DE VOGELTEDOffiER.
Nieuwe Raadsels.
FEUILLETON.
In de hut van den Kluizenaar.
genoog waren om zich door de wereld te
slaan. Toen besloot hij zich niet meer door
lijn moeder te laten regeeren. Hij nam het
katje met het blauwe lintje mee uit wan
delen en maakte met zijn vrienden pret in
den tuin.
Op een dag speelde hij verstoppertje met
Kijn zusjes toen juffrouw blau w-strik, een
tijgerkat de boodschap bracht, dat Jo da
delijk komen moest, zijn moeder had hem
aoodig.
„Moeder moet w&chten, ik moet eerst
mijn spel uitspelen," zedde hij.
„Ik raad je te gaan, er is groot nieuwe
▼oor je," »eide de tijgerkat lachend.
„Stil," zeido Josephine, toen Jo binnen
kwam, „maak de kindertjes niet wakker."
„Er zijn drie broertjes en zusjes voor je
in de hoedendoos. Pas op ze en zorg, dat
de keukenmeid ze met in het vuilnisvat
gooit."
Jo wierp een medelijdenden blik op de
jdrie kleine diertjes en Zei toen:
„Iedere kat moet zorgen voor wat hem'
toebehoort. Dit zijn uw jongen, moeder, en
0 moet op ze paasen. Ik ga naar een ander
tehuis. Juffrouw blauw-strik heeft me ver
teld, dat d^ menschen, die naast haar wo
nen, graag een kat willen hebben; vaarwel
dus. In het vervolg zult U uw eigen kin
dermeid moeten zajm"
Op een dag, toen ik in den tuin der
.Tuilerieën wandelde, zag ik in de verte
een groepje menschen staan. .Nieuwsgierig
om te zien, wat hun belangstelling in zoo
sterke mate scheen gaande te maken, liep
ik er heen, en begreep onmiddellijk, dat
•bet voorwerp hunner opmerkzaamheid de
vogeltemmer was, van wien ik als ieder
een wel had hooren spreken en die bezig
was zijn gevleugelden vrienden hun dago-
lijksohen maaltijd te geven. Met den hoed
op het hoocfd en den stok onder den arm
stond hij onbeweeglijk in d© lange laan
bij het hekwerk, cLat haar afscheidt van
den afgesloten tuin en haalde broodkrui
meltjes uit zijn zak, die hij één voor één
in de lucht wierp. Dadelijk kwamen de
musschecn, elk weggeworpen kruimeltje
werd door één van haar in de lucht ge
grepen en meegenomen. Anderen vlogen
in hun ongeduld om het hoofd yfl.n hun
weldoener, om hem hun deel te vragen.
Soms kwamen versoheidenen tegelijk aan
vliegen, zwervende rondom de hoogte,
waar het kruimpje komen moest en be
twistten elkander den buit. Weldra volg
den ook do houtduiven, die hun vri'end
reeds van verre gezien hadden; de vogel-
temmer stak een stukje brood tussohen
zijn lippen en strekte de hand uit, één der
duiven ging er op zitten, toen nam hij het
brood, en, gewaarschuwd door een bewe
ging der hand, waarop hij zat, vloog hij
weg en liet zich neer op het voetstuk van
een standbeeld, terwijl een andere duif
zijn plaats innam Zoo kreeg elk zijn beurt,
nu en dan wachtte er een vertrouwelijk op
den arm van den man gezeten, tot de
plaats vrij zou zijn. Alle voorbijgangera
waren blijven stil staan, de kinderen had
den hun spel in den steek gelaten, om dit
alleraardigste schouwspel te genieten en
de vogels werden er volstrekt met door
verschrikt; zij schenen hun tegenwoordig
heid niet eens te bemerken, zij zagen slechte
hem, in wien zij vertrouwen stelden, en dae
hen volkomen in zdjn macht scheen te
hebben..
Wolk geheim bezit de vogeltemmer,
waardoor hij die schuwe dieren zoozeer be-
heerscht? Stellig geen ander dan het ge
duld, do zachtheid en het goede dat hij
hun doet, andere tooverspreuken gebruikt
hij niet.
