5 I®. S«322!0£€r2I 3DiLCï3B2!aiL35, "W©©asili&gf 2 Becsiü^er. IfwoGdd Ss»I&el. Eerste Kamer. Tweede Kamer. FEUILLETON. !-I aai- Moeder. ^4** J: il_7 C Aiasz. o l©OS. Vergadering van Dinsdag-avond. a? 26 Ingokoraon z'Jn de geloofsbrieven van het [kozen Jid vooi Gelderland rar. P. 0. 't Hooft. I worden gestold in handon eener commissie, gaande uit de heeren Van Velzen, Van Wel- Jien Kengers cn Staal voor onderzoek |po vergadering wordt inmiddels geschorst. ■Na heropening brengt do heer VanVelzen jpport uit on adviseert namens de commissie toelating, na aflegging der gevorderde eedon J beloften. |Do hoor 'f. Hooft, door den griffier binnengo- |,i, legt in handen van den Voorzitter de bfi wel gevorderde eeden af, wordt door den borzitter en ondersclioideno leden goluk- Iwenscht en neemt zilting. j.Mededeelujg wordt gedaan van oen aantal gekomen 6tukken, die voor kennisgeving lorden aangenomen, en van de laat«tel(Jk lor do Tweede Kamer aangenomen wets- piwerpen, w:lko naar de afdeolingon worden Irzonoen. [Besloten wordt Woensdag elf uron in de peelingen te onderzoeken een aantal wets- htwei pen, o. a. het Aroitrage-contract mot fmerika, de Indische begrooiing voor 1909 |et b(jbehoorende wetsontwerpen, de bo- [oótingen voor Suriname en Curagio 1909, wfizigiDg van Hoofdstuk X der Staala- Igrooung 190S (kosten vlesschkeunng, enz.) een aantal wetsontwerpen van kleineren - ang. I Doi:dor dag elf uren komen in openbare behan- jling do Mljitiewet, de Achterstandswetten en i ontwerpen, dio dan verder voor openbare bo- Bndeling gereed zullen z(Jn. I Ds vergadering wordt hierna verdaagd tot oudordag 11 uron. (Vervolg van gisteren). [Begrooting Binnen 1. Zaken. J Bij de afdeeling Volksgezondheid en Volkshuisvesting vroeg de heer Van Kol ?erdere waarborgen waardoor de z ïek e n- rpleging zal kunnen voldoen aan do lischenoordeelde hij krachtig ingrijp n pgen de kindersterfte urgent, en j lepleitt© hij het verheffen van het a p o- 1 Ihe kersambt tot Staatsambt. De heer B 1 o oi e r beoordeelde den ar- i Kriel van den Centralen Gezond- leidsraad gunstiger dan vroeger. De Jesultaten van den omvangrijken arbeid van lat lichaam worden meer en meer merk baar. De werkwijze van den Raad is echter iog te omslachtig, hetgeen hij in den brecde lilccnzcttc. J Ook dc heer Schaper klaagde over dc |rganisatie van den Gezondheidsraad on crï- c.rdo, met den heer Blooker, dat men ,n dat lichaam geheel ge re ede wetsontwer- vraagt, nogal met strafbepalingen er lijAls vroegere jaren bepleitte spreker ook liiana een verbetering van de VV o n i n g- ret en een uitvoering van die wet in ooruitstrevendcr geest dan thans merkbaar 3. Spreker kwam krachtig op togen de in Eerste Kamer onlangs door mr. Van der fcicscn uitgesproken redevoering, dio uiting ba f aan. den onwil, waarmee het onontwik- :rid volksdeel maatregelen, voor dc hygiëne troffen, pleegt te begroeten. Dc heer Bos verklaarde, in aansluiting an den heer Blookcr, dat, hoewel dc Ge zondheidsraad! thans beter werk levert, zijn Organisatie toch nog niet deugt. De Regec- ig brenge een wijziging der Gemeentewet let stand, ten einde do samenwerking der jemeenten tot het a leggen van watörki- lingen te vergemakkelijkenzij benoeme [buitendien een speciaal technischo commis- oin do gemeenten van voorlichting Ie pirn en. Voor dfön bouw van behoorlijke arbci- Jers woningen doe do Regeering het loodige. De heer Van Karn ©beek achtte de leglat-ing van de m a z e le h uit de wet op e besmettelijke ziekten uiterst voorbarig. De heer Schokking vroeg een verbod pan absint h-v e r k o o p cn acht Ret ver rel, bij de toepassing der Woningwet niet [ëkrning te houden met alle bestaande om voor ondernemingen van wetenschap en kunst en haar aanmoediging te verhoogen