Clara's verjaardag.
FEUILLETON.
Onder den grond.
Anekdoten.
een edelman kan redden en hoe de Voorzie
nigheid zich somtijds van de kleinen be
dient, om den grooten goedertierendlieid
te leeren.
Hot was Clara Krook's veertiendo ver
jaardag en de voorbarige, gevoelige jonge
dame stond naar de ontbijttafel te. kijken
met tranen van spijt in haar grijze oogen
Zoolang zij zich herinneren kon, had er
op den eersten Augustus een pakje klaar
gelegen op de ontbijttafel, dat zij dadelijk
zag, als zij binnenkwam.
Een pakje, waarop haar vader ia zijD
duidelijk handschrift haar adres geschreven
nad, maar vandaag lag er niet eens een
enveloppe.
Hij had het vast vergeten I Dat was een
vreesolijke gedachte, want Clara, die haar
vader aanbad en door hem zeer op prijs
werd gesteld als zijn huishoudstertje, be
schouwde zichzelf als een persoon van ge
wicht.
Me vrouw Krook was een paar jaar gele
den gestorven, toen Clara nog erg behoefte
nad aan de moederlijke zorg, maar geluk
kig hadden de kinderen Krook een vei»
rftandigen, liefhebbenden vader.
Clara werd van haar droevige gedachten
afgeleid, doordat de beide kleintjes de ka-
mer binnen kwamen stormeneen paar ge
zonde mooie kinderen: Theo en de vierja
rige Tom, dio zijn moeder in het geheel
niet had gekend-
Hartelijk geluk gewenscht", riepen zij
en zij vielen haar om den hals en gaven
haar bloemruikers, waa-rvoor zij hun eigen
tuintje geplunderd hadden.
,,Mina zegt, dat Paatje is gaan wande
len. Wat grappig is dat," riep Theo, ,,nu
heeft hij jou verjaardag vergeten."
„Ga zitten, kinderen en bemoei jc met
je eigen zaken," zei Clara snibbig, met
wangen, die gloeiden van verontwaardiging
en ergernis; het kan mij heelemaal niet
schelen, of Pa mij vergeet," voegde zi) er
'.n hnar drift bij.
Thee floot eens en b gon aan zijn boter
ham, maar de kleine Tom trok een ver
baasd gezichtje en zeide:
„En ik geloof er niets van, dat Paatje het
vergeet."
En snibbig: „Houd je mond, zeg ik je,"
maakte hem aan het huilen, maar Clara
lette er niet op.
Zij gaf toe aan haar grootste gebrek: eer»
driftig humeur on eerst gisteren had haar
vader haar gezegd, dat hij zien kon, welke
7i
VII. Dagen van droefheid.
Andreas was nog niet aan het einde van
zijn beproevingen; nieuwe smartcu hingeu
hem boven het hoofd. Toen Clotilde op
zekeren dag in den kelder afdaalde, ver
stuikte zij haar voet zoo erg, dat de dok
je-r er bij moest komen, die haar uitdrukke
lijk beval rust te houden. Ongelukkiger
wijs was dit ongeval haar niet in den dienst
overkomen en kon zij dus nk- op zieken
geld rekenen. Daar, zooals net spreekwoord
zegt „een ougoluk nooit alléén komt,"
werd Ce<sar oenigc dagen daarna bedlege
rig ten govoJge van gaJkoort-sen. Toen
kwam cr een schrale tijd, daarna armoe
de. Tot overmaat van smart begon net
hard te vriezen, ofschoon het reeds half
Februari vas. Er wcei een felle, ijzige
wind en de sneeuw lag een paar voet hoog.
De steeDkoleD raakten op. omdat de
hoeveelheid, di«* dc maatschappij 1 dc
mijnwerkers verstrekte niet voldoende bleek
en daar het geld verbruikt was, stond de
kachel koud naast het ledige kolenhok.
Op zekeren morgen, terwijl iedercca in
huis zat te rillen van koude, zeide kleine
moeite zij zich gaf om zioh te beheersehen,
maar nu dacht zij daaraan in het geheel
niet.
