LEID SCH DAGBLAD, Woensdag* 24 Februari. Tweede Blad.
FERSOYERZiCHT.
Tweede Kamer.
No. 2S&34.
Anno 1009.
Er u nog meer gcschrevfl^ over de be
noeming van m v. V a n der Lip
tot wethouder.
In ecu driester Leidsche miserie
*egt „De Rotterdammer":
Als wij liet nu, na de stuiken in verschil
lende bladen gelezen te hebbeD, goed be
zien, dan beeft men in Leiden bij de wet
houderskeuzo to doen ge-bad met een feit,
dat in Rotterdam ook is geschied.
Mr. Van der Lip, christelijk-historisch
genaamd, wan feitelijk door het liberalis
me in den Leidschen Raad gebracht.
En nu bij de wethouders-keuzo brachten
do liberalen unaniem op hem hun stem
uit, terwijl hun toelog gelukte, doordat
ook twee christelijk-historischen desgelijks
■handelden, zoodat niet de anti-re vol ution-
nair mr. Briöt, maar de „christelijk-histo-
Tisohe" mr. Van der Lip tot wethouder
werd gekozen.
Wij kunnen het ons indenken, tot welke
Icheeve verhoudingen een en ander reeds
jaren lang aanleiding moot hebben gegeven.
In Rotterdam hadden wij een dergelijk
geval.
Door het liberalisme was in den Raad
gebracht, tegen een anti-revolutionnairen
candidaat in, de heer Van Oordt, christe
lijk-historisch.
Maar deze ,,ohristelijkrhistorische'' wilde
feitelijk van do anti-revolutionnairen en
roomsch-batholiekon zeer weinig weten, in
zonderheid niet van de roomschen.
Zelfa stemde, toen de gehcele rechter-
gioep eens op een christelijk-historisch
man als wethouder haar stem uitbracht,
'deze heer Van Oordt op een liberaal.
En toen bij do Provinciale stembus in
ÏS07 in Rotterdam V een liberale en Chris
tel ijk-historisohe oandidatuur tegenover el
kander stonden, zond hij baartjes rond
om zijn vrienden te ra-den hun stem te
geven aan den liberaal.
Al meer noemde hij zichzelven dan ook
een wilde".
Het „droevig einde" van het Raadslid
maatschap van dezen heer is dan ook ge
weest, dat een deel der christelijke partijen
kern op een zekeren dag lieten vallen.
Doordat de liberalen hem toen niet hiel
pen, zakte hij als het ware tusschen do
iwee stoelen.
Later heeft nog de liberale kiosvereeni-
fing „Vooruitaang" gepoogd hem weer als
aar oandidaat- op den voorgrond te
brengen.
Doch het plan mislukte.
En daarmee was het verdriet met dezen
Bihristelijk-historischen liberaal ten eind.
Als men in Leiden nu met dezelfde moei
lijkheden worstelt, wenschen wij onzen
broederen ook een spoedige oplossing.
Want de onaangename verhoudingen, die
'door zulke „half-zachte" politici worden
Veroorzaakt, zijn bijzonder onverkwikkelijk.
Ook hierop antwoordt weer de heer Jac.
't Hart, seoretaris der afd. Leiden van
gie Chr.-Hiat. Unie.
Aldus:
Tot mijn verbazing lees ik in Uw geacht
blad, dat in Leiden do toeleg der Liberalen
gelukte, doordat ook twéé Chr.-Hia'ori-
cchen mr. Van der Lip stemden. Ik her
haal daarom, wat ik sohreef aan de redac
tie van „D e St andaar d," dia zoo
welwillend was mijn ook door U overge
nomen stukje te plaateen, dat deze be
kering onjuist is.
Prof. dr. Wildaboer i8 do candidaat ge
weest der antirevolutiorinairen, en tot aan
zijn aftreding in 1913 zijn z ij voor hem
verantwoordelijk. Dit is, toen do vordee-
Iing der zetels besproken word zcér duide
lijk op den voorgrond gesteld. Maar met
welk recht dan toch doopt men dit Raads
lid met den naam Chris'elijk-Histori ch
iWordt het antirevolutionnaire Raadslid,
dat behalve prof. Wildeboe.óók mr.
