N<». 16076. Vrijdag 16 April. A0. 1909. <Qoze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Officieele Kennisgeving. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. Het wosisieroog. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COÜRANTt Voor Leidon pbr week 9 Gents; per 8 maanden l l 2 f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten goTeitigd lijn i S, 1.30. Tracco per post 1.66. PRIJS DER ADVERTENTIE* Van 1—6 rogels ƒ1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere lettert naar plaatsruimte. Kleine adrertentiën ran 30 woorden 40 Gentsoontant;elk tiental woordea meer 10 Gents.- Voor het inoaseeeren wordt/0.05 berekend. Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter fclgemeene kennis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen alhier is ter hand gesteld het kohier der Personeel© Belasting No. 5 van den dienst 1909, executoir ver klaard 14 April 1900 en herinnert voorts belanghebbenden aan hun verplichting om den aanslag op den bij de Wet bepaalden voot te voldoen. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, den 16den April 1909. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gczaen het adat* van G. P. TIMP, hou dende verzoek om vergunning tot het uit breiden zijner fabriek aan den Ouden Rijn No8. 118/120, kadi seotde H No. S038 door het plaatsen en in -werking brengen van 3 tl eetro moto ren van 8, 2 en J p.k. als be weegkracht voor een deegmachine, een amandel persmachine en verdere werkbui- een, welke tot nu toe door een gasmotor gedreven worden. Gelet op de artt. 8 en 7 der Hinderwet; Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek, met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd is; alsmede dat op Vrijdag 30 April aanst. des voormiddagB te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te bren gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die biet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet ivoor het gemeentebestuur of een zijner le den zijn verschenen, ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYS^. Secretaris. Ledden, 10 April 1909. Er heer6chte gisternamiddag een kalme Stemming in de Raadzaal en heelemaal geen praatlush. De twee geroutineerde ste nografen wisten niet hoe ze het hadden. Do agenda was ook niet belangwekkend, maar met eenigon goeden wil of moeten we zeggen boozen? was er over de vleesch- verordening toch wel een boom op te zetten geweest, om niet te vergeten het liaatste punt. Of de meerderheid nog was onder den indTuk van de stoutigheid de vorige zitting uitgehaald 1 De zeker toen niet voorziene gevolgen openbaarden zich thans. De heeren Korevaar en De Vries bedank ten als lid dor Commissie van „Ende- geest", <le heeren Kokxhoorn en Libourel idem als commissarissen der S tad shank- van-Leenin0- en de heer Corts eindelijk als lid-werkgever van het bestuur der Gemeen telijke Arbeidsbeurs. De ontslag-aanvragen werden in handen gesteld van B. en Ws. om praeadvies. Zouden die er geen raad op weten de hee ren van hun stap terug to doen keerent Laat anders de Raad ze met hun ail en met algemeene stemmen weer herbenoemen. Voor dien drang zullen ze zeker dan wel beswijken. VeixJer waa onder het ingekomene nog belangrijk een adres van een 70-tal bewo ners van het stadskwartier achter den Zoeterwoudschen Singel. Adressanten gun nen den studenten gaarne het genot van het weiland en het Plantsoen als men hun maar het vrije verkeer door het Plantsoen gunt gedurende de feestdagen. Nu, daar zal men wel raad op weten. Met niet te veel koeten is er als de rustieke brug is afge sloten, wel een passage te vinden. Vóór men met de agenda begon, stelde de Voorzitter een tweetal spoedeischende zaakjes aan de orde. In November 1907 verpachtte de gemeen te, ondershands aan Jean Desmet voor de jaren 1908, 1909 en 1910 een standplaats op de