fjo, 14858
Vrijdag; 31 Juli.
A*. [908.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
OiTieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
B© kleine I£g1s©M.
PRIJS DEZËK COURANT»
Voor Leiden per week 9 Oentei per 8 meenden i i f 1.10.
Boiten Loiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn li, 1.30.
Franco per post 11, 165.
PEUS DEK ADVEBTENTIEN:
Van 1—6 regeli ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}. Grootere lettere naar
plaatsruimte. - Kleine tdvertentiën ran 30 woorden 40 Oents oontantelk
tiental woorden meer 10 Oents. - Voor bet incasseeren wordt 0.05 berekend.
IiikouastetibelnsfisDg.
Burgemeester en Wethouders van Lei-
[jden brengon in herinnering, dat met 31
Juli o. K. do eeisto ternjyii vervult van
I de Inkomstenbelasting, dienst 190-, en dat
alzoo op den lsten Augustus minstens l/e
gudeelto van den aanslag moet z^n voldaan.
Zij noodigen mitsdien belanghebbenden
uit, om, ter voorkoming van vexvolgings-
fcoslcn, tot de betaling van het verschuldig-
I de ten kantore van den Gemeente-Ontvan
ger <*r te gaan
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEÏBT, Secretaris.
Leiden, 80 Juli 19U8.
^euieeiiterokeniiis.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter nl^emeene kennis, dat do rekening
en verantwoording van de ontvangsten en
uitgaven dezer gemeente, over liet ja ir 1907,
mei al de daarbtf behooronde bescheiden, aan
den Gemeenteraad ia overgelegd, te geRjk voor
een ieder gedurende veeitien dagen tei lozing
neorgelogd tor Secretarie dezer gemeente en
in diuk, legen betaling der kosten, algemeen
verkrijgbaar zal worden gestold.
Geschiedende daarvan, ingevolge art. 219
der gomeentowet, oponbaro kennisgeving, door
plaatsing in het „Leidsch Dagblad".
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VA-N HEYS'l', Secretaris.
Leiden, 31 Juli 1903.
Subsidic-aanvraftg voor
de Kintlcrbewaarpliiat» te JLeiulcE.
Van do „Vereeniging tot verzorging van
tleino kinderen tc LoideQ", door wie een
subsidie van 500 uit do gemeentekas ge
vraagd wordt, kan incn zeker niet zeggen
dat zij al tc spoedig bij de gemeente aan
klopt om geldelijk n steun te ontvangen.
Immers reeds sinds 22 jaren is zij werk
zaam ou gedurende al die jaren hebben do
ingezetenen onzer gemeente de vruchten
van haar weldadig streven geplukt. En een
der bezwaren, welke ook door B. on Ws.
«cl eens tegen het verlccnen van subsidie
aan pajticuliore vercenigingen werden aan
gevoerd, n.l. dat het particulier initiatief
eerst behoort te tooncn wat het met eigen
middelen vermag, zou dan ook thans zeker
niet op zijn plaats zijn.
Maar ook afgscheiden hiervan, blijkt U't
het door de vereeniging bij haar verzoek
overgelegd verslag over het jaar 1907, in
hoe groote behoefte de door dc vereeniging
gestichte kinderb-waarplaats voorziet. Aan
niet minder dan 11812 kinderen toch, tus-
schen en 8 jaar oud, werd in dat jair
hetzij voor den geheelen, hetzij voor den
halven dag onderkomen en verpleging ver
strekt. In niet minder dan 150 gezinnen
stelde dit de moeders in staat met een ge
rust hart het dagelijksch brood to verdie-
non. En hoewel do verzorging van zoovele
kinderen uit den aard der zaak groote uit
gaven moest voreischcn, was de vereeniging
toch bij machte gedurende zoovele jaren
uit vrijwillige giften en dc vergoeding van
10 cents per dag per kind de kosten te be
strijden. Thans echter gaat haar dit te moei
lijk vallen. De beide laatste jaren leverden
een nadeelig saldo op van resp. f 28 cn
f 375 en indien dus geen versterking van
inkomsten plaats vindt, zal zij niet langer
aan het steeds vermeerderend «aantal aan
vragen om plaatsing kunnen voldoen. Sinds
1801 steeg het aantal v.rpleegdc kinderen
van 8076 in dat jaar t>ot 11,812 in 1907, ter
wijl omgekeerd de ontvangsten der vereeni
ging in 1907 270 minder bedroegen dan in
1901. Wel is er zoowel in de ontvangsten als
in de uitgaven der vereeniging jaarlijks
grooto afwisseling merkbaar, maar toch
moet het uit bovenstaande cijfers duidelijk
zijn, dat do vereeniging niet langer zonder
hulp van buiten haar zoo nuttigen arbeid,
althans in den gewenschten omvang, zal
kunnen verrichten.