Hij heeft er zich zeker op toegelegd, ae
niet to verschrikken, vermijdt elke plot
selinge beweging, elke stemverheffing,
elke vijandelijkheid. Gerustgesteld, aan
getrokken, zijn de vogels langzamerhand
moediger geworden en gedroegen z3ch
tegenover hun beschermer met dezelfde
vertrouwelijkheid, als tegenover den boom,
waarop zij hun voedsel vinden en dien zij
hun nest toevertrouwen.
In Indië, waar men zoo veel van vogels
houdt, dat ze in de ziekenhuizen verzorgd
worden, als ze ziek en gebrekkig zijn, be
reikt men verrassende resultaten. Vljaam-
eche gaaien vliegen door de huizen rond,
deuren en vensters staan open en een soort
musch haalt voor zijn meester allerlei klei
ne voorwerpen, die hij aanwijst. Een
Fransch reiziger, uit de vorige eeuw, ver
haalt, dat een koning in Lahore in zijn
paleis troepen gedresseerde duiven had, die
hij gedresseerd had op spiegelgevechten,
die door deze vogels met verwonderlijke
juistheid werden geleverd. Hij had ze ge
leerd each in elagorde te stellen, elkander
aan te vallen, te vervolgen, zich onder
elkander te mengen, en de gelederen weer
te sluiten, als de best afgerichte soldaten.
Het uitgestrekte veld des hemels was
het oefeningsterrein, de meester deelde
zijn bevelen uifc door teekens of door mid
del van een vaandel, dat hij nu zus dap zoo
bewoog, naarmate hij aanval of terug
trekken aan wilde duiden.,
9
Ingezonden door Corn. Dieben,
I.
6, 7, 8 ie een knaagdier.
2, 3, 4, 6 vindt men aan elk huhv
3, 2 is een aneeuwvermaak.
1, 4, 2 is een man netjes-bij.
10, 9, 9, 8 is een verkorte meisjeanaaBk
5 is de negende letter van het alphabet.
10, 7, 8 is een verkorte jongensnaam.
3, 4, 8 is een viach.
1, 7, 0 is niet knap.
Mijn geheel bestaat uit lp letters en jftSSt
men op de kennis.
EL
6j 6, 8 gebruikt men aan tafel,
4, 7, 8 leert men.
1, 6, 8, 8 is een jongensnaam
9, 2 is een meisjesnaam.
10, 4 is een lengtemaat.
3, is de vijftiende letter van alphabet,
2, 3, 4 groeit op het lecxi.
9, 10 is een verkleinwoord.
Mijn geheel beetaat uit 10 latten ea k een
ïcged.
Ingezonden door CL Alphen.
ra.
Mijn geheel bestaat nit IS lettere en b
de schuilnaam van een der Tfiadeelkinde*
ren.
4, 4, 8 ia een tijdsbepaling.
Met een 3, 9, 10 schrijft men.
6, 7, 9, 8 gebruikt de schoenmaker.
1, 12, 3 is goed voor kleine kinderen.
13, 12, 11 is een huisdier.
2, 2, 8 is een lichaamsdeel.
6» 9, 8, 9, 10 eten wij met Paachen.
IV.
Mijn geheel is een zangvogel van 9 let
ters.
2, 1 ïb een lengtemaat.
1, 2, 3, 7 gebruikt de schoenmaker.
1, 2, 3, 4, 5 is een verscheurend dier.
1, 2, 8 gebruikt men op school.
Een 6, 3, 4, 5 is 100 jaren.
9, 2, 3, 1 is een lichaamsdeel.
Ingezonden door Hendrik de Rn.
V.
Neemt uit elk dezer zinnen een woord,
die te zamen een spreekwoord vormen.
Deze jongen heeft een nieuwen broek.
De juffrouw heeft twee bezems gekocht.
De meiden vegen de kamers aan.
De glazenwassehers maken de ruiten
schoon.
