Kievitseieren.
algemeen gegroepeerd worden onder het
hoofd „weelde-uitgavcn", maar wanneer
aommige getrouwde mannen hun liart luch
ten tegenover ongetrouwde vrienden, be
schrijven zij ze vaak als bezoekingen, en
oo iets sterkt natuurlijk den vrijgezel.
Do ware vrijgezel, m tegenstelling met
'den man, die eenvoudig bij toeval onge
trouwd is gebleven, moet of veel geld heb
ben, óf tamelijk veel bezitten, plus een
innemend© persoonlijkheid en minstens
één kunstverrichting, zooals goed walsen
of het zingen van een bed voor tenor; óf
bij moet er bijzonder knap uitzien en zeer
handig een dame het hof kunnen maken.
In ieder van dio gevallen zal het hem
moeilijk vallen aan het huwelijk te ont
snappen, en als hij cr in slaagt, moet hem
(daarvoor allo eer gebracht worden.
Op dertigjarigen leeftijd begint bij ech
ter een lastig te vangen vogel te worden.
Hij is dan oud genoeg om zijn waarde te
kennen, on om te begrijpen, dat Ixij van.
zijn leven geniet. Zijn maatscliappekjke
waarde is gelijk aan die van een half do-
rijn getrouwd© mannen van gelijken stand;
bij trekt de meeste aandacht, zijn tegen
woordigheid verschaft distinctie aan een
idiner of avondpartij.
Maar cr ia nog altijd gevaar; hij is er
hog altijd vatbaar voor, om zijn vrijheid in
do toekomst op te offeren voor een kus in
de serre, Vlucht alleen 'kan hem op zoo'n
©ogjenhlik redden; onmiddellijke vlucht
fonder aarzelen.
Groot is de val van den vrijgezel, van-
teer het tooverwoord „geëngageerd" over
tem gefluisterd wordt. Hij zinkt dan in een
maatschappelijk niets, en kon evengoed
een getrouwd man zijn, wat zdjn waarde in
de oogen van een andere vrouw betreft.
Hij verliest rijn individualiteit, zelfs zijn
naam; lijj wordt eenvoudig ,,de galant van
Marie," en begint een soort straf te onder
gaan, waarvan het huwelijk een genadigo
verlossing brengt.
Waarnemers van liet sociale leven heb
ben opgemerkt, dat een geëngageerd man
altijd verlangond is om te trouwen, en een
geëngageerd meisje nooit. Daar is een
goede reden voor: het laatste heeft dan
den mooisten tijd van haar loven, de eerste
heeft dien gehad. De geëngageerde man
verdraagt een behandeling, die geen ge
trouwde man zou verduren. De echtgenoot,
dio onder de pantoffel zit, is een schep
ping van humoristische schrijvers; in
werkelijkheid bestaat dio niet. Maar het
schenken van een verlovingsring geeft het
meisje een verlof om te tirarmiseeren,
Waarvan hst ongemakkelijk gebruik maakt.
Door een genadige beschikking der natuur
wordt het lijden van den geóngageerden
man echter verdoofd en zijn rijn martelin
gen merkbaarder voor den toeschouwer dan
voor hemzelf.
Bovendien kan hij, als hij zijn vrijheid
weer terug krijgt, dio niet meer genieten;
hij kijkt met spijt terug naar de dagen,
dat hij nog ketens droeg. De ware vrijgezel
raakt echter nooit geëngageerd.
Maar hoe te ontsnappen'? De middelen
rijn vaak even erg als het lot zelf. Ik heb
eens een man gekend, die een onfeilbaar
middel bedacht on) rijn vrijheid te behou
den. Hij sneed zijn neus af, dat wil zeggen
hij dacht er over dat te doen, maar do
moed ontzonk hem op het laatate oogon-
blik. Hij betaalt nu het loon van twee kin
dermeisjes.
Een ander zoekt rijn toevlucht bij de
honden, bij Airedalc-tcrriers; hij had er
vijftien en wijdde zich geheel en al aan
hen. Toen bracht hij ze naar een tentoon
stelling, en ontmoette een jonge dame, die
dol Was op taksen. Zij had er een en twin
tig, Zes maanden later leden zes en dertig
honden erg aan indigestie, doordat de on
gewone weelde van een bruidskock bij hun
gewone menu was gevoegd.
