No. 14795. LEJD5C1Z DAG-BLAD, Zaterdag: 16 Mei. Anno 19GS. AcMer de coulissen tij Carré. Burgerlijke Stand. Marktberichten. FEUILLETON. Het» gasverbruik in de lste klasse voor verlichting en verwarming bedroeg 20,127 kub. M., dat der 2de klasso 28,390 kub M., te zamen 48,517 kub. M.tegen 46,103 kub. M. in 1906. Het verbruik aan duinwater voor huis houdelijk gebruik, waaronder ook badwa ter, bedroeg 3009 kub. M., voor de lift 2923 kub. M., te zamen 5932'kub. M., tegen 5362 kub. M. in 1906. Uit bijgevoegde statistische tabellen blijkt, dat op i Januari 1907 werden verpleegd 44 patiënten. Gedurendo het jaar 1907 werden er opgenomen 187, zoodat verpleegd werden 231 personen. Een overleed, 141 vertrokken, zoodat op 1 Januari 1903 63 patiënten aan wezig waren. Het gemiddelde aantal patiënten per dag bedroeg 20,688 365 of 56.G, waarvan 7.5 voor do 1ste klasse en 49.1 voor de 2de klasse. Onder het loeiend gebrul uit duizenden kelen, dat Vrijdag als een novel van geluid half Leiden bedekt, zochten wc gisteroch tend het terrein op waar Carré zijn tenten heeft in den grond geslagen. Hot was er met den Vrijdag een voortdu rend heen cn weer geloop van plaits namen den aan het loket, voor de voorstelling van den avond. Men lei er zijn guldens neer bij den zich op spraakzaamheid weinig toc- leggenden bureaulist; men borg zijn bil jetten in portefeuille of baschje, men gaapte eens rond naar de grootc zeil doeken gevaarten, die zoo stil en doodsch, kleurloos cn onbelangwekkend daar lagen, en men phantascerde zich zoo dat liet cir cusvolkje in dc groote roodc wagens zijn makkelijk ochtcndslaapje er van nam, om waarschijnlijk tegen deD middag pools- hoogto to nemen van noodige toebereidselen. Dn.n liep men de bultige Zomerzorg- weido over het Vrijdagsgebrul tegemoet. Als men een tip van dezen sluier opge licht wil zien, heeft men niets anders te doen dan een tip van het zeildoek op te wippen, dat bij wijze van deur voor dc toegangs openingen der tenten neergeflapt is. Wc stuiten al direct op dom men August, dio behalve een paar hoepelvorndge beencn, in geen enkel opzicht aan zijn metier herinnert. August is op dit oogenblik bezig in dit hoekje van den circus met toewijding en vaderliefde zijn zoon te trainen, in de eer ste l>cginselen van het vaderlijk beroep behalve het dom-zijn. Die mag zoonlief bewaren voor een voor stelling, nu heeft hij zijn intelligentie vc jebruiken. De eerste beginselen van kopje- buitelarij worden hern bijgebracht. De jon gen heeft een zwaar groot hoofd, dat hem blijkbaar in den weg zit. Hij doet zijn best, staat in positie, als een volijverig recruut, loerend met een blik opzij naar wat het vaderoog van dom men 'August gebiedt. Hij j maakt zijn sprong, niettegenstaande het zware hoofd, dat topzwaar toch tusschcn de bcenen door, weer naar boven komt. August schudt van neen over 1 weer springt dc jongen over 1 Domme August is zoo gemakkelijk niet als lu'j 's avonds wel lijkt. De jongen is een en al aandacht. Hij bc- Zv^rt zich. Never mind, 't Is een stil hoekje hier. Voor huilen zou geen plaats zijn. In de circusruimte binnenin is dc heer Oscar Carré bezig met de dressuur van paarden. Zijn stem heeft hij daar juist uïtgrrot; tot een donderend verwijt aan bij 't buf fet grapjes makende mannen, die bij deu troep behooren. 