fjo, 14858 Vrijdag; 31 Juli. A*. [908. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. OiTieieele Kennisgeving. FEUILLETON. B© kleine I£g1s©M. PRIJS DEZËK COURANT» Voor Leiden per week 9 Oentei per 8 meenden i i f 1.10. Boiten Loiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn li, 1.30. Franco per post 11, 165. PEUS DEK ADVEBTENTIEN: Van 1—6 regeli ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}. Grootere lettere naar plaatsruimte. - Kleine tdvertentiën ran 30 woorden 40 Oents oontantelk tiental woorden meer 10 Oents. - Voor bet incasseeren wordt 0.05 berekend. IiikouastetibelnsfisDg. Burgemeester en Wethouders van Lei- [jden brengon in herinnering, dat met 31 Juli o. K. do eeisto ternjyii vervult van I de Inkomstenbelasting, dienst 190-, en dat alzoo op den lsten Augustus minstens l/e gudeelto van den aanslag moet z^n voldaan. Zij noodigen mitsdien belanghebbenden uit, om, ter voorkoming van vexvolgings- fcoslcn, tot de betaling van het verschuldig- I de ten kantore van den Gemeente-Ontvan ger <*r te gaan Burgemeester en Wethouders voornoemd. DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEÏBT, Secretaris. Leiden, 80 Juli 19U8. ^euieeiiterokeniiis. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter nl^emeene kennis, dat do rekening en verantwoording van de ontvangsten en uitgaven dezer gemeente, over liet ja ir 1907, mei al de daarbtf behooronde bescheiden, aan den Gemeenteraad ia overgelegd, te geRjk voor een ieder gedurende veeitien dagen tei lozing neorgelogd tor Secretarie dezer gemeente en in diuk, legen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar zal worden gestold. Geschiedende daarvan, ingevolge art. 219 der gomeentowet, oponbaro kennisgeving, door plaatsing in het „Leidsch Dagblad". Burgemeester eu Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VA-N HEYS'l', Secretaris. Leiden, 31 Juli 1903. Subsidic-aanvraftg voor de Kintlcrbewaarpliiat» te JLeiulcE. Van do „Vereeniging tot verzorging van tleino kinderen tc LoideQ", door wie een subsidie van 500 uit do gemeentekas ge vraagd wordt, kan incn zeker niet zeggen dat zij al tc spoedig bij de gemeente aan klopt om geldelijk n steun te ontvangen. Immers reeds sinds 22 jaren is zij werk zaam ou gedurende al die jaren hebben do ingezetenen onzer gemeente de vruchten van haar weldadig streven geplukt. En een der bezwaren, welke ook door B. on Ws. «cl eens tegen het verlccnen van subsidie aan pajticuliore vercenigingen werden aan gevoerd, n.l. dat het particulier initiatief eerst behoort te tooncn wat het met eigen middelen vermag, zou dan ook thans zeker niet op zijn plaats zijn. Maar ook afgscheiden hiervan, blijkt U't het door de vereeniging bij haar verzoek overgelegd verslag over het jaar 1907, in hoe groote behoefte de door dc vereeniging gestichte kinderb-waarplaats voorziet. Aan niet minder dan 11812 kinderen toch, tus- schen en 8 jaar oud, werd in dat jair hetzij voor den geheelen, hetzij voor den halven dag onderkomen en verpleging ver strekt. In niet minder dan 150 gezinnen stelde dit de moeders in staat met een ge rust hart het dagelijksch brood to verdie- non. En hoewel do verzorging van zoovele kinderen uit den aard der zaak groote uit gaven moest voreischcn, was de vereeniging toch bij machte gedurende zoovele jaren uit vrijwillige giften en dc vergoeding van 10 cents per dag per kind de kosten te be strijden. Thans echter gaat haar dit te moei lijk vallen. De beide laatste jaren leverden een nadeelig saldo op van resp. f 28 cn f 375 en indien dus geen versterking van inkomsten plaats vindt, zal zij niet langer aan het steeds vermeerderend «aantal aan vragen om plaatsing kunnen voldoen. Sinds 1801 steeg het aantal v.rpleegdc kinderen van 8076 in dat jaar t>ot 11,812 in 1907, ter wijl omgekeerd de ontvangsten der vereeni ging in 1907 