3riët niet stemde maar zijn eig:n weg
ging, binnenkort óók misschien bij de
Ch v i stelijk-Historischen ingedeeld
Ik wil geen poging wagon, de keuze van
mr. Van der Lip tot wethouder te verdedi
gen, zoolang bij zich niet beslist man van
reoh's toont, maar eveDmin kan ik liet go:d-
kenren, dat do „Lsidsoho raiscri zonder
blikken of blozen aan do Christelijk-Histo-
rischen geweten wordt, terwijl twéé „anti-
revolutionnairen" tegen hert ndvies der
pjirtjj ingingen.
Hierop zogt clo Redactie uq „De R o t-
terd» m m o r"
Dan is do geschiedenis in Leiden ons
«en raadsel.
stekje der Internationale is gegroeid. Haar
tactiek is niet slechts dool- haar deelge
nootschap der Internationale, doch medo
door haar aanpassing aan nationale ver
houdingen en toestanden bepaald. Volgens
sommigen is haar aanpassingsvermogen in
dezen wat te groot geweest; ik deel die
meening niet, maar wil er ditmaal niet
over twisten.
Het eigenaardige nu van „De Tri
bun ©"-groep is, dat deze de critiek, op
enkele punten, waarin wij ons aanpasten
aan bestaande denkbeelden en verhoudin
gen in het Nederlandsehe proletariaat ook
door anderen wel uitgeoefend, hoeft samen
gevat, overdreven cn gesystematiseerd tot
één algemeene vcroordeeling van ons gan-
sche willen en werken. Hieruit volgt, dat
deze groep juist op die punten, waar wij
de arbeidersklasse hier te lande ontmoeten,
haar aanvatten om zo tot ons te brengen,
ons aanvalt. Hoe moeilijk, om niet te zeg
gen: o n m o g e 1 ij k het zal zijn, met die
aanvallen waarin de gemiddelde arbei
der ons tegen hen^juist gelijk geeft! de
arbeiders tegen ons met hen mede te krij
gen, zal de ervaring leeren.
De groep valt ons bovendien aan juist
op het te weinig philosophiscbe, theorc-
tisch-revolutionnaire, van ons optreden.
Wil zij een partij oprichten, die vrij is van
hetgeen zij in de onze afkeurt, dan zal deze
ook op wijsgeerig gebied een propaganda
moeten voeren, die do massa afstoot en
onzen tegenstanders in het gevlei komt door
allerlei karikatuur-voorstellingen van ons
streven te bevestigen. Wij gunnen onzen
vroege reu vrienden de lauweren, dio zij in
dezen strijd zullen plukken
Ten slotte zal men de- campagne, b i n-
n e n do Partij tegen onze actie, vooral dio
in de Kamer, op touw gezet, met verdub-
helde woedo voortzetten. Wat zal men er
mee bereiken? Wat heeft de Nederlandsehe
arbeider gedacht van de kwasi-theoretische
critiek op onze Kamerfractie in zake het
werkloozendebat? Wat zal hij er van den
ken, als men zelfs ons optreden in den
„nacht van Staal" tegen ons aanvoert
Een nieuwe partij heeft bovendien on
middellijk dit tegen zioh, dat zij de S.-D.
A.-P. moet bokampen. Nu kan men in den
aanvang, speculeerende op de ideologische
gezindheid veler niet sterk in den klassen-
sti-ijd betrokken arbeiders, wel wat stem
ming tegen ons trachten te maken met een
beroep op de „volledig© vrijheid'' en met
te wijzen op onze „tyrannie". Mondeis bijv.
zal daaraan heel wat welsprekendheid
kwijt kunnen raken. Maar daarmee komt
men er niet; dat thema is slechts negatief;
men zal met eigen eischen en met meer
duurzame positieve grieven tegen de S.-D.
