LEIDSCH DAGBLAD, Woeiasdag* 23 September. Tweede Blad. Ani&o 1B03. PERSO VERZICHT. FEUILLETON. 1/oor vrouw esa kónd. Uit de „Staatscourant." JSo. 14904. g- Het „H andeUblad" heeft zich on- Iccbg gehouden met do beantwoording van de vraagW a t k o s t e e'n meester in de rechten of ooq genees heer onze gemeenschap'? Het zijn uiet alleen de ouders, wier geld verstudeerd wordt; ook de gemeenschap be taalt mee. En geen klein beetje. Wat heeft de studie van een jongmensch, mr. in de rechten of dokter, staat en stad wel go- 6 est Wc rnooten beginnen met te zeggen, dat een nauwkeurig antwoord op deze vraag niet te geven is. Maar benaderende komen wc lot de volgende rekening. Wc laten onzen jongeling te Amsterdam wonen. Een leerling eener 4de-klasse-school kost te der gemeente in 1904 gemiddeld f 106.75, waarbij rekening is gehouden met het be taalde schoolgeld en niet gerekend zijn de kosten van don bouw der school, de rente en aflossing van gcldleeningen voor den fccholenbouw en de pensioenen. "De bouw van een school voor 600 leerlingen nu kost der gemeente pl.m. f 60,000; rente en aflossing gerekend tegen 7 pCt., cn aannemende, dat de aflossing der leening gelijk afloopt met het in-stand-blijven der school, kost dus iedere leerling, wat dit betreft, f 7 per jaar, Hierbij is nog niet gerekend de gederfde rente van het kapitaal, dat de grond ver tegenwoordigt. We moeten met gemiddelden werken. Nu, /2 per leerling cn per jaar is zeker niet te hoog groot. Dan nog de pen sioenen van hoofden, onderwijzers en ver der personeel. Wanneer we 2/3 ncmon van de kosten per leerling aan een lstc-klasse- school, d.i. twee derden van f 43,40, dus plm. 29 en daarvan 7 pCt. berekenen, cL i. 2 schijnt ons dit een zeker niet to hooge be cijfering voor pensio. nsbijdrage per leer ling aan een school der 4de klasse. We zien du6, dat onze leerling jaarlijks mn de gemeensch ap kost 103.75 7 J— f 2 -j- f 2 f 117.76 Gaat hij ieder jaar over, dan kost hij dus in 6 jaar f 706.50. Nu komt hij op het Gymnasium. Daar kostte hij per jaar (in 1901) f 405.48. Daar bij gemakshalve dezelfde zeker niet te hoo ge cijfers nemende als voor dc lagere school, voor bouw- en grondkosten per leerling, voor pensioenen, krijgen we per jaar f 405.43 7 ~h f 2 getal der leerlingen op 200 begroot) 1.35 =r f 415.83. In 6 jaar 2494.98. Hierbij de f 706.50 van het lager onderwijs, samen f 3206.38. Nu ga©.n do val vac Academica© voor hem open, waar gemeente en staat mot volhar ding voortgaan een zeer belangrijk deel van zijn opleiding te bekostigen. In Amsterdam kost een student gemiddeld 426.04. Natuurlijk is een student in dc natuur wetenschappen of in de medicijnen veol duurder dan een tot een andere faculteit be- hooremd. We laten dus, waar we een jur. stud, op het oog hebben, het gemiddelde bedrag van 426.04 gelden als eindbedrag zonder ver hooging voor grond- en bouwkosten. We berekenen den studietijd op 4 jaar: kosten dus f 1694.16. Een totaal f 3201.33 -f- f 1694.10 f 4895.54. Ongeveer f 4900 dus. En rente op rente1? Minstens 5000. Een geneesheer kost ons natuurlijk weer cenige duizenden guldens meer: duurdere ftudie en veel langere studie. En domme of luie schooljongens kosten ook meer. Wel merkwaardig: de knappe jongens, die vlug Jeoren cn naderhand de gemeenschap de grootste diensten bewijzen, ko6ten ons het minste geld. Daarom, dringt de vraag zich opis het billijk, dat zonder eonige selectie, ieder, die het eindexamen gymnasium kan doen tot de universiteit wordt toegelaten? Heeft de Staat niet het recht uit te kiezen, wie ze een toelage van een 5000 gulden in de op- oodingskoston zal geven? Zoo oppervlak kig zal men zeggen, ja zeker. En ongetwij feld heeft de Staat recht ook, maar ver standig