gfo. 14884. LEIDSCH DA6BLAB, 31 Augustus. Tweede Blad. Anno 1808. itenlandseh Overzicht Ingezonden. FEUILLETON. lp vrouw en kind. Nieuwe Gazet", van Antwerpen, dagen hebben verschillende dag- zich niet de vraag bezig gehouden, uu Congo by België ingelijfd geen verandering aan de B e l g i- v 1 a g zal komen. Sommigen gin- !elf3 een pennestrijd aan op het ge- van den Matin", dat België wel een dienstig voor schepen had, maar een officieele vlag of beter een offio- aandel gehad heeft. Zulks word door Etoile" met proeven op de som weer- \Vat echter uit dit alles blijkt, is, dat ja België reeds zoo gewoon, zoo ge- is aan de vlag met de gulden ster op j veld, dat de meesten wenschen haar aorgo d te zien verdwijnen. Wo zijn lerd, dat het grootste deel der Bel- ionig wenscht haar een plaatsje te i in den bovensten hoek van de Bel- drickleur, en dat do artikels der Jen door die heimelijke gedachte in- L werden. keizerlijk Duitsche paar, de urins en zijn gemalin en prins en Eitel Frederik hebben, uit Metz do, hun binnenkomst in S t r a a t s- I gehouden. straten, waarlangs zij de stad binnen varen met bloemfestoenen en kleu- simpols versierd, en al het volk bet station hadden de koning van en de groothertig van Baden het ijke paar verwelkomd, en buitengewone aigemeene vergade- van de „D uitsche Levant- te Hamburg las de voorzitter een ing voor, Aolgens welke tusschen voornaamsten aandeelhouder van de Lippij en do Hamburg-Amerikani- acketfahrt-Aktiengesellschaft over timing was verkregen, die bekrach- :rd door de verkiezing van den dircc- !Q laatstgenoemd© Maatschappij dr. tot lid van den raad van toezicht Duitsche Levantlijn. Daardoor blijft happij ook verder voor Hamburg wees de voorzitter er op, dat de in d© laatste maanden buitengewoon ig waren geweest. Londen wordt gemeldDaar do ver van een Duitsche torpedo- op de Tyne tijdens de maritieme ma- s aldaar eenige critiek had uitge eft do Duitsche consul te Newcastle d, dat deze aanwezigheid het gevolg id het feit, dat de boot belast was met dit op de visseherij aan do Oost- Ton gevolge van het zware wedor kreeg pedoboot schade aan de watertank en ■i, geheel onbewust van de manocu- Tyne op. commandant van de Duitsche boot dit mede aan den commandant en eieren van het Britsche oorlogsschip lative", dat de torpedoboot aanhield k tevens zijn leedwezen uit over do der manoeuvres. mo is met een troep dwangarbei- d Fransch Guyana afgezet. Vervol- hij zonder geleide in een sloep over- it naar het Duivelseiland, waar hij den opgesloten. itelegram meldt, dat in Boven- i n een bende van 250 Chineezen vor- werd door een Franachecolon- verloor 39 dooden. :ian Houel, d© vertegenwoordiger n Matin", is het overblijfsel van de J,h van. A b d e 1JA z i s, die in een j Settat gelegerd is, gaan opzoeken, beerschte daar een onbeschrijflijke de mannen haddon bijna geen meer aan het lijf, de nog levende vertoonden akelige wonden en de beesten, reeds in staat van ontbin- rden niet weggeruimd en verspreid- Ifl ondraaglijl lucht in het rond Do Sultan zelf houdt verblijf in een tent, die de minste kaid nog niet goed genoeg z&u vinden. Van de soldaten hoorde de berichtgever een relaas over de nederlaagvan een slag kon eigenlijk niet worden gesproken, het was niete anders geweest dan een onbe schrijflijke paniek, veroorzaakt door den af val der Chaujas. Nadat gebleken was, dat een gedeelte van het Leger gemeen© zaak maakte met de vijanden, meenden uo soldaten overal vijan den tn zien cn er ontstond een vreeselyk