DAGBLAD, Zaterdag: 22 Mei. No. 15106. PERSOVERZICHT. LBIDSGH Anno 1909. DE KABOUTERS. ,r In het ,Nederlan<iscli Land bouw weekblad" schreef Q, A, Vogel, .üit Goedereede: Verinkelïjk was het voor de Goereesche jboercii tj de behandeling der motie- Scha i' in de Tweede Kamer, al de Jdaagiicaeren te hooren, welke het gevolg zouden zijn van de aanneming dier mo tie. Steeds vermakelijk blijft het voor ons, nu ook "het Landbouw weekblad" 'diezelfde klachten nog eens doet hooren, ppeciaal ten behoeve van den landbouw in juw hoofdartikel van 24 April j.l. Ik zeg vermakelijk yoor de boeren in jonzé streek en wel omdat hier bij men- jschcnhcugenis de langste werkdag 9 uur is in het boerenbedrijf, meestal echter 8 uur. Wie êr belang in stelt, neme kennis van fde volgende algemeen stipt nageleefde ar beidstijden van half November1 Maart 6-urige ar beidsdag van 1 Maart1 April 67a ën 7. uur; van 1 April1 Mei 8 uur; van 1 Mei1 Juli 9 uur, hooitijd 8 uur; van 1 Julihalf November 8 uur, tar weoogst 9 uur. Eigenaardig, juist als het hooien begint, Iwordt de dagtaak van de arbeiders met één ,uur verminderd. Het spreekt vanzelf, dat ,bij dergelijke korte arbeidsdagen de dag taak respectievelijk eindigt des winters en in het vroegere voorjaar on* 2 en 3 uur, in Iden- zomer om halfvier; alleen in de 14 [dagen tarweoogst om 4 uur of halfvijf. Het is dan ook ronduit gesproken voor leen vreemdeling en ook wei voor ons be spottelijk om aan te zien hoe in het druk ste van <den zomer alle gereedschap om 3 uur, halfvier wordt ter zijde gelegd tot Iden volgenden dag. Het is een oud gebruik fcn daar is geen macht, welke daarin ver andering brengen kan. Daarbij komt nog, jÜat elke arbeidsdag veilig op een "halfuur minder gesteld kan worden, daar het zich huiswaarts begeven onder den arbeidstijd begrepen is. Waar ik dus sprak yan stipt nageleefde arbeidstijden, is rekening te houden met dezen factor. En toch is hier alles op tyd klaar; er is overvloed van arbeidskracht en wat het .voornaamste is, Ret gaat allen boeren goed. Door de oude garde zijn groote ka pitalen bijeengegaard en den jongeren, ge steund door de nieuwe wetenschappelijke bedrijfsleer, gaat het niet minder goed. Het is dus te begrijpen hoe wy ons ver kneukelen in de aangenomen motie-Aalber- pe on hoe wy uitzien naar de belichaming idier motie jn een wetsontwerp. Het kon teens aanleiding geven, dat wij nog eens iden 10-urigen arbeidsdag beleefden in ons bedryf, al was het alleen in de drukke zomermaanden. Daar de grondslag van het (dagloon steeds per uurloon berekend wordt zou het ook den arbeider ten goede ko men. Ik geloof echter, dat wij er nooit toe komen zullen; de arbeiders hier willen en moeten om 4 uren by moeder de vrouw py'n, om in de avonduren hun eigen zaak jes te beredderen. Dr. A. Bronsveld schryft in zijn Kroniek in „Stemmen voor Waar- beid en Vrede": Nu zullen wy krijgen confessionee- ïte middelbare scholen. Is men ge reed met onderwijzend personeel? Zal by 'ide leeraren bekwaamheid en geloofsovertui ging gelijkelijk worden aangetroffen? Is het aantal groot van mannen en vrouwen, be voegd tot het geven van middelbaar onder wijs, en tevens menschen van Christelijke beginselen? Bestaat er geen gevaar, dat men om de aanwezigheid van het eene, de afwezigheid van het andere zal voorbij zien Zal in het eene geval het gehalte van het onderwijs, en in het andere het geestelijk karakter van de school geen schade lyden Zegt men, dat deze toestand slechts tij delijk zich zal voordoen, daar het gebrek aan christelijk en bevoegd