzinnige vraagstukken op voor
het oog der wereld, di© zich aan het sohouw-
spel vergaapt en dieden nederigen grijs
aard over het hoofd ziet, aan den voet
van dien berg gezeten, en die 'ddir rijn
heerlijk: „Kinderkens, hebt elkander lief'
prevelt l
Pinksteren, gij heerlijk zomerfeest, gij be
paalt onze gedachten bij de inzameling der
vruchten.
Maar de rijkste levensvrucht zal gevon
den worden op den akker dar liefde,
als de maaier komt om te oogsten.
NEMO.
Gisteravond is te Almeloo
op het stationsemplacement bij het ran
ges rem van een goederentrein der
H. IJ.-S.-M- de rangeerder G. H., wo
nende to Stad-Almeloo, doordat hij uit
gleed, tuBSchan de buffers van dien trein
geraakt. De man was onmiddellijk dood.
Hij laat een weduwe met 3 kinderen na.
Te Rheindorf zijn eergiefcer-
avond door do electrisahe leidingen, dio
vlammen van rich gaven, eonige brandjes
ontstaan. Ze konden alle door de brand
weer g-e'olusdht worden. Maar het onge
val, waarvan de oorzaak nog niet werd
opgespoord, had nog een ander gevolg.
De steenfabrikant Neukiroh, die ook rijn
buis door vlammen bedreigd rag, wou den
geleiddr&ad naar beneden balen. Hierbij
kwam hij in aanraking met den draad,
waaraan hij Weef hangen. Vijftien per
sonen die deai heer Neukiroh te hulp
snelden, vielen als door den bliksem ge
troffen tegen den grond, maar werden
niet ernstig gewond. De heer Neukiroh
zelf, die 10 minuten aan den draad han
gen bleef, kreeg echter vreeselijke won
den. Hij werd naar een ziekenhuis ge
bracht.
In het Sohneeldoh bij den
Bloksberg, is Woensdagnacht omstreeks
een uur een heer door dris schoten van
struikroovers zwaar gekwetst en van het
geld, dat hij bdj rich had, 1300 xnk., be
roofd
De vorst van Sohaumburg-
Lippo heeft rijn Hongaaréohe bezittingen
Veroecse en Sziatina voor 40i millioen
Oostenrijksohe kronen aan een Fransohe
groap, waaraan de „Banque de Paris et
des Pays Bas" deelneemt, verkocht
„Central Now a" verneemt uit
"Weenen het volgende:
Seragewo verkeert in groote opschud
ding over een moord, die bedreven is
door een Mohammedaanschen geestelijke,
een zekeren Ham do Oroeo. Dezo had een
Turksohen koopman, genaamd Moestaia
Patkowits, wijs gemaakt dat er ergens in
de bergen niet ver van de stad een sohat
verborgen lag en hij stelde den Turk voor
's nachts naar de bergen to gaan om den
schat te graven. De plok, zoo zeide de
geestelijke, was alleen hem en zijn vrouw
bekend. De koopman liet zich verleiden
met Ham do Ovoïo mee te gaan, met mo
deneming van een som gelds, waartoe hem
de geestelijke onder een of ander voor
wendsel had weten over te halen. Patko-
wits werd echter door den geestelijke ver
raderlijk vermoord en beroofd van zijn
geld. Toen die zaak uitkwam, vluchtte
Hamdo Oroeo op Turksch grondgebied,
maar hij is gevat en heeft reeds bekend.
De raad van tuolit der pos
terijen heeft gisteren weer een bijeenkomst
gehouden. Een tiental beambten was op
geroepen om zich voor den raad wegens
insubordinatie of wegens staking van den
dienst te verantwoorden. Slechts twee van
de opgeroepenen waren vorschenen.
De raad van tucht heeft het advies ge
geven, alle opgeroepen beambten te ont
slaan, zoowei de afwezigen als de aanwe
zigen.
In het geheel zullen 130 1 e-
den van den Duitschen Rijksdag gevolg
geven aan de uitnoodiging van graaf Zep
pelin, om zijn nieuwe luchtschip aan het
meer van Konstans te komen zien. Ook
eenige loden van den Bond<n*aad Bluiten
rich bij hen aan.
Den 3den Juni zal vermoedelijk een bij
zondere trein met het parlementaire reis
gezelschap uit Berlijn vertrekken.
"De badplaat Blackpool
trekt geen onaardige verdienste uit de
verhuring van standplaatsen voor tentjes
aan hot strand. Van het jaar heeft de ge
meente daarmede bijkans f 12,000 gemaakt.
Vooral tentjes voor den verkoop van ijs
betalen graag een goeden prijs voor een
plaats; een verkoopster gaf er 850 voor.
