Ingezonden. Uit do Rechtzaal. Burgerlijke Stand. Mijnheer de Redacteur J Gaarne zag ik thans nog het volgende ge plaatst in uw geacht Dagblad, in verband met de behandeling van het „Voorstel om van gemeentewege steun te verleenen ter bevordering van de verzekering tegen de gel delijke gevolgen van werkloosheid," in de .Raadszitting van 1G April. Ten gevolge van de wijze waarop mijn optreden bij die gelegenheid is aangevallen en bestreden geworden, heb ik met schrijven gfewacht tot ik van liet officieel verslag van die vergadering kennis kon nemen. Bij het nalezen is mij gebleken, dat ik van het toen gesprokene niets heb terug te ne men; er ook niets in heb te veranderen; doch wel is er nog iets bij te voegen. Opgemerkt heb ik in de vergadering van 16 April, dat het verleenen van steun ter be vordering van do verzekering, enz., elders geheel is behandeld geworden als een admini stratieve aangelegenheid. Men zal in 't ver volg een bedrag op de hegrooting plaatsen ten behoeve van de werkloozen, en daarmee uit. Maar nu vraagt een ernstig bestuurs-li- chaam toch eens: Wie zijn de werkloozen, en wie moeten den steun verleenen? Geheel oppervlakkig wordt de eerste vraag beantwoord met te zeggen: "Wel, dat zijn zij, die in dienstbetrekking verkeerende, door het geheel ontbreken van werk, zonder ver dienste, en dus broodeloos zijn. Wanneer dit antwoord juist was, dan zou le zaak heel wat eenvoudiger zijn; doch het is niet juist; het is door en door onwaar. Naast de werklieden staat in de eerste plaats een leger van werkers op eigen gele genheid en werkgevers, die evengoed arbei den voor hun dagelijksch brood, en niet min der de slachtoffers zijn van de tijdsomstan digheden. Een tweede leger treedt nog te voorschijn uit do winkeliers, waarvan sommigen wegschuilen achter bergen var goed, doch er wordt niet verkocht; zij zijn broodeloos, cn daar komt dan nog bij, wan neer er nog eer- en plichtgevoel is, de schrik voor de naderende dagen, wanneer de wis sels aangeboden worden. Vandaar dat men zoo vaak hoort: Och, kon ik maar een vasto betrekking krijgen, dat ik wist, waar ik op rekenen kon. En men staat dan ook gedurig verbaasd over de schare van sollicitanten naar posten met betrekkelijk lage inkomsten. Dit teekent onze maatschap pelijke toestanden. De laatste categorien kunnen en zullen er bezwaarlijk too komen om zich hij de werkloozen op te gevenintegendeel, door de belasting worden zij voor vol aangezien, en volgens den ingeslagen weg om steun te verleenen mogen zij, zelf werkloozen, den last helpen dragen. Voor deze feitelijke toestanden blijkt men wel blind te zijn; an ders toch zou men er niet met zulk een luch tig hart overheen loopen. 't Is waar, wij komen niet allen op dezelfde wijze en in dezelfde verhouding met de toe standen in aanraking. Oin een voorbeeld te noemen. Bij eon faillissement zegt de cura tor: dat is een kluifje naar mijn mond; doch de schuldeoschers zeggen: daar gaan onze centen. Ontegenzeglijk is het waar, dat in 't algemeen genomen ons Nederlandsche volk in nering en bedrijf sedert jaren geen ge zond leven meer kent; het is een worstel perk om het hoofd boven water te houden. Wie dit tegenspreekt, toont eenvoudig geen, oog to bezitten voor de welvaart van een volk en het geluk, dat zijn deel kan zijn. En het moet erkend: zoo diep is hot zelfbe wustzijn en het gevoel van eigenwaarde bij een groot deel van ons volk gedaald, dat er geen besef is van de ziekte, die het leven