gfo. 14884.
LEIDSCH DA6BLAB, 31 Augustus. Tweede Blad. Anno 1808.
itenlandseh Overzicht
Ingezonden.
FEUILLETON.
lp vrouw en kind.
Nieuwe Gazet", van Antwerpen,
dagen hebben verschillende dag-
zich niet de vraag bezig gehouden,
uu Congo by België ingelijfd
geen verandering aan de B e l g i-
v 1 a g zal komen. Sommigen gin-
!elf3 een pennestrijd aan op het ge-
van den Matin", dat België wel een
dienstig voor schepen had, maar
een officieele vlag of beter een offio-
aandel gehad heeft. Zulks word door
Etoile" met proeven op de som weer-
\Vat echter uit dit alles blijkt, is, dat
ja België reeds zoo gewoon, zoo ge-
is aan de vlag met de gulden ster op
j veld, dat de meesten wenschen haar
aorgo d te zien verdwijnen. Wo zijn
lerd, dat het grootste deel der Bel-
ionig wenscht haar een plaatsje te
i in den bovensten hoek van de Bel-
drickleur, en dat do artikels der
Jen door die heimelijke gedachte in-
L werden.
keizerlijk Duitsche paar, de
urins en zijn gemalin en prins en
Eitel Frederik hebben, uit Metz
do, hun binnenkomst in S t r a a t s-
I gehouden.
straten, waarlangs zij de stad binnen
varen met bloemfestoenen en kleu-
simpols versierd, en al het volk
bet station hadden de koning van
en de groothertig van Baden het
ijke paar verwelkomd,
en buitengewone aigemeene vergade-
van de „D uitsche Levant-
te Hamburg las de voorzitter een
ing voor, Aolgens welke tusschen
voornaamsten aandeelhouder van de
Lippij en do Hamburg-Amerikani-
acketfahrt-Aktiengesellschaft over
timing was verkregen, die bekrach-
:rd door de verkiezing van den dircc-
!Q laatstgenoemd© Maatschappij dr.
tot lid van den raad van toezicht
Duitsche Levantlijn. Daardoor blijft
happij ook verder voor Hamburg
wees de voorzitter er op, dat de
in d© laatste maanden buitengewoon
ig waren geweest.
Londen wordt gemeldDaar do ver
van een Duitsche torpedo-
op de Tyne tijdens de maritieme ma-
s aldaar eenige critiek had uitge
eft do Duitsche consul te Newcastle
d, dat deze aanwezigheid het gevolg
id het feit, dat de boot belast was met
dit op de visseherij aan do Oost-
Ton gevolge van het zware wedor kreeg
pedoboot schade aan de watertank en
■i, geheel onbewust van de manocu-
Tyne op.
commandant van de Duitsche boot
dit mede aan den commandant en
eieren van het Britsche oorlogsschip
lative", dat de torpedoboot aanhield
k tevens zijn leedwezen uit over do
der manoeuvres.
mo is met een troep dwangarbei-
d Fransch Guyana afgezet. Vervol-
hij zonder geleide in een sloep over-
it naar het Duivelseiland, waar hij
den opgesloten.
itelegram meldt, dat in Boven-
i n een bende van 250 Chineezen vor-
werd door een Franachecolon-
verloor 39 dooden.
:ian Houel, d© vertegenwoordiger
n Matin", is het overblijfsel van de
J,h van. A b d e 1JA z i s, die in een
j Settat gelegerd is, gaan opzoeken,
beerschte daar een onbeschrijflijke
de mannen haddon bijna geen
meer aan het lijf, de nog levende
vertoonden akelige wonden en de
beesten, reeds in staat van ontbin-
rden niet weggeruimd en verspreid-
Ifl ondraaglijl lucht in het rond
Do Sultan zelf houdt verblijf in een tent,
die de minste kaid nog niet goed genoeg z&u
vinden.
Van de soldaten hoorde de berichtgever
een relaas over de nederlaagvan een slag
kon eigenlijk niet worden gesproken, het
was niete anders geweest dan een onbe
schrijflijke paniek, veroorzaakt door den af
val der Chaujas.
Nadat gebleken was, dat een gedeelte van
het Leger gemeen© zaak maakte met de
vijanden, meenden uo soldaten overal vijan
den tn zien cn er ontstond een vreeselyk
onderling gevecht met het bekende onge
lukkig gevdig.
