N°. 14898
Woensdag 16 September.
Ar 1908.
Qeze (gourant wordt dagelijks, met aitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
DRIE Bladen.
Eerste Blad.
FEUILLETON.
Voor vrouw en kind.
Ï0)
PB1JS DEZER COURANTS
Toot Lelden pet «eek 9 Cents i per 8 tneanden J I J l f 1.10.
Buiten Leiden, pet loopei en «aar agenten gevestigd zijn S 1.30.
franco per post1-66.
PRIJS DEB ADVEBTENTIEN!
Van 16 regels /1.06. Iedere regel meer f0.17j. - Grootere letters naar
Kleine advertenties van 30 woorden 40 Cents oontanti elk
Voor het inoaaeeeren wordt/10.05 berekend.
plaatsruimte,
tiental «oorden meer 10 Cents.
Gen nieuwe parlementaire
campagne.
ii.
Dfl wijze van werken in beide Kamers der
ftaten-Generaal is niet volkomen dezelfde.
£lko Kame>r volgt de wijze van arbciaen,
die zij zelve verkiest-, met in achtneming
'natuurlijk van de voor beiden geldende wet
telijke voorschriften. Iedere Kamer maakt
iaartoe een reglement van orde,
lat dio werkwijze voorschrijft en dat ook
ie bevoegdheid kan toekennen tot het opleg-
jen van bijzondere plichten. Er kunnen na-
nelijk ook vergaderingen worden gehouden
met gesloten deuren en omtrent het verhan-
lelde daarin kan den leden geheimhouding
karden opgelegd. De ambtenaren, in de Ka
mer werkzaam, zijn dan ook tot geheimhou
ding verplicht.
Elk lid, dat spreken wil, vraagt het woord
san den Voorzitter. Meestal evenwel Laat
men zich te voren aan het bureau van den
Voorzitter inschrijven en deze geeft dan
achtereenvolgens aan ieder ingeschrevene
het woord. Die het woord verkregen heeft,
staat op en, voorheen, sprak ieder lid van
ojn plaats, want een tribune of spreekge-
toolte bestond niet. Eerst in den lnatstcn
.ijd is zulk een tribune bij de Tweede
ICamcr in gebruik genomen.
Ieder lid mag, over hetzelfde onderwerp,
tweemaal het woord voerenmaar de Ka-
kan verlof geven om het meermalen te
«ei_. EcL-er moet men spreken over het
inderwerp, dat aan de orde is, en mag niet
ow?r iets anders beginnen. Men moet dus
zijn tekst blijven: voor menigeen een
moeilijke kunst!
Als men over wat anders gaat praton of,
oooals dat heet, van de orde afwijkt, wordt
aen door den Voorzitter daaraan herin
nerd of tot de orde geroepen, en wanneer
jjiaraan niet wordt voldaaD, kan de Voor-
■"fter den spreker over zijn wijze van han
delen berispen of hem zelfs het woord ont-
EKnen.
Voor het overige is een volks ver tegen-
troordiger in zijn spreken geheel vrij. Sta
ten en raden zijn niet vervolgbaar. De
Grondwet be pp alt dit zoo. Zij kunnen niet
strafrechtelijk worden vervolgd voor het
geen in do vergadering door hem is gezegd
of in schriftelijke of gedrukte stukken is
opgenomen. De volksvertegenwoordiger is
dus als zoodanig geheel ouschcndbaar. In
beginsel is dit zeker ook wel noodig; want
wat zou er anders van de vrijheid van aprc-
jken overblijven? Toch kan de zaak ook wol
een bedenkelijke zijde hebben Immerf, wan
neer een lid der Kamer zich bijv. belcedi-
gendo uitdrukkingen veroorlooft, dan kan
de voorzitter hem wel het woord ontnemen,
maar de bclecdigende woorden 7. ij dan
toeh reeds gesproken.