kermis voor een bioscoop tegen 800 in het jaar. Voor het jaar 1908 is de pacht som betaald, maar schitterende zaken heeft hij toen, zooals hij klaagt, niet ge maakt en voor dit en het volgend jaar krab belt die pachter terug, vooral ook zooals hij dloet voorkomen omdat hij in Leiden doorloopende oonourrentie heeft gekregen. Nu wil hij het voor f 600 nog eens wagen. B. en Ws. wilden daaraan toegeven, doch moesten toestemming hebben van den Raad De restitutie was niet meer dan billijk, zei- de de Voorzitter. „Maar er is toch een contract 1" zeide de heer Meuleman, doch de Voorzitter maakte een gebaar, waaruit de opmerkzame waar nemer zou kunnen lezen: „pluk eens voe ren van een kikvorach." Hij voegde er luid brij: de 600 kunnen we alvast krijgen. De Raad legde er zich nu getrouw bij neer. Zeshonderd gulden is ook nog een heel bedrag voor ooo'n korten tijd. In de tweedie plaats vroeg de Voorzitter in verband met hetgeen omtrent de accijns huisjes bij de Hoogl. Kerk in een vorige zitting is besloten, den termijn waarbinnen de Gemeente-oommissie der Ned.-Herv. Kerk volgens vroegere overeenkomst zou moeten afbreken, een maand te verlengen en op 1 Juni te stollen. Intusschon zouden B. en Ws. de met genoemde commissie aan geknoopte onderhandelingen voortzetten. „Zitten daar nog zooveel haken en oogen aan?" zouden we geneigd zijn te vra gen. Ons dunkt men kon met eenige toege vendheid aan weerskanten het daar in één onderhoud wel eens geworden zijn. De Raad had intusschen niets tegen het voorBtel natuurlijk. Nu begon men aan do agenda, die flink van stapel liep. Allereerst werd de tijde lijke onderwijzeres in het huishoud-, kook- en waschonderrioht, aan de Herhalings school voor meisjes, mej. Enuma voor de zomermaanden in haat betrekking besten digd. Naar we vernemen, hebben zich voor dien IzJonKorcursiïs wel 110 meiajes aange meld. Een mooi cijfer, dat bewijst hoe de meisjes, die in de fabriek werken of straks dienstbode zullen worden, belangstelling beginnen te toonen in ontwikkeling voor de huishouding, waarover we ons zeker hebben te verheugen. Het voorstel tot beschikbaarstelling van 67.12 gld. om daarmede te botalen het op kosten van do gemeente door de vereeni- ging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen onteigend perceel Zijdgracht No. 42, welk perceel het Rijk niet in het algemeen plan wilde opnemen, omdat het nog in goeden staat verkeerdo en wat om een good geheel te krijgen, toch noodig waa, ging or vlot door. Zoo mocht de gemeente ook hier weer dokken. Verder werden B. en Ws. gemachtigd een procedure te voeren tegen de famijio van A v. d. Pool voor een gedeelte der kosten van verpleging van deze persoon m het gesticht „Endogeest". De familie aeido medewerking toe, waar aan rij zich nu blijkbaar, om eenigerlei reden wil onttrekken. Als er van te halen valt zal da rechtsgeleerde der gjomoeoxto het wel krijgen. Doch we hebben dit met Desmet al gezien, daarvan hangt allee af. Naar aanleiding van het voorstel tot be schikbaarstelling van gelden (000 gulden) voor het heffen van voorzieningen tegen brandgevaar in het gebouw der Stedelijke werkinrichting ontspon zich nog een korte gedaahtenwiseeling. Het bestuur der Werk inrichting had oorspronkelijk het verzoek tot B. en Ws. gericht om de af deeling we verij te verplaatsen naar een der lokalen van het voornoemd Caecilia-gasthuis. Daar_ tegen hadden B. en Ws. bezwaar omdat dit gebouw moet gereserveerd blijven voor verpleging bij eventueel uitbreken van een oholera-epidemie. Wel wilden B. en Wa. voorstellen o. a. door aanleg van een eleo- trische verlichting het brandgevaar in de afdeeling weverij tot een minimum te be perken. Het bestuur legde zich daarbij neer, doch thans deed een der leden, de heer Reimeringer maar zooals hij uit drukkelijk verklaarde, als raadslid nog een poging den Raad te