N<». 16076.
Vrijdag 16 April.
A0. 1909.
<Qoze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Officieele Kennisgeving.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Het wosisieroog.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COÜRANTt
Voor Leidon pbr week 9 Gents; per 8 maanden l l 2 f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten goTeitigd lijn i S, 1.30.
Tracco per post 1.66.
PRIJS DER ADVERTENTIE*
Van 1—6 rogels ƒ1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere lettert naar
plaatsruimte. Kleine adrertentiën ran 30 woorden 40 Gentsoontant;elk
tiental woordea meer 10 Gents.- Voor het inoaseeeren wordt/0.05 berekend.
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter
fclgemeene kennis, dat aan den Ontvanger
der Directe Belastingen alhier is ter hand
gesteld het kohier der Personeel© Belasting
No. 5 van den dienst 1909, executoir ver
klaard 14 April 1900 en herinnert voorts
belanghebbenden aan hun verplichting om
den aanslag op den bij de Wet bepaalden
voot te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
DE RIDDER.
Leiden, den 16den April 1909.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gczaen het adat* van G. P. TIMP, hou
dende verzoek om vergunning tot het uit
breiden zijner fabriek aan den Ouden Rijn
No8. 118/120, kadi seotde H No. S038 door
het plaatsen en in -werking brengen van 3
tl eetro moto ren van 8, 2 en J p.k. als be
weegkracht voor een deegmachine, een
amandel persmachine en verdere werkbui-
een, welke tot nu toe door een gasmotor
gedreven worden.
Gelet op de artt. 8 en 7 der Hinderwet;
Geven bij deze kennis aan het publiek,
dat genoemd verzoek, met de bijlagen op de
Secretarie dezer gemeente ter visie ge
legd is; alsmede dat op Vrijdag 30 April
aanst. des voormiddagB te elf uren, op het
Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dit verzoek in te bren
gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen,
dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die
biet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
ivoor het gemeentebestuur of een zijner le
den zijn verschenen, ten einde hun bezwaren
mondeling toe te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYS^. Secretaris.
Ledden, 10 April 1909.
Er heer6chte gisternamiddag een kalme
Stemming in de Raadzaal en heelemaal
geen praatlush. De twee geroutineerde ste
nografen wisten niet hoe ze het hadden. Do
agenda was ook niet belangwekkend, maar
met eenigon goeden wil of moeten we
zeggen boozen? was er over de vleesch-
verordening toch wel een boom op te zetten
geweest, om niet te vergeten het liaatste
punt.
Of de meerderheid nog was onder den
indTuk van de stoutigheid de vorige zitting
uitgehaald 1 De zeker toen niet voorziene
gevolgen openbaarden zich thans.
De heeren Korevaar en De Vries bedank
ten als lid dor Commissie van „Ende-
geest", <le heeren Kokxhoorn en Libourel
idem als commissarissen der S tad shank-
van-Leenin0- en de heer Corts eindelijk als
lid-werkgever van het bestuur der Gemeen
telijke Arbeidsbeurs.
De ontslag-aanvragen werden in handen
gesteld van B. en Ws. om praeadvies.
Zouden die er geen raad op weten de hee
ren van hun stap terug to doen keerent
Laat anders de Raad ze met hun ail en met
algemeene stemmen weer herbenoemen.
Voor dien drang zullen ze zeker dan wel
beswijken.
VeixJer waa onder het ingekomene nog
belangrijk een adres van een 70-tal bewo
ners van het stadskwartier achter den
Zoeterwoudschen Singel. Adressanten gun
nen den studenten gaarne het genot van
het weiland en het Plantsoen als men hun
maar het vrije verkeer door het Plantsoen
gunt gedurende de feestdagen. Nu, daar
zal men wel raad op weten. Met niet te veel
koeten is er als de rustieke brug is afge
sloten, wel een passage te vinden.
