DAGBLAD, Zaterdag: 22 Mei.
No. 15106.
PERSOVERZICHT.
LBIDSGH
Anno 1909.
DE KABOUTERS.
,r
In het ,Nederlan<iscli Land
bouw weekblad" schreef Q, A, Vogel,
.üit Goedereede:
Verinkelïjk was het voor de Goereesche
jboercii tj de behandeling der motie-
Scha i' in de Tweede Kamer, al de
Jdaagiicaeren te hooren, welke het gevolg
zouden zijn van de aanneming dier mo
tie. Steeds vermakelijk blijft het voor ons,
nu ook "het Landbouw weekblad"
'diezelfde klachten nog eens doet hooren,
ppeciaal ten behoeve van den landbouw in
juw hoofdartikel van 24 April j.l.
Ik zeg vermakelijk yoor de boeren in
jonzé streek en wel omdat hier bij men-
jschcnhcugenis de langste werkdag 9 uur is
in het boerenbedrijf, meestal echter 8 uur.
Wie êr belang in stelt, neme kennis van
fde volgende algemeen stipt nageleefde ar
beidstijden
van half November1 Maart 6-urige ar
beidsdag
van 1 Maart1 April 67a ën 7. uur;
van 1 April1 Mei 8 uur;
van 1 Mei1 Juli 9 uur, hooitijd 8 uur;
van 1 Julihalf November 8 uur, tar
weoogst 9 uur.
Eigenaardig, juist als het hooien begint,
Iwordt de dagtaak van de arbeiders met één
,uur verminderd. Het spreekt vanzelf, dat
,bij dergelijke korte arbeidsdagen de dag
taak respectievelijk eindigt des winters en
in het vroegere voorjaar on* 2 en 3 uur, in
Iden- zomer om halfvier; alleen in de 14
[dagen tarweoogst om 4 uur of halfvijf.
Het is dan ook ronduit gesproken voor
leen vreemdeling en ook wei voor ons be
spottelijk om aan te zien hoe in het druk
ste van <den zomer alle gereedschap om
3 uur, halfvier wordt ter zijde gelegd tot
Iden volgenden dag. Het is een oud gebruik
fcn daar is geen macht, welke daarin ver
andering brengen kan. Daarbij komt nog,
jÜat elke arbeidsdag veilig op een "halfuur
minder gesteld kan worden, daar het zich
huiswaarts begeven onder den arbeidstijd
begrepen is. Waar ik dus sprak yan stipt
nageleefde arbeidstijden, is rekening te
houden met dezen factor.
En toch is hier alles op tyd klaar; er
is overvloed van arbeidskracht en wat het
.voornaamste is, Ret gaat allen boeren
goed. Door de oude garde zijn groote ka
pitalen bijeengegaard en den jongeren, ge
steund door de nieuwe wetenschappelijke
bedrijfsleer, gaat het niet minder goed.
Het is dus te begrijpen hoe wy ons ver
kneukelen in de aangenomen motie-Aalber-
pe on hoe wy uitzien naar de belichaming
idier motie jn een wetsontwerp. Het kon
teens aanleiding geven, dat wij nog eens
iden 10-urigen arbeidsdag beleefden in ons
bedryf, al was het alleen in de drukke
zomermaanden. Daar de grondslag van het
(dagloon steeds per uurloon berekend wordt
zou het ook den arbeider ten goede ko
men. Ik geloof echter, dat wij er nooit toe
komen zullen; de arbeiders hier willen en
moeten om 4 uren by moeder de vrouw
py'n, om in de avonduren hun eigen zaak
jes te beredderen.
Dr. A. Bronsveld schryft in zijn
Kroniek in „Stemmen voor Waar-
beid en Vrede":
Nu zullen wy krijgen confessionee-
ïte middelbare scholen. Is men ge
reed met onderwijzend personeel? Zal by
'ide leeraren bekwaamheid en geloofsovertui
ging gelijkelijk worden aangetroffen? Is het
aantal groot van mannen en vrouwen, be
voegd tot het geven van middelbaar onder
wijs, en tevens menschen van Christelijke
beginselen? Bestaat er geen gevaar, dat
men om de aanwezigheid van het eene, de
afwezigheid van het andere zal voorbij zien
Zal in het eene geval het gehalte van het
onderwijs, en in het andere het geestelijk
karakter van de school geen schade lyden
Zegt men, dat deze toestand slechts tij
delijk zich zal voordoen, daar het gebrek
aan christelijk en bevoegd onderwijzers-per
soneel van lieverlede zal afnemen wij
antwoorden daarop, dat men toch wel zal
beginnen moeten met zich te behelpen; en
zou men aan bijzondere scholen om den
wille van die godsdienstige richting niet
al te gemakkelijk voor minder geschikt;-*
heid één oog sluiten?
