RECEPT.
chocolade- en suiker-eitjes, thans zelfs
Oranje-eieren, niet bij hoopen in de étalage
-zijn aan te treffen. Geen kleine wereld
burger, die bg zijn moeder om zoo'n za
ligheid niej zeurt. Maar ook grooten eten
Op de Paaschdagen de eieren in grooten
getale.
Bewoners van Zwolle en Deventer zullen
jl kunnen verhalen van de „Paaschweide,'1
waarheen hun kleine kleuters uit „eiertik-
fcen" gaan. Zg stooten gekleurde eieren te
gen elkander, en het Paaschei, dat al de
andere overleeft, en het langst ongek^eusd
blijft, maakt zijn eigenaar tot bezitter van
|d de geschonden eitjes.
Ook de Duitschers hebben hun „Oster-
jfcier". En in de kinderverhalen speelt een
haan, en zelfs een haas een rol, die ze
voor deze speciale gelegenheid legL Van
daar het rijmpje:
O, O sterhaas, o, O sterhaas.
Leg dyni eier bald ins Gra<!
In het Britsch Museum te Londen is
idan ook nog een Duitsche plaat te zien,
flrelke drie hennen vertoont, die een mand
Ophouden, waarin drie eieren liggen, met
Voorstellingen der Opstanding versierd. Op
het middelste ei het Agnus Dei, met een
kelk, het Geloof voorstellend. De andere
fcieren zijn met de symbolen v^n de Hoop
fen de Liefde beschilderd. Daaronder
Staan deze regels
Alle gute Ding seynd drey,
Drum schenk dir drey Oster-ëy;
Glaub und Hoffnung sambt der Lieb,
Niemals aus dem Herzen Schieb.
Glaub der Kirch, vertrau auf Gott,
Liebe Ihn biss in den Todt.
Van eieren-geschenken op de Russische
Paschen lezen wij bg Grimm. In Grieken
land, in Italië, in Spanje en de Proven
ce voert de jeugd eierendansen uit. De te
genwoordige Grieksche Kerk maakt er ook
yeel werk van. De Grieken en de Russen
zenden elkaar eieren op Paschen. Ln het
Fransch gebruikt men zelfs, voor het ge
ven van een Paaschgeschenk, de alge-
ineene uitdrukking„donner h quélqu'un
ses oeufs de Paques." Stelliger herinnering
aan de Paascheieren is welhaast ondenk
baar, en men ziet dan ook uit het geciteer
de, dat dit gebruik, om het Paaschfeest met
Itieren te vieren, even oud is als algemeen
Verspreid.
Maar waar is het vandaan gekomen? Wij
ronden oa. de navolgende oplossing op die
yraag:
Het ei, als symbool van bet Paaschfeest,
geeft uiting aan een mooie gedachte: de
(Opstanding uit den schijnbaren dood. Het
gebruik der Paascheieren is zeer oud, en
stamt uit den tijd, toen de groote vasten
vóór Paschen veel strenger gehouden werd
dan tegenwoordig, en na Aschwoensdag
Vieren zoowel als vleesch voor de geloovi-
gen tot de verboden spijzen behoorden.
Wanneer nu van dezen tijd het einde
was aangebroken, bracht men op Goeden
Vrijdag en Paaschzondag eieren naar de
kerk, om ze daar te laten zegenen, waar
op men ze plechtig mee naar huis nam,
jen ze ten geschenke zond aan vrienden,
familie en buren.
Dit gebruik gaf voorts aanleiding tot
verschillende huiselijke en openbare fees
ten. Hieronder behoorden o.a. de eierpro-
cessie, die in de Paaschweek plaats had.
Onder trompetgeschal en tromgeroffel
kwamen de jongelieden en de geestelijken,
banieren dragend, te zamen aan de deuren
der voornaamste kerken, zongen daar een
lied, en verspreidden zich langs de huizen,
om overal eieren te vragen. Dit gebruik
bestaat nog in enkele gemeenten rondom
Parijs. En ook in ons land gaan in verschil
lende kleinere plaatsen langs de huizen de
kinderen, en vragen goedgunstigen huis
moeders een eitje ten geschenke.