Vóór men met de agenda begon, stelde
de Voorzitter een tweetal spoedeischende
zaakjes aan de orde.
In November 1907 verpachtte de gemeen
te, ondershands aan Jean Desmet voor de
jaren 1908, 1909 en 1910 een standplaats
op de kermis voor een bioscoop tegen 800
in het jaar. Voor het jaar 1908 is de pacht
som betaald, maar schitterende zaken
heeft hij toen, zooals hij klaagt, niet ge
maakt en voor dit en het volgend jaar krab
belt die pachter terug, vooral ook zooals
hij dloet voorkomen omdat hij in Leiden
doorloopende oonourrentie heeft gekregen.
Nu wil hij het voor f 600 nog eens wagen.
B. en Ws. wilden daaraan toegeven, doch
moesten toestemming hebben van den Raad
De restitutie was niet meer dan billijk, zei-
de de Voorzitter.
„Maar er is toch een contract 1" zeide de
heer Meuleman, doch de Voorzitter maakte
een gebaar, waaruit de opmerkzame waar
nemer zou kunnen lezen: „pluk eens voe
ren van een kikvorach." Hij voegde er luid
brij: de 600 kunnen we alvast krijgen.
De Raad legde er zich nu getrouw bij
neer. Zeshonderd gulden is ook nog een
heel bedrag voor ooo'n korten tijd.
In de tweedie plaats vroeg de Voorzitter
in verband met hetgeen omtrent de accijns
huisjes bij de Hoogl. Kerk in een vorige
zitting is besloten, den termijn waarbinnen
de Gemeente-oommissie der Ned.-Herv.
Kerk volgens vroegere overeenkomst zou
moeten afbreken, een maand te verlengen
en op 1 Juni te stollen. Intusschon zouden
B. en Ws. de met genoemde commissie aan
geknoopte onderhandelingen voortzetten.
„Zitten daar nog zooveel haken en
oogen aan?" zouden we geneigd zijn te vra
gen. Ons dunkt men kon met eenige toege
vendheid aan weerskanten het daar in één
onderhoud wel eens geworden zijn.
De Raad had intusschen niets tegen het
voorBtel natuurlijk.
Nu begon men aan do agenda, die flink
van stapel liep. Allereerst werd de tijde
lijke onderwijzeres in het huishoud-, kook-
en waschonderrioht, aan de Herhalings
school voor meisjes, mej. Enuma voor de
zomermaanden in haat betrekking besten
digd. Naar we vernemen, hebben zich voor
dien IzJonKorcursiïs wel 110 meiajes aange
meld. Een mooi cijfer, dat bewijst hoe de
meisjes, die in de fabriek werken of straks
dienstbode zullen worden, belangstelling
beginnen te toonen in ontwikkeling voor
de huishouding, waarover we ons zeker
hebben te verheugen.
Het voorstel tot beschikbaarstelling van
67.12 gld. om daarmede te botalen het op
kosten van do gemeente door de vereeni-
ging tot bevordering van den bouw van
Werkmanswoningen onteigend perceel
Zijdgracht No. 42, welk perceel het Rijk
niet in het algemeen plan wilde opnemen,
omdat het nog in goeden staat verkeerdo
en wat om een good geheel te krijgen, toch
noodig waa, ging or vlot door. Zoo mocht
de gemeente ook hier weer dokken.
Verder werden B. en Ws. gemachtigd
een procedure te voeren tegen de famijio
van A v. d. Pool voor een gedeelte der
kosten van verpleging van deze persoon m
het gesticht „Endogeest".
De familie aeido medewerking toe, waar
aan rij zich nu blijkbaar, om eenigerlei
reden wil onttrekken. Als er van te halen
valt zal da rechtsgeleerde der gjomoeoxto
het wel krijgen. Doch we hebben dit met
Desmet al gezien, daarvan hangt allee af.