't Moet stil zijn voor 't paard. Het is een prachtig bruin beestje met slanke pootcn, fijne enkels, waaruit het Arabisch bloed spreekt. Nerveus trappelt het rond, door zachte strookende woorden bemoedigd. Er is een dansende gang in 2ijn stappen, een fijne beweeglijkheid. Het miDstc geluid in den circus ver ontrust hem, dc lichtste bewegingen ook. Zacht loopen de „artisten", dc knechten, 1 door den circus gefluister is er waar.. een troepje bij elkaar zit. De mei3jes-fiet- sters zijn er, een met een kleinen schoothond; dio wil grommen, st., sb., Doggie. Het paard is hoofdzaak. Het heeft te wennen aan 't terrein, aan toegesproken woorden. Allengs wordt zijn getrappel rustiger, er komt regelmatigheid in den cadans vau zijn rondstappen. De stilte in den circus wordt wat minder angstvallig. Een paar mannen naderen met violen. Daar gaan ze op spelen niet al te dichtbij. Eenbonigo wijsjes. Het paard luistert, verontrus- tïgd eerst, dan went ook dit. Het heeft nu zijn dagtaak volbracht. Het is voor hem genoeg geweest, dezen morgeneen opvolger wordt binnengeleid. Een zwaar gebouwd beest, dat 't a b. c. al achter den rug blijkt te hebben. Hij is aan 't steigeren toe. De vleiende, goedkeu rende, afkeurende stemintonaties van den dresseur zijn de ecnige middelen om hom hierin te onderrichten. Yan klontjes en wortelen komt niets inter weerszij hou den knechten een toom in de handeen andere loopt achter 't beest, omst-reelt met waarehuwendo klapjes de achtorbee-nen van 't dier, die aangedreven dienen om tot 't gowenschto oplichten der voorpooten to ge raken. Het kolossale dier heft zich, doet zijn best als een kind, dat men zijn eerste ta-ta-groet voorbouwt. En ook even kin derachtig wordt het geweldige beest toegesproken. Als hij „braaf" is geweest, wordt hij weggevoerd, komt een ander. Tactiek is: niet uit tc putten en op een moment dat tot eenigo tevredenheid aanlei ding gaf, af te breken met 't onderricht. Grooter moeilijkheid levert het knielen. Dit is een liecle toer; de voorbeen en van liet paard krijgen een omwikkeling waaraan een touw is bevestigd; het wordt door stalknech ten met behendigheid gedrongen een knie val te doen. Het gebeurt met zachtheid, het dier doet zich waarschijnlijk geen pijn, maar dc geforceerdheid schijnt hem te hin deren. Hij slaat in verweer met volle kracht do aelitcrbcencn in de hoogte, steigert, zich verzettend of schokt zich met onverhoedsche sprongen achteruit. Eindelijk krijgt liy ecni ge notie van wat men wil, voldoet nu zoo veel mogelijk aan 't verlangen. Het is voor den dresseur een oneindig ge duld, een onuitputtelijke tact, gezwegen nog van persoonlijken moed. Onder de laatste oefeningen is er wat meer leven in de brouwerij gekomen. Hier en claar zijn jeugdige leden van 't groote gezelschap con amore aan den gang getogen. Een kleine Spanjaard in leverkleurig tricot maakt op iederen vierkanten meter, dien hij vrij ziet, buitelingen. Een Franschman oefent zijn drietal zonen. Een driejarig kleintje wordt een ouder broer tje op 't hoofd gezet; „grossarlig" roept men van alle kanten, het kleine ventje glun dert; voelt een eersten triomf. Het is vreemdhet is voor een leek onbe grijpelijk, maar deze kindeven hebben plezier in 't vak, voelen zich gelukkig in het schar relend bolicmicn-leven, smullen van een pluimpje na een buiteling. De school neen, dio vonden zc niet prettig. ,,'t Is ingeboren," zeggen de respectieve vaders, met een alleszeggend lachje, als dc kleine jongens zichzelf en elkaar aanspo ren tot salto mortal es. En als de jeugd stil zit, trekt papa van leer. Een lieer die een oogenblik te voren met een klein jongetje aan de hand, binnen is ge