Een ander man wijdde zich aan het
socialisme. Ongelukkig ontmoette hij een
roman-schrijfster, dio een socialist noodig
had als do held van haar eerstvolgenden
romajB. Zij trouwde hem. Na dien tijd is hij
van alles geworden, maar toen zij wilde,
'dat hij inbreker worden zou, omdat zij zoo
iemand noodig had voor haar nieuwe boek,
zette hij rijn zinnen op het vak van onder
zoekingsreiziger, en na dien tijd heeft men
nooit meer van hem gehoord.
Het eenige middel, om te ontsnappen,
is, zoodra er gevaar in richt komt, het op
een loopen te zotten.
Toch is er één vijand, waaraan niemand
ken ontsnappen; een vijand, dien de vrij
gezel meer vreest dan de lastigste moeder
met zes huwbare dochters. Yoor zoon
moeder, voor een weduwe, voor een meisje
kan hij ontvluchten, maar aan den Tijd
kan hij niet ontsnappen.
De Tijd vermindert niet alleen rijn
waarde, maar maakt hem ontevreden met
zijn lot. Zijn vrijheid ergert hem.
Wie kan het Lot weerstaan?
Zoodra Lentemaand is aangebroken, le
zen wij in „Onder do Streep" in het Han
delsblad", al is het dan ook tot den dag te
voren met sneeuw on ijs, beginnen velen
toch reeds te denken aan do begeerde kie-
yitseitjes.
Trouwens, zegt niet een oud rijmpje;
>,De kievit legt in Maart,
•Al vriest 't ook op z'n staart.'*
In cfo* meeste gevallen blijkt dit rijm
waarheid te bevatten, want maar zelden
is Maart zoo gestreng, dat de kievit niet
nestelt en geen eieren legt.
Bismarcks getrouwcji, zijn vereerders Co
Jcver, wisten. dit ook wel en zorgden er dan
ook jaar in jaar uit voor, aan den vereer
den staatsman op zijn verjaardag, begin
April, hun geschenk van 101 kievitseieren te
doen toekomen.
In sommige streken Van ons land is de
handel in kievitseieren van einde Maart tot
Mei van grooto beteekenis.
Yooral in Friesland worden in dit han
delsartikel in slechts zes weken voor dui
zenden guldens omgezet. Do verzending ge
schiedt grootendeels naar do groote steden
van ons eigen vaderland, doch ook gaan
voel zendingon naar Engeland, Duitsehland
ooi zelfs naar Italië.
Eerst in de tweede helft van "April, als
liier geen liooge prijzen meer to bedingen
zijn, vangt de verzending van kievitseieren
naar het buitenland aan.
Do kievit maakt maar weinig werk van
haar nest. Zij krabt een kuiltje in den
grond, liefst op een weinig begroeiden
grond, en legt daarin haar ei.
Ec;rst als er vier eieren in rijn, die netjes
met do punten naar het midden aaneen
sluiten, wordt het nest met fijne plautve-
zèls bekleed en vangt de vogel aan met
broeden;
Heb mannetje weert moedig de roofvogels
cn waarschuwt door rijn geroep als onge-
noodc gasten het nest naderen.
Vóór nog de kievit zich een nest maakt,
krabt zij tal van kuiltjes, nu eens liier, dan
weor daar. Deze kuiltjes worden speel-
nestjes genoemd. De slimme vogel wordt
nochtans bij herhaling verschalkt door de
eieronzoekers.
Het gelukt vaak de kievit te foppen, door
een of ander voorwerp, meestal een aard
appel, ter grootte van het Kievitsei, in de
plaats te leggen van het weggenomen ei.
Zonder argwaan legt. de vogel er dan bij,
totdat het viertal eieren gelegd is.
Ervaren zoekers weten do kievit „uit *e
zoeken", zooals dit in de taal der eieren-
zoekers heet.
Daartoe gaan zij achter een of ander hoog
voorwerp plat op den grond liggen en blij
ven daar soms wel een kwartier roerloos
uitgestrekt.
De kievit, die hot terrein veilig waant,
heeft onderwijl op het nest plaats genomen.
Dan richt de loerende eiorenzoeker heel
langzaam het hoofd op en verkent met
scherpen blik den omtrek. Wel waarschuwt
aanstonds het mannetje en haast rich het
wijfje, door snel weg te loopen, dan te gaan
zitten en opnieuw heen te loopen,' den ver-
schalker op een dwaalspoor to brengen,
doch in de meeste gevallen is dit te laat.