En bedenkt men dan verder dat, gelijk
in do toelichting tot het verzoek wordt ge
zegd, in Zutfen aan de daar gevestigde
kinderbcwaarplaats een subsidie vanwege
de gemeente wordt verstrekt van 200, in
Arnhem van 400 en in Groningen zelfs
van f 1000, dan zouden B. en Ws. zeker
alleszins geneigd zijn den Raad tot een vol
ledige inwilliging van het verzoek te advi-
seeren, ware het niet dat dc toestand der
gemeentelijke geldmiddelen tot dc grootst
mogelijke omzichtigheid noopt.
Toch achten zij ook onder deze omstan
digheden een jaarlijksche subsidie van f 250
alleszins gewettigd, met ingang van het
looponde jaar en tot wederopzoggens.
Leiden, 3] Juli.
De volgende voordracht is opgemaakt
voor de benoeming van een 3de onderwijze
res in dc handwerken aan de o penna re
school der 4de klasse No. 2, ter vervulling
van de vacature ontstaan door clc benoif-
ming van mej. H. Over diep tot 3de onder
wijzeres aan de openbare school 3de klasse
No. 6: lo. mej. J. van der Stel, 4do onder
wijzeres aan de openbare school der 4oe
klasse No. 2; 2o. mej. M. J. Choufour, 4oo
onderwijzeres aan de openbare school dor
3de klasso No. 4; 3o. mej. E. J. J. Wage-
mans, eertijds 4de onderwijzeres aan de
openbaro school der 3de klasse No. 6.
Voordracht voor de benoeming van een
onderwijzer, belast met het onderwijs in het
Franseh aan die leerlingen der Jongens
school en der Meisjesschool 2de klasse, wel
ke, na een der scholen der 3de of 4do klasse
te hebben afgc-loopon, tot do eerstgenoemdo
scholen wordern toegelaten, en zulks ter
voorziening in do vacature, welke zal ont
staan ten gevolge van het met ingang van
1 September a.a. door den onderwijzer W.
Wolda gevraagd eervol ontslag: lo. W.
Prins, onderwijzer aan de openbare school
der 3de klasse No. 4; 2o. mej. J. Koolhaas,
onderwijzeres aan de openbaro school der
4de klasso No. 13o. moj. N. G. Herfst, tij
delijk onderwijzeres aan de openbare school
der 3de klasse No. 1.
Aan do school der 2de klasse voor Jon
gens en Meisjes is nu reeds 6inds drie jaren
als tijdelijk onderwijzeres werkzaam mej. J.
G. Vlieland. Zeer tot tevredenheid van het
hoofd der school heeft zij al die jaren tiaar
werkzaamheden verricht.
Uitzicht dat deze tijdelijke betrekking
eerlang weder zou moeten worden opgehe
ven, bestaat niet en aangezien het max*
mum aantal onderwijzers, dat volgens do
vorordening aan deze school verbonden
mag zijn, nog niet bereikt is, bestaat cr
dus volgens B. en V/s. alleszins reden om
tot de vaste aanstelling van mej. Vlieland
over te gaan.