mot 5150 en alzoo te brengen op f 68,600, met het doel do subsidiën aan do openbare leeszalen ook in 1909 te verlcencn en wel op den voet van het loopendo begrootinga- jaar. Door den beer Schaper is een amende ment ingediend om art. 109 (kosten voor aanbouw, enz.) to verminderen met 14,500 met de bedoeling niet over to gaan tot do voorgestelde aanbrenging eener inrichting voor biologische reiniging en academiege bouw en pliysiologiseh en hygiënisch labo ratorium to Groningen. standigheden. Spr. verwacht, dat Langza merhand de Woningwet minder impopulair zal worden. Indien de lieden, die reeds voor de invoering der Woningwet, thans af te keuren woningen bezaten, krachtens do wet eenige schadeloosstelling zullen genie ten, zal dc oppositie tot zwijgen worden ge bracht. I'o heer Nolens acht ccn ingrijpend debat over den Gezondheidsraad wenschc- lijk, al erkent hij verbetering in dcszelfs werk. Do Heer Goeman Borgesius prees den Minister voor do wijze, waarop deze door woord en daad getoond heeft de Wo ningwet te willen uitvoeren. De onpartij dige oncjuête dor Regeering heeft getoond, dat do resultaten der Woningwet niet on gunstig zijn. Spr. waarschuwde echter tegen het denkbeeld, door den heer Schok king geopperd; het zou een premie geven aan hen, dio hun fa gen dom hebben ver waarloosd, en in sterke mate de uitvoering der wet belemmeren. Spr. drong aan op een wettelijke bepaling, die do Regeering in sommige omstandigheden do bevoegd heid geeft de gemeentebesturen to dwingen zich offers voor den woningbouw to ge troosten. Ingrijpende reorganisatie van don Gezondheidsraad is niet noodig, al valt verbetering aan to brengen. Do heer De Vi6ser bestreed liet standpunt, waarop do vereeniging „Noso- koroos" zich ten aanzien der ziekenverple ging stelt in zake het Staatsexamen. In de eerste plaats bestaat er nog lang geen een stemmigheid omtrent de eisehen, waaraan de ziekenverpleging moot voldoen, maar buitendien leiden Staatsexamens tot Staatsopleidingsscholen. De lieer K ote 1 a a r hoopte, dat de Itegeoring althans het volgende jaar bereid zal zijn tot steun verleening ran het Cen traal Genootschap voor K i n d e r-v a- cantie- en H o r s te 11 i n g s-k o lo- n i e s. Do Minister van Binnenland- s ch o Zaken had bezwaar teg?n de Staats-levcranti© van k i n d e r m e 1 k. Omtrent watervoorziening moeten eerst meer gegevens bestaan, alvorens maatrege len kunnen worden vastgesteld. Do Minister voelde weinig voor het denk beeld om het apothekersambt tot Staats ambt to maken. Van do wenschclijkheid eener subridRe- ring van vacant-ic-kolonies was d? Minis ter nog niet overtuigd. Het zou kunnen g> beurm, dat particulieren, die thans daar voor wel geld willen geven, zich bij even- tueelen Staatssteun zouden terugtrekken. Do Minister kwam nadrukkelijk op tegen de bewering van den lieer Schaper, als zou do werkloosheid in de bouwbedrijven voor een goed deel zijn toe lo schrijven aan zwendel in het hypotheekbankwezen. Er is geen sprake van zwendel. Wat de uitvoering der Woningwet aan gaat wees de Minister den heer Sehokkino; op het moeilijke, om een juistcn maat:taf van schade-vergoeding aan to leggen. Ook gaat het. moeilijk aan, de gemeenten finan- i t i i i -tv i-l der wol zij daarin op wat wij eicel e verplichtingen inzake dc Woningwet - op te leggen. Dergelijke zaken cischen nauwgezette overweging. Bij een wetsher- ziening zal vooral ook rekening gehouden j moeten worden met da woningtoestanden op het platteland. Na re- en dupliek werd het algemeen de- bat over do afdeeling Volksgezondheid en Volkshuisvesting gesloten en werden de -ar tikelen tot art. 53 goedgekeurd. Daarop werden te 6 uren dc verdere be raadslagingen verdaagd tot hedenrirhit.rB to kwart over