De Tweede Kamer heeft niet goed kun
nen vinden te bepalen, dat leerlingen aan
gesubsidieerde middelbare scholen kunnen
vrijgesteld worden van het bijwonen van
het godsdienstonderwijs.
Ouders, die, bij afwezigheid van een an-:
dere gelegenheid, hun kinderen willen zen
den naar een bijzondere middelbare school,
zullen dus toe moeten laten, dat hun zonen
en do cfl teren m den Rooms chen of Heidel-
bergschen Catechismus onderwezen wor
den, en dat op scholen, die door Rijkssub
sidie in stand worden gehouden. Ik kan
my niet verklaren, dat een man als dr.
Bos met dezen loop der zaken ingenomen
zich betoont.
Wij krijgen nu zoo ongeveer het tegen
overgestelde van hetgeen door Kappeyne
fen de zijnen is gedaan op het gebied van
het lager onderwijs. De confessioneele mid
delbare school gaat nu de openbare school
onmogelijk maken, met behulp van de
Rijkssubsidie. En zy, die van dat confessio
neel onderwijs niet zyn gediend, mogen
toezien.
En nog zyn we niet aan het einde van
de nu oppermachtige strooming op het ge
bied van het onderwys. .Weldra komt ook
het hooger onderwys aan de beurt, en
wordt de bijl gelegd aan onze Rijks-univer
siteiten. De pacificatie zal er wezen, wan
neer heel het onderwijs zal zijn in de macht
van de kerkelijke partijen, en het openbaar
onderwijs tevreden zal moeten wezen met
de kruimkens, die vallen van de tafel der
heeren, die calvinist zich noemen of
roomsch zyn. Dan kunnen wij weer van
voren aan beginnen.
De „Kroniek"-schryver der ;,N i e u w
Provinciale .Groninger Cou
rant" zegt:
Ik wil allereerst iets vertellen van een
gezelschapje van drieën. Zy hadden ge
wandeld en rustten daarna een oogenblik
uit. Maar nu kwam er verschil van mee-,
ning. Heel natuurlijkwaar drie Nederlan
ders bjjeen zyn, heeft men allicht ook drie
meeningen. A. en B. wilden opstappen, de
wandeling voortzetten. C. wilde echter blij
ven zitten, want hem beviel de rust uitne
mend. Nu zou men zeggen, dat, vooral in
onzen tijd van „democratie", C. het moest
afleggen, want hij was in de minderheid.
Toch gebeurde dit niet, want C. was
slimEr bestond namelijk ook weer ver
schil tusschen A. en B. A. wilde naar het
Noorden en B. naar het Zuiden. A. wilde
loopen; B. dacht er aan zich te laten rijden.
En zij debatteerden ijverig, soms zelfs hef
tig over dht meeningsverschil. Wat .dood,
C. toen, die wou blyven zitten?
Hy bestreed met B. het plan-Aen ver
moordde het. En daarna bestreed hij met
A. het plan-B. en vermoordde het, want
de meerderheid beslist en het was telkens
twee tegen één.
En toen waren de twee plannen van de
baan en bleef het gezelschap zitten, lang
nog, en bestelde C. een flesch „fyne,"
omdat ie het zoo fyn gewonnen had. Dat is
de triumf der menschenkennis 1
Zal het straks op het politieke erf ook
zoo gaan?
Het is mr. Treub', die de vrij-liberalen
van zulk een slim voornemen beschuldigt.
Zy zullen met behulp van de voorstan
ders der staatspensionneering de
verplichte, verzekering van de
baan helpen.
Nu, daar staan dë heeren sterk op.
De eenige „liberaal," die ons land heeft,
de heer Elout, heeft een hard woord ge
zegd over de staatspensionneering. Maar
als het te doen is, zeide hij, om de „dwang
verzekering" te keeren, dan zou hy met
de staatspensionneerders meegaan.