Zij geven mitsdien in overweging in
dien zin te besluiten, terwijl zij den Raad
ter voldoening aan het voorschrift van art.
29 der wet op het Lager Onderwijs de vol
gende voordracht aanbieden: lo. mej. J. G.
Vlieland; 2o. mej. H. Ritman, onderwijze
res aan de school 4de klasse No. 2; 3o. mej.
E. C. O. Mingelen, onderwijzeres te Har-
melen.
Den 14den Augustus a. s. eindigt de
pacht van de beide aan dc gemeente toe-
bchoórende po roe el en weiland aan den Zoe-
tcrwoudschen Singel. B. en Ws. zouden dan
ook reeds weder t-ot een openbaro verpach
ting dier perceel en zijn overgegaan, ware
het niet dat, gelijk hun college vernomen
had en uit het inmiddels bij den Raad in-
geikom n adres juist gebleken is, bij bet
collegium van het Studentenkorps plannen
bestonden om bij het eerstvolgend lustrum
do feesttent op dat terrein tc plaatsen.
Vasten vorm konden evenwel die plannen
nog niet aannemen, aangezien het. onzek r
is of wellicht van de zijde der gemeente
onoverkomelijke bezwaren tcgon do verwe
zenlijking daarvan konden rijzen.
Onder deze omstandigheden schijnt het
B. en Ws. wenschelijk dat de pacht alsnog
ondershands voor den tijd van één jaar
worde verlengd. Overhaasing in het nemen
van een besluit wordt dan voorkomen cn
eveneens hot gevaar uitgesloten, dat het
eventueel opnemen van beperkende bepa
lingen in het pachtcontract de pachtsom
zou kunnen drukken.
De pachter is zijnerzijds reeds weder voor
een jaar gebonden aangezien hij zich niet
vóór 15 April 1.1. omtrent een eventueele be
stendiging van de huur heeft uitgesproken.
Het Bestuur der Vereeniging tot be
strijding der tuberculose als volksziekte, ge
vestigd tc Leiden, heeft zich tot den ge
meenteraad gewend met het dringend ver
zoek aan de Ver. over het jaar 1908 een ge
meentelijke subsidie te willen toekennen van
vijftienhonderd gulden.
Het Bestuur grondt zijn aanvrage om een
hoogcro subsidie dan verleden jaar werd
gevraagd en verleend op de omstandigheid,
dat de financicele middelen der Vereeniging
in weerwil van het batig saldo va-n dit jaar
ten bedrage van duizend guldon dat uit
sluitend verkregen werd door beperking
der uitgaven onder den indruk van de on
zekerheid der inkomsten geheel onvol
doende zijn hot doel, dat de Voroenigmg
zich heeft gesteld, naar bckooreu na to stre
ven.
Naar aanleiding van dit adres deden B.
cn Ws. den Raad mede, dat va-n inwilliging
van het verzoek om nog de o v o r h c t 1 o o-
pendo jaar toegekende subsidie met 500
gulden te verhoogen, naar hun dunkt, geen
sprake kan zijn. Vermoedelijk is hier cam
ook meer aan oen schrijffout te denken en
zal de bedoeling wel geweest zijn om met
het oog op de vaststelling van dc gemècntc-
begrooting voor het volgende dienstjaar,
voor dat jaar een subsi die verhooging van
500 gulden aan te vragen.
Maar ook zoo meencn zij, dat tot een al-
geheele inwilliging van het verzoek nog niet
kan worden overgegaan. Immers hoezeer
ook liet streven der vereeniging door hen
wordt gewaardeerd, hoe groot ook, zij er
kennen het gaarne, het nut is, dat ze voor
de openbare hygiëne oplevert, toch mogen
zij ook waar het verzoeken als dc/.o geldt,
den algemecnen toestand van dc gcmecntc-
finaneicn niet uit het oog verliezen.
