Correspondentie. I WIPPE3XT. Hier is wederom zoo'n aardig plaatje, waarbij ik de kinderen uitnoodig een versje te maken van acht regels, maar niet langer en ook niet korter! Ik zal eens zien, wat jullie daarvan terecht brengt. M. v. A. Ifieuwe Raadsels. Ingez. door Jan en Marie v. d. Bosch. I. Mijn geheel bestaat uit 10 letters en is een winterbost. Een 1 3 5 4 is een verscheurend dier. Een 127 is een koppig dier. Een 1 2 3 4 is 's morgens vroeg bij de hand En 7 3 9 10 en 7 6 2 10 groeien op het land. Een 4 6 6 gebruikt men voor de kippen. Ingez door. „Goudhaantje." TL Een 7 5 8 3 is aan elk huis. Een 4 2 3 is een 1 eel ijk insect. Een 1 2 6 is een stuk speelgoed. Uit een 3 8 9 10 eten de .paarden. 11 12 4 is een verkorte meisjesnaam. Mijn geheel is de naam van een der raad selvriendinnetjes. De beginletter is T. Ingez. door Femia Boozeri, te Sassenheim. III. Mijn geheel bestaat uit 9 letters en is een stad in België. 7 8 3 draagt men op het hoofd. Met. 2 5 3 vangt men visch. 6 1 3 is een schadelijk dier. 7 5 8 9 is een veldvrucht. 1 2 3 is een verkorte meisjesnaam. Aan de 4 5 3 moet elk staatsburger ge hoorzamen. Ingez. door Israël Slager. IV. Geducht spookt soms één, twee, drie, vier, viif- Twee, drie, vier, een insect; heeft weinig om het lijf. Eén, drie en vijf behaagt den vrek. Eén, twee, drie, vijf is een gebrek. Vier, drie, een is een edel dier. Een knaagdier is twee, drie en vier.' En nuttig wordt drie, een geacht. En dan ook vetgemest geslacht. Ingez. door „Woudlelie".- V. De eerste lettergreep der plaats u hier gegeven, Wordt nu eens vóór een naam bijvoeglijk geschreven, Dan weder schrijft men haar verbonden aan een woord, Ze zegt het tegendeel waarbij ze dan behoort. Bijvoeglijk gebruikt, zal zij vaak slim beteek'nen Men geeft dien naam een dier, waarop men wel mag reek'nen, Als men in hok of kooi iets van zijn ga ding heeft; Gelukkig evenwel, dat hij voor menschen beeft. Wat van de plaats nog rest', kan men te zien daar krijgen; 't Zijn hoogten welker naam ik verder 7^al verzwijgen; Ge vindt het dorp gewis bij een groote stad; Schrijft het antwoord spoedig neer, als ik vraag: welk dorp is dat? Ter Dadere verklaring, vertel ik dat het woord bestaat uit de letters e n n o o s u i d L Kom, nu geraden; gij weet het wel 1 Onderlinge Correspondentie. Wie mijner raadsel vriendjes en raadsel- 7riendinnetjes zou mij willen helpen aan een aantal Yerkade's plaatjes. Ik mis nog de ars. (vAl Zomer) 76, 77, 80, 93, 9/, 97, 100, 104, 108, 105, 112, 116, 117, 119, <20, 124, 121, 123, 125, 126, 129, 130, 135, 136, 138, 139, 142, 143, 144, dus nog 29 noramers Ik heb over de nrs. 15, 57, 62 tweemaal, 71, 72, 78, 79. M>, 95. 133, 137,, dus 12 nrs Mijn adres is Johan de Ben, Oudewetering, bij Leiden. ,,A n j e 1 i e r". Hoe jammer, dat je broertje de vorige week je briefje aan een verkeerd adres bezorgd beeftIk zal het hem dezen keer niet kwalijk nemen, maar dan moet hij ook voortaan beter oppassen. Met genoegen verneem ik, dat je goed voor uit gaat en heb ik alle hoop dat je, nu de zomer in aantocht is, binnen niet al te lan gen tijd geheel zult opknappen. C ornelia van der Veer. Je hebt gelijk, beste Cor, om in den lontetijd zooveel mogelijk van de natuur te genieten, maar de laatste dagen deden ons anders meer aan den herfst denken 1 Je anekdoten heb ik ontvangen en zal er waarschijnlijk één van plaatsen intusschen houd ik mij voor meerdere bijdragen aanbe. vol en. ,,D oomroos j e". Wat heb je mij met twee prachtige buitenlandsche