Het spreekt wel vanzelf, dat er samenwer
king moet wezen tusschen Regeering cn Ver
tegenwoordiging. De wetgevende arbeid zou
anders vrijwel een onbegonnen werk wezen.
De Grondwet zelve verplicht daarom de
ministers om aan de Kamer de door dezen
verlangde inlichtingen, zoowel schriftelijk
als mondeling te geven. Alleen, wanneer de
Itegeoring zulke inlichtingen strijdig acht
met- het landsbelang, kan zij weigeren.
Als do Kamer dat verlangt, kunnen de
ministers ook uitgenoodigd worden om tot
het geven van bedoelde inlichtingen, ter
vergadering tegenwoordig te zijn, wat ech
ter zelden noodig is, daar de ministers, het
wenschelijk achtende, bijna altijd uit
eigeu bewegiüg tegenwoordig zijn.
In de Tweede Kamer heeft men een vus-
ken dag aangenomen, bestemd tot het doen
van vragen, die terstond worden beant
woord- Andere vragen, niet voor dergelij
ke behandeling vatbaar, (worden schrifte
lijk beantwoord.
Dat een minister zich, tot het weigeren
van inlichtingen, op het landsbelang be
roept, gebeurt hoogst zelden en het is ook
niet noodig; want men kan, deaverkiezen-
de, vergaderen in comité-generaal, met
andere woorden, met gesloten deuren.
Het ligt geheel in den aard der zaak,
dat de volksvertegenwoordiging, geroepen
om de regeeringshandelingen te controleo
ren en de wetgeving tot stand te brengen,
nu en dan over verschillende onderwerpen
van haar gevoelen zal willen doen blijken.
Wanneer dat geschiedt, noemt men het zóó,
dat een motie van orde wordt voor
gesteld en, natuurlijk wanneer zij niet
weer door den voorsteller wordt ingetrok
ken, aangenomen of verworpen.
De bedoeling der benaming is duidelijk.
Men wijkt voor een oogenblik van de orde
van behandeling der loopende zaken af en,
als men zijn gevoelen heeft uitgesproken,
keert men weer tot die gewone werkzaam
heden terug.
Op welko wijze men de voorhanden
werkzaamheden zal behandelen, wordt
door den Voorzitter voorgesteld; maar do
Kamer kan daaromtrent, ook weer door
het aannemen eener motie, anders beslis
sen.
Moties ran orde nemen soms den vorm
aan van betuigingen van vertrouwen of
van wantrouwen in het regeer in gabel eid
doch op dit onderworp komen wij later
nog terug.
Er wordt in do Kamers vrij wat gespro-
kon, en zeker kan er ook wel te veel ge
sproken worden. Dat dit bepaald met een
kwade bedoeling geschiedt, komt echter
gelukkig bij ons niet voor. Men noemt dat
obstruooren of opstoppen. Obstruc
tie is het middel, door zekere partij gebe
zigd, om, door eindelooze redevoeringen,
door ieder lid dier partij in het bijzonder,
door herhaalde motie's van orde, enz., de
beslissing over 2eker punt te verschuiven
of in het algemeen den voortgang der
werkzaamheden te verhinderen.
Ook bij ons wordt wel eens wat lang
gesproken en het gebeurt soms wel dat
dan, bij motie van orde, voorgesteld wordt
om do debatten te sluiten en tot stemming
over te gaan.
Wat de inlichtingen betreft, door do le
den der Kamers aan de Regeering ge
vraagd, dit geschiedt in den regel door een
zoogenaamde interpellatie. Men
vraagt dan aan de Kamer verlof om op
een nader te bepalen dag de Regeering of
een der ministers over zeker onderwerp te
ondervragen. Naar aanleiding van het
Regeerings-antwoord worden meestal ook
nog beraadslagingen gevoerd en do inter
pellatie eindigt dan met een dankzegging
aan do Regeering; tenzij het debat mocht
doen blijken van een diepgaand meenings-
verschil tusschen Regeering en Kamer
meerderheid; want in dat geval wordt wel
eens een motie van wantrouwen in meer
of minder scherpen vorm voorgesteld.