wandeld, van uiterlijk, zoo, ja, enfin, zoo burgerlijk eenvoudig net een jongen no taris uit den omtrek met den Vrijdag binnen Leiden gevangen bijv. ziet. men 't volgend oogenblik, geheel ver diept in het naar boven gooien van liocd, parapluic, opgerolde glacés. Domme August moppert staag om de domheid van zijn zoon, de kleine Franschman liefkoost zijn veelbe lovende driejarige; een oud bak van een rijtuig wordt ter oefening van 't paard in den circus gereden, met knerpend gerammel, dc beesten in de stallen hinniken luidop, een timmerman is aan 't repareeren, een paar knechten zijn aan 't oppoetsen van tuig cn door dit alles buitelt de kleine leverkleu rige. Spanjaard met een feu sacrè als een merci zijn ondoofbare zanglust uitbrult iu een lenteboom; «j Af cn toe glijdt over het reusachtige tent dak een groote wolk van de stoompluira van' den voorbijgaanicn trein, waardoor de tent een oogenblik verdonkert, en worden alle geruchten van dit vreemdsoortig metier even overstemd door den viorbijdreunendcii trein, die vlak-nabij aauschokt of bij de tent in komt lijden. Geen verwondering, zelfs niet van dc kna pen. Ifoe zouden ;,c ook. Zc zijn wel aan an dere emoties gewc-nd. In liet carré, ingesloten door de transportwagens, oefent zich dc troep van Riégo, do jongleurs. „Ecmgo jolige oogeublikken in een Parjj- zer restaurant zooals T affiche vermeldt, eu zooals we op een der middagvoorstellingen zagen, worden nu in volle oehtcndnuchtcr- hcid, op liet natte gras., onder 't linnen dak afgespeeld. Borden, messen, glazen, gerech ten, lampen, alles vliegt zakelijk de lucht door. Dc lachjes van 't publiek, 't vernis van den avond ontbreekt, wal dan al spelende geschiedt, is nu de grootste ernst. Eiégo leert zijn discipelen de wijze van gooien, hand grepen; 't gebeurt nogal cans \crkcerd, dan onverbiddelijk over. Nadat het diner ettelijke malen door de lucht is gevlogen, wordt er met flambouwen geoefend, eerst met de zwarte fakkels, dan in petroleum gedoopt, met brandende. Het is gevaarlijk dit spelletje. liet gevaar ziet men veel meer onder oogen als men 't zoo in ochtendlicht ziet cn de hoeveelheid pe troleum heeft kunnen contrclecren die erop is neergedropen. Er is ernst bij dit viertal menschen al den tijd van hun bezigzijn. En zij hebben zich, wil er de handigheid in blijven, alle dagen te f'V-ieii. Dit geldt ook het acrobaflénbcroep. Gevaarvol is hun leven, vol energie hun pogen, liun studie en dc ernst, dc overtuigen de ernst waarmee deze heer Eiégo doceert is verwonderlijk. Jammer.... zeggen v/jj. Maar dat seen opmerking die buiten ons kader valt. Hollandsche El Arische Spoorweg-Maatschappij. Op do gisteren te Amsterdam gohouden Algemeen© Vergadering van Aandeelhouders werden het door de Directie uitgebrachte Ver slag en do Balans over het jaar 1907 goed gekeurd. Ter vervanging van den hear R. van Has selt, die bedankt had, word tot directeur be noemd de heer 3% J. 's J«?eob, Lid van den Raad van Administratie der H. IJ. S.-U. te Amsterdam. De heer Mr. Joh. Enschedé, die aan de beurt van aftreding was, werd als Commis saris herkozen, terwjjl in de oh or het overlijden van den heer R. D. Komiek ontstane vaca ture, tot commissaris werd benoemd de heer F. H. van Wiohen. Eindelijk werd besloten den Raad van Commissarissen aan te vullen met twee leden, waailoo wen'on benoemd de heoren N. II. Nierstraaz en tv. van Hasselt. NOOR.' L i Kr.RHLKJ i'. Geboren: Antouim, Z. van L'. Duivenvoorden en U. él. Uiep. iiubeitus, Z. van J. Dniveuvoordeu en A. Al. ÜU3. Gehuwd: JNicolaas van den Berg en Josina Klaeina Butot. Adrianus de Rijk en Geertruida Aleeaweuoord. Ondertrouwd: Petrus Kaptein en Jannetje Du.venvoorden. Bevallen: A. F. 