Wo. 14814. laEEDS&H DAGBLAD, Woensdag- 10 Juni. Tweede Blad. Anne 1903. PERSOVERZICHT. Uit de Rechtzaal. FEUILLETON. Een Zonderling. De „L i m b u r g c r Koerier'1 wijdde een artikel aan de houding van dr. K u y p e r, welke, volgens dat blad, iets begin; te komen, dat in uitgebreide krin gen ter rechterzijde ontstemming wekt. Her blad zege: Hergeen wo dan te zeggen hebben, is 'dit: dat in do kringen dezer provincie (Lim burg), welke zich met staatkunde bezig houden, vcelzins een ietwat pijnlijke in druk is gewekt door hetgeen „De Stand aard" in do laatste maanden herhaalde lijk te lezen gaf. Vóór de verkiozingen van 1£01 was de hooge dunk, dien men niet alleen van de begaafdheden, mar ook van het karak ter van den anti-rcvolutionnaircn leider bad, in dit gewest algemeen. Tijdens de vi geur van hot kabinet 190l-'O5 rees die goede mcening nog en steeg zelfs tot bewonde ring, al bleef men niet- blind voor do fei len, welke met name twee gewichtige wet ten van het tweede Christelijke ministerie: de Drankwet en de Lotcrijwet, aanklecf- icn. Dat men dr. Kuyper bij aJle critiek den cijns zijner hulde niet onthield, maakt het allooi dier vereering zeker dubbel ge degen. Sinds den dood van dr. Schaepman en bij do ietwat teruggetrokken houding Van mr. De Savornin Lohman werd dr. Kuyper ook docr de onzen vrijwel als de voerman ,*<ler Rechterzijde" beschouwd. Of dit thans nog zonder meer het geval fi? Het valt niet te ontkennen, dat dr. Kuy per sinds het optreden van het tegenwoor dige ministerie een grondtoon vasthoudt, die in vele katholieke kringen allerminst weerklank vindt. Dat herhaalde critisceren op het ministe rie, waarvan hij geen deel uitmaakt, en om trent welks samenstelling hij niet geraad pleegd is, wekt w zvel. Men kan het zich, menschel ijker wijs, volkomen verklaren, dat een man met een verleden als Kuyper, die zijn partij gemaakt heeft do rechterzijde zoo in 133 als in 1901 aan hot bewind hielp brengen, zich diep gegriefd gevoelt dooi den loop, dien de zaken hebben genomen. Maar men had van zijn grootheid verwacht, dat hij alle persoonlijke geraaktheid ge smoord zou hebben. En men voelt zich te leurgesteld, dat een man als Kuyper dit blijkbaar niet van zich heeft kunnen ver krijgen. Onder sommige opzichten doet Kuyper denken aan de Titans-figuur, die Bismarck heette. Ook in deze dagen, nu een ander zijn regenfenplaats ingenomen heeft. Op Fricdrichsruhe werd genörgelt. In ,,I) e Standaard" klinkt te vaak dezelfde toon De vrijzinnig-democratische ,,M i d d el- burg8ch© Courant" had gezegd, dat het Kamervotum, waarbij liet kabinet Do Meester viel, opzettelijk buiten praeadvies van dr. Kuyper is gelaten. De ,,L i m burger Koerier" neemt de juistheid dezer bewering op gezag van „D e Standaar d" aan cn vraagt Maar op welken rechtstitel kon dr. Kuy per dan toch in 's hemels naam vorderen, dat nren hem ra-dplegen zou over een par lementair votum? Was hij lid van het parlement? Neen, hij had menigmaal een eandïdatuur geweigerd. Als leider dan? Maar indien hij zich beschouwt als „den van God gegeven leider" der anti-revolu- tionnaire partij, het gold toch niet al leen ecu votum der anti-rcvolutionnaire, maar ook der katholieke en der christëlijk- historische Kamerleden; en het is zeker, dat hij noch bij de eenen, noch bij de ande ren een effectieven, juridisch-houdbaren ti tel kan doen gelden op het interne leider schap. Sterker: onzes inziens hebben de rccht- sche Kamerleden, toen zc tot den stormloop op Van Rappard besloten we laten daar of ze in de keuze van het oogenblik oppor tuun zijn geweest