afwateren te bevorderen. Ook waarneer men I
in een schuur kuilt, ls het noodig, dat mou
dooi- met sbroo te dekken alles vorstvrij.
houdt.
Knolselderij wordt Lu wit zand gekuild,
zoodat men de ondereinden der knollen
inet de kleinste helft in het zand plaatst;
do rest blijft ongedekt. Van het loof der
eeLderijknollen wordt een weinig behouden,
gewoonlijk het binnenste hartje. Van alle
andere wortel- en knolgewassen wordt het
loof verwijderd. Alleen bij bieten mag het
loof, vóór men ze opkuilt, niet worden af
gesneden, maar moet dit met de hand af
gedraaid worden.
Uien bewaart men op een droge plaats;
sjalotten evenzoo. Vorst vrij behoeft deze
bewaarplaats n^et tc zijn; de strengste
vorst hindert ze niet, als ze maar droog
liggen.
Klooi kan men aan ijzegxlraad, dnt om
den stronk wordt gedaan, door ophangen
in een vorstvrijo schuur of bijna vorstvrije
ruimte het beste bewaren. Heeft men deze
ruimte niet, giraaf ze dan met de krop in
het zand en den stronk omhoog e<n bedek
da.n alles met boombladeren, minstens oen
voet dik.
Prei en sekderij (struik-) kan men bui
ten opkuilen en mot wat boombladeren
bedekken, die bij niet vriezend weer wor
den verwijderd.
Pieterselie plant men in September in eec
botertonnetje, waarin mon met een duimz*-
boor rondom gaten heeft geboord op 8 A
10 cM. afstand. Men steekt door die gaten
do wortels, die van binnen in telkens aan
gebrachte Laagjes grond geplant worden.
Het tonnetje begroeit rondom met pieter
selie en men kan ze, mits *e op een lich
te plaats gezet worden. Lang gebruiken-
Papierbereiding uit
uitgeperst suikerriet.'
Zooals bekend, wordt voor de bereiding
ran suikor het riet uitgeperst en hoc aap
|oor verschillende bewerkingen verwerkt
tot het gewenschte product. Het uitgepers
te suikerriet (de ampas) wordt gebezagd
als brandstof, maar door de verbeteringen,
iii de Laatste tijden in de stook in stal 1 a tie*
aangebracht, en misschien ook door andere
omstandigheden, hielden verschillende fa
brieken daarvan niet alleen over, maar
moesten zich zelfs vrij groote uitgaven ge
troosten, om dien afval weg te voeren naar
plaatsen buiten het fabrieksterrein.
De vraag rees toen of die ampas niet voor
de fabricatie van papier zou te benutten
zijn: dat zij daarvoor geschikt was bleek
reedb in Louisiana, waar gedurende eenigen
tijd „De Louisiana/planter" gedrukt word
op am pas-papier, hetwelk zeker niet onder
deed voor papier, uit houtstof bereid.
Volgens „Het Archief," waaraan deze be- t
richten worden ontleend, leverden de latere i
daaromtrent genomen proeven slechts ne
gatieve resultaten op; toch gaf m©D den
moed niet op en zond een groote hoeveelheid
saamgeperste ampas ter onderzoek naar
Europa.
De uitkomsten daarvan zijn, dat men de
toekomst al miioder donker begint in te
zien en dat, als men nu niet direct, het onder
ste uit- de 'kan wil hebben en superieur
schrijfpapier verlangt, doch zich eerst Te
vreden stelt met een bijzonder goed soort
pakpapier, hetwelk aan alle eisehen voldoet,
de proeven lang niet ongunstig zijn uitge
vallen en alle hoop geven op nog betere re
sultaten, als de fabrikautcn, dae de proe
ven leidden, beter op de hoogte zullen zijn I
van de bijzonder eisehen, waaraan de am-
pasvezel moet voldoon, om tot papier ver-
werkt te kunnen worden.