tienen. ftJesSerjond en ^enez ,,Do Nieuwo Courant" noemt het ant woord van Venezuela op do nota der No- derlandsche regeering van 3 September (zie ons vorig nummer) zoo onbevredigend mogelijk, zelfs verregaand brutaal. Maar voor een deel heeft, meent het blad, do Nederland scho Rcgeering het y.ichzelVü Ut wijten, dat zij het ontving. Immers, aldus „De frieuwo Courant" door haar protest van 3 September ge heel samen lo trekken op Castro's decreet van 14 Mei, ten aanzien waarvan, zij tevens moest erkennen dat hij formeel tot heb uit vaardigen gerechtigd was, gaf zij den te- gonstander die kwaad wil (on or was geen leden om het anders te veronderstellen) de afwijzing in den mond en tevens de gelegen heid om over die daden, waartoe hij onge twijfeld noch formeel noc-h hoe ook eenig recht had (heb schonden der Ncdorl?,n dscko vlag, aanhouding van schepen, gevangen houding van Nedorlandscho onderdanen enz.) te zwijgen, ja ze geheel als niet ge schied tor zijde te schuiven. Het antwoord rept daar zelfs niet van In haar repliek polemiseert onze Regee ring nu nog een weinig over het gebeurde den zoogen aam dan consul; herhaalt Amendementen. Door de heeren Schaper, Hugenholtz, Van Kol, Ter Laan en Troelstra zijn twee amendementen voorgesteld: lo. om do sub sidiën tot bestrijding van tuberculose te verhoogen met 25C00 en dus to brengen op f 109,000, roet dc bedoeling het bedrag in .overeenstemming te brengen met dc wenschen aan den raad van bestuur der Neder landseho Central© Vereeniging tot bestrijding der tub rculose met dab het decreet van l Mei, hoezeer niet onrechtmatig, een maatregel is die niet to pas komt en verklaart, dat d*t decreet in elk geval moot worden ingetrokken, voor dat zij onderhandelingen, kan voeren om tot oen vast© basis voor duurzame goed© varhoudingm to komen. In «dat geval is zij daaiioe. bereid. Aangezien nu echter uit dc Vcnezuelaan- fic'.io nota blijkt: lo. dat Cv'.ao den elsch tot in tv liking van het Mei-decreet onge past vindt en daarin niet w nNvt to bewil ligen; 2c.. dat hij met ccn N'derlanischen gezant wil onderhandelen in do richting van een vriendschapelijka oplossing, d.i. dus vrriga dclij.-: óók oyer het Mci-dcereet, wna -over celt-Mr de Nc jarlandscho Regee- ri.g niet onderhandelen v.il zoo gaan cl: b I.langs elkaar heen en is dc corresp-ondontio (in aanmerking geno men dat diplomatieke betrekkingen nu, ge lijk b. 'de Rcgeoringon erkeumn, afgebro ken rijn) neb deze brieven beëindigd. Een a.ntvoo 1 op Ir aar laatstcu brief kan onzo Rogeering niet meer verwachten. To min- noemen do e o i' o-grïeven (schending der vlag enz.) niet terugkomt. Er ontbreekt aan den laafcsten brief van onze P.egecring een slot. Het geschil wordt slepende gamaakjfc; d© toestand bestendigd. Curagao v. ordt daarvan do dupe. En ook nog iets andersNe da-land's naam. Laat men nu ten snelste do oorlogssche pen terugroepen; het kost maar geld! Een enkele kruiser kan er blijven om to be schermen wat er van de CuraQao'sch© scheepvaart rost. Oven gons hebben wa niets to doon dan, ouder deelnemende be- 1 angst©Hing der Europeesche en Ameri- kaansche mogendheden, to wachten tot pre sident Gastro uit eigen beweging ons met de intrekking van zijn Mei-decreet komt verblijden, of tot er nv.t hem of zijn gou vernement een ongeluk gebeurt. Hot kan ons immers nog mecloopen! ,;Fortuyn liefst hem besoeckt dia wacht en Fïfcille sit". Misschien loopt Castro wel even bij ons aan op zijn weg naar Berlijn. Maar wat zal nu do Tweede Kamer doen Is het na do publicatie van Zater 1 2o. om den post uitgaven en subsidiën J dagavond nog „gevaarlijk" in het Parle ment over Venezuela to sproken 1 Dan ech ter, zal men er voor altijd over moeten zwijgen. Want zooals heb nu is, zoo blijft het. Dat