8€ous§@ v©e£8n.
Hoe de Engelsche predikaat Garlile
voor volle kerken zorgde.
Weelde-uitgaven in den ouden tijd.
In „Moleschott" lazen we bet volgende
over een onderwerp, dat zeker velen inte
resseert:
Er zijn zeer vele menschen, die aan koude
voeten lijden. Wij bedoelen daarmede niet
het koud worden van de voeten 's winters
bij verblijf in de buitenlucht of in niet vol
doende verwarmde vertrekken; ook niet de
koude voeten van schaatsenrijders en sleê-
vaarders. Dit alles is slechts voorbijgaande.
Wij hebben hier meer op het oog dien toe
stand, waarbij do voeten koud zijn en koud
blijven, hetzij men zich in de open lucht of
in een verwarmde kamer bevindt, hetzij men
aan de schrijftafel of in de studeerkamer
zit, dan wel in beweging is; hetzij men ge
wone, dan wel wollen of vilton schoenen aan
heeft. Die lijders hebben bijna altijd een
gewaarwording, alsof voeten en beenen door
ijs zijn omgeven; zelfs in bed blijft hun het
gevoel van koude voeten bij, zoodat menig
maal de slaap belet en belemmerd wordt.
Het is de warmte van ons bloed, dat over
al in liet lichaam de lichaamstemperatuur
brengt.
Het zal daarom, om de warmte in alle
lichaamsdelen te onderhouden, in de eerste
plaats noodig zijn, dat de bloedsomloop
steeds ongehinderd en geregeld geschiede.
Is er gebrekkige bloedstoevocr naar de on
derste ledematen, dan heeft er overvulling
met bloed in het hoofd, de borst en den buik
plaats, tegelijkertijd met het koud-zijn der
■voeten. Een eerste gevolg hiervan kan dus
zijn stoornis in de hersenen, de longen, het
hart, de maag, de lever, de nioren, enz.
Aandrang van blood naar het hoofd, zg. eon-
gestiën, duizeligheid en hoofdpijn, zijn on
gesteldheden. waaraan menschen, die voort
durend aan koude voeten lijden, iet-s meer
blootstaan dan allo andere menschen.
Nu is het een uitgemaakte zaak, dat chro
nisch koude voeten in alle klaseen dor maat
je schappij, bij jong en oud, bij mannen zoo
wel als vrouwen voorkomen. De kiem daar
van wordt zeer dikwijls reeds in de eerste
kinderjaren gelegd door een onverstandig
vertroetelen en broeien van het kind, met
name door te warme baden, het voortdu
rend gebruik van war.mwater-flesschen of
-stoven, door het laten dragen van te dikke
kousen, door gemis aan vrije beweging in
de lucht.
Dit laatste vooral is een van de meest
voorkomende oorzaken, ook bij volwassenen;
immers, door flinke lichjfemsbeweging wor
den de spieren in werking gesteld en ge
oefend, en daardoor heeft een kraohtigc, re
gelmatige bloedsomloop plaats. Evenzoo
leidt een gebrekkige of slechte verpleging
van de huid tot slechten bloedsomloop; het
voert tot verslapping der zenuwen, die in
vloed op de bloedvaten uitoefenenen ook
daardoor ontstaat slechte blocdverdceling.
"Voorts zijn nauwsluitende kouscbanden,
hooge hakken, enge voetbekleedmg even
zoovele belemmeringen voor den bloedsom
loop in de beenen en voeten en derhalve ook
aanleidingen tot het doen ontstaan en blij
ven van koude voeten. In het algemeen lui
den de voorschriften; neem veel lichaams
beweging, verpleeg zorgvuldig uw huid en
wijd aandacht aan uw voeten. Dat men moet
waken tegen natte voeten, welke vooral bij
schoolkinderen dikwijls voorkomen, spreekt
vanzelf. Natte voeten moeten ontbloot, goed
warm gewreven en van droog, ruim schoei
sel voorzien worden, waarna men lichaams
beweging neemt. Genezen kan men dc koude
voeten het best door het nemen van flinke
1 ichaamsberweging.