A.-P. moeten komen. Men zal op onze ver
gaderingen, bij verkiezingen enz. korren
debatteeren, om de arbeiders van ons af-
keerig te maken.
Diezelfde positieve arbeid, dien wij
steeds voor de arbeiders verrichten; dat
zelfde „reformisme", dat men ons steeds
verwijt; dat jarenlange optreden als aan
gewezen voorvechter der arbeidersklasse
het heeft ten gevolge, dat ook buiten onze
gelederen de Partij de liefde en het ver
trouwen van een breoden zoom vaai arbei
ders bezit, juist van die, welke men tegen
ons en vóór een nieuwe partij zal trachten
te bewerken.
Niet alleen zullen wij slechts oude rede
voeringen en artikelen van Mondeis c. s.
behoeven op te slaan, om tegen zulke aan
vallen onze voortreffelijkheid te bewijzen;
maar bovendien begrijpt de Nederland
sehe arbeider er terecht niets van, dat
men op zulke gronden onze pari-ij den
voet dwars zet- en, zonder het te willen,
de bourgeoisie een handje tegen ons helpt.
Om deze en nog andere redenen is het
streven, een nieuwe p a r t ij tegen ons
op te richten, reeds bij voorbaat tot mis
lukking gedoemd. Ieder, die geen lust ge
voelt, zijn talent, kracht, tijd en geld aan
een wanhopig loopen-te gen-den-muur te
verspillen, zal zich wel honderdmaal be
denken, voordat hij daaraan meedoet.
Wat ons betreft, wij hebben van zulk een
nieuwe partij slechts dit te zeggen, dat zij
ons voorloopig wat meer werk geeft en op
den duur do „Prügeljungen" zal blijken te
zijn, waaraan wij alle slagen der bour
geoisie, ontleend aan de karikatuur die
deze van ons streven maakt, kunnen over
dragen.
Deze nieuwe partij belooft verder door
haar bestaan zelf het beste bewijs te wor
den van de noodzakelijkheid eener tactiek,
zooals wij die voeren, welke noodzakelijk
heid deze lieden nu maar eens tot hun
schade en schande aan den lijve moeten
ondervinden.
haar slechts tegen het ondemocratische en
onsociali&fcische geweld van de meerderheid
in de partij georganiseerd. Gemaakt- Is de
ze macht door de, zij het ook langzame, eco
nomische ontwikkeling van kapitalisme en
groots te edsch proletariaat ook in Holland.
Wat nu in de nieuwe partij-organisatie ars
resultaat van het werken van „D Tri
bune z&l verschijnen, en het zal meer
zijn dan onze tegenstanders, maar ook meer
dan onze halve vrienden konden vermoeden
dat zou anders zonder „T r i b u n e"
zioh binnen of buiten de partij actief en
passief tegen den groei van de S.-D. A.-P.
hebben verzet. ,,D e Tribune" heeft
het evenwel mogelijk gemaakt, dat dit cle
ment, dat toch in een sociaal-democratische
partij en wel juist in de eerste plaats daar
thuis hoort, nog een jaar jaren in de or
ganisatie heeft kunnen medewerken."
„Wij wilden een macht zijn op norn.ai©
■wijze", zoo besluit de schrijver „dat
is door de omstandigheden en door over
tuiging groeiend in de S.-D. A.-P. Thans,
vrienden en medestanders, moeten wij een
macht worden voorloopig buiten cn na .st,
soms tegenover do u.-D. A.-P., om door
dio macht en door ons werken, hetzij de
proletariërs in de S.-D. A.-P. te dwingen
tot ons te komen, of Q<- S.-D. A.-P. in haar
geheel op den duur te dwingen, zelve een
eenheid met ons te vormen. Wij hebben
nu de vrijheid buiten de S.-D. A.-P., die
wij in de partij tevergeefs zochten. Thans
moeten we de organisatie vormen, om die
vrijheid van Marxistisch spreken tot het
proletariaat zoo doelmatig mogelijk in
dienst van onze klasse te stellen."