onderling gevecht met het bekende onge lukkig gevdig. Algemeen gaven de soldaten hun bewoa- dering te kennen voor den Sultan. Tot dus verre had men hem voor lafhartig gehou den, thans gaf bij de bowijzen een dapper soldaat te zijn. Zijn bournous werd dooi boord met kogels, zoodat de Muzelmannen zelfs dachten, dat wj een talisman moest be zitten, die hem do onkwetsbaarheid verze kerde. Zijn oom werd naast hom gedood, zijn broeders en neven werden gekwetst, de Sul tan echter, kalm te midden van de verwar ring, nam rustig maatregelen voor den te rugtocht. En deze was lang en moeilijk. Langs den weg niets anders dan vluchtende ruiters, die, zich vervolgd wanende door de achter hen aankomenden, voortdurend in verschil lende richtingen schoten losten. En thans heeft de Sultan met Muzelmansche gelaten heid zich geschikt in het lot. De berichtgever had het verlangen te ken nen gegeven hem te De Sultan echter verzocht hem te wachten, tot hij een beslui»- had genomen voor de toekomst Intusschen schijnt het ongeluk zijn moed gestaald te hebben. Hij wil strijden tot het bittere eind en niets ontbcproefd laten om het hem ontglippen gezag te herwi nen. En desniettegenstaande verloochent hij zijn go. g karakter niet; hij blijft vricndeiijK en meegaande en laat zich zelfs door ama teurs in het bijzijn van zijn soldaten photo- grapheeren. De toestand van den keizer van Oos ten r ij k bSift bevredigend. Hij heeft de eerste-stecn-legging bijgewoond van het hos pitaal, dat opgericht zal worden ter herin nering aan keizerin Elizabeth. Kunst, iet-eren, enz. Van den Katwijkschcn schilder Willy Sluiter wordt in ,,Het Leven" verhaald: „Wanneer ge met een Katwyker langs den strandboulevard wandelt van het aardige, intieme Eatwijk aan-Zee, dat lieve bad plaatsje op een halfuur afstands trammen van Leiden, zal hij u vertellen van do vele schilders die zich in de laatste jaren daar gevestigd hebben. Blornmers was er een van d© eersten Toen zijn Evert Pieters en Toorop gevolgd, en van ongeveer den zelfden tijd dateert de vestiging van mevr. Tadema Zoetelief Tromp en Munthe. Later is Willy Sluiter zich er bij komen voegen, namelijk na zijn huwelijk (in 1901). Eu met trots zal uw gids u ook vertellen dat „zelfs" Jozef Israels er geschilderd heeft. Aldus begint het artikeltje. Willy Sluiter, lezen wo verder, is een Zondagskind geweest. In 1873 te Amersfoort geboren, mocht, hij toen hij zeventien jaar was gaan studee- ren aan de Rotterdamsche Teekenacade mie. Hij trof het, onder leiding te komen van den uitmuntenden teekenleeraar Van Maasdijk, den man aan wien o. a. ook Breitner en De Moor hun vorming groo- tendeels te danken hebben. Het is hem voor den wind gegaan. Hij en Thérèse Schwartzo zijn onze best© Hollandsche pastel-teekenaars geworden. Wat Sluiter bereikt met de pastelstift is verwonderlijk! Hij doet er letterlijk alles mee. Zijn bekende humoristische teekenin- gen zijn voor het meerendcol met pastel gedaan, cn zijn zeer gevoelige tafereeltjes van moedertjes mot kinderen een onder werp waar hij nu eigenlijk een beetje uit ia, maar waar hij toch prachtige dingen in heeft bereikt, zijn eveneens bijna alle pastel-toekeningen. Ook typen van Kat- wijksche visscherB cn visschersvrouwen maakt hy schitterend met deze materie; zoowel op de tentoonstellingen van „Pul- chri" en „Arti" als op die der Hollandsche Tcekenmaatschappij kan men in den regel uitmuntend© specimina er van aantreffen. Ook de huidig© tentoonstelling der Kunst- voreeniging te Katwijk geeft er