En wanneer zij dan bedenken dat Liet hier
nog een zeer jonge vereeniging gekit en dat
haar voor het eerst over het jaar 1907 een
gemeentelijke subsidie van 1000 gulden werd
verleend, dan zouden zij zich niet verant
woord achten haar reeds thans ecu subsidic-
verhooging van 500 gulden toe te kennou.
Van den anderen kant evenwel verdient
het streven der vereeniging zeker alleszins
aanmoediging en mag men veilig zeggen,
dat slechts zelden voor een zoo nuttig doel
steun uit de gemeentekas wordt verleend.
En daarom kunnen B. cn Ws. wel vrijheid
vinden den Raad ook onder de tegenwoor
dige moeilijke tijdsomstandigheden tot ccn
verhooging der subsidie met 250 gulden tc
advisecrcn.
Da^-roic geven zij in overweging te beslui
ten &.vn de Vereeniging voor het jaar 1900
een subvidie toe tc kennen van 1250 guldon.
In overweging wordt gegeven aan den
heer W Wolda op zijn verzoek, met ingang
van 1 September 1908, eervol ontslag tc ver-
lecnvn tit ;ijn betrekking van onderwijzer
in de I'ansclo taal aan dc Jongensschool
2de klasse en aan de Meisjesschool 2de kl.
alhier, wegeus zijn benoeming tot oridcrwïj
zer lste klaese te 's-Gravenhage.
Tegen iu-'jiliging van het verzoek vat
mej. G. F Jap'Xsc, om wegens huwoüjk me»
ingang van i September a.s., eervol outslag
uit haar betrekking van onderwijzeres aan
de openbare school der 4de klasse No. 1 al
hier, bestaat geen rezwaar.
Ook niet tegen inwilliging van het ver
zoek van don he-, r ~T. A. Schreuder, om co»
tinuatie voor der- tijd van drie jaren ia
de betrekking van stadsgeneesheer.
Voorgesteld werdt gunstig te beschikkei
op liet verzoek van mej. C. J. dc Nie, om
met ingang van 1 September 1908 eervol tx
vvordon ontslagen uit haar betrekking van
onderwijzeres aan de openbare school der
3de klasse No. 5, wegens haar benoeming
tot onderwijzeres tc Oosterbeek.
Ingevolge het Reglement op het beheer
en bestuur van het krankzinnigengesticht
„Eadogeest" en het sanatorium „Ruyn-
geest", bicden B. cn Ws. den Raad, ter ver
vulling der vacature, welke zal ontstaan
door dc period, aftreding van den heer J.
Korovaar P.Azn. als lid der Commissie van
Beheer, na raadpleging dier oommissie, de
volgende aanbeveling aanlo. J. Kore-
vaar P.Azn., 2o. J. G. Zaalberg.
Tegen den in Laar har-den gestelden
supplctoiren staat van begrooting van het
H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis en den
staat van af- cn overschrijving op dc bc.
grooting dier instelling, beide het dienst
jaar 1907 betreffende, heeft de Commissi*
van Financiën geen bedenkingen, evenmin
tegen de door Commissarissen der Stads-
Bank van Lcening ingediende rekening en
verantwoording dier instelling over tet
jaar 1907, blijkens welke dc exploitatie een
nadeelig slot van f 1014.34 aanwijst.
Zij ad viseert dus den Ra-ad tot goedkeu*
ring van beide staten cn die rekening te
besluiten.
De ervaring heeft geleerd, dat wijzi
ging van do. afdecling ,,Van de premién
cn werkloonen" der in 1899 vastgestelde
verordening op do Brandweer alleszins
wenschelijk is. Zoo moet het, volgens B. en
Ws. in do eerste plaats onbillijk heeten,
dat do loonen tot du r slechts werden
uitbetaald voor elk uur dienst, nadat de
spuit in werking is gesteld, tewijl het
tooh niet meer dan natuurlijk is, dat l.efc
loon ingaat op 't oogenblik, dat 't personeel
tot den dienst wordt opgeroepen. Maar ook
i.