Daarbij wordt dan het Regeeringsbeleid of
dat van een bepaald minister, afgekeurd.
In het tegenovergestelde geval kan een
motie van vertrouwen worden aangeno-
Leiden, 16 September.
Naar aanleiding van ons bericht van
Maandag jl. over Herhalingsoefeningen^
verzoekt de secretaris van de afdeeling
Leiden van den Volksbond tegen drank
misbruik ons, mede te willen deelen, dat
ieder, die bereid is door voorbeeld en
persoonlijke werkzaamheid het misbruik
van bedwelmende dranken te bestrijden,
lid kan worden tegen een door hemzelf
te bepalen contributie (minimum 50 oents
per jaar).
Het bestuur der afdeeling Leiden be
staat thans uit de heeren J. A. M. A.
Groudhout, voorzitter; J. H. E. Riickert,
(Wasstraat 32) secretaris; A. A. Cal jé,
penningmeester; dr. O. O. Hartevelt, mr.
P. A. Pijnacker Hordijk.
Voor de hoofdakte is te 's-Gravenhage
mej. D. E. O. Valsman, van Lei
den.
Verschillende in Den Haag wonende
leden der Eerste en Tweede Kamer zijn he
denochtend per S.-S. naar Berlijn vertrok
ken ter deelneming aan de aldaar te hou
den Interparlementaire Conferentie.
De Oostenrijksch-Hongaarecho gezant
graaf De Wydenbruck i6 van verlof in Den
Haag teruggekeerd.
Onder strikt incognito vertoefde een
der Aartshertogen van Oostenrijk dezer da
gen in de Residentie en te Scheveningen.
Bij do Ned.-Herv. Gem. to Groningen
is besloten tot oprichting van een kerkelijk
zangkoor. Düfc koor zal bij gelegenheden
zich in een der kerkgebouwen doen hooren.
Het doel is echter niet om het gemeen
schappelijk gezang der Gemeente te doen
vervangen. Tot directeur ia benoemd de
heer H. W. G. Wolthers. Het bestuur be
staat uit: mevrouw Bleekerde Bleeourt,
de heeren G. van der Laan Jr. en M. E.
Blonlk,
Het stoomschip Sumatra, van
Batavia naar Amsterdam, arriveerde 15
Sept. te Camoran; do Deucalion, ver
trok 13 Sept. van Batavia naar Amster
dam; de Menelaua, van Singapore
naar Amsterdam, passeerde 14 Sept. Suez;
de Myrmidon vertrok 10 Sept. van
Singapore naar Amsterdam; de Re i-
ohonbach, van Java naar Amsterdam,
arriveerde 15 Sept. te Suez; de Rotter
dam vertrok 15 Sept. van Nieuw-York
naar Rotterdam.
HAARLEMMERMEER. Verzoeken van
de landbouwers De Bruin en Millenaar, om
overneming dooT het Rijk van een rund van
ieder hunner, zijn niet ingewilligd, daar die
runderen niet aan clinische tuberculose ble
ken lijdende te zdjn.
Ten nodeele van den landbouwer J. K.,
aan den IJweg alhier, is uit het land een
witte geit ontvreemd. Door wion?
Tegen een te Rotterdam wonend per
soon H. B. v. G., is prooes-verbaal opge
maakt, wegens het zich zonde-r vp.rgnnn.ing
van den burgemeester vermomd op den
openbaren weg vertoonen,
KATWIJK-AAN-ZEE. Gistermiddag te
vijf uren is de tentoonstelling van schilde
rijen alhier gesloten.
Na de laatste opgave wae nog verkocht
één stuk van Van Wassenaar. Het bestuur
mag tevreden zijn met het succes, dat het
met deze tentoonstelling heeft gehad.