270 minder bedroegen dan in 1901. Wel is er zoowel in de ontvangsten als in de uitgaven der vereeniging jaarlijks grooto afwisseling merkbaar, maar toch moet het uit bovenstaande cijfers duidelijk zijn, dat do vereeniging niet langer zonder hulp van buiten haar zoo nuttigen arbeid, althans in den gewenschten omvang, zal kunnen verrichten. En bedenkt men dan verder dat, gelijk in do toelichting tot het verzoek wordt ge zegd, in Zutfen aan de daar gevestigde kinderbcwaarplaats een subsidie vanwege de gemeente wordt verstrekt van 200, in Arnhem van 400 en in Groningen zelfs van f 1000, dan zouden B. en Ws. zeker alleszins geneigd zijn den Raad tot een vol ledige inwilliging van het verzoek te advi- seeren, ware het niet dat dc toestand der gemeentelijke geldmiddelen tot dc grootst mogelijke omzichtigheid noopt. Toch achten zij ook onder deze omstan digheden een jaarlijksche subsidie van f 250 alleszins gewettigd, met ingang van het looponde jaar en tot wederopzoggens. Leiden, 3] Juli. De volgende voordracht is opgemaakt voor de benoeming van een 3de onderwijze res in dc handwerken aan de o penna re school der 4de klasse No. 2, ter vervulling van de vacature ontstaan door clc benoif- ming van mej. H. Over diep tot 3de onder wijzeres aan de openbare school 3de klasse No. 6: lo. mej. J. van der Stel, 4do onder wijzeres aan de openbare school der 4oe klasse No. 2; 2o. mej. M. J. Choufour, 4oo onderwijzeres aan de openbare school dor 3de klasso No. 4; 3o. mej. E. J. J. Wage- mans, eertijds 4de onderwijzeres aan de openbaro school der 3de klasse No. 6. Voordracht voor de benoeming van een onderwijzer, belast met het onderwijs in het Franseh aan die leerlingen der Jongens school en der Meisjesschool 2de klasse, wel ke, na een der scholen der 3de of 4do klasse te hebben afgc-loopon, tot do eerstgenoemdo scholen wordern toegelaten, en zulks ter voorziening in do vacature, welke zal ont staan ten gevolge van het met ingang van 1 September a.a. door den onderwijzer W. Wolda gevraagd eervol ontslag: lo. W. Prins, onderwijzer aan de openbare school der 3de klasse No. 4; 2o. mej. J. Koolhaas, onderwijzeres aan de openbaro school der 4de klasso No. 13o. moj. N. G. Herfst, tij delijk onderwijzeres aan de openbare school der 3de klasse No. 1. Aan do school der 2de klasse voor Jon gens en Meisjes is nu reeds 6inds drie jaren als tijdelijk onderwijzeres werkzaam mej. J. G. Vlieland. Zeer tot tevredenheid van het hoofd der school heeft zij al die jaren tiaar werkzaamheden verricht. Uitzicht dat deze tijdelijke betrekking eerlang weder zou moeten worden opgehe ven, bestaat niet en aangezien het max* mum aantal onderwijzers, dat volgens do vorordening aan deze school verbonden mag zijn, nog niet bereikt is, bestaat cr dus volgens B. en V/s. alleszins reden om tot de vaste aanstelling van mej. Vlieland over te gaan. Zij geven mitsdien in overweging in dien zin te besluiten, terwijl zij den Raad ter voldoening aan het voorschrift van art. 29 der wet op het Lager Onderwijs de vol gende voordracht aanbieden: lo. mej. J. G. Vlieland; 2o. mej. H. Ritman, onderwijze res aan de school 4de klasse No. 2; 3o. mej. E. C. O. Mingelen, onderwijzeres te Har- melen. Den 14den Augustus a. s. eindigt de pacht van de beide aan dc gemeente toe- bchoórende po roe el en weiland aan den Zoe- tcrwoudschen Singel. B. en Ws. zouden dan ook reeds weder t-ot een openbaro verpach ting dier perceel en zijn overgegaan, ware het niet dat, gelijk hun college vernomen had en uit het inmiddels bij den Raad in- geikom n adres juist gebleken is, bij bet collegium van het Studentenkorps plannen bestonden om bij het eerstvolgend lustrum do feesttent op dat terrein tc plaatsen. Vasten vorm konden evenwel die plannen nog niet aannemen, aangezien het. onzek r is of wellicht van de zijde der gemeente onoverkomelijke