ondermijnt, al zijn er ook teekenen, die op een hetere toekomst doen hopen. Mij bewust van den druk, waaronder ons volk verkeert, heb ik de gelegenheid, die zich aanbood, en de pla.i-s, die er voor aange wezen was, gebruikt om over onze arbeids toestanden met een enkel woord te spro ken. Men kan er echter zeker van zijn, dat er nog licel wat moet gebeuren, voor velen het noodige licht is opgegaan. "Waren de blinde oogen er niet, dan zou de zaak in korten tijd beslecht zijn. Ieder zou dan zien en weten, dat in ons land bergen van ge maakte goederen worden ingevoerd, en dat wij tegenovc-r deze hergen van invoer slechts een molshoop van uitvoer kunnen stellen. En dan komt er nog bij, dat wat hier in gevoerd wordt, grootendeels als overproduc tie van elders, binnenkomt tegen verminder den prijs, waardoor onze fabrikanten en werkgevers niet in staat zijn een verdienste te maken en loonen te betalen naar behoo- ren. Een der voorname hoofden onzer con fectiebedrijven verklaarde mij kort geleden: Mijn familie in Duilschland betaalt voor stoffen, Duitsch fabrikaat aldaar meer, dan ik voor dezelfde stoffen, hier ingevoerd, betaal. Ik wil thans niet beginnen met opsom men, hoe ons Nederlandsche volk, geduren de de laatste dertig jaar in 't hijzonder, van arbeid beroofd is geworden. Men heeft tegen mij aangevoerd, dat in landen, waar wel gezorgd wordt voor de be scherming van eigen arbeid, ook werkloos heid voorkomt, en soms zelfs in ergo mate. Op dezelfde wijze had men mij ook kunnen vertellen, dat dc gezondste mensch wel eens ziek kan worden. En dan krijgt men do ver gelijking tusschen den toestand van een in zijn wezen gezond mcnsch, doch nu aangetast door een hevige ziekte, waardoor hij aan zijn legerstede gebonden is, en den toestand van een ander mensch, lijdende aan een zoo genaamd slcependc ziekte, die aan de kwaal niets doet, en waarmee het langza merhand achteruitgaat. Wanneer de ecistc van zijn ziekto opstaat, dan i6 hij weer van zessen klaar, doch met den tweeden! blijft het tobben. Op 't gebied van den arbeid moet echter wel onderscheiden worden tusschen het land, waar door nijverheid en bedrijf in hoofdzaak 'alleen voorzien wordt in eigen behoeften, en die andere landen, waar men in over- groote hoeveelheid werkt voor de wereld-» markt. Nu kan liet natuurlijk gebeuren, dat deze laatste landen in de groote ruimte met elkander in botsing komen, wat bij een en- jkel volk tijdelijk een stoornis in 't bedrijf kan veroorzaken. Van groote waarde es het dan, dat in elk geval eigen gebied blijft voorbehouden. Bij de maatregelen dopr de meeste landen ten behoeve van eigen arbeid genomen, is het noodzaak, dat ieder land zorgt eigen arbeid tot basis van zijn bedrijf te hebben. Wie dit niet doet, gwoeft ge heel in de lucht, en is van de warreling van alle winden afhankelijk. De meest dwaze bestrijding heb ik wol ondervonden door Amerika tegen mij aan te voeren; Amerika het land der wonderen en der onbegrensdo mooglijkhcden. Bekening houdende met de honderdduizenden, waar onder voor een groot deol het uitschot der volken, dio jaar in jaar uit Amerika bin nenstroomen, zou men gewoonweg moeten denken, dat een groot deel cr den honger dood moet sterven. En toch verneemt men daar niets van. Maar welk een a r b c i d s- vormeerdering moet daar dan ook jaar op jaar wezen om aan al die massa's werk tc verschaffen! Laat deze arbeidsvermecr- dering een oogenblik alleen maar gestuit worden, wat moeten