„Adieu! Adieu! Schrijf maar eens gauw!"
Kobold knikte, bcloofdo lachend, te zullen
schrijven, kuste haar oom en' tante, die se
dert haar achttiende jaar bij haar de
plaats barer ouders hadden vervuld, nam
een menigte bloemen en confituren in ont
vangst en stapte in den coupé.
Do troin zette zich in beweging. Had zij
hom tot stilstand kunnen brengen, dan had
lij het graag gedaan; ja, zij had met plezier
aan dc noodrem getrokken, maar zoo iets
veroorlootde haar reiskas haar niet. Ko
bold was zoo arm als een kerkmuis en zoo
verwend als een prinses. Zij had tot nu toe
alleen de zonzijde des levens leeren kennen.
Wel is waar had zij ook zorgen gehad, groo
te zware zorgen, maar alle menschen had
don haar die met hartelijke liefde helpen
dragen en h«aar vroolijk gemoed hielp daar
aan niet weinig mede.
Toen zij op een goeden dag ontdekte, dat
zij zes of zeven jaar in het huis harcr bloed
verwanten had doorgebracht spelend,
schertsend, dansend en dat zij van een spe
lend, verwend popje een tot volle ontwik
keling gekomen vrouw was geworden, stopte
Kobold haar kleine, witte handjes in haar
fcaeht aschblond haar cn begon na te den
ken. Bij dit werk werd zij een beetje bleek
cn haar oogen begonnen op een zonderlinge
Dianier te glanzen. Toen nam zij haar han
den uit het haar cn telde haar vingers af.
Zij liet haar bewonderaars de revue passce-
ren. Ja, aanbidders had zij genoeg; eenigen
hunner hadden haar ook graag getrouwd,
maar ze waren even arm als zij zelf.
Moest zij een oudc-jongejuffrouw worden1?
Daar w„ heel veel kans op, raaa^ ze had er
toch werkelijk geen lust in.
Van dit oogenblik af ontwaakte bij haar
bet verlangen haar geluk eens in de wijde
i wereld te beproeven en drie weken later
ontving burgemeester Olof Granberg den
volgenden brief
,,Uit uw advertentie zie ik, dat u een
niet tc jonge dame vraagt voor do waarne
ming uwer huishouding en tot gezelschap
van uw jeugdige bloedverwante. Ik heb wel
nog nooit een dergelijke betrekking bekleed,
maar daar mij alles, wat tot de huishou
ding behoort, interesseert, en ik gewoon ben
met jonge meisjes tc verkeeren, zoo zou het
mogelijk kunnen zijn, dat ik u voldeed. Uit
de ioliggende photographic ziet u, dat ik
do eerste jeugd reeds lang voorbij ben, cn
ik hoop, mocht uw keuze op mij vallen, aan
uw huiselijke omgeving dat voorkomen van
een gemoedelijk „chez soi" te geven, dat u
waarschijnlijk verlangt.
Hoogachtend,
Margarete von Golde."
Het had de kleine Kobold heel wat moeite
gekost, dezen brief in zulk een waardigén,
kalmen toon tc schrijven, als bij de zaak
paste. De woorden, dat zij ,,de eerste jeugd
reeds lang voorbij was", ontlokten baar een
diepen zucht, maar zij troostte zich er me
de, dat de photographic heelemaal niet op
haar geleek, want daarop keek zij ernstig,
deugdzaam cn oud als haar eigen groot
moeder.
