No. 15112 LEIDSOH DAG-BLAD, Zaterdag* 29 Mei. Anno 1909. PERSOVERZICHT. ICIÜOEïtSPEL. gcn* Onder het hoofd Algemeene vfe'r- warringr schreef „Het Volk": Nog nooit hecrschte in een verkie zingsstrijd zooveel verwarring, als in deze campgane over „de zorg voor de ouden van dagen." Aan stelsels geen gebrek. Daar is Kuyper's wetsontwerp dat Talma als model voor oogen zweeft, om de invaliden en 70-jarigen voorloopig te helpen met f 2 per week, de ijverige christelijke propagandisten maakten er in hun bewondering f2.50 van. Daar is Vee- gers' ontwerp, dat eveneens zoolang de overgangstijd duurt (bijna 25 jaar lang) f 2 zou geven aan de zeventigjarigen. Beide ontwerpen stonden op de basis der ver-, plichte verzekering. Daar is Treub's be faamd verzekeringsplan, dat hen, die al 45 jaar oud zijn bij die invoering, van 'de ouderdomsverzekering uitsluit. De heer Treub heeft nu, als uiterste concessie, toe gestaan, dat in de twintig jaar wachtens tot rijn plan in volle werking zal zyn, de ouden van dagen een uitkeering uit de staatskas krijgen. Dit heeft op de vrijzinnig-democra tische broederen zoo diepen indruk ge maakt, dat „Land ën Volk" een jubel kreet slaakt, bestemd om land en volk te doen gelooven, dat men 't nu in den V.- Dem. Bond roerend eens is. De .Werklie- denverbondcrs mogen nog dwepen met staatspensionnecring, Treub moge in dwangverzekering het alleenzaligmakende stelsel zien, Dpicker moge verzekeren, dat zijn voorkeur voor het eene stelsel niet zoo groot is, of hij wil ook het andere wel aanvaarden, het komt er allemaal niets op aande vrijzinnig-democratische partij, dd&r en daar alleen, is de ware eenheid të vinden. Tegenover dit vrijzinnig-democratisch kabaal houdt de „Liberale Unie," die „bij voorkeur staatspensionneering" wil, zich merkwaardig stil. Borgesius laat Treub maar schrijven. Wij hebben ons afgevraagd hoe dit komt, en wij meenen de oplossing te hebben gevonden. Toen de Unie haar vërkiezingsprogram maakte, waren ver schillende sprekers met het sobere plat form van algemeen kiesrecht en zorg voor ouden van dagen bjj voorkeur staats pensionnecring 1 niet tevreden. Thom son wilde het volksleger er absoluut bij hebben, Patijn het vrijhandelsstelsel, en als men nog lang had gepraat, had men ook een voorstel-R.dam gekregen, om bij de ver kiezingen strijd te voeren voor de neutrali teit der openbare school. Inderhaast is aan al die lastige lieden het zwijgen opgelegd, door de verkiezingsleus te beginnen met de verklaring, dat inen het program van actie van 1905 trouw blijft. Dies strijdt thans de Unie, onder herinnering, dat zij verplichte invaliditeits- en ouderdomsver zekering wcnscht, voor zorg voor ouden van dagen, bij voorkeur door staatspension necring en het is niet onmogelijk, dat dezelfde tegenstrijdigheid als in het stem busprogram ook in menig Unie-hart zich heeft genesteld. Waarbij dan nog voor de Unie-mannen in verschillende districten de ontzettend moeilijke keus komt tusschen den vrijzinnig-democraat cn den oud-libe raal, die met dwangverzekering bitter wei nig, en met staatspensionnecring een heel klein beetje op heeft; die misschien nog het meest gevoelt voor een heel klein I beetje staatspensionneering. in den vorm j van armenzorg. Wat moet uit al deze verwarring van de staatspensionneering terecht komen De katholieken en de antirevolutionairen hebben op hun program de verplichte ver- wskeringmaar ,,D e Standaard" heeft reeds twijfel geopperd, of vóór 1913 Tal ma's ontwerp bij dc Kamer in behandeling kan komen, zoodat Van Vliet heeft ge vraagd, om in afwachting iets voor de ouden