de gevolgen daarvan zijn. En wanneer er nu nog eenige stagnatie in het bestaande bedrijf bijkomt, is de ellen- do spoedig groot. Men doorleeft dan een cri sis, doordat de gewone welvaart onderbro ken wordt, doch men zit niet verlegen. Er is ten gevolge van den gewonen bloei veer kracht bij het volk, waardoor men in staat is het diepe zakken te voorkomen en er zich spoedig weer boven op te heffen. Als wij ons leed zoo goed konden dragen als Ame rika het zal doen, met zijn vele behoeften, dan was er reden voor ons om heel wat min der bezorgd te zijn. Bij het tc grabbel gooien van onzen natio- nalen arbeid komt nog iets anders, een kanker in onzen volksaard. Het wordt als een voornaamheid geacht, zijn goederen uit het buitenland te betrekken. Zoo is het voor gekomen dat een smid geroepen werd om hij een dame een kachel te plaatsen. Me vrouw had de kachel laten komen uit Parijs. De smid kon Diet nalaten te vragen, waar om zij dat stuk uit Parijs had laten komen. Wel, was 't antwoord, hier is zoo iets niet te verkrijgen. Zoo niet, Mevrouw, maar ik verklaar U, dat ik de kachel gemaakt heb, daar staat mijn naam. Het grappige van het geval was, dat hij als kachelsmid door bijzondere omstandigheden de levering had gekregen van kachels aan een groot huis in Parijs, en dat hij nu de door hem zelf ge maakte kachel, die een tocht over Parijs had gemaakt, mocht plaatsen hij de dame, die er nn zoo wat h.et dubbele van den prijs voor betaald had. Eenige jaren geleden deed een Leidsch fa brikant een offerte bij een Fransch grossier. Bij gelijke kwaliteit was de prijs iets lager dan van de inlandsche (Fransche) aanbiedin gen, doch zoo besloot de grossier dan zal ik toch maar liever de levering gunnen aan een landgenoot, om eigen industrie te steunen. Aan zulk een nationaal gevoel is bij ons geen denken. In 't buitenland be stellen, dat getuigt van grootheid, en als het dan nog enkele centen goedkooper is, dan is de daad geheel natuurlijk en gewet tigd. Slechts enkele dagen geleden is onze regeering er nog in voorgegaan, waarop iu de Twe.de Kamer nog aanmerking is gemaakt. Om een klein verschil is de order aan een buitenlander gegeven, en de onzen mochten toezien. Men acht het beter aan onze werk loozen een dubbeltje te geven, en duizenden gulden.werkloon in den vreemde te laten verdienen. En wanneer dan in den Lcid- schen Baad. nog een stem opgaat, die om lucht en leven schreeuwt, dan wordt zulk een stem als ontijdig en misplaatst geoordeeld, cn meent zelfs de Voorzitter door interrup tie die heenwijzing naar gezonder toestan den te moeten afbreken. Zoo diep zijn bij ons geestkracht en energie gedaald. Het schatrijke Holland van vroeger wordt lang zamerhand meer en meer een land van be deelden. Do millioenen zijn op de geld markt. in buitenlandsche ondernemingen ver speeld. Ons werk laten wij voor een over groot deel in den vreemde verrichten, terwijl wij zelf meermalen met ledige handen staan. En dan gaan wij in den Baad eens bij el kander zitten om te praten over steun aan werkloozen, terwijl de regeering zich mag bezig houden met het verleenen van onder stand aan arme gemeenten, Amsterdam vooraan. Hoe zijn wij ontaard van den geest der vaderen Doch spreek daar niet over, en wijs niet op de ziekte in onze staatshuishouding, want dan zijt ge huiten de orde en wordt u liefst het woord ontnomen. Met dank voor do plaatsing, Hoogachtend, Uw Dw., Leiden*, 1 Moi 1908. W. PERA. Gemeenteraad van Itynaburg. Afwezig