Theo's vroolijkbeid verdween en hij gaf
een gil van pun. want zijn zuster sloeg hem
om de 0"ren, omdat hij zong:
„En zij moppert alweer, en zij moppert
alweer."
„En het is toch zoo," riep hij half schrei
end, „cn als vader hier was, zou je niet
zoo onaardig durven zijn."
„En jij zou niet zoo brutaal durven zijn,"
mopperde Clara. „Mijn verjaardag zet
prettig m, dat moet ik zeggen I Het is een
schande, dat vader vandaag zoo vroeg is
uitgegaan, anders doet hij het nooit."
Zij sprong op, liep de kamer uit en ont
moette in de gang de oude kindermeid, die
groot-e oogen opzette, toen juffrouw Clara
haar zeido, dat zij wel eens op de kinderen
mocht letten. Het waren een paar ondeu
gende, brutale bengels."
„Dat zal dan wel aan U liggen, juf
frouw," zeide de oude Mina, „ik heb van
de lieve schapen nog geen onvertogen woord
gehoord, en zij ging naar hen toe, terwijl
Clara, die al spijt had van haar drift, den
mooien tuin inliep, waar de frissche mor
genlucht haar gloeiend gelaat verkoelde.
„Och, och," dacht zij, „nu heb ik mij al
weder door mijn drift laten beheersehen,
maar ik heb ook zoo'n verdriet en Pa had
toch heuscb wel aan mijn verjaardag mo
gen denken."
Tranen van spijt stonden haar in de
oogen en beletten haar goed te zien, toen
het tuinhek piepte en haar vader haastig
op het huis toekwam, terwijl hij iets naast
zich voortduwde.
„Wel Clara," riep hij haar toe. „Het is
hoog tijd om mijn lieveling geluk te wen-
schen met haar verjaardag maar zie je, ik
moest dit eerst van het station halen, want
het is vannacht pas uit Amsterdam aan
gekomen en ik wilde het gelijk met mijn
morgenkus geven. Je zult het je ouden var
der dus wel vergeven, dat hij zoo laat
komt met zijn gelukwensch."
En terwijl hij den éénen arm teedcr om
haar heen sloeg, toonde hij haar een prach
tige fiets, haar vurigsten wenscb, hoewel
Clara nooit gedroomd had, dat hij op dezen
verjaardag haar eigendom zou worden.
,,0 vader, lieve vader," en toen kon zij
zich niet meer goedhouden en vertelde,
snikkend van spijt eu schaamte hoe ver
keerd zij zijn afwezigheid had uitgelegd en
hoe zij had toegegeven aan haar drift.
Haar vader liet haar uitspreken ©n zei
de toen op zachten toon:
„O, die voorbarigheid, wat heeft die al
een boel kwaad gedaan. Spreek daarom
Jeanne, dio ondanks haar jeugdigen leeftijd
den toestand zeer good begreep: ,,laat
mij evenals de andore kinderen van het
dorp op het veld steenkolen gaan zoeken."
Tante Adelaide en ook Clement verzetten
zich in het begin togen dit voorstel, om
dat zij het lieve kind t© goed vonden, om
een dergelijk werk te verrichten. Maar
er waren zooveel zieken, Cesar zou kun
nen sterven en men eindigde met toe te
geven.
Voortaan ging zij eiken dag met andere
kinderen uit om stukjes gruis te zoeken,
die zij in een wagentje verzamelde, dat
Andreas van een oude kist had gemaakt
en waar hij Sukkel vóór spande En nJs
ze dan rillende van koude terugkwam,
hielp zij vrouw Clement in het huishou
den, want niemand kon deze laatste zoo
handig helpen als dit kleine ding. Zij hield
zeer veel van haar pleegouders, terwijl
Adelaide haar op haar beurt als een moe
der liefhad.
O, als zij Ninon n^et hadden gehad, zou
het er in hot gezin nog treuriger hebben
uitgezien.