zou de Staat er nog niet aan doen. Immers, hoewel de Staat ook f 5000 betaalt, betalen de ouders van den studee- ïonde nog meer. Alleen rekenende met de 87) Dit allea deed mjj in het belang van myn kind uw hand aannemen, toon gy my deze aanbood. Wy teekenden een contract, waai by ik van de helft van myn vermogen afstand deed ten behoeve vau myn kind en u als haar voogd aanstelde; toen hebt gy er op gestaan, dat by datzelfde contract bepaald zou worden, dat, ingeval van overiyden van myn kind, dit vermogen op u als op haar erfgenaam zou overgaan, en ook hiertegen heb ik my niet verzet; echter op deze voorwaarde, dat, hoe wel dan ook gehuwd, wy ieder voor zich in staat van afgescheidenheid zouden biyven voortleven, als had er nooit een huweiyk tusschen ons plaats gehad; ook dit keurdet gy goed." De graaf knikte toestemmend. De gravin vervolgde: „Nauweiyks waren wy eenigo weken gohuwd, of er gieep een gebeele verandering by u plaats; in stede van bezorgd te zyn voor myn belangen, zooals gy b vroeger betoond hadt, werdt gy geheel en »l onverschillig; norsch en stuursch stiet gy Thérèse van u af, wanneer het kind u zooala vroeger naderde. Gy hadt opgehouden te Veinzen, mynheer, gy hadt het masker afge worpen I" „Ga voort, mevrouw, ik luister, hoewel ik Diet begryp waartoe alles, wat gy my zegt, lenden moot." 0Dlt zult gy zy aanstonds vernemen." „Toen begont gy my en myn kind te kwel» leo," vervolgde de gravin d'Arezzo; gtoen jaren n& do lagere school 6 gymnasium en 9 academiejaren, kost hij dan gemiddeld 1000 per jaar. En niet alle ouders kunnen dat deel dragen. Werd dus dc toeloop van do minst geschikt-sten verhinderd, dan zou uiet een contingent intellectueel sterkeren klaar staan hen to vervangen. Over een mislukte wet schreef „D e Standaard" als volgt: Geen wet van het Kabinet-Pierson is slechter van de reis thuisgekomen dan de Ongevallenwet van dr. Lely. Geen voorafgaande ziekte-verzekering, en daardoor de kleinste, nietigste wondjes, die in twee dagen over zijn, in paperassen zonder eind als een ongoval te behandelen, met een kostenvermorsing, die ongevallen tot een begeerlijk incident maakte. Een centralisatie zoo dom kras, dat nu dan toch eindelijk tot inwendige decentra lisatie bij d© Bank moet worden overge gaan. Een opzet van de Bank door mannen, dio geheel buiten het Bankwezen ston den, en -daardoor een getob met achler- 8talligen arbeid, dat jaren aanhield. Vage, grove berekeningen, die, aan de praetijk getoest, geen steek hielden, en ons reeds voor een tekort van vijf millioen plaatsen. En nu is reeds een premieverhooging noodig, die Botterdam den schrik op het lijf joeg. Toch is dit alles doorgezet tegen de ernstige waarschuwing in. Op alle manier heeft de oppositie van die dagen dr. Lely van zijn ondoordachte wet zoeken af to brengen, om heel de zaak op beter banen te leiden. Ziekteverzekering voorop zou den Oarenz- tijd tot drie weken hebben doen dijen, cn het aantal te behandelen ongevallen op hoogstens éón vierde herleid hebben. En had men het denkbeeld aangewild van het dusgenaamde Groot© amende ment" van dr. Kuyper, dan ware èn de centralisatie voorkomen èn de helft van den paperassen-omslag, en dan zou men bijv. voor het laden en lossen een afzonder lijke vereeniging te Botterdam en een to Amsterdam hebben gekregen, waardoor al de herrie, waarvoor men nu staat, voor komen ware. De leden der bedrijfsvereenigingen zou den zekere contróle op elkander hebben geoefend, maatregelen ter voorkoming van ongevallen zouden genomen zijn, en het dienend personeel zelf zou stem mee in het kapittel hebben gehad. Maar dat alles wist dr. Lely beter. Hij alleen had ten deze de wijsheid in pacht. De wet moest en zou er door. En de Lin kerzijde in de