No. 15112
LEIDSOH DAG-BLAD, Zaterdag* 29 Mei.
Anno 1909.
PERSOVERZICHT.
ICIÜOEïtSPEL.
gcn*
Onder het hoofd Algemeene vfe'r-
warringr schreef „Het Volk":
Nog nooit hecrschte in een verkie
zingsstrijd zooveel verwarring, als in
deze campgane over „de zorg voor de
ouden van dagen." Aan stelsels geen
gebrek. Daar is Kuyper's wetsontwerp dat
Talma als model voor oogen zweeft, om
de invaliden en 70-jarigen voorloopig te
helpen met f 2 per week, de ijverige
christelijke propagandisten maakten er in
hun bewondering f2.50 van. Daar is Vee-
gers' ontwerp, dat eveneens zoolang de
overgangstijd duurt (bijna 25 jaar lang)
f 2 zou geven aan de zeventigjarigen. Beide
ontwerpen stonden op de basis der ver-,
plichte verzekering. Daar is Treub's be
faamd verzekeringsplan, dat hen, die al
45 jaar oud zijn bij die invoering, van 'de
ouderdomsverzekering uitsluit. De heer
Treub heeft nu, als uiterste concessie, toe
gestaan, dat in de twintig jaar wachtens tot
rijn plan in volle werking zal zyn, de ouden
van dagen een uitkeering uit de staatskas
krijgen. Dit heeft op de vrijzinnig-democra
tische broederen zoo diepen indruk ge
maakt, dat „Land ën Volk" een jubel
kreet slaakt, bestemd om land en volk
te doen gelooven, dat men 't nu in den V.-
Dem. Bond roerend eens is. De .Werklie-
denverbondcrs mogen nog dwepen met
staatspensionnecring, Treub moge in
dwangverzekering het alleenzaligmakende
stelsel zien, Dpicker moge verzekeren, dat
zijn voorkeur voor het eene stelsel niet zoo
groot is, of hij wil ook het andere wel
aanvaarden, het komt er allemaal niets op
aande vrijzinnig-democratische partij,
dd&r en daar alleen, is de ware eenheid
të vinden.
Tegenover dit vrijzinnig-democratisch
kabaal houdt de „Liberale Unie," die „bij
voorkeur staatspensionneering" wil, zich
merkwaardig stil. Borgesius laat Treub
maar schrijven. Wij hebben ons afgevraagd
hoe dit komt, en wij meenen de oplossing
te hebben gevonden. Toen de Unie haar
vërkiezingsprogram maakte, waren ver
schillende sprekers met het sobere plat
form van algemeen kiesrecht en zorg voor
ouden van dagen bjj voorkeur staats
pensionnecring 1 niet tevreden. Thom
son wilde het volksleger er absoluut bij
hebben, Patijn het vrijhandelsstelsel, en
als men nog lang had gepraat, had men ook
een voorstel-R.dam gekregen, om bij de ver
kiezingen strijd te voeren voor de neutrali
teit der openbare school. Inderhaast is aan
al die lastige lieden het zwijgen opgelegd,
door de verkiezingsleus te beginnen met
de verklaring, dat inen het program van
actie van 1905 trouw blijft. Dies strijdt
thans de Unie, onder herinnering, dat zij
verplichte invaliditeits- en ouderdomsver
zekering wcnscht, voor zorg voor ouden
van dagen, bij voorkeur door staatspension
necring en het is niet onmogelijk, dat
dezelfde tegenstrijdigheid als in het stem
busprogram ook in menig Unie-hart zich
heeft genesteld. Waarbij dan nog voor de
Unie-mannen in verschillende districten de
ontzettend moeilijke keus komt tusschen
den vrijzinnig-democraat cn den oud-libe
raal, die met dwangverzekering bitter wei
nig, en met staatspensionnecring een heel
klein beetje op heeft; die misschien nog
het meest gevoelt voor een heel klein I
beetje staatspensionneering. in den vorm j
van armenzorg.
Wat moet uit al deze verwarring van de
staatspensionneering terecht komen
De katholieken en de antirevolutionairen
hebben op hun program de verplichte ver-
wskeringmaar ,,D e Standaard" heeft
reeds twijfel geopperd, of vóór 1913 Tal
ma's ontwerp bij dc Kamer in behandeling
kan komen, zoodat Van Vliet heeft ge
vraagd, om in afwachting iets voor de
ouden van dagen te d,Dcn. Minister Talma
beloofde, iemand paar Denemarken te stu
ren, op onderzoek. En ook van christe-
iljk-histonschS zijde is, gelijk „De --Ne
derlander" het uitdrukt, op dit stel
sel nu en dan „de aandacht gevestigd."