bewegen om toch nog een lokaal in het voormalige Oaecilia- gasthuis af te staan. Men zou dan kosten uitsparen en don weven; een betere werk plaats bereiden; immers, ook bij electrisoh licht was brandgevaar niet uitgesloten. En zoo goed als hot Leidsch Muziekkorps er gastvrijheid geniet, zou men de wevcra- afdeeling er ook kunnen huisvesten. De heer Korevaar waa het daarmede niet eens. Wij voldoen met onze „barak" al nauwelijks aan de wettelijke bepalingen, doch wij zouden er in het geheel niet aan voldoen, wanneer do hoer Reimeringer rijn zin kreeg. Bij een toch mogelijk geval van cholera waren de repetities gauw af gezegd, maar de weverij niet zoo spoedig opgeruimd. Bovendien zijn de oude lieden even goed tegen brandgevaar gewaarborgd als een gewoon mensch en dat was toch voldoende. Dit laatste betwistte de heer Reimerin ger, wiens vooretel door den hoer Sijtama gesteund werd, nadrukkelijk. Hij wees daarbij op de groote lokalen, die In het genoemde gasthuis leegstaan. „Mis," zoide de heer Korevaar, ,.als de heer Reimeringer een paar maanden vroeger er gezien had, zou hij hebben ge merkt, dat hier schoolkinderen waren ge huisvest, waarmee do gemeente zich een hulpschool uitspaarde, en als hij over een paar maandon terugkeert, zal hij bemerken dat hier miliciens ondergebracht rijn. De Voorzitter bevestigde een en ander, waarna de heer Reimeringer, die wel rag, dat de Raad weinig voor rijn voorstel voelde, het introk. Do gewijzigde verordening ter voorko ming van brand, dio al weinig nieuws be vat, werd artikelsgewijs vastgesteld net zoo hard als de Voorz. tellen kon. Een, twee, drie, enz. tot 42 mot nog een oxtra hamer slag en de geheels verordening was aange nomen. Een beetje minder vlug ging het met do verordening op den invoer, het vervoer, den doorvoer, de keuring van vee en vleesch en deai handel in vleesch in do gemcento Leiden, zooals de lange titel luidt. Daarbij werden nog eenige zoogenaamde algemeene beschouwingen gevoerd. De Voorzitter merkte op, dat een lid der Slachthuis-Commissie, nl. de heer Bots, tereoht er op had gewezen dat het woord directeur in deze verordening herhaaldelijk genoemd, zonder nodero aanwijzing, aanlei ding tot verwarring kon geven, daar ook do directeur van den keuringsdienst voor eet- en drinkwaren kon zijn bedoeld. In plaats van het remedie door den heer Bots aan de hand gedaan om n.1. ééns voor 2ü to zeggen dat in deze verordening met „directeur" direoteur van het Openbaar Slachthuis werd bedoeld, stelde do Voor zitter voor steeds do bijvoeging: „Open baar Slachthuis" achter 't woord directeur te doen volgen. Dit was meer elegant, meende hij, alsof wet- en verordeningsstijl ooit elegant kan zijn. De heer Aalbereo, die dacht don Voor zitter er oven tusechen to nemen, las artikel 8 voor, waarin men naar diens voorschrift wel driemaal het woord „Openbaar Slacht huis" zou lezen, wat men toch voor do elegantie niet behoefde to doen. De Voor zitter herinnerde den heor A leuk dat men in zulk een geval met een aanwijzend voor naamwoord een herhaling van deze uit drukking kon voorkomen. Gold dit slechts den vorm, do hoer Bosch kwam in oen kort speech je op do zaak eelf. Voorstellen tot wijziging wilde hij niet doen, alleen rijn houding bepalen, die nog is zooals in 1903. Hij achtte behan deling op het oogenblik niet gunstig, nu do Commissie ad hoo aan hot weiflc is getogen en mogelijk met wijzigingsvoorstellen raJ komon. Dezelfde bezwaren, dio spr. in 1903 had, bestaan nu nog in meerder© mate. Een verordening oIb deze moot tweo beginselen huldigen la de volksgezondheid zooveel mogelijk bevorderen; 2o. de slagers zoo weinig mogelijk in hun bedrijf belemmeren. Dozo beginselen zijn niet voldoende toege past. Den slagers is do invoer weder moei lijker gemaakt, particulieren daarentegen gemakkelijker. Do laats ten mogen onge stoord