Maar als de verplichte verzekering nu
van de baan komt, dan zitten de heeren vrij
liberalen en Unie-liberalen toch met de
staatspensionneering. De socialisten kun
nen het wel beloven, zij behoeven het niet
vies: tegen de revolutie de èooiale hervor
ming I
Dia iëüwe Rotterdamsche
Courant" noemt „het wetsontwerp je, dat
plots uit de lucht is komen vallen, tot be
vordering van openbare zedelyk-
heid esi tot fnuiking der speel
zucht": een paradehitje, met de bellen
aanDe Regeermg geeft zelve toe, zegt het
Blad, dat hetgeen een van de belangrijkste
onderdeden van het ontwerp moest zyn, er
in wordt gemist. Voor het ontwerpen van
bepalingen tot bestrijding van het beurs
spel ontbrak de tijd. Ontbrak de tijd
vraagt ge; waarom is dan het ontwerp niet
nog binnen gehouden? Van afdoening is
toch immers geen spraak hoegenaamd.
Zelfs in de afdeelingen der Kamer zal het
niet worden onderzocht. Indien het ont
werp1 dus nog tot September, October,
November misschien ware aangehouden,
om 't dan afgewerkt aanhangig te maken
de wet kwam er immers geen dag later
door in het „S t a a t s b 1 ad."
Zeer waar; met dit ééne verschil, (lat
September ligt na de verkiezingen, en Mei
er vóór. Men moest de kiezers toch op iets
kunnen wijzen I Ook het veelbesproken, en
nu onverwachts ingediende bakkers-
wetje mist nog een paar leden, die er
later aan zullen worden geplakt. Maar in
gediend is het dan toch 1 Der bakkers dank
wordt verwacht.
In een driester Aoooord voor
heel deze stembus zegt „D o
Standaard':
Er zijn ook van Rechts dezelfde oandi-
daten in meer dan één district gesteld.
Zoo in Harlingcn en in Leiden do boer
De Visser. In Dordt en Ommen do heer
Kuyper. In Goes en Groningen de heer De
Savornin Lohmaai. In Sneek en Gouda de
heer Colijn.
Natuurlijk moeten deze candidaten, zoo ze
in beide districten gokozen worden, heb
ééno district kiezen, en het andere in den
steek laten.
Zoo kan het zijn, dat een zitlond lid ge
noodzaakt is, zijn district, waar hij dusver
voor zat, er aan to geven, omdat hot bij
tweedo stemming min dor zeker is, dat hij
in hot niouw veroverde district door een
geestverwant zou worden vervangen.
Maar dan gaat natuurlijk het aocoord
ook bij do tweede stemming door.
Dan blijft het district waarvoor hij zat,
aan de partij, waartoe hij behoort, on
treedt een geestverwant als algemeen can-
didaat in zijn plaats.
Wordt de heer Colijn in Sneek en Gouda
gekozen, dan blijven beid© deze districten
toch aan ons. Wordt do heer Lobman in
Groningen gekozen, dan blijft Goes aan do
Ohri6t. Bast. Unie. En wordt de heer Kuy-
por in Ommen en Dordt gekozen, dan
blijft tooh Ommen aan de Antircvolution-
aaire partij.
Gemeenteraad van ttüjnglmrg.
Aanwezig: alle lodon.
Voorzitter: de burgemeester, de heer
R. van Ham.
Ingekomen 6tukken.
a. Reclames hoofdelijken omslag van B.
v. d. Haak on Y. van Duyn.
Gestold in bandon van B. on VVs.
b. Request van de feestcommissie. Vol
gons dit request heeft de oommissio een
tekort, dat geraamd wordt op 60 gld. Zoj
vorzoobt om tegemoetkoming uit de kas
dor gemeento.
De voora. stelt voor dit request te stol
len in handen van B. en Ws.
De heer Hogowoning wil het nu dadelijk
behandeld hebben, omdat reeds dozen
avond do fecstoomm. vergadert ter vast
stelling van da rekening.
De Voorzitter handhaaft zijn voorstel,
omdat het request pas is ontvangen en do
wethouders zelfs nog geon inzage hebben
gehad. De overige loden zijn hot met den
Voorzitter eens en verlangen ook een
nauwkeurigo rekening en verantwoording.