Of dat de oorsprong is?
Of zou het aannemelijker zgn, aan het ei
W denken, dat bg de Paaschviering der
oude Joden een rol speelde? Maar ook
dd&r is de beteekenis onzeker. En de meest
gangbare verklaring is dezedat bg de
Joden eerst na hun verstrooiing het Paasch-
ti in zwang kwam, als teeken van rouw.
Van rouw cil. over de verwoesting van
den heiligen tempel te Jeruzalem. Want
bg dp Joden zijn eieren (zoogoed als alle
ronde spijzen), een teeken van treurnis.
Het is zeker moeilijk, en ook niet be
slist noodig, een oplossing te geven. Kwaad
zit er Ln het eieren-eten zeker niet. En wij
sluiten deze korte uiteenzetting dan ook
met den wensch, dat elk, wien het behaagt,
zijn Paascheitjes ete in vrede.
PAASCHVUREM.
De Paaschvuren rijn overblijfselen tdt
den eeredienst onzer heidensche voorvade
ren; overblijfselen van de feesten, die de
Germanen vroeger ter èere van htm godin
Easter of Ostra in de maand April vierden.
Vandaar werd deze maand vroeger Eostux
of Ostermonath geheeten en noemen de
Duitschers het Paaschfeest nog Oetern.
Waarschijnlijk is dit Germ aan sche feest
nog weer een overblijfsel van de oude pyro-
latria of den vuurdienst, die bijna alge
meen is geweest Onder de Perzen is het
de gewoonte om na hun feest van 24 April
de vuren overal uit te blusschen en geen
goedgeloovige zou er een wederom aanma
ken, tenzij dbor een kaars, aan het huis van
een priester aangestoken. Een dergelijke
gewoonte vindt men ook te Jeruzalem met
Paschen, wanneer het hemelsche vuur, zoo
als men denkt, in het heilige graf daalt en
door de priesters kaarsen aan deze vlam
worden aangestoken.
Vroeger werd in Ierland alle jaren met
den lente-evexmachts-tdjd het groote feest
van La Baaitinne, of de dag van het Baal-
vuur gevierd en den volgenden nacht moee
ten alle vuren uitgebluscht worden en mocht
niemand, op doodstraffe, een nieuw doen
ontbranden, voordat de brandstapel van
slachtoffers in het paleis van Tara aange
stoken was.
De bedoeling der vuren was om te reini
gen; de vuuraanbidders beweerden, dat do
genen, die hun kinderen niet dooT het vuur
lieten gaan, hen aan levensgevaren bloot
stelden. De Druïden maakten twee groote
vuren en lieten hun kudden, na zekere be
zwering, daar tusschen loop en. De onwe
tendsten der Ieren jagen nog hun vee door
het vuur, om het tegen ongeluk te bewaren.
Het gebruik der Paaschvuren heeft zich
staande gehouden, in weerwil van den te
genstand der Geestelijkheid, die niet op
hield daartegen te ijveren.
Op den Paaschmorgen.
„Hoe komt het toch?" hoort men her
haaldelijk vragen, rf,dat Paschen nu eens
vroeger, dan weer later in het voorjaar valt,
en niet, gelijk Kerstmis bijv., aan een vas
ten datum is gebonden 1"
Het lijkt ons niet onnuttig voor velen, die
zichzelf bij herhaling, maar zonder vrucht,
deze vraag hebben voorgelegd, haar rot
oplossing te brengen.