Algemeen gaven de soldaten hun bewoa-
dering te kennen voor den Sultan. Tot dus
verre had men hem voor lafhartig gehou
den, thans gaf bij de bowijzen een dapper
soldaat te zijn. Zijn bournous werd dooi
boord met kogels, zoodat de Muzelmannen
zelfs dachten, dat wj een talisman moest be
zitten, die hem do onkwetsbaarheid verze
kerde.
Zijn oom werd naast hom gedood, zijn
broeders en neven werden gekwetst, de Sul
tan echter, kalm te midden van de verwar
ring, nam rustig maatregelen voor den te
rugtocht.
En deze was lang en moeilijk. Langs den
weg niets anders dan vluchtende ruiters,
die, zich vervolgd wanende door de achter
hen aankomenden, voortdurend in verschil
lende richtingen schoten losten. En thans
heeft de Sultan met Muzelmansche gelaten
heid zich geschikt in het lot.
De berichtgever had het verlangen te ken
nen gegeven hem te De Sultan echter
verzocht hem te wachten, tot hij een beslui»-
had genomen voor de toekomst
Intusschen schijnt het ongeluk zijn moed
gestaald te hebben. Hij wil strijden tot het
bittere eind en niets ontbcproefd laten om
het hem ontglippen gezag te herwi nen.
En desniettegenstaande verloochent hij zijn
go. g karakter niet; hij blijft vricndeiijK
en meegaande en laat zich zelfs door ama
teurs in het bijzijn van zijn soldaten photo-
grapheeren.
De toestand van den keizer van Oos
ten r ij k bSift bevredigend. Hij heeft de
eerste-stecn-legging bijgewoond van het hos
pitaal, dat opgericht zal worden ter herin
nering aan keizerin Elizabeth.
Kunst, iet-eren, enz.
Van den Katwijkschcn schilder Willy
Sluiter wordt in ,,Het Leven" verhaald:
„Wanneer ge met een Katwyker langs den
strandboulevard wandelt van het aardige,
intieme Eatwijk aan-Zee, dat lieve bad
plaatsje op een halfuur afstands trammen
van Leiden, zal hij u vertellen van do
vele schilders die zich in de laatste jaren
daar gevestigd hebben. Blornmers was er
een van d© eersten Toen zijn Evert Pieters
en Toorop gevolgd, en van ongeveer den
zelfden tijd dateert de vestiging van mevr.
Tadema Zoetelief Tromp en Munthe. Later
is Willy Sluiter zich er bij komen voegen,
namelijk na zijn huwelijk (in 1901). Eu met
trots zal uw gids u ook vertellen dat
„zelfs" Jozef Israels er geschilderd heeft.
Aldus begint het artikeltje.
Willy Sluiter, lezen wo verder, is een
Zondagskind geweest.
In 1873 te Amersfoort geboren, mocht, hij
toen hij zeventien jaar was gaan studee-
ren aan de Rotterdamsche Teekenacade
mie. Hij trof het, onder leiding te komen
van den uitmuntenden teekenleeraar Van
Maasdijk, den man aan wien o. a. ook
Breitner en De Moor hun vorming groo-
tendeels te danken hebben.
Het is hem voor den wind gegaan.
Hij en Thérèse Schwartzo zijn onze best©
Hollandsche pastel-teekenaars geworden.
Wat Sluiter bereikt met de pastelstift is
verwonderlijk! Hij doet er letterlijk alles
mee. Zijn bekende humoristische teekenin-
gen zijn voor het meerendcol met pastel
gedaan, cn zijn zeer gevoelige tafereeltjes
van moedertjes mot kinderen een onder
werp waar hij nu eigenlijk een beetje uit
ia, maar waar hij toch prachtige dingen in
heeft bereikt, zijn eveneens bijna alle
pastel-toekeningen. Ook typen van Kat-
wijksche visscherB cn visschersvrouwen
maakt hy schitterend met deze materie;
zoowel op de tentoonstellingen van „Pul-
chri" en „Arti" als op die der Hollandsche
Tcekenmaatschappij kan men in den regel
uitmuntend© specimina er van aantreffen.