Naar aanleiding van het voorstel tot be
schikbaarstelling van gelden (000 gulden)
voor het heffen van voorzieningen tegen
brandgevaar in het gebouw der Stedelijke
werkinrichting ontspon zich nog een korte
gedaahtenwiseeling. Het bestuur der Werk
inrichting had oorspronkelijk het verzoek
tot B. en Ws. gericht om de af deeling we
verij te verplaatsen naar een der lokalen
van het voornoemd Caecilia-gasthuis. Daar_
tegen hadden B. en Ws. bezwaar omdat
dit gebouw moet gereserveerd blijven voor
verpleging bij eventueel uitbreken van een
oholera-epidemie. Wel wilden B. en Wa.
voorstellen o. a. door aanleg van een eleo-
trische verlichting het brandgevaar in de
afdeeling weverij tot een minimum te be
perken. Het bestuur legde zich daarbij
neer, doch thans deed een der leden, de
heer Reimeringer maar zooals hij uit
drukkelijk verklaarde, als raadslid nog
een poging den Raad te bewegen om toch
nog een lokaal in het voormalige Oaecilia-
gasthuis af te staan. Men zou dan kosten
uitsparen en don weven; een betere werk
plaats bereiden; immers, ook bij electrisoh
licht was brandgevaar niet uitgesloten. En
zoo goed als hot Leidsch Muziekkorps er
gastvrijheid geniet, zou men de wevcra-
afdeeling er ook kunnen huisvesten.
De heer Korevaar waa het daarmede
niet eens. Wij voldoen met onze „barak"
al nauwelijks aan de wettelijke bepalingen,
doch wij zouden er in het geheel niet aan
voldoen, wanneer do hoer Reimeringer rijn
zin kreeg. Bij een toch mogelijk geval
van cholera waren de repetities gauw af
gezegd, maar de weverij niet zoo spoedig
opgeruimd. Bovendien zijn de oude lieden
even goed tegen brandgevaar gewaarborgd
als een gewoon mensch en dat was toch
voldoende.
Dit laatste betwistte de heer Reimerin
ger, wiens vooretel door den hoer Sijtama
gesteund werd, nadrukkelijk. Hij wees
daarbij op de groote lokalen, die In het
genoemde gasthuis leegstaan.
„Mis," zoide de heer Korevaar, ,.als
de heer Reimeringer een paar maanden
vroeger er gezien had, zou hij hebben ge
merkt, dat hier schoolkinderen waren ge
huisvest, waarmee do gemeente zich een
hulpschool uitspaarde, en als hij over een
paar maandon terugkeert, zal hij bemerken
dat hier miliciens ondergebracht rijn.
De Voorzitter bevestigde een en ander,
waarna de heer Reimeringer, die wel rag,
dat de Raad weinig voor rijn voorstel
voelde, het introk.
Do gewijzigde verordening ter voorko
ming van brand, dio al weinig nieuws be
vat, werd artikelsgewijs vastgesteld net zoo
hard als de Voorz. tellen kon. Een, twee,
drie, enz. tot 42 mot nog een oxtra hamer
slag en de geheels verordening was aange
nomen.
Een beetje minder vlug ging het met do
verordening op den invoer, het vervoer,
den doorvoer, de keuring van vee en vleesch
en deai handel in vleesch in do gemcento
Leiden, zooals de lange titel luidt.
Daarbij werden nog eenige zoogenaamde
algemeene beschouwingen gevoerd.
De Voorzitter merkte op, dat een lid der
Slachthuis-Commissie, nl. de heer Bots,
tereoht er op had gewezen dat het woord
directeur in deze verordening herhaaldelijk
genoemd, zonder nodero aanwijzing, aanlei
ding tot verwarring kon geven, daar ook
do directeur van den keuringsdienst voor
eet- en drinkwaren kon zijn bedoeld.
