PERSOVERZICHT.
JE PORTEMONNAIE.
I Met dat bewonderenswaardig t evenwicht
van aan den eenon kant bezonken, tot do
jaren van onderscheiding gekomen, gelou-
I torden. levenslust en levonscorrcotheid, en
<y».n den anderen kant het strammo vau zijn
uchaainsmachinerie, het spit en jicht, dat
hem niet toeliet nioh anders dan hortend
eaden&eerend noemde hij het in zeldzame
uren van zelf-gewetens onderzoek te be
wegen, met dien in een prachbigen politie-
ken zet gesloten (gewapende) vrede tusschcn
rijn lust oni jong te schijnen, zij het dan
ook be z a d i g dvjong, en zijns lichaams
lust om oud to zdjn.... met, enfin, een „jeu-
nesse dorée" liet hij galantelijk de dames
voorgaan en klom dit is wel het juiste
woord vervolgens zelf in het primitief
stoomtram wagentje, dat hem naar Scheve
ningen zou voeren. Het was tegen vier uren
en de hemel had een koperen glans, die het
dalen van een warmen nazomerdag typeer
de. De tram was goed bezet, doch de trams,
die hen te gemoet reden, waren het niet
minder. En met een toenemend en angst en
verlatenheidsgevool zag hij die volle trams
hem passceren, elk vol met knappe vrouwen
en mooie meisjes. O 1 er zou aan het strand
ui et-s meer te doen zijn-
A213IO ISO!!
De gedragslijn der Ohriato-
I ,j k-H istorisohea „D o Ne-
I e r 1 a n d e r" komt op tegen een bow©-
Img van do „Limburger Koe-
li e r", ala zouden do C.-H. tegenover bot
■Labinetr-Kuypor vrijwed hetzelfde gedaan
lebben, ala thans „De Standaard"
loet ton opzichte van het Kabinet-
■Rcmskerk. Het blad betoogt, dat wat
ll) e Standaard'' thans doet wel in
laar lij-n, doch niet in die van de Ö.-H.
Igt. Tactiek van dr. Kuypcr is het steeds
Iweest, doet het uitkomen, do politieke
lei vorming, die hij beoogde aan zijn poc-
loon to verbinden. Altijd heeft hij gemeend,
■at alleen door zelf als leider en als
loofd, aan wien gehoorzaamheid verschkil-
ligd was, op to treden, de kTaehtsontwik-
leling mogelijk werd, die noodig was tot
lm vors booting van het liberale regime.
1,1) o Standaard" was altijd do uit-
■rukking van het persoonlijke gevoelen
Ian dr. Kuyper, en is nog steeds geheel
Imj van elke partij-inmenging. Inmiddels
leeft dr. K. persoonlijk de partdjorganisa-
lt!•- als een wapen in zijn hand en. daarmede
Is effect bereikt. Yaudaar, dat voortdu
it nd aan doze machtspositie wordt horin-
l.ord. Dat ondervond, volgens het blad, het
limnUerie-Mackay. In dio dagen ml. werd
Boor „Do Standaard" steeds voedsel
lege vem aan de bewering, dat toch eigen-
l)ij!t dat Kabinet niet do echto kleur had.
■Toen werd do vorkiezingskreefc: ,,Vóór of
■egm het Kabinet-Mackay" afgekeurd. Te-
Ie do v-er het ministerie-Kuypcr editor trad
■,,D e Standaard" geheel anders op.
■Toon werd niet aan de echtheid getwijfeld,
■hoewel ook toen cenige portefeuilles niet in
■A."!! of R--K. handen waren. Na do af bre
ading van dab Kabinet werd het steeds go-
Iprezen door hot blad. Zóó bleef, merkt hot
■C.-H. orgaan op, het geloof in do onmis-
Ibaarheid van den eminenten leider be-
Iv.aard. Vóór of tegen het Kabi net-Kuyper
Iwerd in 1905 geon onmogelijke ,,cry" ge-
lacht en is het dit zelfs nu nog niet. Inte-
Igendeel wordt thans, nu do omstandigheden
■het daadwerkelijk optreden van den vroo
Igeren premier onmogelijk hebben gemaakt,
Iele vertrouwbaarheid der ministers afhan-
Ikelijk gemaakt van hun meerdere of m wi
lder© aanhankelijkheid aan het Kabinet-
I Kuyper.
