N°. 14898 Woensdag 16 September. Ar 1908. Qeze (gourant wordt dagelijks, met aitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. FEUILLETON. Voor vrouw en kind. Ï0) PB1JS DEZER COURANTS Toot Lelden pet «eek 9 Cents i per 8 tneanden J I J l f 1.10. Buiten Leiden, pet loopei en «aar agenten gevestigd zijn S 1.30. franco per post1-66. PRIJS DEB ADVEBTENTIEN! Van 16 regels /1.06. Iedere regel meer f0.17j. - Grootere letters naar Kleine advertenties van 30 woorden 40 Cents oontanti elk Voor het inoaaeeeren wordt/10.05 berekend. plaatsruimte, tiental «oorden meer 10 Cents. Gen nieuwe parlementaire campagne. ii. Dfl wijze van werken in beide Kamers der ftaten-Generaal is niet volkomen dezelfde. £lko Kame>r volgt de wijze van arbciaen, die zij zelve verkiest-, met in achtneming 'natuurlijk van de voor beiden geldende wet telijke voorschriften. Iedere Kamer maakt iaartoe een reglement van orde, lat dio werkwijze voorschrijft en dat ook ie bevoegdheid kan toekennen tot het opleg- jen van bijzondere plichten. Er kunnen na- nelijk ook vergaderingen worden gehouden met gesloten deuren en omtrent het verhan- lelde daarin kan den leden geheimhouding karden opgelegd. De ambtenaren, in de Ka mer werkzaam, zijn dan ook tot geheimhou ding verplicht. Elk lid, dat spreken wil, vraagt het woord san den Voorzitter. Meestal evenwel Laat men zich te voren aan het bureau van den Voorzitter inschrijven en deze geeft dan achtereenvolgens aan ieder ingeschrevene het woord. Die het woord verkregen heeft, staat op en, voorheen, sprak ieder lid van ojn plaats, want een tribune of spreekge- toolte bestond niet. Eerst in den lnatstcn .ijd is zulk een tribune bij de Tweede ICamcr in gebruik genomen. Ieder lid mag, over hetzelfde onderwerp, tweemaal het woord voerenmaar de Ka- kan verlof geven om het meermalen te «ei_. EcL-er moet men spreken over het inderwerp, dat aan de orde is, en mag niet ow?r iets anders beginnen. Men moet dus zijn tekst blijven: voor menigeen een moeilijke kunst! Als men over wat anders gaat praton of, oooals dat heet, van de orde afwijkt, wordt aen door den Voorzitter daaraan herin nerd of tot de orde geroepen, en wanneer jjiaraan niet wordt voldaaD, kan de Voor- ■"fter den spreker over zijn wijze van han delen berispen of hem zelfs het woord ont- EKnen. Voor het overige is een volks ver tegen- troordiger in zijn spreken geheel vrij. Sta ten en raden zijn niet vervolgbaar. De Grondwet be pp alt dit zoo. Zij kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd voor het geen in do vergadering door hem is gezegd of in schriftelijke of gedrukte stukken is opgenomen. De volksvertegenwoordiger is dus als zoodanig geheel ouschcndbaar. In beginsel is dit zeker ook wel noodig; want wat zou er anders van de vrijheid van aprc- jken overblijven? Toch kan de zaak ook wol een bedenkelijke zijde hebben Immerf, wan neer een lid der Kamer zich bijv. belcedi- gendo uitdrukkingen veroorlooft, dan kan de voorzitter hem wel het woord ontnemen, maar de bclecdigende woorden 7. ij dan toeh reeds gesproken. Het spreekt wel vanzelf, dat er samenwer king moet wezen tusschen Regeering cn Ver tegenwoordiging. De wetgevende arbeid zou anders vrijwel een onbegonnen werk wezen. De Grondwet zelve verplicht daarom de ministers om aan de Kamer de door dezen verlangde inlichtingen, zoowel schriftelijk als mondeling te geven. Alleen, wanneer de Itegeoring zulke inlichtingen strijdig acht met- het landsbelang, kan zij weigeren. Als do Kamer dat verlangt, kunnen de ministers ook uitgenoodigd worden om tot het geven van bedoelde inlichtingen, ter vergadering tegenwoordig te zijn, wat ech ter zelden noodig