S.'SSSjIo LEXDSGH Saterdag" 28 Movoxaber. Aasio ISC.!?. PERSOVERZICHT. D e Economist" van deze maand be at een artikel van prof. dr. P. van Gcer ver staatstoezicht op do p a r t fr ul i e r e levensverzekering, let is geschreven naar aanleiding van een Liangs verschenen brochure van dr. C. Q. liceken, waarin een Nederlandsche iaatschappij van Levensverzekering geheel rd uirgekleed en de onmacht betoogd rd der rechterlijke macht tegenover ver- rde handelingen en wetsovertredingen an naamloozc vennootschappen. Het mislukken van de pogingen van den .er von Rccken, gehoor to vinden, geeft len lieer Van Geer aanleiding tot zijn be bouwingen over wetteloosheid, waarin Jn onzent het levensvcrzokeringsbedrijf re r keert ,,Üp een wettelijke regeling wordt voort trend tevergeefs aangedrongen. Lr zijn er, lie de zaak op dc lange baan wenschen te ui ven en o aar om beweren, dat vooraf ooi gaan een nicuwo wettelijke regeling ]r naanvl. vennootschappen, alsmcdo van t verzekeringscontract. Dat acht hij ge- karlijk. Waarop steunt het vertrouwen, it in de levensverzekering meer dan in tdg ander bedrijf een rol speelt? Daarop kan geen ander antwoord gegeven warden dan dat de zakelijke waarborgen ten 1 male onvoldoende zijn, terwijl het t\Ue van persoonlijke waarborgen in lïiiancieelc aangelegenheden niet meer be hoeft le worden aangetoond. De meeste Ke uringen hebben de zaak Langs wettelijkcn g geregeld en daardoor het vertrouwen iu de levensverzekeringsmaatschappijen wil- versterken. I11 ons land be-staat noch staatstoezicht, noch do noodige openbaar- ulcr h-ecrscht een toestand van volslagen bandeloosheid. Oin aan te toonen, dat zij •t in haar gestci vertrouwen ten volle rd ionen, beroepen de lcvcnsverzekerings- aalschappijen r zich o. a. op, dat zij tot [dii toe nog niet in haar verplichtingen zijn |te kort geschoten. Maar dio grond moet, volgens prof. Van Geer, terstond uit het bat worden verwijderd. ïlct is, naar hij opmerkt, zeer goed mogelijk, dat een Maat- happij aan haar actueclc verplichtingen voldoel, zich uiterlijk in bloc ie oden toe and bevindt en toch de kiem der ontbin ding in zich draagt, ja zelfs in slaat van faillissement kan verkccrcn, lang vóór dit uit liaar verslageh kan worden afgeleid." Als voorbeelden noemt schr. een paar ndsen, het wc-du wen fonds voor Indische officieren en het fonds voor Indische amb tenaren. ,,Deze verkeerden in zulk een schijnbaar gunstigen toestand, dat naar het oordeel der autoriteiten, de contributie der deel! eb- rs zonder schade kon worden verlangd. Maar een onderzoek bracht aan het licht, daj> na cenigen tijd dc toestand zoo bedenke lijk was, dat beide fondsen slechts voor on dergang konden worden behoed door een jaarlijksche staalssubsidio,, co elke parti culiere Maatschappij onder dergelijke om standigheden onfeilbaar zou ziju ten gron de gegaan. Hoe ook particuliere levensver zekeringsmaatschappijen zich op een dwaal- eg kunnen bevinden, terwijl zij schijnbaar bloeiendcn toestand verkeeren en door hun verslag den waren toestand verbergen, tracht de heer Van Geer vervolgens aan te toonen, waarbij hij ,.c waarborgen nagaat, 'die de lovensverzckerings-maatschappijen, bij ontbreken van een wettelijke regeling, uibieden, dc statuten, de benoeming van commissarissen, het aanstellen van accoun tants en controleurs, enz. De persoonlijko aarborgen hebben, volgens schr., geen of j luttelen waarborg en met do zakelijke is Kot zijns inziens al niet beter gesteld." Ten opzichte van de premie-reserve; de. wijze, waarop zij wordt berekend en hoo daarmedo wordt gehandeld, blijkt, dat do heer Van Geer zich met de zienswijze van