In Marseille duurt de staking
van de zeelui, die by de marine zUn inge
schreven, voort. De „Oxus", van de Messa-
geries ?*arltinea,die Dinsdagochtend met de post
naar Madagaskar had moeten vertrekke i, kon
niet weg, daar de geheele bemanning van boord
was geloopen. Behalve de „Oxus", liggen 40
andere booten zonder bemanning in do haven.
Woensdag hebben sleohta twee stoom
schepen de haven van Marseille kunnen
verlaten. Het postbesbuur heeft maatrege
len genomen, om de post door oorlogs
vaartuigen te laten vervoeren. Uit Tou
lon rijn met dat doel drie torpedo-jagers
naar Marseille gezonden. Een er van is
kort daarna met do post naar Algiers ver
trokken. Maar de postpakketten (er liggen
er alleen i8,000, die naar Algerië moeten)
zijn te Marseille achtergebleven.
Het stakende .zeevolk heeft een bijeen
komst gehouden. Er waren omstreeks 2000
mannen bijeen. Zij besloten met algemeene
stemmen, de staking voort te zetten totdat
htm grieven zouden zijn weggenomen. Hun
voornaamste grief betreft de toepassing
van de wet op de Zondagsrust.
De kapiteins van de groote va'art, de of
ficieren de machinekamer en de kapi
teins van de kustvaart hebben vergadbrd
met do vertegenwoordigers van de stakende
zeelui. De afgevaardigden der stakers stel
den den scheepsofficieren voor, dat dezen
een motie van solidariteit zouden aanne
men. De kapiteins en Bcheepsofficieron
hebben het voorstel in overweging genomen.
Zij zullen geen beslissing nemen alvorens
verschillende vakvereenigingon te raadple
gen.
Q3e Toulon denkt het bestuur van een
der groote vereenigingen van ingeschreve
nen bij de marine eveneens over het uit
schrijven van een staking.
In Duinkerken is het werk hervat.
Te Rotterdam had een troep
zigeuners, sterk 20 personen met 7 paar
den en 8 woonwagens, een kamp opgesla
gen op den 's-Gravenweg aldaar, nabij de
grens der gemeente. Gisterochtend is de
troep in de richting van Gouda vertrok
ken, na aanzegging der politie te hebben
ontvangen, dat zij te Rotterdam niet toe
gelaten werden.
Wa arschuwing. In hetbe-
lang van een reëelen handel waarschuwt
de Commissaris van Politie in de lilde
afdeeling, bureau Meermansstraat, to Rot
terdam, tegen Jan van der Wolf, 32 iaar,
wonende Honingerdijk 102, aldaar.
Alvorens met Van der Wolf relatiën aan
te knoopen is höt zeer gewenscht informa
tion in te winnen bij betrouwbare per
sonen.
Ondersckeidingateeken voor de
rijksveldwacht.
Gelijk reeds gemold zal door hot verbe
nen van een onderscJioidingsteekeai blijk
gegeven worden, dat langdurige en trouwe
diensten bij het korps der rijksveldwacht
door de Koningin op lioogen prijs worden
gesteld. Aan het Koninklijk besluit tot re
geling daarvan is het volgende ontleend:
Aau alle beambten der rijksveldwacht,
met uitzondering van de rijksveldwaoh-
ters-recherclieurs, beneden den rang van
distriotsoommandant, tevens inspecteur der
rijtxsveldwadht, wordt na het volbrengen
van eerlijken en trouwen dienst als zooda
nig gedurende den tijd van vijf en twintig
jaren, toegekend oen onderscheiding, be
staande in ccn zilveren medaille, waarop
aan de voorzijde on relief een kruis, zooda
nig, dat van de vleugels daarvan do uit
einden in den cirkelomtrek der medaille
vallen.
In bet hart van het kruis ia aangebracht
het rijkswapen. Op het kruis staan de
woorden: „voor trouwen dienst". De ach
terzijde der medaille is gelijk de voorzijde,
behoudens dat in plaats van het rijkswapen
eon kunstletter W. is aangebracht. De me
daille wordt gedragen aan een rood-wit-
blauw lint, waarover twee oranjestrepen.
Bij het verleenen van do medaille wordt aan
den begiftigde tevens een brevet uitgereikt.
De medaille kan na ontslag uit don dienst
door den begiftigde behouden en gedragen
worden. Het is den begiftigde vergund de
medaille in verkleinden vorm te dragen.
Apothekera-exameu.