Over den tijd, waarop Goede Vrijdag en
Paschen behoorden te worden herdacht,
heeft zeer lang groot verschil van meening
geheerscht. In Klein-Arië vierde men Pa
sohen op denzelfden dag, waarop de Joden
het deden, op den 14den dag van de maand
Nissan, zonder te vragen, of dit al of niet
op Zondag viel. In het Westen daarentegen
meende men, dat dood en opstanding van
Christus onveranderlijk op Vrijdag en Zon
dag behoorden te worden herdacht. Na
zeer langen en hardnekkigen strijd werd
ten slotte op de groote kerkvergadering in
Nioea ten jare 325 uitgemaakt, dat door de
gansche Christenheid het Paaschfeest op
Zondag moest worden gehouden, een be
sluit, dat keizer Con6tantijn met groote
vreugde vervulde.
Niet alleen over den dag der week, maar
ook over den tijd van het jaar, die voor ere
Paaschviering behoorde te worden bestemd,
heeft men langen tijd geweifeld. Wij kun
nen over dien strijd niet in den breede uit
weiden. en volstaan daarom met het einde
daarvan te vermelden. Ten slotte vond
algemeen an ingang de bepaluog der Al ex an-
drijnsche bisechoppen, dat Paschen sou
worden gevierd op den eersten Zondag na
de volle-maan na de voor j aar a-dag-en-nacht
evening. Vandaar nog steeds onze zgn.
„vroege" of „late" Paschen.
PAASCHLIED.
Wij juichen thans met blij-gestemde haf-
tan:
Hoogheerlijk Paaschfeest, wees van ons
gegroet I
Uw schoon© prediking schenkt altijd we
der
Kracht en vertroosting aan het
vroom gemoed I
De smart de* levens drukt ons vaak ter
neder,
Want donker is t soms tot in ver ver
schiet;
En tal van raads'len zien we om ons he
nen.
Doch, Heer I Uw leiding zien we dik
wijls nietl
De twijfel sluipt wal eens het harte bin
nen,
Als in de worsteling tusschen 't duister
en het licht
Het kwade en het lage triumfeeren,
De liefde schreit en <F onschuld zwicht!
Doch... als het zinrijk Paaschfeest weer
komt spreken
Van heerlijkheid na donkeren lijdens
nacht.
Dan be art de ziel blij, hoopvol zioh naar
boven,
En rien w* een toekomst die ons tegen
laebt 1
Dan wijkt de twijfel met de vrees van' 't
harte,
Wij voelen ons weer moedig, kloek en
sterk;
Wij vinden weer een steun op onze wegen,
En gaan getroost, geloovig weer aan t
werk
En daarom juichen wij met blijde hartens:
Hoogheerlijk Paasohfepst, wees van ons
gegroet 1
Uw schoone prediking wekt altijd weder
Vernieuwing in het vroom-gestemd ge
moed 1
STOFGOUD.
Het is merkwaardig hoeveel stof er te
vinden is tot berisping en wantrouwen,
over alle daden der menschen, waar er met
opzet naar gezocht wordt; de stompzinnig
ste zoekers worden vaak de scherpzinnig
ste vinders.
Mevr. Bosboo mT oun&int.
Dan eerst is de vriendschap echt, waa
neer men van beide rijden, ronder een woord
te spreken, zich toch over het te zamen zijn
kan verheugen.
Georg bert
Moeoovisch gebak
Vier eierdooiers roert men met twee groo
te lepels suiker en de geraspte schil v&n
één citroen. Het eiwit moet zeer stijf wor
den geklopt en luchtig door de eierdooiers
worden geroerd. Vier groote eetlepels
bloem bakt men met twee lepels boter door
een en doet dit bij de eieren. Vervolgens
doet men er een lepel gesnipperde sukade,
dito goed gewaesohen krenten en rozijnen»
en een halven lepel snippers door. Nu
wrijft men een vorm goed met boter in, vult
dien met het deeg, en bakt bet ïd een zeer
warmen oven, totdat het donkergeel is. Als
de oven niet erg warm is gestookt, zakken
de krenten en rozijnen.
Men kan het ook m kleine vormpjes bak
kes.