Voor staatspensionneering zouden mis
schien sommige leden geen enkele der
partijen 1 van rechts zijn te vinden.
Daar is maar één middel, om de zaak
van de staatspensionneering in de Kamer
een stuk verder tc brengenhet is, al dien
wankelmoedigen, in zichzelf verdeelden, in
hoogen graad onbetrouwbaren burgerlijken
partijen den rug toe te keeren, en te zor
gen voor een klinkende versterking der
sociaal-democratie.
Ln „D R i s i c o-B a n k" wordt dë aan
dacht gevestigd op de wenschelijkheid van
toepassing der artikelen in de Veilig
heidswet, die bepalen, dat uit w e r k-
lokalen in een fabriek, waar d r ij f-
w e r k is, doch waarin niet het krachtwerk
tuig is geplaatst, seinen moeten kunnen
worden gegeven aan den machinist,
om het krachtwerktuig onmiddellijk te
doen stilstaan, en ook, dat de machinist
een overal waarneembaar sein moet geven,
indien het krachtwerktuig in beweging
wordt gebracht.
Over het algemeen, zegt „De Risico-
Bank", voelen de werkgevers voor de
toepassing dezer bepalingen niet veel. Zij
zeggen: Indien iemand met de machine in
aanraking is gekomen, kan het krachtwerk
tuig niet zóó spoedig worden stilgezet, dat
de gegrepene door dit stilzetten nog ge
red wordt.
Daartegen nu voert „De Risico-
Bank" aan:
„De ervaring heeft, helaas, wel ge
leerd, dat deze redeneering in vele gevallen
opgaat. Echter waren ook de gevallen tal
rijk, waarbij elke volgende wenteling van
het drijfwerk een gegrepene meer lichame
lijke schade berokkend heeft.
Een signaalinrichting, waarmede men
den machinist kan vragen om het kracht-
werktuig dadelijk stil te zetten, zal dus
vaak wel degelijk medewerken tot ver
mindering van letsel.
Ook in een ander opzicht achten wij
do gelegenheid, om van uit een werk
plaats een sein aan den machinist te kun
nen geven, zeer wenschelijk. Is die gele
genheid er, dan toch zullen de werklie
den er niet zoo licht toe overgaan om
bij de in beweging zijnde drijfwerken te
komen, als zich een of andere onregelma
tigheid voordoet, zooals het afloopen
van riemen of het warm loopen van kus-
aenblokken.
In zulke gevallen toch gunnen de werk
lieden zich veelal den tijd niet om naar
de machinekamer te loopen en den machi
nist t>e vragen het krachtwerktuig stil te
zetten. Fluks wordt er dan gewoonlijk maar
oen ladder gehaald en getracht of men de
onregelmatigheden niet kan opheffen, ter
wijl de machine blijft draaien. Die waag
halzerijen zijn, zoöals ook onze statistie
ken aantoonen, dikwijls oorzaak van vrce-
seljjke ongevallen. Elk jaar worden ver
scheidene werklieden er het slachtoffer
van.
Is er daarentegen een signaalinricluing,
dan is de wandeling naar de machineka
mer overbodig, zoodat de werklieden dan
minder aanleiding hebben om zich bij het
bewegende drijfwerk te wagen."
Het nut van het geven van een sein bij
het in-beweging-zeiten van een krachtwerk
tuig acht „De Risico-Bank" van zelf
sprekend.
„Do Nederlander" liet het er niet
bij, 'dat de C h r -H istorischen den laat-
sten tijd zijn beschuldigd, in 't bijzonder
door mr. Van Houten, karakterloos en
onoprecht 'te zijn. De partij der Chr.-
Hist.-Unio Volgt wel degelijk, beweert „De
Nederlander" een vaste gedragslijn en
een e e r 1 ij k e politiek.