bezwaren tcgon do verwe zenlijking daarvan konden rijzen. Onder deze omstandigheden schijnt het B. en Ws. wenschelijk dat de pacht alsnog ondershands voor den tijd van één jaar worde verlengd. Overhaasing in het nemen van een besluit wordt dan voorkomen cn eveneens hot gevaar uitgesloten, dat het eventueel opnemen van beperkende bepa lingen in het pachtcontract de pachtsom zou kunnen drukken. De pachter is zijnerzijds reeds weder voor een jaar gebonden aangezien hij zich niet vóór 15 April 1.1. omtrent een eventueele be stendiging van de huur heeft uitgesproken. Het Bestuur der Vereeniging tot be strijding der tuberculose als volksziekte, ge vestigd tc Leiden, heeft zich tot den ge meenteraad gewend met het dringend ver zoek aan de Ver. over het jaar 1908 een ge meentelijke subsidie te willen toekennen van vijftienhonderd gulden. Het Bestuur grondt zijn aanvrage om een hoogcro subsidie dan verleden jaar werd gevraagd en verleend op de omstandigheid, dat de financicele middelen der Vereeniging in weerwil van het batig saldo va-n dit jaar ten bedrage van duizend guldon dat uit sluitend verkregen werd door beperking der uitgaven onder den indruk van de on zekerheid der inkomsten geheel onvol doende zijn hot doel, dat de Voroenigmg zich heeft gesteld, naar bckooreu na to stre ven. Naar aanleiding van dit adres deden B. cn Ws. den Raad mede, dat va-n inwilliging van het verzoek om nog de o v o r h c t 1 o o- pendo jaar toegekende subsidie met 500 gulden te verhoogen, naar hun dunkt, geen sprake kan zijn. Vermoedelijk is hier cam ook meer aan oen schrijffout te denken en zal de bedoeling wel geweest zijn om met het oog op de vaststelling van dc gemècntc- begrooting voor het volgende dienstjaar, voor dat jaar een subsi die verhooging van 500 gulden aan te vragen. Maar ook zoo meencn zij, dat tot een al- geheele inwilliging van het verzoek nog niet kan worden overgegaan. Immers hoezeer ook liet streven der vereeniging door hen wordt gewaardeerd, hoe groot ook, zij er kennen het gaarne, het nut is, dat ze voor de openbare hygiëne oplevert, toch mogen zij ook waar het verzoeken als dc/.o geldt, den algemecnen toestand van dc gcmecntc- finaneicn niet uit het oog verliezen. En wanneer zij dan bedenken dat Liet hier nog een zeer jonge vereeniging gekit en dat haar voor het eerst over het jaar 1907 een gemeentelijke subsidie van 1000 gulden werd verleend, dan zouden zij zich niet verant woord achten haar reeds thans ecu subsidic- verhooging van 500 gulden toe te kennou. Van den anderen kant evenwel verdient het streven der vereeniging zeker alleszins aanmoediging en mag men veilig zeggen, dat slechts zelden voor een zoo nuttig doel steun uit de gemeentekas wordt verleend. En daarom kunnen B. cn Ws. wel vrijheid vinden den Raad ook onder de tegenwoor dige moeilijke tijdsomstandigheden tot ccn verhooging der subsidie met 250 gulden tc advisecrcn. Da^-roic geven zij in overweging te beslui ten &.vn de Vereeniging voor het jaar 1900 een subvidie toe tc kennen van 1250 guldon. In overweging wordt gegeven aan den heer W Wolda op zijn verzoek, met ingang van 1 September 1908, eervol ontslag tc ver- lecnvn tit ;ijn betrekking van onderwijzer in de I'ansclo taal aan dc Jongensschool 2de klasse en aan de Meisjesschool 2de kl. alhier, wegeus zijn benoeming tot oridcrwïj zer lste klaese te 's-Gravenhage. Tegen iu-'jiliging van het verzoek vat mej. G. F Jap'Xsc, om wegens huwoüjk me» ingang van i September a.s., eervol outslag uit haar betrekking van onderwijzeres aan de openbare school der 4de klasse No. 1 al hier, bestaat geen rezwaar. Ook niet tegen inwilliging van het ver zoek van don he-, r ~T. A. Schreuder, om co» tinuatie voor der- tijd van drie jaren ia de betrekking van stadsgeneesheer. Voorgesteld werdt gunstig te beschikkei op liet verzoek van mej. C. J. dc