enkele te zien: een heerlijk geval van 'n meneer in-de-rouw (waarschijnlijk over s^n overlo- den vrouw) die met een paar „eenige" straat-madelieven uit is, en een Kat- wyksch visschers-tafereeltje." De Auto-tocht GenuaAmsterdam geeft aan „Buiten" weer een nieuwe serie photo's. De tocht door Zeeland moet het zonder illustraties stellen. En dat wijl het pictu rale Zeeuwsohe landschap, de aardige dorpjes, nog zoo onaangetast door moder nen vilLa-bouw zich zoo bij uitstek voor reproductie leenen. En het mooie Veere komt nog wel in be spreking. „VageLondeerende wielrijders" is de titel van een zeer aardig fietsers-uitstapje, die met een' heel huishoudentje, zeer beknopt en practisch ingepakt, een tijdje zwervend heb ben doorgebracht. Het kasteel to Wichen. De vorige week zijn de Prins van Bent- heim, de Prins van Wintgenstein (Westfa- len,) Graaf v. Bentheim en zijn zoon per automobiel te W en geweest om 't kasteel, dat weer geheel voltooid is, te bezichtigen. Het kasteel ziet er schooner uit dan voorheen. Vele kleine raampjes in de 4 torons, welke oudtijds waren dicht gemet seld, zijn er nu weer ingebracht. De kapel, waarvan vroeger 4 vertrekken waren ge maakt, is nu weer gedeeltelijk hersteld. Ook verschillende ramen, welke in de bin nenplaats uitkwamen, en die vroeger dicht gemetseld waren, zijn hernieuwd. Alles is van buiten netjes afgewekt en geverfd, zoodat het kasteel over 't geheel een fraai bouwwerk is. (,,'s-Hert. Ct.") Schenking. De assistent-resident van het binnen- landsch bestuur W. F van Zutphen ca de lste luit. van het leger in Ned.-Indië J. A. van Seven ter hebben, ten behoeve van de Ethnographische verzameling van den Hoofdcursus te Kampen, belangrijke collec ties wapens, sieraden, voorwerpen tot huis houdelijk gebruik, enz. geschonken, afkom stig uit verschillende deelen vaji den Indi- schen Archipel, welke geschenken het onder wijs in land- en volkenkunde bij dien cur sus zeer ten goede komen. Beiden is de eerepenning in zilver toege kend als blijk van waardeoring hunner be langstelling in 's RijKs wetenschappelijke en kunstverzamelingen. (St.-Ot.) Jaarwedden Burgemeesters, Secretarissen en Ontvangers. Men schrijft ons: Ook door GccHi^eerdo Staten van Zuid- Holland is thans U-sloten tot een aigemeene herziening van de jaarwedden der burge meesters, secretarissen en ontvangers. Hiermede zal dan voor deze drie groepen van gemeenteambtenaren in alle provin ciën in den laatsten tijd althans iets zijn gedaan, behalve voor de gemeente-ontvan gers in Noord-Holland. Intusschen wacht men ook van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland met vertrouwen voor dezen een beslissing af. Wel was over het goheele land aanmer kelijke verbetering dringend noodzakelijk. Het valt niet te miskennen hoezeer, al3 gevolg van de geweldige uitbreiding der gemeentelijke bemoeiingen gedurende de laatste jaren,, de werkkring der burgemees ters, secrctarisi n en ontvangers in ons land een geheel andere is geworden, waar aan, èn in het algemeen belang, dat van een goed ingericht gemeentewezen in zoo groote mate afhankelijk is, èn billijkheids halve, zooveel mogelijk redelyke bestaans voorwaarden moet-.n worden verbonden. Naar het oordeel van vele belanghebben den, voldoen intusschen de nieuwe regdin gen aan dezen eisch in verscheidene geval len niet. AI te veel toch hebban Gedepu teerde Staten van sommige provinciën zich laten leiden door ongunstige adviezen van te zuinig aangelegde gemeentraden, veelal met het werk ter gemeente-secretarie