vleesch van tuberculeus of aan miltvuur lijdend vee bij hoeveelheden van minder dan vijf K.G. invoeren en zelfs deftige wijken aan epidemieën blootstellen. Als de keuring gemakkelijk gemaakt werd zouden ook particulieren gaarne het vleesch op het Slachthuis ter keuring aan bieden. De Voorzitter was het' gansoheliik niet met den heer Bosch eens. Reden om do be handeling te verdagen met het oog op de slachthuis-commissie ad hoo vond de Voors. heelemaal niet. Deze heeft een geheel ande re taak, meende hij. De heer Bosch lc^ek eens den heer Meuleman aan en mr. Fok ker lachte. Voorts verdedigde de Voorz. het beginsel, waarvan deze verordening uitgaat, nl. om hot bedrijf naar do eisohen der hygiëne te regelen, zoodat niet alleen slagers, maar ook restaurateurs, koks, enz. onder de verordening vallen. Doch ook daarbij particulieren to trekken, achtto do Commissie voor de Strafverordening be denkelijk en zij had deze grief van den hoer Bosch niet zonder verwondering aongo- hoord. Inderdaad ligt een zoodanig ingrij pen der overheid in het particuliere leven ook niet in de lijn der beginselen door don heer Bosch beleden, dunkt ons. De Voorz. wonsckto particulieren niet blootgesteld te zien bijv. a&n een onderzoek in huis van ambtcnaron vun het slachthuis. Bij do artikelen gaf do heer Pora, dio zeide over déze zaak heel wat briovon en persoonlijk bezoek to hebban ontvangen, do Commissie voor de Strafverordeningen bo- leefd in overweging den met liet vleesch to volgen weg nog eens aan eon revisie to on derwerpen. Men riep den heer Pera toe, dat hij rijn wensohen in een voorstel be hoorde to belichamen, doch daar ging hij niet too over. De Voorzitter zeide trouwens overweging too. B. en Ws. rallen iu dit go- val zeker dan weder met een voorstel tot wijziging moeten komen. Op eigen hand mogen zij toch geen verordening verande ren 1 Wij golooven echter, dat van verande ring ook weinig zal komon. Er had geen eindstemming plaats, doch alleen de heer Bosch verzocht aanteekc- ning in do notulen dat hij tegen de veror dening was, en dat zou gebeuren, zeide de Voorzitter. Eindelijk kwam het voornaamste punt der agenda aan de ordo: het voorstel tot wijziging van het raadsbesluit inzake do oprichting van een afdeeling van jeugdige idioten bij het gesticht „Endegeest", hot voornaamste omdat er weer f 20.000 aan vastzit. Deze wijziging komt hierop neer. dat do oprichtingskosten gedeeltelijk door invoering van het bevloeiingssystcem In plaats van het boerputten-riolcerinfrS8tcl6cl en gedeeltelijk dnor to lage voorloopigo raming mot twintig mille zullen stijgen. Voor de tegenstanders een roden te meer om cr zich nu weder tegen to verklaren, doch waarin de voorstanders van het vorig plan geen aanleiding mochten vinden van opinio te verandoren. Van elkander over tuigen was geen sprake meer, van het ver minderen van het bedrag evenmin, zoodat discussie geen zin had en men dadelijk ging stemmen met het gevolg, dat het voorstel Werd aangenomen met 20 tegen 6 stemmen. Ten slotte hoorden we nog, dat ter gele genheid van do heuglijke gebeurtenis do Raad in openbare vergadering zal bijeen komen. Vermoodblijk zal daarin een adres van hulde worden aangenomen. Terzelfder tijd zal cr plaats hebben oen groote hulde- betooging van 50 vcreenigingon met het Leidsch Muziekkorps voorop, dio het ge meentebestuur een bezoek zullen brengen. Tsls|;rsla«k vreerfeerUht, ■aar waarnamiDgan in dan morgan van 16 April. Medegedeeld door bat Kon. Nad. Mataor. Instituut te Do Bilt. Hoogste barometerstand 767.5 te Coru- na: laagste 748.1 te Riga. Vorwachting bot den avond van 17 April: Matige tot krachtigen zuidwcstelijken tot westelijken wind. Meest zwaar bcwolkto lucht. Regenbuien. Dezclfdo temporatuur* 48) By den dsg vermeerderde haar schuwheid voor haar oom en haar afschuw voor het nuttelooze leventje, dat zy