'l'ogni gsb. Boon ek amp L. Ondertrouwd: A. Waaijer jrn. 22 j. en \V. A. er hagen jd. 24 j. Getrouwd: F. A. Alooijman jrn. 42 j. eu J. Fransen |d 32 j. Lcoimarilen, 16 Mei. Boter. Boerenboter aanvoer 2 4. 6/8 en 2/16 r. f \b.—. Fnbi ïokalioter aanvoer 40/3 eu 41/6 vateu f <1 a f 46. Noteeriug van de Commissie: 1st© quid. Fabrieksboter 45 50. Eoteermg van de Commissie der Ver. vau Boter en liuHshaudelareDin Friesland: Is esooit Fabrieks- boter f 44 50. NageJkaas. Boerenkaas. Aauroer KG. Prijs Fabrieksbaas. Aanvoer 00 810 KG. Pr ,8 11.— a 21 Zn olie, 15 Mei. Boter. Aangevoerd 862 8 e a 155,16 v. en 1620 stukken, wegende samen 19 600 KG. Prijs per \4 val f 21.50 a f 24 per KG. f 1-10 a 1.25. Vee. Aangeroeid 923 Runderen, waarvan op do stallen 125, 188 Kalveren, 673 Schapen, 91 Varkens en 156S Biggeu. Men besteedde voor het voo por KG.: itundeien 02 a li c., Kalveren 70a 88 c., Bchapeu 12 a 32 c., Vailceus 41 a -14 c. Handel iu neurende, kalvende Koeieu en Vaarzen, redelijk, vetie Runderen duur, Btieren eu Kalveren beier. Verslagen omtrent den toestand van het krankzinni gengesticht „Endegeest" en het Sanatorium „Rtiyngeesl" gedurende 1907. Het lldo jaarverslag van het Krankzin nigengesticht „Endcgeest", zou in vele op zichten een gunstig genoemd kunnen wor den, indien de tijdsomstandigheden zich ook niet hier hadden doen gevoelen in de etijging in prijs van bijna alle levensbehoef ten. De toenemende exploitatiekosten zullen op den duur, wanneer men do verpleging der zieken op hetzelfde niveau wil handhaven, moeten leiden tot verhooging der verpleeg- gelden, een weg, die door de Christelijke en de Rijksgestichten reeds werd ingeslagen, die beiden het verpleeggekl opvoerden toi> I 350 gulden per jaar, d. i. 20 gulden moei, dan op het oogenblik in „Endegeest" in rekening wordt gebracht. Afgezien van deze wat pessimistische fi- naucieele beschouwingen valt er niets on aangenaams van beteekenis te vermelden. In de eerste plaats moet herinnerd wor- l'dcn aan de uitvoering van het reeds in het Ivorige versiag vermelde besluit van Gede- Iputcerde Staten van Zuid-Holland van Oct. •1907 betreffende de overplaatsing van do niet voor rekening der gemeente Leiden verpleegde mannelijke katholieke patiënten naar het nieuwe katholieke gesticht St.- ger vat ius te Yen ray. De overbrenging geschiedde groepsgewijze op 22 en 23 Februari en 5 Maart. Het verblijf der daarvoor onmiddellijk in do plaats gekomen patiënten uit de gestich ten te s-Gravonhage cn Loosduinen was echter niet van langen duur. Op een aanschrijving van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van Augustus 1907, dio het Haagscho en Loosduinsche ge sticht zooveel mogelijk bestemd zagen tot verpleging van Hagenaars, keerde 't groot ste gedeeilo van de in Februari en Maart gekomenen, op 5 en 23 September weder terug naar het gesticht Oud-Rozenburg", 'terwijl de opengekomen plaatsen werden in- genowftu door een gelijk aantal patiënten uit die inrichting, verpleegd \oor rekening der gaventen Rotterdam, Schiedam, cn Leiderdorp. Daarmede was voorloopig aan ho-t hinderlijk gesol met dezo kranken ecu ©iade gekomen. De gezondheidstoestand, zoowel der vcr- plegcnden als der verpleegden, was over liet algemeen bevredigend. Het sterftecijfer bedroeg 36, tegen 