5
I®.
S«322!0£€r2I 3DiLCï3B2!aiL35, "W©©asili&gf 2 Becsiü^er. IfwoGdd Ss»I&el.
Eerste Kamer.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
!-I aai- Moeder.
^4**
J: il_7 C
Aiasz. o l©OS.
Vergadering van Dinsdag-avond.
a?
26
Ingokoraon z'Jn de geloofsbrieven van het
[kozen Jid vooi Gelderland rar. P. 0. 't Hooft.
I worden gestold in handon eener commissie,
gaande uit de heeren Van Velzen, Van Wel-
Jien Kengers cn Staal voor onderzoek
|po vergadering wordt inmiddels geschorst.
■Na heropening brengt do heer VanVelzen
jpport uit on adviseert namens de commissie
toelating, na aflegging der gevorderde eedon
J beloften.
|Do hoor 'f. Hooft, door den griffier binnengo-
|,i, legt in handen van den Voorzitter de bfi
wel gevorderde eeden af, wordt door den
borzitter en ondersclioideno leden goluk-
Iwenscht en neemt zilting.
j.Mededeelujg wordt gedaan van oen aantal
gekomen 6tukken, die voor kennisgeving
lorden aangenomen, en van de laat«tel(Jk
lor do Tweede Kamer aangenomen wets-
piwerpen, w:lko naar de afdeolingon worden
Irzonoen.
[Besloten wordt Woensdag elf uron in de
peelingen te onderzoeken een aantal wets-
htwei pen, o. a. het Aroitrage-contract mot
fmerika, de Indische begrooiing voor 1909
|et b(jbehoorende wetsontwerpen, de bo-
[oótingen voor Suriname en Curagio 1909,
wfizigiDg van Hoofdstuk X der Staala-
Igrooung 190S (kosten vlesschkeunng, enz.)
een aantal wetsontwerpen van kleineren
- ang.
I Doi:dor dag elf uren komen in openbare behan-
jling do Mljitiewet, de Achterstandswetten en
i ontwerpen, dio dan verder voor openbare bo-
Bndeling gereed zullen z(Jn.
I Ds vergadering wordt hierna verdaagd tot
oudordag 11 uron.
(Vervolg van gisteren).
[Begrooting Binnen 1. Zaken.
J Bij de afdeeling Volksgezondheid en
Volkshuisvesting vroeg de heer Van Kol
?erdere waarborgen waardoor de z ïek e n-
rpleging zal kunnen voldoen aan do
lischenoordeelde hij krachtig ingrijp n
pgen de kindersterfte urgent, en j
lepleitt© hij het verheffen van het a p o- 1
Ihe kersambt tot Staatsambt.
De heer B 1 o oi e r beoordeelde den ar- i
Kriel van den Centralen Gezond-
leidsraad gunstiger dan vroeger. De
Jesultaten van den omvangrijken arbeid van
lat lichaam worden meer en meer merk
baar. De werkwijze van den Raad is echter
iog te omslachtig, hetgeen hij in den brecde
lilccnzcttc.
J Ook dc heer Schaper klaagde over dc
|rganisatie van den Gezondheidsraad on crï-
c.rdo, met den heer Blooker, dat men
,n dat lichaam geheel ge re ede wetsontwer-
vraagt, nogal met strafbepalingen er
lijAls vroegere jaren bepleitte spreker ook
liiana een verbetering van de VV o n i n g-
ret en een uitvoering van die wet in
ooruitstrevendcr geest dan thans merkbaar
3. Spreker kwam krachtig op togen de in
Eerste Kamer onlangs door mr. Van der
fcicscn uitgesproken redevoering, dio uiting
ba f aan. den onwil, waarmee het onontwik-
:rid volksdeel maatregelen, voor dc hygiëne
troffen, pleegt te begroeten.