1. De Christ.-Hist. Unie erkent niet een
leider van rechts. Zij heeft haar eigen pro
gram en volgt haar eigen inzicht. Dat
toonde zij bij den val van Van Rappard en
in „den nacht van Staal". Wat het onderling
Toen hun zuster Toos Z1ek was, hadden
Jopie en Marictjo veel verdriet. Niet
alleen, dat Vader maar aldoor boos bleef,
en boa zijn vrouw ook huilend bad en
smeekte, nooit naar boven wou, waar
Toosje lag; dat hij maar aldoor bij de twee
kinderen in de huiskamer hokte ca zijn
kwaad humeur uitvierde op hendoch veel
erger vonden zij het, dat Moe hen nu
altijd alleen liet, en a 1 s zij nog eens be
neden was, maar stil zat te schreien, of
praatte met Vader, na hen de straat op
gestuurd te hebben, en nooit meer eens
gez.ilig met hen speelde zooals vroeger.
Jopie en Marietje werden eenzolvig van
dat maar altijd aan hun lot overgelaten
lijn. En wanneer zij, als steun en gezel-
sohap zoekend, zoo dicht tegen elkaar aan,
urenlang langs de straat dwaalden, was
het of zij samenzweringen smeedden, zóó
fluisterden .en smoesden de kinderen met
elkander. Niemand immers, die zich met
hen bemoeideAntjo van de buren, waar
aan zij vroeger, vóór Toos ziek werd, nog
zoo'n aardig en vroolijk speelmakkertje
hadden gehad, mocht niet meer met hen
omgaan, voor haar ouders. Zij was het
hun nog gauw even komen vertellen, trot
seer end het strengste verbod maar waar-
o m het niet langer mocht, daar hadden zij
zich suf op zitten denken.
Zoo begrepen dop ie en Marietje ook maar
niet, waarom rij nooit eene hun zieke zus
Toos mochten zien. Al was het één oogan-
Uikjej zonder praten, maar 1 Zij verlang-
samenspraken dear jrcchtsche groepen niet uit
sluit.
2. Zij is principieel tegen dwangverzeke
ring. Nu dit stelsel echter (voor ongevallen)
is ingevoerd, kan men. daartegen niet reagoe-
ren. Toepassing op landbouwers en visschers
moet volgen. Uitbreiding van het ook door
haar invloed ingevoerde stelsel van risico-
overdracht zal zij echter krachtig steunen.
3. Ten aanzien van do ziekteverzekering
is zij tegen hpt dwangsysteem Kuyper-Vee-
gens; houdt zij het met Eabius.
4. Ouder doms- en invalidenverzekering
komt vooreerst nog niet aan de orde. Maar
zij is in elk geval tegen staatspensionnee
ring. Op hot „Deensche stelsel" is de aan
dacht gevestigd. Is voorzichtigheid in deze
moeilijke kwestie bewijs van karakterloos
heid
5. Handelsstelsel. Zij is voorstander van
de voorstellen-Harte, door jhr. Van Citters
voortreffelijk verdedigd. Geen protectie. Geen
invoerrechten op granen. Maar ons be
staand 'onoordeelkundig stelsel zóó wijzigen,
dat èn schatkist, èn nationale arbeid ge
baat Worden.
6. Ondorwijssubsidie. Voor universitair
hoogor onderwijs raag de schatkist niet wor
den opengesteld. En het bijzonder onderwijs
mag in zijn geheel genomen niet meer kos
ten dan het openbaar onderwijs zou hebben
gekost. Aanhoudende splitsing, die tot duur
te leidt, moot worden tegengewerkt.
7. Tegen algemeen kiesrecht waarvan huis-
manskiesrecht niet wezenlijk verschilt, heeft
do Chr.-Hist. Unie geen b e g i n s e 1-bezwaar
wel een grondwettelijk bezwaar. De be
staande regeling bevordert afkeurenswaar
dige kiezersteelt. Daarvoor moet het scheepje
op de helling.
Een tweede opstel van „De Nederlan
der" was gewjjd aan de kwestie: "Waarom
geen program van actio? Het blad
houdt niet van dit tentoonstellen en beloven.
Een program van beginselen is voldoen
de. po Regeering stelt aan de orde wat zij
noodig oordeelt. Men is dus niet oneerlijk
of onoprecht, wanneer men weigart mee te
doen aan het pressen ocner Regcering, om
datgeno t.e verrichten, wat schittert in de
oogen der menigte, wanneer men oordeelt, dat
allereerst de Regeering, met het oog op
's lands belang, vaststelt wat aan de orde
moet komen.