van dagen te d,Dcn. Minister Talma beloofde, iemand paar Denemarken te stu ren, op onderzoek. En ook van christe- iljk-histonschS zijde is, gelijk „De --Ne derlander" het uitdrukt, op dit stel sel nu en dan „de aandacht gevestigd." Voor staatspensionneering zouden mis schien sommige leden geen enkele der partijen 1 van rechts zijn te vinden. Daar is maar één middel, om de zaak van de staatspensionneering in de Kamer een stuk verder tc brengenhet is, al dien wankelmoedigen, in zichzelf verdeelden, in hoogen graad onbetrouwbaren burgerlijken partijen den rug toe te keeren, en te zor gen voor een klinkende versterking der sociaal-democratie. Ln „D R i s i c o-B a n k" wordt dë aan dacht gevestigd op de wenschelijkheid van toepassing der artikelen in de Veilig heidswet, die bepalen, dat uit w e r k- lokalen in een fabriek, waar d r ij f- w e r k is, doch waarin niet het krachtwerk tuig is geplaatst, seinen moeten kunnen worden gegeven aan den machinist, om het krachtwerktuig onmiddellijk te doen stilstaan, en ook, dat de machinist een overal waarneembaar sein moet geven, indien het krachtwerktuig in beweging wordt gebracht. Over het algemeen, zegt „De Risico- Bank", voelen de werkgevers voor de toepassing dezer bepalingen niet veel. Zij zeggen: Indien iemand met de machine in aanraking is gekomen, kan het krachtwerk tuig niet zóó spoedig worden stilgezet, dat de gegrepene door dit stilzetten nog ge red wordt. Daartegen nu voert „De Risico- Bank" aan: „De ervaring heeft, helaas, wel ge leerd, dat deze redeneering in vele gevallen opgaat. Echter waren ook de gevallen tal rijk, waarbij elke volgende wenteling van het drijfwerk een gegrepene meer lichame lijke schade berokkend heeft. Een signaalinrichting, waarmede men den machinist kan vragen om het kracht- werktuig dadelijk stil te zetten, zal dus vaak wel degelijk medewerken tot ver mindering van letsel. Ook in een ander opzicht achten wij do gelegenheid, om van uit een werk plaats een sein aan den machinist te kun nen geven, zeer wenschelijk. Is die gele genheid er, dan toch zullen de werklie den er niet zoo licht toe overgaan om bij de in beweging zijnde drijfwerken te komen, als zich een of andere onregelma tigheid voordoet, zooals het afloopen van riemen of het warm loopen van kus- aenblokken. In zulke gevallen toch gunnen de werk lieden zich veelal den tijd niet om naar de machinekamer te loopen en den machi nist t>e vragen het krachtwerktuig stil te zetten. Fluks wordt er dan gewoonlijk maar oen ladder gehaald en getracht of men de onregelmatigheden niet kan opheffen, ter wijl de machine blijft draaien. Die waag halzerijen zijn, zoöals ook onze statistie ken aantoonen, dikwijls oorzaak van vrce- seljjke ongevallen. Elk jaar worden ver scheidene werklieden er het slachtoffer van. Is er daarentegen een signaalinricluing, dan is de wandeling naar de machineka mer overbodig, zoodat de werklieden dan minder aanleiding hebben om zich bij het bewegende drijfwerk te wagen." Het nut van het geven van een sein bij het in-beweging-zeiten van een krachtwerk tuig acht „De Risico-Bank" van zelf sprekend. „Do Nederlander" liet het er niet bij, 'dat de C h r -H istorischen den laat- sten tijd zijn beschuldigd, in 't bijzonder door mr. Van Houten, karakterloos en onoprecht 'te zijn. De partij der Chr.- Hist.-Unio Volgt wel degelijk, beweert „De Nederlander" een vaste gedragslijn en een e e r 1 ij k e politiek. 1. De Christ.