wil zeggen zoolang het Castro of het toeval belieft." „Het Nieuws van den Dag" schrijft: Do briefwisseling, in het jongste num mer dor „Staatscourant" oponbaar ge maakt, vormt, op zich zelf genomen, verbazinigwekkendo lectuur. Niet zoozeer om den inhoud, als om den toon van dozo twee brieven. Aan den eenen kant do heer Paul (lees president Castro), die, op hoo- gon toon, droogjes, blijft aandringen op voldoening die wij Konden moeten g?ven voor do wapenschild-affaire, en ons overi gens gelaet, ons niofe met Venezuela's „in wendig© aangelegenheden" te bemoeien. Die brief is van 12 October. Eerst den 25sten Nov. antwoordt onzo ministe-T van buitenlandsch© zaken. En hoe... wij willen or ma-ar niots van zeggen. Nederland is nog altijd „boreid to onder- bandelen", maar laat het initiatief aan den heer Castro over. Do heer Castro doet als of do zaak hem nu niets meor schelen kan nat uu rl ijk. Intussehen verhongert Curasao. En ho^ staat het mot onze nationale waardig heid?... Dit alles is eigenlijk zoo ongelooflijk, dat men er méér achter zoekt, vooral nu do Kamer redenen gevonden heeft welke redenen niet publiek gemaakt zijn om bij het bgrootingsdeb&t Buitenlamdscho Zaken do eigenlijke Venezolaansclio kwes tie onaangeroerd to laten, al heeft minister Van Swónderen terecht menigo opmerking moeten hooren in zako het geval De Reus Zou in hot volgend© bericht van „Central Nows" (dat vroegere geruchten schijnt te bevestigen) misschien de sleutel liggen tot- veel raadselachtigs: „Ik verneem zoo seint de correspondent 'tat president Castro besloten heeft, niet naar Venezuela terug to keeren en dat vice-president Go- moz, dio he.t eens is met do revoiutionnai- ren, stappen doet om allo vrienden van president Castro uit hot leger en het be stuur l© verwijderen." Of er eenig© grond is voor dit bericht, is natuurlijk niet te zeggen, maar als men nagaat hoe vroegere presidenten van Vene zuela gehandeld hebban, klinkt deze voor stelling geenszins onwaarschijnlijk, en zo geeft ook in andere opzichten wat de •houding van onze Rogeering in de crisis betreft veel to denken." „Het Handelsblad" zegt, dab do laatste brief van den Nederlandschen minister van buitenlandsch© zaken heb eigenaardige heeft, dat hij een eind maakt aan de discussie, ten- zij Venezuela het decreet van 14 Mei in trekt. „Tegen dit standpunt zou weinig aan te voeren zijn, wanneer wij veel kans hadden, dat do toestanden zich zoo wijzigen zullen, dat Venezuela wel tob de intrekking van dit decreet zal moeten overgaan. Heb is zeer mo gelijk, dat wij niet alle omstandigheden kennen, die in dit opzicht invloed zouden kunnen uitoefenen op de Venezolaansche re- gecring; het is dan ook o. i. niet hét oogen- blik om over het beleid van onze rogeering, die de discussie voor hot oogenhlik liet ein digen in een impasse, een oordeel t© vellen.*' j Verder schrijft heb blad, na een uiteenzet- ting van don tegen woord igen toestand te heblwn gegeven: „Voor wie do status quo hot meest nadee- lig, is, is niet met volstrokte zekerheid ie zeggen. Doch wel kan men verklaren, dat niet een toestand ingetreden is, die op den duur voor Venezuela volstrekt onhoudbaar is; het staat niet zóó, dat terwijl wij zon- cfier bezwaar een onboperkten tijd de vriend schappelijke betrekkingen onder de be staande voorwaarden verbroken kunnen la ten, dit voor Venezuela onmogelijk is. In dien het do bedoeling van den minister van buitenlandsch© zaken ia geweest in het poli tieke spel een zoo sterke positie in te nemen dat wij, afwachtende en volhardende, nood zakelijk moesten winnen, schijnt de minister zijn doel niet bereikt te hebben. En daar wij vertrouwen in den minister blijven koes- j teren, moct2n wij wel aannemen, dat heb j voornemen bestaat