VOOR DEJEUGD
-r lÊIDSCH DAGBIAD
No. 14780
Woensdag- 29 April.
Anno 1908.
Bericht aan mijn Raadseikinderen.
Be vroolijke kant.
De Speelgoedtentoonstelling.
/>/»x
Het zal jullie zeker aangenaam zijn te
rernemen, dat ik, ingevolge de bevelen van
Z. K. H. den Prin6 der Nederlanden, een
acbrijvcn ontving van H. D. kapitein-adju
dant, waarin wordt dank gebracht voor de
aanbieding van het Nummer onzer Courant,
vergezeld van de vleiende mededeeling, dat
Z. K. H. het Nummer met erkentelijkheid
ontvangen had.
Recht gaande breng ik deze dankbetuiging
ter kennis van mijn raadselvrienden en
-vriendinnen.
M. v. A.
„Het is vandaag te vochtig om in den
"tuin te spelen", mopperde Dora.
„Dat hindert nieta. De arme bloemen heb
ben zoo'n behoefte aan water. Vanmorgen
jieten ze alle de kopjes hangeD, alsof zij
aaar drinken verlangden", zei Grooferoa-
oa.
„Maar ze konden toch wel gewacht heb-
Sen tot morgen; dan heb ik den geheelen
lag school", pruilde Aletta, terwijl zij met
de vingers op do ruiten trommelde, waar
langs de regendroppels afgleden.
Hoe staat het met de poppenjurk, waar
aan je gisteren begonnen bent?" vroeg
Grootmama lachend. „Ik dacht, dat je die
vx) graag gauw klaar wou hebbeD, Nora."
„Och ja. Oma, maar vandaag zou ik naar
muiten gaan, het nieuwe tennisspel is ge-
Komen en we zouden het zoo dolgraag eens
probeeren, is het niet Lot?"
„Ja, maar daar denkt Oma niet aan.
Oie is tevreden, als zij haar boek en haar
Prei werk maar heeft."
Oma keek met een vrooüjk gelaat van
naar werk op en schudde het hoofd.
„Oma is ook wel eens teleurgesteld, al
merken jullie kinderen dat niet al tijd op",
jeide zij.
„I! dacht, dat groote menschen konden
doen wat zij wilden", zei Aletta. „Het moet
toch wel heel prettig wezen, groot te zijn,
al gebeuren er wel eens onpleizierige din
gen."
„Maar Letje," antwoordde Oma, „als je
je over kleine teleurstellingen niet kunt
heenzetten, hoe moet je dan het werkelijke
verdriet dragen, dat je in je later leven
-uit ondervinden?"
„Ik weet het niet, Oma, maar hoe doet
7 het dan? Want wat er ook gebeurt, U
acht altijd en U ziet er altijd uit, of U
iiete anders zoudt wenechen."
„Misschien komt dat, doordat ik alles
/an den vroolijken kant bekijk, Letje/' zei-
de de oude dame erastig.
„Maar, als er nu geen vroolijke kant
Oma, wat dan?" vroeg Nora.
„ik herinner mij met, dat mij ooit iets
overkomen is, dat geen vroolijken kant had,
lieve kinderen, en het was ook nooit zoo
erg, of ik kon Onzen Lieven Heer nog dan
ken, dat het niet erger was."
„Een brief voor IJ, mevrouw" zei het
dienstmeisje, dat binnenkwam met een brief
in de hand. „Do jongen wacht op ant
woord."
„Wel, welwaar is mijn bril Zonder bril
kan ik niet lezen en ik vrees, dat ik hem
op mijn toilettafel heb laten liggen.
„O, Oma," riep Aletta gevat, „nu heb ik
U gevangen."
„Ja Oma, hoe moet men het van den
vroolijken kant opnemen, als men zijn bril
vergeten heeft?" viel Nora haar bij.
„Door te bedenken, dat men twee lieve
kleindochters heeft, die hem kunnen ha
len", was het lachend antwoord", waarna
beicLe meisjes de trap opvlogen en Oma's
bril al spoedig bij de hand was.
De Neuronbergsche werkman Hans Shil-
ler kwam op een dag niet alleen vermoeid,
maar ook zeer mismoedig thuis. Het loon,
dat de speelgoedfabriek, waarop hij werk
te hem wekelijks uitbetaalde, was niet toe
reikend voor zijn gezin van negen personen
en hij dacht er over, het vaderland te ver
laten en te trachten in den vreemde zijn
brood te verdienen.