Het voornemen bestaat de tentoonstelling
een volgend seizoen wat vroeger in den tijd
te openen en wij mogen met reden ver
wachten, dat, door grooter bekendheid, het
succes dan nog grooter zal zijn don
thans.
LEID SCHEND AM. Door eenige ingeze
tenen was het verzoek tot do directie der
Maatschappij tot Exploitatie van Tramwe
gen gericht, om ook in den winter elk uur
een tram van Den Haag naar Leidschen-
dam te laten loopen. Het ia voorshands
voor de direotie nog niet doenlijk, aan dit
verzoek te voldoen. Toch is er eenige ver
betering in het lot van Leidschendam op
dit gebied gekomen, zooala uit de dienst
regeling zal blijken.
LISSE. De op morgen alhier vanwege
het Hollandsch Bloembol leuk weekers-Ge
nootschap te houden twee droge veiling is
veel belangrijker dan de eerste, want niet
minder dan ruim 600 nummers, bestaafl.de
in de meest in den handel voorkomende
soorten, zijn reeds opgegeven.
Als zeldzaamheid zij bericht, dat door
den heer J. Ruigrok, to Lisserbroek, twee
struiken Eigenheimers zijn opgorooid, waar
aan zich te zomen niet minder dan 243
aardappelen bevonden, en wel respectieve
lijk 130 en 114.
In een door het afdeelingsbestuur van
den Ned. R.-K. Volksbond, alhier, gehou
den vergadering met diegenen, die zich op
de laatst gehouden vergadering hebben op
gegeven als ledfen van de op te richten
Vereeniging tot gezamenlijken aankoop van
winterprovisie en brandstoffen, werd een
oommissie benoemd voor het ontwerpen van
het reglement, bestaande uit de heeren S.
de Zwart, voorzitter, J. Tulen, 2den voorz.,
P. van Bezu, secretaris, W. Broekhof, 2den
secretaris, en V. Lommers, penningmeester.
Ter gelegenheid van het parochiaal
feest naar aanleiding van 't 50-jarig pries
ter jubiló van Z. H. Paus Pius X,, op a. s.
Zondag, zal een feestvergadering worden
gehouden in het gebouw van den Ned. R.-K.
Volksbond, waarin als spreker zal optre
den, de zeereerw. heer L. J. J. Hageraats,
rector van het R.-K. Weeshuis te 'bGra-
venhage. Tevens zal op die feestvergadering
een Cantate worden uitgevoerd door de
Zangvereeniging S t.-G re-go ri us" en het
kerkelijk zangkoor.
NOORDWIJKERHOUT. Wat heeft de
,,Echo der Duinen'' een succes gehad met
haar uitvoeringen I En ten volle verdiend 1
Het was duidelijk op te merken, dat er
met geestdrift voor do kunst, ijverig was
gestudeerd, èn bij de afdeeling muziek èd
bij de afdeeling tooneel.
De muziek bracht den hoorder geheel on
der den invloed van de harmonie van tonen!
en klanken. Men gevoelde zich weldadig
aangedaan.
De komische en humoristische tooneel»
stukjes vervolgens overmeesterden het pu
bliek, dat aldoor vroolijk gestemd werd, etf
zich in lachen uitte. De heer H. van Leeu
wen heeft zioh bij het tooneelspelen heÜ
meest onderscheiden. Die kunst is hem aan
geboren.
OEGSTGEEBUitslag der stemming^
ter voorziening in de vacature van den Ge
meenteraad: Aantal ingeleverde biljetten
278, waarvan 9 van onwaarde. De heer G.
Boon kreeg 222 en de heer A. R. Broeker 47,
stemmen, zoodat eerstgenoemde benoemd is.
Het aantal kiezers bedraagt 405.
RIJPWETERING. Do Commissie der
„Wilhelmina-VereeDiging" deed rekening
in het café Rustoord".