wegens ziekte wethouder H. van Egmond; er is één vacature. Voorzitter: de Burgemeester, de lieer B. van Ham. Door den Voorzitter wordt het verslag van den toestand der gemeente over 1907 aangeboden. Ingekomen was een schrijven van den lieer A. Collce, hoofd der O. L. Sch., cn van mej. Collee, onderwijzeres in de nuttige handwer ken aan die school, ora verhooging van sa laris, enz. In verband met dit schrijven, deelt de Voorzitter mede, dat volgens een artikel in het salariswetje do verordening op de salaris sen der onderwijzers moet worden herzien. Dc heer Van Itcrson stelt voor het salaris van den heer Collee met f 50 te verhoogen cn diens woninghuur ie bepalen op 250 (tot heden is die woninghuur bepaald op f 175). De Voorzitter stelt voor de verhooging van do woninghuur op f 250 bij afzonder lijk schrijven ter goedkeuring aan G'ed. Sta ten to zenden. Wordt aangenomen. In hoofdzaak worden nu de volgende ar tikelen der verordening op dc salarissen van onderwijzers vastgesteld: Aanvangssalaris voor het hoofd der school f 900 50 bo ven het minimum), verder de voorgeschreven wettelijke verhoogingen. Aanvangssalaris on derwijzers f 500 (minimum), verder de voor geschreven wettelijke yerhoogingende ge huwde onderwijzer met meer don 28-jarigen leeftijd ontvangt f 60 tegemoetkoming in wo ninghuur; bij ziekte wordt 6 maanden vol salaris uitbetaald; bij langduriger ziekte zal een nadere regeling worden getroffen; tij dens het vervullen van militieplicht wordt 7s salaris ingehoudenenz. Vervolgens brengt de Voorzitter ter tafel: „belooning van deskundige," belast met heit bouwtoezicht. B. en Ws. stellen voor die te bepalen op f 2,60 per perceel, tot een maximum-bedrag van f 25 per jaar. De heer Van Iterson betwijfelt of voor dio belooning wel iemand te vinden zal zijn De heer II. den Haan vindt die belooning ook te gering. Er moet iemand zijn, dio deze taak verricht, en er is werk genoeg voor; beter is het een vaste som* hiervoor lut to trekken. De iheeren Van Iterson en Hogewouing zijn het daarmee eens cn wil len dio bezoldiging vcor één jaar bepalen op f 50. Aangenomen. Do Voorzitter herinnert er aan, dat in een vorige vergadering de wensch is uitgespro ken art. 2 van de Verordening op het heffen van den H. O. to wijzigen. Hij gelooft aan het verlangen van den Baad te voldoen door dit punt nu aan de orde to stellen. Na langdurige discussie wordt tot de vol gende redactie besloten: „Belastingschuldig zijn, voor zooverre hun inkomen meer dan f 400 bedraagt, hoofden van gezinnenle den des gezins, die een eigen inkomen ge nieten uit kapitaal en onroerende goederen; en afzonderlijk wonende personen. Nog is ingekomen een schrijven van de heeren N. van Egmond en J. van Iterson, raadsleden, waarin deze hecren verzoeken' voortaan de Baadsvergaderingen met gebed te openen, waaraan zij het alsdan uit te spreken gebed toevoegen. Het Dagelijksch Bestuur ondersteunde dit verzoek, dat door alle leden werd ingewilligd. Besloten wordt om advies in te winnen van een deskundige over den verbouw van een der schoollokalen met bestemming voor Raad- en Trouwzaal. Ten slotte werd behandeld een schrijven' van den heer G. den Haan, waarin deze herziening verzoekt van de verordening op het fietsrijden. Hij en zijn dochter zijn &1 ecnigo malen omver gereden. Gesteld in handen van B. en Ws. De rondvraag gaf nog aanleiding tot eeni ge besprekingen, waarna de vergadering werd gesloten. Gemeenteraad van Zegwaard. Tegenwoordig