Het request blijft iu handen van B. on
Ws. om advies.
Aan do orde komt nu hot eonigc puuft
dor agenda: Contract met do Waterleiding-
Maatschappij.
Dit contract wordt artikelsgewijzo be
handeld. Alleen artikel 1 geeft aanleiding
tot opmerking. Volgens het contract z-al
do gemeonto bij eventueel opbreken van
straat of weg ton boboovo van dc hoofd
leiding van do Maatschappij 33 cents per
kub. Moter ontvangen tot herstel. L)o
Raad wonscht het herstel van weg of straat
aan do Maatschappij over te laten onder
toczioht en ton genoegen van de gemeente.
Hiervan zal aan do Maatschappij medeefce-
ling worden gedaan.
Daarna wordt net contract, behoudens
de aan te brengen wijziging goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat wegens
misbruik, dat gemaakt wordt van hot
gratis water halen, uit de standpijp van
de waterleiding, door B. cn Ws. begoten
is i cent per emmer te heffen cn daarvoor
op bepaalde tijden van den dag gicgen-
heid te geven. Deze l»epaling is reeds door
B. cn Ws. in werking gesteld. Wcth. N.
van Egmond constateert, dat cr nu b'.na
geen gebruik meer van wordt gemaakt
De heer SchonevcM wijst op de schrille
tegenstelling van de plaats hebbende foi-
ten: aan do eene zijde wordt do particu
liere pomp in de Krugersbuurt op ccn put,
die besmet is verklaard, hersteld, zoodat
men daaruit weer het besmette water lean
halen. Aan de andore zijde wordt van ge
meentewege liet halen van goed duinwater
nu bolemmerd door bet gratis gebruik op te
heffen.
Al is dc prijs van c^nt per emmer ook
gering, hot blijkt, dat velen zich dezo uit
gaven toch niet willen getroosten en liever
van het besmet water gebruik maken.
Hij stelt voor het water weer gratis te go-
ven on dan onder toezicht, zoodat cr geon
misbruik kan plaats hebben.
De Voorzitter blijft cr tegen, oiudnt ook
door 'n huiseigenaar, den lieor P. Kort, aan
zijn huurders water tegen J cent per em
mer wordt verstrekt.
Do hoer Schonoveld wijst er nogmaals op,
dat het hior een belangrijke hygiënische
zaak botreft, cn al is het don ook wat ver
gezocht van degenen, die geen cent voor
een emmer goed water over hebben, bij be
smetting leveren die toch gevaar voor an
deren op.
Do heer Hogowoning steunt het voorstel
Sohoneveld.
Do Raad besluit eohtcr den huidigen toe
stand te handhaven en cent per emmer to
blijven heffen.
Bij de rondvraag wordt gesproken over
de plaate van de nieuwe muziektent; dezo
zal echter nog dit jaar op het Rapenburg
blijven staan.
Verder wijst do heer Schonevekl op een
leemte in de verordoning, die wel verbiedt
dat fietsen op de bovenstraat rijden (of
schoon do heeren fietsers zioh blijkbaar
daaraan niet storen), maar het rijden van
wagens, molkkarren, enz. toelaat.
Hofprediker dr. G. J. v. d. Flier.
De Haag8che oorrespondent van de
„Leeuw. Ort." meldt: Naar ik verneem,
zaJ de toediening van den doop aan prinses
Juliana niet door den Hofprediker dr. G.
J. v. <L Flier geschieden. En dit wol om
zeer droeve redenen. Hoewel dr. v. d. Flier
het verlangen te kennen had gegeven met
dezo plechtigheid zijn ambt als Hofpredi
ker te beëindigen, is het noodig geworden
hom over te brengen naar een omgeving
van volkomen rust en landelijke stilte. Het
vervoer derwaarts geschiedde in dc Ruto
van den Prins.
Uitvoerrechten in Veneznela.
Bij uitgevaardigd decreet worden do uit
voerrechten op oaoao, huiden en koffie op
geheven.
1 Vader [was een uurtje naar de achtcrka-
jmer, om een dutje te doen: „een En gel
achen ibrief schrijven" noemde hij dat.