dezen toestand niet te j handhaven. Te meer veronderstellen wij dit, daar de betrekkelijk zeer sterke vloot in da Vest-Indische wateren, wordt do status quo gehandhaafd, niet het minste nut heelt; vei lig mag aangenomen worden, dat dc vloot daar toch eenige bestemming heeft, cn dat do minister zeer goed geweten Reeft waar om die vloot gezonden is, wat zij te doen heeft. Naar de plannen va_i onze rcgccring kun nen wij zelfs niet gissen. De laatste brief van onze regeering, die zou doen vermoe den het ondenkbare, dat de minister do za ken wenscht- te laten zooals zc zijn geeft niefr het minste licht dienaangaande. Met des te meer spanning wachten wij dc gebeurtenis sen af, die zulk een belangrijken invloed op ons rijk in Wesb-Iixlië kunnen uitoefenen, die aan de gebcele werclcl zullen toonen op welke wijze onze regeering voor de belangen van ons volk waakt Wij hebb:n thans een diplomaat aan liet hoofd van ons departement van buitenland- sche zaken, een man die kennis bezit van diplomatieke gebruiken en verhoudingen en. die, gcdurencfo de enkele maanden, dat hij aan het hoofd van het departement van buï- tenla.ndsche zaken staat, reeds het vertrou wen van d? v olksverfcegenwoordiging heeft gewonnen. Tot nu toe heeft deze diplomaat noch door geweld van wapenen wat wij hartelijk toejuichen noch c'oor onder- handelingen met andere b'raten of verzoek om arbitrage gepoogd een bevredigende op lossing van het geschil te vinden. Wij weten niet of een van deze beide wegen thans in geslagen moet- cn kan worden, doch, lettend© op de antecedenten van den minister, mee- nen wij met. vertrouwen de toekomst te mo gen afwachten, een vertrouwen dat rich dus ook tot het verleden moet uitstrekken en daar een doelbewust, welomlijnd plan van actie van onze rogeering veronderstelt „De Nieuwo Courant' schrijft nader in een volgend nummer Het laat zich hooren, dat de tijd cm een oordeel uit te spreken over hetgeen van regeeringswege in do Venczuelaansch© qinaestie is gedaan, voor de Kamer nog niet is gekomen. Wij zouden het echter verkeerd vinden, indien daaruit de con clusie werd getrokken, dat die qua est ie voor haar eigenlijk niet bestaat en dat zij er zich enkel mee heeft te bemoeien om te oritiseeren achteraf, als de zaak niet meer actueel is. Het thans gepubliceerde laatst© antwoord van onze regeering aan Castro toch geeft tot tal van vragen aanleiding; aan „Hot Nieuws van den Dag" kwam het zoo „ongelooflijk" voor, dat het blad er iets achter meende te moeten zoeken, wat niet gezegd kon worden. Bijvoorbeeld, dat Castro's bewind ten einde neigde cn dat men d'en weg heeft willen openhouden om met het nieuwe gouvernement de zaak langs minnelijken weg to regelen. Hot is mogelijk, maar... waarom werd dan, zonder moer, het antwoord van onze Eegeering aan Castro in de „Staats courant" openbaar gemaakt? Heeft de R©- georing nog iets aohtor do hand, dan had zij zich het drocvigo figuur, dat zij met het antwoord maakt, kunnen besparen door dit achter te liouden totdat zij meer kon zeggen. Althans ons is het bij onzen aan drang op meerdere publiciteit niet. to doen geweest om raadsels of halve waarheden te vernemen. Een vraag, welke nu voor de Tweede Ka mer geheel voor do hancl ligt, is dunkt ons deze: Waarom gaat (gelijk gemeld werd) het pantserschip „Do Ruyter" half Decem ber naar de West? Dat ia tooh, als men d© laatste correspondentie tussehen Venezuela en Nederland zonder meor leest, vol komen onnooclig cn onverklaarbaar. En het kost geld. a'ranirapport. De :,St.