Het blad verdedigde in oen slotartikel de
houding zijner geestverwanten. Het woord
van mr. Van Houten: „Zij blaffen wel, maar
zij bijten niet", bevat, meent zij, een hoogst
onredelijke bewering. Zjj haalt de liislorie
op van het Hooger-Ondcrwijs-oiilwerp en
van het Arbeidscontract, als voorbeelden van
hot richtsnoer, dat gevolgd is: „Men behoort i
niet, omdat men het beste niet verkrijgen j
lean, het goede te vorwerpen, enkel om het
genoegen te hebben door te gaan voor oen
onwankelbaar man."
Verschillende andero momenten uit den
wetgevenden arbeid der laatste jaren wor
den voorts aangehaald om de zelfstandige
houding der Chrlst.-TIislorischen t9 staven,
o. a. het volgende:
„Toen in 1899 de kwestie Ier sprake kwam
of de mogendheden, bopaaldelijk Nederland,
geroepen waren ook den Paus ter Vredes
conferentie uit te noodigen, waren de Christ.-
Historischon de ©enigen, die open en rond
uit het Protestantsche standpunt tegenover
het even rond en open door de R-Katho
lieken voorgestaan R.-K. stelsel hebben ver
dedigd, bij monde van de hoeren De Vis
ser en De Savornin Lohman. Geen politieke
kansberekening heeft hen daarvan terugge
houden. Niet slechts de onti-revolulionnairen,
maar evenzoo alle liberale groepen hielden
zich stilHet is voor het bestudeeren der
verhoudingen op dit punt niet onleerzaam do
in December 1899 in do Tweede Kamer ge
houden discussie over dat teere punt na
te gaan 1"
Het blad besluit:
Dat een man. als mr. Van Houten, die
zichzelf 6toods tot regel gesteld hoeft
slechts to buigen voor beter inzicht
cn die, liever dan togen zijn overtuiging in
te handelen, zich door eigen geestverwan
ten hoeft laten uitwerpen, een groep, die
hetzelfde bedoelt en in practijk brengt, zulke
verwijten naar het hoofd slingert als in den
bewusten brief is geschied, bewijst opnieuw
hoe het anti-clericalisme het oog ook van
don eohronderste kan benevelen.
In een driester Acooordroor deze
stembus zegt „De Standaard":
Bij het aangaan van heb aoooord is uit
drukkelijk vastgesteld, dat het slechts
bindend zou zijn voor deze Stembus. Of
men in 1913, of bij een tussahentijdsche ont
binding, weer tot een accoord zal kunnen
geraken, zal eerst als het geval daar is
beslist worden. Wat thans werd overeenge
komen, beslist alzoo voor do toekomst niets.
Geheel in strijd hiermede is, hier en daar
in het land, verklaard, dat men zich thans
wel voegen zou; maar op beding, dat een
volgende maal het district aan wie nu
meeging zou worden toegewezen.
Te Leiden nu had dit zin, omdat
Leiden in een goheel exceptioneel en toe
stand verkeerde. Maar voor het overige
heeft geen enkele antirevolutionaire Kies-
vereeniging recht of bevoegdheid, om
thans zulk een beding aan te gaan. Zulk
een beding toch zou ingrijpen op de con
stellatie der toekomst, en daarvoor staat
het zeggenschap bij de Deputaten-vergade
ring.
Willen de Christ.-Historischen in welk
district ook bepalen, dat ze zich ditmaal
aan het accoord houden zullen, maar later
zelf beslag op het district zullon leggen,
zoo staat hun dit natuurlijk volkomen vrij,
wat ons betreft, en zullen ze met het be
stuur der Unie hierover later te handelen
hebben. Maar nooit kan of mag hieruit
worden afgeleid, dat wij afstand zouden ge
daan hebben van het ons toekomend recht,
om in 1913 te handelen naar dit wat aan
onze eigen partij alsdan plicht zal blijken.
In 1913, of eerder, zal men opnieuw een
accoord kunnen aangaan, of op eigen ge-
legenueid optrekken; maar wat dan ook
gekozen moge worden, steeds zullen we in
elk district als vrije mannen staan, ons
bindend naar eigen inzicht, of van alle ver
band ons onthoudend, doch steeds zoo, dat
wat nu wordt gesohikt of overeengekomen,
in geen enkel opricht afbreuk zal kunnen
doen aan onze vol st rekte vrijheid van
handelen.