Kamer kroonde zijn opzet, door elk pogen tot verbetering van hot ontwerp driestweg af t© wijzen. Dit komt ons nu op millioonen en nog maals millioenen te staan, en heeft, wat nog het ergste is, een wantrouwen in de verzekering gekweekt, dat velen den moed verlio7©n deed. Noodelocs is nu de Staat, noodeloos is de industrie bezwaard. Gelukkig, dat de Risicobank den moed had er nog tegen op te tornen. Daardoor is althans een deel van onze industrie er nog met. minder ver lies afgekomen. Doch zelfs aan pogingen, om ook die Risicobank te nokken, ontbrak het helaas niet. Een arteriek „Een demonstratie" in „H et Oentru m'' geeft het volgende te lezen: De heer Troelstra heeft in ,,H e t Volk" partij gekozen voor het D uit- sohe part ij-b e a t u u r. ,,Zeer verstandig^' noemt hij de resolu tie omtrent het stemmen voor de begroo tingen en hij schrijft: „Het stemmen tegen begrootingen, om dat deze van kapitalistisch© regeeringen afkomstig zijn en do bedoeling hebben, den bourgeois-staat de middelen voor zijn bestaan toe te kennen, is overigens niets dan een demonstratie. Dit wil niet zeggen, dat het daarom van weinig beLang zou zijn of zou moeten worden nagelaten. Integendeel: do demonstratie, het getui Napoloon, destyds nog eerste consul, na Italië veroverd te hebben, u als afgevaardigde van Venetië naar Frankryk ontbood, wildot gy my toen niet reeds van myn doohter scheiden en myn kind, myn schat, myn alles, dat ik op aarde bezit, beletten ons te volgen?" „Juist, mevrouw; ik wilde van mevrouw do gravin d'Arezzo een kind verwyderen, dat maar al te zeer aan den naam van de weduwe Jozef Tibout herrinnerde; eon naam, die voor altyd vergeten moet zyn." „01" riep de gravin met geestdrift, „de naam van Jozef Tibout heeft my nooit onteerd." „Ik ken uw zonderlinge denkwyze over dit punt, weinig den rang waardig, dien gy thans in de maatsohappy bekleedt, en ik wil hier over niet mot u twisten. Ga voort, mevrouw, indien gy my ten minste nog iets te zeggen hebtl" „0 ja, mynheer, ik heb u nog veel te zeg gen om u te toonen, hoezeer gy myn dochter haat," hernam do gravin; en zy vervolgde al meer on meer ia drift gerakende: „Woinig tyds bevonden wy ons te Parys, of wat ge beurt er? Thérèse werd ziek, de blos verdween van haar wangen om voor een doodelyke bleekheid plaats te maken; tegen de ziekte waren geon kruidon gewassen; hot was het verdriet, hotwelk haar op hot krankbed ne- derwiorp." „En de oorzaak van dat verdriet was ik?" vroog de graaf lachende. „Ja, juist gy, mynheer de graaf; de koel heid en norsohheid, waarmede gy Thérèse behandeldet, troffen haar te diep, om geen indruk na te laten, gevoelig als zy is; on dan onze huLseiyke twisten en oneenigheden, van welke zy dageiyks getuige was, dat was te veel voor het arme kind, dat van haar ge boorte af stood® aan vrede en rust gewoon genis van de onverzoenlijk© tegenstelling tusschen proletariaat en bourgeoisie, tus schen socialisme en klass©nstaat, is het werkzaamste middel om de oogen der ar beiders t© openen voor de positie, de taak en de toekomst hunner klasse. Daarom mag geon gelegenheid voor een dergelijke demonstratie worden verzuimd. Indien echter het stemmen tegen een begrooting geen andere bcteekenis heeft dan als zoodanige demonstratie te dienen, en t©n gevolge zou hebben een wezenlijk direct nadeel voor de arbeidersklasse, dan wil deze resolutie van het Duitseh© partij bestuur dat laatste zwaarder laten wegen dan het eerste en van de demonstratie af- eien, ter wille van do direct© verbetering ia den toestand der arbeidende klasse. Of dit revisionistisch" is of „marxis tisch", kan ons vrij onverschillig zijn; het is in eik geval verstandig." Dat zulk een standpunt den heer Troel stra bekoort, is alleszins