volkomen correct ge handeld door geen adviezen of instrucCiën te gaan halen bij iemand, die stond buiten het parlement. Het strijdt zeer tel lig met woord en geest onzer Grondwet, die eisebt, dat de leden der Kamers stemmen zonder last van of ruggespraak met hen, die benoemen. In hoeverre alzoo tekort zou zijn gedaan aan hetgeen dr. Kuyper toekwam, is niet' duidelijk. Evenmin als duidelijk is, op welken grond ,,D e Standaard" zoo ruim schoot-s het recht van critiek toepast cn te gelijkertijd, toen onlangs van katholieke zijde op haar beleid gecritiseerd werd, on middellijk antwoordde met een herinne ring aan den tijd, toen do antirevolution- naire partij in isolement haar kracht zeidc te vinden. Naar aanleiding van dc redevoering, door dr. Kuyper gehouden in de 20ste jaarlijk- sche algemeen© vergadering van den Ned. Bond van Jongelings-Vcreenigingen op Ge reformeerden grondslag, zegt de ,.L i m- burger Koerier:" Waarlijk, dergelijke redevoeringen doen geen goed, en dat meer dan écn liberaal orgaan het' verslag er van zoo gretig over nam, is dan ook verklaarbaar. Och, dat een man met een verleden als Kuyper ons toch het schouwspel van een verkleind Fricdrichsruhe mocht besparen Indien het moet- doorgaan op deze wijs, waarvan het eind niet is te voorzien, zou het wel eens kunnen gebeuren, dat er na den zomer van 1909 wellicht- geen dof ge schilderd kabinet meer zou voorhanden zijn om de paneelen met de gepolitoerde zijde naar buiten te laten keeren... Dr. Nolens keuit in de ,,N icuwe Ven- loosche Courant het voortdu rend gokibbol over het o ntstaan en de oplossing der Kabinetscri sis van dezen winter en hetgeen daarmede in verband staat af, en laat daarop volgen: „Merkt men nu op: men moot toch weten, waarom en om wie het in 1909 bij de alge- meenc verkiezingen zal gaan, dan meen ik daarop to moeten antwoorden: wel w a a r- o m, maar niet om wie. Verwarring wordt m. i. ook gesticht door nu reeds in allerlei casuïstiek tc treden over een reconstructie van het Kabinet in 190y. Het wil mij voorkomen, dat daarbij van deze onjuistheid wordt uitgegaan, dat de Kabinebsrede van 10 Maart wordt gelijk ge steld met een Troonrede, voor zoover daar in het program van een nieuw Kabinet wordt opgenomen. Is het zoo geheel uitgesloten, dat de Troonrede, waarmee in September a.s. de zitting der Staten-Generaal zal worden ge opend, het programma in eigenlijken zin van dit Kabinet zal bevatten? In een driester Sneek zegt „Het C en t r u m" Nu mr. De Vries, tot wethouder gekozen, als Kamerlid bedankt, wordt als vanzelf weer de naam van dr. Kuyper met den vacant en zetel van Sneok in verband ge bracht Zelfs wordt reeds gemeld, dat op den anti-rovolutionnaircn partijdag te Arnhem do nieuw benoemde wethouder van Amster dam den wensch heeft geuit, dat dr. Kuy per den zetel voor Sneek zou innemen en dat de vergadering met dezen wensch in stemde. Dit is alleszins begrijpelijk. Een man van dr. Kuyper's gaven en po sitie behoort in de Kamer, en zijn woder- afvaardiging zou ongetwijfeld groote vol doening wekken bij het „Reclitsche" deel der bevolking. Echter zullen allen het ook wel hierover eens zijn, dat een herhaling van de inciden ten, welke de vorige maal aan de Sneekscho campagne voorafgingen, absoluut b-hoort te zijn uitgesloten. Het respect, aan den anti-re vol utionnai- ren leider verschuldigd, en het belang der christelijke coalitie eischen dit gebiedend. En daarom zouden wij het wcnschelijk achten, dat, alvorens verder de mogelijkheid eencr Kuyper-candidatuur op vergaderin gen of in de pers ter sprake kwam, werd on