niet genoegzaam bekend. En in zeer vele ge vallen is ook een goede bzoldiging verhin derd door het beginsel, dat in 6oramige provinciën is toegepast, om do jaarwedde lager te stellen als meer dan één betrek king door denzefden persoon wordt be kleed. Neemt men verder in aanmerking, dat in elke provincie do regeling weder door een ander college van Gedeputeerd© Staten plaats had, dan b-grijpt men, dat de nieuwe regelingen over het geheelo land en ook in dezelfde provincie groote ver scheidenheid te zien geven en geenszins aigemeene tevredenheid wekken. Het vaststellen by de wet van minimum- jaarwedden, zooals door den Nederland- schen Bond van Gemeente-ambtenaren in zijn onlangs vastgestelde proeve van wijzi ging der Gemeentewet is voorgesteld, zou zeker ook in dit opzicht groote verbetering brengen. Koninklijke Militaire Academie. Geachte Redactiet In een uwer laatste couranten komt iets voor „over het aanleeren van de Inlandsche talen door officieren in Ned.-O.-Indie", over welke noodzakelijkheid ik onderstaande U meedeel. De officieren, die uit Nederland in Indië aan! u, zoowel die van de Mil. Academie als die van de.n Hoofdcursus, en ingedeeld worden bij Inlandsche compagniën, zijn den eersten tijd onbereikbaar, daar zij de taal van den soldaat niet spreken of begrijpen. Langzamerhand wordt dit wel beter, maar daar in de Kazerne alleen Maleisch gespro ken wordt en dit Maleisch door de jonge soldaten bijna niet gekend wordt, is 't nog lang niet, zooals het zijn moet. De Javaan sch i recruten (en het leger daarginds bc staat grootendeels uit Javanen), komen bijna zonder onderscheid uit midden Java en spre ken niets dan Javaansch; het Maleisch is voor hen even vTeemd als voor ons. Nu komen deze recruten uitsluitend bij de depot bataljons om geoefend te worden, en door welk leader? Meerendcels door Europeesch kader, ter wijl het onderwijs niet wordt gegeven in 't Javaansch, maar in 't Maleisch, dat de re- cruut niet verstaat of begrijpt en de onder wijzer niet of heel slecht kent. 't Is alsof een Hollander een Engelschman in 't Fransch in strueert. Is deze toestand niet to dwaas En toch duurt hij voort. Inplaats den officieren, die zich in de In landsche talen bekwamen, voor te schrijven, eerst examen in Javaanpch te doen alvorens met Maleisch te beginnen, doet men juist omgekeerd. Er zijn maar weinig officieren, die een gedeelte van hun diensttijd bij de depot-bataljons doorbrengen; maar zij, die er bij dienen of gediend hebben, zullen het ze ker met mij eens zijn. "Waarom op de kaderscholen aan Korpo raals en onderofficieren geen les gegeven wordt in eene goede spreektaal is een raadsel. Geen enkele Europeaan verstaat do Maleischo reglementen in het Maleisch, zooals die daarin staan. De opleiding der recruten moet volgens voorschrift in 't Maleisch geschieden terwijl Javaansch niet mag gebezigd worden. Ligt het dus niet voor de hand, dat Jav. en Mal. beide moeten gekend worden het eerste om den man in zijn eigen taal te zeggen, wat mon in het 2e commandeert. Mij dunkt, dit zal ook zeker de generaal Christiaan, de moest praetische en populaire officier uit de laatste kwarteeuw, wel met mij eens zijn. Behalve de officieren van gemengd bloed is er bijna geen enkel officier, die een Javaansch recruut een pas voorwaarts kan krijgen. Een gepensionnïerde. Leiden, 25 Augustus 1908. ontdekten spoedig, dab het een kind arschyniyk onder den val uit het gestortde kleederen van het meisje aan den boomwortel biy ven haken, an- zy gewis