Het Schaakspel. STOFGOUD. Russische Studenten. ien in haar geboorteland. Overal in Düitschland kan men haar portret zien en ^aar vele liefdedaden blijven eteeds in ge dachtenis. „Victoria" bewaart de herinne ring aan koningin Victoria, de grootmoe der der Prinses. Evenwel wordt de jonge Prinses altijd genoemd bij haar tweeden iaam ,iLuischen", of „kleine Louise". Haar broeder, prins Joachim, die twee jaar ouder is dan zij, is haar speelkameraad geweest Zij wilde, dat haar matrozenpakje en muts zooveel mogelijk op het zijne zou den gelijken; en zij speelden altijd samen «n hiellen zich bezig met de kinderen van de dorpsschool, als die naar hun zomerver blijf kwamen. Maar prins Joachim werd haar de kadettenschool te Plön gezonden, en nu heeit prinses Louise een dochter van een Duitsch officier tot gezelschap bij zich. Maar in vacantietijd is zij weer met haar broeder samen en brengen zij menig gezel lig uurtje door in de kleine boerderij, waar zij allerlei lievelingen hebben, kuikens, hon den, enz. Het Prinsesje houdt veel van paardrijden en heeft haar eigen pony. Zij kan ook heel goed fietsrijden, maar geeft de voorkeur aan haar paardje. Al de keizerlijke kinderen hebben hun eigen tuintjes te Potsdam, en ontvangen zaad en gereedschappen, om die te kunnen bearbeiden en verzorgen. Ieder van hen be zit een maaimachinc, om de kleine grasvel den zacht en gelijk tc kunnen houden. De Keizer wcnscht ook, dat zijn dochter een goede huishoudster wordt, cn te Pots dam liet hij een wezenlijke keuken voor haar in orde brengen, geheel naar het model van een boerenkeuken, met een kookkachel. Zij kookt hier chocolade, en op een Zondagmid dag bracht de Keizer een bezoek aan zijn dochter en proefde haar chocolade, die hij heel goed vond. De jonge Prinses moet heel wat lessen ne men, want zij is nu vijftien jaar oud. In den morgen wordt geen luiheid toegestaan. De Keizer zelf staat om zes uren op, en onder zijn ontbijt hoort hij gaarne hoe zijn ,,Luischen" vordert in muziek en teckenen. Een van haar grootste genoegens smaakt de Prinses, als haar vader wapenschouwing Poudt. Zij en haar moeder zitten dan voor «en der vensters, en zien naar de troepen, artillerie, huzaren, lanciers, enz., als zij voorbijmarcheeren met muziek en vaandels, de Keizer, in zijn witte uniform, aan het hoofd, en de Kroonprins, die soldaat was op tienjarigen leeftijd, zijn troepen leideD- de. Allen hebben een glimlach voor het Prinsesje, als zij opzien naar het venster, waar zij gezeten is, vol belangstelling zien de naar de schoone uniformen en glinsteren de helmen. Men zegt, dat het schaakspel tweehonderd jaren vóór Christus' geboorte in China werd uitgevonden en wel door een krijgsman. Het Chineesche schaakspel heet Chonge- ké of koningsspel; precies hetzelfde als het ons bekende spel is het niet. Daar de ach terhoede van het Chineesche spel niet uit acht, maar uit negen figuren bestaat, gor den deze met op de ruiten, maar op de lij nen, die de ruiten scheidon, gezet; op dezo lijnen wordt dus gespeeld. Dc Koning (C h o n g) staat op de middelste lijn van de achterste rijhij gaat als dc Koning van ons spel, maar hij kan den omtrek der ves ting niet verlaten, waarin hij besloten is. De beide Prinsen (Su) zijn aan zijn zijde, bewegen zich als hij en nemen dezelfde lijn in acht. De Mandarijnen (Tchong) gelijken onze pions en hebben denzelfden gang; maar zij kunnen niet over het water gaan, dat in 't midden van het schaakbord door een ledige ruimte aangewezen is; zij dienen dus niet om den vijand aan te val len, maar enkel ter verdediging. De R u i- ters (Chao) onderscheiden zich in niets van onze Paarden. De K r ij g s w a- gens (Tsché) zijn figuren, wier gang en sterkte ons tot hiertoe onbekend waren; be wegen zich als werktuigen, die van een af stand geslingerd worden, en kunnen den