Dc heer Bos verklaarde, in aansluiting
an den heer Blookcr, dat, hoewel dc Ge
zondheidsraad! thans beter werk levert, zijn
Organisatie toch nog niet deugt. De Regec-
ig brenge een wijziging der Gemeentewet
let stand, ten einde do samenwerking der
jemeenten tot het a leggen van watörki-
lingen te vergemakkelijkenzij benoeme
[buitendien een speciaal technischo commis-
oin do gemeenten van voorlichting Ie
pirn en.
Voor dfön bouw van behoorlijke arbci-
Jers woningen doe do Regeering het
loodige.
De heer Van Karn ©beek achtte de
leglat-ing van de m a z e le h uit de wet op
e besmettelijke ziekten uiterst voorbarig.
De heer Schokking vroeg een verbod
pan absint h-v e r k o o p cn acht Ret ver
rel, bij de toepassing der Woningwet niet
[ëkrning te houden met alle bestaande om
voor ondernemingen van wetenschap en
kunst en haar aanmoediging te verhoogen
mot 5150 en alzoo te brengen op f 68,600,
met het doel do subsidiën aan do openbare
leeszalen ook in 1909 te verlcencn en wel
op den voet van het loopendo begrootinga-
jaar.
Door den beer Schaper is een amende
ment ingediend om art. 109 (kosten voor
aanbouw, enz.) to verminderen met 14,500
met de bedoeling niet over to gaan tot do
voorgestelde aanbrenging eener inrichting
voor biologische reiniging en academiege
bouw en pliysiologiseh en hygiënisch labo
ratorium to Groningen.
standigheden. Spr. verwacht, dat Langza
merhand de Woningwet minder impopulair
zal worden. Indien de lieden, die reeds
voor de invoering der Woningwet, thans af
te keuren woningen bezaten, krachtens do
wet eenige schadeloosstelling zullen genie
ten, zal dc oppositie tot zwijgen worden ge
bracht.
I'o heer Nolens acht ccn ingrijpend
debat over den Gezondheidsraad wenschc-
lijk, al erkent hij verbetering in dcszelfs
werk.
Do Heer Goeman Borgesius prees
den Minister voor do wijze, waarop deze
door woord en daad getoond heeft de Wo
ningwet te willen uitvoeren. De onpartij
dige oncjuête dor Regeering heeft getoond,
dat do resultaten der Woningwet niet on
gunstig zijn. Spr. waarschuwde echter
tegen het denkbeeld, door den heer Schok
king geopperd; het zou een premie geven
aan hen, dio hun fa gen dom hebben ver
waarloosd, en in sterke mate de uitvoering
der wet belemmeren. Spr. drong aan op
een wettelijke bepaling, die do Regeering
in sommige omstandigheden do bevoegd
heid geeft de gemeentebesturen to dwingen
zich offers voor den woningbouw to ge
troosten. Ingrijpende reorganisatie van
don Gezondheidsraad is niet noodig, al
valt verbetering aan to brengen.
Do heer De Vi6ser bestreed liet
standpunt, waarop do vereeniging „Noso-
koroos" zich ten aanzien der ziekenverple
ging stelt in zake het Staatsexamen. In de
eerste plaats bestaat er nog lang geen een
stemmigheid omtrent de eisehen, waaraan
de ziekenverpleging moot voldoen, maar
buitendien leiden Staatsexamens tot
Staatsopleidingsscholen.
De lieer K ote 1 a a r hoopte, dat de
Itegeoring althans het volgende jaar bereid
zal zijn tot steun verleening ran het Cen
traal Genootschap voor K i n d e r-v a-
cantie- en H o r s te 11 i n g s-k o lo-
n i e s.
Do Minister van Binnenland-
s ch o Zaken had bezwaar teg?n de
Staats-levcranti© van k i n d e r m e 1 k.
Omtrent watervoorziening moeten eerst
meer gegevens bestaan, alvorens maatrege
len kunnen worden vastgesteld.
Do Minister voelde weinig voor het denk
beeld om het apothekersambt tot Staats
ambt to maken.
Van do wenschclijkheid eener subridRe-
ring van vacant-ic-kolonies was d? Minis
ter nog niet overtuigd. Het zou kunnen g>
beurm, dat particulieren, die thans daar
voor wel geld willen geven, zich bij even-
tueelen Staatssteun zouden terugtrekken.