Nu het zoo droevig in het huis ucr Cle
mente gesteld was, was Michel, die diep
medelijden had met zijn vviendeD. beter
gaan oppassen. Hij werkte weer geregeld,
maar wat baatte zijn loon en dat van An
dreas, om in do beh-^efto van vijf perso
nen te voorzien.
Intusschen werd de toestand hoe langer
nimmer, beste Clara, voorbarig een oordeel
uit
Zij beloofde het en ging toen dadelijk
naar de kinderen toe en vroeg hen verge
ving, waarop Theo zei, dat hij haar ook
niet had mogen plagen.
Daarna nam zij hen mee en liet haar ge
schenk zien en de vreugde steeg ten top,
toen zij er allen eens op mochten rijden, tot
Tom's katjes toe, die in een mand op het
zadel werden gezet, tot schrik van de oude
kat.
Clara doet nu ernstig haar best om haar
drift te overwinnen en ik geloof zeke»- dat
zij er in slagen zal.
Ingez. door Hermina Huntelman.
Gestrafte b 1 u f
A.: „Nu ben ik oud, maar er is een tijd
geweest, dat ik in mijn eigen wagentje
reed."
B.„Ja, ja, dat begrijp ik, en jo moeder
duwde het voort."
Oom (tot neefje, bezig oenige platen naar
Rubens beziende): „Ja, ja, neefje, die Ru
bens was een groot schilder, met één pen
seelstreek kon hij een lachend gezicht in een
weenend gezicht veranderen."
Neefje: „Nou, oom, dat kan onze meester
ook met één oorvijg doen."
Ingez. door Jo en Marie van don Bosch.
„PardoD mijnheer, zou ik mogen weten,
wat voor een zaak u heeft V*
„Een azijnfabriek, mijnheer I"
„Zoo, dat is ook een zure verdienste."
Ingez. door M. M. Reyneveld, te Voor
schoten.
Snugger.
Een boer klopt© 's morgens zeer vroeg bij
zijn buurman aan. „Wie klopt daar?" werd
er van binnen gevraagd. „Ik I Je buurman.
Waar ben je?" „Ik slaap 1" „Dat spijt
me. Als je niet sliep had ik j© wagen ter
leen willen vragen, maar nou zal ik straks
maar eens terug komen, als jo wakker
bent."
B ij 't s c h ij f s ch ie ten
De milicien Vogel heeft vijfmaal gescho
len, zonder de schijf tc treffen. „Geef hier
je geweer; ik zal je laten zien, hoe men
schiet," roept de kapitein uit, grijpt het
wapen, legt aan en mist. Snel gevat, zege
hoe erger: Cesar werd niet beter en Clo
tilde had meer pijn dan ooit aan haar voet.
Andreas begreep, dat hij Sukkel, nu er
voor de menschen geen voldoende voedsel
meer was, niet langer kon houden, te meer
daar Jeanne nu het wagentje zolf al wel
kon trekken. Daarom ging hij den eersten
den besten Zondagmorgen met bom naar
het kasteel en vroeg om Martha t© spre
ken.
„Wees zoo goed cn houd hem voortaar
maar weer bij U, jongejuffrouw, maar
leg hem goed vast."
„Waarom, vroeg het kleine meisje, „hij
zal toch liever bij U blijven."
Andreas, die haar niet alles wilde a -
tellen, kreeg een kleur toen hij antwoord
de:
„Tante wil het liever; Sukkel en Jaquet-
te kunnen niet goed met elkander over
weg."
„Nu ik zal hem graag bij mij houden.
Je weet dat ik Sukkel graag mag lijden,
en ik hoop dat hij nu niet zal wegloopen."
Een paar dagen later echter, kwam het
trouwe dier weder naar de Clements geloo
pen, maar alsof het begreep hoe het daar
gesteld was, ging hot geregeld eiken dag
naar het kasteel zijn portie eten verorberen
en bleef dan een paar uurtjes bij Martha
spelen, om tegen den avond weder naar
zijn jongen baas t© hollen.
Misschien bracht zijn instinct hem daar
toe en misschien ook had hij het verschil