Nie, om met ingang van 1 September 1908 eervol tx vvordon ontslagen uit haar betrekking van onderwijzeres aan de openbare school der 3de klasse No. 5, wegens haar benoeming tot onderwijzeres tc Oosterbeek. Ingevolge het Reglement op het beheer en bestuur van het krankzinnigengesticht „Eadogeest" en het sanatorium „Ruyn- geest", bicden B. cn Ws. den Raad, ter ver vulling der vacature, welke zal ontstaan door dc period, aftreding van den heer J. Korovaar P.Azn. als lid der Commissie van Beheer, na raadpleging dier oommissie, de volgende aanbeveling aanlo. J. Kore- vaar P.Azn., 2o. J. G. Zaalberg. Tegen den in Laar har-den gestelden supplctoiren staat van begrooting van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis en den staat van af- cn overschrijving op dc bc. grooting dier instelling, beide het dienst jaar 1907 betreffende, heeft de Commissi* van Financiën geen bedenkingen, evenmin tegen de door Commissarissen der Stads- Bank van Lcening ingediende rekening en verantwoording dier instelling over tet jaar 1907, blijkens welke dc exploitatie een nadeelig slot van f 1014.34 aanwijst. Zij ad viseert dus den Ra-ad tot goedkeu* ring van beide staten cn die rekening te besluiten. De ervaring heeft geleerd, dat wijzi ging van do. afdecling ,,Van de premién cn werkloonen" der in 1899 vastgestelde verordening op do Brandweer alleszins wenschelijk is. Zoo moet het, volgens B. en Ws. in do eerste plaats onbillijk heeten, dat do loonen tot du r slechts werden uitbetaald voor elk uur dienst, nadat de spuit in werking is gesteld, tewijl het tooh niet meer dan natuurlijk is, dat l.efc loon ingaat op 't oogenblik, dat 't personeel tot den dienst wordt opgeroepen. Maar ook i. „Adieu! Adieu! Schrijf maar eens gauw!" Kobold knikte, bcloofdo lachend, te zullen schrijven, kuste haar oom en' tante, die se dert haar achttiende jaar bij haar de plaats barer ouders hadden vervuld, nam een menigte bloemen en confituren in ont vangst en stapte in den coupé. Do troin zette zich in beweging. Had zij hom tot stilstand kunnen brengen, dan had lij het graag gedaan; ja, zij had met plezier aan dc noodrem getrokken, maar zoo iets veroorlootde haar reiskas haar niet. Ko bold was zoo arm als een kerkmuis en zoo verwend als een prinses. Zij had tot nu toe alleen de zonzijde des levens leeren kennen. Wel is waar had zij ook zorgen gehad, groo te zware zorgen, maar alle menschen had don haar die met hartelijke liefde helpen dragen en h«aar vroolijk gemoed hielp daar aan niet weinig mede. Toen zij op een goeden dag ontdekte, dat zij zes of zeven jaar in het huis harcr bloed verwanten had doorgebracht spelend, schertsend, dansend en dat zij van een spe lend, verwend popje een tot volle ontwik keling gekomen vrouw was geworden, stopte Kobold haar kleine, witte handjes in haar fcaeht aschblond haar cn begon na te den ken. Bij dit werk werd zij een beetje bleek cn haar oogen begonnen op een zonderlinge Dianier te glanzen. Toen nam zij haar han den uit het haar cn telde haar vingers af. Zij liet haar bewonderaars de revue passce- ren. Ja, aanbidders had zij genoeg; eenigen hunner hadden haar ook graag getrouwd, maar ze waren even arm als zij zelf. Moest zij een oudc-jongejuffrouw worden1? Daar w„ heel veel kans op, raaa^ ze had er toch werkelijk geen lust in. Van dit oogenblik af ontwaakte bij haar bet verlangen haar geluk eens in de wijde i wereld te beproeven en drie weken later ontving burgemeester Olof Granberg den volgenden brief ,,Uit uw advertentie zie ik, dat u een niet tc jonge dame vraagt voor do waarne ming uwer huishouding en tot gezelschap van uw jeugdige bloedverwante. Ik heb wel nog nooit een dergelijke betrekking bekleed, maar daar mij alles, wat tot de huishou ding behoort, interesseert, en ik gewoon ben met jonge meisjes tc verkeeren, zoo zou het mogelijk kunnen