de overigen in den afgrond zijn. Uit voorzorg hadden wy touw as genomen, wy bonden het Claude armen, lieten hem in den afgrond de plaats, waar het kind hing, hy in zyn armen, wy trokken Claude it meisje weder omhoog, en nu, vrouw weet gy de geheele geschiedenis!" i kind I" zei de woduwo, zich over het buigende, wier bewusteloosheid in een iluimering was overgegaan, „arm kindl jong en toch reeds een wees. Zooals leeds gezegd heb, heeft het kind rust vorvolgde zy tot de mannen, die het t hadden: „ik wil my dus hedennacht zorg over het meisje belasten en mor ion wy verder zien." [.braaf, vrouw Tiboutl" riepen allen „ja, morgen zullen wy verder zien; "en niet, dat het kind te uwen laste Wanneer gy het by u houden wilt, dan w\] ieder wat by dragen; intusschen ntJ, dat de kleine in goede handen is "erlioten de hut van vrouw Tibuut en 'uwe met Jozef en het in den afgrond kind bleven alleen. "aap had het kind goed gedaan; het de oogon, zag ln het rond, als zooht M, en barstte daarop in luid geween uit. Vrouw Tibout nam het van do legerstede in haar armen, en beschouwde het aandachtig. Het meisje verdiende in den volsten zin des woorda schoon geheeten te wordonjhaar gelaat was ovaal rond, de kleine mond was, hoe jong het meisje dan ook ware, mot ivoor witte tanden bezet, regelmatig en doorschy- nend, als twee parelsnoeren. Het voorhoofd was hoog en gewelfd en de groote, zwarte oogen, door sieriyk gebogen wenkbrauwen oven overschaduwd, zoodat geen penseel die zuiverder trekken kon, fonkelden als starren in eon schoonen wil ternacht, wanneer de vorst de boomtakken Juet ryp bedekt. Verrioden do kleedeten reeds, dat het meisje tot den aanzieniyken stand in de maatschappy behoorde, niet minder verried zulks haar ge heele voorkomen; zy was een fraaie knop, die, eenmaal ontloken, beloofde eon schitte rende rooB te worden. De weduwe trachtte het kind door vrien- delyke toespraak te troosten; doch uit de wyze, waarop het haar aanzag, kon men be merken, dat het niets verstond van hetgeen zol zelde. Elndeiyk sprak het kind eenige woorden in een vreemde taal en toen het bemerkte, dat zy op haar beurt niet verstaan werd, be gon het meisje in een luid geween uit te barsten. Zoo verliep de Dacht, en reeds vroeg ln den morgenstond diende do hut van de weduwe Tibout tot vorzamelplaats van de meeste vrouwen van het dorp, die allen even begeerig waren het kind als het hare te vsrzorgen; en daar ieder beweerde hierop het meeste recht te hebben, kwam weldra de ware oor zaak vaa dat medelijden voor den dag. „Myn man," riep een reusachtige vrouw, was er by, toen het kind gevonden werd, derhalve heb Ik er recht op, en dat zal ik my door niemand laten ontnemen," en zy hief haar gespierde armen omhoog als om te toonen, dat het geen gemakkeiyke zaak zou wezen, haar van hetgeen zy haar recht heette, terug te houden. „En myn man," riep weder een ander, „heeft het touw helpen vasthouden, dat Claude on der den arm had, toen by hot kind uit den afgrond trok; dat zegt toch ook iets zou ik meenen, vrouw Gillis, en als Iemand dit kind toekomt, dan geloof ik wel, dat ik het ben. „Was het arme kindje naakt en bloot, Geen uwer, die het bystaud bood De parelsnoer, zoo glansryk fyn. Doet elk zoo medelydend zynl" zong een heldere vrouwestem. „Zwyg, gekke Janel" riepen de belde vrou wen, want zy, die het bovenstaande zong, een jong meisje, werd algemeen voor krank zinnig gehouden, omdat zy ieder od beschroomd de waarheid zeide, en wel meest altyd door liedjes, die zy