Maandag 6 Juli. A«. 1908. (Qeze <€ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Vcrcaderino van den Oemeenteraad van Leiden, FEUILLETON. Be «nare schuldige. ^0.14836 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Cents per 8 maanden l l 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn l 9 1.30. Franco per post 1-65. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 10 regels ƒ1.05. Iedere regel meer f0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Gents contant; elk tiental woorden meer 10 Gents.-Voor het incasseeren wordt f0.05 berekend. Donderdag 9 Juli 1908, des namiddags te twee urou. li behaiule'en onderwerpen; lo. Benoeming van een lid der commissie vt»n toezicht op het Middelbaar Onderwijs. (170) 2o. Benoeming van een Regent van de K. Armen- en van het Wees- on üudeliectcn- huis. (169) 3o. Benoeming van een leer ar es in Natuur- en Scheikunde aan do Hoogcro Burgerschool voor Meisjes. (174) 4o. Voorstel tot continuatie van mej. J. M. Oort als tijdelijk leerares in het Hoog- duitsch aan de Hoogcre Burgerschool voor Meisjes. (175) 5o. Voorstel tot continuatie van mej. G. O. Kooyker als tijdelijk leerares in het Hoogdaitsch aan d-» Hoogere Burgerschool yoor Meisjes. (175) 6o. Rekening, dienst 1907, van do Kamer van Koophandel en Fabrieken. (172) 7o. Voorstel tot onJbewoonbaarverklaring van do woning Hooglandschc Kerkgracht. No. 1. (168) 8o. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onderhou bij de gemeente van een gedeelte van c1. Schelpenkade en van de voetbrug over de Trekvliet tegenover de Hugo de Grootstraat (171 en 173) 9o. Voorsrffel tot vaststelling van de ver ordening, houdende wijziging der verorde ning van 23 October 19'12 (Gembl. No. 16), houdende Huishoudelijk Reglement voor Krankzinnigengesticht Endegeest" en het Sanatorium voor zenuwlijders Rh ij n geest". (167) lüo. Voorstel om de commissie van beheer van de gestichten Endegeest" en „Rhijn- „eest" te machtigen tot het maken van een inrichting voor permanente baden op de af deel ing voor onrustige mannen in het ge sticht „Endegeest". (167) llo. Voorstel tot ver' ooging van de jaar wedde van den assistent-geneesheer van het gesticht „Rhijngeest" (167) 12o. Voorstel tot wijziging van de voor waarden waaronder am de Holl. Electr. Spoorweg-Maatschappij subsidie werd toe gekend voor den aanleg en de exploitatie van een net van tramwegen in de Haarlem mermeer en omgeving. (164) i: - Voorstel om, met intrekking in zoo verre het Raadsbc 'it van 5 Maart 1908, als plaats voor de nieuwe school der 3de kl. aan te wijzen het terrein aan den Zijlsingel, kad. bekend onder Sectie K. Nos. 619 en 620. (176)" JACHT, De Staatsraad i.b.d., Commissaris der Koningin in de Provincie Zuid-Hol land; Gezien het besluit van de Ged Staten <ijq 23 Juni 1908, No. 78; Gelet op art. 11 dor wet van 13 Juni 1857, Staatsblad No. 87. Brengt ter kennis van belanghebbenden,, dat bij voormeld besluit door de Ged. Sta ten is bepaald dat de afzonderlijke jachten op water wild voor dit jaar zullen worden geopend op Zaterdag den 25 sten Juli a.s., en dat mitsdien van dat tijdstip af, de uit oefening der jachtbedrijven, vermeld in art, 15, litt d, f en h, der wet op de jacht en visscherij is geoorloofd; wordende tevens herinnerd aan de bepaling van art. 1 van het Reglement op de uitoefening der jacht en visscherij in deze provincie, krachtens welke die jachten niet anders mogen plaats hebben dan op en langs het water, mitsgar ders op moerassige landen. Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in heb Provinciaal blad en in de Nedcr- landschc Staatscourant worden geplaatst. De Staatsraad i.b.d., Commissaris der Koningin voornoemd, PATIJN. 