-Hist. Unie erkent niet een leider van rechts. Zij heeft haar eigen pro gram en volgt haar eigen inzicht. Dat toonde zij bij den val van Van Rappard en in „den nacht van Staal". Wat het onderling Toen hun zuster Toos Z1ek was, hadden Jopie en Marictjo veel verdriet. Niet alleen, dat Vader maar aldoor boos bleef, en boa zijn vrouw ook huilend bad en smeekte, nooit naar boven wou, waar Toosje lag; dat hij maar aldoor bij de twee kinderen in de huiskamer hokte ca zijn kwaad humeur uitvierde op hendoch veel erger vonden zij het, dat Moe hen nu altijd alleen liet, en a 1 s zij nog eens be neden was, maar stil zat te schreien, of praatte met Vader, na hen de straat op gestuurd te hebben, en nooit meer eens gez.ilig met hen speelde zooals vroeger. Jopie en Marietje werden eenzolvig van dat maar altijd aan hun lot overgelaten lijn. En wanneer zij, als steun en gezel- sohap zoekend, zoo dicht tegen elkaar aan, urenlang langs de straat dwaalden, was het of zij samenzweringen smeedden, zóó fluisterden .en smoesden de kinderen met elkander. Niemand immers, die zich met hen bemoeideAntjo van de buren, waar aan zij vroeger, vóór Toos ziek werd, nog zoo'n aardig en vroolijk speelmakkertje hadden gehad, mocht niet meer met hen omgaan, voor haar ouders. Zij was het hun nog gauw even komen vertellen, trot seer end het strengste verbod maar waar- o m het niet langer mocht, daar hadden zij zich suf op zitten denken. Zoo begrepen dop ie en Marietje ook maar niet, waarom rij nooit eene hun zieke zus Toos mochten zien. Al was het één oogan- Uikjej zonder praten, maar 1 Zij verlang- samenspraken dear jrcchtsche groepen niet uit sluit. 2. Zij is principieel tegen dwangverzeke ring. Nu dit stelsel echter (voor ongevallen) is ingevoerd, kan men. daartegen niet reagoe- ren. Toepassing op landbouwers en visschers moet volgen. Uitbreiding van het ook door haar invloed ingevoerde stelsel van risico- overdracht zal zij echter krachtig steunen. 3. Ten aanzien van do ziekteverzekering is zij tegen hpt dwangsysteem Kuyper-Vee- gens; houdt zij het met Eabius. 4. Ouder doms- en invalidenverzekering komt vooreerst nog niet aan de orde. Maar zij is in elk geval tegen staatspensionnee ring. Op hot „Deensche stelsel" is de aan dacht gevestigd. Is voorzichtigheid in deze moeilijke kwestie bewijs van karakterloos heid 5. Handelsstelsel. Zij is voorstander van de voorstellen-Harte, door jhr. Van Citters voortreffelijk verdedigd. Geen protectie. Geen invoerrechten op granen. Maar ons be staand 'onoordeelkundig stelsel zóó wijzigen, dat èn schatkist, èn nationale arbeid ge baat Worden. 6. Ondorwijssubsidie. Voor universitair hoogor onderwijs raag de schatkist niet wor den opengesteld. En het bijzonder onderwijs mag in zijn geheel genomen niet meer kos ten dan het openbaar onderwijs zou hebben gekost. Aanhoudende splitsing, die tot duur te leidt, moot worden tegengewerkt. 7. Tegen algemeen kiesrecht waarvan huis- manskiesrecht niet wezenlijk verschilt, heeft do Chr.-Hist. Unie geen b e g i n s e 1-bezwaar wel een grondwettelijk bezwaar. De be staande regeling bevordert afkeurenswaar dige kiezersteelt. Daarvoor moet het scheepje op de helling. Een tweede opstel van „De Nederlan der" was gewjjd aan de kwestie: "Waarom geen program van actio? Het blad houdt niet van dit tentoonstellen en beloven. Een program van beginselen is voldoen de. po Regeering stelt aan de orde wat zij noodig oordeelt. Men is dus niet oneerlijk of onoprecht, wanneer men weigart mee te doen aan het pressen ocner Regcering, om datgeno t.e verrichten, wat schittert in de oogen der menigte, wanneer men oordeelt, dat allereerst de Regeering, met het oog op 's lands belang, vaststelt wat aan de orde moet komen. Het blad verdedigde in oen