Zij zaten nog om de tafel, schitterend
gedekt, do treurige overblijfselen van het
yoortreffelijk dineetje, esn opengesneden me-
loon, een paar kledderige hoopjes perzik-
yellotjes, dxuive velletjes, de aanmatigend-
krinkelende schil van een door bekwame
banden aan één 6tuk geschilde peer, het
Iroomiff-woasoppende nat in de opzij-gescho
len schoteltjes van het ijs. Zij zaten nog
lom de tafel, behaaglijk leppend aan een klein
ikopjo koffie. Jan met een fijne sigaar. Zy"
fcaten nog om detafelmoeder, zoon en
dochter.
Buiten, vóór het huis, voor de zorgvol
gesloten luiken, lolde Rotterdams Zondag-
Avondgejoel. Een schelle lach, esn meidor
gil, oen verwensching en het braldel-gezang
yan oen sliert quasi-dronken opgeschoten,
jongens.
Binnen was het knus.
October gaf al aan de avonden een eigen
sfeer van gezelligheid en intimiteit. Zij had-
Sden gegeten met gaslicht en met dichte lui
ken, waarover de meubelgordijnen warm-def-
jög uitplooiden. En hoewel de reeds gezette
kachel nog niet brandde, was de eetkamer
AU loom van atmosfeer, deed de drie men-
Bchcn zwaar en droomcj'g hangen op hun
ptoelcn, deed hen met een aandoening van
vaag welbehagen luisteren naar het jagen
c Jp-n den, wind, buiten, over den donkeren Zen
dagavond, het meiden- en bootwerkersfeest.
Omdat haar jongen zoo weinig overkwam
(en als hij nog kwam, was het meest pas na
tafel), omdat hij hard werkte de heelo week,
's Zondags meestal ook nog, in de piano
zaak, die hij nu goowat een half jaar ge
loden begonnen was in Den Haag, èn om
dat Rij zulk ellendig eten kreeg altijd bij
zijn hospita, pp de Hof stedelijke huurko-
mers, waarvan de eenige voordeelen hierin
bestonden, dat zij dicht bij de zaak gelegen
en dat zij goedkoop waren beneden alle con-
ourrentie, had moeder eens uitgepakt, nu
hij dan eindelijk ook eens eten kwam.
Het fijne dineetje had best gesmaakt.
En over de ruines van het dessert, over
het klrinn kopje mokka, en over de fijne
sigaar, zat hij nu wat te soezen en te filo-
sofeeren, met een fiere minachting, negee
ring van "het aardsche, zelfs van de on-
zienbare reeks van nog minder dan s o h i m-
mon van een middagmaal, welke hem op
zijn residentelijke huurkamers nu weer te
wachten stond.
Zijn. moeder en zyn zuster, in even loomé
welgedaanheidsstemming, draalden en treu
zelden op haar stoelen, sleepten een kwijnend
gesprek, konden niet opstaan en ex toe
besluiten, de tafel .ai te nemen, de dienst
bode was uit met den Zondagavond waar
op in qnrustigo nonchalance de serviessta
pelingen stonden, de gekreukt ineengebalde
servetten, de vruchtenvelletjes en het weg-
roomend ijs.
„Hè", zed zijn zuster, en zij rekte zich
verholen even uit „nu moesten, net als
je vroeger geloofde, de kaboutertjes komen,
om alles op te ruimen en de vaten te was-
schea I" i
tè geven. Maar anders staat het met 'de
partijen, uit wier midden bewindslieden,
moeten komen.
Hoe zal men een staatspensioen geven?
Hoe het geld er voor vinden?
Och, wat teen zorg, denkt de vry-libe
raal. Het zaakje is immers zoo gemakkelijk
mogelijk. Met wat overleg doet men won
deren.
De voorstanders van verplichte verze
kering willen van geen staatspensionnee
ring wetenEn C., die, met behulp
van A., het plan-B. vermoordde, .brengt
met behulp van B. het plan-A. om hals.
Hy is de lachende derde.
En het gezelschap blijft zitten. Er komt
geen vooruitgang. iWas dat pok niet het
doel?
.Voor personen, dio willen „remmen^" is
het waarlijk een mooie tijd. En de Neder-
landsche kiezer, die dooT al de partijen en
leuzen en bonden haast in de war komt,
mag wel oppassen, dat hij. piet; beetge-,
nomen wordt.
In do öerie vlugschriften „Onze poli
tieke p a r t ij e n" is versohenen een 6tndle
van mr. H. P. Marchant aangaande de V r ij-
zinnig Democratische part ij.