vijand slechts dan een figuur ontnemen, wanneer, sich. tusschen hem en dezen een an dere figuur of pion bevindt. Om zioh tegen hen te verdedigen, moet men zijn spel ope nen en de tusschenfiguren verwijderen wan neer het er op aankomt om een schaak te ontwijken of een figuur te redden, waarop de vuurwerker doelt. Zij gaan overigens al a de Kasteelen en hun plaats is tusschen ae figuren en de pions. De vijf pions (P ing) en de elf figuren maken te zamen zestien uit. De Chineesche pions nemen niet zijwaarts, maar, zooals zij gaan, dat is, terwijl zij een ruit vooruit rukken; terugwijken kunnen zij met. Een ander gewichtig punt, waarin zij zich van onze pions onderscheiden, is, dat zij, wan neer zij eens tot in het centrum van den vijand doorgedrongen zijn, altijd daarin blijven staan. Daar de figuren van het Ch i- ncesche schaakspel talrijker en sterker zijn dan die van het onze, geschiedt de strijd eigenlijk tusschen de pions. Deze bij zonderheid beneemt het spel een groot ge deelte van zijn schoonheid, want zij laat den pions niet toe den strijd te ondersteu nen, door alle rangen te gaan en plotseling, gelijk in het Europeesche schaakspel, het geluk van den dag te laten afwisselen. Er wordt echter ook beweerd, dat het schaakspel afkomstig zou zijn van de Hin does, van wie de Perzen en later artdere volken het overgenomen hebben; de tijd van uitvinding wordt, dan in het midden der "Vide eeuw, ten tijde van koning Cosroes I, gesteld. Yoor deze afkomst pleit eenigszins de naam; hef zou „scha ak" heeten naar den titel der Vorsten aldaar: „sch ach"; van daar „schaakmat" of „schachmat", de Koning is dood. Mat beteekent dood. Als aanleiding tot de uitvinding van dit spel -is het volgende aangctcekend: „Een jonge Sch ach (vorst) in Hindoe- stan bekreunde zich hoegenaamd niet om de liefde zijner onderdanen te. behouden en ver wijderde aller gemoederen door zijn hoog moedig gedrag; zijn vrienden deden ver geef sche pogingen om deze handelwijze te veranderen, waarop een Brahmien, datgene willende bewijzen wat anderen slechts be toogd hadden, het schaakspel uitdacht, waarin de Koning, hoezeer van groot belang zijnde, zich zonder de hulp der overige stuk ken niet verdedigen kon noch aan va llen der wijze kan te werk gaan. De goede uitwer king, welke dit op het. gedrag van den tot nadenken gekomen Vorst teweeg bracht, had ten gevolge, dat dit spel algemeen in gebruik kwam, daar een ieder het spel van den Schach wilde spelen. Uit dank voor het geen hij van den Brahmien geleerd had, wilde dc Schach hem een geschenk geven, dat de Brahmien zelf mocht uitkiezen. Deze vroeg den Schach alleen om een hoeveelheid koren, bestaande uit zooveel korrels als het schaakbord zou aangeven, wanneer men op de eerste ruit één korrel, op de volgende twee, op de derdo vier, op de vierde acht, op dc vijfde zestien, enz., zou neerleggen. De billijkheid van dezen wensch verwonder de den Vorst; maar toen het op uitrekenen aankwam, bleek het, dat a! de schatten van het Rijk niet voldoende waren om aan dezen schijnbaar eenvoudigen eiseh te vol doen. Er zouden dan, om die hoeveelheid koren te bevatten, noodig zijn 16.3S4 steden, iedere stad bevattende 1024 magazijnen, ieder magazijn ruimte opleverend voor 17,476 maten, terwijl iedere maat wederom zou bestaan uit 32,768 graankorrels. De Brahmien maakte van deze omstandigheid gebruik, om den Koning onder het oog te brengen, van hoe groot gewicht het voor er-n vorst, is om zich in acht te nemen voor ieder, die hem nadert, en vooral niet licht om te springen met koninklijke beloften. Algemeeno Zondagsrust is zeer lofwaar dig; want. welk een hersen-inspannende ar beid om sommige Zondag-concerten aan te hooren 1 C. S a i n t-S aens. Ieder is zoo bereid andere levens afhan kelijk te maken van het zijne; en zie dan eens wat er van komt 1 