De ontvangsten, waarin door de burgerij
is bijgedragen, bleken 99.12$, de inleg bij
het f ietsrijden was 12.
Uitgaven: versierde fiets f 2, muziek
f 50, aan prijzen f 26.14, onthaal der kin
deren f 35, programma's f 3.75, vertering
f 6, gondeltocht f 1.50.
Het nadeeilig saldo ia door de commissie
aangezuiverd.
VOORHOUT. In tegenwoordigheid van
Z. D. H. den Bisschop van Haarlem, Mgr.
Callier, is gisteren admissie-examen ge
houden voor het Klein Seminarie ,,Hage-
veld". Dertig adspiranten slaagden. Aon
het einde van den ia Augustus geëindigden
cursus zijn 22 leerlingen bevorderd naar
Groot-Seminarie te Warmond.
ZEGWAARD. Door het Rijk is een vaD
tuberculose verdaohte koe overgenomen va^
den landbouwer A. Zegwaard, alhier, voof
160 guldien.
Nederland en Venezuela.
De Minister van Buiteniandsche Zaken
heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen
een verzameling beseheiden, betreffende do
tusschen Nederlac.en Venezuela gerezen
moeilijkheden. Verzocht wordt den inhoud
voorloopig als geheim en als voor persoon
lijke kennisneming der leden van de Kamer
bestemd, te willen beschouwen.
Reuter seint uit Nieuw-York d.d. 15 de
zer
Een telegram uit Willemstad meldt, dat»
naar luid van een particulier schrijven uit
Venezuela, de Venezolaansche regeering
heeft ingetrokken den maatregel, waarbij op
schepen waarmede reizigers van Venezuela
naar Curasao vertrekken beslag gelegd
wordt.
Togen do Benrsbelasting.
Op de Effectenbeurs te Amsterdam werd
gistermiddag druk geteekend op een adres
aan B. en Ws., waarin geëischt worden
verschillende verbeteringen ter zake van
ventilatie enz.
Worden deze niet aangebracht, dan zul
len de effectenhandelaren wanneer de tijd
van huur der effectenbeurs expireert, het
beursgebouw verhaten en een eigen gebuuw
stichten.
Hy legde zijn hand op den schouder van
den kk-mponmaker en zoido:
„Mijn vriend I"
Onthutst sprong Andró op en Luidgi hor
rennende, zeide hy
„Uw vriend ben ik niet, mijnheer de graaf;
naar dat zy zoo, wat wilt gy?"
„GU zyt de klokkenluider André!"
„Dat was ik; ik was do klokkenluider
André, da klompenmaker, André; de beelden-
maker Andró; dat alles was ik, toen Jozef Tibout
oog loefde, on ik was het met hart en ziel.
Thans, nu h\j dood is, en zij hoengaat, bon
ik niets meer dan een dronksard, die naar
don drank haakt, omdat bot leven voor hem
tooh niets aantrekkelijks meor bezit. Eon an
der is In mijn plaats klokkenluider geworden,
daar >k voor die betrekking hob bedankt; ik
lieb geon lust moer in mijn ambacht; ik leef
om my te bedwelmen en zoo het gelukkig
verleden to vergeten Jozef Tibout dood, en
Genevióvo weg!"
„Meester Andréi Matig uw droefheid," zeide
Luidgi, „het is juist mevrouw de markiezin,
die mij herwaarts zondt; alvorens af to roizeD,
wilde 7.ij nog voor de laalsto maal een mis
voor do 1 usl z\jner ziel laton lozen in do ka-
P®l, w.iar z{] eenmaal met Jozef Tibout door
den edit verbonden werd; zy hoeft mjj dit
geld voor u ter hand gesteld, om vooi hot
Hoht op het altaar te zorgen, dat zult g(j
doen, nietwaar?"
„Ja, zeer zekor," zoide André.