enkelen der hoogst aangeschreven N'edcr- landschc schrijvers niet kan vereenigen. De waardeering der beleggingen, de rentevoet, de berekening van do reserve, alsmede van de sterftetafcls, komen daarbij ter sprake. Onze Maatschappijen vertoonen ook dien- aangaando de grootste verscheidenheid. De wetgever mag z. L niet langer aarzelen, een regeling van het verzekeringsbedrijf in to voeren en de zekerheid te geven, die thans ten eencnmale ontbreekt. Dan eerst, zegt hij, zal do lcvt-nsverzekering haar hoog doel kunnen bereiken. Hoo moet een wettelijke regeling cr uitr zien? Schr. meent, dat ook daarover deskundi gen het op verre na niet eens zijn. Hij be spreekt de beide grondtypen van wetgeving, het Duitsche en het Engelscbc. Het eerste is voor ons ongeschikt-, maar ook het l£n- gelsche (\erplichto openbaarheid) mag z.i. niet ongewijzigd worden aangenomen. En kele openbaarheid, zonder toezicht cn con trole, acht schr. onder de ten onzent heer- schcnde omstandigheden cn opvattingen niet aan te bevelen, zoodat een tusschcnstelsel de voorkeur verdient. Daarbij acht hij do oprichting van een Rijksbureau onmisbaar. Zwaar zal het aldus opgelegde juk niet zijn, toch zal het verscheiden Maatschap pijen dwingen, zich grondig te herzien of anders, het bedrijf te staken. De Koagscho Kouter van de „Provi n- ciale Groninger Courant" schrijft- o. m. over het analytisch verslag: Het debiet van het nieuwe verslag is nog betrekkelijk zeer gering en als het doel, dat er mee wordt beoogd, n.l. om een zeer groole verspreiding te verkrijgen, wordt be renet, zullen do koslen nog enorm stij gen. De vraag is nu maar of hot nut van do nieuwigheid guëvenredigd is aan de steeds klimmende en nu reeds us er dan verdubbelde uitgaven, vergeleken bij de raming. Ik voor mij kan dut niet inzien.' Het verslag wordt iu Den Haag, 's avonds te 10 a ÏOA mir aan de genboa 11 eerden be zorgd; dan heeft iedereen, <iio belang stelt iu heigeen er in do Tweede Kamer voor valt, do verslagen van do kranten al uren lang genoten; inAdo provinciën is liet er- slag 's morg. iis pas, daags nu de zitting, verkrijgbaar en vau de avondvergaderingen komt het pas 2-1 uren of 30 uren na de slui ting. Voor do vlugheid heeft men liet dus niet te neni' iien al is het verslag, aan welks samenstelling veel zorg b steed wordt cn waarvoor ik ilcn bewerkers gaar ne allo hulde breng, iets uitvoeriger dan dat der groote dagbladen, heel \eel meer geeft het niet en in den laa.teten tijd zelfs in een opzicht minder. Replieken cn interrupties worden vrij zorgvuldig we«u"- gegeven, maar toch, door bet wggjaten van allo uiterlijke gemoedr-» au doeningen in do Kamer vróolijkheids-uitingen, brwegin- gen, protestlcekenen, verwonder ings- of ironische exclamation krijgt men thans geen volledig beeld meer van de vergade ringen. In de eerste dagen was dat anders; toen wemelde het analytisch verslag van die uiterlijk waarneembare indrukken van de Kamer. Dit schijnt den horren r.te-t te bevallen; heb teekent te getrouw af, dat het decorum soms nogal iets te wenschen over laat. Men heeft dus -die toevoegingen ver boden cn daarmee is de aardiglieid cr af c-n in dit opzicht winnen nu do kran'.on verslagen het van het analytische, dat ove rigens cn terecht niet zóó heet, ofschoon het de bedoeling was, dat liet zóó zijn zou. Een analytisch verslag doet verwach ten, dat men het gesprokene, saamgevat in do hoofdtrekken, weergeeft-; niet verkort met zooveel mogelijk dezelfde woorden van den spreker en met angstvallige zorg om hem cn zijn manier van zeggen to volgen. Vandaar ook dat het verslag, dat kort heet, veel te lang en nu do hilaritcifcs-uitin- gen