Zoo zorge men, dat kinderen, die school
werk te maken hebben, niet te lang aaneen
blijven zitten; na verloop van een halfuur
moeten zij1 eens ophouden en een go;de poos
flink beweging nemen. Hetzelfde geldt voor
jongelieden en volwassenen, die veel moeten
studeeren of door andere bezigheden ver
plicht zijn tot een zittende levenswijze. Be
halve een flinke wandeling eiken dag (in
ruim schoeisel), moet ook kamergymnastiek
worden uitgeoefend.
Men ga nooit met koude voeten naar bed,
doch warme deze eerst door afwasschingen
met lauw water, gevolgd door hard wrij
ven; ook is het doelmatig, 's nachts de bse-
nen ieder afzonderlijk in een wollen doek ge-
I wikkeld te houden. In geen geval wrijvc men
de voeten vochtig koud, daar ze dan slechts
zeer moeilijk droog en warm worden.
I Voorts moet men het gebruik van nauw
sluitende schoenen vermijden en kan men
kurken zolen dragon.
Hoe een jong; telegrambesteller te
Londen zijn dag zoek brengt.
Hij verhaalt:
9 uur. Ik kom op 't bureau, waar men mij
een dringend telegram overhandigt.
9.10. Ik zie op straat vechtersbazen.
10. Ik volg de gearresteerden naar het po
litiebureau.
10.16. Ik ga verder om het telegram to be
zorgen.
10.17, Er is een paard gevallen. Ik help
den koetsier het opstaan.
10.55. Ik vervolg mijn weg.
11.21. Het telegram is >ral" bezorgd. Ik
ga terug naar het kantoor.
11.24. Ik ontmoet een vriend, die me
vraagt te blijven luisteren naar straatzan
gers.
12.20. Ik ga naar huis om te eten.
1 uur. Ik kom terug op het kantoor, waar
men mij een dringend telegram overhandigt,
1.2. Ik ontmoet jongens, die aan 't spelen
zijn.
2.5. Het spel is uit. Ik ga door om mijn
boodschap te doen.
2.ÏÏ. Ik ontmoet brandweermannen. Ik volg
hen.
4.16. Ik verlaat de plaats van den brand
en ga verder om het telegram te bezorgen.
5.20 Het telegram is op de plaats van be
stemming.
5.50. Ik kom terug op 't kantoor... Mijn
di>aak i« geëindigd.
STOFdOTTD.
Dikwijls ieeren wij een fout dan eerst af,
als wij haar bij; anderen opgemerkt hebben.
T o 1 e t o I.
De ouderdom komt met gebreken. Dit ie
niet zoo erg, als dat vele gebreken tot den
ouderdom meegaan.
Da u r1 1 a rd
In het bekende ,,Hotel Cecil" te Londen
voor de Sphinx-Club het woord voerend,
deed Carlile, de beminde voorganger, hoofd
van het Kerkleger, met verschillende spre
kende voorbeelden de waarde van de pu
bliciteit ais een hulpmiddel ook op het ter
rein van den godsdienst" uitkomen.
Met advertoeren kreeg hij zijn kerk vol
en al had men hem er wel eens scheef om
aangekeken en van hem gezegd, dat hij een
„hengelende dominee" was, hij vond het be
ter niet voor stoelen en banken te preeken,
zooals ambtsbroeders, die niet adverteerden.
Ook de predikanten behoorden z.i. de
macht der advertentie als bondgenoote te
hulp te roepen. Was Paulus niet den Grieken
een Griek geweest En zou dan de predi
kant van heden zich niet aanpassen aan de
J omstandigheden van tijd en plaatsIndien
de geestelijkheid zich verwaardigde om be
paalde onderwerpen van den dag te behan
delen en ze aan te kondigen, het is dc
domheer, die aldus spreekt dan zou het
volk, dat nu de kerk voorbijloopt, zeker ook
eens kennis maken met het goede en sclioo-
ne, daar binnen vaak verkondigd voor wei
nigen.
Eens had hij voor een Zondagspredikatie
j aangekondigd, per advertentie, dat hij zou
spreken over „Holbein, dio het Kanaal
overzwemt." Want de aankondiging alleen
is niet voldoendemen moet pakkend en
i smakelijk adverteeren. Had hij bijvoorbeeld
geadverteerd: Jonas cn de walvisch", tien
tegen één, cïa-t hij zes oude juffrouw n ia
de kerk had gekregen.