Do Minister kwam nadrukkelijk op tegen
de bewering van den lieer Schaper, als zou
do werkloosheid in de bouwbedrijven voor
een goed deel zijn toe lo schrijven aan
zwendel in het hypotheekbankwezen. Er is
geen sprake van zwendel.
Wat de uitvoering der Woningwet aan
gaat wees de Minister den heer Sehokkino;
op het moeilijke, om een juistcn maat:taf
van schade-vergoeding aan to leggen. Ook
gaat het. moeilijk aan, de gemeenten finan- i
t i i i -tv i-l der wol zij daarin op wat wij
eicel e verplichtingen inzake dc Woningwet -
op te leggen. Dergelijke zaken cischen
nauwgezette overweging. Bij een wetsher-
ziening zal vooral ook rekening gehouden j
moeten worden met da woningtoestanden
op het platteland.
Na re- en dupliek werd het algemeen de-
bat over do afdeeling Volksgezondheid en
Volkshuisvesting gesloten en werden de -ar
tikelen tot art. 53 goedgekeurd.
Daarop werden te 6 uren dc verdere be
raadslagingen verdaagd tot hedenrirhit.rB
to kwart over tienen.
ftJesSerjond en ^enez
,,Do Nieuwo Courant" noemt het ant
woord van Venezuela op do nota der No-
derlandsche regeering van 3 September
(zie ons vorig nummer) zoo onbevredigend
mogelijk, zelfs verregaand brutaal. Maar
voor een deel heeft, meent het blad, do
Nederland scho Rcgeering het y.ichzelVü Ut
wijten, dat zij het ontving.
Immers, aldus „De frieuwo Courant"
door haar protest van 3 September ge
heel samen lo trekken op Castro's decreet
van 14 Mei, ten aanzien waarvan, zij tevens
moest erkennen dat hij formeel tot heb uit
vaardigen gerechtigd was, gaf zij den te-
gonstander die kwaad wil (on or was geen
leden om het anders te veronderstellen) de
afwijzing in den mond en tevens de gelegen
heid om over die daden, waartoe hij onge
twijfeld noch formeel noc-h hoe ook eenig
recht had (heb schonden der Ncdorl?,n dscko
vlag, aanhouding van schepen, gevangen
houding van Nedorlandscho onderdanen
enz.) te zwijgen, ja ze geheel als niet ge
schied tor zijde te schuiven. Het antwoord
rept daar zelfs niet van
In haar repliek polemiseert onze Regee
ring nu nog een weinig over het gebeurde
den zoogen aam dan consul; herhaalt
Amendementen.
Door de heeren Schaper, Hugenholtz,
Van Kol, Ter Laan en Troelstra zijn twee
amendementen voorgesteld: lo. om do sub
sidiën tot bestrijding van tuberculose te
verhoogen met 25C00 en dus to brengen
op f 109,000, roet dc bedoeling het bedrag
in .overeenstemming te brengen met dc
wenschen aan den raad van bestuur der
Neder landseho Central© Vereeniging tot
bestrijding der tub rculose
met
dab het decreet van l Mei, hoezeer niet
onrechtmatig, een maatregel is die niet to
pas komt en verklaart, dat d*t decreet in
elk geval moot worden ingetrokken, voor
dat zij onderhandelingen, kan voeren om
tot oen vast© basis voor duurzame goed©
varhoudingm to komen. In «dat geval is zij
daaiioe. bereid.