I Dr. Kuypcr is, gaat het blad voort,
[dit geloof hij zelf en dit gcloovon zijn gc-
trouwste volgelingen de inaarnatio van
bet anti-revolutionnair beginsel.
Dit inzicht bepaalt dan ook de houding
van „D Standaar d", tegenover het
Knbinet-Heomskerk, gelijk het die bepaal
de tegenover het Kabinet-Mackay Onop
houdelijk moot het Kabinet voelen: In
dien gij dr. Kuyper niet openlijk huldigt
Tula leider, kan ik u mijn 6toun onttrekken.
En dan valt gij.
Wij verwonderen noch ergeren ons daar
over, al zien wij zeer goed in, dat dit spe
len met. „de knots" even doodelijk kan
worden voor het eerstgenoemde, als hot dit
geweest is voor het laatstgenoemde Kabi-
het.
Hij kon niet eer; hij zat tob half vier op
rijn bureautje en nog had hij moeite om van
de armzalige f 1200, die hij verdiende, fat
soenlijk rond te ko non. Op het gebied van
boekhouden, wiskunde en verzokeringwezen
was hij geen licht; hij had zich nooit tot
die vakken aangetrokken gevoeld. Jammer,
dat het baantje van „arbiter elcgantiae"
niet mee. bestond 1 Nu had hij vaak to kam
pen met allerlei kleine zorgjes en beertjes.
Niet te erg, nooit ook maar tot a a n de
boren dat liet zijn lassieko levensopvatting
niet; toe, want hij was, gelijk de scherpzin
nige lez»r al moet opgemerkt hebben, in zijn
eteldzame vrije uren dillettant minnaar van
ide oud-Romeinsch© levenswijze: maar tóch
genoog, om het verlangen naar een mooie
vrouw in hem gaande te houden, met de
concessie, dat zij ook wat geld zou hebben.
•Gelijk zijn ga-nschc levensopvatting schran
der en diplomatiek was in elkander gezet,
zoo was dit ook een handige, good-gezieno
truczijn begeerte naar een vrouw en zijn
behoefte aan wat geld te laten samenwerken
Indien „D e Standaard" meent, dat
het steeds vestigen van de aandacht op den
persoon van dr. Kuyper de beste weg is om
ons to brengen op het goede pad, bet rij
zooi Ieder staat en valt zijn eigen heer]
Daarna komende op do honding dor
C.-H. zet het blad uiteen, dat, nadat een
deel der A.-R. had besloten zich niet langer
te voegen onder de persoonlijke leading van
dr. K- en een eigen partij had gevormd,
caj natuurlijk do vrijheid herkregen om ook
tegenover dien leider zelfstandige oritiek
uit te oefenen en dot zij dat in alle vrij
moedigheid gedaan hebben. Meer belust
op het doen erkennen van do door hen
verdedigde beginselen ook door do tegen
partij dan om zelf het bovtuur van 's Lands
zaken in handen to krijgen, bobben zij alles
gesteund, wat ook van liberale zijde in dio
richting gedaan word. Zij hebben zich nie>t
ontzien, zoolang zij geen RcgeeringsparbiJ
zijn, hun anfci-rov. vrienden te crifcioeoren,
zoo noodig tegen to staan. Toen evenwel
een Christelijk Kabinet onder leiding van
dr. Kuyper optrad, verandordo do toe
stand. Dr. K. werd voor do C.-H. als mi
nister minder gevaarlijk, dan toon hij als
partijleider zioh vrij kon bewegen. Juist
daardoor, zegt bot blad, verviel ons hoofdu
bezwaar. Van den eersten dag af tot den
laateten heeft onzo partij heb Kabinet-
Kuyper dan ook warm gesteund en wij
noodigen den „L imburger Koe-
r i e r" uit ons één feit aan to wijzen,
waaruit het tegendeel blijkt. Trouwens