Ook de huidig© tentoonstelling der Kunst-
voreeniging te Katwijk geeft er enkele te
zien: een heerlijk geval van 'n meneer
in-de-rouw (waarschijnlijk over s^n overlo-
den vrouw) die met een paar „eenige"
straat-madelieven uit is, en een Kat-
wyksch visschers-tafereeltje."
De Auto-tocht GenuaAmsterdam geeft
aan „Buiten" weer een nieuwe serie photo's.
De tocht door Zeeland moet het zonder
illustraties stellen. En dat wijl het pictu
rale Zeeuwsohe landschap, de aardige
dorpjes, nog zoo onaangetast door moder
nen vilLa-bouw zich zoo bij uitstek voor
reproductie leenen.
En het mooie Veere komt nog wel in be
spreking.
„VageLondeerende wielrijders" is de titel
van een zeer aardig fietsers-uitstapje, die
met een' heel huishoudentje, zeer beknopt en
practisch ingepakt, een tijdje zwervend heb
ben doorgebracht.
Het kasteel to Wichen.
De vorige week zijn de Prins van Bent-
heim, de Prins van Wintgenstein (Westfa-
len,) Graaf v. Bentheim en zijn zoon per
automobiel te W en geweest om 't kasteel,
dat weer geheel voltooid is, te bezichtigen.
Het kasteel ziet er schooner uit dan
voorheen. Vele kleine raampjes in de 4
torons, welke oudtijds waren dicht gemet
seld, zijn er nu weer ingebracht. De kapel,
waarvan vroeger 4 vertrekken waren ge
maakt, is nu weer gedeeltelijk hersteld.
Ook verschillende ramen, welke in de bin
nenplaats uitkwamen, en die vroeger dicht
gemetseld waren, zijn hernieuwd.
Alles is van buiten netjes afgewekt en
geverfd, zoodat het kasteel over 't geheel
een fraai bouwwerk is. (,,'s-Hert. Ct.")
Schenking.
De assistent-resident van het binnen-
landsch bestuur W. F van Zutphen ca de
lste luit. van het leger in Ned.-Indië J. A.
van Seven ter hebben, ten behoeve van de
Ethnographische verzameling van den
Hoofdcursus te Kampen, belangrijke collec
ties wapens, sieraden, voorwerpen tot huis
houdelijk gebruik, enz. geschonken, afkom
stig uit verschillende deelen vaji den Indi-
schen Archipel, welke geschenken het onder
wijs in land- en volkenkunde bij dien cur
sus zeer ten goede komen.
Beiden is de eerepenning in zilver toege
kend als blijk van waardeoring hunner be
langstelling in 's RijKs wetenschappelijke
en kunstverzamelingen. (St.-Ot.)
Jaarwedden Burgemeesters,
Secretarissen en Ontvangers.
Men schrijft ons:
Ook door GccHi^eerdo Staten van Zuid-
Holland is thans U-sloten tot een aigemeene
herziening van de jaarwedden der burge
meesters, secretarissen en ontvangers.
Hiermede zal dan voor deze drie groepen
van gemeenteambtenaren in alle provin
ciën in den laatsten tijd althans iets zijn
gedaan, behalve voor de gemeente-ontvan
gers in Noord-Holland. Intusschen wacht
men ook van Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland met vertrouwen voor dezen
een beslissing af.
Wel was over het goheele land aanmer
kelijke verbetering dringend noodzakelijk.
Het valt niet te miskennen hoezeer, al3
gevolg van de geweldige uitbreiding der
gemeentelijke bemoeiingen gedurende de
laatste jaren,, de werkkring der burgemees
ters, secrctarisi n en ontvangers in ons
land een geheel andere is geworden, waar
aan, èn in het algemeen belang, dat van
een goed ingericht gemeentewezen in zoo
groote mate afhankelijk is, èn billijkheids
halve, zooveel mogelijk redelyke bestaans
voorwaarden moet-.n worden verbonden.
Naar het oordeel van vele belanghebben
den, voldoen intusschen de nieuwe regdin
gen aan dezen eisch in verscheidene geval
len niet. AI te veel toch hebban Gedepu
teerde Staten van sommige provinciën zich
laten leiden door ongunstige adviezen van
te zuinig aangelegde gemeentraden, veelal
met het werk ter gemeente-secretarie niet
genoegzaam bekend. En in zeer vele ge
vallen is ook een goede bzoldiging verhin
derd door het beginsel, dat in 6oramige
provinciën is toegepast, om do jaarwedde
lager te stellen als meer dan één betrek
king door denzefden persoon wordt be
kleed. Neemt men verder in aanmerking,
dat in elke provincie do regeling weder
door een ander college van Gedeputeerd©
Staten plaats had, dan b-grijpt men, dat
de nieuwe regelingen over het geheelo land
en ook in dezelfde provincie groote ver
scheidenheid te zien geven en geenszins
aigemeene tevredenheid wekken.