Aangezien nu echter uit dc Vcnezuelaan-
fic'.io nota blijkt: lo. dat Cv'.ao den elsch
tot in tv liking van het Mei-decreet onge
past vindt en daarin niet w nNvt to bewil
ligen; 2c.. dat hij met ccn N'derlanischen
gezant wil onderhandelen in do richting van
een vriendschapelijka oplossing, d.i. dus
vrriga dclij.-: óók oyer het Mci-dcereet,
wna -over celt-Mr de Nc jarlandscho Regee-
ri.g niet onderhandelen v.il zoo gaan
cl: b I.langs elkaar heen en is
dc corresp-ondontio (in aanmerking geno
men dat diplomatieke betrekkingen nu, ge
lijk b. 'de Rcgeoringon erkeumn, afgebro
ken rijn) neb deze brieven beëindigd. Een
a.ntvoo 1 op Ir aar laatstcu brief kan onzo
Rogeering niet meer verwachten. To min-
noemen do
e o i' o-grïeven (schending der vlag enz.)
niet terugkomt.
Er ontbreekt aan den laafcsten brief van
onze P.egecring een slot. Het geschil wordt
slepende gamaakjfc; d© toestand bestendigd.
Curagao v. ordt daarvan do dupe. En ook
nog iets andersNe da-land's naam.
Laat men nu ten snelste do oorlogssche
pen terugroepen; het kost maar geld! Een
enkele kruiser kan er blijven om to be
schermen wat er van de CuraQao'sch©
scheepvaart rost. Oven gons hebben wa
niets to doon dan, ouder deelnemende be-
1 angst©Hing der Europeesche en Ameri-
kaansche mogendheden, to wachten tot pre
sident Gastro uit eigen beweging ons met
de intrekking van zijn Mei-decreet komt
verblijden, of tot er nv.t hem of zijn gou
vernement een ongeluk gebeurt. Hot kan
ons immers nog mecloopen! ,;Fortuyn
liefst hem besoeckt dia wacht en Fïfcille sit".
Misschien loopt Castro wel even bij ons
aan op zijn weg naar Berlijn.
Maar wat zal nu do Tweede Kamer
doen Is het na do publicatie van Zater
1 2o. om den post uitgaven en subsidiën J dagavond nog „gevaarlijk" in het Parle
ment over Venezuela to sproken 1 Dan ech
ter, zal men er voor altijd over moeten
zwijgen. Want zooals heb nu is, zoo blijft
het. Dat wil zeggen zoolang het Castro
of het toeval belieft."
„Het Nieuws van den Dag" schrijft:
Do briefwisseling, in het jongste num
mer dor „Staatscourant" oponbaar ge
maakt, vormt, op zich zelf genomen,
verbazinigwekkendo lectuur. Niet zoozeer
om den inhoud, als om den toon van dozo
twee brieven. Aan den eenen kant do heer
Paul (lees president Castro), die, op hoo-
gon toon, droogjes, blijft aandringen op
voldoening die wij Konden moeten g?ven
voor do wapenschild-affaire, en ons overi
gens gelaet, ons niofe met Venezuela's „in
wendig© aangelegenheden" te bemoeien.
Die brief is van 12 October. Eerst den
25sten Nov. antwoordt onzo ministe-T van
buitenlandsch© zaken. En hoe... wij willen
or ma-ar niots van zeggen.
Nederland is nog altijd „boreid to onder-
bandelen", maar laat het initiatief aan den
heer Castro over. Do heer Castro doet als
of do zaak hem nu niets meor schelen kan
nat uu rl ijk.
Intussehen verhongert Curasao. En ho^
staat het mot onze nationale waardig
heid?...
Dit alles is eigenlijk zoo ongelooflijk, dat
men er méér achter zoekt, vooral nu do
Kamer redenen gevonden heeft welke
redenen niet publiek gemaakt zijn om
bij het bgrootingsdeb&t Buitenlamdscho
Zaken do eigenlijke Venezolaansclio kwes
tie onaangeroerd to laten, al heeft minister
Van Swónderen terecht menigo opmerking
moeten hooren in zako het geval De Reus
Zou in hot volgend© bericht van „Central
Nows" (dat vroegere geruchten schijnt te
bevestigen) misschien de sleutel liggen tot-
veel raadselachtigs: „Ik verneem zoo
seint de correspondent 'tat president
Castro besloten heeft, niet naar Venezuela
terug to keeren en dat vice-president Go-
moz, dio he.t eens is met do revoiutionnai-
ren, stappen doet om allo vrienden van
president Castro uit hot leger en het be
stuur l© verwijderen."