Schrijver staat daarin stil bij de ontwikke
ling van het maatschappelijk leven en de
studie daarvan, waaruit theorie en prao-
tijk dor Vrijz.-Dem. zijn voortgevloeid, en zet
uiteen de redenen, die geleid hebben tot
oprichting van den Vrijz.-Dom, Bond. Daarna
releveert hij liet optreden, van de Vrijz.-Dem.
bij Kamerverkiezingen en hoc door hen de
alles bohoersohende hoofdtaak is: de Grond
wetsherziening ter verkrijging van hot alge
meen kiesrecht. Ten slotte doet sohrijver
uitkomen geen voorstander te zijn van de
huidige partijverhoudingen in linker- en
rechterzijde. Bestond er voor bepaalde ur
gente onderwerpen samenwerking van ele
menten uit rechter- en linkerzijde, die van
zelf telkens worden aangewezon bij stemmin
gen over sociale maatregelen, dan zou men,
naar zijn mooning, do hand aan het werk
kunnen slaan; er behoefde niet meer te wor
den getransigeerd; ieder kon voor zijn over
tuiging eerlijk uitkomen. En bepaaldelijk in
de samenwerking van rechtscho en linksche
elementen zou z,i de waarborg zijn gelegen,
dat wederzijds niet be duchten waro het
geen van uitsluitend reehtsche of uitslui
tend linksche Regeering thans wordt ge
vreesd.
„Juist de vrijzinnig-democraten gevoelen
eindigt schrijver voor oen gewijzigde
samenwerking zooveel ter verwezenlijking
van de voornaamste punten van hun pro
gram, omdat zij zich vrij weten van bekrom
pen anti-cloricalisme en omdat zij volop ge
legenheid hebben gehad tot kennismaking
met de schaduwzijden van een samenwerking
naar de thans bostaando scheidslijn.
Zoo niet alle teekenen bedriegen, zal, hoe
wel de komende verkiezingen naar de bo-
staando formatdo zullen plaats hebben, de
praktijk tot meer blijvende samenwerking
van bepaalde groepen uit de thans tegen
over elkaar staande partijen dwingen. Allen,
wien hot ernst is met de bevordering van
sociale maatregelen, waarin zooveel achter
stand is en waaraan de laatste tien jaren
nagenoeg niets is gedaan, zij allen zien in,
dat samenwerking van gelijkgezinden voor
het welslagen noodzakelijk is. En dat het
volgen van de ,/spoedmethode" dringende
eisch is.
Het initiatief, de drang tot voortgaan op
den weg der sociale wetgeving, zal voor
namelijk moeten uitgaan van een partij als
de vrijzinnig-demooratische, waarin democra
ten zijn georganiseerd in onvermengd ge
zelschap. Aan de rechterzijde is geen partij
te vinden, of de zorg voor het bewaren der
eenheid houdt van zulk een initiatief terug.
Zij moeten tot meegaan door anderen worden
gedrongen.
Groen vpn Prinsterer's leuze „tegen de
Revolutie het Evangelie" heeft op staatkun
dig terrein tot stilstand geleid. Zij mist,
bij den voortgang der tijden, het beoogde
dool. Dit is alleen te bereiken, zoo een
drachtig wordt opgetrokken onder het de-
„Ja", zei hij, „dat was toch. maar een
mooie tijd. I"
In het midden latend of hij bedoelde: den
tijd van het nog-er-aan-gelooven of wel dien
van de kabouters zelf.
„Zoo dttnlc ik menigmaal, als ik moo en
hongerig naar» huis kom 's avonds om zes
uren: Nu moesten de kabouters eens zoo'n
echt sprookjeediner voor me klaargezet heb
ben zooals wij er nu een hadden, zonder
hulp. Maar als ik m'n kamer ppkom, is
het altijd maar weer die commensalen-
worstl Mot een volhardingsvermogen, waar
ja jo hoed voor afneemt. Ja, jammer toch,
dat die dingen niet bestaan."
Hij sloeg aan 't filosofecren.
„Maar ze bestaan," kwam opeens zijn
moeder, kabouters bestaan er wèlP'
Zoo iets van: Praat-nou-maar-door 1
„Ja", zei zijn zustor wijs. „Want wat be
staat, dat is niet do werkelijkheid, maar
wat niet bestaat, dat is de werkelijkheid.