onderwijzers-per soneel van lieverlede zal afnemen wij antwoorden daarop, dat men toch wel zal beginnen moeten met zich te behelpen; en zou men aan bijzondere scholen om den wille van die godsdienstige richting niet al te gemakkelijk voor minder geschikt;-* heid één oog sluiten? De Tweede Kamer heeft niet goed kun nen vinden te bepalen, dat leerlingen aan gesubsidieerde middelbare scholen kunnen vrijgesteld worden van het bijwonen van het godsdienstonderwijs. Ouders, die, bij afwezigheid van een an-: dere gelegenheid, hun kinderen willen zen den naar een bijzondere middelbare school, zullen dus toe moeten laten, dat hun zonen en do cfl teren m den Rooms chen of Heidel- bergschen Catechismus onderwezen wor den, en dat op scholen, die door Rijkssub sidie in stand worden gehouden. Ik kan my niet verklaren, dat een man als dr. Bos met dezen loop der zaken ingenomen zich betoont. Wij krijgen nu zoo ongeveer het tegen overgestelde van hetgeen door Kappeyne fen de zijnen is gedaan op het gebied van het lager onderwijs. De confessioneele mid delbare school gaat nu de openbare school onmogelijk maken, met behulp van de Rijkssubsidie. En zy, die van dat confessio neel onderwijs niet zyn gediend, mogen toezien. En nog zyn we niet aan het einde van de nu oppermachtige strooming op het ge bied van het onderwys. .Weldra komt ook het hooger onderwys aan de beurt, en wordt de bijl gelegd aan onze Rijks-univer siteiten. De pacificatie zal er wezen, wan neer heel het onderwijs zal zijn in de macht van de kerkelijke partijen, en het openbaar onderwijs tevreden zal moeten wezen met de kruimkens, die vallen van de tafel der heeren, die calvinist zich noemen of roomsch zyn. Dan kunnen wij weer van voren aan beginnen. De „Kroniek"-schryver der ;,N i e u w Provinciale .Groninger Cou rant" zegt: Ik wil allereerst iets vertellen van een gezelschapje van drieën. Zy hadden ge wandeld en rustten daarna een oogenblik uit. Maar nu kwam er verschil van mee-, ning. Heel natuurlijkwaar drie Nederlan ders bjjeen zyn, heeft men allicht ook drie meeningen. A. en B. wilden opstappen, de wandeling voortzetten. C. wilde echter blij ven zitten, want hem beviel de rust uitne mend. Nu zou men zeggen, dat, vooral in onzen tijd van „democratie", C. het moest afleggen, want hij was in de minderheid. Toch gebeurde dit niet, want C. was slimEr bestond namelijk ook weer ver schil tusschen A. en B. A. wilde naar het Noorden en B. naar het Zuiden. A. wilde loopen; B. dacht er aan zich te laten rijden. En zij debatteerden ijverig, soms zelfs hef tig over dht meeningsverschil. Wat .dood, C. toen, die wou blyven zitten? Hy bestreed met B. het plan-Aen ver moordde het. En daarna bestreed hij met A. het plan-B. en vermoordde het, want de meerderheid beslist en het was telkens twee tegen één. En toen waren de twee plannen van de baan en bleef het gezelschap zitten, lang nog, en bestelde C. een flesch „fyne," omdat ie het zoo fyn gewonnen had. Dat is de triumf der menschenkennis 1 Zal het straks op het politieke erf ook zoo gaan? Het is mr. Treub', die de vrij-liberalen van zulk een slim voornemen beschuldigt. Zy zullen met behulp van de voorstan ders der staatspensionneering de verplichte, verzekering van de baan helpen. Nu, daar staan dë heeren sterk op. De eenige „liberaal," die ons land heeft, de heer Elout, heeft een hard woord ge zegd over de staatspensionneering. Maar als het te doen is, zeide hij, om de „dwang verzekering" te keeren, dan zou hy met de staatspensionneerders meegaan. Maar als de verplichte verzekering nu van de