te begrijpen. Het stemmen tegen de begrooting is wel een demonstratie, waarvoor ,,geen gele genheid mag worden verzuimd," maar toch ook een demonstratie, dio men, zoo noodig,... op zij kan zetten 1 Welk een prachtig vooruitzicht voor een „tacticus" als mr. Troelstra! Hoe zal hij het zijn volkje duidelijk we ten te maken, wat nu eens de „demonstra tie" en dan weer de „lotsverbetering" vordert. Hoe zal hij „werken" met deze twee pij len op één en denzelfden boog l En hoe zal hij deagowenscht telkens zijn. „draai" weten te nemen 1 Het draaierig stukje, dat vij hierboven afdrukken, houdt op dit stuk werkelijk fraaie beloften in. „Begint het weer?" vraagt „Het Huis ge z i n" naar aanleiding van het geen ,,D o Standaard" schreef over de meer afwachtende houding, die de antirevo- lutiomiaire cn een deel der r.-katholieke pers tegenover de openingsrede aanneemt en over het opschorten van haar eindoordeel door deze pers. ,,H et Huisgezin" zegt dan: „De Standaard" geeft van minder vortrouwen in de tegenwoordige rechtsche ministers blijk, dan ze vroeger wel voor geestverwante ministers heeft opgeëisoht Laten mannen als Heemskerk en Kolkman het volk inderdaad in raadselen wandelen? Hebben zij den lOden Maart niet gezegd, dat zij het Bewind wenschten te voeren „overeenkomstig de beginselen, levende 'n do partijen der rechterzijde"? Is dit niet duidelijk genoeg? En hebben zij sindsdien iets gedaan, dat met die ver klaring in tegenspraak is geweest? En waar is het dienstig toe, de gewone lezers met wantrouwon want deze uitwer king moeten do woorden van „De Stan daard' hebben tegen het ministerie fé vervullen 1 Het kén nog terecht komen, zegt „De Standaard"; maar het k&n ook mis zijn, zegt ze evenzeer. Dat is reeds te veol gezegd ten aanzien van een ministerie, waarin van onze beste mannen zitting hebben, aan wier beginsel- trouw vrij zoo min twijfelen als aan bun kloekheid. Ontwikkeling van ile dankbeelden op bel gebied der oxydaiievprscliijnselen. Hedennamiddag opende de lector dir. W. <F. Jorissen, zijn colleges in de anorgani sche chemie aan de Rijksuniversiteit alhier, met het uitspreken in het klein auditorium van een rede over de ontwikkeling van de denkbeelden op het gebied der oxydatie- verschijnselen. Spr. begon met de beantwoording van de vraag, welk gebied door de benaming an organische scheikunde wordt aangeduid In zekeren «dn verstaat men er onder een systematische bespreking van alle belang rijke elementen en hun voornaamst© verhou dingen. Verkeerd acht spr. met Franchimont toch een tegenover olkaar stellen der organische was. De geneesheeren, gy weet het, geen hulpmiddelen kennende voor een kwaal, die het boven hun macht was te genezen, rieden haar verstrooiing, reizen en verandering van klimaat aan, en wy vertrokken naar Italië. Gedurende ons tweojarig verbiyf aldaar, toen rust en vrede Théièse haar gezondheid hadden wedergegeven, leerden wy te Florence kolonel Hoger kennen; hy beminde haar en vond in het hart myner dochter de toederste weder liefde; ik beloofde hem haar hand en gy, die weet hoezeer ik Thérèse bemin, kunt wel begrypen, dat lk die belofte niet lichtvaardig of onbezonnen deed, niet dan na my over tuigd te hebben, dat hy harer ten volle waar dig was. Vol hoop op uw toestemming keerden wy naar Frankryk terug en wat was uw antwoord? Een weigering. Eou weigering zonder grond of reden en gedurende zes rnaau- den hebt gy dat huweiyk allerlei hinderpalen in den weg gelegd, alleen omdat gy er ge noegen in Yondt myn kind te martelen; omdat het toekomstig geluk, waarin Thérèse zich verheugde, u hinderde. Zeg my nu, mynheer do graaf, indien dat geen bewyzen zyn van haat, hoe doet gy dan, wanneer gy haat?" Er heerschten tenige oogenblikken van