Gymnastiek,
Maandag Tweeden Pinksterdag zal in
Vlaardingen de gewestelijke uitvoering van
het Nederl. Gymnastiek-Verbond, gewest
Zuid-Holland, plaats hebben.
Een feestcommissie, gevormd uit leden
van den Gemeenteraad en notabelen met
den Burgemeester aan het hoofd, zal de
turnsters en turners daar op waardige wij
ze ontvangen. Op een ruim, opgespoten
terrein, hiertoe door de gemeente Vlaar-
dingpn aangeboden, zullen de uitvoering,
wedstrijden en verdero feesten plaats heb- j
ben, nadat eerst bij den ommegang door J
Vlaardingen het Gewestelijk Bestuur, I
Feestcommissie en vertegenwoordigers der
Vereenigingen ten Raadhuize officieel door j
het Gemeentebestuur zullen rijn ontvan- j
Zelden is bij een Gewestelijk Feest do
deelname zoo groot geweest als thans het
geval is. Een 25 mannen-afdeelingen met
pLm. 500 turners 8 dames-vereenigingen
met pl.m. 120 leden en een 100-tal adspi-
rantcn zullen daar met elkaar propageeren
voor de alzijdige ontwikkeling des lichaams. i
Het geheele Vorstelijk Huis, alsmede tal
van andere personen en corporation schon
ken medailles waar om turners en turnsters
in vrije oefeningen, toos toloef eni ngen
volksoefeningen en openluchtspelen in eer
lijken strijd zullen kampen.
Als hoofdleider zal fungeeren de heer G.
J. v. Tongeren Jr., te Rotterdam, ter zijde
gestaan door de Technische Commissie van
het Gewest en een jury van 15 personen,
terwijl een Commissie van oritiek en ver
slag, bestaande uit de heeren J. A. Koert
en J. E. v. Soest, uit 'a-Gravenhage, cn
R. J. Blom, uit Amsterdam, buiten allen
om in een rapport aan het Gewestelijk Be
stuur, haar resultaten omtrent deze wijze
van propageeren zal uitbrengen.
Als het weer nu gunstig is, belooft alles
met het avondfeest incluis een grootsche
betooging te worden ln het be
lang der lichamelijke opvoeding van üot
tegenwoordig geslacht.
Voorbereidend Militair onderricht.
Ingevolgo het bepaalde in de Regeling
van het Voorbereidend Militair Onder ricnt,
tal de aanmelding tot deelneming aan dit
onderricht, dat kosteloos wordt verstrekt,
moeten gesoliieden vóór don lsten J uni
eerstkomende en wel:
in plaatsen waar Infanterie of Ves
ting-Artillerie m garnizoen ligt, bij den
Commandeercnden-Officier der lufautorio
of der Vesting-Artillerie
in do overige plaatsen bij den Burge
meester der gemeente.
Bedoelde Commandeerendo-Officieron en
Burgemeesters zenden vóór of op 1 Juli
aan den Inspecteur der Infanterie een
staat in, vermeldende onder meer, welke
jongelieden zich tot deelneming hebben
aangemeld.
Vermits nu door genoemden Inspecteur
na ontvangst van bedoelde staten, alle
verzoeken om alsnog tot hot onderricht to
worden toegelaten, zullen worden afgewe
zen, tenzij de belanghebbenden kunnen
aantoonen, dat aij door verblijf in het bui
tenland of om andero redenen onschuldig
rijn aan be-late-aantmolding, meenen we
de jongelieden, die aan het voorbereidend
militair onderricht wensohen deel to ne
men, dat l October a. s. begint, nadruk
kelijk opmerkzaam te mooten maken, op
de noodzakelijkheid zioh daartoe vóór l
Juni a.s. aan te melden, terwijl we teven4
in herinnering brongen, dat gelijke aan
melding ook moet geschieden door hen,
die ten vorigo jare reeds aan het onder
richt deelnamen.
Qoae*tie-Treiib-„Nie(ivre Conrnut.'»
„Land en Volk" schrijft naar aanleiding
van de uitspraak in den „Raad van ccr"
in do zaak „mr. Treub tegen de Nieuwe
Courant"
De hoofdredacteur van „De Nieuwe Cou
rant" is over do uitspraak van den Raad Vau
Eer in de wolken. Het zonderlinge echter van
de zaak is, dat dio Raad hem gelijk geeft
op do punten, die volgens het dooi* mr. Treub
ingenomen standpunt niet ter zako doen;
maar dat de uitspraak zij het ook met
een aantal plichtplegingen en complimentjes
aan de betrokken personen mr. Treub
op het punt, waarom het volgens dezen gaat,
in hot gelijk stelt.