is, daar de ministers, het wenschelijk achtende, bijna altijd uit eigeu bewegiüg tegenwoordig zijn. In de Tweede Kamer heeft men een vus- ken dag aangenomen, bestemd tot het doen van vragen, die terstond worden beant woord- Andere vragen, niet voor dergelij ke behandeling vatbaar, (worden schrifte lijk beantwoord. Dat een minister zich, tot het weigeren van inlichtingen, op het landsbelang be roept, gebeurt hoogst zelden en het is ook niet noodig; want men kan, deaverkiezen- de, vergaderen in comité-generaal, met andere woorden, met gesloten deuren. Het ligt geheel in den aard der zaak, dat de volksvertegenwoordiging, geroepen om de regeeringshandelingen te controleo ren en de wetgeving tot stand te brengen, nu en dan over verschillende onderwerpen van haar gevoelen zal willen doen blijken. Wanneer dat geschiedt, noemt men het zóó, dat een motie van orde wordt voor gesteld en, natuurlijk wanneer zij niet weer door den voorsteller wordt ingetrok ken, aangenomen of verworpen. De bedoeling der benaming is duidelijk. Men wijkt voor een oogenblik van de orde van behandeling der loopende zaken af en, als men zijn gevoelen heeft uitgesproken, keert men weer tot die gewone werkzaam heden terug. Op welko wijze men de voorhanden werkzaamheden zal behandelen, wordt door den Voorzitter voorgesteld; maar do Kamer kan daaromtrent, ook weer door het aannemen eener motie, anders beslis sen. Moties ran orde nemen soms den vorm aan van betuigingen van vertrouwen of van wantrouwen in het regeer in gabel eid doch op dit onderworp komen wij later nog terug. Er wordt in do Kamers vrij wat gespro- kon, en zeker kan er ook wel te veel ge sproken worden. Dat dit bepaald met een kwade bedoeling geschiedt, komt echter gelukkig bij ons niet voor. Men noemt dat obstruooren of opstoppen. Obstruc tie is het middel, door zekere partij gebe zigd, om, door eindelooze redevoeringen, door ieder lid dier partij in het bijzonder, door herhaalde motie's van orde, enz., de beslissing over 2eker punt te verschuiven of in het algemeen den voortgang der werkzaamheden te verhinderen. Ook bij ons wordt wel eens wat lang gesproken en het gebeurt soms wel dat dan, bij motie van orde, voorgesteld wordt om do debatten te sluiten en tot stemming over te gaan. Wat de inlichtingen betreft, door do le den der Kamers aan de Regeering ge vraagd, dit geschiedt in den regel door een zoogenaamde interpellatie. Men vraagt dan aan de Kamer verlof om op een nader te bepalen dag de Regeering of een der ministers over zeker onderwerp te ondervragen. Naar aanleiding van het Regeerings-antwoord worden meestal ook nog beraadslagingen gevoerd en do inter pellatie eindigt dan met een dankzegging aan do Regeering; tenzij het debat mocht doen blijken van een diepgaand meenings- verschil tusschen Regeering en Kamer meerderheid; want in dat geval wordt wel eens een motie van wantrouwen in meer of minder scherpen vorm voorgesteld. Daarbij wordt dan het Regeeringsbeleid of dat van een bepaald minister, afgekeurd. In het tegenovergestelde geval kan een motie van vertrouwen worden aangeno- Leiden, 16 September. Naar aanleiding van ons bericht van Maandag jl. over Herhalingsoefeningen^ verzoekt de secretaris van de afdeeling Leiden van den Volksbond tegen drank misbruik ons, mede te willen deelen, dat ieder, die bereid is door voorbeeld en persoonlijke werkzaamheid het misbruik van bedwelmende dranken te bestrijden, lid kan worden tegen een door hemzelf te bepalen contributie (minimum 50 oents per jaar). Het bestuur der afdeeling Leiden be staat thans uit de heeren J. A. M. A. Groudhout, voorzitter; J. H. E. Riickert, (Wasstraat 32) secretaris; A. A. Cal jé, penningmeester; dr. O. O. Hartevelt, mr. P. A. Pijnacker Hordijk. Voor de hoofdakte is te 's-Gravenhage mej. D. E. O. Valsman, van Lei den. Verschillende in Den Haag wonende leden der Eerste en Tweede Kamer zijn he denochtend per S.