's-Gravenhago, 27 Juni 1908. Leiden, 6 JuQb. Bij de Commissie van Financiën bestaai, geen bedenking tegen do overneming in eigendom cn onderhoud van het aan de bouwgrond-maatschappij „Buitenrust" toe- behoorende gedeelte der Schelpenkado en de voetbrug over de Trekvliet. Zij adviseert den Raad derhalve tot de ovorneming te besluiten. Bij gemeenteraadsbesluit van 6 Juni 1907 werd mej. Rcudler, voor den tijd van één jaar cn wel voor den cursus 1907/1908, benoemd tot leerares in de natuur- cn schei kunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Aangezien het onderwijs van deze leerares goed voldoet, geeft do Commissie van Toe zicht op het Middelbaar Onderwijs thans in overweging om mej. Roudlcr vast aan te stellen. De inspecteur van het Middelbaar Onder wijs cn B. en Ws. vereenigen zich met het voorstel van do commissie. Bovendien geven B. en Ws. Ln overwe ging den pensioensgrondslag van mej. Reud- ler te bepalen op 1000 gulden. Ingevolge het voorstel van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs en het advies van den inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, geven B. en Ws. in overweging om de dames J. M. Oort en G. C. Kooyker weder voor den tijd van een jaar, alzoo tot 1 September 1909, te besten digen als leerares in het Hoogduitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Ds J. J. van der Lip, oudst predikant bij de Ned.-Herv. Qem. alhier, die gedurende en door oen ziekte van tien maanden als voorganger gescheiden was van zyn Gemeente en die nog eeni en tyd haar hoopt te dienen, trad gisterochtend in de Marekerk weer voor haar op. Zyneerw. hield een predikatie naar aanleiding van Galaten 426 en vond ge legenheid de Gemeente te danken voor de belangstelling, van haar ondervonden, en voor haar gebed, en ambtsbroeders voor hun hulp met die van collega's van elders. De in talryken getalo opgekomen zongen den herstelden leeraar aan het einde der godsdienstoefening ook bijgewoond door den burgemeester toe de bekende zegenbede: „Dat 's Heeren zegen op U daal'," enz. De afdeeliDg Leiden van den Bond van Ned Post- en Telegraaf-boambten „De Post" gaf gisteravond concert in „Oud-Hortuszicbt" aan den Witten Singel, welke tuin voor die gelegenheid keurig was versierd met lampions, terwyi rondom de muziektent nog eenige vetglaasjes branddon, hetgeen een mooi effect maakte. De voorzitter, de heer A. M. van do Ven, opende lo acht uren het samenzyn en heette in korte woorden alle aanwezigen welkom; hy bracht dank aan de Belgische collega's en andere vertegenwoordigers dor zuster- afdeolingen en niet het minst aan het Haagsche fanfarekorps, dat voor dezen avond geheel belangloos zyn medewerking verleende en een flink programma uitvoerde, waarmede hot den talryken aanwezigen veel genoegen verschafte; ook werden er nog enkele voor drachten gehouden, waarmede veel by val werd ingeoog8t. Behalve de feestelyke verlichting werd er nu en dan bengaalsch licht in verschillende kleuren afgestoken en ander klein vuurwerk. Een gehouden collecte, voor een sedert langen tyd zieken collega, bracht ruim zeven gulden op. Na ^afloop van het concert bleef men nog enkele uren gezellig byeen. In den loop van den dag had het bestuur van „De Post" door en om Leiden een rijtoer gemaakt met de Belgische collega's on hier en daar eon kykje genomen. Bij Kon. Besluit van 2 dezer is alB blijk van goedkeuring cn tevredenheid de zilveren eerepennmg voor menschlevend hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift toegekend aan B. G. van Vliet, agent van politie, te Leiden, wegens de door hem met levensgevaar verriohte redding van een drenkelinge uit het water van het Leven daal, nabij de Kraaieratra-at, aldaar, op 22 Maart. Ter gelegenheid van den verjaardag van H. K. H. Prinses Marie wapperde gis teren de vlaggen van openbare gebouwen. De militairen, die in het openbaar versche nen, waren in groot tenue. Hedenmiddag om twaalf uren werd op