Desinfectie van den arts aan het ziekbed. reIL Een lied van Het Algemeen iiederlandsch Verband. Het volgend lied van Willem Gijssels, ge- toondicht door Emiel Hidlebroeck, werd aan dr. Kiewiet de Jonge, voorzitter van „Het Algemeen Nederlandsch Verbond," opgedragen. Waar onze taal als vrije tolk Uit onze vrije zielen vaart, Daar leeft, daar streeft eenzelfde volk In eenen band geschaard. De grenzen over, wijd en zijd, De ganscke wereld rond, Vereenigt ons ten rechten strijd Het Nederlandsch Verbond. Waar 't lot ons leven heeft gevest, Trouw gloeit der liefde vlam, In Noord en Zuid, in Oost en West, Voor onzen ""eigen stam Niet langer laten wij verdeeld Ons boren in den grond; Wij minnen eigen woord en beeld Door 't Nederlandsch Verbond Een volk, dat zooveel helden schiep, Geeft nog van grootheid blijk Dat eeuw*ge kunst in 't leven riep, Is nog aan daden rijk. Geen macht vernielt het stamgevoel, Dat door ons harte zont, Zoolang wij opgaan in het doel Van 't Nederlandsch Verbond. Geen noodIn onze zeilen blaast Er thans een goede wind, Waardoor in 't volk'renkoor welhaast Ons volk zijn rang hervindt. Hoog ons gemoedDe toekomst voert Ons dra ten zegestond. Sterk zij de band, die ons omsnoert; Het Nederlandsch Verbond. Dt. Fritz Schlesinger schrijft in de „Me- dizinisohe Reform," dat hij niet gelooft, dat geneesheoren zoo vaak de infectie over brengen. De hoofdzaak is, dat de arts zich oP een bepaalden afstand van de patiënten en hun omgeving moet houden, en in elk geval van infectieziekte de mogelijkheid van de over brenging in het c-og moet houden. Het in zich opnemen van kiemen geschiedt öf door aanraking öf en wel het meest door de uitademingslucht van den patiënt; wie dat' voor oogen houdt, zal zich niet zoo gemakkelijk met kiemen overladen. Voor wicn het gevaar en de wijze van de infec tie niet steeds duidelijk is, voor hem heeft ook geen desinfectie en beschuttingsmid del eenig nut. Waar een helder dek of la ken niet te krijgen is, daar steekt dr. S. een handdoek tusschen hals en boord, zoodat borst en buik bedekt is. Bij onderzoek van de keel omhult hij de hand, die den spatel vasthoudt, en den voorarm met den twee den handdoek, of, als die niet voorhanden is, met de onderste punt van den eersten handdoek. Om bdj meerdere visites de binnen- en buitenzijden der doeken niet te verwisselen, maakt hij een teeken aan de buitenzijden. Zijn hoofd houdt hij bij in spectie van de keel, niet tegenover den mond van den patiënt, maar op zijde, zoo- dat do lijder niet in zijn gezicht ademt. Al8 desinfectie der handen en (indien on danks alle voorzorgsmaatregelen een hoest bui in bet gelaat gekomen is) van het ge dicht ia het voldoende zich flink met zeep te wasschon. Na het onderzoek van inwen dige ziekte-gevallen zitten immer de kie men los op de huid van den arts en laten die zich gemakkelijk mechanisch verwijde- Voor onderzoekingen, waarbij een innige aanraking met den drager der infectie plaats heeft (b.v. manueel nou so nd er zoek), moet ieder arts steeds vingercondomen bij ziob dragen. Chirurgische en obstetrische gevallen zdjn hieraan natuurlijk afgeschei den. Maakt men het zich nog tot gewoonte, bij het heengaan na de desinfectie den pa tiënt en diens familie niet de hand te ge ven, of slechts dan, wanneer men den handschoen heeft aangetrokken, evenzoo voorwerpen niet of met de gchandschoende hand aan te raken, laat men zich ten slotte als grondregel niet bij het aan- en uittrek ken .11 kleedingstukken helpen, dan zal men niet zoo gauw een infectiedrager wor den. Deze maatregelen zijn overal zonder moei lijkheden en tijdverlies uitvoerbaar. Zij mo gen niet den indruk bij de patiënten ma ken, alsof de arts overdreven angstig is. De artsenkamerhygiéne ligt daarom zoo in kwaden reuk, wijl de meeste artsen de spreekkamer, velen ook de wachtkamer, be halve voor geneeskundige, ook voor private doeleinden gebruiken. Een hygiënisch in gerichte kamer kan er wel net en vriendelijk uitzien, maar mag geen comfort van be haaglijkheid verspreiden, waaraan de arts wellicht behoefte heeft. Wil men daarom hygiënische artsenka mers hebben, dian blijft slechts over, be halve dc wachtkamer, een onderzoekings- en operatiekamer, uitsluitend en alleen voor geneeskundige doeleinden, in te richten,wat om vele redenen niet voor eiken arts mo gelijk is. Voor de wachtkamers zijn aan te beve len: linoleum op den vloer (e e n k 1 e u - r i g. zoodat men elk stofje kan zien), licht geverfde muren, lichte, waschbare gordij nen, massieve, eenvoudige houten moubclen (geen rieten, geen