„Do Standaard" heeft dit zelve rui
terlijk erkend. Do C.-H. zijn van meening,
dat elk Kabinet reeds last genoeg heeft
van zijn natuurlijke, principieelo tegen
standers en laat de verzwakking daarvan
daarom liefst over aan hen, dio meenen het
beter te kunnen doen. Nauwelijks echter
was het Kabinot-Kuyper afgetreden, of do
O.-H. hernamen hun volkomen vrijheid te
genover don leider der A.-R. partij. Ver
der releveert het blad hoe de C.-H. met
vreugd© een nieuw Christelijk Kabinet za
gen optreden en hoe liet den strijd niet
heeft ontweken, toon „Do Standaard"
het voorstelde alsof heb huidig Kabinet uit
anti-rev. oogpunt minder vertrouwbaar
was. Het ging toen niet tegen don perr-
soon van dr. Kuyper, verklaart het blad,
dat is wel gebleken bij do verkiezing te
Ommen maar vóór het Christelijk Ka
binet.
Die strijd is eindigt het blad uitge
streden, en niemand kan te goeder trouw
meer betwisten, dat het Kabinet, evengoed
als bob Kabinet-Mackay en evengoed als
het Kabinet-K uyper is een Christelijk Ka-
binet. Daarom steunen wij het van harte.
Maar een Kabinet-K uyper is het niet.
Dat is alleen mogelijk motdr. Kuyper er in.
Wil nu óf „De Standaard" óf een
deel ran liet Christelijke volk deswege dit
Kabinet voortdurend door spelde prik ken
verzwakken, het zij zoo. Gevolg daarvan
kan alleen zijn het optreden van een libe
raal Kabinet.
Want een ander Christelijk Kabinet met
dr. Kuyper als president is nu eenmaal in
Staatsrcohtelijken zin ondenkbaar.
Do verantwoordelijkheid van die verzwak
king rust evenwel uitsluitend op ,,D c
op voorwaarde, dat z© ©lk hun zin zouden
krijgen. En wederom viel het te bewonde
ren van dat standpunt, dat hij nu naar
Scfaeveningen trok; immers, niet alleen dat
hij daar meer kans had een mooie en bemid
delde vrouw tegen het lijf te loopen (in
figuurlijken zin voor het letterlijke be
hoedde hem zijn klassieke levensopvatting),
méér kans daar, zeg ik, dan in de kroeg,
maar ook kostte een windstoel een dubbeltje,
terwijl een bitter met fooi minstens ari©
stuivers begrootte.
Doch niet deze overwegingen vervulden
hem, terwijl de tram voort-hotste over het
versleten railtje». Na een jarenlange oefening
was hij tot dat peil van volmaaktheid, dat
hij bij dergelijke politieke tweesprongen da
delijk als 't war© instinctmatig voelde en
deed wat hem te doen Btond. Ook maakt©
hij zioh niet meer druk er mee, wat de da
mes, dio tegenover hem zaten, van hem zou
den denken. Het wa© een moeder met een
volwassen dochter, goed geconserveerde
exemplaren, doch weinig interessant-. Hij
wist, dat zij tevergeefs zaten te trachten ic
ontdekken of hij even beneden de veertig
of even boven de zestig zou zijn; hij wist,
dat ala hij daar zoo zat, quasi nonoha-
lant, doch inderdaad in een wèloverlegdc
houding, een panacé van allerlei materieele
en ideale eisclien, dat men dan vijftig per
cent kans had om juist te raden en evenveel
om zich ruim twintig jaar te vergissen. En
ook dat was berekend, wijl hij óók wist,
dat, gold voor de mannendas ewig Weib-
iicfae, voor de vrouwendas ewig Gcheim-
nisevolle de puzzle, de aantrekkingskracht
bezit.