derzocht cn uitgemaakt-, lo. of dr. Kuyper bereid is zich voor den vaeanten zetel beschikbaar te stellen; 2o. of de volko men zekerheid bestaat, dat hij terstond en bij eerste stemming door alle christelijke partijen zal worden goeandideerd. Wat dit laatste betreft, twijfelen wij geen oogenblik, of de katholieken zullen den anti-re'volutionnairen leider con amore can- didaat stellen. Zulks bleek reeds een halfjaar geleden. Maar dit is niet voldoende. Geen schakel of schakeltjo mag in do coa litie ontbreken, waar het gaat om een Can dida tuur als dozo in een onti-revolutionnair district. Dr. Kuper is de man der Rechterzijde, en derhalve moet- ook de gehcele Rechterzijde hem op het schild heffen, indien wat vooraf dient vast to staan hij bereid b, in de Kamer weder een zetel te bekleeden. Naar aanleiding van dc kwestie m r. Treub en „De N i e uw o Courant" schrijft de „Haagsche Courant" het volgende. Ons dunkt, dat mr. Plemp van Duive- land den juisten weg heeft gekozen, Niettegenstaande hetgeen, met niet altijd onvervalsofct zuivere bedoelingen, ever de zaak zelve is geschreven, wordt de beteeke- nïs der beschuldiging van mr. Treub geheel en al bobeerscht door de vraa~, of er eenige reden bestaat om mr. Plemp to verdenken of verdacht te maken van de karakterloos heid, voor een aan zijn blad toegekende som gelds zijn onafhankelijk oordeel over werkgevers- of andere zaken te hebben prijsgegeven of „verpand, zoo niet ver kocht." Wie mr Plemp en zijn eervol verleden van acht jaren in zijn tegenwoordige func tie kent, weet dat dit onmogeli is. Maar hij is, door een man van naam en gezag, die hem blijkbaar niet kende, daar hij het anders niet gedaan zou hebben, nu eenmaal bij het publiek onder do ver denking gebracht. Terecht vraagt mr. Plemp daarom per soonlijk openlijk herstel van eer, openlijke verklaring; dat zijn karakter niet verdacht mag blijven. En dat kan alleen geschieden door een raad van eer als door hem gevraagd. In Frankrijk zou men er over geduel leerd hebben. Onze collega doet beter. Wij vertrouwen, dat de eere-reehters zich voor de taak zullen laten vinden. fiiating in ïnriic. De correspondent te Batavia van de „N. R. Ot." seint: „De aanslag in de belasting is voor de Pa- dangsche Bovenlanden ultimo Mei afgeloo- pen. In do Padansche Benedenlandcn is men govorderd tot de vaststelling van het kohior, voor de afdeeliügen Painan en Ajer Bangis. „In Alalian Pandjang, district der resi dentie Padangscho Bovenlanden, waar bij den aanslag geen verzet werd ondervonden, weigert de bevolking de aanslagbiljetten in ontvangst tc nemen." Het blad teekent hierbij aan Het bovenstaando telegram bevat. goed nieuws. Het blijkt nu meer en meer, dat de genen, die van dat verzet ter Sumatra's Westkust nu niet zulke ernstige gevolgen verwachten, goed hebben gezien. Volledig is de toestand daar nog niet tc beoordeel en, voordat de bevolking inderdaad de belas tingpenningen gaat opbrengen. Is dit ook geschied, dan zal de veel besproken invoe ring eener belasting op bedrijfs- en andere inkomsten voor de bevolking ter Sumatra's Westkust met niet al te veel moeite en per soonlijke offers zijn volbracht. De krachtige houding der regeering, die niet genoeg te loven valt, zal daartoe het meest hebben bijgedragen De houding der bevolking van Alahan Pandjang is vrijwel onbegrijpelijk. Het geeft den indruk, dat men daar ook eens iets flinks wil doen, wellicht wel onder den druk van lieden van elders, die de bevolking haar meegaande houding bij den aanslag- verwijten. Al weigert men in Alalian Pand jang hot schijnt daar