zijn, dat ik u voldeed. Uit de ioliggende photographic ziet u, dat ik do eerste jeugd reeds lang voorbij ben, cn ik hoop, mocht uw keuze op mij vallen, aan uw huiselijke omgeving dat voorkomen van een gemoedelijk „chez soi" te geven, dat u waarschijnlijk verlangt. Hoogachtend, Margarete von Golde." Het had de kleine Kobold heel wat moeite gekost, dezen brief in zulk een waardigén, kalmen toon tc schrijven, als bij de zaak paste. De woorden, dat zij ,,de eerste jeugd reeds lang voorbij was", ontlokten baar een diepen zucht, maar zij troostte zich er me de, dat de photographic heelemaal niet op haar geleek, want daarop keek zij ernstig, deugdzaam cn oud als haar eigen groot moeder. Burgemeester Granberg legde Margarete von Golde's brief afzonderlijk cn niet bij de meer dan vijftig andere aanbiedingen, die hij bovendien had ontvangen. Dc brief in teresseerde hem werkelijk, omdat hij zich in den grond onderscheidde van de andere, die zich meest alle kenmerkten door een overdreven beschrijving van de capacitei ten, welke de slicrijfsters zichzelf toeken den, zoowel op culinarisch als op pa cd ago gisch gebied. Maar toch kon hij een zeker gevoel van beklemdheid, of angst, of hoe men het noemen wilde, niet van zich afzet ten bij het lezen van dien eleganten stijl en dat vlugge handschrift. Bovendien bevatte de brief een uitdrukking, welke hem niet beviel. „Chez soi", klonk zoo aristocratisch en paste heelemaal niet voor zijn huis en zijn stad. Maar het mooie, zware postpa pier, het eonvoudige, blauwgroene couvert en het portret der waarschijnlijk aebt- of negen-en-twintigjarige dame waren daaren tegen wel naar zijn smaak. Zij rtföëst heet aardig wezen, dacht Olof Granberg. Vol gens hem waren ongehuwde dames slecnts tot haar twintigste jaar jong. Dat waren nu eenmaal de opvattingen in zijn kleine, anti- divuliaansc-he stad. Voor het jonge achter nichtje, dat hij tijdens den winter bij zich in huis had genomen, opdat zij zich in mu ziek en talen zou kunnen oefenen, zou het gezelschap ccner goed ontwikkelde, wël op gevoede dame van groot nut zijn, want. als hij eenmaal met Anna Lange trouwde, was het gewcnscht, dat. zij flink de waardigheid van vrouw des huizes wist op te houden. Zoo viel dus zijn keus op Margarete von Golde. Hij antwoordde haar heel beleefd, slooi. een photographie van hem en Anna bij eren brief in en vroeg wanneer zij dacht haar nieuwe functie te kunnen aanvaarden. Kobold lachte over den oud-frankischen brief van den burgemeester, dat haar de tranen over de wangen liepen, maar toen zij wat bedaarder was geworden cn de pho tographie eens nauwkeurig bekeek, kwam cr een ernstige trek op haar gezicht. De bur gemeester was volstrekt niet mooi, maar hij zag er uit als een man in den besten zin des woords. Hij had een paar wondermooie oogen cn een helder, goedgeteekend voor hoofd. Kobold gevoelde plotseling een on- wcerstaanbaren lust- bij zich opkomen haar lippen op dat voorhoofd te drukken op dc plek, waar het haar een hoek vormde. Maar foei, dat waren onbehoorlijke ge dachten! Kobold schaamde zich voor zich zelf. II. Toen Kobold ccn halfuur in Olof Gran- bergs huis had vertoefd en de hoogc, met dc uiterste netheid in orde gehouden, maar vrêêselijk stijf met ouderwelsche meubelen voorziene kameis had bekeken, wist zij al, dat zij een volkomen verandering daarin moest brengen, wilde zij zich er ook maar een oogenblik thuis gevoelen. En juffrouw Anna moest ook eens flink wakker geschud worden en nieuwe toiletten hebben. Een koffiebruine, wollen japon was geen klee- diug voor een jong meisje als zij; het was volgens Kobold'a opvatting de schaal van een Java-koffieboon. Morgen, aan den dag zou zij met Anna wel eens naar een kleer maakster gaan. Olof Granberg beantwoordde volkomen aan de voorstelling, die zij zich naar aan leiding van de