De gesTepen zoeker toch had reeds bij het
opstaan het wijfj© op het nest gezien e'n
dat plekje goed onthouden.
Het gebeurt sleohts een enkele maal, dat
vijf kievitseieren in één nest worden aan
getroffen.
Om te weten of de kievitseieren zuiver
rijn om te kunnen worden genuttigd, plaatst
men het ei voorzichtig in een emmer zoet
water, zoodanig, dat het dikke eind van het
oi op do vingertoppen blijft rusten en do
punt naar boven is gekeerd.
Blijft het ei in dien stand staan, dan
kan men er veilig op aan, dat ©r niete aan
mankeert. Yalt het op zijde, dan is het
reeds eenigszins onbetrouwbaar, doch wipt
het om, zoodat het dikke einde naar boven
komt te staan, dan rit reeds een jong in
het ei.
Een andere proef, die echter niet zoo ze-'
ker is als de eerstgenoemde, is deze, dat
men de zwarte spikkels op den dop eenigs
zins bovoohtigt en dan met het ei wrijft op
den rug der hand. Blijft dan een donkere
kleurafscheiding achter, ctan rijn ook zulke
eieren meestal nog goéd. Geeft d© schaal
daarentegen niet af, dan rijn de eieren niet
te vertrouwen.
Soms tracht men wel eens de eieren vah
tureluurs, die veel lichter van kleur rijn,
voor kievitseieren te ver koop en, nadat do
eieren der tureluurs in inkt zijn gedompeld
en daarna gedroogd. Bij kenners gelukt dit;
bedrog niet.
Ook niet-deskundigen kunnen echter te
gen zulk een bedrog iets doen. Zij hebben,
sleohts het ei een poos onder water te dom
pelen en t.e beproeven de kleurstof er af
te wisschen. Gelukt deze proof, dan is het
zeker, dat cr bedrog in het spel is.
Tien regels vonr ziekenverpleging.
1. De ziekenkamer moet ruim zijn zonder,
bekleedo meubelen en tapijten en andere
noodelooze stofvangors.
2. Do ziekenkamer moet flink gelucht,
kunnen worden zonder het den zieken door
tocht lastig te maken.
3. Do zieken moeten pijnlijk rein worden
gehouden en de verpleegster moet er voor
zorgen, - dat-zij de noodige rust krijgen.
4. Do verpleegster moet all© wenschen
van de zieken weten te voorkomen, zoo-
dat zij niet noodig hebben zo ooit uit te
spreken.
5 Alles, wat aanstekende, ziektekiemen
kan bevatten, moet verwijderd, gedesin
fecteerd of verbrand worden.
G. Heb aantal bezoekers moet vermin
'derd worden, luid© gesprekken dient men
even goed te vermijden als gofluister.
7. Vraag niet, wat d© ziekem wenschen
te eten, maar zeg hunIk herb wat lekkers
klaar gemaakt, dat jc zeker goed zal sma
ken.
8. Maak do zieken niet onrustig door
vertellen van uw eigen aangelegenheden
of door het aanbrengen van opwindende
nieuwigheden.
9. Laat de zon in de ziekenkamer schij
nen en dos uw best zelf een zonnestraal
voor de zieken te zijn.
10. Herinner u bij het verplegen van
zieken steeds het hoogste gebod: Heb uw
naasten lief als u zelf! Vervul uw plicht
en hun verlangens dadelijk blijde cn gewe
tensvol, dan draagt gij bij tot hun gene-1
zing en tot het welbehagen van de zie
ken en zult zelf zogen hiervan ondervin
den.
RECEPT.
Schïiimsaas bij rijstpudding.
Twee eieren worden sterk geklopt, men
voegt er bijtwee bierglazen witten wijn,
een theelepel maïzena, twee lepels suiker,
een paar schijfjes citroen, een weinig fijn©
kaneel en zet het op een levendig vuur, ter
wijl het voortdurend met een eierklopper
sterk wordt geslagen, totdat het schuim er
op staat. (Het mag niet koken). Dan giet
men het onder gestadig kloppen in de saus-
terrine, om het schiften te voorkomen 3
men kan ©r naar verkiezing nog een gla*
Bherrjr of madera door roeren»