span ning, waarin de graaf en de gravin d'Arezzo het stilzwygen bewaarden. Eindoiyk nam de graaf het woord. „Ik wil op al uw beschuldigingen en op alles, wat gy my daar zooeven gezegd bobt, niet antwoorden," zelde hy; „ik zeg u een voudig, zonder toorn, dat ik weiger myn too- stemming te geven tot een huweiyk met oen jongeling, die my geheel en al onbekend is." „Gy zult hem loeren kennen, mynheer de graaf." „0 neon, mevrouw, ik dank u voor de eer van kennismaking met dien mynheer... de... van..." en anorganisch© chemie. Mot enkele voor- I beek.cn toonde hij de noodzakelijkheid aan, om voeling tussohen beide gedeelten te hou den. En ook het onderwerp door spr. be handeld is er een, waar een zich vrij be wegen over het geheelc gebied der chemie wenschelijk is. Dat verscheidene metalen bij verhitting in dc lucht, onder vorming van zoogenaam de metaalkalk in gewicht toenemen, schijnt reeds lang bekend te zdjn geweest, hetgeen dr. Jorissen van de 8ste eeuw opklimmend aantoonde. De verklaring van het verschijn sel liep echtor zeer uiteen. In het midden der 18do oeuw won de meening veld, dat het phlogiston een negatief gewicht moest hebben. Latere ontdekkingen bereidden echter een geheelen ommekeer in de heerechende denk beelden voor. Spr. behandelde verschillen de proeven dien n ingaande, bijv. van Rutherford, Lavoisier, Priestleg en ande ren, omstreeks 17721774. In den strijd, die op dit gebied ontbrandde cn die een achttal jaren duurde, hebben de moeilijke begrippen „mengsel" cn „verbinding" een grootc rol gespeeld. De nieuwe lector ging vervolgens in het kort na, hetgeen, verder op het gebied der phosphoroxidatie is waargenomen, waar bij hij allcreorst opmerkte, dat het phos- phortrioxyde weer gemakkelijk in tegen woordigheid van lucht overgaat in phos- phorpentoxydo en het is dus, volgens hem, niet gewaagd, te veronderstellen, dat zich bij de verbranding van phosphor eerst phos- phortrioxyde vormt en daarna pentoxyde. Na nogmaals een aantal proeven van ver schillende geleerden te hebben beschreven, merkte hij op, dat de waarnemingen van Yan 't Hoff bij phosphor in 1895 en de daaraan vastgeknoopte beschouwingen den stoot hebben gegeven tot een aantal onder zoekingen, welke een resultaat opleverden, dat in verband met het boven gen oemde kon worden verwacht. Alvorens spr. overging tot hetgeen ter verklaring van boven aangevoerde feiten van verschillende rijden is opgemerkt, be antwoordde hij kortelijk de vragen lo. Is do, bovengenoemde actieveering een verschijnsel, dat alleen bij oxydatie door vrije zuurstof gevonden, of t© wachten is, enis het verschijnsel beperkt tot het ele ment zuurstof? Dit laatst© is naar spr.'s meening niet het geval. Vervolgens terugkeerend tot zijn eigen lijk onderwerp gaf spr. een overzicht van de pogingen, welke gedaan zdjn om de zuur stof-actieveer ingen en haar eenvoudig quan- titatief resultaat te verklaren, waaraan reeds Schönbein zich waagde, gevolgd door Clausius, Hoppe-Seiler en Baumann, Ro- ber van Helmholtz en Rickarz en Van 't Hoff, daarbij de verschillende opvattin gen dio met een zekere splitsing van zuur stof-moleculen in verband staan, vermel dend. Daartegenover kan nu een andere richting worden genoemd, waarbij de aan hangen gemeen hebben, dat zij bijna uit sluitend de werking van geheel zuurstof- moleculen voorstaan. Deze theorie, welke spr. met een paar proeven schetste, heeft volgens hem veel aantrekkelijks en stelt ons ook in staat, de verschillende waarne mingen op dit gebied systematisch in t© deelen. Het gebied overziende durfde spr. te zeg gen, dat wel bij het meerendeel der oxyda- tieprooessen peroxydevorming (hoewel dik wijls spo o rage-wijs) is waargenomen, maar op het oogenblik nog niet is