zijn alle leden. Meegedeeld wordt, dat door Ge. Staten zijn goedgekeurd de kohieren hoofdelijken om slag, hondenbelasting en schoolgeld. Verder wordt meegedeeld bet proces-verbaal van kas- opneming, waaruit blijkt, dat op 9 April j.l. in kas was f 2435.42. Nog is ingekomen het rapport van den gemeente-opzichter naar aanleiding van de opdracht om een onderzoek in te stellen* naar den muur, staande voor het erf van. den metselaar Pluimer. Hoewel deze muur er zeer vervallen uitziet en nu niet direct getuigd voor den goeden smaak van den; metselaar, levert hij echter geen gevaar op, zoodat B. en Ws. zich bepalen tot mede- dceling van het rapport. Voor kennisgeving aangenomen. In de eerste plaats wordt vastgesteld het kohier der schoolgelden over het eerste kwar taal 1908 tot een bedrag van f 51.45. Vervolgens wordt een wijziging aange bracht in de instructie van don gemeente ontvanger, waardoor het mogelijk wordt het kasgeld, clat niet direct noodig is, rentege- vend te kunnen beleggen op de Spaarbank. Daarna werdt besloten voor gezamenlijke rekening to dempen een sloot, die loopt tus schen het eigendom van de gemeente achter het huis van den veldwachter Rademakor en het erf van Van der Smit. Hierna komt in behandeling het in de vorige vergadering aangehouden adres van de afdeeling van de Holl. Mij. van Land-' bouw om een tweedy vrije, paardenmarkt liier te houden, en wel op den Woensdag voorafgaande aan de in October in Gouda tc houden paardenmarkt. Met algemeene stemmen wordt besloten gunstig op het verzoek to beschikken, doch ook op deze markt marktgeld te heffen van 25 cents per paard en do goedkeuring van Ged. Staten op dit besluit te vragen. Ten slotte wordt besloten voor rekening der gemeente een brandbluschapparaat „Plu- vius" aan te schaffen, waarna de vergade ring wordt gesloten. Ver valsching van een spaar bankboekje. Tegen den brievengaarder N., to Mak- kinga, is voor de rechtbank tc Heerenveen, wegens ver valsching van een postspaar bankboekje, g.cischt H jaar. Het O. M. bij het Haagschc kantongerecht vorderde gisteren boeten van 25 legen verschillende melkslijters cn -slijtstcrs we gens verkoop of in voorraad hebben van door den gemeentelijken keuringsdienst af gekeurde melk. erduistoring Meineed Valse 1) beid in gescli rif te O pl i c h t i n g. Vtrvolg der Zitting van gisteren.) Al zeer geruime tijd verliep met het ver hoor van een neefje van den overledene, een jongmenseh, dat daar van jongs aan huis was en voor den anderen man corres pondentie en ietwat administratie bijhield. Hij gaf nogal hoog op, van allo dingen tc weten en zooveel gehoord te hebben. Zoo heette het dan dat oom, toen in de laatste veertien dagen van zijn leven dc eerste be klaagde hem zoo vaak bezocht, zou gezegd hebben: ,,'t Is niet voor niet dat ze zooveel bij rao komenik krijg nog genoeg geld van zcl" Oom was niet bezorgd ten opzichte van bokl., hij vertrouwde ze ton volle, maar dat hij zulk een décharge zou hebben ge- teekend, kon getuige niet gelooven. Toen hot aankwam op de kist, verklaarde gok, dot hij door de bekl. geroepen werd om die te openen, iets wat deze befiliet ontkende. De prolongatie-akte, welke do President hem voorhoudt, zegt hij nooit gezien te heb ben. Aan den Officier verklaart getuige, dat, indien de schuld waro afgedaan, do overledene er wel met hem over zou hebbon gesproken. „Ik wist dat de schuld in de duizenden liep", zegt hij, „maar een som is niet ge noemd." De beide