Het vaststellen by de wet van minimum-
jaarwedden, zooals door den Nederland-
schen Bond van Gemeente-ambtenaren in
zijn onlangs vastgestelde proeve van wijzi
ging der Gemeentewet is voorgesteld, zou
zeker ook in dit opzicht groote verbetering
brengen.
Koninklijke Militaire Academie.
Geachte Redactiet
In een uwer laatste couranten komt iets
voor „over het aanleeren van de Inlandsche
talen door officieren in Ned.-O.-Indie", over
welke noodzakelijkheid ik onderstaande U
meedeel.
De officieren, die uit Nederland in Indië
aan! u, zoowel die van de Mil. Academie
als die van de.n Hoofdcursus, en ingedeeld
worden bij Inlandsche compagniën, zijn den
eersten tijd onbereikbaar, daar zij de taal
van den soldaat niet spreken of begrijpen.
Langzamerhand wordt dit wel beter, maar
daar in de Kazerne alleen Maleisch gespro
ken wordt en dit Maleisch door de jonge
soldaten bijna niet gekend wordt, is 't nog
lang niet, zooals het zijn moet. De Javaan
sch i recruten (en het leger daarginds bc
staat grootendeels uit Javanen), komen bijna
zonder onderscheid uit midden Java en spre
ken niets dan Javaansch; het Maleisch is
voor hen even vTeemd als voor ons. Nu
komen deze recruten uitsluitend bij de depot
bataljons om geoefend te worden, en door
welk leader?
Meerendcels door Europeesch kader, ter
wijl het onderwijs niet wordt gegeven in 't
Javaansch, maar in 't Maleisch, dat de re-
cruut niet verstaat of begrijpt en de onder
wijzer niet of heel slecht kent. 't Is alsof een
Hollander een Engelschman in 't Fransch in
strueert. Is deze toestand niet to dwaas
En toch duurt hij voort.
Inplaats den officieren, die zich in de In
landsche talen bekwamen, voor te schrijven,
eerst examen in Javaanpch te doen alvorens
met Maleisch te beginnen, doet men juist
omgekeerd. Er zijn maar weinig officieren,
die een gedeelte van hun diensttijd bij de
depot-bataljons doorbrengen; maar zij, die er
bij dienen of gediend hebben, zullen het ze
ker met mij eens zijn.
"Waarom op de kaderscholen aan Korpo
raals en onderofficieren geen les gegeven
wordt in eene goede spreektaal is een raadsel.
Geen enkele Europeaan verstaat do Maleischo
reglementen in het Maleisch, zooals die
daarin staan.
De opleiding der recruten moet volgens
voorschrift in 't Maleisch geschieden terwijl
Javaansch niet mag gebezigd worden.
Ligt het dus niet voor de hand, dat Jav.
en Mal. beide moeten gekend worden het
eerste om den man in zijn eigen taal te
zeggen, wat mon in het 2e commandeert.
Mij dunkt, dit zal ook zeker de generaal
Christiaan, de moest praetische en populaire
officier uit de laatste kwarteeuw, wel met
mij eens zijn.
Behalve de officieren van gemengd bloed is
er bijna geen enkel officier, die een Javaansch
recruut een pas voorwaarts kan krijgen.
Een gepensionnïerde.
Leiden, 25 Augustus 1908.
ontdekten spoedig, dab het een kind
arschyniyk onder den val uit het
gestortde kleederen van het meisje
aan den boomwortel biy ven haken, an-
zy gewis de overigen in den afgrond
zijn. Uit voorzorg hadden wy touw
as genomen, wy bonden het Claude
armen, lieten hem in den afgrond
de plaats, waar het kind hing, hy
in zyn armen, wy trokken Claude
it meisje weder omhoog, en nu, vrouw
weet gy de geheele geschiedenis!"
i kind I" zei de woduwo, zich over het
buigende, wier bewusteloosheid in een
iluimering was overgegaan, „arm kindl
jong en toch reeds een wees. Zooals
leeds gezegd heb, heeft het kind rust
vorvolgde zy tot de mannen, die het
t hadden: „ik wil my dus hedennacht
zorg over het meisje belasten en mor
ion wy verder zien."