en dergelijke ontbreken, to saai is. Evenwel, nu men cr mee begonnen is, zit met er aan vast; men zal er nog schatten aan moeben besteden; het doel zeer groote circulatie zal wel nooit worden bereikt en zoo kan reeds nu worden ge zegd, dat het een mislukking is, dio ons op den duur on groote kosten to staan zal komen, enkel ten genoegen van een paar leden, dio er jarenlang een stokpaardje van gemaakt hebben." Onder 't hojfd Do Calvinistische Zondag zege het „H andol sblad": Wij lezen iu „Do JStandaara": „Zooab nog kortelings het „ilanilcls- b 1 a d" zich uitliet, inzako do Chnstelijko scholen, inzake Zondagsrust, en inzake rog zter enkcio gevallen, kon van iets „speci fiek Christelijks" sprake zijn, maar neei l.et overige terrein van den Staat was neu traal. En dit sehrec-f men in een blad, dat toch geacht mocht worden van Groen vaa Prinscerer eeuige nota te hebben genomen, maar nu blijkt zelfs de hoofdgedachte van dezen staatsman nooit te hoboen verstaan. Vraagt men of ock wij dan toch met er kennen, dat er op staatkundig terrein een neutrale zone is, waarbij hot verschil in grondbeginsel niet aan de orde komt, dun beantwoorden wij dio vraag vanzelf be vestigend. en ook onder het Kabinet van 1905 is dit van de Kegeeringstafel steeds volmondig erkend. Maar even beslist moet er voor gewaakt-, dat deze neutrale zóno binnen haar juiste grenzen beperkt blijve. Wo voeren den strijd volstrekt niet, gelijk het „il aD dols blad" zich inbeeld Cs uitsluitend voer Christelijke belangen, maar voor do Christelijke beginselen. Ook al waro straks op schoolgebi d ons recht gedaan, cn ai waro do heiliging van den Zondag verzekerd, dan zouden we nog in niets van den strijd voor de Christelijke grondslagen van 011s Staatsbeleid aflaten". ku moet „D e Standaar d" 'ons toch eens vertellen waar en wanneer Groen van Prinstere-r heeft uiteengezet wat do christelijke beginselen zijn, die on katholie ken èn calvinisten leiding kunnen g:\cn op staatkundig gebied? ,,D o Standaard" toont hier zelf dit niet gord te begrijpen. Hij noemt als eeu zanü, noodzakelijk volgens do christelijke beginselen ,,de heiliging van den Zondag En „do Lediging van den Zondag" is icte, wat nooit een bijzonder verlangen van dc katholiek n is geweest; los vau do antirevo- lutionnaircn, zijn zij geen \joorstanoers eer tegenstanders van den t'alvinisli- scken Zondag. Indien zij mede den Calvi- nistischcn Zondag helpen tot stand bren gen, wat. nog zeer twijfelachtig is! zuilen zij dat niet doen krachtens hun christelijke beginselen, maar wegens 'op portunistische politieke overwegingen. „Land en Vol k'' klaagt over de d u urte van ons postwiss-e 1-t a- r i e f Vooral voor middelmatige bedragen, laat ons zeggen van f 25 tot 100, is ons tarief veel te duur. Het is waar, men kan zul.1: een b drag in bankhiijetten per aang.dee- kenden brief goedkooper verzenden. Doch daaraan zijn bezwaren verbonden, die bij 1 dergelijke veel voorkomende middelmatige bedragen meer wegen dan bij verzending j van gvootcre sommenmen moet enveloppe en lak nemen; niet elk bedrag laat zich in papier afpassen, zoo dat toch neg weer een postwissel ter aanvulling noodig is: en al laat het bedrag zich in papier afpassen j (bijv. 75, f 80 of 90), dan heeft men j niet altijd juist de vcreischte briefjes bij de j hand. I Aan onzen middenstand cn kleinhandel i en ook aan menigen particulier zou groot gerief worden bezorgd, als de Minister als nog kon besluiten, verlaging van het ta- i rief, op den voet van België, Oostenrijk en Zwitserland te bevorderen. Over speculatie- en dobbel- zucht schreef dc Haagsche Sprokkelaar van het „U