Of er eenig© grond is voor dit bericht, is
natuurlijk niet te zeggen, maar als men
nagaat hoe vroegere presidenten van Vene
zuela gehandeld hebban, klinkt deze voor
stelling geenszins onwaarschijnlijk, en zo
geeft ook in andere opzichten wat de
•houding van onze Rogeering in de crisis
betreft veel to denken."
„Het Handelsblad" zegt, dab do laatste
brief van den Nederlandschen minister van
buitenlandsch© zaken heb eigenaardige heeft,
dat hij een eind maakt aan de discussie, ten-
zij Venezuela het decreet van 14 Mei in
trekt.
„Tegen dit standpunt zou weinig aan te
voeren zijn, wanneer wij veel kans hadden,
dat do toestanden zich zoo wijzigen zullen,
dat Venezuela wel tob de intrekking van dit
decreet zal moeten overgaan. Heb is zeer mo
gelijk, dat wij niet alle omstandigheden
kennen, die in dit opzicht invloed zouden
kunnen uitoefenen op de Venezolaansche re-
gecring; het is dan ook o. i. niet hét oogen-
blik om over het beleid van onze rogeering,
die de discussie voor hot oogenhlik liet ein
digen in een impasse, een oordeel t© vellen.*' j
Verder schrijft heb blad, na een uiteenzet-
ting van don tegen woord igen toestand te
heblwn gegeven:
„Voor wie do status quo hot meest nadee-
lig, is, is niet met volstrokte zekerheid ie
zeggen. Doch wel kan men verklaren, dat
niet een toestand ingetreden is, die op den
duur voor Venezuela volstrekt onhoudbaar
is; het staat niet zóó, dat terwijl wij zon-
cfier bezwaar een onboperkten tijd de vriend
schappelijke betrekkingen onder de be
staande voorwaarden verbroken kunnen la
ten, dit voor Venezuela onmogelijk is. In
dien het do bedoeling van den minister van
buitenlandsch© zaken ia geweest in het poli
tieke spel een zoo sterke positie in te nemen
dat wij, afwachtende en volhardende, nood
zakelijk moesten winnen, schijnt de minister
zijn doel niet bereikt te hebben. En daar
wij vertrouwen in den minister blijven koes-
j teren, moct2n wij wel aannemen, dat heb
j voornemen bestaat dezen toestand niet te
j handhaven. Te meer veronderstellen wij dit,
daar de betrekkelijk zeer sterke vloot in da
Vest-Indische wateren, wordt do status quo
gehandhaafd, niet het minste nut heelt; vei
lig mag aangenomen worden, dat dc vloot
daar toch eenige bestemming heeft, cn dat
do minister zeer goed geweten Reeft waar
om die vloot gezonden is, wat zij te doen
heeft.
Naar de plannen va_i onze rcgccring kun
nen wij zelfs niet gissen. De laatste brief
van onze regeering, die zou doen vermoe
den het ondenkbare, dat de minister do za
ken wenscht- te laten zooals zc zijn geeft niefr
het minste licht dienaangaande. Met des te
meer spanning wachten wij dc gebeurtenis
sen af, die zulk een belangrijken invloed op
ons rijk in Wesb-Iixlië kunnen uitoefenen,
die aan de gebcele werclcl zullen toonen op
welke wijze onze regeering voor de belangen
van ons volk waakt
Wij hebb:n thans een diplomaat aan liet
hoofd van ons departement van buitenland-
sche zaken, een man die kennis bezit van
diplomatieke gebruiken en verhoudingen en.