Alle onderzoekers zijn het er over eens, i
dat do gedroogde ampas, zooals die voor J
het vervoer naar Europa zwaar samenge- j
perst wordt, daardoor in den meest ongun- j
stigen toestand verkeert voot de verwerking, i
daar deze saamgeperste ampae zeer moei
lijk water schijnt op te nemen en men dus
uren achtereen in de hollandors, waarin tij
met water wordt gemengd, roeren kan, zon
der «en ander resultaat te bereiken dan oen
in het water zwevende, vrij droge massa,
inaar allen zijn het er ook over eens, dat
ongedroogdo en ongeperste ampas, zooaLs
die uit de rietpersmolens komt, een der
meest geschikte materialen zal blijken te
zijn om in de hollanders te worden ver
werkt.
„Het is te hopen", zoo eindigt een der
proefnemende fabrikanten in Europa zijn
rapport, „dat enkele ondernemende suiker-
fabrikanten op Java eens de proef zullen
willen nemen, om aan dezen waarde vollen
vezel een betere bestemming te geven dan
die van brandstof. In een bestaande suiker
fabriek, waar reeds stoomketels en drijf-
machines, pompen, leidingen, verlichting,
enz. aanwezig zijn, zou men door het opstel
len van eenige kokers, hollanders, koller-
gang en een zeer eenvoudige papiermachine
Ln staat zijn billijk te fabriceeren, doch
dienen de proeven bepaald door een deskun
dige geleid te worden, om kans van slagen
te bobben."
Was nopc5ig
Ik heb een achtjarigen'jongen.
Een heel verstaneLigen baas,
Toch nam hij nog altijd voor waarheid
Het sprookje van Sinterklaas;
Wanneer, op den 5den December,
De heilige man werd verwacht
En hem en zijn zusje persoonlijk
Diverse schatten dan bracht,
Dan glinsterden twee paren oogen,
Van hoop en van guitig ontzag.
Omdat voor hen over St.-Nico)aas
Een waas van mysterie nog lag. -
W|
Toen nu heden het ventje uit school kwam,
Verraste hij ons met de vraag:
„Hè moetje, vertol u mij toch eens,
Wie speelt voor St.-Nic'la-as vandaag?
Ik weet wel, düen bisschop uit Spanje,
Dien hebt u voor ons maar bedacht,
En meester zegt: „Dom is een jongen.
Die om dat vertelsel niet lacht."
Zijn zusje, een paar jaren jongerr
Hing luisterend aan sprekertjes mond.
En ik zag, dat tij zijn openbaring
Nog half geloofwaardig maar vond.
Mijn vrouw bleef hot antwoord eerst
schuldig,
Zij staarde in versteldhekt mij aan;
De vraag sprong als vuur haar uit de
oogen:
„Waarom heeft die man dat gedaan?"
Er zijn er, die 't anders beschouwen,
Die „waarheid" willen vooral;
Ik denk misschien eventjes verder,
En vind 't een treurig geval.
Bosschen en regenval.
De vraag, of bosschen een belangrijken
invloed op het klimaat uitoefenen, ls
meermalen opgewoipen. Onlangs heeft A.
Walter, eerste assistent van het Alfred
Observatorium, op het eiland Mauritius,
deze vraag onder de oogen gezien en is
daarbij tot de volgende slotsom gekomen
Het eiland Mauritius was in 1850 voor
ongeveer een derde van zajn oppervlakte
bedekt met wouden. In 1880 was de woud-
bedekMng verminderd tot ongeveer een
tiende van de oppervlakte van het eiland.
Men beweerde toen, dat het klimaat van
het eiland ten gevolge van de vermindering
der bosschen veranderd was.