„En dan zal zy u, alvorens te vertrokken,
nog eenmaal komen zien om u vaarwel te
zeggen," vervolgde Luidgi, „u, den vriend van
haar echtgenoot en ook den hare. Qy wilt
dus do laatste taak vervullen, die Genoviève
Tibout u opdraagt, meester Andró 1"
„Ja, ja. ik ga," zeide Andró, „en nooit zal
or zooveel waslicht op het altaar hebben
gebrand als heden."
Luidgi verwydorde zich; met de meeste
onverschilligheid kleedde zich Andró en ver
liet toen ook zyn woning, waarin hy echter
spoedig weder binnentrad.
„Alles in ordo," zeide hy, „weldra zal de
dienst oen aanvang nemen. Arme Genevièvel
Hoor, daar begint de klok reeds te luiden,
en ik bon het niet, die haar In beweging
breng Vroeger, 0 dan deed ik het met hart
en ziel, bom bami En dat hoorden zy; Jozef
en Genoviève, zeide ik dan by myzelven, en
dan dachten zy, dat is de kleino André, die
do klok luidt, en als ik dan gedaan had, dan
één, twee, drie naar de woning van Jozef
Tibout. Achl hoe gelukkig bracht lk daar de
avonden dan door en hoe herkende my de
kleino Thórèse, myn peetdochter, roede aan
myn stem, en hoe strekte hot arme, zwakko
ziekeiyke kind dan lachende de armpjes naar
my uit, wanneer zy my gewaar werd. En
wat zal zy my te zeggen hebben, zoo aan
stonds, wanneer zy hier zal komen?"
Er word zacht kens op de deur geklopt,
zonder dat André dit hoorde, die inmiddels
vervolgde
„lk wenschte, dat zy niet kwam, want
haar te zion met de gedachte haar nooit
weer to zullen ontmoeten, haar noch do
kleine. Hy, de Italiaan, die mynheer de
graaf, had goed spreken, toen hy zoide, dat
de tyd my haar en Jozef Tibout zou doen
vergeten."
Er werd weder op de deur geklopt, luider
dan de eerste maal.
„Zou zy er nu reeds zyn?" zeide Andró
by zichzelven, „nu reeds?"
„André, komaan, kleino Andró," hoorde
hy buiten de deur roepen; doe dan toch open."
„Wat ts dat?" riep André, „dio stem, die
stom,"
„Andréi hoort gy my dan niet?" klonk
hot nogmaals; „Andréi houdt gy uw deur
voor mU gesloten?"
Andró werd bleek als oen doode en staarde
terwyi de angst hem de haren ten berge
deed ryzen, naar den Ingang dor woning.
Een forache vuistslag sloeg do deur open.
„Groote Hemel l riep André, den binnen
tredende roerloos en als aan den grond go-
nageld aanstarende. Jozef, Jozef Tibout I gy,
8Ü -
„Ja, ik, ik, kleine Andró; ik," zeide Jozef
Tibout, want werkeiyk deze was het, die by
den klompenmaker binnentrad, „ik, ik uw
vriend." En hy breidde de armen uit, om
Andró er in te ontvangen.
Andró aarzelde om zich aan den boezem
van zyn vriend te werpen. „Jozef I" riep hy.
„Andréi Maar wat deort u?"
„Gy zyt het dan waariyk, Jozef, by leven
den lyve.? Want ziet ge, iemand, die geboren
is om na zyn dood te spoken, kan geen rust
in het graf vinden."
„Ach, kleine Andról Gy zyt nog niets ver
anderd," riep Jozef; „kom, overtuig u, dat
Ik waariyk uw vriend Jozef Tibout ben. Zoo
drukt geen geest zyn vriend de hand." En
hy drukte op de hom eigen ruwe wyze
de hand van den klompenmaker en klokken
luider.
„Ja, gy zyt het, gy zyt het, Jozefl" riep
Andró, den handdruk van zyn vriend beant
woordende, „maar waar komt gy vandaan?"