beklcode meubelen), niet veel versierselen aan de wandenvoor de ondorzoekingskamer, de gewone, algemeene inrichting als die van een operatiekamer. RECEPT. Tomaten au gratin. Goede rijpe tomaten worden, na gewas- schcn te zijn, door midden gesneden, daar na in een vuurvasten schotel geschikt en met kalfsjus of bouillon bedropen. Men zet ze in den oven, en als ze bijna gaar zdjn (in 15 of 20 minuten), overgiet men ze mot gesmolten boter, bestrooit ze met paneer meel of gestampte beschuit en laat ze aldus in den matig-warmen oven lichtbruin wor den. Meeningen van buitenmen- schen. Iemand wandelde eens met een boer door de velden, toen zij een schil der zagen zitten werken, en daarop ont spon zich het volgende gesprek: ,,Ik begrijp niet," zei de boer, „dat zoo'n mensoh met grijze haren nog zoo on deugend is." „Ondeugend vroeg ik verwonderd. „Ja, dat hij nog al maar zin heeft om van die prentjes te maken?" 't Was een schilder van gerechte reputa tie. Een ernstig kunstenaar, dien ik wel kende. En ik vatte dus vuur op de laatdun kendheid van den boer. Maar toen zei hij: „Goed dan, die heer mag zoo knap wezen als hij wil. Toch is 't land hier veel mooier dan hij 't kan schilderen. Ik heb al zooveel schilders aan ;t werk gezien, en dan dacht ik altijdzoo- als God het geschapen heeft, ken jullie 't niet maken. Een vrij man heeft aan 't land zelf veel meer zijn vreugde dan aan hun verf. Schilderijen, die moesten ze in de ge vangenis hangen. Tusschen die muren, diar hebben de stumpers er misschien hun blijd schap nog aanl" Een weldadig man, welbekend voor zijn vriendelijkheid voor zwervers en bedelaars, bad aan den ingang van zijn tuin een hou ten huisje geplaatst met een tafel er in, waarop altijd een brood en een kruik wa ter voorhanden waren voor wie honger en dorst mocht hebben. Toen hij onlangs, volgens zijn gewoonte, in he* ging kicken, vond hij, dat '"'on stuk van het brood was opgegeten en dat daarnaast een stuiver was neergelegd in een vuil papiertje. Nieuwsgierig wat dat beteekenen mocht, vouwde hij het open en vond daarop de me- dede..ling, dat de stuiver dienen moest voor een stukje kaas voor den volgenden armen drommel I Kindermond. „Mama, ik heb pijn in mijn maag", zegt de vijf-jarige Piet. ,,Dat komt, omdat je aan bet ontbijt niets hebt willen gebruiken; je zou je heel wat beter voelen, als je er iets in hadt." Dienzelfden middag komt dominee een visite maken, en in den loop van het ge sprek deelt hjj mede, dat hij den geheelen dag al hoofdpijn heeft. „Dat komt, omdat uw hoofd leeg is", meent Pietje„u zou u heel wat beter voe len, als u er iets in hadt." In een proces over een weg moeten op bevel van de rechtbank de oudste bewoners van het dorp X. over den vroegeren toe stand van den weg gehoord worden. De met de vaststelling der oudste bewoners be laste politie-beambto schrijft terug: „De opdracht is niet uitvoerbaar, daai de oudste bewoners van X. allen dood zijn Gids in een museum: „Dit beeld houwwerk gaat terug tot Praxiteles." Bez o eker: „Wat mankeert er dao aan? Bevalt het niet?" Een predikant sprak over de verganke lijkheid der aardsche dingen. „Ziet de groo- te steden der oudheid!" riep hij uit. „Waai zijn zij nu? Eenige zijn zoo totaal verdwe nen, dat het te betwijfelen is of zij wel ooil bestaan hebben." Een nieuw woord. Keuken meid: „Mevrouw, daar is de groenten- man." Mevrouwr „Als je een deftige keu kenmeid wilt zijn. dan moet je zeggen „kool- porteur." Al tcvrijpostigl In een kan toor zitten de patroon en zijn bediende. Plotseling verduistert de lucht; een onweer is in aantocht." „Wij krijgen onweer", zegt de bediende. „Wij Sedert wanneer ben je mijn com pagnon?" Nooit verlegen. Bandiet: „Je geld of je leven!" Oolporteur: „Sta mij toe u in plaats van mijn leven „Het leven van Fre- derik de Groote" in; drie deelen aan te bie den; de wijze van betaling geheel naar uw believen l" Een Japanner leest en schrijft van rechts naar links. Yan een Japansche zaag zijn de tanden zóó gesneden, dat men naar zich toe zaagt in plaats van het van zich af te doen. Als een Japanner gaat fietsen, zet hij zijn stuur omgekeerd. Een Japansch diner begint met thee en koekjes; dan komen soep en visch. Japansche bedienden nemen eerst stof af en vegen dan den grond. De geschiedenis van een huwelijk in brief- opschriften WelEd. Heer Geachte Heer.....* Waarde Heer Waarde Henri Beste Henri Lieve Henri Dierbare Henri, Geliefde Henri Liefste Bruidegom Mannetje-lief Beste Henri.. Henri Man Mijnheer....»* Tiran.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 18