verdedigers stellen getuige heel wat vragen, waardoor het jonge mensch nog al in het nauw wordt gebracht. Hij, de ai- les-weter, blijkt dan van zeer veel niet te weten; erger, komt telkens \in tegenspraak met het door hem bij den rechter-commis- saris verklaarde, of wordt betrapt, dat hij bij dit verhoor niet repte van de verkla ring, die hij nu in de zitting to berde bracht, Krijn's zeggen namelijk, als moest hij van bekl. nog zooveel geld hebben. Opmerkelijk dat in de blauwe cahiers, waarin van alle vorderingen nota was genomen, geen letter van die „schuld in dc duizenden" voor komt. Na dezen getuige wordt gehoord de heer J. H. 'anjer, inspecteur van politie, om trent al hot door hom in beslag genomenn. Hij verklaart daarbij nog, dat de twcccrc bekl. hem had gezegd, dat de geldkist door een smid is moeten geopend worden, iets wat tot op dit oogenblik in vorige verhoo- ren ontkend werd, alleen door den „tegen voeter". Yan Reenen bij sterk vermoeden werd in het midden gebracht. Na de pauze werd gehoord dc heer J. O. Post, accountant, als deskundige, omtrent de boeken van beklaagde, waaromtrent door hem rapport was ingediend. Het tamelijk uitgebreid rapport van den accountant-deskundige oordeelt in z63 een elusion ongunstig. Dc mondelinge verkla ringen van bekl., worden door de boeking weersproken, hetgeen getuige in zijn toe lichting nader meent aan tc toonen. En nu volgt voor do groene tafel een zeer uit voerig debat tusschen don tweeden be klaagde, deskundige en verdedigers tegen over de Rechtbank, waarin vooral mr. Besier, do ambtenaar van het O.M., zich doet gelde® en o.a bekl. waarschuwt hier geen toon aan to nemen als in de instruc tie het geval was geweest. Bekl. weet echter do administratie dap per te verdedigen in verband met dc za ken en geeft inzonderheid omtrent de 1400 gld. hypotheek Dicpenbroek en lOdu gld. hypotheek Do Vries, zoodanig ver klaringen dio dcliijn van juistheid heb ben, dat het O.M. gelet op verklaringen en niet- ve rkl aringen in dc instructie (bekl. zogt dat geweigerd werd voldoende iüzage van de boeken to verkrijgen) re- quireert heropening van de instructie, niot alleen wijl ter terechtzitting zooveel nieuwigheden zijn gebleken, waarover slechts vaag kon worden gedacht, maar ook wegens zoo menig aangevoerd ver weer. Hiertegen kwam mr. Van Gigch, als ver dediger, met klem op. Do animositeit tus- sohen rcchtcr-commissaris en bekl. maakte misschien dat niet alles werd genotuleerd, maar is daarom hier niet als nieuwigheid aan te merken. Van zooveel dat van an dere wel was genotuleerd, hoorde men hier tegenspraak op tegenspraak. En wat pl. verheugt zoovele verdachtmakingen smolten weg als sneeuw voor do zon. Bost kan door Rechtbank en verdedigde de zaak tot klaarheid worden gebracht. Niet te verwonderen dat bekl., nadat hij gelegenheid kreeg dc stukken to bestudee- ren, en daarbij intelligent jongmenseh, die den ernst en het belang begrijpt, nu hij uit de donkere detentie komt in het volle dag licht, zijn bovinding mededeelt, "^aarbij komt dat de verdediging ook van haar kant zich door een accountant heeft, laten voor lichten, zoodat zij nu de zaken tot in de puntjes kent en niet de minste behoefte heeft aam den rechter-commissaris. Waar zou het heen met alle andere zaken, indien bij verweer die weg word ingeslagen 1 Het papicrtjo met de aanteekening „Van Boenen heeft de valsohe akte gemaakt", heeft men in het Huis van Bewaring met andere papieren van