De Min. van Binnenlaudsche Zaken
brengt ter kennis, dat in de maand Juni,
en, zoo noodig, in de maand Juli o.k., te
Leiden, Utrecht, Groningen en Amsterdam
gelegenheid zal worden gegeven tot het
afleggen van de practisohe examens van
apotheker.
Die examens zulleu aauvaugente Lei
den op 21 Juni e.k.; te Utrecht op 15 Ju
ni e.k.; te Groningen op 14 Juni e.k., en
te Amsterdam op 8 Juli e.k.
Zij die tot die examens wensoheu te wor
den toegelaten, moeten daarvan, vóór 5
Juni e.k., schriftelijk opgave doen, indien
rij te Amsterdam wensohen te worden ge
ëxamineerd, en vóór 10 Juni indien rij Lei
den, Utrecht of Groningen verkiezen, bij
den voorzitter der examen-commissie, en
wel: voor Leiden bij den hoogl. dr. L. van
Itallië aldaar, voor Utrecht bij den hoogl.
dr. N. Sdhoorl, aldaar, voor Groningen bij
den hoogl. dr. 0. van Wisselingli, aldaar,
en voor Amsterdam bij den hoogL dr. Ed.
Verschaf feit, aldaar, met overlegging:
van een uittreksel uit het geboortere
gister of eenig ander dergelijk ambtelijk
stuk, waaruit, ten genoegen van de exa-
men-oommissie, hun namen en voornamen,
alsmede de datum van hunne geboorte dui
delijk blijken;
van het getuigschrift waaruit blijkt, dat
het theoretisch apothekersexamen met goed
gevolg door hen i$ afgelegd, of, dat rij aan
oene Ned. Universiteit den graad van doctoï
in de artsenijberoidkunde hebben verkre
gen of tot de promotie in dat vak zijn
toegelaten.
Door de examinandi moet wurden over
gelegd het getuigschrift van apothekers
assistent.
Bovendien moet voor de toelating tot
het tweede gedeelt-o door hen worden over
gelegd de verklaring van een hier te lande
bevoogd apotheker, dat zij, gedurendo ten
minste óén jaar, nadat zij met goed ge
volg het examen van apothekers-aasi-stent
bobben afgelegd, de uitoefening der artse-
nijbereidkuast, onder de leiding van zulk
een bovoegde, gevolgd hebben.
Ingeval niet beide gedeelten gelijktijdig
met goed gevolg worden afgelegd, wordt
aan hem die hij het eerste gedeelte vol
daan heeft, hiervan een bewijs uitgereikt,
tegen overlegging waarvan hij tot het
tweede gedeelte afzonderlijk wordt toe
gelaten. („vSt.-(V\>
ALPHEN. Do ledenvergadering van
„Hot Groene Kruis", afdeeling Alpfieu,
Aarlanderveen L c. en Oudshoorn, was niet
druk bezocht. Uit het verslag vau den twee
den secretaris bleok, dat het materiaal
zeer druk gebruikt wordt, het ledental be
draagt 600. Ook do penningmeester deed
rekening en verantwoording. De ontvang
sten bedroegen in het afgeJoopen jaar
f 1447.76$de uitgaven f 1015,541, zoodat e»-
een batig saldo is van f 432.24. Een drietal
leden zagen de rekeningen na, welke iu
orde werden bevonden, terwijl den pen
ningmeester dank werd gezegd voor zijn bo-
heor. Een tweetal voorstellen werden ge
daan voor de algemeene vergadering, ni.
om do bijdrage der afdeelingen aan do al
gemeene kas te bepalen op 5 pCt. der ont
vangsten, in plaats van 12 pCt. en om de
rente van het aanwezige kapitaal, noo het
kan, een deel der bijdragen van de afdee-
lingen, jaarlijks te besteden voor contribu
tie aan de afdeelingen \oor bijzonder©
werkzaamheden. Het materiaal was door do
oornnrissie nagezien en in dc beste orde be
vonden.
Tot bestuurlid werd gekozen de lieer Joh.
van Leeuwen, te Alphen, wegens het be
danken van dr. De Graaf. Met een wooid
van dank voor de opkomst sloot de voor
zatter, dr G. van Waasborgen, de vergade
ring.
BODEGRAVEN. Het Leger des lleils
zaï den Tweeden Pinksterdag op het land
goed van den heer P. van Dam een grooten
kampdag houden. Heilsofficieren en -sol
daten uit verschillende plaatsen tullen
optreden. Een muziekkorps zal spelen «n
een zangbrigadto de nieuwste liederen
doen hooren.
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer
L. van Straalen, is benoemd als onderwij
zor aan de openbare lagere school op
Urk
RIJNSBURG. De vastgestelde kiezers
lijst bevat de namen van 663 kiezers voo.
de Tweede Kamer, 550 voor de Provinciale
Staten en 518 voor die van den Gemeente
raad.