Burgemeester Granberg legde Margarete
von Golde's brief afzonderlijk cn niet bij de
meer dan vijftig andere aanbiedingen, die
hij bovendien had ontvangen. Dc brief in
teresseerde hem werkelijk, omdat hij zich in
den grond onderscheidde van de andere,
die zich meest alle kenmerkten door een
overdreven beschrijving van de capacitei
ten, welke de slicrijfsters zichzelf toeken
den, zoowel op culinarisch als op pa cd ago
gisch gebied. Maar toch kon hij een zeker
gevoel van beklemdheid, of angst, of hoe
men het noemen wilde, niet van zich afzet
ten bij het lezen van dien eleganten stijl en
dat vlugge handschrift. Bovendien bevatte
de brief een uitdrukking, welke hem niet
beviel. „Chez soi", klonk zoo aristocratisch
en paste heelemaal niet voor zijn huis en
zijn stad. Maar het mooie, zware postpa
pier, het eonvoudige, blauwgroene couvert
en het portret der waarschijnlijk aebt- of
negen-en-twintigjarige dame waren daaren
tegen wel naar zijn smaak. Zij rtföëst heet
aardig wezen, dacht Olof Granberg. Vol
gens hem waren ongehuwde dames slecnts
tot haar twintigste jaar jong. Dat waren nu
eenmaal de opvattingen in zijn kleine, anti-
divuliaansc-he stad. Voor het jonge achter
nichtje, dat hij tijdens den winter bij zich
in huis had genomen, opdat zij zich in mu
ziek en talen zou kunnen oefenen, zou het
gezelschap ccner goed ontwikkelde, wël op
gevoede dame van groot nut zijn, want. als
hij eenmaal met Anna Lange trouwde, was
het gewcnscht, dat. zij flink de waardigheid
van vrouw des huizes wist op te houden.
Zoo viel dus zijn keus op Margarete von
Golde.
Hij antwoordde haar heel beleefd, slooi.
een photographie van hem en Anna bij eren
brief in en vroeg wanneer zij dacht haar
nieuwe functie te kunnen aanvaarden.
Kobold lachte over den oud-frankischen
brief van den burgemeester, dat haar de
tranen over de wangen liepen, maar toen
zij wat bedaarder was geworden cn de pho
tographie eens nauwkeurig bekeek, kwam cr
een ernstige trek op haar gezicht. De bur
gemeester was volstrekt niet mooi, maar
hij zag er uit als een man in den besten zin
des woords. Hij had een paar wondermooie
oogen cn een helder, goedgeteekend voor
hoofd. Kobold gevoelde plotseling een on-
wcerstaanbaren lust- bij zich opkomen haar
lippen op dat voorhoofd te drukken op dc
plek, waar het haar een hoek vormde.
Maar foei, dat waren onbehoorlijke ge
dachten! Kobold schaamde zich voor zich
zelf.
II.
Toen Kobold ccn halfuur in Olof Gran-
bergs huis had vertoefd en de hoogc, met
dc uiterste netheid in orde gehouden, maar
vrêêselijk stijf met ouderwelsche meubelen
voorziene kameis had bekeken, wist zij al,
dat zij een volkomen verandering daarin
moest brengen, wilde zij zich er ook maar
een oogenblik thuis gevoelen. En juffrouw
Anna moest ook eens flink wakker geschud
worden en nieuwe toiletten hebben. Een
koffiebruine, wollen japon was geen klee-
diug voor een jong meisje als zij; het was
volgens Kobold'a opvatting de schaal van
een Java-koffieboon. Morgen, aan den dag
zou zij met Anna wel eens naar een kleer
maakster gaan.
Olof Granberg beantwoordde volkomen
aan de voorstelling, die zij zich naar aan
leiding van de photographie van hom had ge
maakt, en haar warm hart kuopte telkens
sneller, wanneer hij h«aar aansprak.Zij dwong
zich om een kalme, afgemeteu houding aan te
nemen, telkens wanneer hij tegen haar sprak,
om den indruk te verbergen, dien hij op
haar had gemaakt. Dat was ook weder iets,
hetwelk alleen een Kobold kon invallen:
op een vreemden man vcrlieven.
De burgemeester vond, dat. zij gehcil an
ders was dan hij had verwacht; hij maak
te in stilte bij zichzelf dc opmerking, dat
zij heölemaal niet. in zijn huis zou passen.