alleen to gebeuren de aanslagbiljetten in ontvangst te ne men, dat zal geen stagnatie brengen in de inning der belasting. Er zijn nog tal van middelen om de bevolking ten deze tot haar plicht to brengen. Het geseinde feit heeft o. i. alleen beteekenis, voor zoover het be wijst, dat er nog altijd eenige gisting heerscht. En... het zou tot navolging kun nen opwekken. Onze ambtenaren schijnen ditmaal flink door tc werken. Ho© spoediger de bevolking weet welke de geldelijke gevolgen voor haar zullen zijn, des to beter. Daarmedo wordt niet alleen bereikt, dat zij ziet, dat de in voering der belasting een onherroepelijk feit is, maar tevans, dat aan allerlei over dreven praatjes omtrent de door de Regee ring te vorderen brdragen dc kop wordt in gedrukt. De HoogeRaad verwierp gisteren het cas satieberoep van M. van U., stoker en ge- pensionneerd Oost-Indisch militair te Os», door het Gerechtshof tc 's-Hertogenbosch veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf we gens doodslag, op 15 December 1907, ge pleegd tegen J. F. V., door een met grove hagel geladen geweer op hem af te schieten, ten gevolge waarvan deze door verbloeding is overleden. Voorts werd verworpen het cassatiebe roep van de recidivisten C. Klop, J. M. v. d. K. en M. Th. Sch., te 's-Gravenhage, door het Gerechtshof aldaar tot 6 jaar ge vangenisstraf veroordeeld wegens den dief stal met inbraak uit het huis der echtelie den Van der Ploeg, in de Rijnstraat No. 3, te 's-Gravenhage, in Augustus 1907. Door den Hoogen Raad werd gisteren uit spraak gedaan in de zaak van J. W. C., landbouwer, die te Alphen in strijd met art. 27 der politieverordening aldaar var kenshokken geplaatst had op een plaats, waar dat voor de gezondheid nadeelig werd geacht, en die hokken niet. had verwijderd na een aanzegging van B. en Ws. om zulks te doen. De Haagsche rechtbank had hem veroordeeld tot geldboete van 15 gld. of 3 dagen hechtenis. Betoogd was dat de bepaling een onge oorloofde delegatie van macht inhield om dat zij B. en Ws. de algemcene bevoegd heid geeft om het houden va.n alle varkeus te verbieden in de bebouwde kom der gc meente, zonder hun regelingsbevoegdheid to beperken tot ieder speciaal geval, ter wijl ook do aanzegging vanwege B. en Ws., door de bepaling toegelaten, als onwettig zou zijn te beschouwen. De Hoogo Raad overwoog daaromtrent dat de bepaling een algemeen verbod be vat, waarbij aan B. en Ws. wordt overgela ten voor elk bijzonder geval te beslissen of benadeoling van gezondheid en zindelijk heid aanwezig is wat tot de uitvoerende macht van B. cn Ws. behoort en dat aan B. Ws. alleen d© opdracht gedaan wordt om aanzeggingen te doen en hun ook d© vrijheid wordt gegeven die aanzeggingen namens hen te laten doen, hetgeen geheel geoorloofd is. De middelen werden dus on gegrond geacht. Alleen vereenigde zich de Hooge Raad met een derde middel, volgens hetwelk ten onrechte in hooger beroep de subsidiaire hechtenis was verzwaard van 1 dag op 3 dagen, ofschoon do requirant al leen in hooger beroep was gekomen. In hoe verre werd het vonnis dus vernietigd, doch overigens hst beroep verworpen. Verder werd conclusie genomen in dc zaak van A. M. D. S. wegens den bekenden diefstal in het postkantoor in de Park straat te 's-Gravenhage door het gerechts hof aldaar veroordeeld tot 6 jaar gevange nisstraf. In deze zaak was aangevoerd dat ten on rechte was acht geslagen op een uitlating van dr. Caspari, arts aan de gevangenis te 's-Hertogenbosch, ten betooge, dat bekl. was toerekenbaar, ondanks de omstandig heid, dat bedoelde dr. Caspari niet als