trechtsche Dagblad": „De opruiming Van twee speculantenkan toren of juister: speelbanken was een ramp voor ccn aantal kleine bezitters, die zich in het net hadden laten lokken door do voorspiegelingen van zekere winst met beperkt risico; tweo dingen, dio elkaar op zichzelven al reeds uitsluiten, om dat zoodra cr rLsico (al dan niet beperkt) is, de winst niet zeker is. Trouwens, welk verstandig mensch laat zich wijs maken, dat iets, wat dan ook, hem zeker winst zal geven, en nog wel in verhouding zeer aan zienlijke. Maar cr zijn overal,, doch vooral in Den Haag, een aantal onverstandige monschen vooral wanneer het op speculeeren aankomt. Regelmatig komen er debacles, op grooter of kleiner schaal voor, ruimt do Beurs ccn aantal parasieten op, waarbij „Jan" (zoo als dc Beurs het publiek noemt) zijn fortuin laat zitten, of vervluchtigen zich cenigc kantoren, waarbij een aantal spaarpennin gen in rook verdwijnen. Maar nauwelijks is dat voorbij en vergeten; cn als cr men we oplichters komen; die met gewetenloozc leu gens verlokken tot roekeloos snel,, met mee- rcndeels kwade kansen, dan zijn cr dadelijk weer een aantal menachen, die hun kapi taaltjes d<x>r langjarig zuinigheid bïjeen- brachten, gereed om dit aan die onbekenden in handen te geven... cn het er in te laten. Verleden, jaar ging hot in liet gropt. Bij de Ame-rikaansche crisis lieten een aantal speculanten hun fortuin, die nog min ot meer reëel op grootcn voet hadden geleefd van speculatiewinst, zoolang dit met werke lijk beperkt risico goed ging. Hu echter hebben de gefailleerde ondernemers van de speelbanken, dio zelf ook voor g^en cent weerstandsvermogen hadden, een groot aan tal kleine bezitters in het. ongeluk gestort door hun praktijken, die, dunkt mij, de jus titie ook wel als oplichterij zal kunnen ver volgen. Men verteld njij als ccn geva' uit vele van eon juffrouw, die uit naaien gaat. en spaarzaam een sommetje van een f lOOO.had bijeengebracht. Do mooie beloften van een der sped kantoren verlokten haar, mis schien ook de winst-, dio een kennis had ge maakt. en dc duivel blies haar in, dat ze immers op die manier in korten tijd rijlc kon worden. Ze ging cn waagde haar eerste f ]000 en won. Dat was baar ongeluk. Toen haar kaoitaalt-je vcrduh'xdd was, vroeg de duivel haar, waarom zij het nu niet in eens met die 2 mille zou ga^n doen; dan had ze immers in ren paar weken mis schien 20.000; cnthans is ze precies oven arm ais toen zo haar leven van spaar zaamheid begon: meneer de „bankier" lieoft haar spaargeld opgemaakt of meege nomen. „L'or n'cst qu'une chimère 1" En... inmiddels lokken alweer nieuwe vo gelaars met zoet gefluit, alsof ze een haar beter waven dan hun verdwenen voorgan gers, cn.... vliegen weldra wcor nieuwe vo gels in het net. ..Kiekjesman" in het „N icuwablad v. h. Noorden" laat zich volgenderwijs uit: ,,Tn een vorig schrijven wees ik op de zon derlinge praktijk van sommige „bankiers", dio zich in reusachtige annonces bij het pu blick voorstelden al3 dc „apostels" van de „nieuwe methode" van speculeeren in Ame- rilcaansche fondsen. Tweo dezer herren, die ook in Den Haag een „branche" 1 radden, zijn een dezer dagen fout gegaan. Een hun ner zelfs met het m. i. reusachtig bedrag van ISO,000. Ik zeg reusachtig, want We cliontcele bestond meer uit zeer kleine bur gertjes, die ieder met 50 en 100 „spe culeerden zooals de technische term luidt, zoodat de zaak over een zeer groot aantal klanten moet- beschikt hebben. Do auclcro bankier, dio met de „nieuwe methode" wenkte, wins nergens te vinden, toen het kantoor geopend zou worden. In do Passa ge, waar de bureaux gevestigd zijn alle* was er nog kortelings prachtig opgeschil derd cn fijn in orde gemaakt stond <ien ganschen dag een drom mensehen, die heb „geval" bespraken. Tot zekere Jioc-ir e is hot om medelijden to krijgen niet dc slacht offers, dio op die manier hun lyvspnardo duitjes kv. ij traken, maar aan den anderen kant ben ilc hot toch eens met hen, <110 rra gen wat die lieden in de kou «loon, vaar zij niet thuis behooren cn waar zij niets te maken hebben. Iemand, die ixikking «.