baan komt, dan zitten de heeren vrij liberalen en Unie-liberalen toch met de staatspensionneering. De socialisten kun nen het wel beloven, zij behoeven het niet vies: tegen de revolutie de èooiale hervor ming I Dia iëüwe Rotterdamsche Courant" noemt „het wetsontwerp je, dat plots uit de lucht is komen vallen, tot be vordering van openbare zedelyk- heid esi tot fnuiking der speel zucht": een paradehitje, met de bellen aanDe Regeermg geeft zelve toe, zegt het Blad, dat hetgeen een van de belangrijkste onderdeden van het ontwerp moest zyn, er in wordt gemist. Voor het ontwerpen van bepalingen tot bestrijding van het beurs spel ontbrak de tijd. Ontbrak de tijd vraagt ge; waarom is dan het ontwerp niet nog binnen gehouden? Van afdoening is toch immers geen spraak hoegenaamd. Zelfs in de afdeelingen der Kamer zal het niet worden onderzocht. Indien het ont werp1 dus nog tot September, October, November misschien ware aangehouden, om 't dan afgewerkt aanhangig te maken de wet kwam er immers geen dag later door in het „S t a a t s b 1 ad." Zeer waar; met dit ééne verschil, (lat September ligt na de verkiezingen, en Mei er vóór. Men moest de kiezers toch op iets kunnen wijzen I Ook het veelbesproken, en nu onverwachts ingediende bakkers- wetje mist nog een paar leden, die er later aan zullen worden geplakt. Maar in gediend is het dan toch 1 Der bakkers dank wordt verwacht. In een driester Aoooord voor heel deze stembus zegt „D o Standaard': Er zijn ook van Rechts dezelfde oandi- daten in meer dan één district gesteld. Zoo in Harlingcn en in Leiden do boer De Visser. In Dordt en Ommen do heer Kuyper. In Goes en Groningen de heer De Savornin Lohmaai. In Sneek en Gouda de heer Colijn. Natuurlijk moeten deze candidaten, zoo ze in beide districten gokozen worden, heb ééno district kiezen, en het andere in den steek laten. Zoo kan het zijn, dat een zitlond lid ge noodzaakt is, zijn district, waar hij dusver voor zat, er aan to geven, omdat hot bij tweedo stemming min dor zeker is, dat hij in hot niouw veroverde district door een geestverwant zou worden vervangen. Maar dan gaat natuurlijk het aocoord ook bij do tweede stemming door. Dan blijft het district waarvoor hij zat, aan de partij, waartoe hij behoort, on treedt een geestverwant als algemeen can- didaat in zijn plaats. Wordt de heer Colijn in Sneek en Gouda gekozen, dan blijven beid© deze districten toch aan ons. Wordt do heer Lobman in Groningen gekozen, dan blijft Goes aan do Ohri6t. Bast. Unie. En wordt de heer Kuy- por in Ommen en Dordt gekozen, dan blijft tooh Ommen aan de Antircvolution- aaire partij. Gemeenteraad van ttüjnglmrg. Aanwezig: alle lodon. Voorzitter: de burgemeester, de heer R. van Ham. Ingekomen 6tukken. a. Reclames hoofdelijken omslag van B. v. d. Haak on Y. van Duyn. Gestold in bandon van B. on VVs. b. Request van de feestcommissie. Vol gons dit request heeft de oommissio een tekort, dat geraamd wordt op 60 gld. Zoj vorzoobt om tegemoetkoming uit de kas dor gemeento. De voora. stelt voor dit request te stol len in handen van B. en Ws. De heer Hogowoning wil het nu dadelijk behandeld hebben, omdat reeds dozen avond do fecstoomm. vergadert ter vast stelling van da rekening. De Voorzitter handhaaft zijn voorstel, omdat het request pas is ontvangen en do wethouders zelfs nog geon inzage hebben gehad. De overige loden zijn hot met den Voorzitter eens en verlangen ook een nauwkeurigo rekening en verantwoording. Het request blijft iu handen van B. on Ws. om advies. Aan do orde komt nu hot eonigc puuft dor agenda: Contract met do Waterleiding- Maatschappij. Dit contract wordt artikelsgewijzo be handeld. Alleen artikel 1 geeft aanleiding tot opmerking. Volgens het contract z-al do gemeonto bij eventueel opbreken van straat of weg ton boboovo van dc hoofd leiding van do Maatschappij 33 cents per kub. Moter ontvangen tot herstel. L)o Raad wonscht het herstel van weg of straat aan do Maatschappij over te laten onder toczioht en ton genoegen van de gemeente. Hiervan zal aan do Maatschappij medeefce- ling worden gedaan. Daarna wordt net contract, behoudens de aan te brengen wijziging goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat wegens misbruik, dat gemaakt wordt van hot gratis water halen, uit de standpijp van de waterleiding, door B. cn Ws. begoten is i cent per emmer te heffen cn daarvoor op bepaalde tijden van den dag gicgen- heid te geven. Deze l»epaling is reeds door B. cn Ws. in werking gesteld. Wcth. N. van Egmond constateert, dat cr nu b'.na geen gebruik meer van wordt gemaakt De heer SchonevcM wijst op de schrille tegenstelling van de plaats hebbende foi- ten: aan do eene zijde wordt do particu liere pomp in de Krugersbuurt op ccn put, die besmet is verklaard, hersteld, zoodat men daaruit weer het besmette water lean halen. Aan de andore zijde wordt van ge meentewege liet halen van goed duinwater nu bolemmerd door bet gratis gebruik op te heffen. Al is dc prijs van c^nt per emmer ook gering, hot blijkt, dat velen zich dezo uit gaven toch niet willen getroosten en liever van het besmet water gebruik maken. Hij stelt voor het water weer gratis te go- ven on dan onder toezicht, zoodat cr geon misbruik kan plaats hebben. De Voorzitter blijft cr tegen, oiudnt ook door 'n huiseigenaar, den lieor P. Kort, aan zijn huurders water tegen J cent per em mer wordt verstrekt. Do hoer Schonoveld wijst er nogmaals op, dat het hior een belangrijke hygiënische zaak botreft, cn al is het don ook wat ver gezocht van degenen, die geen cent voor een emmer goed water over hebben, bij be smetting leveren die toch gevaar voor an deren op. Do heer Hogowoning steunt het voorstel Sohoneveld. Do Raad besluit eohtcr den huidigen toe stand te handhaven en cent per emmer to blijven heffen. Bij de rondvraag wordt gesproken over de plaate van de nieuwe muziektent; dezo zal echter nog dit jaar op het Rapenburg blijven staan. Verder wijst do heer Schonevekl op een leemte in de verordoning, die wel verbiedt dat fietsen op de bovenstraat rijden (of schoon do heeren fietsers zioh blijkbaar daaraan niet storen), maar het rijden van wagens, molkkarren, enz. toelaat. Hofprediker dr. G. J. v. d. Flier. De Haag8che oorrespondent van de „Leeuw. Ort." meldt: Naar ik verneem, zaJ de toediening van den doop aan prinses Juliana niet door den Hofprediker dr. G. J. v. <L Flier geschieden. En dit wol om zeer droeve redenen. Hoewel dr. v. d. Flier het verlangen te kennen had gegeven met dezo plechtigheid zijn ambt als Hofpredi ker te beëindigen, is het noodig geworden hom over te brengen naar een omgeving van volkomen rust en landelijke stilte. Het vervoer derwaarts geschiedde in dc Ruto van den Prins. Uitvoerrechten in Veneznela. Bij uitgevaardigd decreet worden do uit voerrechten op oaoao, huiden en koffie op geheven. 