die, gcdurencfo de enkele maanden, dat hij
aan het hoofd van het departement van buï-
tenla.ndsche zaken staat, reeds het vertrou
wen van d? v olksverfcegenwoordiging heeft
gewonnen. Tot nu toe heeft deze diplomaat
noch door geweld van wapenen wat wij
hartelijk toejuichen noch c'oor onder-
handelingen met andere b'raten of verzoek
om arbitrage gepoogd een bevredigende op
lossing van het geschil te vinden. Wij weten
niet of een van deze beide wegen thans in
geslagen moet- cn kan worden, doch, lettend©
op de antecedenten van den minister, mee-
nen wij met. vertrouwen de toekomst te mo
gen afwachten, een vertrouwen dat rich dus
ook tot het verleden moet uitstrekken en
daar een doelbewust, welomlijnd plan van
actie van onze rogeering veronderstelt
„De Nieuwo Courant' schrijft nader in
een volgend nummer
Het laat zich hooren, dat de tijd cm een
oordeel uit te spreken over hetgeen van
regeeringswege in do Venczuelaansch©
qinaestie is gedaan, voor de Kamer nog
niet is gekomen. Wij zouden het echter
verkeerd vinden, indien daaruit de con
clusie werd getrokken, dat die qua est ie
voor haar eigenlijk niet bestaat en dat zij
er zich enkel mee heeft te bemoeien om te
oritiseeren achteraf, als de zaak niet meer
actueel is. Het thans gepubliceerde laatst©
antwoord van onze regeering aan Castro
toch geeft tot tal van vragen aanleiding;
aan „Hot Nieuws van den Dag" kwam het
zoo „ongelooflijk" voor, dat het blad er
iets achter meende te moeten zoeken, wat
niet gezegd kon worden. Bijvoorbeeld, dat
Castro's bewind ten einde neigde cn dat
men d'en weg heeft willen openhouden om
met het nieuwe gouvernement de zaak langs
minnelijken weg to regelen.
Hot is mogelijk, maar... waarom werd
dan, zonder moer, het antwoord van
onze Eegeering aan Castro in de „Staats
courant" openbaar gemaakt? Heeft de R©-
georing nog iets aohtor do hand, dan had
zij zich het drocvigo figuur, dat zij met het
antwoord maakt, kunnen besparen door
dit achter te liouden totdat zij meer kon
zeggen. Althans ons is het bij onzen aan
drang op meerdere publiciteit niet. to doen
geweest om raadsels of halve waarheden
te vernemen.
Een vraag, welke nu voor de Tweede Ka
mer geheel voor do hancl ligt, is dunkt ons
deze: Waarom gaat (gelijk gemeld werd)
het pantserschip „Do Ruyter" half Decem
ber naar de West? Dat ia tooh, als men d©
laatste correspondentie tussehen Venezuela
en Nederland zonder meor leest, vol
komen onnooclig cn onverklaarbaar. En het
kost geld.
a'ranirapport.
De :,St.-Ct." no. 282 bevat een praairapport
van den commandant Hr. Ms. schoener „Zeo-c
hond" (por draadlooze telegraphie) belast met
het politietoezicht op de visschet in de Noord
zee op 30 November
241
„O, heeft hij dan hier gewoond?" vroeg
ik, hopende een en ander te hooren, dat
mij to pas zou kunnen komen.
Rachel keek verschrikt en beet zich op de
lippen. Zeker wilde zij mij laten denken,
dat zij een beetjo hardhoorend was, want
rij antwoordde niet cn ik wist, dat zij zich
iets had laten ontvallen, dat zij eigenlijk
voor zich had moeten houden.
Men moest eenige treden afgaan om in
(le kamer te komen, cn ofschoon het een
tamelijk groot vertrek was, had het slechts
twee kleine raampjes, dio heel hoog in dero
muur waren aangebracht.
Er stonden niet meor dan do hoognoodigo
meubelen, maar Rachel beloofde mij, dat,
ik méér verlangde, ik deze van haar
feou kunnen leenen. Ik vond dit geen
heel aangenaam vooruitzicht.
Toen zij weg was gegaan cn ik het ge
knars van den sleutel in het slot had ge
hoord, wierp ik mij op het Irooge, oudeir-
Wetscho bed en trachtte do zaak t© over
denken.