slotartikel de houding zijner geestverwanten. Het woord van mr. Van Houten: „Zij blaffen wel, maar zij bijten niet", bevat, meent zij, een hoogst onredelijke bewering. Zjj haalt de liislorie op van het Hooger-Ondcrwijs-oiilwerp en van het Arbeidscontract, als voorbeelden van hot richtsnoer, dat gevolgd is: „Men behoort i niet, omdat men het beste niet verkrijgen j lean, het goede te vorwerpen, enkel om het genoegen te hebben door te gaan voor oen onwankelbaar man." Verschillende andero momenten uit den wetgevenden arbeid der laatste jaren wor den voorts aangehaald om de zelfstandige houding der Chrlst.-TIislorischen t9 staven, o. a. het volgende: „Toen in 1899 de kwestie Ier sprake kwam of de mogendheden, bopaaldelijk Nederland, geroepen waren ook den Paus ter Vredes conferentie uit te noodigen, waren de Christ.- Historischon de ©enigen, die open en rond uit het Protestantsche standpunt tegenover het even rond en open door de R-Katho lieken voorgestaan R.-K. stelsel hebben ver dedigd, bij monde van de hoeren De Vis ser en De Savornin Lohman. Geen politieke kansberekening heeft hen daarvan terugge houden. Niet slechts de onti-revolulionnairen, maar evenzoo alle liberale groepen hielden zich stilHet is voor het bestudeeren der verhoudingen op dit punt niet onleerzaam do in December 1899 in do Tweede Kamer ge houden discussie over dat teere punt na te gaan 1" Het blad besluit: Dat een man. als mr. Van Houten, die zichzelf 6toods tot regel gesteld hoeft slechts to buigen voor beter inzicht cn die, liever dan togen zijn overtuiging in te handelen, zich door eigen geestverwan ten hoeft laten uitwerpen, een groep, die hetzelfde bedoelt en in practijk brengt, zulke verwijten naar het hoofd slingert als in den bewusten brief is geschied, bewijst opnieuw hoe het anti-clericalisme het oog ook van don eohronderste kan benevelen. In een driester Acooordroor deze stembus zegt „De Standaard": Bij het aangaan van heb aoooord is uit drukkelijk vastgesteld, dat het slechts bindend zou zijn voor deze Stembus. Of men in 1913, of bij een tussahentijdsche ont binding, weer tot een accoord zal kunnen geraken, zal eerst als het geval daar is beslist worden. Wat thans werd overeenge komen, beslist alzoo voor do toekomst niets. Geheel in strijd hiermede is, hier en daar in het land, verklaard, dat men zich thans wel voegen zou; maar op beding, dat een volgende maal het district aan wie nu meeging zou worden toegewezen. Te Leiden nu had dit zin, omdat Leiden in een goheel exceptioneel en toe stand verkeerde. Maar voor het overige heeft geen enkele antirevolutionaire Kies- vereeniging recht of bevoegdheid, om thans zulk een beding aan te gaan. Zulk een beding toch zou ingrijpen op de con stellatie der toekomst, en daarvoor staat het zeggenschap bij de Deputaten-vergade ring. Willen de Christ.-Historischen in welk district ook bepalen, dat ze zich ditmaal aan het accoord houden zullen, maar later zelf beslag op het district zullon leggen, zoo staat hun dit natuurlijk volkomen vrij, wat ons betreft, en zullen ze met het be stuur der Unie hierover later te handelen hebben. Maar nooit kan of mag hieruit worden afgeleid, dat wij afstand zouden ge daan hebben van het ons toekomend recht, om in 1913 te handelen naar dit wat aan onze eigen partij alsdan plicht zal blijken. In 1913, of eerder, zal men opnieuw een accoord kunnen aangaan, of op eigen ge- legenueid optrekken; maar wat dan ook gekozen moge worden, steeds zullen we in elk district als vrije mannen staan, ons bindend naar eigen inzicht, of van alle ver band ons onthoudend, doch steeds zoo, dat