31 in 1906 en 39 io 1905. Het gasverbruik bedroeg 61,126 kub M. tegen 57,165 kub. M. in het vorige jaar. Het meerdere gebruik moet gedeeltelijk worden toegeschreven aan dc toc.namc van het strijkgoed, waarvoor gasstrijkijzers in gebrui.v zijn, en aan do hoogere eischen van het gasfornuis voor bereiding van het eten. Het. stoken der vuren onder do ketels in de steencn en houten paviljoens geschiedde ills vroeger met gascokcs, betrokken van de Stedelijke Gasfabriek tc Leiden. Yerbruil't werden 39 waggons van 10,600 E.G. Aan duinwater werd gebruikt 17,4/2 kub. M. tegen 17.930 kub. M. in 190G. Ook dit jaar kwam in de samenstelling der Commissie van Beheer geen verande ring. Het aan dc beurt van aftreding zijnde lid dr. C. F. Th. J. Meulcman werd door den Gemeenteraad herbenoemd. In de sterkte van het verplegend perso neel kwam eveneens geen verandering. Deze bleef gehandhaafd op 2 hoofdverpleegsters, 44 verpleegsters, 9 verplegers en 1 barbier- badmeester. De mutatie was clit jaar, wat de verpleeg sters betreft, iets geringer, wat de verple gers aangaat, grooter dan in 1906. Uit dc bijgevoegde statistic:», blijkt, dat op 1 Januari 1907 aanwezig waren 172 mannen, 219 vrouwen, totaal 391in 1907 werden op genomen 81 mannen, 43 vrouwen, totaal 124, en alzoö in 1907 werden verpleegd 253 man nen. 202 vrouwen, totaal 515. Overleden in 1907 20 m., 16 vr., totaal 36. Hersteld ontslagen 20 m., 21 vr., totaal 41. Niet horst, ontslagen 36 m., 5 vr., totaal 41 To zamen 76 ra., 42 vr., totaal 118. Een ^oBïtlei'Iing;. Dan ging ik Opa goeden dag zeggen, hij keek ine over'zijn brülcglazen altijd verve lend strak aan en van Opoe kreeg ik een handdruk en tevens een papiertje met een dubbel f je of een kwartje er in voor den spaarpot; soms was liet ook wel een gul den Dit alles moest heel tersluiks gaan, want .Opa, die meestal brommig was, hij sukkelde inc-t een lastig gebrek, mocht er niets van jmerken. Zoo lussclien mijn negende cn twaalfde jaar begon ik mc soms anders te voelen dan andere kinderen; vlagen van vebdriet deden me dikke tranen storten. Als ik een lijkwagen zag, met dien somberen, zwarten man op 'den bok, die langzaam, treurig stappende paarden, met mantels omhangen evenals heel lang' geleden in den tijd van Floris V, die [vermoord was, werd ik doodsbang, kreeg ik een huivering over mijn rug. Ik zag weer dat geraamte uit dat kleine boekje, dat ze thuis hidden, ik werd hoe langer hoe be nauwd- i cn thuis gekomen snikte ik liet uit. Een andere maal stelde ik mc voor een teckeni n g gemaakt te heb ben, maar de jongens en de meester wilden niet gi-lnoven, dat ik ze gemaakt luid; dan zag ik me zelf geheel verongelijkt en mis kend. voor leugenaar uitgemaakt hier zitten ik snikte mijn verdriet uit Ik was erg klein en nietig, zat vol met sproeten cn dc meisjes noemden nic leelijkcrd Op 31 December 1907 waren dus aanwe zig 117 m., 220 vr., totaal 397, waaronder met verlof afwezig 2 m., 1 vr., totaal 3. In bewaring werden gesteld 8 in., 8 vr., totaal 16. Hiervan werden opgenomen 4 m., 7 vr., totaal 11. Overgebracht naar andere gestichten 3 m., 1 vr., totaal 4. Het aantal verplc gelagen bedroeg 63,722 m., 79,277 vr., totaal 142,999 en dc gemid delde sterkte per dag 175 m 217 vr., to taal 392. Afgezien Yan enkele niet geslaagde pogin gen tot ontvluchting, waarbij de ontvllich tenden nog op het gestichtsterrein zelf of in dc onmiddellijke nabijheid er van ach terhaald werden, kwamen dit jaar slechts 2 min of meer geslaagde