De Raad van Eer is van. .oordeel, dat nllo
bij „Do Nieuwe Courant" en do „Vcrccni-
ging van Ncderlandsche "Werkgevers" be
trokken personen zoo hoog staan, dat er bij
hen geen gevaar is, al begeven zij zich in
scheeve verhoudingen.
Wij willen op dit vleiend oordeel niete
afdingen, al betwijfelen wij of liet over
het algemeen grooten indruk maken zal.
Evenmin als mr. Treub willen wij aan dc
zaak een persoonlijk karakter geven.
Waar hot op aankomt is dit. Zelfs dezo
eenzijdig samengestelde Raad van Eer heeft
objectief gesproken een verhouding als
tusschen „Do Nieuwe Courant" en do „Vor-
eeniging van Ncderlandsche Werkgevers"
bestaat, onomwonden afgekeurd."
„Land en Volk" eindigt:
„Intussckon, mi*. Plemp van Duiveland ge
voelt zich gerehabiliteerd. Wij vermoeden
dat mr. Treub daar niets tegen zal hebben
en meenen, dat hij overigens over de uit
spraak ten aanzien van liet punt, waarom
het gaat, tevreden zjjn kan en zijn zal."
den er zoo naar, in hun naar wat afwisse-
lmg hunkerend, eentonig leventje. Ook
waren rij veel meer van Toos gaan houden,
sedort deze riek was. Zij herinnerden zioh
opeens, dat zij hun altijd zco mooi had
voorgelezen; en dien Zondagavond, toen zij
nog een paar druppeltjes van dat heerlijke
reukwater van haar op hun zakdoekjes
hadden gehadZij herinnerden het zich
opeens alles weer; en in hun verlatenheid
en hun medelijden gingen zij houden van
hun ricke zus.
Maar in geen geval mochten zij haar
zien. Zij wisten, dat zij er w a s boven
en dat zij nog leefde; want soms
hoorden zij haar stem, en óók wel... haaï
schreien. Zij wilden zoo dolgraag haar
troosten; haar: srggen, dat Jopie en Mar-
rietje, cm Moe toch immers ook, wèl van
haar hielden, al wou Vader dan ook niet
komen.
Zij werden weer de straat op gestuurd.
„Vooruit, kinderen," zei Vader, „gaan
jelui maar weer eens spelen. De ellende
zal vroeg genoeg komen!"
Net of er al geen ellende was, in hun
kleine leventjes I
Toen dwaalden rij weer, tegen elkaar
aan, schouder tegen schouder, en de kleine
armpjes in elkander, langs de straten. Zij
gingen verder dan zjj wel mochten; altijd
datzelfde tienmaal op een dag, dat werd
zoo eentonig. En wie, die er nog op hun
lette
Zco kwamen zij op de bloemmarkt. Alles
was daar in vollen fleur. Het was het einde
van Mei al, en honderden potjes stonden
er gerijd naast honclerden andere potjes,
allemaal met de mooiste bloemen. Je hadt
daar lato narcissen, tulpen, krokussen,
vergeet-mij-nietjes, viooltjes, allemaal met
een ander gezichtje; vroege rozen, heerlijk
riekende seringen, lange takken Mei en
wat al nietHet was alles kleur en groen.
Alle bloemen in allerlei kleuren, in aller
hande grootten, in knop en bloei.
Jopie en Marietje, dicht tegen elkaar,
zetten hun verbaasde kijkers heel wijd
open. Wat een verrukking- Wat een tuin 1
Zij gingen staan naast rijkeluiskinderen,
die, aan de hand van hun mama, uitzoch
ten veel heerlijke bloemen. Dat was eon
feest
En iederen, iederen dag keerden rij nu
op de bloemmarkt terug.
Nu hoefden zij vlaak niet meer gestuurd
te worden uit de trieste huiskamer. Nu
kwamen zij nooit meer te vroeg er in terug.
Het werd een voortdurend heimwee naar
dien grooten tuin, midden in de stad, van
planten en honderderlei bloemen.