wat nu wordt gesohikt of overeengekomen, in geen enkel opricht afbreuk zal kunnen doen aan onze vol st rekte vrijheid van handelen. Gymnastiek, Maandag Tweeden Pinksterdag zal in Vlaardingen de gewestelijke uitvoering van het Nederl. Gymnastiek-Verbond, gewest Zuid-Holland, plaats hebben. Een feestcommissie, gevormd uit leden van den Gemeenteraad en notabelen met den Burgemeester aan het hoofd, zal de turnsters en turners daar op waardige wij ze ontvangen. Op een ruim, opgespoten terrein, hiertoe door de gemeente Vlaar- dingpn aangeboden, zullen de uitvoering, wedstrijden en verdero feesten plaats heb- j ben, nadat eerst bij den ommegang door J Vlaardingen het Gewestelijk Bestuur, I Feestcommissie en vertegenwoordigers der Vereenigingen ten Raadhuize officieel door j het Gemeentebestuur zullen rijn ontvan- j Zelden is bij een Gewestelijk Feest do deelname zoo groot geweest als thans het geval is. Een 25 mannen-afdeelingen met pLm. 500 turners 8 dames-vereenigingen met pl.m. 120 leden en een 100-tal adspi- rantcn zullen daar met elkaar propageeren voor de alzijdige ontwikkeling des lichaams. i Het geheele Vorstelijk Huis, alsmede tal van andere personen en corporation schon ken medailles waar om turners en turnsters in vrije oefeningen, toos toloef eni ngen volksoefeningen en openluchtspelen in eer lijken strijd zullen kampen. Als hoofdleider zal fungeeren de heer G. J. v. Tongeren Jr., te Rotterdam, ter zijde gestaan door de Technische Commissie van het Gewest en een jury van 15 personen, terwijl een Commissie van oritiek en ver slag, bestaande uit de heeren J. A. Koert en J. E. v. Soest, uit 'a-Gravenhage, cn R. J. Blom, uit Amsterdam, buiten allen om in een rapport aan het Gewestelijk Be stuur, haar resultaten omtrent deze wijze van propageeren zal uitbrengen. Als het weer nu gunstig is, belooft alles met het avondfeest incluis een grootsche betooging te worden ln het be lang der lichamelijke opvoeding van üot tegenwoordig geslacht. Voorbereidend Militair onderricht. Ingevolgo het bepaalde in de Regeling van het Voorbereidend Militair Onder ricnt, tal de aanmelding tot deelneming aan dit onderricht, dat kosteloos wordt verstrekt, moeten gesoliieden vóór don lsten J uni eerstkomende en wel: in plaatsen waar Infanterie of Ves ting-Artillerie m garnizoen ligt, bij den Commandeercnden-Officier der lufautorio of der Vesting-Artillerie in do overige plaatsen bij den Burge meester der gemeente. Bedoelde Commandeerendo-Officieron en Burgemeesters zenden vóór of op 1 Juli aan den Inspecteur der Infanterie een staat in, vermeldende onder meer, welke jongelieden zich tot deelneming hebben aangemeld. Vermits nu door genoemden Inspecteur na ontvangst van bedoelde staten, alle verzoeken om alsnog tot hot onderricht to worden toegelaten, zullen worden afgewe zen, tenzij de belanghebbenden kunnen aantoonen, dat aij door verblijf in het bui tenland of om andero redenen onschuldig rijn aan be-late-aantmolding, meenen we de jongelieden, die aan het voorbereidend militair onderricht wensohen deel to ne men, dat l October a. s. begint, nadruk kelijk opmerkzaam te mooten maken, op de noodzakelijkheid zioh daartoe vóór l Juni a.s. aan te melden, terwijl we teven4 in herinnering brongen, dat gelijke aan melding ook moet geschieden door hen, die ten vorigo jare reeds aan het onder richt deelnamen. Qoae*tie-Treiib-„Nie(ivre Conrnut.'» „Land en Volk" schrijft naar aanleiding van de uitspraak in den „Raad van ccr" in do zaak „mr. Treub tegen de Nieuwe Courant" De hoofdredacteur van „De Nieuwe Cou rant" is over do uitspraak van den