-Ct." no. 282 bevat een praairapport van den commandant Hr. Ms. schoener „Zeo-c hond" (por draadlooze telegraphie) belast met het politietoezicht op de visschet in de Noord zee op 30 November 241 „O, heeft hij dan hier gewoond?" vroeg ik, hopende een en ander te hooren, dat mij to pas zou kunnen komen. Rachel keek verschrikt en beet zich op de lippen. Zeker wilde zij mij laten denken, dat zij een beetjo hardhoorend was, want rij antwoordde niet cn ik wist, dat zij zich iets had laten ontvallen, dat zij eigenlijk voor zich had moeten houden. Men moest eenige treden afgaan om in (le kamer te komen, cn ofschoon het een tamelijk groot vertrek was, had het slechts twee kleine raampjes, dio heel hoog in dero muur waren aangebracht. Er stonden niet meor dan do hoognoodigo meubelen, maar Rachel beloofde mij, dat, ik méér verlangde, ik deze van haar feou kunnen leenen. Ik vond dit geen heel aangenaam vooruitzicht. Toen zij weg was gegaan cn ik het ge knars van den sleutel in het slot had ge hoord, wierp ik mij op het Irooge, oudeir- Wetscho bed en trachtte do zaak t© over denken. Eén vraag hield mij voortdurend bezig: Was lady Mary medeplichtig aan hetgeen haar neef had gedaan? Hij had gezegd van niet; maar ik hechtte niet aan wat hij zei fcn hij had trouwens niet verbloemd, dat Jrij zijn vermetel plan niet zou afkeuren, daar er groot© moeilijkheden, dio met mij Jn verband stonden, door uit don weg zou den worden geruimd. Als dit werkelijk het geval was, moest ik van haar geen luilp verwachten. Maar ik dacht aan mevrouw Ray no cn (waarom weet ik eigenlijk niet) ook aan Donald Ho ward. Hij was weggegaan en zooals Va lentin had gezegd voor een boelen tijd. Hij zou mij wel helpen, als hij alles wist; dit st-ond bij mij vast. En brandende tra nen welden in mijn oogen op, toen ik mij bedacht, dat hij eerst dan, wanneer het veel te laat zou zijn om nog to helpen, zou hooren van do vreeselijke ondervindingen, dio ik nu opdeed. Maar mevrouw Rayne? Zij hieldsvan mij en wetende, dat ik niet met jufrouw C'ade, maar met Valentin Graeme naar Keswick was gereden, zou zij begrijpen, dat mij iets kwaads was overkomen, als ik niet op den bepaalden tijd weer thuis kwam. En dan zou zij hemel en aarde bewegen om mij to redden. XIV. Te oordeelon naar het knagend© gevoel van honger, dat mij begon t© kwellen, moes ten er uren verloopen zijn vóór ik iemand den sleutel weer hoorde omdraaien in het slot. Ik sprong op en hield mij gereed de gevaren, waaraan ik misschien weer ging blootstaan, onder de oogen te zien. Ik vreesde, dat ik Valentin Graeme zou zien binnentreden, en clat hij mij mijn ja woord zou komen afpersen; maar tot mijn blijdschap was hot slechts Raohel, die een blaadje droeg, waaa*op eenigo dampende schoteltjes stonden. Ongelukkig had ik mijn horloge vergeten, maar ik had een bank biljet. van honderd gulden bij mij, waar mee ik inkoopen had willen doen in Kes wick. „Ik heb mij toch zeker niet vergist, toen j ik u hield voor de zuster van juffrouw j Trout?" vroeg ik. „Ja-, dat ben ik, juffrouw," luidde het laconieke antwoord. „Ik houd van juffrouw Trout," vervolg de ik, „en ik houd van haar zwart© poes. Ik heb haar zalf gegeven voor den poot van liet arme dier en daar was zij heel dankbaar voor. Misschien zou u niet zoo bereid ziju mijnheer Graeme to helpen, als u wist hoe hij het beest mishandeld heeft. Ja, hij is heel wreed en slecht! Ik kan me niet begrijpen, hoo een vrouw er too kan meewerken een jong meisje tot zijn vrouw te maken." „Ik zal aan mijnheer Valentin zeggen wat u daar van liem vertelt," antwoordde zij boosaardig. En toch was het mij voor gekomen, dat ik ccn eigenaardig© schitte ring had gezien in haar fletse oogen, toen ik over juffrouw Trout cn haar kat sprak. Zo had het blaadje neergezet en een stoel aan do ongedekte, houten tafel geschoven. Nu maakte zij weer aanstalten het vertrek to verlaten, maar ik liep haar achterna- on hield haar tegen. „O Rachel," riep ik uit, „heb je dan geen