VOORSCHOTEN. Voor do Vrijzinnig»
Kiesvereeniging zal Donderdag 3 Juni als
spreker optreden jhr. mr. G. A. Eliaa, oan-
didoat der vrijzinnigen in het kieadietnofc
Katwijk, met het onderwerp: „Do Poli
tieke Toestand."
WADDINGSVEEN Zekere M- V. had
bij het baden in het Kanaal hot ongeluk
plotseling weg te zinken, Ofsohoon ter
stond hulp werd verleend, werd hij bewus
teloos op het droge gebracht. De heer K.
pasto de maatregelen toe, die noodig riju
bij drenkelingen en had de voldoening na
veel moeite do levensgeesten op te wek
ken.
Bij den dam wedstrijd, door de hiex
bestaande damclub uitgeschreven, werd
door het Utrechtsch Damgenootsohap do
oorslo piijs, bestaande uit een gouden me
daille, behaald met 29 punten, togen 21
van Waddingsveen en 10 van Gouda»
De lieer Kruidering heeft den Ge
meenteraad bericht, dat hij de benoe
ming tot hoofd der openb. school aan d©
Brug aanneemt en 1 Juli a.s. zijn betrek
king hoopt te aanvaarden.
„Uw wil geschiede 1"
„Zcyen uur," verkondigt in dreunende sla
gen de groote staande klok in hot zieken
huis.
De jonge vrouw in een der grijs geschil
derde kamers telt slaapdronken do slagen
der klokZeven uur. De nacht ia ten
einde, de morgen is daar. Haat morgen»
Een benauwde ademhaling verhoft haar
barst. Aan de overzij, in do bovenlichtzaal,
staat voor _haar reeds de glazen tafel ge
reed en wachten daarnaast, onder witte doe-
den, .4© blinkende instrumenten haar niet?
Zij schuift het gordijn ter zijde. In het
wozenlooze donker, dat als lood op haar
drukt, meende zij te moeten stikken. Loer
de niet in de duisternis rondom, haar reeds
de dood?
Nu wordt zij lichter, daar rij ten minste
een afleiding voor oogen hooft. Buiten hangt
nog een grauwe nacht De volle maan en
een paar late sterren wenken troosteloos
door de ruiten naar binnen» Doch ook zij
verflauwen langzamerhand. Matblauw kleurt
rich de hemeldan in langzamen overgang,
geel en eindelijk grijs. Zwart Itoont zich het
bergwoud, etompwit strekt zich de be
sneeuwde weide aan zjja voet uit en (de
villa's op de helling staren met ledige oogea
in de ruimte.
Dan echter stijgt een vaalrood© scheme
ring in het Oosten op. Een voorbode der
zon. Het daagt, en het leven ontwaakt.
Achter de vensters in de verte twinkelen
slaperig de eersto lichtjes, boven het huisje
van den portier stijgt schroomvallig een
rookwolkje in de stille morgenkilte omhoog
en van de huiskapel maant het klokje. De
eenzame vouwt de handen.
„Onze Vader," bidt zo, „ons toekome Uw
rijk, Uw wil geschiedeEen plotse
linge schrik trilt door haar ziel: Gods 'wil!
"Wat zou Hij haar bestemmen? Leven of
dood?
Met geweld schudt zij de vrees af. Zij.
is nog jong en haar levenskrachten zijn Hog
onverbruikt. Wel stond haar heden een zware
beproeving te wachten, doch vele, vele
heeft zij reeds vóór deze doorstaan en zich
de yolle gezondheid gekocht.
En toch, als nu bij haar de kunst des
dokters faalde 1 Kalm, kalm, ook voor den
dood is zij voorbereid. Ja, maar.... ster
ven 1 O God, neen. De jeugd in haar verzet
zich daartegen.
Met een heftige beweging zoekt zij deze
gedachte te verdrijven als een lastig insect.
Weg toch piet de sombere vrees; waarom
zich onnoodig te kwellen I Zij dwingt haar
gedachten tot die onverschilligheid. M^ay
de draden ontglippen haar vóór zij ze goed
had kunnen opnemen. Een kwellende ver
strooidheid is over haar geest gekomen. In
rustlooie warreling jagen gedachten, herin
neringen cm toekomstbeelden door haar her
senen. Doet dit het slaapmiddel?
Neen, de opwinding! Opwinding. Onzin!
Waarom verontrust zij rich? Zij zal het
toch overleven. Haar oögen zoeken het kruis
beeld aan deai muur. Maar tot een werkelijk
gebed is zij te verstrooid. Melodieën, ver
zen en spreuken schieten haar in bonte men
geling door het hoofd.