In plaats van het remedie door den heer
Bots aan de hand gedaan om n.1. ééns voor
2ü to zeggen dat in deze verordening met
„directeur" direoteur van het Openbaar
Slachthuis werd bedoeld, stelde do Voor
zitter voor steeds do bijvoeging: „Open
baar Slachthuis" achter 't woord directeur
te doen volgen. Dit was meer elegant,
meende hij, alsof wet- en verordeningsstijl
ooit elegant kan zijn.
De heer Aalbereo, die dacht don Voor
zitter er oven tusechen to nemen, las artikel
8 voor, waarin men naar diens voorschrift
wel driemaal het woord „Openbaar Slacht
huis" zou lezen, wat men toch voor do
elegantie niet behoefde to doen. De Voor
zitter herinnerde den heor A leuk dat men
in zulk een geval met een aanwijzend voor
naamwoord een herhaling van deze uit
drukking kon voorkomen.
Gold dit slechts den vorm, do hoer Bosch
kwam in oen kort speech je op do zaak
eelf. Voorstellen tot wijziging wilde hij
niet doen, alleen rijn houding bepalen,
die nog is zooals in 1903. Hij achtte behan
deling op het oogenblik niet gunstig, nu do
Commissie ad hoo aan hot weiflc is getogen
en mogelijk met wijzigingsvoorstellen raJ
komon.
Dezelfde bezwaren, dio spr. in 1903 had,
bestaan nu nog in meerder© mate. Een
verordening oIb deze moot tweo beginselen
huldigen la de volksgezondheid zooveel
mogelijk bevorderen; 2o. de slagers zoo
weinig mogelijk in hun bedrijf belemmeren.
Dozo beginselen zijn niet voldoende toege
past. Den slagers is do invoer weder moei
lijker gemaakt, particulieren daarentegen
gemakkelijker. Do laats ten mogen onge
stoord vleesch van tuberculeus of aan
miltvuur lijdend vee bij hoeveelheden van
minder dan vijf K.G. invoeren en zelfs
deftige wijken aan epidemieën blootstellen.
Als de keuring gemakkelijk gemaakt werd
zouden ook particulieren gaarne het
vleesch op het Slachthuis ter keuring aan
bieden.
De Voorzitter was het' gansoheliik niet
met den heer Bosch eens. Reden om do be
handeling te verdagen met het oog op de
slachthuis-commissie ad hoo vond de Voors.
heelemaal niet. Deze heeft een geheel ande
re taak, meende hij. De heer Bosch lc^ek
eens den heer Meuleman aan en mr. Fok
ker lachte. Voorts verdedigde de Voorz.
het beginsel, waarvan deze verordening
uitgaat, nl. om hot bedrijf naar do eisohen
der hygiëne te regelen, zoodat niet alleen
slagers, maar ook restaurateurs, koks, enz.
onder de verordening vallen. Doch ook
daarbij particulieren to trekken, achtto do
Commissie voor de Strafverordening be
denkelijk en zij had deze grief van den hoer
Bosch niet zonder verwondering aongo-
hoord. Inderdaad ligt een zoodanig ingrij
pen der overheid in het particuliere leven
ook niet in de lijn der beginselen door don
heer Bosch beleden, dunkt ons. De Voorz.
wonsckto particulieren niet blootgesteld te
zien bijv. a&n een onderzoek in huis van
ambtcnaron vun het slachthuis.
Bij do artikelen gaf do heer Pora, dio
zeide over déze zaak heel wat briovon en
persoonlijk bezoek to hebban ontvangen, do
Commissie voor de Strafverordeningen bo-
leefd in overweging den met liet vleesch to
volgen weg nog eens aan eon revisie to on
derwerpen. Men riep den heer Pera toe,
dat hij rijn wensohen in een voorstel be
hoorde to belichamen, doch daar ging hij
niet too over. De Voorzitter zeide trouwens
overweging too. B. en Ws. rallen iu dit go-
val zeker dan weder met een voorstel tot
wijziging moeten komen. Op eigen hand
mogen zij toch geen verordening verande
ren 1 Wij golooven echter, dat van verande
ring ook weinig zal komon.