ontvluchtingen voor, één op dc vrouwen- cn één op mannen- afdeel ing. Rhy ngecst: Ook van het Sanatorium kah evenals van het economisch met haar verbonden krank zinnigengesticht „Endegeest' gezegd wor den, dat 1907 in vele opzichten een gunstig jaar zou zijn, indien ook niet hier dc stij ging in prijs van de levensbehoeften zich had doen gevoelen. De reeds in het laatste gedeelte van 1906 geconstateerde toeneming van het aantal verpleegden bleef zich handhaven, afgezien van een tijdelijke afname in April, over het geheelo verslagjaar en bereikte zelfs in de maand Augustus met het getal 66 een recordcijfer. Met het oog op de benoodigde plaats ruimte in do met 1 Januari 1903 tc openen 2de klasse B moesten in November cn De cora ber zelfs verzoeken tot opname in de 2de klasse A worden afgewezen. Ook in do 1ste klasse, hoewel niet over het gansche jaar geheel bezet,vmoest een enkele maal wegens plaatsgebrek- hetzelfde geschieden. Do inrichting werd uitgebreid mot 29 plaatsen voor de 2de klasse B-patiënten, zooals de 3de klasse patiënten voortaan ge noemd zullen worden. Yan deze 29 2de klasse B-plaatsen zijn er 20 tegen een vaste jaarlijksche som van het Rijk ter beschikking van den hoogleeraar. Over dc 9 overige kan tegen een in do ver ordening vastgesteld laag tarief voor par ticulieren beschikt worden, door welke be paling men gelegenheid vond, met handha ving van de gelegenheid tot bijzonder gocd- koope verpleging voor een klein aantal ze nuwzieken het vroegere art 9 waarbij re ductie der verplecgg-clden in sommigo ge vallen werd toegestaan en dat in de prac- tijk tot groote moeilijkheden aanleiding gaf. in te trekken. Do meerdere werkzaamheden, die deze 2de klasse B, wanneer zij functionnecrt, zal veroorzaken en bij een veelvuldig mutee- rond neurologisch materiaal niet denkbeel dig zijn. komen voorloopig voor rekening van de beide Sanatoriumgenceshecrcn, aan gezien dc assistent van den hoogleeraar door zijn poliklinische bezigheden op Rhyngcest" en zijn klinischcn arbeid op Endegeest" geheel iu beslag genomen wordt. Een tweede assistent voor den hoog leeraar zal over ccnigcn tijd geen overtol lige weelde zijn. Het verplegend personeel bleef dit jaar op dezelfde sterkte, nl. voor de 1ste klasse een hoofdverpleegster met 4 verpleegsters, voor do 2de klasse een hoofdverpleegster, 2 eerste verpleegsters, 11 verpleegsters en 1 verpleger. Aangezien door het tot-stand- komen van een 2de klasse. B op 2 zalen meer gewaakt moet worden dan vroeger, zalin het volgend jaar het verplegend personeel uitgebreid worden met 3 zusters en 1 broe der. Daar bovendien gebleken is, dat ten minste stcccïs 2 particuliere verpleegster in het Sanatorium bezigheid vinden, cn het uit een oogpunt, van directie, zoowel als van dc financieelc belangen van dc inrichting cn der verpleegden wenschelijk is, daarvoor over eigen personeel te beschikken, zullen aan de 1 bovengenoemden nog 2 worden toe gevoegd, zoodat de geheele uitbreiding 5 zusters en 1 broeder bedraagt. Bcnoodigd voor de verschillende vulka chels in het Sanatorium 1ste klasse waren 200 H.L. anthracicfc, evenals in 1906 en voor de centrale verwarming in het Sana- I torium 2de klasse 7 waggons gietcokes, te- I gen 8 waggons in het vorige jaar. dan ging ik mc zelf lang in dén spiegel be kijken en vond mezelf lecljjkdoor allerlei gezichten te trekken maakte ik mc nog lec- lijker, zóó leclijk, dat ik bang voor mezelf werd en wegholde om narrig en ontevreden rond tc dolen of ergens in een hoek te gaan zitten grienen. Toch was ik geen kniesoor; ik was bij alles haantje de voorste, stoeide en ravotte, dat het een lieven lust had; alleen als ik van die buien kreeg, was liet mis. Broer was intusschen grooter geworden: wij sliepen ieder iu een afzonderlijk bed bij onze ouders op de kamer. 