aangetoond, dat de>zo en andere peroxyden de, het eerst gevormde, oxydatie-producten der oxyda- bele stoffen zijn. Naast de verklaring van het verschijn sel, dat de zich oxydeerende stof evenveel zuurstof actieveert als zij zelf opneemt, is er nog veel dat nadere bestudeering en inzicht eisoht. Wat bijv. een nader onderzoek van de werking van radiumstnalen en radium- inatie op oxydatie-prooessen, zal opleve ren, ligt vrijwel in het duister en dit ge bied is juist zoo aanlokkelijk, omdat het bijna onontgonnen is. In het voorgaand© aldus eindigt spr. kwamen in hoofdzaak ter sprake oxyda- „Hot kan zyn, dat gy u zyn naam niet meer herinnert," zeide de gravin, gloeiende van verontwaardiging, „de naam van dien kolonel Henri Roger is genoegzaam by het leger bekend, om „Roger, o ja, ja, Roger," zelde de graaf, „Henri Hoger, thans herinner ik my." „Welnu, Henri Roger is kolonel, mynheer; algemeen gezien en geacht, hy geniet het volste vertrouwen des Keizers, die zyn borst met het kruis van het Legioen van Eer heeft versierd, terwyi, wat zyn afkomst betreft, hy zich die niet behoeft te schamen: hy is do zoon van generaal Hoger." „Ik herinner my niet ooit van dien gene raal te hebben hooren spreken," zelde de graaf d'Arezzo, onverschillig de sohouders ophalende. „Gy herinnert u niet ooit van dien generaal te bobben hooren spreken?" herhaalde de gravin, ,en hoe dikwyls toch heb ik u niet verhaald, mynheer de graaf, dat generaal Roger door de Oostenrykers in het gebergte Cenis is gefusileerd geworden met Jozef Tibout, die hem tot gids verstrekte? En ziet gy, mynheer de graaf, de hand der Voorzienigheid niet in deze vereeniging van twee kinderen, wier vaders beiden voor dezelfde zaak het leven nobben gelaten?" „Inderdaad, mevrouwt dat huweiyk zou by zonder romantisch zyn; er zou gewis een verhaal van gemaakt kunnen worden, dat geon gevoelige ziel met droge oogen zou kunnen lezen. Het la echter jammer, dat van die echtvereeniging, waarin de hand der Voorzienigheid, volgens uw zeggen zoo dul- deiyk zichtbaar is, niets kan komen, daar ook lk een huweiyksplan voor myn stief dochter ontworpen heb, oneindig achittorender en eervoller dan een huweiyk met mynhoer Roder, Robert, of ho© hy dan ©ok. heetoa moge." Ie verschijnselen bij gewone of weinig ver hoogde temperatuur. Men meene nu niet, dat hij, hetgeen bij hoog ere «snperatuuft plaats vindt minder belangrijk acht-. Maar in verband met de behandelde kwesties was er te weinig aanleiding om bijv. verhouding gen onder vuur verschijnselen te bo-epi e* ken, al had hij <x>k de elect risen e geleid baarheid van vlararaengas3en en hun wer-: king op de stoomstraal ier spra>ko kunnen brengen. Hij hoopte echter den indruk te hebben gevestigd dat het terrein, 'hoewel reeds ?n vele richtingen ontgonnen, nog veel arbeid zal eischen, alvorens de schat ten die het bevat, in het volle licht zullen zijn gekomen. Bij Koninklijk besluit is mr. dr. J H. van Roijeu, gezantschapsraad bij Hr. Ms. gezantschap te Londen, benoemd tot Hr. Ms. minister-resident met den persoonlijken titel van buitengewoon gezant en gevol machtigd minister, te Tokio. Benoemd tot ridder in de orde van ürari- je-Nassau, R. J. Jungius, predikant bij de Ncderduitscl) Hervormde Gemeente, te Del den. Alsnog, ter zake \an zijn verrichtingen tij deus de Boni-expeditie (19051906), be noemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau, de gepensionneerde assistent-resi dent van het binnenLandsch bestuur d< r be zittingen buiten Java en Madeera, B. Er ke lens. Benoemd tot vertegenwoordiger van do regcerlng in het internationaal Comité tot bevordering van dc studie voor zielsziekten, dr. J. H Schuurmans Stekhoven, inspecteur voor het staatstoezicht op krankzinnigen en