beklaagde voor den dag gehaald en die aanteekening verdacht. Wat is natuurlijker dan clat de van zijn vrijheid beroofde zich verdiepte in de be schuldiging en dingen opteekende vooir zich cn zijn advocaat. Het saisissceren van die papieren was, zegt pl., zachtst genomen niet kiesch Waar bekl. reeds 6 maande.: in preven tieve hechtenis doorbrengt, ziet pl. ook daarin een reden die hechtenis niet door een nieuwe instructie nog langer cn pijn lijker te maken. De andere verdediger, mr. Asscher, zegt zich te verheugen, dat do eisch van liet AI. reeds nu leidt tot een prélude van het pleidooimaar eveneens is hij ontroerd dooi den eisch dien het O. M. stelt nu de jonge mun na 7 maanden den dageraad ziet glo ren, waar reeds zooveel is gebleken ten nadeele van do beschuldiging. „Niet alleen zegt pl., verzet ik mij tegen een heropening van de instructie, maar ik vorder krach tens art. 116 Sv. onmiddellijk in-vrijhetd- stelling van den onwettig gedetineerden tweeden beklaagde. (Dit artikel houdt in, dat indien na 3U dagen de instructie niet is geëindigd, een beklaagde weer in vrijheid moet worden gesteld). Beklaagde is gehoord op 25 November, daarna c 24 December, eindelijk op 13 Januari, en 3 Februari is do zaak naar openbare zitting verwezen on geen bevel van de Rechtbank is gekomen om de preventieve hechtenis te verlengen. Zich beroepende op een adres van den Hoo- gen Ilaad cn een vonnis van dc Amstcrdum- sche Rechtbank van 1899, vordert pleiter onmiddellijke iu-vrijheid-stelling van bekl. Na re- cn dupliek beg if dc Rechtbank zich in Raadkamer. Bij haar tcrukccr het was halfzeven ge worden dceldo dc President als haar be slissing mede, dat geon termen waren gevon den de instructie te heropenen en gelastte zij de onmiddellijke in-vrijheid-stelling nfi den tweeden beklaagde uit de preventief# hechtenis. Woensdag e. k. voortzetting. foor de Amstordamsche rechtbank word gisteren de volgende zaak behandeld: Een 8-jarigo jongen, opgestookt door eea 13-jarigon knaap en zijn broer, schold een vrouw, die in den avond van 6 Februari een water-en-vuurhuis in de N. Z. Arm steeg te Amsterdam binnenging, als gewoon lijk onder den invloed. Toen do vrouw mot een emmer kokend water het water-en-vuurhuis verliet, voer zo hevig uit tegen de knapen. De moeder van den 8-jarigen knaap, die op het lawaai uit het raam barer woning was gaan liggen, gaf aan de vrouw haar verbazing te kennen hoe het mogelijk waa, tegen kinderen zulke gemeene scheldwoor den te uiten, maar de vrouw, toen nog woedender geworden, pakte met beide han den den emmer met kokend water op en stortte den inhoud over de haai* belagende jongens uit. Een vrceselijk gegil steeg cr nu uit de bende op. Twee jongens waren door het ko kende water getroffen: de 8-jarige kreeg I ov r linkerarm en gezicht brandwonden van den lsten en den 2den graad, den 13- jarigen knaap verd de linkerzijde van het gezicht verbrand. Do moeders lie.pen in allerijl met haar kroost naar het Binnengasthuis en een ver pleging in de Willcnistraat, waar de jon gens werden behandeld. Ernstige gevolgen had het gebeurde voor dc jongens niet. Wel voor de vrouw, want die stond gisteren voor de 4de Kamer der Rechtbank alhier terecht wegens voortge zette mishandeling. De eisch van het O. M., jhr. mr. Quin- tus, was 2 maanden gevangenisstraf. 