1'a en ma sliepen in een reusachtig groot bed; groote groene gordijnen hingen er om heen. Wij moesten om acht uren naar bed, maar hadden dan niet veel slaap; wij lagen druk met elkaar te praten. Soms vertelde ik een sprookje of een verhaal, waarin steeds een groote aap do held was; dan weer maakten wij alle moge lijke geluiden. Ook hielden wij gesprekken, maar moesten alle woorden andersom uitspre ken, of welconverseerden in dieven taal. Ik zei bijvoorbeeld work-work en broer antwoordde met kwek, kwik, kwak; als wij elkaar niet begrepen werd het katjesspel, wij begonnen elkaar te smij ten met kousen en kussens tot wij zoo'n spektakel maakten, dat onder aan de trap werd geroepen: „Blikscmsche jongens, wille jullie wel is ophouwo, mot ik met me slof kommc?!" Want als pa kwaad werd, vloekte hij tot groot verdriet van ma, die dan tracht te te sussen met een: „Jongens, ga nou sla pies doen; Willem, geef jij nou als oudste, verstandige jongen 't voorbeeld en: „man, vloek nou niet, je weet wel, dat vind ik zoo naar, je bezondigt er je ziel mee." Als oudste had ik ook een voorrecht. Eéns in do week, als de meid uitging, mocht ik opblijven; ik moest wachten tot broer sliep, dan sloop ik voetje voor voetje dc slaapkamer uit, ging als een muis zoo stil van do trap, vooral de vierde tree kraakte erg, cn kwam weer in de huiskamer, waar pa zat te knutselen, meestal te zagenma las een stichtelijk boek of zat te breien. ik mocht dan opblijven tot pa en ma ook naar boven gingen. Meestal kon ik mijn oogen niet lang open houden, ging op de canapé liggen, streed met Kiaasvaak cn dut te in. Toch vond ik dat opblijven heerlijk en mijn grootste straf was niet op tc mogen blijven. Nóg prettiger vond ik het, als pa op reis was; dan kwam Opoe van moeders kant logeeren. Ik liad. bij Opoe een streepje voor, omdat ik evenals haar broer zaliger heette; het goede, oude mensch was naam- ziek, ik kou wel eens een potje met haar bre ken. Zij kon mc-ook leuk bezighouden. U moot weten, dat zij bij de tachtig was cn nogal doof, ik zei dan allerlei rare woorden en klanken, bijvoorbeeld „wruolt". Opoe zeg is wruolt; zij terug: „Kind, wat zeg io Bult?" Dan lag ik over de.n grond te rollen vau. den lach en zij zelf lachte, dat de tranen langs haar wangen liepen; de bril besloeg er van. Of weer zij hield me bezig door al lerlei poppen te knippen, die zij aankleedde met jakken van gekleurd papier, menigeen, moest het daarbij ontgelden, kreeg een groo- ten steek op en een rood jak. Soms sprak ia haar liet bloed der HugenotenWant zij was streng geloovig, „orthodox." Er werd dan. ook 's avonds steeds een preek gelezen, er werd gezongen, erg gerekt; toch zou ik zo weer terug willen, die najaarsavonden! Ik zat te kleuren of postzegels ia mijn album io plakken of knutselde met een bouw plaatals ik slaap kreeg, ging i!: op de canapé lig gen cn half in den dommel hoorde ik den centonigen dreun van hei voorlezen, op oenigszins zangerigen toon; dan het bidden, danken en avondgebed, dat. altijd wevi ge ïmproviseerd, maar waarin hccle stukken voorkwamen,- die ik uit het hoofd kende. (Wordt vervolgd.;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 5