Toon zij eens er weer de lange rijen af
liepen, met altfooG-frisohblij vccde bewon
dering de potjes aanstarend, die zo nu al
zoo dikwijls en iederen dag ongeveer pre
cies hetzelfde, hadden bekeken, ontdekten
de kinderen, allebei te gelijk, iets nieuw3;
iets, wat zij er de vorige dagen nog niet
gezien hadden: een lelie. Het was of zjj den
grooten pot, waar de ranke plant in zat,
zoenden met hun oogen, zóó bleven hun
blikken er aan hangen. Zij zeiden niets,
Jopie en Marietje zij drukten alleen
hun armen vaster en zij keken naar de
rein-blanke lelie. De bloem was vol ont
plooid. In verblindend-witten kelk met
diep in gouden hart, rees zij op uit de
elanke, liebt-groene bladeren er omheen.
Zóó iets mooie,hadden deze kinderen nog
nooit gezien. Zij bleven er bij staan, tot
een dame kwam en vroeg, wat zij kostte.
Vijf en zestig oenten, zei de vrouw; 't was
d!e eerste en de eenigste op de heele markt
In spanning wachtten zij het antwoord, en
een stroom van blijdschap en geluk ging er
door hen heen, toen de dame zich afwend
de, dien prijs te hoog vond 1
Te hoog. Als zij vijf en zestig oen ten had
den gehad, hoe zouden zij hem gekocht heb
ben En toen zij eindelijk scheidden van
de koninklijke, prachtige bloem, kwam m
hen een stevige illusie.
Iederen dag kwamen rij nu terug, en iede
ren dag stond rij er nog, precies even mooi.
Hun illusio werd vaster en vaster. O, die
angst iederen morgen, dat rij er niet meer
zou staanO, die angst, als zij iomand er
naar zagen informeeren, of slechte er naar
kijken I Maar op een morgen verdiende Jo-.
pie een kwartje met een heer den weg te
wijzen; en dat maakte, met do ncgeu stui
vers, dio hij in Marietjes spaarpotje gevon
den had, dat hij voor haar open had mogen
trappen, net zeventig centen.
Toen holden de kinderen weer naar de
bloemenmarkt. Gelukkig zij stond er nogl
Zonder loven of bieden kochten zij de lelie.
En Marietje kreeg nog een stuiver terug,
om een nieuwen spaarpot mee te beginnen.
Het was een heele sjouw 1 Beurt om beurt
droegen rij den pot, voorzichtig, zoo ver
mogelijk voor hen uit; stapten voetje voor
voetje, voorzichtig, de hooge stoepen op en
af.
En toen zij thuis kwamen, zat Vader weer
binnen, mokkend, als altijd. En Moeder
was boven, als altijd, wanneer ze niet metJ
Vader praatte.
„Wat is dat?" vroeg de man strerg,
oven opziend, het hoofd opheffend uit do
handen, waarin het mokkend rustte.
„Nu, zeg op, wat is dat? Wat voer jo
daarmee uit?"
Hij stond op, schudde Jopie bij zijn arm*
„Hè?" dreig-vraagde hij.
En hot jongetje aarzelend en zei zacht:
„Voor Toos l We wouen...."
Een slag op de tafel! Een vloek. Vader
zat weer met het hoofd in de handen.
Zoo bleef het in de kamer lang stil. Do
kinderen, geruischloos bewegend, zetten do
«lelie op het kastje; weken bang en stil sa
men terug op een stoel in een hoekje.
Wat scheelde Vader nu? Stoof hij dan
niet meer op Zij hadden gevreesd, dat hij
den pot aan stukken zou gooien, op den
grond of dc deur uit. 't Was of hij nu be
gon te huilen.
Jopie en Marietje werden zoo bang! Veel
banger dan ze ooit geweest waren
En ineens stond Vader op. Ja, heuseli,
hij had gehuild: je kon het zien. Boven
klonk nu ook weer geschrei. En hij stond!
op, kwam naar hen toe, streek hen over
het haar.
„Jopie, Marietje," zei hij zacht, „gaan
jelui de bloem nu geven. Dan zal ik ze voor
jelui de trap opdragen."
Hij droeg den zwaren pot voor hen naar;
boven. Op het portaal zou hij bem aan Jo*
pie overgeven.
En met hun drieën gingen zij de trap op,
terwijl het geschrei hun steeds luider te ge-,
moet klonk.