het Schutersvold alhier door het garnizoen een jaarade gehouden. Wij verwijzen naar achterstaande ad vertentie vaJi de 3-October-Vereeniging, waarbij deelneming wordt verzocht voor hot 3-October-feest, dat dit jaar op een markt dag valt, zoodat veel omwonenden zich dan zeker naar Leiden zullen begeven om hier feest te vieren en aan den optocht deel re nemen. De hutspotmaaltijd van al. die pa ren belooft ook recht gezellig te worden, terwijl het avondfeest met vuurwerk zexer geen speciale aanbeveling meer behoeft. Meldt U dus spoedig aan bij het bestuur, opdat tijdig de noodige maatregelen zullen kunnen getroffen worden en de deelneming zoo groot mogelijk zij. Gisteren, Zondag 5 Juli, had vanwege hot Centraal-Israel. Kinder-Wees- en Door gangshuis een algemeens ledenvergadering plaats onder presidium van den heer S. Thors. Van het gewone keurige jaarverslag, over 't dienstjaar 1907, van den regent^secre- taris, den heer H. v. Gelder Jr., moesten wij ditmaal wegens bijzondere omstandig heden verstoken blijven. Aan het zaakrijk, verslag van den penningmeester, den heer A. Th. Cahen, ontleenen wij dat de inkom sten aan contribution, verpleeggelden, lega ten, interest en diverse giften bedroegen de som van plnL 7244, terwijl do uitgaven beliepen de som van plm. 8244, waarde*»' dus de rekening over het jaar 1907 sloo.t met een nadeelig saldo van plnL 1000. Zee* Keker een betreurenswaardig resultaat, waar het betreft een philanthropische inrichting als deze. Van een propaganda-commissi» onlangs uit ijverige mannen samengesteld, verwacht het Collego van Regenten gunstige resultaten, leidende tot verbetering van den kwijnenden finentiëelen toestand. Dat hun pogingen worden bekroond met groot suc ces, en voorts een ieder begrijpe, dat het verzorgen van het verweesde kind is een schoone taak, waaraan elk rechtgeaard mensen verplicht is het zijne bij te dragen, hetwelk men in dit geval reeds doet, door kennissen cn vrienden tot het lidmaatschau aan te sporen, luidde het aan het slot van het pitig financieel verslag. Do voorzitter deed nog eenige mededee- lingen van huishoudelijiken aard, waaruit wij vernamen, dat in heb dienstjaar ]007 waren opgenomen 8 nieuwelingen, t.w. 7 jongens en 1 meisje, terwijl in dit jaar 4 verpleegden de inrichting verlieten, t.w. 3 jongens en één meisje, dat het personeel getrouw zijn plicht deed en dat de gezond heidstoestand niets te wenschen overliet. Toen sloot do voorzitter deze vergadering, volkomen instemmende met den wensoh van één der aanwezigen, dat een volgend» maal de ledenvergadering beter worde be zocht en ook daardoor moge zichtbaar ziin meer belangstelling in het wel en wee dezer hoogst nuttige stichting. Op het kerkhof Zorgvlicd aan den Amsteldijk te Amsterdam werd Zondag morgen een gedenkteeken onthuld op het graf van dr. H. K. de Yries, overleden 30 Januari 1907. Het initiatief daartoe, was genomen door een damescomité, be staande uit mevr. N. HellingmanBoot. mevr. M. WitsenburgYan Gelder en mej. Henrietta Roll, die de vele vrienden en patiënten een oproeping hadden gericht, om een blijvende hulde te stichten aau de nagedachtenis van den betreurden medi cus en vriend. Op uitnoodiging van dit comité sprak Dr. P. C. F. Frowein, eenige woorden om De Vries te herdenken niet slechts als geneesheer, maar vooral ook als edel menseh, als vrijdenker, wiens leven zoo zeer in overeenstemming was met zijn denk beelden. De Vries was de eenvoud zelf, wars van ijdelkeid en deed goed waar hij kon, daarin trouw gesteund door zijn odel- denkende echtgenoote. Nadat het doek gevallen en het monu ment aan de familie was overgedragen, dankte^ de broeder van den overledene, de heer G. de Vries, namens de weduwe, de dochter cn de verdere familie. Verschillende fraaie kransen werden neergelegd op het graf. Daarna