Over do bclastingvorrui m i n g
voor de gemeenten nam de heer C.
U. W. Rucdt in het „H andelsb 1 a d"
het woord, beginnend met te herinneren
aan de waarschuwing van mr. Heemskerk
zeiven, nog in de allerlaatste periode van
ziju wethouderschap, dat „verruiming" van
het belastinggebied voor de gemeenten niet
zou baten.
De hoer Racdt is het daarmee eens. Do
gemeenten-in-nood zitten reeds tjokvol mee
belastingen. Elke nieuwe heffing zou de
kwaal slechts verergeren. Wart? met dit
tooverwoord do nood bezworen, dan treffe
grooto blaam den wetgever, Üie in de laat
ste 46 jaren, zonder dit eenvoudige middel
toe te passen, hot financiewezen der ge
meenten hopeloos in de war stuurde.
De belasting op de naamlooze
vennootschappen is alleen te deu
ken, indien het Rijk om het verleggen
van den zetel der Maatschappijen te voor- 1
komen op uniforme wijze als heffer op-
treedt. Dat zal niet gemakkelijk zijn, maar j
gelukt dit, dan is er voor Amsterdam eeni- I
ge tonnen uit te halen. Doch dit luttele i
bedrag kan geen redding brengen.
De grondbelasting op de bo uw- 1
terreinen kan een welkome bijdrage
gesticht. In Pijnacker, waar eerst samen
werking was verkregen, trekken de Her
vormden zich terug."
Het doet goed, de redactie dan te hoe
ren zeggen:
„Laat ons het gevaar bezweren, waarvan
de teekenen zich beginnen te vertoouen. In
eenheid zit onze kracht: eendracht maakt
macht.
Do vraag mag hier gesteld, of een krach
tig woord tegen zulk drijven voldoende zat
zijn. Wc vreezen van niet.
Want de mensoheu, al dragen ze ook meer
dan zeven kruisjes, zo blijven den kinderen
gelijk. Go kunt zo waarschuwen en zer geven
u gelijk, maar .Araka doen ze het weer,
zoo go ze niet iets anders to doen
Wij hebben bij dat alles een ander be
zwaar het kost den Staat zooveel geld I
Kerkelijke twisten, door Rijkssubsidie aan
gewakkerd! Dat mag toch zx>o niet voort
gaan. „Een krachtig woord" helpt niet,
vreest de redactie van „D e S ch ooi m et
den B ij b e 1" en wij deeicn die vrees.
Mogen wij onzen collega onze hulp aanbie
den in het zoeken van meer afdoende mid
delen?"
In de ,,N ieuwe Yenloosoho Cou
rant" herinnert het Kamerlid dr. Nolens
er aan, hoe hij in December in de Tweede
Kamer uitstel van de behandeling van het
ontwerp tot verhooging van den d r a n le
ft c c ij ns bepleit, en ten slotte, bevochten
heeft. De spreker uitte daarbij den wensch,
dalt „de financieelo gang van zaken van
dien aard is, dat van dit uitstel afstel
zou kunnen lcomen." Dr. Nolens komt thans
opnieuw uitstel dor behandeling aanbovo-
lcn
„De opbrengst den middelen over Dcc.
was zeer gunstig. Voor den voorsteller van
dc aocijns-vorhooging wanhopig gunstig.
Ook die ovor do maand Januari was in
ieder geval bemoedigend.
Nu weet ik wel, dat men bij de beoor
deeling daarvan moet letten op het ver
band tusschen den suikeracoijns cn de vijf
Zaterdagen, maar daartegenover staat toch
ook de omstandigheid, dat <h© verminde
ring van de directe belastingen vermoede
lijk in de volgende maanden woer wordt
vergoed, en dat do vermeerdering van do
totale opbrengst grootcndeels te danken is
aan de middelen, wier stijging aan meer
beweging in handel en bedrijf is too to
schrijven.