krankzinnigengestichten te Utrecnt. Met ingang van 1 October, benoemd tot concierge van het Rijksmuseum „Huis Lam bert van Meert en", te Delft, Hendrik van der Werff, gepensionneerd sergeant van de artillerie te Hoek van Holland. C. Feldmann, hoogleoraar der Technische Hoogeschool t© Delft, benoem^, tot vertegen woordiger der Ncderlandsch© Tegeering op het in September 1908 te Marseille te hou den congres voor toegepaste ol^triciteit. Bij Kon. besluit is aan M. L. J. van der Hoyden, op zijn verzoek, met ingang van 1 October 1908, eer/ol ontslag verleend uit zijn betrekking von hoofdcommies bij den pensioenraad voor burgerlijke ambtenaren en bij den militairen pensioenraad aan K. P. J. Oerder te Haarlem, op zijn verzoek, met ingang van 1 November 1908, eervol ontslag verleend als landmeter van het kadaster; H. J. Meerkamp van Ejnbden, voorzitter van 't bestuur van de werkinrichting voor hulpbehoevende blinden te Rotterdam, be- nioemd tot ridder in de orde van Oranje- Na ssau; tot gewoon hoogled in de. faculteit d©r lettoren en wijsbegeerte aan de Rijks universiteit te Groningen, tot het geven van onderwijs in de Griekscho taa.1- en letter kunde en in de Griekscbe oudheden, daar onder begrepen een overzicht van de ont wikkeling der Grieksche kunst, benoemd dr. 0. W. Vollgraff, privaat-docent in de &r- chaeologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht J. H. A. Winckers te Maastricht, met in gang van 1 October 1908, benoemd tot bu reelambtenaar van den Rijkswaterstaat 3de klasse; met ingang van 1 October 1908 A. van (Peer te Schoonoord en J. A. A. Gille3 te Torneuzcn. benoemd tot opzichter van den Rijkswaterstaat 4de klasse Door den minister van koloniën is W. L. Olthof gesteld ter beschikking van don gouverneur-generaal van Nederlandscli- Indië, om te worden benoemd tot onderwij zer der derde klasse bij het openbaar Euro- peesch lager onderwijs daar te lande. Ter benoeming tot tijdelijk Ieeraar aan de 2e H. B.-S. met 5-j. c. voor jongens te Amsterdam wordt voorgedragen do heer J. Vies, Ieeraar in de Franscb© taal en let terkunde te Steenwijk „Gy een huweiyksplan voor Thérèse? Gy, mynheer de graal?!" zeide de gravin, haar echtgenoot met verachting aanziende. „Ja, mevrouw, met den xoon van e6n der voornaamste mannen van Frankryk, welk huweiyk onze betrekking met hot Fransche hof voor altyd vestigen zal, en ik denk geen afstand te doen van myn dubbel recht alc voogd en atiefvadei l" „Hal" riep de gravin met een glimlach waarin duideiyk al de haat en verachting to lezen stonden, die zy voor den graaf d'Arezzo gevoelde, „na twaalf jaren lang Thérèso met uw haat en verachting overstelpt te hebben, herinnert gy u heden, dat gy haar stiafvader, dat gy haar voogd zyt, omdat zich h6den een gelegenheid voor u schynt te hebben opgedaan om haar aan uw eorzucht op te offeren, Maar weet gy dan niet, mynheer de graaf, dat zulk een opoffering «en misdaad zyn zou?" „Inderdaad, mevrouw, ik sta over u ver wonderd l" „0, mynheer de graaf, dat verwondert ray niet," hernam de gravin, met waardigheid opstaande; „tot hiertoe ben ik zoo al niet onderworpen, dan ten minste altyd lydzaan geweest, maar die onderwerping, die lijdzaam heid nemen een einde, wanneer het de toe komst van myn kind geldt. Door uw toedoen, door uw gedrag te haren opzichte heb ik haar als kind zien weenen, als maagd tranen zien storten; ik wil niot, dat gy haar ris echtge noot© aan de droefheid en het ongeluk zult prysgeven, en ik verklaar u plechtig, dat haar huweiyk, haar geluk, haar leven is en dat hot oindeiyk tyd wordt, dat Thérèse gelukkig ijj en schadeloos worde gesteld voor al het leed, dat gy haar hebt berokkend." (Wordt yervolg'd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 5