tegenwoordig leidde. Ofschoon ëabcock slechts heel zelden in haar nabjjheid was geweest, waren deze weinige malen toch reeds voldoende, om haar een vreeselyken afkeer voor dien man in te boe- lemen. Hoe kwam haar oom er toch by zulke afstooteiyke personen als Babcock en Nell O'Squith in z[|n dienst te nemen l En waarom oefende hy zyn praktyk niet overdag uit? Wat zouden dat voor soort van patiënten zyn, die in de duisternis van dsn nacht hulp zochten en hier vonden Tusschen deze gedachten, die haar steeds ellendiger maakten, mengden zich somtyds andere, die haar ook al niet vrooiyker stemden. Sedsrt dien nacht, toe zy, door eeD krachtige hand opgehouden, tegen de golven etreed, was •r iets vreemds in haar gekomen, dat haar geen rust liet en dat zy toch niet graag zou willen missen: mr. Bouch had indordaad een diepen indruk op haar gemaakt. Zonder twyfel had zy hem alleen haar redding te daDken by het vergaan der „Wharnpoo." Maar het was niet alleen een gevoel van dankbaarheid, dat zy den jongen man toedroeg; een diep medeiyden voor hem had zich reeds aan boord van haar meester gemaakt en was, hoe meer zy in gedachten met hem bezig was, steeds grooter geworden. Steeds weer kwamen haar *11 n gelaatstrekken, die van zorg en l6ed •praken, voor den geest, en steeds dieper in druk maakten deze trekken, die bovendien edel en schoon waren, op haar. Wie was hy? Wat drukte hem zoo zwaar neer? Deze vragen weken in de vele eenzame uren, die eiken dag opnieuw baar weer op leverde, niet van haar en de onwaarschyniyk- heid, ooit een antwoord op deze vragen te zullen krygen, kwelde haar gruweiyk. De wenscb, hem nog eenmaal in haar leven te ontmoeten, kwam steeds heftiger by haar op. 0, zy was er zeker van, dat hy niet een minder waardig iemand wasdat zeiden zyn gelaats trekken haar duidelyk, en had zy er bovendien ook geen sprekende, tastbare bewyzen voor Ten eerste die groote, royalo geldsom, die hy in de haven van Colombo voor de beido zieko stokers had gegeven, en dan de zelfopoffering, waarmee hy Esther in dien verschrikkeiyken nacht van een wissen dood in de golven had gereddat alles duidde toch op een edele nel- ging en een voor anderen warm kloppend hart. En toch huiverde zy steeds weer, als zy dacht aan zyn voorspelling aan boord der Whampoo", die eenige uren daarna toch maar zoo precies was uitgekomen. En in zulke oogenblikken kwam te goiyk met het verlangen hem weer te zien, een geheime vree» by haar op, waarvan *U zich geen rekenschap kon geven. Maar hoe zou het ook mogeiyk zyn hem weer te ontmoeten te midden van dat onnoemiyk groote aantal bewoners, dat Londen vormt? Daaraan had zy juist weer met een onder drukten zucht gedacht, toen zy de laatste hand aan haar morgentoilet legde, en zy dacht er nog aan, toen zy in baar kamertje zat te wachten, totdat de huishoudster haar als gewooniyk baar eerste ontbyt zou brengen. Een nieuwe gedachte maakte, dat zy nog meer stof tot peinzen had dan den laatsten tyd anders al het geval was geweest. Was het niet een leven als van een ge- vangone, dat zy hier in dit sombere, geheim zinnige huis leidde? Was haar niet verboden de benedenkamers, ja zelfs de bibliotheekkamer van haar oom, te betreden En Babcock was een Cerberus, die dag en nacht de gesloten huisdeur bewaakte. „Goede hemel 1" fluisterde Esther, toen deze gedachte haar als een yskoude rilling kwam overvallen. „Ik mag hier niet langer blyven I Ik verstik hier in die atmosfeer, waar ieder het heldero daglicht schuwt I Nog heden zal ik met oom er over spreken. Ik kan niet leven zonder een werkkring te hebben, zonder licht en lucht, zonder zon en warmte. Ik zal hem verzoeken my weer in de wereld te laten gaan t" Het binnentreden der huishoudster deed haar uit haar somber gepeins opschrikken. „Hier is uw thee, miss Esther," bromde de oude vrouw nauwelUks verstaanbaar, ,en