[.braaf, vrouw Tiboutl" riepen allen
„ja, morgen zullen wy verder zien;
"en niet, dat het kind te uwen laste
Wanneer gy het by u houden wilt, dan
w\] ieder wat by dragen; intusschen
ntJ, dat de kleine in goede handen is
"erlioten de hut van vrouw Tibuut en
'uwe met Jozef en het in den afgrond
kind bleven alleen.
"aap had het kind goed gedaan; het
de oogon, zag ln het rond, als zooht
M, en barstte daarop in luid geween uit.
Vrouw Tibout nam het van do legerstede
in haar armen, en beschouwde het aandachtig.
Het meisje verdiende in den volsten zin
des woorda schoon geheeten te wordonjhaar
gelaat was ovaal rond, de kleine mond was,
hoe jong het meisje dan ook ware, mot ivoor
witte tanden bezet, regelmatig en doorschy-
nend, als twee parelsnoeren. Het voorhoofd
was hoog en gewelfd en de groote, zwarte
oogen, door sieriyk gebogen wenkbrauwen
oven overschaduwd, zoodat geen penseel die
zuiverder trekken kon, fonkelden als starren
in eon schoonen wil ternacht, wanneer de
vorst de boomtakken Juet ryp bedekt.
Verrioden do kleedeten reeds, dat het meisje
tot den aanzieniyken stand in de maatschappy
behoorde, niet minder verried zulks haar ge
heele voorkomen; zy was een fraaie knop,
die, eenmaal ontloken, beloofde eon schitte
rende rooB te worden.
De weduwe trachtte het kind door vrien-
delyke toespraak te troosten; doch uit de
wyze, waarop het haar aanzag, kon men be
merken, dat het niets verstond van hetgeen
zol zelde.
Elndeiyk sprak het kind eenige woorden
in een vreemde taal en toen het bemerkte,
dat zy op haar beurt niet verstaan werd, be
gon het meisje in een luid geween uit te
barsten.
Zoo verliep de Dacht, en reeds vroeg ln den
morgenstond diende do hut van de weduwe
Tibout tot vorzamelplaats van de meeste
vrouwen van het dorp, die allen even begeerig
waren het kind als het hare te vsrzorgen;
en daar ieder beweerde hierop het meeste
recht te hebben, kwam weldra de ware oor
zaak vaa dat medelijden voor den dag.
„Myn man," riep een reusachtige vrouw,
was er by, toen het kind gevonden werd,
derhalve heb Ik er recht op, en dat zal ik
my door niemand laten ontnemen," en zy
hief haar gespierde armen omhoog als om te
toonen, dat het geen gemakkeiyke zaak zou
wezen, haar van hetgeen zy haar recht heette,
terug te houden.
„En myn man," riep weder een ander, „heeft
het touw helpen vasthouden, dat Claude on
der den arm had, toen by hot kind uit den
afgrond trok; dat zegt toch ook iets zou ik
meenen, vrouw Gillis, en als Iemand dit kind
toekomt, dan geloof ik wel, dat ik het ben.
„Was het arme kindje naakt en bloot,
Geen uwer, die het bystaud bood
De parelsnoer, zoo glansryk fyn.
Doet elk zoo medelydend zynl"
zong een heldere vrouwestem.
„Zwyg, gekke Janel" riepen de belde vrou
wen, want zy, die het bovenstaande zong,
een jong meisje, werd algemeen voor krank
zinnig gehouden, omdat zy ieder od beschroomd
de waarheid zeide, en wel meest altyd door
liedjes, die zy improviseerde.
„Zeg ik dan niet de waarheid," hernam het
meisje; het parelsnoer, dat het kind om den
hals draagt, lacht u toe. Maar wie wil het
kind hebben zonder dat kostbare sieraad?
Zie, nu is er geen, die den mond open doet."
