Finksterbloemzingen. In verschillende streken van ons land bestond de gewoonte dat kinderen met Pinksteren ringende rondtrekken en aal- moeren zamelen; de manier, waarop dïfc zoogenaamde Pinksterbloem-zingen plaate vond, is in verschillende deelen des landa nogal uiteenioopendin het begin dezer eeuw werd te Amsterdam de Pinksterbloem voorgesteld door een klein meisje, in een open kinderwagen rittend of liggend, zij en bet wdgentje versierd met gekleurde papdei'en en bloemenu E enige grootere meisjes, soms ook wel een vrouw, verge zelden en omringden het wagentje, vcor elk huis stilhoudende en eenige Pinkster- fcedjee zingende of opdreunende, tevena met een schaal of schoteltje geld ophalen de. Het gebruik was reeds van ouden datum en wijl het aanleiding gaf tot be- delarij en afpersing, reeds in 1612 te Am- sterdam, in 1646 te Enkhuizen, in 1635 in Kennemerland verboden. Te Schermer- horn in het echter steeds onvervalscht in zwang' gebleven; daar zijn het geble ven giften of bijdragen, die vrijwillig .worden uitgereikt aan de bloem van het dorp: meisjes, die in vroegere tijden op Pinksteren als bruiden van de Kerk werden aangenomen en die giften ontvingen om feest te vieren. - Do liedjes echter, welke bij die gelegen heden gezongen werden, zijn grootcndeels Verloren gegaan; een paar slechts kon men terugvinden: o. a. dit üroenloosoh Pinksterliedje: De Pinksterbruid, Die gaat vooruit, Haar voetjes willen niet hooren, En als ze dan niet hooren wil, Dan gaat de bruid verloren. In Overijsel wordt de Pinksterbruid Pinksterbroete genoemd; daar zingt men: „Dao kum' wie met den Pinksterbroet oan, We kumt maer ienmoal Len 't jaar, Aol, die ons nie gieven wol Den kan ons laoten BtaonI" In Brabant (Heeswijk en St.-Oedenrode) heeft het gebruik ook lang stand gehou den; het geschiedde daar echter niet troepsgewijzedaar ging één meisje, in het wit gekleed, d. i. door een hemd over haar kleeding te trekken, met allerlei bont papier beplakt, de huizen rond, aldus zingendef Hier i® die sohoone vierpinksterblom, 'Waar komt zij af gegangen, Met eenen rozenkrans om haar hoofd Met twee geblazen wangen Mooi meisje, als ge niet deugen wilt Zal ik U gaan verkoop en; En brengen U voor de spelmakersdaur, En laten het velleken stroopen. Graf maak het mij En maak het graf wat wijder, Daar zal een koningeche dochter komen liggen Met een klein kind ter zijde Keer U nog eens om, Pinkzterblom Een stuiver of een halvs in de kom. Zooals men ziet: recht duidelijk b de tnhoud van het verhaal niet precies. Dat de Pinksterbloem onder het getal der gewijde bloemen behoord heeft, leiden wij daaruit af, dat jougedochters in Gel derland zich daarmede sierden op den Pinksterdag. De Duitsohe Pfingstritt, het Pfingstsohieseen, het Pfingötbier en onze Pinksterfeesten, gelijk vooral ook St.- iansdas-midzomer, beschouwen wij als de overblijfselen van de vroegere Baldr's- of Midzomer-feesten. Geen feesten weiden, boo het sohijnt, in het noorden en in geheel Duitsohland met meerdere luidruchtigheid gevierd; de St.-Jansfeesten, de Pinkster- mannen, de Pinksterbloemen, het dauw- trappen en misschien ook op sommige plaatsen de Pinksterbieren leveren van dat alles nog sporen op. De Pinkstormannon werden in Gelder land in den Pinksternacht aan huwbare jongedochters gebracht en hoag op de da ken of aan hooibergposton vastgebonden tot spot van haar, die van het vroegere boonenfeeet af en door het vroolijke Mei feest heen, nog geen vrijer hadden beko men. In Koevorden ie ook nog een aardige kindergowoomte op Eersten Pinksterdag in zwang; het is daar nL gebruik, dat door de