„Uit het hospitaal," gaf Jozef ten ant
woord'. ik zal u dat alles later vertellen; maar
zeg my vooraf, hoe gaat het myn Geneviève
en de kleine Thórèse
„O, goed, zeer goed," antwoordde André
min of meer ontroerd; „beidon zyn frisch en
gezond."
„O, de Hemel zy gedankt," zeido Jozef,
zonder zyn vriend den tyd te gunnen voort
te gaan, „beiden gezond 1 De goede God heeft
dan de bede van een ongelukkige verhoord.
Ziet gy, André 1 Ik ben eerst tot u gekomen,
opdat gy Genoviève op myn terugkomst zoudt
kunnen voorbereiden; want als zy my zoo
opeens voor zich zag staaD, zou wollicht do
vreugde haar dooden. Gy' zult dus tot haar
gaan en haar van lieverlede voorzichtig zog-
een: Jozef Tibout is niet dood, hy ia torug;
Jy weet wel hoe gy dit doen moet, want gy
waart altyd een goed prater. Kom, ga nu,
Andró 1 Ga; ik brand van ongeduld Genoviève
en Thórèse in myn armen te drukkenga,
ga;" en ruw als hy somtyds was, duwde hU
dtn kleinen klompenmaker naar de voordeur.
Andró aarzelde en scheen weinig lust te
gevoelen de hom opgedragen taak te vervul
len; hy bedacht zich eenige oogenblikken en
zeido toen: „Luister naar rede, Jozefl Alvorens
naar Qenevióve te gaan, diende ik haar toch
iets to kunnen antwoorden, wanneer zy my
het een of ander vraagt; ieder gelooft u doad,
ook zy beweent u als een doode; zy zou my
niet golooven, wanneer ik haar zei, dat gy
nog leeft zonder haar te kunnen zeggen aan
welk wonderwerk gy het behoud van uw
leven te danken hebt."
„Gy hebt gelyk," zeido Jozef, „volkomen
gelyk en daarom zal ik u kortaf myn weder
varen verhalen."
In weinige woorden verhaalde Jozef het
geen den lezer reeds bekend is en welk ver
haal wy, om in geen herhaling te vervallen,
hier achterwege zullen laten.
„Wy wachten ons wel," vervolgde Jozef,
„den grooten weg te nemen, daar generaal
Roger steed? vreesde doof Oosïonrykeis ont
moet on dorr dozen herkend te zullen worden.
Wy kozen dus de minst bezochte paden en
de generaal, .die niet gewoon scheen te zyn
die wegen te begaan, welke wy nemen moes
ten, kou weldra «iet voortkomen in de lange
klecderen, welko droeg. Generaal, zeide ik
tot hem, verwisv.i uw mantel tegen mUn
wambuis, dat zai u het gaan gomakkeiyk
maken. En zóó gezegd, zóó gedaanspoedig
waren wy gereed en vervolgden onzen weg.
Zie, kleino Andró, toen ik zoo dien mantel
om had, verbeeldde ik my heel wat te zyu;
dat was gek, nietwaar, Andró?"
„Heel gek," antwoordde de kleine klom
penmaker, „heel gek; maar als iemand ge
boren is om inbeelding te krygen, dan kan
by daar niet tegen; ga intusschen voort."
„Welnu," vervolgde Jozef, „by liet aan
breken van den dageraad zagen wy in de verte
eenige ruiters, die recht op ons aanreden
„Dat zyn de Oostenrykers", zeide de generaal,
„trachten wy hen te vermyden. Ik leidde den
generaal een hollen wog in. Wy zyn vorlo-
ren l riep hy, God moge onzo ziel gönadig zyn l"
„En had hy gelyk, die generaal Rogor?"
vroeg André.
„Helaas ja, hy had maar al te zeer de waar
heid gesproken; zy haddon ons ontdekt, die
Oostenrykers. Binnen weinige oogenblikken
waren wy omslugeld."
(Wordt vervolgd).