deskundig© voor het Hof was beëedigd of gehoord, doch bedoelde uitlating slechts voorkwam als mededceling in een rapport van do deskundigen dr. Plet en dr. Rosen- stein, dat tot ontoerekenbaarheid van den requirant wegens krankzinnigheid conclu deerde. Advocaat-genera 1 mr. Ort was van oor deel, dat het aanhalen van den naam van dr. Caspari in hot arrest slechts bedoelde bet verwijzen naar eetl mededceling van be doelden geneesheer in het rapport der des kundigen, doch geenszins het gebruik maken van een zelfstand ige bron. Hij concludeerde dus tot verwerping. Uitspraak 29 Juni. S m o k k e 1 a r ij. D©vrechtbank te Arnhem heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak van den koop man te Kleef, die de vorige week terecht stond wegens smokkelarij van 600 K.G. 6ui kor in een rijtuig, waarmede hij te Nijme gen werd aangehouden. Beklaagde werd veroordeeld tob twee maanden gevangenisstraf. De eisch was zes weken gevangenisstraf cn verbeurdverklaring van suiker, paard en rijtuig. Ontrouwe brievenbesteller. Voor de rechtbank te Arnhem had. zich gisteren te verantwoorden een 34-jarige brievenbesteller, wién ten laste word gelegd, liet zich toecigencn van een groot aantal brieven in 1S07. Beklaagde, die reeds negen jaar als brie venbesteller op het postkantoor te Arnhem werkzaam is, was in de laatste zes maanden belast met het sorteeren der brieven. In dat tijdsverloop heeft beklaagde zich ver schillende brieven toegeëigend met bet plan, om, als er geldswaarden in waren, deze zich toe te eigenen. Beklaagde verklaarde nimmer geld in de brieven te hebben gevonden, alleen postze gels. Steeds droeg hij een fleschje lijm bij zioh om de brieven, ha den geldswaardigcn inhoud er uit te hebben genomen, dicht te plakken en ze vervolgens weer naar het postkantoor te brengen, waar 1 ij ze listig tusschen andere brieven schoof. C .aikte het hem niet de brieven weer goed te sluiten dan verbrandde hij ze eenvoudig. Bij zijn arrestatie op 16 April werden in zijn bezit gevonden 15 brieven; één daar van hield een papieren dollar in. Als reden tot zijn misdrijf gaf i.cklaagde, die volledig bekende, rp, dat hij geld wilde hebben om in de loterij t© kunnen spelen. Hij was gehuwd cn had één kind; beklaagde verdiend© 12.50 guU'en per week. De off. van just., mr. Schaepman, eisch- to tweo jaren gevangenisstraf. De verdediger, mr. J. R. H. van Schafk, pleitte vrijspraak en vroeg subsidiair op legging van een lichtere straf. De krijgsraad te Leeuwarden heeft een mi licien soldaat uit Assen, die bij een op stootje een der belhamels, die zich tegen, de politie verzette, had toegeroepen: „Ke rel, ruk je los, ga niet met ze mee," we gens opruiing veroordeeld tot gevangenis straf van t-ien dagen. €hr. Nationaal Zeinliaigsfeest. Het heeft H. M. de Koningin behaagd gelijk men weet het Koninklijk Landg. cd. „Raaphorst"' dit jaar af tc staan aan do verceniging Christelijk Nationaal Zendjngs- feest tot het houden van het 45ste feest, dat zal plaats hebben op Donderdag, 2 Juli. De volgende sprekers hopen op te treden: Dr. J. J. P. Valeton, hoogl. te Utrecht, Openingsrede; C. Albers, zend. te Meester- Comclis, Java; J. D. van Ar kei, pred. te Ellecom; dr. H. Bavinck, hoogl. tc Amster dam; S. H. Buytendijk, cm.