improviseerde. „Zeg ik dan niet de waarheid," hernam het meisje; het parelsnoer, dat het kind om den hals draagt, lacht u toe. Maar wie wil het kind hebben zonder dat kostbare sieraad? Zie, nu is er geen, die den mond open doet." „Natuuriykl" riep de reuzin, „het parel snoer hoort by het kind; die het een neemt, neemt ook het ander; by vrouw Tibout kan het niet biyven, de goede vrouw heeft reeds genoeg te doqn met voor haar en Jozef te zorgen I" „Ha hal" lachte Jane, „wat is vrouw Gillis bezorgd voor de weduwe Tibout en haar zoon; maar, mapren weder haar stem verhef fende, song zyi „'t Is om het parelsnoer gewis, Dat zy zoo medelydend isl" "Waarschyniyk zouden de woorden van gekke Jane hevigen twist veroorzaakt hebben, in dien de komst van den pastoor den storm niet bezworen had, die gereed stond uit te barsten. Eerbiedig zwegen allen stil. „Ik heb vernomen wat er dezen nacht ln her gebergte Is voorgevallen," zeide de pas toor, een achtenswaardig man, tevens niet van menscbenkejinis ontbloot, „en dat er oen kind is gevonden, hetwelk zich thans hier in deze hut bevindt, en dat ieder even begeerig is het tot zich zich te nemen; Inderdaad, dat medeiyden is pryzenswaardig." „Nietwaar, mynheer pastoor l" riepen allen, en de stem van de reuzin en die van vrouw Gillis klonken boven allo uit. „Welnu, daar toch maar één het kind tot zich kan nemen," vervolgde de pastoor, „zoo is het het best aan het lot over te laten, wie dat zyn zal. Door er om te loten." „Ja, jal" riepen allen ©n de reuzin en vrouw Gillis het luidst. „Luistert echter, vooraf heb ik u nog iets te zeggen," vervolgde de pastoor, „namelyk, dat ik alle mogelyke nasporingen zal doen naar de betrokkingen van het meisje, hetwelk, naar men my gezegd heeft, tot den aanzien- ïyksten stand schynt te behooreD, en dal, mocht het my gelukken die betrekkingen te ontdekken en deze het kind terug begeeren, zy, die het aangenomen heeft, weder afstand er van zal moeten doen." „Ja, dat spreekt vanzelf I" riepen allen; „dat spreekt vanzelf." „En dat die betrekkingen haar, die het kind heeft aangenomen, goed beloouen zullen, i De Minister van Oorlog brengt nader ter kennis, dat, met wijziging van de aankondi ging in de „Nederlandsche Staatscourant" I van Vrijdag 14 Augustus 1908, voor een plaatsing bij bovengenoemde inrichting te gen 16 September e. k., in aanmerking ko men, voor: a. infanterie hier te lande: J. Koolhaas Revers, G. L. Pilger, J. J. A. Bakker, J. G. W. Zegers, E. S. W. E. Tiesselinck, G. A. Smite, J. C. A. Meijer, J. de Bie, A. W. Claasen, M. L. J. Hofstee, F. A. E. R. Wijnoldij Daniels, A. Q. H. Dijxhoorn, (J. A. J. von Frijtag Drabbe, M. J. van der Boon, J. Mantel; b. cavalerie hier te lande: L. J. Kielstra, W. C. baron van Randwijck, jhr. D. J. H. N. den Beer Portugael, G. ;P'. dc Kruyff; o. Artillerie hier te lande: A. E. Roest van Limburg, P. Wefera Bettink, J. Rietse- raa, F. von BallusecK, W. R. j^Iankert, H. J. Strootman, K. A. F. van Waveren, A. H. Nijhoff, P. van Exter, G. A. Geel, VV. van der Hock, W. F. Meyer, J. L. Rauh, P. Smits, R. G. Nieuwenhuys, J. G. Boodt, O. J. Schouten d. genie hier te lande: J. C. Tukker, J. H. de Man; e. infanterie in Nederlandsch-ïndië: HT. J. Lindgreen, T. C. Lrindgreen, J. Slagt.-r, H. N. Hosselaar, L D. Kimmijser, E. A. Nix, J. G. K. Kcmmerling, G. K. H. de Bont, J. L. de Voogt, G. J. A. Saraber, C. E. W. Krediet; f. cavalerie in ederlandsch-IndiëH. Treffers; g. artillerie in Nederlamdscb-IndiëJ Claasen h. genie in Nederlandsch-Indië: W. H. Elsman, F L. W. Libourel. (Sts.