„Natuuriykl" riep de reuzin, „het parel
snoer hoort by het kind; die het een neemt,
neemt ook het ander; by vrouw Tibout kan
het niet biyven, de goede vrouw heeft reeds
genoeg te doqn met voor haar en Jozef te
zorgen I"
„Ha hal" lachte Jane, „wat is vrouw Gillis
bezorgd voor de weduwe Tibout en haar zoon;
maar, mapren weder haar stem verhef
fende, song zyi
„'t Is om het parelsnoer gewis,
Dat zy zoo medelydend isl"
"Waarschyniyk zouden de woorden van gekke
Jane hevigen twist veroorzaakt hebben, in
dien de komst van den pastoor den storm
niet bezworen had, die gereed stond uit te
barsten.
Eerbiedig zwegen allen stil.
„Ik heb vernomen wat er dezen nacht ln
her gebergte Is voorgevallen," zeide de pas
toor, een achtenswaardig man, tevens niet
van menscbenkejinis ontbloot, „en dat er oen
kind is gevonden, hetwelk zich thans hier in
deze hut bevindt, en dat ieder even begeerig
is het tot zich zich te nemen; Inderdaad, dat
medeiyden is pryzenswaardig."
„Nietwaar, mynheer pastoor l" riepen allen,
en de stem van de reuzin en die van vrouw
Gillis klonken boven allo uit.
„Welnu, daar toch maar één het kind tot
zich kan nemen," vervolgde de pastoor, „zoo
is het het best aan het lot over te laten, wie
dat zyn zal. Door er om te loten."
„Ja, jal" riepen allen ©n de reuzin en vrouw
Gillis het luidst.
„Luistert echter, vooraf heb ik u nog iets
te zeggen," vervolgde de pastoor, „namelyk,
dat ik alle mogelyke nasporingen zal doen
naar de betrokkingen van het meisje, hetwelk,
naar men my gezegd heeft, tot den aanzien-
ïyksten stand schynt te behooreD, en dal,
mocht het my gelukken die betrekkingen te
ontdekken en deze het kind terug begeeren,
zy, die het aangenomen heeft, weder afstand
er van zal moeten doen."
„Ja, dat spreekt vanzelf I" riepen allen; „dat
spreekt vanzelf."
„En dat die betrekkingen haar, die het
kind heeft aangenomen, goed beloouen zullen,
i De Minister van Oorlog brengt nader ter
kennis, dat, met wijziging van de aankondi
ging in de „Nederlandsche Staatscourant"
I van Vrijdag 14 Augustus 1908, voor een
plaatsing bij bovengenoemde inrichting te
gen 16 September e. k., in aanmerking ko
men, voor:
a. infanterie hier te lande: J. Koolhaas
Revers, G. L. Pilger, J. J. A. Bakker, J.
G. W. Zegers, E. S. W. E. Tiesselinck, G.
A. Smite, J. C. A. Meijer, J. de Bie, A. W.
Claasen, M. L. J. Hofstee, F. A. E. R.
Wijnoldij Daniels, A. Q. H. Dijxhoorn, (J.
A. J. von Frijtag Drabbe, M. J. van der
Boon, J. Mantel;
b. cavalerie hier te lande: L. J. Kielstra,
W. C. baron van Randwijck, jhr. D. J. H.
N. den Beer Portugael, G. ;P'. dc Kruyff;
o. Artillerie hier te lande: A. E. Roest
van Limburg, P. Wefera Bettink, J. Rietse-
raa, F. von BallusecK, W. R. j^Iankert, H.
J. Strootman, K. A. F. van Waveren, A.
H. Nijhoff, P. van Exter, G. A. Geel, VV.
van der Hock, W. F. Meyer, J. L. Rauh,
P. Smits, R. G. Nieuwenhuys, J. G. Boodt,
O. J. Schouten
d. genie hier te lande: J. C. Tukker, J.
H. de Man;
e. infanterie in Nederlandsch-ïndië: HT.
J. Lindgreen, T. C. Lrindgreen, J. Slagt.-r,
H. N. Hosselaar, L D. Kimmijser, E. A.
Nix, J. G. K. Kcmmerling, G. K. H. de
Bont, J. L. de Voogt, G. J. A. Saraber,
C. E. W. Krediet;
f. cavalerie in ederlandsch-IndiëH.
Treffers;
g. artillerie in Nederlamdscb-IndiëJ
Claasen
h. genie in Nederlandsch-Indië: W. H.