Raad Vau Eer in de wolken. Het zonderlinge echter van de zaak is, dat dio Raad hem gelijk geeft op do punten, die volgens het dooi* mr. Treub ingenomen standpunt niet ter zako doen; maar dat de uitspraak zij het ook met een aantal plichtplegingen en complimentjes aan de betrokken personen mr. Treub op het punt, waarom het volgens dezen gaat, in hot gelijk stelt. De Raad van Eer is van. .oordeel, dat nllo bij „Do Nieuwe Courant" en do „Vcrccni- ging van Ncderlandsche "Werkgevers" be trokken personen zoo hoog staan, dat er bij hen geen gevaar is, al begeven zij zich in scheeve verhoudingen. Wij willen op dit vleiend oordeel niete afdingen, al betwijfelen wij of liet over het algemeen grooten indruk maken zal. Evenmin als mr. Treub willen wij aan dc zaak een persoonlijk karakter geven. Waar hot op aankomt is dit. Zelfs dezo eenzijdig samengestelde Raad van Eer heeft objectief gesproken een verhouding als tusschen „Do Nieuwe Courant" en do „Vor- eeniging van Ncderlandsche Werkgevers" bestaat, onomwonden afgekeurd." „Land en Volk" eindigt: „Intussckon, mi*. Plemp van Duiveland ge voelt zich gerehabiliteerd. Wij vermoeden dat mr. Treub daar niets tegen zal hebben en meenen, dat hij overigens over de uit spraak ten aanzien van liet punt, waarom het gaat, tevreden zjjn kan en zijn zal." den er zoo naar, in hun naar wat afwisse- lmg hunkerend, eentonig leventje. Ook waren rij veel meer van Toos gaan houden, sedort deze riek was. Zij herinnerden zioh opeens, dat zij hun altijd zco mooi had voorgelezen; en dien Zondagavond, toen zij nog een paar druppeltjes van dat heerlijke reukwater van haar op hun zakdoekjes hadden gehadZij herinnerden het zich opeens alles weer; en in hun verlatenheid en hun medelijden gingen zij houden van hun ricke zus. Maar in geen geval mochten zij haar zien. Zij wisten, dat zij er w a s boven en dat zij nog leefde; want soms hoorden zij haar stem, en óók wel... haaï schreien. Zij wilden zoo dolgraag haar troosten; haar: srggen, dat Jopie en Mar- rietje, cm Moe toch immers ook, wèl van haar hielden, al wou Vader dan ook niet komen. Zij werden weer de straat op gestuurd. „Vooruit, kinderen," zei Vader, „gaan jelui maar weer eens spelen. De ellende zal vroeg genoeg komen!" Net of er al geen ellende was, in hun kleine leventjes I Toen dwaalden rij weer, tegen elkaar aan, schouder tegen schouder, en de kleine armpjes in elkander, langs de straten. Zij gingen verder dan zjj wel mochten; altijd datzelfde tienmaal op een dag, dat werd zoo eentonig. En wie, die er nog op hun lette Zco kwamen zij op de bloemmarkt. Alles was daar in vollen fleur. Het was het einde van Mei al, en honderden potjes stonden er gerijd naast honclerden andere potjes, allemaal met de mooiste bloemen. Je hadt daar lato narcissen, tulpen, krokussen, vergeet-mij-nietjes, viooltjes, allemaal met een ander gezichtje; vroege rozen, heerlijk riekende seringen, lange takken Mei en wat al nietHet was alles kleur en groen. Alle bloemen in allerlei kleuren, in aller hande grootten, in knop en bloei. Jopie en Marietje, dicht tegen elkaar, zetten hun verbaasde kijkers heel wijd open. Wat een verrukking- Wat een tuin 1 Zij gingen staan naast rijkeluiskinderen, die, aan de hand van hun mama, uitzoch ten veel heerlijke bloemen. Dat was eon feest En iederen, iederen dag keerden rij nu op de bloemmarkt terug. Nu hoefden zij vlaak niet meer gestuurd te worden uit de trieste huiskamer. Nu kwamen zij nooit meer te vroeg er in terug. Het werd een voortdurend heimwee naar dien grooten tuin, midden in de stad, van planten en honderderlei bloemen. Toon