-S. naar Berlijn vertrok ken ter deelneming aan de aldaar te hou den Interparlementaire Conferentie. De Oostenrijksch-Hongaarecho gezant graaf De Wydenbruck i6 van verlof in Den Haag teruggekeerd. Onder strikt incognito vertoefde een der Aartshertogen van Oostenrijk dezer da gen in de Residentie en te Scheveningen. Bij do Ned.-Herv. Gem. to Groningen is besloten tot oprichting van een kerkelijk zangkoor. Düfc koor zal bij gelegenheden zich in een der kerkgebouwen doen hooren. Het doel is echter niet om het gemeen schappelijk gezang der Gemeente te doen vervangen. Tot directeur ia benoemd de heer H. W. G. Wolthers. Het bestuur be staat uit: mevrouw Bleekerde Bleeourt, de heeren G. van der Laan Jr. en M. E. Blonlk, Het stoomschip Sumatra, van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 15 Sept. te Camoran; do Deucalion, ver trok 13 Sept. van Batavia naar Amster dam; de Menelaua, van Singapore naar Amsterdam, passeerde 14 Sept. Suez; de Myrmidon vertrok 10 Sept. van Singapore naar Amsterdam; de Re i- ohonbach, van Java naar Amsterdam, arriveerde 15 Sept. te Suez; de Rotter dam vertrok 15 Sept. van Nieuw-York naar Rotterdam. HAARLEMMERMEER. Verzoeken van de landbouwers De Bruin en Millenaar, om overneming dooT het Rijk van een rund van ieder hunner, zijn niet ingewilligd, daar die runderen niet aan clinische tuberculose ble ken lijdende te zdjn. Ten nodeele van den landbouwer J. K., aan den IJweg alhier, is uit het land een witte geit ontvreemd. Door wion? Tegen een te Rotterdam wonend per soon H. B. v. G., is prooes-verbaal opge maakt, wegens het zich zonde-r vp.rgnnn.ing van den burgemeester vermomd op den openbaren weg vertoonen, KATWIJK-AAN-ZEE. Gistermiddag te vijf uren is de tentoonstelling van schilde rijen alhier gesloten. Na de laatste opgave wae nog verkocht één stuk van Van Wassenaar. Het bestuur mag tevreden zijn met het succes, dat het met deze tentoonstelling heeft gehad. Het voornemen bestaat de tentoonstelling een volgend seizoen wat vroeger in den tijd te openen en wij mogen met reden ver wachten, dat, door grooter bekendheid, het succes dan nog grooter zal zijn don thans. LEID SCHEND AM. Door eenige ingeze tenen was het verzoek tot do directie der Maatschappij tot Exploitatie van Tramwe gen gericht, om ook in den winter elk uur een tram van Den Haag naar Leidschen- dam te laten loopen. Het ia voorshands voor de direotie nog niet doenlijk, aan dit verzoek te voldoen. Toch is er eenige ver betering in het lot van Leidschendam op dit gebied gekomen, zooala uit de dienst regeling zal blijken. LISSE. De op morgen alhier vanwege het Hollandsch Bloembol leuk weekers-Ge nootschap te houden twee droge veiling is veel belangrijker dan de eerste, want niet minder dan ruim 600 nummers, bestaafl.de in de meest in den handel voorkomende soorten, zijn reeds opgegeven. Als zeldzaamheid zij bericht, dat door den heer J. Ruigrok, to Lisserbroek, twee struiken Eigenheimers zijn opgorooid, waar aan zich te zomen niet minder dan 243 aardappelen bevonden, en wel respectieve lijk 130 en 114. In een door het afdeelingsbestuur van den Ned. R.