kinderen der landbouwende inge zetenen i ede ren morgen de melkgevende koeien naar de algemeens weide gebracht eon des avonds door den algemeenen her der aan den ingang der weide terugge haald worden. De eerste algemeene iu- drijving in de weide heeft plaats op den lsten Mei, an, zoodra da Eerete Pinkster dag daar is verzamelen zich de kinderen c van beider geslacht op dien morgen aan den der weide en letten op, welk beest het laatst van den stal is gekomen en de weide binnentreedt. Deze koe is bet voorwerp van het feest der kinderen; zonder echter verder iets met haar uit te voeren, gaat de vroolijke kindertroep naar huis terug. Op den namiddag verza melen de kinderen zich opnieuw in den omtrek der weide, om de stadwaarts kee- rende melkbeesten in te wachten; inmid dels plukken do kleintjes bloeiende braambessen, en, bij gebreke daarvan, ander groen, en zoodra de beesten de weide verlaten hebben, letten do kinderen op het beest, dat des morgens het laatst in de weide gekomen ja. Dit wordt nu met groen bedekt en omhangen en de kinderen leiden het onder schaterend gejuich den stal binnen. Bij dezen feestelijken intocht wordt door de kinderen het vozende liedje gezongen •Pinksterbloed, Oranje-zoet, Hoe zit je zoo diep in de veerea, Had je wat eerder opgestaan Dan had je geen nood gekregen. Dit rondleiden van vee kan eveneens .wijzen op een vroeger offerfeest der Ger manen. D.i. Pinkster-luiaard; anderen zeg gen Pinksterbroed, d,i. Pinksterbruid, TROUWLUSTIGEN. Een p^radije voor trouwlustige jongeda mes zal, waarschijnlijk nog langen tijd, het in opkomst zijnde stadje Randlett, in den Noordamerikaanschen staat Oklahoma, zijn. In de schaduw van de Wichiüabergen strekt zich, omgeven door een woest-romantische natuur, de nieuwgebouwde plaats uit. Tal van ondernemende lieden hebben daar hun domicilie opgeslagen en zijn in korten tijd tot welstand gekomen, die nog steeds toeneemt. Deze toekomtftmillionnairs bestaan voor 't grootste deel uit ongehuwde vertegenwoordigers van het sterke geslacht, die het ontbreken van de vrouwelijke be minnelijkheid zeer onaangenaam vinden. Twaalf maanden geleden waren zij als verongelukte typen samengekomen in het eertijds door Comanchen en Apachen be woonde gebied. Bezield door het verlangen een aangenaam leven te leiden, deden gij hun uiterste best en zagen hun moeite spoe dig met suoces bekroond, Zij konden zich rijk noemen, zonder te overdrijven. Doch wat is rijkdom voor den man, als hij dezen niet aan de voeten van een geliefde vrouw kan leggen? En zoo stichtten de eenzame, naar vrouwenliefde smachtende burgers van Randlett, een jonggezellenolub, om ge meenschappelijk te overleggen, op welke manier men zich beminnelijke exemplaren van het zwakke geslacht kon verschaffen. Men beproefde het met advertenties in de bladen, die een schrikbarende massa geld kostten. Het duurde ook niet lang, of er brak over het jonge stadje een ware stroom van brie ven los. Door het formaat, de fijnheid van het papier en den er uit opstijgenden geur verrieden de epistels direct, dat zij van teedere handen afkomstig waren. Met be langstellende verbazing constateerden de postbeambten, dat een eve- gTOot aantal brieven, die er heelem&al niet zakelijk uit zagen, Randlett verliet. Gespannen volgde men de verdere ontwikkeling der dingen. Dej stille hoop der heeren van Randlett, nu; binnenkort een invasie van lieflijke doch-, tere van Eva te beleven, werd niet vervuld., Slecht^ een enkel, allesbehalve aantrekke-' lijk vrouwelijk wezen kwam op een avond uit don looaaltrein en vroeg naar bet adres van de jonggezellenolub. Deze