Mrs. Humphrey Ward. Onlangs zijn te Moskou vijfhonderd stu denten, die hun college-gelden niet konden betalen, van de universiteit weggezonden. Nu is de beurt aan de 6tudenten der uni versiteit. te Sint-Petersburg om dezelfde reden1240 jongelui zullen ophouden stu dent te zijnde meesten hunner zullen sol daat moeten worden, daar zij nu, geen stu dent meer zijnde, ook geen uitstel meer kuünen krijgen van militairen dienstplicht, welken studeerenden na het eind hunner studiën kunnen vervullen. Jaar in, jaar uit herhaalt zich deze bedroevende geschie denis, waarbij duizenden jongen krachten de mogelijkheid wordt ontnomen kundig heden op te doen, weJke ze later èn ten eigen voordeel èn tot voordeel van het land zouden kunnen aanwenden. Do ellende onder de studenten heelt schrikbarende afmetingen aangenomen. Ten gevolge van de algemeeno werkloos heid, wordt het den student hoo langer hoe moeilijker iets te verdienen om in zijn onderhoud te voorzien en do overgroots meerderheid mag alleen op eigen krachten rekenen. Men tracht alle mogelijke midde leri te baat te nemen om dezen toestand te verhelpen; maar de ellende onder de studen ten vermindert niet. En wat zij al niet ver zinnen, om een half-hongerend bestaan in een lagen, vochtigen en donkeren kelder toch voort te kunnen zetten en met moeite en gebrek het einde hunner studie te kunnen bereikenZij pachten de garderobes en kleedkamers in badinrichtingen, restau rants, hotels; verhuren zich voor kellners, zetten bij aandeolen papierwinkels en kioi- ken voor couranten op, om van meer iniol- ligcnten arbeid als leggeren, repeteeren, kopiework, enz. niet te spreken. In Februari j.L, dus in de koudste maand van den kouden noordelijken win ter, is door een groep studenten aan do administratie der paardentram-maatschap pij een aanbod gedaan om het schoonhouden van een gedeelte der trambaan op xich te mogen nemen. Een voorbeeld uit honderden: Onlangs (in April j.L) werd te St.-Petersburg in een zolderkamer het lijk gevonden van een student, die door ophanging een eind aan zijn leven heeft gemaakt. Het officieele be richt luidde: „om onbekende reden." In het kamertje, welks huurprijs fl. 8 in de maand bedroeg, vond men geen enkel boek, noch. eenïg voorwerp, dat cenige geldelijke waar de had. Alles was verkocht en opgegeten, aldus verklaarde de verhuurster. Onder een „presse-papier," die uit een hak van een oude laars bestond, vond men eenige vel letjes papier, waarop de arme drommel zijn „uitgaven" aanteekende. Ziehier eeni ge posten; „soep 10 kop. (12£ cent,) brood 3 kop.; 1/8 pond thee 20 kop.; een postze gel 7 kop.petroleum 4 kop.de wasch- vrouw 12 kop., enz. Deze posten wisselden elkaar af, maar niet iederen dag. Op de dagen, waarop bijv. soep werd gekocht, was geen brood aangeteekend, en omge keerd werd er thee gekocht, dan werden gedurende eenigo dagen geen andere uit gaven, behalve voor brood en petroleum, gedaan. Al deze velletjes bij elkaar geno men gaven het volgende resultaat: van 1 Januari af tot 25 April den dag van zijn dood verspilde de student zijn geld aan 26 porties soep, 69 porties brood, 2/8 pond thee, 4 postzegels van 7 en 3 van 5 kop. cn 9 liter petroleum. De gezamenlijke som der uitgaa n voor het levensonderhoud gedurende bijna 4 volle maanden bedroeg 6 roebels 38 kop. (plm. fl. 8), waaronder de waschvrouw 53 kopeken. Dus, gedurende de vier wintermaanden gebruikte deze student voor zijn levenson derhoud bijna evenveel als een gewone huur koetsier of een daglooner voor een halve maand noodig heeft om te kunnen leven.' Maar al ware 't slechts de helft geweest van hetgeen werkelijk uitgegeven is geworden, dan zelfs zou de officieele verklaring van zoo vele zelfmoorden onder de mannelijke en vrouwelijke studenten „om onbekende re-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 14