-p de markt verkoopt., moet niet in Amoriknan- sohc fondsen dobbelen. Ook niet volgens bet „nieuwe systeem" cn ook niet, al kan hij er hoogstens een f 50 of f 100 mode verlie zen. En zoo is het ook het geval mol UI van andere kleine „pijveren cn midden standers", die ijverig to New Vork .ope reerden". Dat is eenvoudig absurd. Een andere vraag is, of deze hoeren van dc „nieuwe methode", dio bier zooveel slachtoffers hebben gemaald, niet cons aan den heer Officier van Justitie zonden móe ten voorgesteld- worden. Tl: vernam, dat ccn dier heeren niet eens bock hield, gelijk oen behoorlijk koopman toch dient te doen. FTot „ootje" werd tc Londen bewaard. Dit is het cenigc zekere in dc onzekerheid, die ten opzichte van dc zaak van dien heer bestaat-. Waar cr steeds gewaarschuwd wordt tegen fh\-schentrekkers, en dat wel met behulp der autoriteiten, in casu soms door do po litie, zou m. i. op gelijke wijze tegen rWo heeren opgetreden moeten worden. Dwazen di speculeeren willen, kunnen natuurl ik ntet door de wet van hun voornemens afge houden worden, maar evengoed als de be denkelijke loterijen verboden zijn, zoo dien de ook tegen deze soort van specula! ie-go- legenheid openlijk gewaarschuwd te worden. Bij do a s herziening van do wet on do naamlooze vennootschappen mag deze zaïk niet vergeten worden." „D e Residentiebode" vestigt do aandacht op een artikel van den heer K. Eloul in „Dc Tijdspiegel", waarin deze uiteenzet, wat de cischcn zijn der p r n c t ij k van dc liberale ged a e h« t e, welke gedachte hij aldus omschrijf'. „Ieder zoekt zijn eigen, balarg, ieder kent zijn eigen belang het best-, cn ieder is heb best in staat om dat eigen belang zelf to bevorderen." Op het onderwijs toegepast meent deze schrijver, „dat men strikt genomen zou kunnen volstaan met te vorderen, dat cle ouders zelf behoorlijk zorgen voor het onder richt van hun kinderen. „Dat is, then r e- t i s c h, dan ook de eenige goede «isclt en practise li is het degene, die behoort to domineeren, op straffe van de individueels vrijheid meer dan hoog noodig is te beper ken. (Fractisch moet de in deze te volgen gedragslijn hierop neerkomen: bijzoudcr o n cl 0 r w ij 8 regel, overheidson. d e r w ij r aanvulling." De overheid ziet alleen toe of het onder richt voldoende is en verleent steun om het peil hoog te houden. „In welke mate echter de overheidsschool als aanvulling plaats behoort to vinden naast de particuliere, zou ik niet weten aan te geven. Hier hangt de toepassing geheel van de plaatselijke omstandigheden af. Eonerzijds valt te overwegen, dat men er ger pressie oefent door een ongeloovige fei telijk te dwingen, zijn kinderen te zenden ,Ik moet een hoed hebben, een goodkoor» en toch aardig hoedje. Ik heb aile winkels hur al afgezocht, maar ik kan niets vin don, dat me echt bevalt, zio jo. Het is allemaal zoo gewoon en hetzelfde. Ik wou tets bijzonders hebben en toch niet opzich tig. Ik weet niet wat ik wou, precies; maar als ik het zio, dan zal ik wel zeg- g n: „Dat is het." Zij zaten samen in het schemeruur na het eten, wanneer haar ouders hen altijd t l do thee alleen lieten en een dutje gin- g n doen. Een vage wanhoop om