Ook hieraan dacht hij op dit oogenblik
echter niet. Eerlijk gezegd moet ik eigen
lijk bekennen, dat zijn hoofd in de tram
vrijwel gedachtenledig was. Hij had e ventje 5
gedacht, dat er veel moois al op den terug
weg was on dat hij allemaal vanmiddag niet
meeT aan het 6trand zou zientoen had hij
nog even de va-ge gedachten gekoesterd,
dat hij zijn vrouw nimmer zou toestem meè
ee»n dergelijken hoed op te zetten als cle da
me naast hem dToeg en dat kindermeisjes
wel' eens eefli aardig snoetje», doch zetaen
eon vollo portemonnaie hebben. Eli toen
waren zijn gedachten stil geworden als wa
ren zij moe van het werken op oonoe.pt-po
lis sen en premie-berekening, tot zijn tram,
oven vóór het eindpunt, een andere op de
hielen reed en hij op het achterbalkon van
Standaard" en op dio bladen, welk©
In dozen bet hoofdblad volgen.
Maar men heeft allerminst recht om, bij
wijze van verontschuldiging, zich to beroe
pen op do gedragslijn der Christ.-Hist ©-
riflchen.
Hun gedragslijn was vlak omgekeerd.
Over we^klooohoidve^xeke-
ring zegt de „Nieuwe Rot tor-
da rus oh o Oourant"j
M©n herinnert rich den strijd, die in den
aanvang deo jaar» werci gevoerd naar aan
leiding van het voorstel van het Haagsch©
gemeentebestuur, om bij do inrichting van
het gemeentelijke werkloozonionda het zooge
naamde „Noorsohe stelsel" toe te passen
wolk stolsel hierop neerkomt, dat de ge
meente aan do gesubsidieerde werkliedea-
veiteomgingi den eisch etelfc, dat deze,
tegen verhoogde contributie, ook niet tofc
de voreecoging ais zoodanig toegetreden
werklieden Laat deelen in do werklooshei de-
kas, en daarom tevens in den bijslag, door
de g cm een te gegeven bij de uitkeeringon,
uit die kas to doen. Op dezen weg werd een
oplossing gezocht voor de moeilijkheid, om,
zonder een, om allerlei redenen onweüsohe-
Hjke, rechtstreeksche gemeentelijke werk-
loothoidverzekering in het leven te roepen,
do uit de openbare kas voor dezo verzeke
ring beschikbaar geetcldo fondsen, ook to
doen ten goede komen aan andere dan bij
de vakvereenigingen aangesloten arbeiders.
In Gent had men de oplossing beproefd,
door een bijslag uit de gemeentekas te go-
ven aan werklooeen, die konden aantoo-
ncn individueel of door toetreding tot een
spaarvereeniging, wat voor den kwaden
dog te hebben weggelegd. Dit denkbeeld
was echter in de praefcijk weinig deugdelijk
gebleken. Vandaar in Noorwegen, waar do
Staat do werkloosheid-verzekering der ar
beiders geldelijk ateunt, in 1906 do toe
passing van het bovenomschreven uicuwo
stelsel
Reedia aanstonds rees echter in Noorwegen
van do rijde der georganiseerde werklieden
ernstig verzet tegen den eisch, dat zij niet-
georganiseerden, zij het dan op meor b per-
kendo voorwaarden, zouden toelaten tot hun
werk Ioozen fondsen, en daardoor hen ton
deole doen profiteeren van hetgeen do or
ganisatie had tot 6tand gebracht-. En ook
in Den Haag werden van do zijde der vak
vereenigingen on van verschillende Kanicrs
van arboid dezelfde bezwaren tegen het
denkbeeld: met kracht geuit. Toch heeft
de gemeenteraad do zaak doorgezet, onder
den indruk, door dio voorstanders gewekt,
dat men in Noorwegen, al was voorshands
nog gec.n stellig oordeel mogelijk over de
toepassing van het stelsel, toch niet on
tevreden was over de aanvankelijke wer
king der wet.