-K. Volksbond, alhier, gehou den vergadering met diegenen, die zich op de laatst gehouden vergadering hebben op gegeven als ledfen van de op te richten Vereeniging tot gezamenlijken aankoop van winterprovisie en brandstoffen, werd een oommissie benoemd voor het ontwerpen van het reglement, bestaande uit de heeren S. de Zwart, voorzitter, J. Tulen, 2den voorz., P. van Bezu, secretaris, W. Broekhof, 2den secretaris, en V. Lommers, penningmeester. Ter gelegenheid van het parochiaal feest naar aanleiding van 't 50-jarig pries ter jubiló van Z. H. Paus Pius X,, op a. s. Zondag, zal een feestvergadering worden gehouden in het gebouw van den Ned. R.-K. Volksbond, waarin als spreker zal optre den, de zeereerw. heer L. J. J. Hageraats, rector van het R.-K. Weeshuis te 'bGra- venhage. Tevens zal op die feestvergadering een Cantate worden uitgevoerd door de Zangvereeniging S t.-G re-go ri us" en het kerkelijk zangkoor. NOORDWIJKERHOUT. Wat heeft de ,,Echo der Duinen'' een succes gehad met haar uitvoeringen I En ten volle verdiend 1 Het was duidelijk op te merken, dat er met geestdrift voor do kunst, ijverig was gestudeerd, èn bij de afdeeling muziek èd bij de afdeeling tooneel. De muziek bracht den hoorder geheel on der den invloed van de harmonie van tonen! en klanken. Men gevoelde zich weldadig aangedaan. De komische en humoristische tooneel» stukjes vervolgens overmeesterden het pu bliek, dat aldoor vroolijk gestemd werd, etf zich in lachen uitte. De heer H. van Leeu wen heeft zioh bij het tooneelspelen heÜ meest onderscheiden. Die kunst is hem aan geboren. OEGSTGEEBUitslag der stemming^ ter voorziening in de vacature van den Ge meenteraad: Aantal ingeleverde biljetten 278, waarvan 9 van onwaarde. De heer G. Boon kreeg 222 en de heer A. R. Broeker 47, stemmen, zoodat eerstgenoemde benoemd is. Het aantal kiezers bedraagt 405. RIJPWETERING. Do Commissie der „Wilhelmina-VereeDiging" deed rekening in het café Rustoord". De ontvangsten, waarin door de burgerij is bijgedragen, bleken 99.12$, de inleg bij het f ietsrijden was 12. Uitgaven: versierde fiets f 2, muziek f 50, aan prijzen f 26.14, onthaal der kin deren f 35, programma's f 3.75, vertering f 6, gondeltocht f 1.50. Het nadeeilig saldo ia door de commissie aangezuiverd. VOORHOUT. In tegenwoordigheid van Z. D. H. den Bisschop van Haarlem, Mgr. Callier, is gisteren admissie-examen ge houden voor het Klein Seminarie ,,Hage- veld". Dertig adspiranten slaagden. Aon het einde van den ia Augustus geëindigden cursus zijn 22 leerlingen bevorderd naar Groot-Seminarie te Warmond. ZEGWAARD. Door het Rijk is een vaD tuberculose verdaohte koe overgenomen va^ den landbouwer A. Zegwaard, alhier, voof 160 guldien. Nederland en Venezuela. De Minister van Buiteniandsche Zaken heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen een verzameling beseheiden, betreffende do tusschen Nederlac.en Venezuela gerezen moeilijkheden. Verzocht wordt den inhoud voorloopig als geheim en als voor persoon lijke kennisneming der leden van de Kamer bestemd, te willen beschouwen. Reuter seint uit Nieuw-York d.d. 15 de zer Een telegram uit Willemstad meldt, dat» naar luid van een particulier schrijven uit Venezuela, de Venezolaansche regeering heeft ingetrokken den maatregel, waarbij op schepen waarmede reizigers van Venezuela naar Curasao vertrekken beslag gelegd wordt. Togen do Benrsbelasting. Op de Effectenbeurs te Amsterdam werd gistermiddag druk geteekend op een adres aan B. en Ws., waarin geëischt worden verschillende verbeteringen ter zake van ventilatie enz. Worden deze niet aangebracht, dan zul len de effectenhandelaren wanneer de tijd van huur der effectenbeurs expireert, het beursgebouw verhaten en een eigen gebuuw stichten. Hy legde zijn hand op den schouder van den kk-mponmaker en zoido: „Mijn vriend I" Onthutst sprong Andró op en Luidgi hor rennende, zeide hy „Uw vriend ben ik niet, mijnheer de graaf; naar