haar ka rakter bracht hem even uit zijn humeur. V,Ik weet niet wat ik wou." Hoo dikwijls bad deze uitdrukking hem niet geeergerd 1 'Maar zij babbelde door, onbewust van zijn ontstemming: „Hè, ik moest met jou mee kunnen, de Volgende week, naar BrusselDaar zou ik Wvl een hoedje vinden, en niet duur. Maar I dat gaat natuurlijk niet. Hè, waren wij maar getrouwd!" De opnieuw in hem opkruipende ergernis IVccd tot zwijgen gebracht door een idee: bjj zou in Brussel een hoedje voor haar boopen 1 Hij wist wel wat zij bedoelde en din had hij meteen iete origineels, om voor baar mee te brengen. In do dagen, die volgden vóór zijn ver- Hek, vergat zij den wensoh, als zoovele, die dagelijks in haar opkwamen. In haar Onvoldaanheid van niet weten wat zij wil- .de sprankelde iedl?r uur een verlangen in ïbaaT omhoog; maar zój zag niet in, dat- baar rusteloosheid voor een groot deel te bijten was juist aan het liefkoozen en ann- fclo digen van al die onbesliste begeerten. Hij dacht cr echter wel om. Hij lachte in zichzelf een beetje om dien vent, ernstig technoloog, dio in Brussel de étalages af liep, om, voor'het eerst, een dameshoed to koepen. Maar als li ij zich dan herinnerde, hoe zij het aardig zou vinden, meer om de j atieim-" dan cm liet geschenk; als hij zich haar vom stelde in dc bl ij do aanhankelijk heid van het weerzien na een scheiding van acht dagen, hoe zij nieuwsgierig zou zijn wat hij voor haar had meegebracht en cr t-och niet oiu drufdc vragen; hoo zij het nooit raden zou en hoe zij verrast zou zijn als zij zag hoe hij haar wenschen niet zoo j gauw vergat al9 zij. Iets bijzonders en toch niet opzichtig. Do dagen gingen om in aarzelingen. Niet? was goed' genoeg voor haar; van niets wist hij zeker genoeg, dat het zou zijn wat zij bedoelde. lederen midcldag, als zijn zaken gedaan waren, flaneerde hij door de drukko winkelstraten; stond 'n kwartier stil voor 'n uitstalling, keerde nog eens terug voor de zelfde, liep een straat om, dat hij er nog eens langs kwam. Eindelijk was het de laat ste dag cn moest hij beslissen; morgenoch tend zou hij vertrekken. Moedig stapte bij toen maar ineens den winkel binnen, wel ken een paar kennisen, dio hij er naar ge vraagd had, als d> best-gesorteerde hadden j aangewezen. Er werden hem tientallen hoeden ver- 1 toomdi: copuctto kleine hoedjes 'als een bloem of als een schuimpje; aanmatigende wijd-geluifelde mot een den blik trekkende veer of hloementros; lichte, luchtige ding- i getjee, wondere samenflanscltjes \ian wat tule cn gaas; een elegant hoedje, eenvou dig met wat violet-linb cn een paar rozen, chique zonder ophef, gedistingeerd, smaak vol, ongewoon cn tooh eenvoudig. Zou h-H dut ziin? dacht bü. Hij vroeg dc juffrouw, dames bepalen haar keus toch mee-st gemakkelijker, vond ze hij vroeg haar het even op te zetten, to zien hoo het stond. Hij stelde zich het gezichtje van zijn meisje daaronder voor, haar mooi-gebouwd figuurtje heel wat aantrekkelijker dan de zure wink Ij ui en hij zag haar lieve oogzn lichten, een glim lach trekken om haar mondje. Dat hocd- jo zou hij dan maar nemen. Hij liet het zorgvuldig in een doos pakken, betaalde, wilde liet niet thuisgebracht hebben, cn met zijn schat ging liij den boulevard langs naar zijn hotel. Alleen op zijn kamer, haal de hij het nog eens te voorschijn. Het was nu wel zoo duur niet, maar dat deed cv niet tce; 't was cr om te doen, te weten of het haar bevallen zou. Voor hetzelfde geld kon je zóóveel verschillende krijgen. En hij haalde zich andere hoeden voor den geest, die hij gezien had. 