zij eens er weer de lange rijen af liepen, met altfooG-frisohblij vccde bewon dering de potjes aanstarend, die zo nu al zoo dikwijls en iederen dag ongeveer pre cies hetzelfde, hadden bekeken, ontdekten de kinderen, allebei te gelijk, iets nieuw3; iets, wat zij er de vorige dagen nog niet gezien hadden: een lelie. Het was of zjj den grooten pot, waar de ranke plant in zat, zoenden met hun oogen, zóó bleven hun blikken er aan hangen. Zij zeiden niets, Jopie en Marietje zij drukten alleen hun armen vaster en zij keken naar de rein-blanke lelie. De bloem was vol ont plooid. In verblindend-witten kelk met diep in gouden hart, rees zij op uit de elanke, liebt-groene bladeren er omheen. Zóó iets mooie,hadden deze kinderen nog nooit gezien. Zij bleven er bij staan, tot een dame kwam en vroeg, wat zij kostte. Vijf en zestig oenten, zei de vrouw; 't was d!e eerste en de eenigste op de heele markt In spanning wachtten zij het antwoord, en een stroom van blijdschap en geluk ging er door hen heen, toen de dame zich afwend de, dien prijs te hoog vond 1 Te hoog. Als zij vijf en zestig oen ten had den gehad, hoe zouden zij hem gekocht heb ben En toen zij eindelijk scheidden van de koninklijke, prachtige bloem, kwam m hen een stevige illusie. Iederen dag kwamen rij nu terug, en iede ren dag stond rij er nog, precies even mooi. Hun illusio werd vaster en vaster. O, die angst iederen morgen, dat rij er niet meer zou staanO, die angst, als zij iomand er naar zagen informeeren, of slechte er naar kijken I Maar op een morgen verdiende Jo-. pie een kwartje met een heer den weg te wijzen; en dat maakte, met do ncgeu stui vers, dio hij in Marietjes spaarpotje gevon den had, dat hij voor haar open had mogen trappen, net zeventig centen. Toen holden de kinderen weer naar de bloemenmarkt. Gelukkig zij stond er nogl Zonder loven of bieden kochten zij de lelie. En Marietje kreeg nog een stuiver terug, om een nieuwen spaarpot mee te beginnen. Het was een heele sjouw 1 Beurt om beurt droegen rij den pot, voorzichtig, zoo ver mogelijk voor hen uit; stapten voetje voor voetje, voorzichtig, de hooge stoepen op en af. En toen zij thuis kwamen, zat Vader weer binnen, mokkend, als altijd. En Moeder was boven, als altijd, wanneer ze niet metJ Vader praatte. „Wat is dat?" vroeg de man strerg, oven opziend, het hoofd opheffend uit do handen, waarin het mokkend rustte. „Nu, zeg op, wat is dat? Wat voer jo daarmee uit?" Hij stond op, schudde Jopie bij zijn arm* „Hè?" dreig-vraagde hij. En hot jongetje aarzelend en zei zacht: „Voor Toos l We wouen...." Een slag op de tafel! Een vloek. Vader zat weer met het hoofd in de handen. Zoo bleef het in de kamer lang stil. Do kinderen, geruischloos bewegend, zetten do «lelie op het kastje; weken bang en stil sa men terug op een stoel in een hoekje. Wat scheelde Vader nu? Stoof hij dan niet meer op Zij hadden gevreesd, dat hij den pot aan stukken zou gooien, op den grond of dc deur uit. 't Was of hij nu be gon te huilen. Jopie en Marietje werden zoo bang! Veel banger dan ze ooit geweest waren En ineens stond Vader op. Ja, heuseli, hij had gehuild: je kon het zien. Boven klonk nu ook weer geschrei. En hij stond! op, kwam naar hen toe, streek hen over het haar. „Jopie, Marietje," zei hij zacht, „gaan jelui de bloem nu geven. Dan zal ik ze voor jelui de trap opdragen." Hij droeg den zwaren pot voor hen naar; boven. Op het portaal zou hij bem aan Jo* pie overgeven. En met hun drieën gingen zij de trap op, terwijl het geschrei hun steeds luider te ge-, moet klonk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 13