De verwachte meerdere opbrengst, uit do
vorhooging van den accijns op gedistilleerd
ia in de eerste plaats bestemd voor dekking
van het tijdelijk tekort.
In die omstandigheden is er iets voor
te zeggen, dat de financieele uitkomst van
nog enkele maanden worde afgewacht, om
na te gaan of men er niet buiten kan.
Indien dat mooht blijkon hot. geval te
zijn, zou er lator een moer reebtstreeksoh
rband kunnen gelegd worden tusschen
leveren. Voor Amsterdam evenwel niet, om- 1 oventueelo verliooging van den accijns up
1 i, 4* ka 'i 1.1/1. i i. .1 j.m 11 i -
dat bedoelde gTonden in hoofdzaak eigen
dom der gemeente zijn.
De verbeterde foronsonbelas-
t i n g en de gemeentel ij-ke bedrijfsbe-
lasting worden beide door den schrij
ver afgekeurd, met beroep ook op wat
schrijvers naamgenoot, de heer F. Racdt,
daarover schreef in „De Amsterdam-
m e r."
Ten slotte gispt de schrijver dc luchtige
houding van mr. Heemskerk, bij de vraag,
die do burgemeester van Amsterdam hem,
eenige dagen geleden, in de Eerste Kamer
over het onderwerp stelde. Mr. Kolkman,
zegt. men, trok zicii dio toespraak van zijn
ambtgenoot aan, bekeek de zaak althans
ernstiger. Dit is van belang. Want aan de
regeling dor gemeento-financiën moet een
herziening der r ij x s-belastingwotgcving
voorafgaan. De minister van financiën is
dus in <Je eerste plaats aan het woord 1
gedistilleerd on verlaging van acoijns
suiker
op
In „Het Volk" schrijft mr. P. J.
Troelstra:
Lenig© tientallen verlaten thans de
part ij. Tijd, daarover te zuchten, heb
ben wij niet. Wie zich bij ons niot meer
thuis gevoelt, doet voor hemzelf en voor
op.b net best, ons t3 verlaten. Het eenige,
wat wij hun, die den band met ons verbre
ken, kunnen aanraden, is hun daad ernstig
te overwegen, niet slechte met gevoels
argumenten, niet slechte met het oog op
persorendóch met zakelijko gronden, na
nuchter denken, ontleend aan het wezen
en willen, aan de noodzakelijkheden onzer
gauscho partij, aan het belang van hot
Nederlandsehe proletariaat.
Oók, indien men zich al afscheidt, dient
men nog weer eens afzonderlijk de oprich
ting eener nieuwe partij naast de
onze te overwegen. Het zal er wel van ko
men voor „De Tribun o"-mensohon
ia het feitelijk de noodzakelijke konsekwen-
tie van hun gansche antithetische stand
punt reeds binnen onze partij maar
men zsJ later niet kunnen zeggen, dat on
zerzijds niet vooraf er tegen gewaar-
•ohuwd is.
De beteekonia onzer S.-D. A.-P. is, dat
tij op onzen Neder!andsehen bodem als een
Onder den titel De misdaad be
spreekt W(ijnkoo)p in het weekblad „D e
Tribune" het besluit van het Deventer
Congres.
Hij betoogt daarin, dat voor „De Tri
bun e"-groep niet de hoofdzaak is hot ge
volg: het royement, maar de oorzaak: de
besluiten tot oprichting van een Mar
xistisch bijvoegsel van „Het Volk" en
tot verbod van „De Tribun e", welke
besluiten hij qualificeert als overtreding
van de demooratie.