A. Walter heeft nu den regenval van j
1860 tot 1907 nauwkeurig bestudeerd en is
daarbij tot de slotsom gekomen, dat de
vermindering in de bebossching geen
merkbaren invloed heeft uitgeoefend op de
hoeveelheid neerslag, maar wel op het aan
tal regendagen. Het. aantal regendagen in
de landstreken, waar de bosschen in op
pervlakte waren verminderd', was met 30
per jaar afgenomen, doeb de totale hoeveel
heid regen, die deze 30 dagen opleverden,
bedroeg slechts 16 tot 25 mM terwijl de
verschillen in de jaarlijkscho hoeveelheid
vaak 150 mM. bedroegen.
Voordat de boeseben waren uitgeroeid,
viel gedurende de namiddaguren met wei
nig wind, vaak eenige regen, doordat de
waterdamp, die door de boom en iD de
lucht werd gebracht, voldoende was om de
atmosfeer to verzadigen. Van hoe geringe
beteekenis deze invloed is, blijkt wel
daaruit, dlat de regenbuien, die aldus wer
den veroorzaakt, slechts plaatselijk waren.
Op grond van deze gevolgtrekkingen
ontraadt Walter het maken van groote
kosten met aan planting van bosschen otd
den regenval kunstmatig te vergrooten.
STOFGOUD.
Een loven zonder God leidt tot misdaad
of krankzinnigheid.
N i o m a.
Een ander bekladden kan nooit zichzelf
schoonmaken.
T e n n y s oa
Een aardige anekdote van een
bekend schrijver.
De auteur was bij een zeer bevriend boek
handelaar en zat familiaar in den winkel
in een pas verschenen werk te neuzen.
Binnen kwam een man met een zakje en
een lijst voor een liefdadig doel.
De boekhandelaar, aan wien lijst en zakje
gepresenteerd werden, glimlachte om de
„mop", die hem eensklaps inviel, en sprak
toen bedaard:
„Lieve man, ik heb hier niets in te bren
gen. Daar zit de baas."
Collectant ging naar den lesenden auteur,
die alles gehoord en gezien had.
„Zoo", sprak deze, „ben jullie daar!
Wat geven ze zooal in de buurt?"
„In t zakje?"
„Ja."
„Nu een gulden, een rijksdaalder."
„Goed 1 (En zich tot zijn vriend wendend^:
„Jan, haal een rijkspop uit dt winkellade
en gooi hem in 't zakje 1"
Drukke eenzaamheid! Uit
het prospectus van een hotel in Zwitserland:
„Weissbach is eon geliefkoosde verblijf
plaats van hen, die van eenzaamheid hou
den. Voortdurend komen er hier van de
vier hoeken der wereld groote gezelschap-,
pen van meneohen, die de eenzaamheid zoe
ken."
„En toen," zei de professor, „tel eg r*.
fee rd o Cesar naar Rome: Veni, ridi, rid
Een onderwijzeres oemerkte, dat een van
haar leerlingen onaangenaam riekte. Zij
gaf hem een briefje voor zijn moeder mee.
Den volgenden morgen Pracht de jongen
het volgende korte schrijven mee terug:
„Juuvra*. myn soon is Geen roos Uwé
hooft 'm niet te ruike mar mot 'm leere."
Zijn woord gehouden. Ke 1 1-
ner: „Wat wenscht u, mijnheer?"
„Whisky met een rietje."
„Met wat?"
„Met een rietje. Ik heb mijn vrouw be
loofd op mijn reis met mijn lippen geen
droppel whisky aan te raken".
Slim. „Heer Burgemeester, 3e men-
schen zeggen, dat zij de sneeuw, die gisteren
en vandaag gevallen is, onmogelijk van
daag allemaal kunnen opruimen."
Burgemeester: „Laten zij dan maar
eerst do sneeuw van gisteren wegruimen."
Verstrooid. „Zoo verstrooid als
de boekhandelaar Snuffelaar heb ik nog
nooit iemand gezien. Toen hij rijn
parapluie niet kon vinden, ging hij in den
catalogus zoeken op de letter F."
Niet aldus bedoeld Uit een
advertentie: ,,Er kunnen Vette kostgangers
geplaatst worden."