photographie van hom had ge maakt, en haar warm hart kuopte telkens sneller, wanneer hij h«aar aansprak.Zij dwong zich om een kalme, afgemeteu houding aan te nemen, telkens wanneer hij tegen haar sprak, om den indruk te verbergen, dien hij op haar had gemaakt. Dat was ook weder iets, hetwelk alleen een Kobold kon invallen: op een vreemden man vcrlieven. De burgemeester vond, dat. zij gehcil an ders was dan hij had verwacht; hij maak te in stilte bij zichzelf dc opmerking, dat zij heölemaal niet. in zijn huis zou passen. In do eerste plaats had hij reeds gemerkt, dat zij een heel verwend meisje, was. Had zij hem niet zonder eenigen omslag haar reistasch van uit den coupé toegereikt, op dat hij die zou dragon, en had zij niet eeni- ge oogenblikken geleden datzelfde met haar kopje gedaan, om hem een tweede kop kof fie te laten inschenken Gelukkig was de altijd even gewillige Anna cr bij tegenwoor dig geweest en deze schonk een tweede kopje in. In dc tweede plaats zou zij natuurlijk al len heeren het hoofd op hol brengen cn in de derde plaats was zij niet waarheidlie vend. Zij was volstrekt nog niet „de eerste jeugd al voorbij" zooals zij in haar brief had geschreven. Margarete von Golde babbelde opgewekt mot dc kleine Anna, die intusschcn niet veel anders dan ,,ja" en „neen" zei en geduren de «al dien tijd baar oom Olof met onrustig vragende blikken aankeek. De groote kamer maakte, volgens ICo- Lx>ld, volstrekt, geen harmonischen indruk. Zij gaf haar voornemen te kennen, daarin verandering tc brengen. ,,U wilt toch van mijn woonkamer geen onbewoonbaar pronkvertrek maken?" vroeg de burgemeester, eenigszins angstig. „Neen, het zal alleen zoo worden, dat wij ons er op ons gemak zullen gevoeKn, wij drieea." Dat laatste woord kwam er eenigszins aarzelend uit en ondanks haarzelf kleurde zij. Olof lachte. Waarom had men dat kind do wereld ingezonden? Zij zou aile3 bij hem op stelten zetten I Het zou misschien mair het verstandigste zijn, haar tc zeggen, dat zij bij hen niet paste, maar hij wou het niet zoo bruusk ineens doen; dat had nog wet een beetje den tijd. Alleen was hij cr een beetje ongerust, over, dat zij een minder ge wenschten invloed op zijn jeugdig niohcy zou uitoefenen. Hij nam hartelijk de dooi. het werken een beetje ruw geworden hand van het meisje in do zijne cn zei: „Wij zijn in al onzen eenvoud gelukkig en tevreden geweest, nietwaar Anneke? Denk cr aan, dat we dat zullen blijven, wanneer juffrouw von Golde hier den boel verandert?" „Ja, natuurlijk, oom Olof!" Margarete zag beiden aan en kwam zich-3 zelf op dat oogenblik hier merkwaardig overbodig voor. Zou de toekomst zoo worden? Zij leunde met het hoofd tegen de leuning van dcrï stoel en haar gezicht werd plotseling ern stig. Was het werkelijk waar,, dat zulke lclci- ne luxe-vrouwtjes moeilijk tot een huwelijk kwamen? Dat had eens iemand gezegd ca zij betreurde het, maar het was haar on mogelijk zich haar eigen gestalte in ccn koffiebruine wollen japon voor te stellen, met. een „ja, natuurlijk", of „neen, natuur lijk" op do lippen. Bevielen den manned werkelijk zulke vrouwen, wanneer zij eert flink voorhoofd en mooie oogen hadden en er uitzagen als... Olof Granberg? ,,U is zeker wel vermoeid, juffrouw vod Golde?" Olof's stem had ook een weeked klank, als hij met haar sprak, evenals oC zij en die Anna een paar schoolmeisj'es w«v ren. „Neen, maar ik ga mijn koffers uitpak-' ken. Wilt u helpen, juffrouw Lange?" Het waren allemaal wonderen, die Anna* bij dit uitpakken tc zien kreeg. Het kwam haar voor, als was zij plotseling in een vad parfum geurend modemagazijn verplaatst, en haar oogen keken star van verwondering naar de elegante toiletten met toebeb >renw waarvan Kobold nonchalant verklaarde^ dat zij er niet. b&iien kon. (Slot volgt. X

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 1