1 Vader [was een uurtje naar de achtcrka- jmer, om een dutje te doen: „een En gel achen ibrief schrijven" noemde hij dat. Zij zaten nog om de tafel, schitterend gedekt, do treurige overblijfselen van het yoortreffelijk dineetje, esn opengesneden me- loon, een paar kledderige hoopjes perzik- yellotjes, dxuive velletjes, de aanmatigend- krinkelende schil van een door bekwame banden aan één 6tuk geschilde peer, het Iroomiff-woasoppende nat in de opzij-gescho len schoteltjes van het ijs. Zij zaten nog lom de tafel, behaaglijk leppend aan een klein ikopjo koffie. Jan met een fijne sigaar. Zy" fcaten nog om detafelmoeder, zoon en dochter. Buiten, vóór het huis, voor de zorgvol gesloten luiken, lolde Rotterdams Zondag- Avondgejoel. Een schelle lach, esn meidor gil, oen verwensching en het braldel-gezang yan oen sliert quasi-dronken opgeschoten, jongens. Binnen was het knus. October gaf al aan de avonden een eigen sfeer van gezelligheid en intimiteit. Zij had- Sden gegeten met gaslicht en met dichte lui ken, waarover de meubelgordijnen warm-def- jög uitplooiden. En hoewel de reeds gezette kachel nog niet brandde, was de eetkamer AU loom van atmosfeer, deed de drie men- Bchcn zwaar en droomcj'g hangen op hun ptoelcn, deed hen met een aandoening van vaag welbehagen luisteren naar het jagen c Jp-n den, wind, buiten, over den donkeren Zen dagavond, het meiden- en bootwerkersfeest. Omdat haar jongen zoo weinig overkwam (en als hij nog kwam, was het meest pas na tafel), omdat hij hard werkte de heelo week, 's Zondags meestal ook nog, in de piano zaak, die hij nu goowat een half jaar ge loden begonnen was in Den Haag, èn om dat Rij zulk ellendig eten kreeg altijd bij zijn hospita, pp de Hof stedelijke huurko- mers, waarvan de eenige voordeelen hierin bestonden, dat zij dicht bij de zaak gelegen en dat zij goedkoop waren beneden alle con- ourrentie, had moeder eens uitgepakt, nu hij dan eindelijk ook eens eten kwam. Het fijne dineetje had best gesmaakt. En over de ruines van het dessert, over het klrinn kopje mokka, en over de fijne sigaar, zat hij nu wat te soezen en te filo- sofeeren, met een fiere minachting, negee ring van "het aardsche, zelfs van de on- zienbare reeks van nog minder dan s o h i m- mon van een middagmaal, welke hem op zijn residentelijke huurkamers nu weer te wachten stond. Zijn. moeder en zyn zuster, in even loomé welgedaanheidsstemming, draalden en treu zelden op haar stoelen, sleepten een kwijnend gesprek, konden niet opstaan en ex toe besluiten, de tafel .ai te nemen, de dienst bode was uit met den Zondagavond waar op in qnrustigo nonchalance de serviessta pelingen stonden, de gekreukt ineengebalde servetten, de vruchtenvelletjes en het weg- roomend ijs. „Hè", zed zijn zuster, en zij rekte zich verholen even uit „nu moesten, net als je vroeger geloofde, de kaboutertjes komen, om alles op te ruimen en de vaten te was- schea I" i tè geven. Maar anders staat het met 'de partijen, uit wier midden bewindslieden, moeten komen. Hoe zal men een staatspensioen geven? Hoe het geld er voor vinden? Och, wat teen zorg, denkt de vry-libe raal. Het zaakje is immers zoo gemakkelijk mogelijk. Met wat overleg doet men won deren. De voorstanders van verplichte verze kering willen van geen staatspensionnee ring wetenEn C., die, met behulp van A., het plan-B. vermoordde, .brengt met behulp van B. het plan-A. om hals. Hy is de lachende derde. En het gezelschap blijft zitten. Er komt geen vooruitgang. iWas dat pok niet het doel? .Voor personen, dio willen „remmen^" is het waarlijk een mooie tijd. En de Neder- landsche kiezer, die dooT al de partijen en leuzen en bonden haast in de war komt, mag wel oppassen, dat hij. piet; beetge-, nomen wordt. In do öerie vlugschriften „Onze poli tieke p a r t ij e n" is versohenen een 6tndle van mr. H. P. Marchant aangaande de V r ij- zinnig Democratische part ij. Schrijver staat daarin stil bij de ontwikke ling van het maatschappelijk leven en de studie daarvan, waaruit theorie en prao- tijk dor Vrijz.