Maar hij gaf niet veel om oude juffrou
wen, die'een stoof nemen en in slaap val
len. Met dc advertentie Holbein, die het
Kanaal overzwemt", had hij de kerk vol
met mannen, die nog nooit een preekstoel
gezien hadden. Holbein zelf was gekomen
van heel ver en liep tc zoeken naar een
plaats voor zijn vrouw. De domheer moest
hem te hulp komen en kon mevrouw Holbein
nog net een plaats aanbieden op de trappen
van den kansel.
Een andere advertentie over een andere
preek bezorgde hem, behalve een overvolle
kerk, de uitnoodigin» van een dame om
haar een bezoek to brengen. „Ik ben",
sprak zdj, „een vrouw, die gebulct. gaat door,
het bezit van drie millioen pond sterling.
Ik hoorde, dat gij geld noodig hebt voor
goede werken, uw advertentie bracht mij
onder uw gehoor."
„Ik moet de pers dankbaar zijn", zei dom
heer Carlile, „want ik kreeg 30,000 pd. at.
als een gevolg van die advertentie."
Over dit onderwerp vonden wij een zeer
belangwekkend artikeL
De ohronicus Barbier wordt daarin als
getuige aangevoerd, waar hij beweert, dat
in zijn tijd, begin van de 18de eeuw, de prij
zen van mannenklceren stegen tot 15,000
livres, 1) en dat ieder, die op de feesten,
gegeven ter eere van den Dauphin, genoo
digd werd, minstens drie van die steflen
moest bezitten. Barbier zucht over de al-
gemeene stijging der prijzen en vertelt: „Een
paar zijden kousen kosten veertig livres,
mooi linnen 70 tot 80 livres de el." (1720).
De gemiddelde prijs voor dc kleeren van
een gentleman beliep tusschen de 1200 en
1500 livres, in welke som de juweeien en
kanten niet begrepen waren, en ieder edel
man, die iete beteekende, moest minstens
zes stel voor don zomer en zes voor den
winter bezitten.
Maar de damestoiletten kostten natuurlijk
nog meer. Toen mademoiselle De Fournon
trouwde, schonk haar toekomstige tante, ma-
dame Du Barry, haar slechts ondergeschikte
toiletzaken, als kraagjes, kou-sebanden, werk-
mandjes, waaiers, enz., en desniettegen
staande bedroeg de som, die hieraan ten
koste gelegd werd, 10,000 livres.
Mademoiselle Dc Fournon zelf betaalde
bij Lo Normand voor een gekleed toilet 5810
en voor een eenvoudig 2400 livres.
Een japon met „paniers", van een stof
met zilver doorwerkt en met veel kant ver
sierd, kostte 1210; een gekleed© japon van
rood atlas met zilver zelfs 7660 livres. Maar
dat alles is nog niets, vergeleken bij de prij
zen der hofgewaden. Zoo wordt gewag ge
maakt van een wit fluweelen kleed ter waar
de van 12,000 livres en van een wit atlas-
kleed met bont gegarneerd van 10,000 livres.
En dan het ondergoed en de kantenYan
1770 tot 1774 besteedde gravin Du Barry
bij Haar leveranciers voor pl.m. 91,000 livres.
Madame De Choiseul, die bekend stond orn
haar eenvoud, drceg menigmaal, zegt men,
voor 45,000 livres kant aan haar kleeren.
Madame De Boufflers moet voor 300,000 ii-
vres kant bezeten hebben, waarvan dc groot-
ste helft, betaald werd door haar beminde
Conti. Bij inventaris-opname na den dood
van madame De Verrue werden gevonden
60 korsetten, -180 hemden, 500 dozijn zakdoe
ken en 89 paar beddelakens alleen voor haar
huis te Meudon. Bij graaf Du Porcellets, te
Aix, werd het ondergoed op 60,452 livres
geschat. In het Jaar 1774 verkocht madame
Du Barry een sieraad voor 438,000 livres.
De juweeien van madame De Pompadour
werden op drie millioen geschat. In vele
voorname families kon men voor een mil
lioen aan edelsteeneu vinden.
En onderwijl stierven de boeren den hon
gerdood.
1) Een livre staat gelijk me4 een franc
of 47 cents Nederlandsch,