In do eerste plaats had hij reeds gemerkt,
dat zij een heel verwend meisje, was. Had
zij hem niet zonder eenigen omslag haar
reistasch van uit den coupé toegereikt, op
dat hij die zou dragon, en had zij niet eeni-
ge oogenblikken geleden datzelfde met haar
kopje gedaan, om hem een tweede kop kof
fie te laten inschenken Gelukkig was de
altijd even gewillige Anna cr bij tegenwoor
dig geweest en deze schonk een tweede kopje
in. In dc tweede plaats zou zij natuurlijk al
len heeren het hoofd op hol brengen cn in
de derde plaats was zij niet waarheidlie
vend. Zij was volstrekt nog niet „de eerste
jeugd al voorbij" zooals zij in haar brief
had geschreven.
Margarete von Golde babbelde opgewekt
mot dc kleine Anna, die intusschcn niet veel
anders dan ,,ja" en „neen" zei en geduren
de «al dien tijd baar oom Olof met onrustig
vragende blikken aankeek.
De groote kamer maakte, volgens ICo-
Lx>ld, volstrekt, geen harmonischen indruk.
Zij gaf haar voornemen te kennen, daarin
verandering tc brengen.
,,U wilt toch van mijn woonkamer geen
onbewoonbaar pronkvertrek maken?"
vroeg de burgemeester, eenigszins angstig.
„Neen, het zal alleen zoo worden, dat wij
ons er op ons gemak zullen gevoeKn, wij
drieea."
Dat laatste woord kwam er eenigszins
aarzelend uit en ondanks haarzelf kleurde
zij.
Olof lachte. Waarom had men dat kind
do wereld ingezonden? Zij zou aile3 bij hem
op stelten zetten I Het zou misschien mair
het verstandigste zijn, haar tc zeggen, dat
zij bij hen niet paste, maar hij wou het niet
zoo bruusk ineens doen; dat had nog wet
een beetje den tijd. Alleen was hij cr een
beetje ongerust, over, dat zij een minder ge
wenschten invloed op zijn jeugdig niohcy
zou uitoefenen. Hij nam hartelijk de dooi.
het werken een beetje ruw geworden hand
van het meisje in do zijne cn zei: „Wij zijn
in al onzen eenvoud gelukkig en tevreden
geweest, nietwaar Anneke? Denk cr aan,
dat we dat zullen blijven, wanneer juffrouw
von Golde hier den boel verandert?"
„Ja, natuurlijk, oom Olof!"
Margarete zag beiden aan en kwam zich-3
zelf op dat oogenblik hier merkwaardig
overbodig voor.
Zou de toekomst zoo worden? Zij leunde
met het hoofd tegen de leuning van dcrï
stoel en haar gezicht werd plotseling ern
stig. Was het werkelijk waar,, dat zulke lclci-
ne luxe-vrouwtjes moeilijk tot een huwelijk
kwamen? Dat had eens iemand gezegd ca
zij betreurde het, maar het was haar on
mogelijk zich haar eigen gestalte in ccn
koffiebruine wollen japon voor te stellen,
met. een „ja, natuurlijk", of „neen, natuur
lijk" op do lippen. Bevielen den manned
werkelijk zulke vrouwen, wanneer zij eert
flink voorhoofd en mooie oogen hadden en
er uitzagen als... Olof Granberg?
,,U is zeker wel vermoeid, juffrouw vod
Golde?" Olof's stem had ook een weeked
klank, als hij met haar sprak, evenals oC
zij en die Anna een paar schoolmeisj'es w«v
ren.
„Neen, maar ik ga mijn koffers uitpak-'
ken. Wilt u helpen, juffrouw Lange?"
Het waren allemaal wonderen, die Anna*
bij dit uitpakken tc zien kreeg. Het kwam
haar voor, als was zij plotseling in een vad
parfum geurend modemagazijn verplaatst,
en haar oogen keken star van verwondering
naar de elegante toiletten met toebeb >renw
waarvan Kobold nonchalant verklaarde^
dat zij er niet. b&iien kon.
(Slot volgt. X