dat zy zoo, wat wilt gy?" „GU zyt de klokkenluider André!" „Dat was ik; ik was do klokkenluider André, da klompenmaker, André; de beelden- maker Andró; dat alles was ik, toen Jozef Tibout oog loefde, on ik was het met hart en ziel. Thans, nu h\j dood is, en zij hoengaat, bon ik niets meer dan een dronksard, die naar don drank haakt, omdat bot leven voor hem tooh niets aantrekkelijks meor bezit. Eon an der is In mijn plaats klokkenluider geworden, daar >k voor die betrekking hob bedankt; ik lieb geon lust moer in mijn ambacht; ik leef om my te bedwelmen en zoo het gelukkig verleden to vergeten Jozef Tibout dood, en Genevióvo weg!" „Meester Andréi Matig uw droefheid," zeide Luidgi, „het is juist mevrouw de markiezin, die mij herwaarts zondt; alvorens af to roizeD, wilde 7.ij nog voor de laalsto maal een mis voor do 1 usl z\jner ziel laton lozen in do ka- P®l, w.iar z{] eenmaal met Jozef Tibout door den edit verbonden werd; zy hoeft mjj dit geld voor u ter hand gesteld, om vooi hot Hoht op het altaar te zorgen, dat zult g(j doen, nietwaar?" „Ja, zeer zekor," zoide André. „En dan zal zy u, alvorens te vertrokken, nog eenmaal komen zien om u vaarwel te zeggen," vervolgde Luidgi, „u, den vriend van haar echtgenoot en ook den hare. Qy wilt dus do laatste taak vervullen, die Genoviève Tibout u opdraagt, meester Andró 1" „Ja, ja. ik ga," zeide Andró, „en nooit zal or zooveel waslicht op het altaar hebben gebrand als heden." Luidgi verwydorde zich; met de meeste onverschilligheid kleedde zich Andró en ver liet toen ook zyn woning, waarin hy echter spoedig weder binnentrad. „Alles in ordo," zeide hy, „weldra zal de dienst oen aanvang nemen. Arme Genevièvel Hoor, daar begint de klok reeds te luiden, en ik bon het niet, die haar In beweging breng Vroeger, 0 dan deed ik het met hart en ziel, bom bami En dat hoorden zy; Jozef en Genoviève, zeide ik dan by myzelven, en dan dachten zy, dat is de kleino André, die do klok luidt, en als ik dan gedaan had, dan één, twee, drie naar de woning van Jozef Tibout. Achl hoe gelukkig bracht lk daar de avonden dan door en hoe herkende my de kleino Thórèse, myn peetdochter, roede aan myn stem, en hoe strekte hot arme, zwakko ziekeiyke kind dan lachende de armpjes naar my uit, wanneer zy my gewaar werd. En wat zal zy my te zeggen hebben, zoo aan stonds, wanneer zy hier zal komen?" Er word zacht kens op de deur geklopt, zonder dat André dit hoorde, die inmiddels vervolgde „lk wenschte, dat zy niet kwam, want haar te zion met de gedachte haar nooit weer to zullen ontmoeten, haar noch do kleine. Hy, de Italiaan, die mynheer de graaf, had goed spreken, toen hy zoide, dat de tyd my haar en Jozef Tibout zou doen vergeten." Er werd weder op de deur geklopt, luider dan de eerste maal. „Zou zy er nu reeds zyn?" zeide Andró by zichzelven, „nu reeds?" „André, komaan, kleino Andró," hoorde hy buiten de deur roepen; doe dan toch open." „Wat ts dat?" riep André, „dio stem, die stom," „Andréi hoort gy my dan niet?" klonk hot nogmaals; „Andréi houdt gy uw deur voor mU gesloten?" Andró werd bleek als oen doode en staarde terwyi de angst hem de haren ten berge deed ryzen, naar den Ingang dor woning. Een forache vuistslag sloeg do deur open. „Groote Hemel l riep André, den binnen tredende roerloos en als aan den grond go- nageld aanstarende. Jozef, Jozef Tibout I gy, 8Ü - „Ja, ik, ik, kleine Andró; ik," zeide Jozef Tibout, want werkeiyk deze was het, die by den klompenmaker binnentrad, „ik, ik uw vriend." En hy breidde de armen uit, om Andró er in te ontvangen. Andró aarzelde om zich aan den boezem van zyn vriend te werpen. „Jozef I" riep hy. „Andréi Maar wat