„De S.-D. A.-P. zoo betoogt hij ver
der „heeft ons uitgestooten, maar nie
mand, natuurlijk niet onze halve vrienden,
maar evenmin onze scherpste tegenstander,
heeft ook maar een oogenblik kunnen be
weren, dat wij geen goede sociaal-democra
ten zouden zijn geweest. Wij zijn geen goe
de S.-D. A.-P.-ers geweest, zoo beweerde
de machthebber der partij-. Inderdaad heb
ben wij sinds de oprichting van „D ©Tri
bune'' een macht weten te stellen en om
deze krant weten te scharen, die de ver
wezenlijking was van datgene, wat men
sinds het congres van Utrecht in 1906 fn
onze partij probeerde te onderdrukken.
Maar „D e Tribune" beeft die macht
ai«t gemaakt. „De Tribune" heeft
In ,,D e Sohoo 1", orgaan van de „Ver-
eoniging van Hoofden van Scholen in Ne
derland", kwam het volgende stukjo voor-:
„Do w e t-K uyper begint langzamer
hand haar gevolgen te tooncn. Hier en
daar iïooren en lozen wij van openbare
scholen, die opgeheven en door bijzondere
vervangen worden, of waar het niet zóó
ver gaat dat openbare onderwijzers op
wachtgeld worden gezet wegens overgaan
van vele leerlingen naar de bijzondere
school. Daarin is niets, dat ons verwondert.
Het gaat oprecht gesproken langza
mer dan wij gedacht hadden. Maar er komt
tevens een ander gevolg aan het licht-. Het
schijnt, dat do kerkelijke afgunst tusschen
Hervormden en Gereformeerden, die in de
laatste jaren ietwat scheen afgenomen,
weer opnieuw het hoofd opsteekt. In ,,D e
School met den Bijbel" wordt r.r
ernstig over geklaagd.
„Er geschieden dingen zegt de redac
tie, „die ons vervullen met vrees voor de
toekomst van ons onderwijs. Er is een
zucht om te splijten, om de eersto te zijn,
en nog zoo vaak speelt de kerkelijke kwes-
Jtio een bedenkelijke vol op het schoolter
rein. Altijd splitsing en nog eens splitsing,
waar eenheid kon bestaan."
Als voorbeelden vermeldt het blad het
volgende
„Pas werd een bijzondere normaalles er
gens opgericht, die al overbodig is, wijl
men in een naburige plaats ijvert voor een
kweekschool. Maar goed, de normaallessen
werden in elkaar gezet. Gereformeerde en
Hervormde onderwijzers zouden samenwer
ken en een Hervormae werd aangewezen
als directeur. Maar hij had buiten zijn be-
etuur gerekend, dat protesteerde». Hij
mooht niet aan een gemengde normaalles
werkzaam zijn. Wat nu? Wel, men zou ook
een Hervormde oprichten en zoo zullen er
twee komen.
Wat is dit toch?
In kleine plaatsen, waar een school van
een der beide richtingen bestaat, wordt
meestal spoedig een van de andere zijde
„Het Contru in" zegt in een driestar
„N ie uw motief:
De oud-minister Van Houten heeft
weder een „Staatkundigen Bri ef"
doen verschijnen, waarin hij een nieuw mo
tief aanvoert voor de wenschelijklicid, dat
de a.s. verkiezingen een meerderheid van
liberale denkwijze opleveren.
Dat motief is, dat de tegenwoordige Mi
nister van Justitie niet bereid is, de
eohtscheiding te vergemakelijken.
„In deze materie", zogt de oud-minister,
„kan men met een door do katholieke kerks
leer gebonden Minister niete vooruitkomen.
Voor liberalen levert de zaak zelve van le
gislatief standpunt geen moeilijkheid op.
Men heeft slechts don termijn voor don
overgang van scheiding van tafel en bed
in echtscheiding to verkorten cn do lastige
en toch waarlijk onnoodige comparities te
verminderen."
Dit is duidelijk.
Wij betwijfelen, of alle liberalen in dezo
materie op het standpunt van den heer
Van Houten staan.
Maar in elk geval is het ontwijfelbaar
zeker, dat dit standpunt alleen onder een
liberale meerderheid kans heeft in do wet
geving te worden overgenomen.