medelijden met me? Ik zal j© alles geven, alles doen wa-t je maar vraagt, als je me wilt helpen vannacht te vluchten. Welke belooning je ook door mijnheer Graeme is toegezegd aJs je me hier houdt, ik zal je het dubbele, het driedubbele ge ven als j© me laat gaan. Je weet toch wel, dat ik ecais heel rijk zal zijn. Wanneer ik, over een jaar, meerderjarig bon, dan zal ik over meer geld kunnen beschikken dan je wel weet en dan zal ik je honderden, ja duizenden guldens geven, als je me een ma nier aan de hand doet om te ontsnap pen-" „Ja, maar als u trouwt, heeft mijnheer Valentin het beheer ovor uw geld. En dan kan hij me net zooveel geven als hij maar wil, omdat ik u hier heb gehouden. Daaraan had u zeker niet gedacht, hè juf frouw?" En zij lachte hatelijk cn trachtte zich los te maken uit mijn greep,, want nog steeds hield ik haar krampachtig bij haar japon vast. Neen,neon, hij zal mijn geld niet heb ben riep ik uit. „Het zal zeker op mijn naam zijn vastgezet, daar ben ik van over tuigd. Mijn vader zal daar wel voor heboen gezorgd. O, zi© jc dan niet, dat ik heel veel meer voor je kan doen dan hij 1 Als je wilt zal ik je een schriftelijke schuldbekentenis geven." De oogen van de oude vrouw begonnen te glinsteren, maar ik wist niet of dit kwam uit een door mijn aanbod opgewekte begee- righcid, of uit verlangen om aan Valentin t© gaan overbrengen wat ik had gezegd. „Wil je eens denkon over wat ik je heb gevraagd?" smeekt© ik, nadat zij zich ein delijk had weten los te maken on haar dor lijf op het punt wa-s door dc geruichloos geopende dour to verdwijnen. „O ja, juffrouw, ik zal er over denken, liefje", antwoordde zaj en weer werd ik al leen gelaten, om mij t© verdiepen in de vraag of het mogelijk was, dat mijn woor den werkelijk eenigen indruk op haar had den gemaakt. Toon het. donker begon to worden, hoorde ik het geluid van zware voetstappen op het portaaltoen achter het sleutelgat dat van iemand, die ademhaalt. De nacht viel on zonder den onzekeren, spookachtigcn licht bundel, die door de twee raampjes naar bin nen viel, zou b©t stikdonker ziju geweest in mijn kamer. Die regelmatige ademhaling achter de dour was in dc duisternis iets out- I zettends. Ik huiverde en klappertandde en j begon met een zweem van zelfverachting i© i bemerken, dat mijn zenuwen mij gingen be- geven. Het ademhalen hield eenige oogenblikkm aan toen hoorde ik weer zachte voetstap- pen op do planken vloer. Fluisterende stem men drongen tot mij door en, mijn oor n inspannende, hoorde ik, dat het Valentin cn Rachel waren, die op zochten toon met elkaar praatten. Do oude vrouw sprak een heclon t-ijd aan één stuk doortoen hooide ik een onderdrukten lach van Valentin Ik had alles willen geven als ik wist, was zij laadden gezegd. Weer hooide ik de zware voetstappen van iemand, die wegging, en ofschoon ik nu ver wachtte Rachel te zullen zien binnenkomen, bleef alles stil en zij verscheen niet. Waar- schijnlijk was zij dus een kamer vlak bij de mijn© binnengegaan. En terwijl ik zoo met gespannen aandacht zat te luisteren en het grijze licht, dat door mijn ramen viel steeds zwakker werd, hoor de ik opeens hondengeblaf en het geratel van wielen. Do ongegronde hoop, dat iemand had begrepen wat er was gebeurd: en nu hier kwam om mij te halen deed plot seling mijn moed weer herleven; maar het. volgend© oogenblik kwam ik tot do ontocic- king, dat het rijtuig wegreed in plaats van naderbij t© komen. Toch was er zelfs in deze ontdekking iets bemoedigends, want de mo gelijkheid bestond, dat Valentin Graeme de- geen was, dio vertrok, cn gedachte, dat hij zich op het oogenblik misschien niet in huis bevond, gaf mij reeds een gevoel van verlichting, (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 5