verwijderden de vele vrienden en belangstellenden zich onder den indruk der eenvoudige, maar treffende plechtigheid. Het monument, dat volgens het ontwerp van den architect. Js. Ingenohl door den beeldhouwer Hesselink is vervaardigd, be staat uit een 2^ M. hooge hardsteenen obi- lisk, die aan de voorzijde een bronzen re- lief van den overledene vertoont met de in scriptie: „Dr. H. K. de Vries Van zijn vrienden en patiënten." Men schrijft aan „Het Vadorl.": Zooals men weet had Daniël de Lange reeds vroeger te kennen gegeven, dat hij wenschta af te treden als alg. secretaris van. de Mij. tot Bev. der Toonkunst. Sedert dien verluidde, dat hij toch zou aanblijven. Maar in de laatste hoofdbestuursvergade- ring (bestaande uit 4 leden van het dage- lijksch bestuur: mr. J. N. v. Hall), voor zitter, enz., en vervolgens iedere afdeeling één hoofdbestuurder), gehouden op 13 Juni, verklaarde do heer De Lange opnieuw te zullen aftreden. Er zijn toen c audi daten genoemd door het dagelijksch bestuur, o. a. ook èie van den heer A. D. Loman Jr. De heer De Lange kreeg de opdracht den heer Loman te polsen; dat geschiedde 14 Juni en de heer Loman verklaarde zich bereid een eventueele benoeming aan te nemtm, do afspraak was, dat mcdcdcelingen voor do algemeenc jaarvergadering van Toon kunst op 11 Juli, ongeveer 24 Juni zouden verzonden worden. Daar zou d- beer Lo man's naam als 1ste candidaat voor het alg. sccr. vermeld staan. Nu vernemen wij, dat, wegens ziekte van een familielid van mr. Van Hall, de jaarvergadering tot Sep tember is uitgesteld. In elk g-val schijnt het nu ernst te zijn, dat de heer De Lange als secretaris van Toonkunst aftreed:. De kerkeraaa der Ncd.-Hcrv. Gem. te Rottendam besloot, naar men aan ,,De Ned." meldt, op den verjaardag van H. M. de Koningin een feestelijke roorgengodsr- dienstocfcning ta houden. Do minister van binuenlandsehe zar ken brengt in de „Stct." ter algemeene ikennis dat, behoudens nvoorzicne omstan digheden, het mondeling gedeelte van de examens ter verkrijging van do ~kte .n. bekwaamheid als hoofdonderwijzer, op de volgende plaatsen en tijden zal worden af genomen te 's-Gravonhage, in Let gebouw der Leesinrichting, Oude Molstraat, an 20 tot cn met 30 Juli, van 3 tot en met 8, van 17 tot en met 20 van 2-1 tot en met 29 Augus tus, van 2 tot en met 12 en van 16 tot en met 19 September te Amsterdam, in het gebouw van het café-restaurant „Belvédère", De Ruytor- kade, van 22 tot en met 31 Juli, van 1 tot en met 6 en van 19 tot cn met 29 Augustus, telkens van des morgens negen uren af. Men meldt aan de „N. Pu C.": 11 Juli a. s. zal het feit herdacht worden, dat in 1863 ZM. stoomkorvet „Medusa", onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee jhr. F. de Casembroot, bij het inkomen der Straat van Simonosoki (Japan) onver hoeds werd beschoten door acht land bat te rijen en twee schepen behooronde aan den vorst van Nagato, en ten koste van vier minderen die sneuvelden en zeven minderen die gewond werden, zich een behouden doortocht baande. Van den tocnmaligen état-majoor der „Medusa" zijn nu nog in leven de navolgende heeren, achter wier namen we den toen door hen beklcedcn rang vermeldenD. G. E. Wolterbeek Mulder, luit. ter zee 2de kl., wonende te 's-Gnavcnhago; J. F. F. Bruijn, adelborst lste kl., wonende te DoctinchcmJ. van Herwaarden, adelborst lste kl., wonende te Woerden; E. J. Hoos, adelborst lste kl., wonende te 's-Gravonhage; H. de Jongh, adelborst lste kl., wonende te Rotterdam, cn L. C. Dühne, scheepsklerk, wonende to Breda. H) Eindelijk bleef hij voor mij staan. „En u "weet werkelijk niets naders, hoe dat geko men is, hoe dat gebeuren kon?" „Neen." „Het is verschrikkelijkEen rilling voer hem door schouders en nek. Alsof hij zich over zijn ontroering moest verontschuldi - gen, ging hij voort: „Ik heb