Vandaar het pleidooi van den heer Van
Houten voor zulk eou meerderheid.
Maar dat pleidooi is dan voor hen, dio
hot standpunt van minister Nelissen hul
digen, een waarschuwing te meer, om aan
Rechts de overwinning te bezorgen.
Aan den heer Boa wordt verlof ver
leend om den Minister van Binnenlandse^"
Zaken op een nader te bepalen dag te in-
terpelleeren over de houding der Regeering
tegenover de vereenvoudigde schrijfwijze,
In behandeling kwam in de eerste plaats
do Curagaosche Mijnwet.
De heer VanKol betoogde, dat het op
pertoezicht der Regeering bij dit wetsont-
wef£ onvoldoendo geregeld is, en betreur
de. dat geen enkele bepaling is gemaakt
van Regeeringswego in het belang van de
gezondheid en de veiligheid van de mijn
arbeiders. Uitvoerig critiseerde spreker,
dat de Regeering bij dit wetsontwerp ook
geen einde heeft gemaakt aan de bekende
Santa Barbara-kwestie. Waar de Regeering
thans aan alle grondeigenaren de beschik
king ontneemt over hetgeen zich in hun
grond bevindt, had zulks ook moeten ge
schieden ten opzichte van den heer God
den, eigenaar van het mijngebied Santa
Barbara, die wel beweert, doch volgens
spreker niet bewezen heeft zijn onaantast
baar eigendomsrecht op den grond.
De Min v. Koloniën zette uiteen,
dat de bedoeling van dit wetsontwerp twee
ledig i«: lo. e»cn behoorlijke regeling voor
de toekomst van de uiijnzaken, 2o. te ver*
zekoren, dat do op dit cog.nblik niet ge*
exploiteerde pliosphaatgrocc,n worden ge
ëxploiteerd, in» ieu do exploitatie er van
&Lh&ns ioonend is. Dit iweele-.'.ige doel
wordt volkomen ij reikt door bri voorstel
van c'e Regeering, wier bedoeling bet aller
minst is iemands ouwil tot exploiteeron to
br kon.
De Regeering dient een onderzoek in to
sJïellen naar de rentabiliteit van Santa-
Barbara en een termijn vast te stellen voor
èxploitatie van dat mijnland.
De heer Van Kurnobcck vreesde
internationalo verwikkelingen, met het oog
op do vele buitenlandschc aandeellioudc rs
van Santo-Barbarn, indien do Regeering,
met dc wet in do hand, den rechthebben
den van -dit mijngouied tot exploiteeron
zou gaan dwingen.
Ook de heor Van V uuron was het on-
eens met den beer Van Kol in zake Santa-
Barbara en zette verder uiteen, dat de spil,
waarom het ontwerp zich beweegt: outeigo-
ning als eenig middel, z. L niet deugd©-
lijk is, omdat het toch nooit tot onteigen iu$
zal komen wegens financieelo moeilijkhe
den.
Het ontwerp tot vaststelling der«^Oura-
gaosche Mijnwet wordt ten slotte goedge
keurd.
De Kamer behandoldo daarna in cornitó*
generaal het reglement treffende het ana
lytisch verslag.
Na heropening der zitting werd gieter-
namiddag besloten de motie Duymaer vani
Twist-Van do Velde betreffende rege
ling -r reohtspoaitie van do I n-
dische officieren te bohandciea
vóór het wetsontwerp «tot wijziging vaa
het Indüsahe rcgserings-reglement on da
aohterstandsontwerpen te stellen in handen
van een heden, Woensdag te benoemen
commissie van voor lx reiding.
De openbaro vergadering zou heden eersb
om één uur worden gehouden.
Wijnaooijns.