-pred. tc IJsel- stcin; Joh. Claassen, zend. te Margaredja, Java; T. Doevcdans, pred. te Amsterdam; A. Kruyt, zend. to Modjowarno, Java; F. W .A. Korff, zend. onder Israël tc Am sterdam; D. Lindhout, pred te Amsterdam; A. Pennings, zend. te Talaut; Th. Schar- tcn, pred. te Hoorn; L. Schutte, pred. to Amsterdam; dr. A. J. de Sopper, pred. te Yelsen; dr. A. van Veldhuizen, rector der zendingschool te Rotterdam: G. H. Wa genaar, pred. to RotterdamJ. Wameck, lie. theol. en insp der Rijnscke zending op Sumatra; A. J. Montijn J.Cz., pred. to Haarlem, Eerste Afscheidsrede; dr. J. A. Cramer, pred. te 's-Gravenhage, Slotrede. Er zullen feesttreincn loop en van Am sterdam C. S., Den Helder, Rotterdam D. P., Maassluis, Dordrecht en tuschenlig gend© stations. 26j Het instinct der dieren is gebaseerd op zelfbe houd; wordt er door den mensch voor de dieren gezorgd, dan verliezen ze hun in stinct, evenals wij het verloren hebben in 'onze hypermoderne maatschappij. De scha pen, bijvoorbeeld, in de Schotsche hooglan den, zoeken beschutte streken op, als zij ruw weer voelen aankomen; zelfs als de meest ervaren herder geen verandering van ÏWieer voorziet. Komen deze schapen echter onder geregelde hoede van herders; weten [de schapen, dat er over hen wordt gewaakt, 'dat- er voor hen wordt gezorgd, dan verlie pen zij hun instiDCt. Is het nu niet to "om om alleen te loo- ipen, het voorgevoel bij dieren to erkennen ;en het bij de menschen t© loochene; De jheeren der wetenschap la-chcn om voorge voel, tenzij zij een p\nlijk gezicht trekken, *ls hun stokende eksterrogen ruw weer ^oorspellen of hun winterteenen al jeukend janeeuw aankondigen. Yolo menschen hebben Bog een glimp van het instinct behouden jan zijn gevoelig voor nadere weersverande ring. De geleerde eksteroogen, de professo rale winterteenen noemde ik reeds, gevoe lige mannen en vrouwen zijn „gedrukt" in 't hoofd „als er sneeuw in de lucht zit" en oude gedienden, met rheumatielc en jicht ge plaagd, z^jn wekkers, die steunend en klagend naderenden storm aanseinen, ja, invalioden voelen hot ruwe weer in oen arm of been, dat Indertyd werd afgeschoten of a/gezet 1 .By wakke geatellon wordt onweer aan- gekondigd door buikpijn en de daaraan ver bonden onaangenaamheden. Kinderen zijn lastig en rumoerig als er ruw weer komt; trouwens, by kinaeren spreekt het voorgevoel soms zeer duideiyk en regelt hun daden. Een kind, dat zal gaan leeren loopen, is bang om te vallen, hoewel het nog nooit viel. Kinderen hebben soms een onverklaarbaie antipathie tegen een of ander; later biykt het, dat zoo'n persoon inderdaad ook niet „dat" is. Ook honden vertoonen dergeiyke antipathie- en sympathieverschynsolen, terwyi ik meen op gemerkt te hebben, dat katten juist die personen sterk aanhangen, die door den hond worden gemeden en gevreesd. Wy komen nu op gevallen, die niet zoo algemeen zyn, maar toch overbekond. 't Zyn die voorgevoelens, welko wyzen op naderend sterven van het Individu zelf of van personen, die hem nauw zyn verwant, hetzy door vriendschaps- of familiebanden. Yole menschen hebben zelf don juisten datum van hun dood vooruit aan gezegd. Hoeveel soldaten, officieren, generaals kondigden niet vooruit met absolute zekerheid en toch stille berusting hun sneven aan; hoeveel zeelui zeiden niet vooruit, dat zy hun laatste reis gingen doon? Hoeveel achterblijvend© vrouwen zijn er al niet geweest, die, vóór gr nog iets offi ciecis bekend was, wisten, dat him echt genoot, zoon of vader was gesneuveld of ver dronken Zijn er niet voorbeelden te over van reizigers, die, om een hun zelf onver klaarbaar motief, hun reis uitstelden en daardoor een spoorwegongeluk of schip breuk ontkwamen? To., zooverre mijn om dolingen in het dieren- en menschen rijk; het is niet te ontkennen, dat dieren en men schen mcor dan vijf zintuigen bezitten; zeg gen wij, om te beginnen, een zesde zintuig. Wat is het? Geen der honderd boeken