Het was November en een buitengewoon
vroege winter. Er lag sneeuw en een ijskou
de wind sneed Hans als het ware den adem
af. Thuis gekomen bemerkte vrouw Shil-
ler, dat haar man iete had, dat hem hin
derde en belangstellend vroeg zij hem wat
dit waa Nu, dat was gauw gezegd: hij ver
diende weinig en zoo lang allen gezond wa
ren, ging het nog, maar als moeder of een
van de kinderen eens ziek werd, wat dan?
En hij vertelde haar van de tentoonstelling
van speelgoed, die de regeerende vorst van
nlan was te houden. De gelukkige, die een
nieuw soort pop, een tol, die een uur ach
tereen kon draaien of een bijzonder mooie
miniatuur-spoorweg uitvond zou een prijs
krijgen van vijf duizend gulden.
„Die moet U zien te winnen, vader", riep
Grietje, een blond kind met blauwe oogen,
terwijl zij in de magere handjes klapte. „U
bent immers de knapste werkman nit Neu
renberg 1"
„Ik vind je heel lief", zei haar vader,
,,maar ik geloof niet dat ik, bij al wat er
bestaat, nog iets nieuws kan uitvinden."
„Een pop zooals niemand nog ooit ge
zien heeft; ik zal er eens een bedenken va
der."
Hans schudde het hoofd maar moeder,
die zag hoe Grietje altijd iets wist nit fce
denken om de kleintjes bezig te houden,
had vertrouwen in haar dochtertje.
Grietje droomde dien nacht, dat een
mooie dame haar allerlei mooie liedjes voor
zong. Daarna legde zij den viDger op den
mond en zeide, voor zij verdween: „Lieve
kleine, ik ben de pop, die Haas Shiller
gemaakt heeft en heb op de tentoonstelling
den eersten prijs gewonnen."
„Hoe jammer dat het maar een droom
is, zuchtte de vader," toen het kind hem
haar droom vertelde. „Een droom, ja,
maar ook een ingeving."
„Luister eens, vr Er zijn al poppen
die spreken kunnen; wel niet mooi, maar
er zijn tooh fcuziekdoozen, als men er na
één in het lijf van een pop brengt, die met
een sleutel wordt opgewonden
Hans schudde het hoofd, maar toen hij
des middags van zijn werk terugkwam, wae
hij een geheel ander mensch. Hij had het
denkbeeld van zijn dochtertje vastgehou
den, er over nagedacht en nu wist hij wat
hem te doen ston l. r
Een maand lang werkte Hans met onver
droten ijver. Hij rookte niet meer en at
weinig, want het werken tot diep in den
nacht kostte veel petroleum.
Eindelijk was de dag der tentoonstelling
aangebroken. De vorst was er met Bertha,
zdjn lief dochtertje, dat over den prijs be
schikken moest.
Ieder der makers der tentoongestelde
voorwerpen had iemand mogen meebren
gen, zijn vrouw of een zijner kinderen. Hoe
gaarne juffrouw Shiller ook meegegaan
was, vond zij dat haar dochtertje er meer
recht op had en Grietje had dus haar va
der vergezeld. Zij waren beiden zeer opge
wonden en hun hart klopte even luid als
dat van Wan da. Wanda was de automati
sche pop, welke fi^us Shiller had uitga-
vonden, op aandringen zijner dochter. Maar
de vorst en zijn dochtertje hadden reeds
zooveel speelgoed gezienEen aap van
caoutchouc, een soldaat die een geweer af
schoot, een kindje, dat in zijn badkuip
speelde I En het prinsesje was al zoo moe
van al het kijken. Als zij Wanda voorbij
gaat akt deze een diepe buiging.
„Ik zie", zegt zij, „dat deze pop mij
groet, maar kan zij nog iets andere?"
Hans snelt toe en windt de veer op. De
pop opent nn het roee mondje en begint te
zingen. Hans had namelijk in het lichaam
van de pop een muziekdoosje aangebracht,
die drie denntjes speelde.
Het verrukte prinsesje neemt het speel
goed in de hand en draait het om en om
de pop bevalt haar, plotseling slaakt zij een
kreet.
„Haar hartje klopt', roept zij uit, „het
lijkt wel of ze leeft I"
De vorst komt nader en bekijkt Wan4»
op zijn beurt. Waarlijk, in die bóuten borst
klopt een hart, zoo regelmatig als een men-
schenhart.
Het was heel eenvoudig: een horloge-veer,
die vier en twintig uur lang liep, had bot
wonder teweeggebracht.
Eindelijk was het oogenblik daar; Ber
tha moest zeggen, welk stuk speelgoed zij
de voorkeur gaf en daarmede den prije toe
wijzen.
Het koude zweet stond Hans en Grietje
op het voorhoofd. De prijs is voor ben een
vermogen 1
Het prinsesje staat besluiteloos; aan de
andere zijde der saai ia een. geweer, dat al-