12 Mei a. s. uitspraak. Flores. Dr correspondent te Batavia van de „N. R. C." seint: „lOfficieel). Den 12den April zijn twee bivaks te Soekoeria (Boven-Endeh) door groote benden overvallen en in brancl ge stoken. Sergeant Dc Kok en twee mare chaussees sneuvelden, 4 marechaussees en 2 dwangarbeiders werden gewond. Luite nant Tubbers trok op Endeh terug. Kapi tein Spruyt vertrok naar Soekoeria". De „N. R. C." teekent hierbij het vol gende aan: Het is een vreemd verschijnsel, dat een regeeringstelegram op weg van Indië naar do redacticbureau's van Staatscourant en Nederlandsche dagbladen een gedeelte vao^ den inhoud kwijt raakt. De lozer, die het opc;nomen regeer ingstelegram over de jongste gebeurtenissen op Flores verge lijkt met het thans door dezen correspon dent overgeseinde officiecle bericht, zal ontwaren, dat in eerstgenoemd telegram de mededecling onthouden werd, dat de late luitenant L. J. J. M. Tabbers (niet Tub bers) zich verplicht heeft gezien op Endeh terug to trekken. Dit kan als eenvoudige oorzaak hebben, dat. dio officier met het bi vak ook zijn levensmiddelen en munitie grontcTidcols in do vlammen zag opgaan, zoodat hij alleen daardoor genoodzaakt werd Bovon-Endeh te verlaten. Maar het kan ook zijn, clat hij zich te zwak voelde om tegenover liet verzet op groote schaal den toestand te blijvon beheerschen. Dat de energieke kapitein pruyt onmid dellijk, zeker met do noodige troepen, naar Soekoeria ging om daar den toestand te re gelen, ligt voor de hand. Aan de familie van den sergeant Wülem Johannes de Kok, te Rotterdam, is vanwe ge het departement van koloniën medege deeld, dat genoemde sergeant 12 April bij de overvalling van zijn bivak, in Soekoeria boven Endeh, is gesneuveld. Atjeh. Do correspondent te Batavia van dc „N> R. C." seinde gisteren verder: „Bij een klewarr ,anval in Djeumpa op een groep infanterie werden de sergeaCt Foiger, die minderen en zeven dwangar- i bciders gewond. „In Peueangan werd de telephoon ver nield. Het laatste maandverslag over Atjeh luidt ongunstig." Hierover valt. niet veel te zegge teekent de „N. R. C." aan. Wij beleven in Atjeh nu eenmaal een onrustigen tijd. Nog een onderzoek als pas werd ingesteld en we heb bon misschien kans, dat de Atjehverslagen er nog heel anders zullen gaan uitzien. De Atjeher is er nu eenmaal vast van over tuigd, dat wij nooit bij een eens aangeno men gedragslijn blijven volharden. Voor hei i is het een feit, dat aan een krachtig bestuur weer gauw een einde moet komen, ab bij maar volhoudt. Zoo'n onderzoek doet hem licht denkon, dat er weer verandering op tii is, en hij tracht in die richting het zijne tc doen Uit het thans geseinde behoeft dit alles wel niet rechtstreeks tc volgen, het veron derstelde verband is echter mogelijk. De Directeur van het Postkantoor te Leider, brengt ter kennis, dat ingaande «1 Mei do derde cn vierde lichting der hulpbrievenbussen 15 minuten zullen wor den vervroegd. De tijden van lichting op de borden bo ven do bussen zullen binnen eenige dagen worden gewijzigd. Do Directeur. H. EEKHOUT NOORD WIJ KICKHOUT. Geboren - Cotbarin» Maria Johanna, D van 1\ von den Buig en C. van Seggole». Cornelia Maria. D. van Th. van der Wiel on A. Bank. Maria Johanna an Heudnkne Autouiua, D. en Z. van V. Pompa an A. van Denser. Theodoru* Johannes, ran \V. P. Waimctboven en A Jansen. Overleden: Peli onolla Core! 53 j. G e h u w d: Johannes immeizeel 25 j. en Johanna Meylaud 30 j. Ondertrouwd: A. do llylc en G. Meeuwaq- oord, beiden alhior. Th. \V. C. Jonkheer, t# iiillegoiu, en A. Oosldani, alhier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 2