Elsman, F L. W. Libourel. (Sts.-Ct.>
A del hor ten 2tle k9a**üe.
De Minister van Marine brengt door deze
nader ter kennis van belanghebbenden, dat,
met wijziging van de aankondiging in de
„Nederlandsche otaatscourant" van 15 de
zer, de nagenoemd jongelieden, in alpha je-
tische volgorde gerangschikt, zijn benoemd
tot adelborst 2de kl. L-y het Koninklijk In
stituut voer do Marine te Willemsoord:
W. C. Beels, J. G. van den Berg, L. A.
van Boven, C. H. Brouwer, H. J. Bueninck,
I. Hannik, J. J. van der Have, W. A. dc
Jong, A. F. Kerbert, P. Koenraad, F. A.
Kuhn, C. A. Lens, J. A. Leyh, H. Nieuwen
huys, F. A. Parmentier, A. E. G. Post
Uiterweer, A. L. E. Rambonnet, L. J. van
Roosendaal, J. C. A. Scholte, J. Schouten,
J. J. A. van Stave ren, R. Verdonck, P. van
Waasdijk en J. F. Wesseling. (Sts.-Ct.)
Chineesche boycot.
De correspondent te Batavia van „De
N. Ct." seint:
„De voornaamste Chineesehe firma's t©
Semarang boycotten de Handelsvereeniging
„Amsterdam" wegens aanzetting tot fail
lietverklaring."
De redactie der „N. Ot." teekent hierbij*
aan:
Het is niet voor de eerste maal, dat de
Handelsvereeniging „Amsterdam" het raeö
den Chineeschen handel te kwaad krhgt.
Eenige jaren geleden werd zij, na-ar wij mee
nen om gelijksoortige redenen als thans te
Semarang, door de Soerabaiasche Uhinee-
zen geboycot. Hoewel zij hemel cn aarde
heeft trachten te bewegen om aan den soli
dair geoefenden druk van haar tegenstan
ders te ontkomen en zelfs pogingen in het
werk werden gesteld om de regeer mg tot- een
tussohenkomst te haren behoeve over te ha
len, werd zij ten langen lest gedrongen een
schikking aan te gaan.
Reservekader bij het wapen der
genie.
De minister van oorlog brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat het examen van
hen, die wenschen te worden toegelaten tot
de verbintenis als vrijwilliger voor het re
servekader bij de genie, dit jaar zal plaats
hebben op 20 October en zoo noodig op een
of meer volgende dagen te Utrecht. Yoor
bijzonderheden zie men de „Staatscourant"
No. 204.
hieraan valt niet te twyfelen," merkte dc
reuzin aan.
„Ongetwyfeld," hernam de pastoor; „he^
tegendeel zou een groote ondankbaarheid zyn.
„Een verschrlkkelyke ondankbaarheid," ze Ld.
vrouw Gillis, die reeds in haar gedachten za»
hoe de bloedverwanten van haar aangenomer
kind het terughaalden en haar met Bchatter
overlaadden; „het zou een verschrikkeiyke
een ongehoorde ondankbaarheid zyn 1"
„De andere voorwaarde, hoewel van minder
belaug," vervolgde de pastoor, „Is deze dat
het parelsnoer, dat het meisje om den hals
draagt en naar het schynt een kostbaar klei
nood is, onder myn bewaring moet gesteld
worden mocht het my niet gelukken de betrek
kingen van het meisje te ontdokken, dan zal
ik het verkoopen, om uit de obprengst de
kosten van het onderwya te bostryden, daar
de kleine een opvoeding moet hebben, geëven-
redig.l aan den stand, waarin zy geboren schynt
te zyn; ik geloof, dat ieder deze voorwaarde
zoo biliyk zal vinden, dat niemand er iets kan
tegen hebben in te brengen I"
De reuzin beet zich op de lippen, en zeide,
dat, na zich wel bedacht te hebben, zy lievei
aan de lolerU geen deel wilde nemen, daar
haar man hoogenaamd geen kleine kinderen
ïyden mocht; en vrouw Gillis verklaarde rond
uit, dat zy genoeg te doen had met haar eigen
kinderen, om er een ander by te nemen en.
zoo onttrokken zich allen, die nog weinig
oogenblikken te voren zoo luide en oustuimlg
op het bezit van het kind hadden aangedrongen.
(Wordt vervolgd.)