Naar ons uit Noorwegen wordt medo-
gcdeeld, was echter het jret?ultaat van do
wet tot voor korten tijd volkomen negatief,
daar geon enkele vakverccniging zich, op
de voorwaarden van do wet, voor steun
had willen aanmelden. Allo aohten het be- j
zwaar van opneming der niet-georganiseer-
den overwegend. Deze volkomen misluk
king van de wet van 1906 heeft toen de i
Iimr. r.1 n n-rorTi»'..| i LJ.-U i-r. -
dio andere eon vrouw ontwaarde, die di
rect zijn heelo horsencomplex een verjon-
genden fut inbliea. Eerst was het alleen
een witte figuur, een slanke taille en een
wit-linnen tailleur-kostuum. Doch toen hij
naderkwam de eerste bram wachtte blijk
baar om het primitief stationnetje te kun
nen binnen stoomon en de figuur zich
even half omwendde ora iets tegen het meis
je naast haar te zoggen, toen zag hij in één
oogopslag, dat heb d o vrouw was, dio hij
zocht; jong, mooi, geestig, ©n waarschijnlijk
rijk. De hand, dio zich om de balustrade
boog, droeg één nobelen briljanten ring van
hooge waardo en op haar fraai gevormd oor
lag een parol, die hij dadelijk voor echt
herkende. Bovendien droeg zij een grooten
lichten zomerhoed met een magnifieke witte
veer. Haar heele verschijning stempelde
haar tot iemand van aristocratischcn hui.«e
Ook haar vriendin, die hij van aanzien wel
kende, was een leelijk, maar schatrijk meis
je. Z ij was mooi en geestig. Als gerouti
neerd vrouwenkenner bedroog hij zich ook
hierin niet. Niettegenstaande nog een vrij
groot© afstand hen scheidde; niettegen
staande zijn oogen niot van de beste» meer
wraren en zij, beha.lv© dat ééne oogenblik met
haar gelaat van hom stond afgewend, wist
hij dadelijk, dat zij een heerlijk type had,
hetwelk altijd als een onuitgesproken, nooit
ontmoet ideaal hom voor do verbeelding
zweefde.
De schok zette al zijn spieren en zenu
wen weer in actio. Maar do voorste tram
schoof nu voort, onverbiddelijk, e»n terwijl
de» zijne op haar beurt nu voor het station
netje bleef stilstaan, zag hij het lichte
figuurtje in de boolit vordwijmen het sta
tion ingaan. Zou hij haar ooit weerzien?
Aan verder dacht hij maar niet eeais, in
hoogcr vlucht repten zdjn illusies zich nog
maar nie»t eens, hij vroeg alleen maar zich
af of hij haar nog eens zou terugzien, en
of hij gelegenheid zou hebben zijn nederig
persoontje onder haar aandacht te bre»n-
g«n-
Nu kraste ook zdjn trammetje heb houten
Btationnct-jo binnen. Hij haastte zich naar
buiten, zooveel dit met het kostelijk oven-
Kvicht overeen te brengen was, doch zij was
vendwonon.
Mistroostig zocht hij langen tijd aan het
strand. Eindelijk vond hij haar tueschen
een hoop verlaten badstoelen dicht bij zee.
Regeering aanleiding gegeven een wetswijzi
ging voor te ©tellen, waarbij cta bijslag van
25 pCfc. de»r uitkeeringon aan do vakver
eenigingen op 331/3 pCt. werd verhoogd,
op wolken gpjodalag -nieuwo onderhande
lingen met do vakvereenigingen zijn ge
opend. Desondanks houdt heb verzet bij de
vakvereenigingen «tand!. Eerst onlangs
zijn drie voreenigingen mot te zomen bijna
12,009 loden gezwicht, en erkond als recht
hebbende, te rekenen van 1 November j.l„
op de staatsui tkeering van werkloosheidver-
zekering, voorzien in de wet van 12 Juni
1906.