Er had geen eindstemming plaats, doch
alleen de heer Bosch verzocht aanteekc-
ning in do notulen dat hij tegen de veror
dening was, en dat zou gebeuren, zeide de
Voorzitter.
Eindelijk kwam het voornaamste punt
der agenda aan de ordo: het voorstel tot
wijziging van het raadsbesluit inzake do
oprichting van een afdeeling van jeugdige
idioten bij het gesticht „Endegeest", hot
voornaamste omdat er weer f 20.000 aan
vastzit. Deze wijziging komt hierop neer.
dat do oprichtingskosten gedeeltelijk door
invoering van het bevloeiingssystcem In
plaats van het boerputten-riolcerinfrS8tcl6cl
en gedeeltelijk dnor to lage voorloopigo
raming mot twintig mille zullen stijgen.
Voor de tegenstanders een roden te meer
om cr zich nu weder tegen to verklaren,
doch waarin de voorstanders van het vorig
plan geen aanleiding mochten vinden van
opinio te verandoren. Van elkander over
tuigen was geen sprake meer, van het ver
minderen van het bedrag evenmin, zoodat
discussie geen zin had en men dadelijk ging
stemmen met het gevolg, dat het voorstel
Werd aangenomen met 20 tegen 6 stemmen.
Ten slotte hoorden we nog, dat ter gele
genheid van do heuglijke gebeurtenis do
Raad in openbare vergadering zal bijeen
komen. Vermoodblijk zal daarin een adres
van hulde worden aangenomen. Terzelfder
tijd zal cr plaats hebben oen groote hulde-
betooging van 50 vcreenigingon met het
Leidsch Muziekkorps voorop, dio het ge
meentebestuur een bezoek zullen brengen.
Tsls|;rsla«k vreerfeerUht,
■aar waarnamiDgan in dan morgan van 16 April.
Medegedeeld door bat Kon. Nad. Mataor. Instituut
te Do Bilt.
Hoogste barometerstand 767.5 te Coru-
na: laagste 748.1 te Riga.
Vorwachting bot den avond van 17 April:
Matige tot krachtigen zuidwcstelijken
tot westelijken wind. Meest zwaar bcwolkto
lucht. Regenbuien. Dezclfdo temporatuur*
48)
By den dsg vermeerderde haar schuwheid
voor haar oom en haar afschuw voor het
nuttelooze leventje, dat zy tegenwoordig leidde.
Ofschoon ëabcock slechts heel zelden in haar
nabjjheid was geweest, waren deze weinige
malen toch reeds voldoende, om haar een
vreeselyken afkeer voor dien man in te boe-
lemen. Hoe kwam haar oom er toch by zulke
afstooteiyke personen als Babcock en Nell
O'Squith in z[|n dienst te nemen l En waarom
oefende hy zyn praktyk niet overdag uit?
Wat zouden dat voor soort van patiënten
zyn, die in de duisternis van dsn nacht
hulp zochten en hier vonden Tusschen deze
gedachten, die haar steeds ellendiger maakten,
mengden zich somtyds andere, die haar ook
al niet vrooiyker stemden.
Sedsrt dien nacht, toe zy, door eeD krachtige
hand opgehouden, tegen de golven etreed, was
•r iets vreemds in haar gekomen, dat haar
geen rust liet en dat zy toch niet graag zou
willen missen: mr. Bouch had indordaad een
diepen indruk op haar gemaakt. Zonder twyfel
had zy hem alleen haar redding te daDken
by het vergaan der „Wharnpoo." Maar het
was niet alleen een gevoel van dankbaarheid,
dat zy den jongen man toedroeg; een diep
medeiyden voor hem had zich reeds aan boord
van haar meester gemaakt en was, hoe meer
zy in gedachten met hem bezig was, steeds
grooter geworden. Steeds weer kwamen haar
*11 n gelaatstrekken, die van zorg en l6ed
•praken, voor den geest, en steeds dieper in
druk maakten deze trekken, die bovendien edel
en schoon waren, op haar.