deort u?" „Gy zyt het dan waariyk, Jozef, by leven den lyve.? Want ziet ge, iemand, die geboren is om na zyn dood te spoken, kan geen rust in het graf vinden." „Ach, kleine Andról Gy zyt nog niets ver anderd," riep Jozef; „kom, overtuig u, dat Ik waariyk uw vriend Jozef Tibout ben. Zoo drukt geen geest zyn vriend de hand." En hy drukte op de hom eigen ruwe wyze de hand van den klompenmaker en klokken luider. „Ja, gy zyt het, gy zyt het, Jozefl" riep Andró, den handdruk van zyn vriend beant woordende, „maar waar komt gy vandaan?" „Uit het hospitaal," gaf Jozef ten ant woord'. ik zal u dat alles later vertellen; maar zeg my vooraf, hoe gaat het myn Geneviève en de kleine Thórèse „O, goed, zeer goed," antwoordde André min of meer ontroerd; „beidon zyn frisch en gezond." „O, de Hemel zy gedankt," zeido Jozef, zonder zyn vriend den tyd te gunnen voort te gaan, „beiden gezond 1 De goede God heeft dan de bede van een ongelukkige verhoord. Ziet gy, André 1 Ik ben eerst tot u gekomen, opdat gy Genoviève op myn terugkomst zoudt kunnen voorbereiden; want als zy my zoo opeens voor zich zag staaD, zou wollicht do vreugde haar dooden. Gy' zult dus tot haar gaan en haar van lieverlede voorzichtig zog- een: Jozef Tibout is niet dood, hy ia torug; Jy weet wel hoe gy dit doen moet, want gy waart altyd een goed prater. Kom, ga nu, Andró 1 Ga; ik brand van ongeduld Genoviève en Thórèse in myn armen te drukkenga, ga;" en ruw als hy somtyds was, duwde hU dtn kleinen klompenmaker naar de voordeur. Andró aarzelde en scheen weinig lust te gevoelen de hom opgedragen taak te vervul len; hy bedacht zich eenige oogenblikken en zeido toen: „Luister naar rede, Jozefl Alvorens naar Qenevióve te gaan, diende ik haar toch iets to kunnen antwoorden, wanneer zy my het een of ander vraagt; ieder gelooft u doad, ook zy beweent u als een doode; zy zou my niet golooven, wanneer ik haar zei, dat gy nog leeft zonder haar te kunnen zeggen aan welk wonderwerk gy het behoud van uw leven te danken hebt." „Gy hebt gelyk," zeido Jozef, „volkomen gelyk en daarom zal ik u kortaf myn weder varen verhalen." In weinige woorden verhaalde Jozef het geen den lezer reeds bekend is en welk ver haal wy, om in geen herhaling te vervallen, hier achterwege zullen laten. „Wy wachten ons wel," vervolgde Jozef, „den grooten weg te nemen, daar generaal Roger steed? vreesde doof Oosïonrykeis ont moet on dorr dozen herkend te zullen worden. Wy kozen dus de minst bezochte paden en de generaal, .die niet gewoon scheen te zyn die wegen te begaan, welke wy nemen moes ten, kou weldra «iet voortkomen in de lange klecderen, welko droeg. Generaal, zeide ik tot hem, verwisv.i uw mantel tegen mUn wambuis, dat zai u het gaan gomakkeiyk maken. En zóó gezegd, zóó gedaanspoedig waren wy gereed en vervolgden onzen weg. Zie, kleino Andró, toen ik zoo dien mantel om had, verbeeldde ik my heel wat te zyu; dat was gek, nietwaar, Andró?" „Heel gek," antwoordde de kleine klom penmaker, „heel gek; maar als iemand ge boren is om inbeelding te krygen, dan kan by daar niet tegen; ga intusschen voort." „Welnu," vervolgde Jozef, „by liet aan breken van den dageraad zagen wy in de verte eenige ruiters, die recht op ons aanreden „Dat zyn de Oostenrykers", zeide de generaal, „trachten wy hen te vermyden. Ik leidde den generaal een hollen wog in. Wy zyn vorlo- ren l riep hy, God moge onzo ziel gönadig zyn l" „En had hy gelyk, die generaal Rogor?" vroeg André. „Helaas ja, hy had maar al te zeer de waar heid gesproken; zy haddon ons ontdekt, die Oostenrykers. Binnen weinige oogenblikken waren wy omslugeld." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 1