-Dem. zijn voortgevloeid, en zet uiteen de redenen, die geleid hebben tot oprichting van den Vrijz.-Dom, Bond. Daarna releveert hij liet optreden, van de Vrijz.-Dem. bij Kamerverkiezingen en hoc door hen de alles bohoersohende hoofdtaak is: de Grond wetsherziening ter verkrijging van hot alge meen kiesrecht. Ten slotte doet sohrijver uitkomen geen voorstander te zijn van de huidige partijverhoudingen in linker- en rechterzijde. Bestond er voor bepaalde ur gente onderwerpen samenwerking van ele menten uit rechter- en linkerzijde, die van zelf telkens worden aangewezon bij stemmin gen over sociale maatregelen, dan zou men, naar zijn mooning, do hand aan het werk kunnen slaan; er behoefde niet meer te wor den getransigeerd; ieder kon voor zijn over tuiging eerlijk uitkomen. En bepaaldelijk in de samenwerking van rechtscho en linksche elementen zou z,i de waarborg zijn gelegen, dat wederzijds niet be duchten waro het geen van uitsluitend reehtsche of uitslui tend linksche Regeering thans wordt ge vreesd. „Juist de vrijzinnig-democraten gevoelen eindigt schrijver voor oen gewijzigde samenwerking zooveel ter verwezenlijking van de voornaamste punten van hun pro gram, omdat zij zich vrij weten van bekrom pen anti-cloricalisme en omdat zij volop ge legenheid hebben gehad tot kennismaking met de schaduwzijden van een samenwerking naar de thans bostaando scheidslijn. Zoo niet alle teekenen bedriegen, zal, hoe wel de komende verkiezingen naar de bo- staando formatdo zullen plaats hebben, de praktijk tot meer blijvende samenwerking van bepaalde groepen uit de thans tegen over elkaar staande partijen dwingen. Allen, wien hot ernst is met de bevordering van sociale maatregelen, waarin zooveel achter stand is en waaraan de laatste tien jaren nagenoeg niets is gedaan, zij allen zien in, dat samenwerking van gelijkgezinden voor het welslagen noodzakelijk is. En dat het volgen van de ,/spoedmethode" dringende eisch is. Het initiatief, de drang tot voortgaan op den weg der sociale wetgeving, zal voor namelijk moeten uitgaan van een partij als de vrijzinnig-demooratische, waarin democra ten zijn georganiseerd in onvermengd ge zelschap. Aan de rechterzijde is geen partij te vinden, of de zorg voor het bewaren der eenheid houdt van zulk een initiatief terug. Zij moeten tot meegaan door anderen worden gedrongen. Groen vpn Prinsterer's leuze „tegen de Revolutie het Evangelie" heeft op staatkun dig terrein tot stilstand geleid. Zij mist, bij den voortgang der tijden, het beoogde dool. Dit is alleen te bereiken, zoo een drachtig wordt opgetrokken onder het de- „Ja", zei hij, „dat was toch. maar een mooie tijd. I" In het midden latend of hij bedoelde: den tijd van het nog-er-aan-gelooven of wel dien van de kabouters zelf. „Zoo dttnlc ik menigmaal, als ik moo en hongerig naar» huis kom 's avonds om zes uren: Nu moesten de kabouters eens zoo'n echt sprookjeediner voor me klaargezet heb ben zooals wij er nu een hadden, zonder hulp. Maar als ik m'n kamer ppkom, is het altijd maar weer die commensalen- worstl Mot een volhardingsvermogen, waar ja jo hoed voor afneemt. Ja, jammer toch, dat die dingen niet bestaan." Hij sloeg aan 't filosofecren. „Maar ze bestaan," kwam opeens zijn moeder, kabouters bestaan er wèlP' Zoo iets van: Praat-nou-maar-door 1 „Ja", zei zijn zustor wijs. „Want wat be staat, dat is niet do werkelijkheid, maar wat niet bestaat, dat