Waar heb ik het ook weer gelezen
Hij lachte.
Hét was de ons allen yan tijd tot tijd
bevliegende stemming van doorslaan, en on-
zin-kletsen zonder Jcop of staart, van de
flauwste idiofcigheden debiteeren uit kinder-
nchtig-ondcugenden overmoed, of alleen
maar om het eigen geluid te hooren. Het
was do echte after-dinnerstcanming.
Maar moeder stond op om te gaan af
nemen. En glimlachte wijs.
„Toch bestaan ze, cn je zult het nog 'wel
eens zelf zien."
Maar de kabouters kwamen niet. En maar
zelden wisselde de oommensalenworst af met
een varkenslapjo of een stukje paardebief.
Toen, eon drie weken na zijn laatste be
zoek, een avond van herfstige ongezelligheid
en begeerte schreiend om een warm, lompen-
vorlicht huis.
Ilij kwam van de zaak om over zessen,
moo en nat, en do hartbrekende melancholie
der lantarens, haar loome vlam uitwaaierend
in den druilrogon, haar goud-glazen iijkkist-
jes spiegelend over hot zwart glimmend pla
veisel, haar eenzame stengels rekkend Langs
de s omber-verlaten, hollo straten, maakten
hem naar, heel naar.
En weer kwamen de kaboutertjes, waar
aan hij vroeger zoo stellig en kindeilijlc-
onbogrensd liad geloofd.
01 waTen zy er nu toch maar voor dezen
ééncn keerl Kwamen zij nog maar eens terug
een enkele maal, om hom bij zijn thuis
komst te verrassen met wat goed eten en
een beetje gezelligheid I
Maar hij wist hot wel, hij had zoo vaak
hen gewacht. Nu was, met het geloof, ook
do hoop geheel verdord. In de koude, triest-
leege kamer het eindje commensalen worst
op het poffertjes kraam achtig-gevlekt ser
vetje, een paar zwart-oogige aardappelen met
blauw-gore-hoekige facetten, oen kletsje ge
stoofde sla of wat harige boontjes. Hy kon
het wel droomen; hij kon het wel uittooke-
nen. Hij zag het al vóór zich, als hij zijn
oogen dicht deed, het dagelyksch menul
Een wee gevoel kroop in hem op. De regen
dreinde, mot gouden vonken voor de lan
tarens. Voor de zooveelste maal rokende hij
uit, of hij geen andcTe kamers zou kunnen
nemen.
De kaboutersl De kabouters!
En toon hij de kamerdeur opendeed, han
ger-moe, toen schrok hij IZij waren er
geweest! Zij warea er dan toch geweest!
Nadat hij tot bezinning gekomen was, zijn
oogon had uitgewreven, zich in zijn arm
had geknepen, had gekeken op de deur, waar
z ij n naamkaartje bang, was zijn eerste ge
dachte: de juffrouw is gek geworden.
Op de schitterend-gedekte tafel, fel-wit
met warm rood gofonkel van wijn in kristal,
stonden dampende schotels. In het midden
oen hoele eendvogel, die alleen al hem hot
water deed loopen om do tanden. De kamer,
gezollig verwarmd en verlicht, was vol ge-
braadgourde gedekte schotels verborgen
heerlijke geheimen.
Hij lachte om de gedachte aan do kabou
ters, welke weer in hem opkwam. Ook herin
nerde hij zich de woorden van zyn moeder,
nu drie weken geleden. Hij lachte; en hij
mompelde in zichzelf, luidop, om zijn oog-;
stige verbazing weg te praten: „Bepaald,
de juffrouw is gek geworden 1"
Toen ging hy zitten. Ilct water liep om
zijn tanden. Hijdraaide een pootje uit
den eend, hij ontdekte de heerlijke gobc-H
men.
Doch hij was net begonnen. Toen opeens
een gegicgel, een geproest, oen schaterlach'
van achter de canapé, precies als in het
verhaal van vroeger, van de kabouters, zijo'
moeder en zijn zuster, die stikkend en gierend
te voorschijn kwamen 1
Hij sprong op, schrikkend eerst, toen haas^
tig afvegond zijn vet-druipenden mond, en!
hij zoende haar.
De kabouters waren dan toch nog gekomen*
De kabouters bestaan.