hier is de sleutel van de keukenkast." Zy wierp te geiyk den sleutel met geweld op de tafel neer. „Waarom is dat?" vroeg Esther verbaasd. „Omdat ik binnen een halfuur dit huis ver laat. Het za) eon gezegend uur zyn, waarop lk het myn rug kan toedraaien I" „U gaat myn oom verlaten?" rtep Esther verschrikt uit. „En zoo plotseling? Maar waarom dan toch?" „Omdat dr. Grissith het zoo will" snauwde de vrouw terug. „Babcock vertrekt ook, of misschien is hy wel al verdwenen-" Esther sprong van haar stoel op. „Dan biyf ik ik alleen mot myn „Dat komt uit!" knikte Nelly O'Squith met een veelbeteekenenden blik op het jonge meisje. „Misschien is dat juist wel de roden, dat wy moeten vertrekken." Mot een spottend lachje verliet do huis houdster Esther, die achterbleef in een stroom van verwarde gedachten. Alleen met baar oom achterbiyveD, welk een vreeseiyke gedachte l Groote angst maak-, te slch dan ook van haar meester en deed haar in heur stoel terugvallen. Als verstyfd bleef zy eon oogenblik zitten, Dist in staat rustig na te denken. Welke plan nen zou haar oom hebben? Zou hy misschien slechts van personeel willen verwisselen? Maar ook deze gedachte kalmeerde haar nog niethaar hart bleef angstig kloppen. Zy hoorde hoe de huishoudster de zware mand met al haar eigendommen de trap afsleepte. Een oogenblik later werd het openen der huisdeur gehoord en drong een vreemde stem, misschien die van den kruier, tot boven door. Eenmaal nog hoorde Esther ook de schelle stem van Nelly O'Squith; toen viel de deur dicht en werd alles stil beneden, doodstil. Een uur verliep, waarin duizenderlei anstlge gedachten Esther bestormden. Toen hoorde zy schreden op de trap, over de gang en een oogen blikje later werd haar kamerdeur geopend. Dr. Grissith stond plotseling voor haar, den hoed in de hand, gereed om uit te gaan. By vond Esther bleek en met behuilde oogen. „Wat is er?" vroeg dr. Grissith scherp en onwelwillend. „Je ziet er vanmorgen nu juist niet erg voordselig uit, lieve kmdl Ik zou anders denken, dat je hier in huis in 't ge heel geen reden hebt tot tranen vergieten." „Ooml" begon Esther op smeekenden toon. „Ldat me toch weer uit huis gaan en me zelf een werkkrlDg verschaffen. Dat ledige leven zonder eeDige plichten kan ik niet langer dragen." Het onbetrouwbare gelaat van den dokter plooide zich tot sen grynslach. „Weineen, beste kind 1" antwoordde hy, „Ik meende nu juist, dat de tyd was gekomen, waarop jo zou Inzien, dat je ook plichten tegenover my hebt; plichten, die Je echynt te bobben vergeten I" „Hoe zou ik u myn dankbaarheid beter en anders kunnen toonen, oom, dan door met trouw en toewyding myn Loroep te vervullen, tot welks uitoefening u my den weg hebt geëffend?" hernam het jonge meisje met wild kloppend hart. „En als ik nu nog eens een ander bowys van jo elschte?" „Zeg dan wat u bedoelt," mompelde Esther bedeesd, die zich tegenover haar oom zoo hulpeloos gevoelde als een vogel onder den strakken blik van oen naderende slang. „Welnu, Esther," sprak dr. Grissith halfluid, sn hy kwam zoo dicht by het jongo meisje staan, dat dit zyn adem langs haar wang voelde stryken. „Wat zou je er van zeggen, als ik jou.... tot myn vrouw wenschte te maken?" „Och, oomt" stamelde Esther, terwyi alle kleur uit haar gezichtje was geweken, „dat ls een te ver gedreven scherts 1" Dr. Grissith greep haar bevende, tegenstrib belende hand. „Wie zegt Je, dat ik gekheid maak? Hot is my heilige ernet. Dit alleen was de reden waarom lk je uit Indië liet terugkomen; sedert ik Je tot jong meisje zag opgroeien, heb ik dit plan met me rond gedragen. Kun je dan niet een kleinigheid over hebben voor j« oom, wien je zooveel dank bent verschuldigd?" Hy boog zich over haar heen en zyn lippen raakten hesl eren haar zacht, blond haar aan. (Wordt vexyolgdjj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 1