Eén vraag hield mij voortdurend bezig:
Was lady Mary medeplichtig aan hetgeen
haar neef had gedaan? Hij had gezegd van
niet; maar ik hechtte niet aan wat hij zei
fcn hij had trouwens niet verbloemd, dat
Jrij zijn vermetel plan niet zou afkeuren,
daar er groot© moeilijkheden, dio met mij
Jn verband stonden, door uit don weg zou
den worden geruimd.
Als dit werkelijk het geval was, moest
ik van haar geen luilp verwachten. Maar
ik dacht aan mevrouw Ray no cn (waarom
weet ik eigenlijk niet) ook aan Donald Ho
ward. Hij was weggegaan en zooals Va
lentin had gezegd voor een boelen tijd.
Hij zou mij wel helpen, als hij alles wist;
dit st-ond bij mij vast. En brandende tra
nen welden in mijn oogen op, toen ik mij
bedacht, dat hij eerst dan, wanneer het
veel te laat zou zijn om nog to helpen, zou
hooren van do vreeselijke ondervindingen,
dio ik nu opdeed.
Maar mevrouw Rayne? Zij hieldsvan mij
en wetende, dat ik niet met jufrouw C'ade,
maar met Valentin Graeme naar Keswick
was gereden, zou zij begrijpen, dat mij iets
kwaads was overkomen, als ik niet op den
bepaalden tijd weer thuis kwam. En dan
zou zij hemel en aarde bewegen om mij to
redden.
XIV.
Te oordeelon naar het knagend© gevoel
van honger, dat mij begon t© kwellen, moes
ten er uren verloopen zijn vóór ik iemand
den sleutel weer hoorde omdraaien in het
slot. Ik sprong op en hield mij gereed de
gevaren, waaraan ik misschien weer ging
blootstaan, onder de oogen te zien.
Ik vreesde, dat ik Valentin Graeme zou
zien binnentreden, en clat hij mij mijn ja
woord zou komen afpersen; maar tot mijn
blijdschap was hot slechts Raohel, die een
blaadje droeg, waaa*op eenigo dampende
schoteltjes stonden. Ongelukkig had ik mijn
horloge vergeten, maar ik had een bank
biljet. van honderd gulden bij mij, waar
mee ik inkoopen had willen doen in Kes
wick.
„Ik heb mij toch zeker niet vergist, toen
j ik u hield voor de zuster van juffrouw
j Trout?" vroeg ik.
„Ja-, dat ben ik, juffrouw," luidde het
laconieke antwoord.
„Ik houd van juffrouw Trout," vervolg
de ik, „en ik houd van haar zwart© poes.
Ik heb haar zalf gegeven voor den poot
van liet arme dier en daar was zij heel
dankbaar voor. Misschien zou u niet zoo
bereid ziju mijnheer Graeme to helpen, als
u wist hoe hij het beest mishandeld heeft.
Ja, hij is heel wreed en slecht! Ik kan me
niet begrijpen, hoo een vrouw er too kan
meewerken een jong meisje tot zijn vrouw
te maken."
„Ik zal aan mijnheer Valentin zeggen
wat u daar van liem vertelt," antwoordde
zij boosaardig. En toch was het mij voor
gekomen, dat ik ccn eigenaardig© schitte
ring had gezien in haar fletse oogen, toen
ik over juffrouw Trout cn haar kat sprak.
Zo had het blaadje neergezet en een stoel
aan do ongedekte, houten tafel geschoven.
Nu maakte zij weer aanstalten het vertrek
to verlaten, maar ik liep haar achterna- on
hield haar tegen.
„O Rachel," riep ik uit, „heb je dan
geen medelijden met me? Ik zal j© alles
geven, alles doen wa-t je maar vraagt,
als je me wilt helpen vannacht te vluchten.