Het Haagseh© voorbeeld is hier te lande
door geen ander gemeentebestuur gevolgd.
Dooh wo&r do kwestie der werkloosheidver-
■ekering, gelukkig, voorkomt op de agenda
van verschillende gemeentebesturen hier te
fausde, scheen het rriet onraadzaam op den
loop der zaak in Noorwegen zelf ev'cn de
aandacht te vestigen
„Onze Oourant" bespreekt een zeld-
Baam geval, dat dezer dagen bij de Alme-
loosohe rechtbank voorkwam. Re-t blad zegt:
Zelden of nooit-, wanneer een verdediger
vraagt om ontslag uit de „voorloopt
go heohtonis'' wordt dit toegestaan.
Regel is, dat de rechtbank „geen termen"
vindt, om aan dit verzoek te voldoen.
Te Almeloo ging het anders.
Na twee minuten in de raadkamer ge
weest te rijn, kwamen de rechters terug en
werd de onmiddellijka invrijheidstelling van
de beklaagden gelast.
Natuurlijk is hiermee nog niets beslist
over ©©huid of onschuld; de uitspraak volgt
nog. Maar het is nu toch noodig, om eens
to wijzen op het feit, dat deze beklaagden
maandenlang hebben „gezeten", al
was het dan ook „voorloop-is", terwijl de
rechtbank in twee minuten wist to beslissen,
dat dit zitten on noodig was.
Waar dan. nog bijkomt, dat dio hechte
nis twee maanden verlengd werd... omdat
de rechter van instructie met vacantio was 1
Ons rechtsgevoel stuit dat.
„Yoorloopige hechtenis" kan, helaas I
noodig zijn. Onze rechtspraak kan ze n'et
missen. Maar het is een hulpmiddel, dat
onschuldigen voor hun leven ongelukkig ma
ken kan.
Maandenlang zitten ze vast. Hun zaken
staan stil en verloope.:. Hun gezin raakt in
ellende. Hun goed© naam is weg. Hun ge
zondheid wordt geknakt; him ziel verbitterd.
Het is noodig, meent het blad, dat de pu
blieke opinie tegen onnoodige vrijheidsbe
neming krachtig getuigt; dat zal den rech
ter dwingen tot voorzichtigheid.
,,D c Nieuwe Courant" antwoordt
„D o S t a n d a a r d" op het artikel van
dit blad, hetwelk wij vermeldden in ons vo
rig Overzicht.
Zij zegt-:
Wij hebben dadelijk na de algemeen© be
raadslagingen over da sta-atsbegrooting al
gezegd, dat men eens zou zien, hoe nu in
„De Standaard van dag tot dag het
streven zou gaan groeien om op grond van
hetgeen er in de Kamer van beide zijden was
gezegd, het ka bi nct> He einske rk naar zich.
toe te halen en in te palmen. Dat komt vol-
Haar vriendin zat in een stoel en z ij zat
aan haar voeten er tegen aam.
Hjj zetto zich in een van de verlaten
stoelen, zoodat hij haar niet reoht in het
gezicht keek, maar toch drie»kwart had.
Ja, hij had zich in de tram niet vergist.