't Was vreeselijk moeilijk, een hoed voor een vrouw te koo- penMaar toen hij met alle geweld zich in baar smaak cn wijze van zien had inge dacht, toen liij het hoedje eert op een vaas had gezet-, toen het zichzelf nog eens boven het hoofd gehouden, toen lachte hij, want hij geloofde stellig: zij zou het een dot van een hoedje, een snuitje van een hoedj? vinden. Het wa® in ieder ge val iets ongewoons en hij wist, dat zij daar in de eerste plaats naar vroeg. Om te zien, dat het ongewoon wae, daar bleef alle smaak buiten. Kom, hij was toch wel mal zich zoo dik J te maken om een hocdl Beviel hij haar niet, nu, best! dan kocht zij maar een an deren Het waren hoogstens een paar gul dens, die weggegooid waren. En zijn invaj zou zij toch in ieder geval weten op prijs te stellen. Tn den trein bedacht hij, dat de rozen er niet zoo goed op stonden, het zou aar diger zijn zonder dio rozen, met wat meer lint of zoo. Dat zou hij haar ook zeggen; dan zag zo, dat hij cr toch wel vorstand van bad, en ook, dat hij zijn best had gedaan. Zij was hem komen lialcn, nu reden zij in ecu victoria naar haar liuis. Toen de eerste begroetingen cn vragen afg«loopen waren, zwegen beiden een ocgenblik; toen vroeg zij, dicht tegen hem aankruipend, om haar onbescheidenheid goed to maken: „Wat heb jo voor me meegebracht?" „Raad eens," zei hij, genietend. „Hoo kan ik dat nu radenI Hoe?" „Je hebt laatst zoo gezegd, dat je hel graag hadt." Zii haal do de schouders op. „Je wou met me mee naar Brussel, om „Een hoedje?" juichte, vroeg zij. Hij knikte. Hij had een hevigen lust om haar in liet open rijtuig een kus to geven. „O, wat leuk. Wat ben ik daar benieuwd naar! O, laat eens even een tipje zien, toe! Wat is het er voor een?" „Ja, ik waarschuw jo vooruit, dat ik niet hcelemaal heb kunnen krijgen wat ik wou. En dan is 't natuurlijk altijd een goedkoop prulletje voor alle dagen. Dan heeft een hoed veel te lijden." „Hoe ziet het er uit? Wat voor model is het? Toe, vertel eens, waarmee is bet op gemaakt?" „Er zitten van achter een paar rozen op: die vind ik niet mooi. Daar moet je wat 1 anders voor verzinnen." „Wat voor kleur heeft bet! Paars?" „Violet en lila." „0, violet!" i Nu stond zij voor den ?y tegel en draaide zich en draaide zich nog eens zonder iets te zeggen. Haar gezicht pruilde. Hij voelde de oude ontstemming wcor diai hij ieder oogenblik, om een woord, een ge baar, een oogopslag, bij haar had. Zij had hein nog niet bedankt, nog niet eens een kus gegeven. „Nu, hoo vindt je hem!' vroeg hij, wat norsch en (.och nieuwsgierig. Hij stond haar heerlijk vond hij. „Hm Zij draaide zich nog eens om, haalde eeu tweedo spiegeltje, „t Gaat nogal Ik weet 't niet. en 't gaat nogal, dat WW u dc tweo zegswijzen, die altoos in haar mond lagen. „Die rozen moet je er af nomen. „Vind je niet, dat hij me wat oud staat?" aarzelde zij. „.Dan moet je hem niet opzet len." „Neen, dat niet. Maar ik ben 11't een getrouwde vrouw er mee." ..Zou jo dat dan zoo erg- vinden, al was «at. nu eens zoo Zij gaf geen antwoord. „Hij staat me toch wel wat ouwelijk." Hij werd driftig. Welnu dan, afgeloopen, dan koop jij eea' ander en dan aal ik dezen wel aan de doch ter van mijn hospita geven!" Zij zei nieta, koppig. Zij zette den hov<5 af, legde hem slordig op den schoorsteen neer en ging in een anderen hock van do kamer zitten. „Hij was altijd dadelijk uit zijn humeur." „Adieu," zei hij opeens, opstaand. Hij ging met groote stappen do gang door, trok de deur luid achter »ch dicht. Zij bleef een oogenblik zatten staren naar do plek, waar hij gezeten had. Toon rees zij overeind, schreed aarzelend naar den schoorsteen, paste zich den hoed nog eens op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 13