-Ct.> A del hor ten 2tle k9a**üe. De Minister van Marine brengt door deze nader ter kennis van belanghebbenden, dat, met wijziging van de aankondiging in de „Nederlandsche otaatscourant" van 15 de zer, de nagenoemd jongelieden, in alpha je- tische volgorde gerangschikt, zijn benoemd tot adelborst 2de kl. L-y het Koninklijk In stituut voer do Marine te Willemsoord: W. C. Beels, J. G. van den Berg, L. A. van Boven, C. H. Brouwer, H. J. Bueninck, I. Hannik, J. J. van der Have, W. A. dc Jong, A. F. Kerbert, P. Koenraad, F. A. Kuhn, C. A. Lens, J. A. Leyh, H. Nieuwen huys, F. A. Parmentier, A. E. G. Post Uiterweer, A. L. E. Rambonnet, L. J. van Roosendaal, J. C. A. Scholte, J. Schouten, J. J. A. van Stave ren, R. Verdonck, P. van Waasdijk en J. F. Wesseling. (Sts.-Ct.) Chineesche boycot. De correspondent te Batavia van „De N. Ct." seint: „De voornaamste Chineesehe firma's t© Semarang boycotten de Handelsvereeniging „Amsterdam" wegens aanzetting tot fail lietverklaring." De redactie der „N. Ot." teekent hierbij* aan: Het is niet voor de eerste maal, dat de Handelsvereeniging „Amsterdam" het raeö den Chineeschen handel te kwaad krhgt. Eenige jaren geleden werd zij, na-ar wij mee nen om gelijksoortige redenen als thans te Semarang, door de Soerabaiasche Uhinee- zen geboycot. Hoewel zij hemel cn aarde heeft trachten te bewegen om aan den soli dair geoefenden druk van haar tegenstan ders te ontkomen en zelfs pogingen in het werk werden gesteld om de regeer mg tot- een tussohenkomst te haren behoeve over te ha len, werd zij ten langen lest gedrongen een schikking aan te gaan. Reservekader bij het wapen der genie. De minister van oorlog brengt ter kennis van belanghebbenden, dat het examen van hen, die wenschen te worden toegelaten tot de verbintenis als vrijwilliger voor het re servekader bij de genie, dit jaar zal plaats hebben op 20 October en zoo noodig op een of meer volgende dagen te Utrecht. Yoor bijzonderheden zie men de „Staatscourant" No. 204. hieraan valt niet te twyfelen," merkte dc reuzin aan. „Ongetwyfeld," hernam de pastoor; „he^ tegendeel zou een groote ondankbaarheid zyn. „Een verschrlkkelyke ondankbaarheid," ze Ld. vrouw Gillis, die reeds in haar gedachten za» hoe de bloedverwanten van haar aangenomer kind het terughaalden en haar met Bchatter overlaadden; „het zou een verschrikkeiyke een ongehoorde ondankbaarheid zyn 1" „De andere voorwaarde, hoewel van minder belaug," vervolgde de pastoor, „Is deze dat het parelsnoer, dat het meisje om den hals draagt en naar het schynt een kostbaar klei nood is, onder myn bewaring moet gesteld worden mocht het my niet gelukken de betrek kingen van het meisje te ontdokken, dan zal ik het verkoopen, om uit de obprengst de kosten van het onderwya te bostryden, daar de kleine een opvoeding moet hebben, geëven- redig.l aan den stand, waarin zy geboren schynt te zyn; ik geloof, dat ieder deze voorwaarde zoo biliyk zal vinden, dat niemand er iets kan tegen hebben in te brengen I" De reuzin beet zich op de lippen, en zeide, dat, na zich wel bedacht te hebben, zy lievei aan de lolerU geen deel wilde nemen, daar haar man hoogenaamd geen kleine kinderen ïyden mocht; en vrouw Gillis verklaarde rond uit, dat zy genoeg te doen had met haar eigen kinderen, om er een ander by te nemen en. zoo onttrokken zich allen, die nog weinig oogenblikken te voren zoo luide en oustuimlg op het bezit van het kind hadden aangedrongen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 5