heeft mo wijzer gemaakt! De Roïncarnisten zeggen, dat het ondervinding is, in een vo rig leven opgedaande Spiritisten gooien je om de ooren met demonen of pleonasti sche beschermgeesten. Wat dat voorgevoel is? Ik w.eet er geen lor van, maar het i s er, bij mensch en dier; 't is iets, dat riekt naar de „grenzen"verder zwijg ik er over en ga over tot het volgende couplet of kom- plot. Als u spiritisti - ho werken leest is het net of dc geesten afgestorvenen gere geld komplotten smeden tegen de levenden 1 Je leest van spotgeesten, kwelgeesten, boo ze geesten, lage geesten, het is om de stui pen op het iyf te krygen. Nu keer ik terug tot de grenzen en wel tot d© grensoverschrijding de dood waaraan dc meesten een broertje dood heb ben 1 Ikzelf en duizenden, evenals ik, rillen den eenen tijd alleen bij de gedachte aan sterven, om er op andere tijden naar te verlangen. Velen zijn bevreesd voor een hiernamaals, vooral als zij veel op hun kerfstok hebben. Er zijn vele voorbeelden bekend van bekende en beroemde personen, die óf vreeselijk in den piepzak zaten voor alles, wat op dood betrekking heeft; ande ren weer beschouwden sterven als d© een voudigste zaak van de wereld. In 'n voorbeeld van angst vóór: Vorst van Kaunitz wilde nooit, dat het woord dood of gestorven in ziin nabijheid werd gebezigd. Degene, die 'm 't afsterven moest, aankondigen van zijn vriend Baron Binder, meldde: „Doorluchtigheid, baron Binder is nergens meer te vinden". Ala voorbeeldon van nuchterheid zou ik willen aanhalen advocaat Patrie, die, na op taebtigjarigen leeftyd na genezing van een ziekte vroeg: „Ta 't nog de moeite waard de kieerén aan to trekken Een ander Franach- man, een man van de grammaire, zei stervend: Je m'en vals of je m'en vas, beide Is gram maticaal juist 1" Lagny, een mathematicus, werd bezocht aan zyn stervenssponde door zyn vriend Maupertlus, Lagny ligt in doods- stryd, kan niet meer spreken, herkent niemand. Maupertius, die zyn mannetje kent, vraagt: „Hoeveel is twaalf in het kwadraat?" „Hondord vier en veertig", mompelt Lagny, terwijl hy den laatsten adom uitblaast. Albrecht von Haller, een anatoom, voelt zichzelf, ter- wyi hy ligt te sterven, den pols en zegt: 0Hy slaat.... slaat nog slaat niet meer". Gassendi's Jaatste woorden waren: „Ik werd geboren zonder te weten waarom; ik heb geleefd zonder te welen hoe; ik sterf zonder te weten hoe en waarom". Beethoven stierf met de volgende woorden op zyn reeds vorstyvende lippen: „Toch heb ik talent ge had, nietwaar Hummel?" Ik weet al evenmin het waarom en het hoe als Gas- sendi, maar daar er kans scheen te bestaan er op séances meer van te weten te komen, liet ik me met veel moeite intro* duceeren in een •spirititischen cirkel, waarvan ik wonderen had gehoord; zoo goed on zoo kwaad als het me afgaat zal ik mü'ne ervaringen meedeelen. 't Zou my niet geoorloofd zyn zitting te nemen in e n reeds bestaanden cirkel, ik en nog een stuk of vyf be^ lang6tellenden zouden onder zocht wordon om te zien of we mediamiek, waren. Als de gewichtige avond ia aangebroken en ik het vertrek binnentreed, zyn allen reeds aanwezig en naarstigiyk te zaam, drinkend vele kopjes slappe thee. Op een orgel worden by afwisseling gezan gen en psalmen gespoeld, reeds dadelyk merk ik op, dat er veel met de tremulant wordt gewerkt, wat irriteerend op me ageert Als de speler, tevens leider der te houden zitting, zyn schapen heeft geteld en ziet, dat de kleine kudde voltallig is, wordt het orgel verlaten en hy plaatst zich te midden van ons (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 5