prentbrief kaarten verrastVooral dat landschapje te Pontevreda is buitengewoon mooi. Ook Chilham schijnt- mij toe een schilderachtige plaats te zijn. Beide kaarten prijken nu bij de overigen, die een deel van mijn verzame ling van buitenlandsche kiekjes uitmaken. ,,Bo z e h k n o p". Ja, kindlief, zoo zie je; als je trouw je oplossingen inzendt, dan heb je de meeste kans om een prijsje te ver dienen. Het verheugt, me. dat je het gewon nen boekwerk zoo prachtig vindt en ik be loof je, den heer uitgever je dank to zullen overbrengen. Ik vind het best, dat je zusje voortaan onder een schuilnaam met ons me de wil doen en wacht gaarne de volgende week haar oplossingen. Van harte hoop ik, dat je Moe spoedig moge herstellenDank voor tiet aardige kiekje van Bennekom. „W i t.tek i n d". Wat' moet ik van je broer, die zoo vriendelijk was mij te schrij ven, vernemen? Heb je je been gebroken? Hoe is dat ongeluk gebeurd? Gaarna ont vang ik de volgende week daaromtrent eenig bericht. Intusschen het beste ,,G ebroeders". Ik dacht al„Waar blijven de Gebroeders"? Maar nu begrijp ik, dat door de langdurige ongesteldheid van Freek en het vele huiswerk van Johan, er geen gelegenheid tot schrijven bestond. Nu, als Freek weer geheel beter en het huis werk v n Johan achter den rug is, hoop ik weer geregeld jullie gezellige babbeltjes te ontvangen. ,,M a gno ka a." Je hebt het te Scheve- ningen niet goed getroffen, ah je daar voortdurend last van hoofdpijn had. Mis schien is de zeelucht niet goed voor je? Laat je spoedig weer iets van je hoorent „Groote boon." Nu, ik moet zeggen, dat je op een heel eigenaardige manier aan je schuilnaam gekomen bent. De kaari is nu in mijn bezit en zeg ik je vriende lijk dank voor de toezending. „Blauwe regen" te Wassenaar. Neen, ik heb niet het minste bezwaar te gen je schuilnaam en hoop dat je er een veelvuldig gebruik van zult maken. Kitty H a 1 e w ij n. Ditmaal neem ik het niet kwalijk, dat je mij een, in der haast geschreven potlood-briefje toezend, maar dat raag niet te dikwijls gebeuren. Je weet, dat ik van net werk houd, niet waar? Over je voorstel, om wederom eens een teekenwedstrijd uit te schrijven, in den geest zooals je aangeeft beloof ik je te zullen nadenken. „Aloë" Vorige week slechts drie raad sels opgelost en nu ook maar weer vier? Hoe komt dat; vind je de opgaven te moei lijk? „De twee Witte Roosjes". Na tuurlijk heb ik geen bezwaar, dat jullie mij elke week een bijdrage toezend I Mijn voor raad raadsels en anekdoten is werkelijk zoo groot niet. zoodat elke zending mij welkorr is. Gefeliciteerd met jullie prijsje I „Br u ne 11 e". Lees je nooit iets voor je in de correspondentie Dat komt omdat je briefjes mij in den regel weinig aanleiding geven, om daarop te antwoorden. Dank je wel voor de lieve kaart, getiteld: „Paardje rijden". „D e twee lachebekje s". Neen, dat is heusch niet erg, dat jullie dat aardig berijmde raadsel zelf niet verzonnen hebben. Daarvan hangt de plaatsing niet afDerge lijke raadsels mogen jullie mij altijd zenden. Dank voor de mooie kaart „Je pense a vous". „De twee Witte Duifjes". Van harte welkom in onzen raadse l kring. Ik hoop, dat jullie langen tijd met ons mee zul len doen en dus niet na een poosje. zult wegvliegen „Mei takje". Bravo, dat is een hetero schuilnaam 1 Denk er aan, dat het niet vol doende is, om alleen de oplossingen in te zenden. Ik ontvang ook gaarne af en toe anekdoten en raadsels. MABIE VAN AMSTEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 14