wel harte lijke juffrouw, die eohter niettegenstaande het heerschende gebrek aan dames, geen aansluiting" vond en hoogst verontwaar- dligd weer van de vlakte verdween, was en bleef het eenige tastbare resultaat van het, dure adverteeren. Toen zonnen de teleurgestelde vrijgezel-, len op andere middelen. Een meeting werd gehouden, doch men kon tot geen besluit komen. Eindelijk stond een niet meer zoo heel jong jonggezel op. Voorzichtig spelend met een knoop van zijn vest, die aan een enkel draadje hing te bengelen, deed hij het volgende voorstel: men moest een ge schikt, welbespraakt man met een e,egant koffertje, dat geflatteerde foto's van de clubleden moest bevatten, op reis sturen. De afgezant moest in elke stad, waar hij kwam, in het voornaamste hotel zijn intrek nemen en op een discrete manier zien te we ten te komen, of en waar hij aan een aantal mooie, huwbare jongedames kon worden voorgesteld. Aan de hem begeerenswaaixïig toeschijnende aohoonen moést hij dan met veel tact en kiesohheid het doel van zijn aanwezigheid uitleggen, de portretten la ten zien en een briefwisseling bewerkstel ligen met het origineel van hot door de da me uitverkoren portret. En zóó lang moest de afgezant op reis blijven tot alle leden van de club van vrouwen voorzien waren. Met geestdrift wer^i het voorstel begroet en eenstemmig aangenomen. Een nog zeer jong en baardeloos jongmensch werd uitge kozen. Reeds den volgenden dag ving mr. Barney, gedistingeerd en toch in overeen stemming met het doel gekleed, mot een hoogst elegant koffertje in de fijngahand- schoende linkerhand, zijn reis om bruiden te weryen, aan. Reeds in Wichita, in het naburige Kansas, de eerste stad, die hij be zocht, vond de reiziger in jongelingen seven liove jonge meisjes, die met net grootste genoegen op zijn voorstellen ingingen. On der gelach en gescherts bekeek men de fo to's, Ieder had na eenige aarzeling een be slissing genomen, Binnon een week konden uit Wichita en Randlett zeven verlovingen bekend worden gemaakt; zeven aardige jonge kantoordametjes vroegen blozond hun chefs om een spoedig ontslag. Toen de suc- oesrijke agent vhn Amor zijn reis verder voortzette, waren reeds de toebereidselen voor de huwelijken in vollen gang. Reukwerken in de oudheid. Reukwerken waren in de oudheid veel meer geliefd en verspreid dan heden ten dage. Egypte was de groote markt voor alle soorten van welriekende oliën en spe cerijen, die gebruikt werden tot parfumee ring van het lichaam en van de woning. ZTelfs de dooden werden niet vergeten, want de gebalsemde mummiën worden met parfums en specerijen gedrenkt, en aller hande wierook werd voor hun standbeelden gebrand. De Israëlieten hadden zulk een voorliefde voor reukwerken, dat zij des morgens en des avonds myrtbe verbrand den en hun legersteden met aloë en kaneel geurig maakten. Bij een bruidstoilet speel den reukwerken zulk een groote rol, dat het een gebruik was het twaalfde van eiken uitzet voor hun aankoop te bestemmen. Ook bij de Grieken waren parfums een gr.»fc handelsartikel. De liefhebberij ging *x>o ver, dat men voor ieder lichaamsdeel een be paalde zalf had; voor het haar zoete majo rijn, voor den hals wilde thijm, voor Uet^ gezicht palmolie, enz. De parfumeriewin kels in Athene waren de verzamelplaats der leegloopers, waar zij politiek bespraken en elkander allerlei nieuwtjes vertelden. Uit Griekenland gring de liefhebberij voor reuk werken op de Romeinen over, deze maak ten de parfumeriewinkels reeds van verre kenbaar door het uithangen van boe jee sa-, lirkruid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 20