Een wetsontwerp is bij de Tweede Kamer
ingediend, strekkende om aan de wet van
22 Juli 1899 (Staatsbl. No. 170) toe to voe
gen een artikel 7 bis, luidende als volgt t
„Wij behouden Ons mede voor, om bijf
algemeenen maatregel van bestuur onder da
noodigo voorzieningen tegen misbruik, vrij
dom van accijns te verleenen voor wijn, di®
wordt ingeslagen in distilleerderijen der
eersto klasse als bedoeld bij artikel 7, lette
a der wet van 20 Juni 1861 (Staatsblad No.
62), ton einde daarin te worden gebezigd
tot het vervaardigen van oognac, whisky
en dergelijke dranken, welke naar hot bui
tenland worden uitgevoerd.
Ingeval do belanghebbendo zioli niot naar
do bij dien maatregel gegeven voorschrif
ten gedraagt, kan hem door Onzen minis
ter van financiën voor bepaalden of oube
paalden tijd do bevoegdheid worden ont
zegd om wijn met vrijdom van accijns 'u
te 6laan."
Ter toelichting schrijft de minister van
Financiën, dat op grond van genoemde w t
vrijdom kan worden verleend van accijns
voor wijn, dio gebruikt wordt om daaruit
oognac tc stoken.
Tot het maken van zoogenaamd© fagoua
van cognac, whisky en ander© dergelijk©
alcoholhoudende dranken wordt in <lea
l.tatsten tijd ook natuurwijn gemaakt. Dfb
geschiedt door versneden spiritus te ver
mengen mot bijv. malagawijn en aan het
mengsel een weinig essence to© te voegen,
ten einde dit den eigenaardigen smaak van
oognac, whisky enz. te geven.
Zal de distillateur, die zioh hiermede be
zighoudt, do concurrentie op d© buiten-
landsche markt kunnen volhouden teged
mededingers, die, zooals in do vrijhaven
Hamburg, hun bedrijf onder gunstiger
voorwaarde uitoefenen, dan is bet noodig,
dat voor den alzoo gebezigden wijn vrijdom
van aocijns kunne worden genoten.
Het wetsontwerp strekt om hierin to
voorzien.
Hot ligt in de bedoeling bij den kigemoo*
nen maatregel van bestuur tot nadere re
geling van dezCn vrijdom, o. n. voor re
schrijven, dat de distillateur op do reke
ning, bedoeld bij art. 82 der wol van 26
Juni 1861 (Staatsblad No. 62) zal worden
gedebiteerd voor de hoeveelheid alcohol in
de ingeslagen wijnen aanwezig en hij d» n
uitvoer voor dien alcohol gecrediteerd.
Vrees dat cTez»- vrijdom tot verkeerde
praktijken u-ajilcirJing zal geven, behoeft,
naar- liet den minister voorkomt, niot t©
bestaan. D© bedoelde maatregel zal de noo-
dige waarborgen tcy.-n misbruik hevat'en.
Een zeer doeltreffend© waarborg ligö
bovendien ln dc slotbepaling van hel woto-
artikel.
II. Hf. de 4vonin£in.
Uit een Haagsch© correspondentie
do
Patriotc"
Koningin WilheJüiina gaat als een een
voudig© Hollandsche huismoeder persoon
lijk do voorbereide maatregelen na, wclka
getroffen worden om do toekomstige ap
partementen van het Koninklijk kind in
gereedheid to brengen.
Behalve de kamers voor de hofdignila-
rissen cn het dienend personeel worden tot»
dat doel zes vertrekken op de twevdé ver
dieping van hot Koninklijk paleis geheel
gemoderniseerd. Op last van H. M. worden
muren en plafonds van hun eeuw; n-oud be
pleistering ontdaan, <li© plaats zal make®
▼oor ©en gemakkelijk te reinigen pleite er-
werk; de vloeren en het houtwerk worde®
vernieuwd en er wordt een installatie voor
stoom-verwarming aangcibn?uoht. In
woord, een model „nursery" wacht d- tn)(
erfgena(a)m(e) van het OTanje-huis. Wat
in deze moderne omgeving nog a-an nefe
verleden herinnert, is d© hiatoriache wieg
der Nassau'*.