mij wellicht in uw oogen bij uw j mededeeling overdreven aangedaan aange - steld, maar gij moet dat toch begrijpen. Hij was toch mijn stiefbroeder cn dan, ik heb hem immers voor enkele dagen nog hier gezien. Het is afschuwelijk 1" Ik knikte en weer bekroop my daarby een zonderling, tegenstrydig gevoel; medeiydon en toch daarnaast nog iets anders, dat ik my niet verklaren kon, maar dat al myn aandacht vor derde on my in spanning hield »Er is natuurlyk behalve deze zuiver raen- echoiyko zyde nog een ander gezichtspunt, hetwelk den ik bedoel hot overly.ien vau uw broeder juist op dit tijdstip zeer pyniyk ook voor de achterbiyvenden maakt. Deze vlucht sit het leven moet natuurlyk ln de oogen der wereld de verdenking, welke nu eenmaal is opgewekt, nog meer versterken. Men zal zeggen: de angst voor de ontdekking, de vrees, geheel ontmaskerd en tot een ont- 1 «erende straf veroordeeld te worden, hebben hom ln den dood gedreven! En daarmee blyft in geval het niet gelukt den anderen, Werkeiyken dader van de inbraak ln handen te krygen een smet op den naam kleven." „Den anderen, werkeiyken dader De heer Révai had weer naar myn kaartje gegrepen, dat nog op de schryftaiel lag, en keek met saamgetrokken wenkbrauwen daarop neer. Zyn hand, welke het stukje karton vasthield, beefde een weinig. Nu keek hy op, maar zyn blik verhief zich niet tot aan myn oogen. Hy scheen iets aan myn vest te beschouwen, lerwyi hy vroeg: „Wat, gy zelf, mynbeer Plank, ge- looit dus niet, dat myn broeder, dat Sandor, hoe zal ik het zeggen, iets met do misdaad heeft uit te staan?" „Neen. Ik heb redenen te gelooven, dat een ander de misdadiger is. Dat is ook de eigen- ïyke reden, waarom ik by u kom." De heer Révai stounde met zyn linkerhand op de schrijftafel. Een ondeelbaar oogenblik scbitterdo zyn oog my tegen; daarna was het weer op myn vest gericht, „By my? Ja, wat kan ik u daarby helpen of zeggen. Dat bedoelt u toch zoo?" „Ja jutat. Het is gebleken, dat de sporen van den man, dien ik voor den misdadiger houd, hierheen, naar Weenon, wyzen. Het is dus aan te nemen, dat de man, die do eigen aardigheden van uw brooder ongeveer gekend moet hebben, hier to Weenen met hem ergens in aanraking gekomen is. Myn vraag luidt nu: Kan u my ook zeggen, wlen uw broeder op zyn eerste doorreis hier gesproken beeft? Do heer Kevai trok nadenkond zyn schou ders op. „Myn broeder heoft hier gelogeerd, dat weet u immers? Ik heb een woning met vier kamers, ik kon hom dus zyn verzoek niet weigeren; vooral, daar ik als jonggezel ruimte gonoeg heb. Ik heb voor hem en zyn vrouw een ver trek, hetwelk ik slechts weinig gebruik, in orde laten brengen. Wat hy hier in Weenen uitgevoerd heeft, weet ik niet. Ik zelf was in die dagen door onverwachte ambtsbezig heden zeer in beslag genomen en heb beiden slechts weinig gezien; slechts by de maaltijden en '8 avonds, wanneer wy ln het theater waren of een concert bezochten. Hy heeft hier ken nissen uit vroegeren tyd opgezocht. Hoe die heeten, zal myn schoonzuster u wel kunnen zeggen; ik weet het niet.".- Een pauze ontstond. Toen vroeg ik: „Denkt u naar Boeda Pesth te gaan?" Hy stond op en begaf zich naar den achter grond dor kamer, waar hy voor een boeken kast staan bleef en de boekon daarin mon sterde, totdat hy er een spoorboekje tusschen uitnam en daarmee weer by my kwam. „Ik weet 't niet," zeide hy. „Wanneer gaan de treinen?" Hy sloeg het boek op het viel juist op de gezochte bladzyde uit elkaar. „A, hier." sIk had naar hem gekeken en kon myn verwondering niet voor my houden. Het was my ean oogenblik, alsof ik hier een teeken zag, hetwelk op don man voor my wees. „Dat is al heel toevallig," merkte ik op, „dat men dadelyk de Juiste bladzyde opslaat 1 U heelt geluk l" De heer Révai keek aarzelend op, waarna hy oven glimlachte. „Toeval? Geluk? Neen. Myn