is de werkelijkheid. Waar heb ik het ook weer gelezen Hij lachte. Hét was de ons allen yan tijd tot tijd bevliegende stemming van doorslaan, en on- zin-kletsen zonder Jcop of staart, van de flauwste idiofcigheden debiteeren uit kinder- nchtig-ondcugenden overmoed, of alleen maar om het eigen geluid te hooren. Het was do echte after-dinnerstcanming. Maar moeder stond op om te gaan af nemen. En glimlachte wijs. „Toch bestaan ze, cn je zult het nog 'wel eens zelf zien." Maar de kabouters kwamen niet. En maar zelden wisselde de oommensalenworst af met een varkenslapjo of een stukje paardebief. Toen, eon drie weken na zijn laatste be zoek, een avond van herfstige ongezelligheid en begeerte schreiend om een warm, lompen- vorlicht huis. Ilij kwam van de zaak om over zessen, moo en nat, en do hartbrekende melancholie der lantarens, haar loome vlam uitwaaierend in den druilrogon, haar goud-glazen iijkkist- jes spiegelend over hot zwart glimmend pla veisel, haar eenzame stengels rekkend Langs de s omber-verlaten, hollo straten, maakten hem naar, heel naar. En weer kwamen de kaboutertjes, waar aan hij vroeger zoo stellig en kindeilijlc- onbogrensd liad geloofd. 01 waTen zy er nu toch maar voor dezen ééncn keerl Kwamen zij nog maar eens terug een enkele maal, om hom bij zijn thuis komst te verrassen met wat goed eten en een beetje gezelligheid I Maar hij wist hot wel, hij had zoo vaak hen gewacht. Nu was, met het geloof, ook do hoop geheel verdord. In de koude, triest- leege kamer het eindje commensalen worst op het poffertjes kraam achtig-gevlekt ser vetje, een paar zwart-oogige aardappelen met blauw-gore-hoekige facetten, oen kletsje ge stoofde sla of wat harige boontjes. Hy kon het wel droomen; hij kon het wel uittooke- nen. Hij zag het al vóór zich, als hij zijn oogen dicht deed, het dagelyksch menul Een wee gevoel kroop in hem op. De regen dreinde, mot gouden vonken voor de lan tarens. Voor de zooveelste maal rokende hij uit, of hij geen andcTe kamers zou kunnen nemen. De kaboutersl De kabouters! En toon hij de kamerdeur opendeed, han ger-moe, toen schrok hij IZij waren er geweest! Zij warea er dan toch geweest! Nadat hij tot bezinning gekomen was, zijn oogon had uitgewreven, zich in zijn arm had geknepen, had gekeken op de deur, waar z ij n naamkaartje bang, was zijn eerste ge dachte: de juffrouw is gek geworden. Op de schitterend-gedekte tafel, fel-wit met warm rood gofonkel van wijn in kristal, stonden dampende schotels. In het midden oen hoele eendvogel, die alleen al hem hot water deed loopen om do tanden. De kamer, gezollig verwarmd en verlicht, was vol ge- braadgourde gedekte schotels verborgen heerlijke geheimen. Hij lachte om de gedachte aan do kabou ters, welke weer in hem opkwam. Ook herin nerde hij zich de woorden van zyn moeder, nu drie weken geleden. Hij lachte; en hij mompelde in zichzelf, luidop, om zijn oog-; stige verbazing weg te praten: „Bepaald, de juffrouw is gek geworden 1" Toen ging hy zitten. Ilct water liep om zijn tanden. Hijdraaide een pootje uit den eend, hij ontdekte de heerlijke gobc-H men. Doch hij was net begonnen. Toen opeens een gegicgel, een geproest, oen schaterlach' van achter de canapé, precies als in het verhaal van vroeger, van de kabouters, zijo' moeder en zijn zuster, die stikkend en gierend te voorschijn kwamen 1 Hij sprong op, schrikkend eerst, toen haas^ tig afvegond zijn vet-druipenden mond, en! hij zoende haar. De kabouters waren dan toch nog gekomen* De kabouters bestaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 13