Welke belooning je ook door mijnheer
Graeme is toegezegd aJs je me hier houdt,
ik zal je het dubbele, het driedubbele ge
ven als j© me laat gaan. Je weet toch wel,
dat ik ecais heel rijk zal zijn. Wanneer ik,
over een jaar, meerderjarig bon, dan zal ik
over meer geld kunnen beschikken dan je
wel weet en dan zal ik je honderden, ja
duizenden guldens geven, als je me een ma
nier aan de hand doet om te ontsnap
pen-"
„Ja, maar als u trouwt, heeft mijnheer
Valentin het beheer ovor uw geld. En dan
kan hij me net zooveel geven als hij maar
wil, omdat ik u hier heb gehouden.
Daaraan had u zeker niet gedacht, hè juf
frouw?" En zij lachte hatelijk cn trachtte
zich los te maken uit mijn greep,, want
nog steeds hield ik haar krampachtig bij
haar japon vast.
Neen,neon, hij zal mijn geld niet heb
ben riep ik uit. „Het zal zeker op mijn
naam zijn vastgezet, daar ben ik van over
tuigd. Mijn vader zal daar wel voor heboen
gezorgd. O, zi© jc dan niet, dat ik heel veel
meer voor je kan doen dan hij 1 Als je wilt
zal ik je een schriftelijke schuldbekentenis
geven."
De oogen van de oude vrouw begonnen te
glinsteren, maar ik wist niet of dit kwam
uit een door mijn aanbod opgewekte begee-
righcid, of uit verlangen om aan Valentin
t© gaan overbrengen wat ik had gezegd.
„Wil je eens denkon over wat ik je heb
gevraagd?" smeekt© ik, nadat zij zich ein
delijk had weten los te maken on haar dor
lijf op het punt wa-s door dc geruichloos
geopende dour to verdwijnen.
„O ja, juffrouw, ik zal er over denken,
liefje", antwoordde zaj en weer werd ik al
leen gelaten, om mij t© verdiepen in de
vraag of het mogelijk was, dat mijn woor
den werkelijk eenigen indruk op haar had
den gemaakt.
Toon het. donker begon to worden, hoorde
ik het geluid van zware voetstappen op het
portaaltoen achter het sleutelgat dat van
iemand, die ademhaalt. De nacht viel on
zonder den onzekeren, spookachtigcn licht
bundel, die door de twee raampjes naar bin
nen viel, zou b©t stikdonker ziju geweest in
mijn kamer. Die regelmatige ademhaling
achter de dour was in dc duisternis iets out-
I zettends. Ik huiverde en klappertandde en
j begon met een zweem van zelfverachting i©
i bemerken, dat mijn zenuwen mij gingen be-
geven.
Het ademhalen hield eenige oogenblikkm
aan toen hoorde ik weer zachte voetstap-
pen op do planken vloer. Fluisterende stem
men drongen tot mij door en, mijn oor n
inspannende, hoorde ik, dat het Valentin
cn Rachel waren, die op zochten toon met
elkaar praatten. Do oude vrouw sprak een
heclon t-ijd aan één stuk doortoen hooide
ik een onderdrukten lach van Valentin
Ik had alles willen geven als ik wist, was
zij laadden gezegd.
Weer hooide ik de zware voetstappen van
iemand, die wegging, en ofschoon ik nu ver
wachtte Rachel te zullen zien binnenkomen,
bleef alles stil en zij verscheen niet. Waar-
schijnlijk was zij dus een kamer vlak bij de
mijn© binnengegaan.
En terwijl ik zoo met gespannen aandacht
zat te luisteren en het grijze licht, dat door
mijn ramen viel steeds zwakker werd, hoor
de ik opeens hondengeblaf en het geratel
van wielen. Do ongegronde hoop, dat
iemand had begrepen wat er was gebeurd:
en nu hier kwam om mij te halen deed plot
seling mijn moed weer herleven; maar het.
volgend© oogenblik kwam ik tot do ontocic-
king, dat het rijtuig wegreed in plaats van
naderbij t© komen. Toch was er zelfs in deze
ontdekking iets bemoedigends, want de mo
gelijkheid bestond, dat Valentin Graeme de-
geen was, dio vertrok, cn gedachte, dat
hij zich op het oogenblik misschien niet in
huis bevond, gaf mij reeds een gevoel van
verlichting,
(Wordt vervolgd.)