arme broeder heeft het boek gebruikt, voordat hy weer naar huls ging. Of ik hier weg kan? Ik weet het nog niet, missohien." Hy drukte het boek op de opengeslagen plaats nog verder uiteen en legde hot neer. „Kan Ik u anders nog met iets van dienst zyn, mynbeer Plank?" ZUn stem klonk plot seling zeer koel, «enigszins uit de hoogte. „Dank u." „Ingeval gy nog iets van my mocht wenschen, in den loop van uw nasporingen, ik sta steeds to uwer beschikking." „Zeer vriendelyk." Ik groette en ging heen De heer Révai bracht my zelf tot aan de deur van de eetkamer, de goed gedresseerde knecht deed weer de deur der woning open, en Pilt, de terrier, sprong weer blaffend om my heen. Langzaam daalde ik de trap af. Alsof het gisteren ware geweest, zoo duide- ïyk weet ik my nog te herinneren, dat er iets aarzolenda in my was, dat elke stap, dien ik daalde, als geremd werd door een gevoel, het welk my zacht toefluisterde: „Ga niet, gy zyt hier nog niet klaar; ln dit stille huis, in dezo jonggezellenwoning met haar behaaglijke rust, ligt iets, dat gy nog niet kent on dat den sleutel tot het geval Versegy beteekent." Maar daarop moest ik weer aau den doode denken; aan den man, dien al te groote yver en een ondoordachte verdenking zeker tot wanhoop hadden gedreven, en ik vertrok, uit vrees, dat er anders ook hier uit dergeiyke redenen onheil zou kunnen voortkomen. De regen sloeg nog altjjd tegen de ruiten. Richard Plank, die goruimen tyd zwijgend naar buiten bad gekeken, knikte nu by zich- zelven en ging vervolgens, zonder zyn blik van den stroomenden regen af te wenden, met vertellen Yoort. „Ja, het was zulk een avond als nu, juist zulk een avond, waarin ik toen naar Boeda- Pesth ben teruggereisd. Een dichte, aanhou dende regen als deze, een voortdurend zacht geruisch om my heen, het vallen Yan het water op het dak van den waggon, en vóór my tegen de ruit het spel van do ineenvlooiende diuppels. Ik weet niet, of gy dat wel eens gadege slagen hebt in een voortsnellenden trein, vooral 's nachts, als al dat schitteiend geflonker tegen het diope zwart van den nacht afsteekt. De druppels 6laan scheef tegen het raampje, als strepen hangen zy eon oogenblik togen d9 ruit. Maar dan verdwijnen de lynen, trekken samen tot punten en kleine halve balletjes en vallen door het schudden van den wagen naar benedon. Langzaam, 6tapsgewyze. Maar nieuwe stropen komen en worden nieuwe punten en balletjes, ontmoeten de andere, vloeien samen daarmee en vereenigen zich daarmee. Steeds grooter worden de hangende druppels. Als tranen zitten zy tegen de ruit, totdat zy plotseling met een ruk naar beneden tuimelen, in nieuwe druppels, welke op hun weg lagen, nieuwen toevoer vinden en nu kleine lawines voortdurend in wegvloeiende lynen naar beneden loopen. Hier een, daar weer een. S.'echts de lynen van hun baan blijven nog een oogenblik bestaan; dan verschynen nieuwe streepjes op de ruiten en vegen ook do sporen van deze druppels weer weg. En evenals de regon op de ruiten, was het werken van myn gedachten in myn brein. Steeds herhaalde ik in myzelven al de bijzon* derheden van het geval, bracht die samen, om aan te toonen en te staven, ging de lynen van hun verloop na en moest ze toch telkens weer laten varen, om nieuwe gedachten, mogelijk heden, combinaties te volgen. Pas langzamer hand ontstond uit dien chaos van vermoedeus en veronderstellingen een bepaalde gedachte. En die hield tegenover al de tegenwerpingen, welke ik haar deod, stand; alleen brak ik myn hoofd tevergeefs over de motieven, welke zulk een oplossing van het probleem konden verklaren, over de redonen, welke in geval ik nu met myn gedaohtenloop op den rechten weg was den misdadiger hadden hunnen doen besluiten om op zulk een ongehoord® wyze te handelen, (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 1