Wie was hy? Wat drukte hem zoo zwaar
neer? Deze vragen weken in de vele eenzame
uren, die eiken dag opnieuw baar weer op
leverde, niet van haar en de onwaarschyniyk-
heid, ooit een antwoord op deze vragen te
zullen krygen, kwelde haar gruweiyk.
De wenscb, hem nog eenmaal in haar leven
te ontmoeten, kwam steeds heftiger by haar op.
0, zy was er zeker van, dat hy niet een minder
waardig iemand wasdat zeiden zyn gelaats
trekken haar duidelyk, en had zy er bovendien
ook geen sprekende, tastbare bewyzen voor
Ten eerste die groote, royalo geldsom, die hy
in de haven van Colombo voor de beido zieko
stokers had gegeven, en dan de zelfopoffering,
waarmee hy Esther in dien verschrikkeiyken
nacht van een wissen dood in de golven had
gereddat alles duidde toch op een edele nel-
ging en een voor anderen warm kloppend hart.
En toch huiverde zy steeds weer, als zy dacht
aan zyn voorspelling aan boord der Whampoo",
die eenige uren daarna toch maar zoo precies
was uitgekomen. En in zulke oogenblikken
kwam te goiyk met het verlangen hem weer
te zien, een geheime vree» by haar op, waarvan
*U zich geen rekenschap kon geven.
Maar hoe zou het ook mogeiyk zyn hem weer
te ontmoeten te midden van dat onnoemiyk
groote aantal bewoners, dat Londen vormt?
Daaraan had zy juist weer met een onder
drukten zucht gedacht, toen zy de laatste hand
aan haar morgentoilet legde, en zy dacht er nog
aan, toen zy in baar kamertje zat te wachten,
totdat de huishoudster haar als gewooniyk baar
eerste ontbyt zou brengen. Een nieuwe gedachte
maakte, dat zy nog meer stof tot peinzen had
dan den laatsten tyd anders al het geval was
geweest.
Was het niet een leven als van een ge-
vangone, dat zy hier in dit sombere, geheim
zinnige huis leidde? Was haar niet verboden
de benedenkamers, ja zelfs de bibliotheekkamer
van haar oom, te betreden En Babcock was
een Cerberus, die dag en nacht de gesloten
huisdeur bewaakte.
„Goede hemel 1" fluisterde Esther, toen deze
gedachte haar als een yskoude rilling kwam
overvallen. „Ik mag hier niet langer blyven I
Ik verstik hier in die atmosfeer, waar ieder
het heldero daglicht schuwt I Nog heden zal
ik met oom er over spreken. Ik kan niet
leven zonder een werkkring te hebben, zonder
licht en lucht, zonder zon en warmte. Ik zal
hem verzoeken my weer in de wereld te
laten gaan t"
Het binnentreden der huishoudster deed
haar uit haar somber gepeins opschrikken.
„Hier is uw thee, miss Esther," bromde
de oude vrouw nauwelUks verstaanbaar, ,en
hier is de sleutel van de keukenkast."
Zy wierp te geiyk den sleutel met geweld
op de tafel neer.
„Waarom is dat?" vroeg Esther verbaasd.
„Omdat ik binnen een halfuur dit huis ver
laat. Het za) eon gezegend uur zyn, waarop
lk het myn rug kan toedraaien I"
„U gaat myn oom verlaten?" rtep Esther
verschrikt uit. „En zoo plotseling? Maar
waarom dan toch?"
„Omdat dr. Grissith het zoo will" snauwde
de vrouw terug. „Babcock vertrekt ook, of
misschien is hy wel al verdwenen-"
Esther sprong van haar stoel op.
„Dan biyf ik ik alleen mot myn
„Dat komt uit!" knikte Nelly O'Squith met
een veelbeteekenenden blik op het jonge meisje.