Aan één houdt zij vast: „Werkt zoo
lang het dag is. Er komt een 'nacht, waarin
niemand werken kan." En daarmede valt
op haar ziel weer de gewetenslast, die haar
den vorigen dag had bezwaard. Zij had (hem
vergeten, doch thans keerde hij met verdub
belde zwaarte terug.
Zij had verzuimd te werken, waar het
haar hoogste en duurste plioht was ge
weest. Verzuimd, te geven, en ook te ne
men, aan dien stillen, ernstigen man, aan
wiens zijde zij do beide korte jaren van
haar huwelijk gevoelloos en gedachteloos
had heen geleefd, niet er op lettende hoe
zijn liefde naast haar smeekte. Hun wegen
lagen zoo ver uiteen. Welke bruggen leid
den van het verwende wereldkind naar
den van de wereld afgecheiden geleerde,
van de levenslustige jonge vrouw naar den
ouderen, moeden man? De liefde had het
kunnen zijn, doch haar ontbrak ze. Ter
wille van het schitterende leven bad rij
don bond gesloten. Dht leven vond ze en
gaf daarvoor haar gevierde schoonheid,
niet echter haar hart en ziel, en nog
meende zij, dat rij -den niet-beminde een
koninklijken prijs betaalde voor zijn rijk
dom 1
Hij echter had het anders gehoopt, want
zijn aanzoek was uit een reino, groote
liefde ontsproten. Doch het was een be
deesde, bloode liefde geweest, daar het
grijze hoofd zich voor het jongo hart
schaamde. Daarom waren aan de zijde der
vrouw vele lieve tegemoetkomingen noo
dig geweest om rijn late liefde de vrees
voor de belachelijkheid te ontnemen en
haar daarvoor het gevoel van zekerheid te
geven. Doch .zij had niets gedaan om hem
van smart en zielepijn te verlossen. Zelf
zuchtig had rij hem aan zijn pijn overge
laten, waarvan een goed woord, een vrien-*
delijke aanmoediging hem had kunnen be
vrijden. En thans wist zij, dat dit zware
schuld was en een vergrijp tegen de heilig
heid deT liefde. En ook, dat het dwaas
heid was geweest het geluk te versmaden.
Het afscheid gisteravond Ibad haar deze
nieuwe wijsheid verkondigd. Zij was in
haar bange stemming voor de eerste maal
week en toegevend geworden.
Hoe teeder had zij haar echtgenoot om
helsd. Toen was de overmachtige dTang in
hem opgekomen, dat hij haar zeggen
moest, wat al die jaren in hem gewoeld en
getobd, wat hij om harentwil zwijgend ge
leden had. Hij berispte niet, hij klaagde
haar niet aan, maar toch trof haar elk van
rijn van smart trillende woorden als een
steek. En vernietigend drong rich in haar
de bekentenis barer nederigheid, harcr
zondagheid op. Zij, die eens geen oogen
voor zijn smart had gehad, die om zijn late
liefde medelijdend had gelaohen, verstond
hom thans met een diep voelend hart. En
vol innig berouw bekende zij hem de groot
heid van haar onrecht.
Van waar komt haar deze verandering!
Had do nadering van don dood haar hel
derziend gemaakt? Neen, neen, dat is hot
niet. De dood mag haar nu niet naderen,
nog niet. Hoe zal zij met doze sohuld op dio
ziel ooit rust vinden, als zij zo hier beneden
niet meer uitboeten kon I
Vertwijfeld wringt zij de handen: God,
straf mij niet zoo hard I Laat mij leven,
om te verzoenen, om mij mijn ziel schoon
te wa8schen door verdubbelde liefde 1 En
leven ook, om liefde te genieten, orn ge
lukkig te zijn.
Doch daar staat voor haar het onverbid
delijke woord: Wat gij in de minuten hebt
verzuimd, bren<gt geen eeuwigheid terug.
Doch er rijn er toch, wien het vergund!
wordt het verzuimde hier benefin nog te
vergoeden. Zacht omruischt de vleugelslag
der hoop weder het jongo leven. En nn
werd haar eensklaps duidelijk waarom haar
doze vreeselijke uren rijn gezonden. Zij
moet in het vuur van 'net lijden tot een
nieuw mensch gelouterd worden. Je too
moet het rijn. Verlicht ademt rij, daar rij
de beteekenis dezer zware beproeving meent
begrepen te hebben. En rij wil de 1«* be
nutten. Dat zweert rij, «net da beet©, hei
ligste voornemens. (Slot folgt»)