Dit was nu niet eon vam die stom-mooie
vrouwen, die hem koud lieten. Je moest
zien wat eon geestig geneden profieltje en
toch zonder scherpte, mot slechts even aan
geduide lijnenWat een heerlijk, als vam
een verborgen pret aldoor lachende oogen
Heb was ah zocht haar geest zich een uit
weg door dio beweeglijk, vonken sproeien
de oogen I
Zoo zat hij in bewondering, van tijd tot
tijd zijtn blikken afwendend, om het aange
name van clen nieuwen indruk, als hij zo
wcor op haar richtte toen opeens ook nog
iets anders zijn aandacht trok. Eenige me
ters ter zijde van zijn stoel en van den hare
laig, half in het zand getrapt, een portomon-
naio. Oogenblikkelijk toen hij dit zag deed
ook zijn andere, laat- ons zeggen zijn meer
materieel o natuur zich weer gelden, oil do
portemonnaie hield als magnetisch zijn
blik gpjboeid.
Het was een groot slag portemonnaie,
zoo iets als een huishoudLportcrnonnaie, en
zij was puilend vol. Toen hij voelde, dat
e ij op hem lette, wendde hij 6nel zijn blik
weer af, toch lieten zijn gedachten het "ding
niet los. Het strand was nu geheel verla
ten; hij zou wachten tot ook rijn vriendin
nen weg waren, en dan ongemerkt do por
temonnaie oprapen. Zijn besluit was vlug
genomen. En weer ging hij zioh du verdie
pen in de vrouw, die schuin tegenover hem
izat. Was dat niet verstandige politiek?
Was dat weer niet een bewonderenswaar
dige oplossing van een conflict? Aan den
eenen karnt zijn lust om de portemonnaie
op t© rapen, aan den anderen kamt die om
rijn overbuurvronw te bewonderen n om
geen gek figuur te slaan. Aam den eerste
kon hij niet toegeven zoolang de tweede
voedsel vond. Wat was dam verstandiger
dan de tweede te laten grasduinen naar
hartelust zoolang hij kon en daarna do
beurt aan den eerste te geven Dat beboirt
tob de vóór deelen van den meer middel-
ba rem leeftijd, dat men practischer wordt,
en zichzelf meer te beheerschen weet.
Doch dit laatste ging niet hoelemaal op.
Do portemonnaie won het vam het geestig
maakt uit. Er gaat geen dag voorbij of d©
„antithese" vindt op de eerste bladzijde een
cereplaats. Zoo do juichkreet: „Thans zijn
de stukken op het schaakbord verzet, ea
staat in heb laud en in de Kamer, recht©
tegenover links, ingedeeld naar onze
antithese."
Bijf al dit gekraai vergete men niet, dab
de positie van ,,D o Standaard" than©
een andere i3 dan in de periode 19011905.
Toen heette de hoofdredacteur&plaats tijde
lijk vacant; de titularis zat in het Torentje.
Thans is er geen enkele reden, veeleer
het tegendeel om aan te nemen, dat in
heb orgaan de mcening der Regeering zich
uitspreekt. Hoe wij denken over hetgeen de
heor Heemskerk 21 November in de Kamer
heeft gezegd, hebben wij in den breed© uit
eengezet. Do interpretatie van „D o
Standaard" orengt in die woorden vrtn
den premier evenmin wijziging aU in onze
meening.
Eén ding begrijpt het blad goed'- onze
„toenadering" tot het ministerie richt zich
tegen „De Standaar d" m gaat tegen
den Kuyper-koers en de amtïthese-politiek
lijnrecht in. Het blad spreekt daar niet meer
over, maar het gevoelt en weet het. Inde
irae. En vandaar ook die prikkelende
smaad van „verlies van ruggegraat", nu
plotseling in de plaats getreden voor het
versleten - verwijt van „afglijden naar
links". Dat. komt later wel weer te pas.
Wat wij het ergste in dit alles randen
is de bedekte aansporing om „voor onzen
Koning te gaan roepen." Wij gevoelen zoo
iets bijna als godslastering. Maar misschien
lazen we verkeerd en heeft „De Stand
aar d" er dr. Kuyper mee bedoeld.