„Misschien is dat juist wel de roden, dat
wy moeten vertrekken."
Mot een spottend lachje verliet do huis
houdster Esther, die achterbleef in een stroom
van verwarde gedachten.
Alleen met baar oom achterbiyveD, welk
een vreeseiyke gedachte l Groote angst maak-,
te slch dan ook van haar meester en deed
haar in heur stoel terugvallen.
Als verstyfd bleef zy eon oogenblik zitten,
Dist in staat rustig na te denken. Welke plan
nen zou haar oom hebben? Zou hy misschien
slechts van personeel willen verwisselen?
Maar ook deze gedachte kalmeerde haar nog
niethaar hart bleef angstig kloppen. Zy hoorde
hoe de huishoudster de zware mand met al
haar eigendommen de trap afsleepte. Een
oogenblik later werd het openen der huisdeur
gehoord en drong een vreemde stem, misschien
die van den kruier, tot boven door. Eenmaal
nog hoorde Esther ook de schelle stem van
Nelly O'Squith; toen viel de deur dicht en
werd alles stil beneden, doodstil.
Een uur verliep, waarin duizenderlei anstlge
gedachten Esther bestormden. Toen hoorde zy
schreden op de trap, over de gang en een oogen
blikje later werd haar kamerdeur geopend.
Dr. Grissith stond plotseling voor haar, den
hoed in de hand, gereed om uit te gaan.
By vond Esther bleek en met behuilde oogen.
„Wat is er?" vroeg dr. Grissith scherp en
onwelwillend. „Je ziet er vanmorgen nu juist
niet erg voordselig uit, lieve kmdl Ik zou
anders denken, dat je hier in huis in 't ge
heel geen reden hebt tot tranen vergieten."
„Ooml" begon Esther op smeekenden toon.
„Ldat me toch weer uit huis gaan en me
zelf een werkkrlDg verschaffen. Dat ledige
leven zonder eeDige plichten kan ik niet
langer dragen."
Het onbetrouwbare gelaat van den dokter
plooide zich tot sen grynslach.
„Weineen, beste kind 1" antwoordde hy,
„Ik meende nu juist, dat de tyd was gekomen,
waarop jo zou Inzien, dat je ook plichten
tegenover my hebt; plichten, die Je echynt
te bobben vergeten I"
„Hoe zou ik u myn dankbaarheid beter en
anders kunnen toonen, oom, dan door met
trouw en toewyding myn Loroep te vervullen,
tot welks uitoefening u my den weg hebt
geëffend?" hernam het jonge meisje met
wild kloppend hart.
„En als ik nu nog eens een ander bowys
van jo elschte?"
„Zeg dan wat u bedoelt," mompelde Esther
bedeesd, die zich tegenover haar oom zoo
hulpeloos gevoelde als een vogel onder den
strakken blik van oen naderende slang.
„Welnu, Esther," sprak dr. Grissith halfluid,
sn hy kwam zoo dicht by het jongo meisje
staan, dat dit zyn adem langs haar wang
voelde stryken. „Wat zou je er van zeggen,
als ik jou.... tot myn vrouw wenschte te
maken?"
„Och, oomt" stamelde Esther, terwyi alle
kleur uit haar gezichtje was geweken, „dat
ls een te ver gedreven scherts 1"
Dr. Grissith greep haar bevende, tegenstrib
belende hand.
„Wie zegt Je, dat ik gekheid maak? Hot
is my heilige ernet. Dit alleen was de reden
waarom lk je uit Indië liet terugkomen;
sedert ik Je tot jong meisje zag opgroeien,
heb ik dit plan met me rond gedragen. Kun
je dan niet een kleinigheid over hebben voor j«
oom, wien je zooveel dank bent verschuldigd?"
Hy boog zich over haar heen en zyn lippen
raakten hesl eren haar zacht, blond haar aan.
(Wordt vexyolgdjj