14)
„Op een helderen, zonnigen morgen, za
gen de bewoners van het blokhuis op eens,
dat de farmer reeds om elf uren het vee
naar den stal bracht. Dadelijk spoedde ik
mij naar buiten, om naar de reden van dien
zonderlingen maatregel te vragen. Klammer
beduidde mij in korte woorden, hem bij het
binnen brengen van de dieren behulpzaam
te zijn en eerst toen dit gebeurd, en de
deur vast gesloten was, vertelde hij, dat
hij buiten op vrij grooten afstand van de
boerderij, waarheen hij gogaan was om te
het afdruksel liad gevonden van een
voetbekleeding, die slechts van een Indflaan
kou zijn. Wij hebben ons dus vergist, voeg
de hij er bij, toen wij meenden, dat de
Roodhuiden ons voor dezen keer met vrede
zouden laten. Ik antwoordde, dat het toch
niet bewezen was, dat de Sioux vijandelijke
bedoelingen hadden, doch hij lachte daarom,
vol medelijden over mijn onnoozelheid.
Nu werden ook de toebereidselen ge
maakt om volkomen voorbereid te zijd op
«cd aanval. De beste voorbehoedmiddelen
waren reeds bij den bouw van het huis in
acht genomen. Zoo was van de naaste bron,
die den pachter het onontbeerlijke vater
leverde, een leiding gelegd naar den stal,
die nooit gebruikt werd en gewoonlijk ver
stopt was. De ontbrekende einden pijp
werden nu vervangen door eenige uitgehol
de boomstammen en deze hielden zich uit
stekend. Deze onderaar dsche leiding stelde
den pachter in staat, een langdurige bele
gering te doorstaan zonder dat het hem, of
het vee aan water ontbrak. Voedsel was er
steeds voldoende aanwezig. Dan waren, zoo-
reed s vermeld is, de vensters als schietga
ten ingericht en vereer de planken en bal
ken die het vormden, bedekt met dun
ne steenen, zoo dat het gebouw niet in
brand kon geraken, wanneer de Indianen
fakkels op het dak wierpen. Aan wapens
bezat de pachter twee buksen, een achter
lader en een oude, doch goede voorlader,
dien hij mij gaf. Het is hetzelfde geweer
waarmede ik nu nog op de jacht ga en dat
ik uit het verre westen heb meegebracht.
Hans en Fizi waren daarover zeer ver
baasd en de oude willigde het verzoek der
kinderen in, door het geweer, dat zij reeds
lang kenden te halen en nog eens nauwkeu
rig te laten bekijken. Toen vertelde hij ver
der.
Ammunitie was er genoeg en zoo waren
wij dus voldoende voorbereid om een aan
val ''er Sioux af te kunnen slaan. Doch de
avond en daaroo de nacht kwam, zonder
dat iets verdac1 ts was opgemerkt-. Ik bleef
bij mijn meening, dax. de Indianen niets
kwaads in den zin hadden, dooh Klammor
scheen er nog steeds anders over te denken.
„Dikwijls'', zeide hij, „zenden de Sioux,
voor zij in hun volle sterkte verschijnen, bo
den vooruit en wij mogen ons gelukkig ach
ten, het spoor van zulk een bode te heb
ben ontdekt, vóór wij, door de overmacht
overvallen en onvoorbereid als wij waren,
minstens de kudden, zoo niet het leven Ver
loren".
„De maan scheen helder en de kreüels
tjilpten hun eentonig lied, dat den gehee-
len dag en ook in heldere nachten weer
klinkt. Wij hielden die wacht, doch nergens
was iets verdachts te zien. Slechts eenmaal
scheen het mij toe of ik een ongewone be
weging zag in de twijgen van de zware
eiken. Doch daar deze zich niet herhaalde,
hechtte ik er verder geejn waarde aan.
Tegen één uur ging dfc maan onder, doch
geheel donker was het niet, daar de ster
ren hun matten glans verspreidden. Een uur
later begonnen uit het Zuiden wolken aan
te komen en werd het snel duister. Tot
middernacht hadden de boerin en Willy,
die van angst niet slapen konden, ons ge
zelschap gehouden, toen werden zij over
mand door vermoeienis én zoohten hun le
gersteden op. Wij deden dit niet, want wij
wisten maar al te goed. dat, als er 's nachts
gevaar dreigde dit eerst te duchten was na
maansondergang, bij volkomen duisternis.
Inderdaad zagen wij tegen twee uur ver
dachte gestalten om het huis sluipen. Klam
mer vuurde op een er van, doch blijkbaar