De heer J. Kleefstra, paedagoog, schreef
in „D e T el o g r a a f" een artikel over
,,d e T uc h t-TJ n i e". Daaraan is het vol
gende ontleend:
Wie den strijd wil aanbinden tegen onze
tuchteloosheid, moet zich toeleggen
opdc veredeling van het gezins
leven. Ieder, die Engeland, bezoekt, wordt
getroffen door do tucht en den beschaaf
den toon onder het publiek, en ieder, dio
het Engelsche gezinsleven leert kennen,
voelt zich prettig aangedaan door de juiste
verhoudingen, die daar bestaan en als het
ware zonder druk door ieder in acht geno
men worden. Er is natuurlijk een oorzake
lijk verband tusschen deczo twee verschijn
selen en niemand zal het, dunkt mij, dan
ook gewaagd vinden, wanneer ik beweer,
dat om maar iets te noemen de voor-
beeldoloozc orde van het Londensche straat
leven mogelijk gemaakt wordt door de stille
opvoedende kracht, die van het Engelsche
gezin uitgaat.
Laat mij daartegenover eens den vinger
leggen op enkele verschijnselen, die mij m
het Ncderlandsche gezinsleven getroffen
hebben.
Dc grondtoon van het burgerlijke Nedcr-
landsche gezinsleven is vitten en smalen op
allés, wat vreemd of nieuw is; en op ieder,
clie cenigszins autoritair optreedt.
Dat ligt in den volksaard.
De menschen bedoelen liet niet zoo kwaad
integendeel, wanneer men geen notitio
neemt van hun onhebbelijkheden, maar rich
gezichtje en hij bemerkte tot zijn ergernis
dat een volle beurs op heb oogenblik meer
aantrekkingskracht voor hem bezat dan een
mooie vrouwr.
Zijn genot als hij naar haar keek was
niet meer onvermengd, niet meer rustig en
zuiver. Telkens drong zich die portemou-
naio naar den voorgrond in rijn gedach
ten. Wat hij zou doen als er eena een twin
tig gulden in zat? Misschien zat er meer
in, misschien ook minder; maar rij builde 1
Of hij dat beertje bij zijn chemisior zou
betalen of dat hij eens ergens in de stad of
in Soheveningen lekker zou gaan etenl Hij
bod in lang niet lekker gegeten. Zijn kost-
juffrouw werd minder en hij zou ten slotto
de kamers moeten opzeggen.
Nu betrapte hij zichzelf op den wensch,
dat die twee schepsels zouden opstappen!
Hot leven kwam toch meestal anders uit
dan do philosofie. Wie zou een uur geleden
gedacht hebben, dat hij een moo-io vrouw,
een ideale mooie vrouw, zou afvallen voor
een portemonnaieDe mensch is een zwak
vat.
Maar zij gingen niet weg 1 Het werd ze=:
urein en hij moe6t naar huis om te gaa o.
eten. Wie weet of zij hier niet den heeleti
avond bleven zitten? Neen, hij kon zijn eten
niet er voor laten koud worden. Bovendien
jeukte rijn maag.
Maar... de portemonnaie? Hij moest
haar laten liggen. Het was wel hard, maar
het moest l Kon dan maar I
Doch toen liij er voorbij kwam, werd het
(hom één oogenblik, één noodlottig oogen
blik, te sterk. Moest hij dat geld daar
laten liggen voor een paar vrouwenoogen,
dio hij niet eens kende? Zij zou het niet
zienDo portemonnaie lag schuin achter
haar stoel
Dit alles doorflitste hem in dio eène nood
lottige seoonde, toen. rijn zelfbeheer selling
hem in den steek liet. En achteloos bukte
(hij zich en greep.
Maar hij greep mis. Want uit den stoel
aohter hem klonk een schaterend gelach,
dat hom plots deed veiibleek'en, en de por-
temonnadfc sprong huppelend daar naar
toe.
„Heerlijkproestte het mooie, geestige
meisje, terwijl ze het touw op haar handje
woud', waaraan de volle beurs nader
sprong. „Ik begon er net aan te wanho
pen 1"